Delta 16

Page 1

NR.16 13 JUNI 2016

onafhankelijk universiteitsblad

Geschiedenis studentenbladen

De Delftse kwestie Hyperloop

Zo snel als het geluid Ronald Prins

Hacker van staatsgeheimen

Oude Delft 35

BOL VAN DE TRADITIES


13 juni 2016

08 REPORTAGE

OD35

OD35 bestaat al 125 jaar. Delta kreeg een rondleiding door dit grachtenpand dat bol staat van de tradities. Schoonmaken? “Doen we niet.”

12 INTERVIEW

RONALD PRINS De ‘machtigste nerd van Nederland’ is nu ook alumnus van het jaar. Ronald Prins van Fox-IT is met zijn kennis van cybersecurity een bekende Nederlander geworden.

VERDER 04 Column 06 Nieuws 15 Master: Giulia Carletto 16 Sport 17 Lifestyle: Ohm festival 22 Achtergrond: Studentenbladen 25 I go to Rio 27 Desgevraagd 31 Science

18 REPORTAGE

HYPERLOOP Van Amsterdam naar Parijs in een half uur: wie wil dat niet? Met de Delftse Hyperloop-capsule komt deze mogelijkheid een stukje dichterbij.


Delta

3

TU Delft

COVER Op de cover bewoners van studentenhuis Oude Delft 35. Vlnr: Jeroen ter Haar, Wilan Hartwig, Douwe Muller, Diederick ter Kulve, Johan van Velzen. Boven: Dominik Neubert.

COLOFON REDACTIE Frank Nuijens (hoofdredacteur), Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Dorine van Gorp, Connie van Uffelen, Jos Wassink, Katja Wijnands MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Jorinde Benner, Dap Hartmann, Auke Herrema, Job Hogewoning, Christian Jongeneel, Molly Quell, Annemijn Smid, Bauke Steenhuisen, Jimmy Tigges, Caroline Vermeulen, Marco Villares FOTO’S Marcel Krijger, Sam Rentmeester BLADCONCEPT EN VORMGEVING Maters & Hermsen, Leiden LAY-OUT Liesbeth van Dam, Saskia de Been REDACTIE-ADRES Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@tudelft.nl

Negen maanden lang werkten 65 TU-studenten aan de nieuwe elektrische raceauto DUT16. Uniek is de manier waarop de wielen worden aangedreven: de elektromotoren zijn in de wielen geplaatst. De auto weegt slechts 160 kilo en kan in 2,3 seconden naar 100 kilometer per uur. De studenten doen deze zomer mee aan de Formula Student competitie op F1circuits in Spanje, Duitsland en Engeland. Op die laatste twee verdedigen ze hun titel. fsteamdelft.nl (Foto: DUT Racing Team)

ADVERTENTIES H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl DRUK Quantes Grafimedia b.v. Oplage 4.500 Jaargang 48 ISSN 2213 8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. MEER INFORMATIE OP www.delta.tudelft.nl/colofon.

REAGEER!

Bsa-regels Veel hogescholen en universiteiten blijken de wet niet na te leven met Syrië

Overwerk Eén medaille, twee kanten: bestuurWildgroei ders zijn tevredener over de mede-

Brightspace Wanbetalers

Duwo Zuid-Korea Duwo krijgt een nieuwe directeur, nu

hun bindende Voor de lezing studieadvies. ‘Hoezo: Syrië’De vanmeesNRC-columnist te passen hun bsa-regels Carolien Roelants halsoverkop moest aan. Maar Studium wat zijn Generale de gevolgen woensdag voor uitwijken studenten? naar Lees een er grotere alles over collegeop zaal delta.tudelft.nl/31743 om alle geïnteresseerden een zitplaats te geven. Het verhaal dat zij hoorden was weinig hoopvol. Verlichting is in aantocht voor studenten die snakken naar vervanging voor Blackboard. De TU heeft een conDe Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) heeft 25 duizend tract afgesloten met hetoud-studenCanadese bedrijf Desire2Learn, dat de digitale ten in het buitenland opgespoord die leeromgeving Brightspace aanbiedt. hun studieschuld niet terugbetaalEén van de voordelen: het systeem den. Ze lossen samen alsnog twaalf moet gaan miljoen eurowerken af. op een mobiele telefoon. Uiterlijk in augustus 2018 delta.tudelft.nl/30521 moet Brightspace op alle opleidingen draaien. delta.tudelft.nl/31746

Steeds zeggenschapscultuur meer medewerkers aan hun nemen hogehun eigen waterkokerdan of koffiezetschool of universiteit de leden van de raad. laatste moeten voorapparaat meeDie naar de TU. Gevaarlijk, vindt de onderdeelcommissie al te vaak werk in hun vrije tijd(odc) doen. van de universiteitsdienst. delta.tudelft.nl/31741 delta.tudelft.nl/30453

Jan Benschop na 23 jaar met pensiHet Korea Advanced Institute of Science oen is gegaan. and Technology De studentenhuisves(KAIST) wil samen met de faculteit Luchtvaartter wordt vanaf 1 september geleid en Ruimtevaarttechniek het Nedoor Antoine Fraaij. Hij isen momenteel directeur aan de Radboud Universiderlandse Luchten Ruimtevaartcentrum teit in Nijmegen. een onderzoekscentrum Fraaij is een alumopzetten inTU Zuid-Korea. nus van de Delft. Hij studeerde er delta.tudelft.nl/30528 bouwkunde. delta.tudelft.nl/31742

Bout Heeft de VSSD een punt en zijn stuRectificatie denten en docenten ‘zeer ontevreden

over capaciteitbij van TU Delft’? In dede infographic hetdeartikel ‘Bsa Volgens Delta-redacteur Saskia omhoog: selecteren of motiveren’ (Delta een fout. Er staatvan dat Bonger3)isstaat het eigen onderzoek 43% van de eerstejaarswel studenten de studentenvakbond erg wankel van faculteit voorde zulke bouteElektrotechniek, uitspraken. Wiskunde Bovendienen vindt Informatica ze het mosterd (EWI) een na positief de maaltijd bindend dat de studieadvies vakbond oproept kreeg afgelopen tot het bouwen studiejaar. van meer Datonderwijspercentage slaat en studieruimte, echter op één terwijl van de daarvoor bacheloral opleidingen plannen in devan maak EWI:zijn. elektrotechniek De VSSD (ET). vindtDe zijnandere onderzoek tweewel opleidingen, degelijk technische wiskunde (TW) representatief en vindt daten de bouwtechnische plannen vaninformatica de universiteit (TI), nog kwamen op steeds percentages te weinigvan concreet respectievelijk zijn. 54% 47%. Dat brengt hetopgemidLees en beide opinieartikelen de delde Delta-website: van de faculteit op 48%. delta.tudelft.nl/30468 delta.tudelft.nl/31708 en delta.tudelft.nl/31721


4

Column Dap Hartmann Blauwe waandag Op weg naar een bijeenkomst waar ik studenten zou enthousiasmeren voor ondernemerschap, kwam ik twee studenten tegen die gehuld waren in enorme schuimrubber koffiebekers. Ze waren onderdeel van de bewustwordingscampagne voor het nieuwe campus-brede initiatief om jaarlijks vijf miljoen koffiebekertjes te recyclen. Ik vroeg of ik een foto mocht maken, en tot mijn verbazing stemden ze toe. Helaas overspeelde ik toen mijn hand en vertelde waarvoor ik die foto wilde gebruiken: “Ik ga studenten bij Bouwkunde enthousiast maken voor ondernemerschap, want ondernemers proberen hun dromen te verwezenlijken. Het alternatief is dat iemand anders jou inhuurt om zijn of haar droom te realiseren. Jullie zijn daar een prachtig afschrikwekkend voorbeeld van.” Dat had ik beter niet kunnen zeggen. Ik mocht geen foto meer maken, en chagrijnig mopperend liepen de schuimrubber koffiemokken weg. “Ik hoop dat jullie hier heel veel geld mee verdienen”, probeerde ik nog, maar het mocht niet baten. We wisten alle drie dat daar geen sprake van was. Kijk even op tinyurl.com/HalloMoeder en aanschouw de deerniswekkende studenten die op deze wijze trachten hun schamele studiefinanciering aan te vullen. “Hallo moeder! Ik heb het reuze naar mijn zin in mijn master nanotechnologie aan de TU Delft. Bijgaand een leuke foto. Stuur alsjeblieft geld. Help!” Natuurlijk ben ik een voorstander van recycling, mits het zinvol is. Helaas zie ik te vaak goed bedoelde initiatieven die de plank volledig misslaan. Dat is schattig en vertederend voor een lagere school, maar van een technische universiteit verwacht ik dat er eerst goed over wordt nagedacht. Ik vraag me in alle oprechtheid af of dit koffiebekertjesrecyclingproject (driemaal de woordwaarde, tweemaal de letterwaarde) meer oplevert dan erin gaat. Is er vooraf een degelijke Life Cycle Analysis (LCA) gemaakt met een realistische functionele eenheid? Op de website van de TU Delft is hierover niets te vinden. Er is alleen wat ronkende propaganda en een link naar een YouTube-filmpje met het intellectuele niveau van de Teletubbies. Waarom? Wij zijn de Technische Universiteit Delft. Wij willen geen gelikte promotiefilmpjes maar harde cijfers, nauwkeurige data, sluitende berekeningen, en overtuigende bewijzen dat het recyclen van die koffiebekertjes daadwerkelijk iets oplevert. Ik vrees dat dit een typisch geval is van ‘recyclen is goed, dus dat doen we’. Dogmatisch in plaats van realistisch, hopen in plaats van weten, geloven in plaats van bewijzen. “I’ll be processed sustainably” staat er op de koffiebekertjes gedrukt. Ik, het koffiebekertje. Hoe gaat dat recyclen in zijn werk? Het papier wordt gescheiden van de plastic coating. Is het bioplastic of is het een aardolieproduct? Dat plastic wordt in elk geval verbrand. Het papier wordt gepulpt en van die pulp wordt weer papier gemaakt. Blauw papier, denk ik, gezien de grote hoeveelheid blauwe drukinkt op de bekertjes. Is er een markt voor blauw gerecycled papier? Is het niet veel milieuvriendelijker om onbedrukte bekertjes te gebruiken? Levert dit recyclen wat op, of is het de waan van de dag? Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Bij de laatste verkiezingen zag hij een zetel in de Delftse gemeenteraad net aan zijn neus voorbij gaan. Nu, dik anderhalf jaar voor de volgende stembusgang, mag vijfdejaars student technische bestuurskunde Boris van Overbeeke alsnog plaatsnemen op het Delftse pluche. Hij krijgt kenniseconomie en cultuur in zijn portefeuille. Een mooie combinatie, vindt hij zelf, omdat hij ook derdejaars student kunstgeschiedenis is in Leiden. 1. Een beetje student kiest voor Stip. NEE

3. De gemeenteraad gaat vóór mijn studies. JA

2. TU-studenten interesseren zich niet voor gemeentepolitiek. JA

4. Kunstgeschiedenis is leuker dan technische bestuurskunde. NEE

Op welke stelling wil je terugkomen? “Op stelling 2. Delftse studenten zijn niet zo geïnteresseerd in politiek in het algemeen. Misschien is dat eigen aan ingenieurs, maar het is wel jammer. Voor de gemeente is dat jammer, omdat studenten de stad na hun studie de rug toe keren. Ze zijn dan een beetje klaar met het dorpse karakter van Delft. Rotterdam is hip en dat trekt. Het lijkt mij mooi om er het komende anderhalf jaar en hopelijk daarna voor te zorgen dat studenten wat meer band krijgen met de stad en de stad wat meer met hen, zodat meer studenten blijven hangen. Factoren die daarbij meespelen zijn het woningaanbod voor oudere studenten en starters en werkgelegenheid.” (SB)


Delta

Cijfer

140 Je laten bekogelen met eieren voor het goede doel. Virgielbestuursleden Maurits en Friso offerden zich er zaterdag 4 juni voor op. Ze kregen maar liefst 140 eieren om hun oren. Hun actie was één van de manieren van Virgiel om geld op te halen voor maar liefst zeven goede doelen. Zo verkochten de Virgilianen hun gedragen kleding voor de Delftse sociale ondersteuningsstichting Perspektief, cocktails voor Mama Cash, tosti’s voor Mr. Keepi Foundation, zelfgebrouwen bier voor Edukans, smoothies voor MS Research en suikerspinnen voor Make-a-Wish. In totaal haalden ze daarmee 1110,10 euro op. delta.tudelft.nl/31731

Tweet Universitair hoofddocent stadsontwikkeling Frank van der Hoeven: “Ons onderzoek gaat over stedelijke hitte-eilanden. Dat zijn plekken in de stad die warmer zijn dan wanneer daar geen stad was. Dat komt onder meer door de stedelijke inrichting: belangrijk is het materiaalgebruik en de hoeveelheid asfalt, tegels en bomen. In het ergste geval kunnen mensen door hitte overlijden. We hebben in 2006 ook onderzoek gedaan in de gemeente Rotterdam (‘Hotterdam’) toen er twee hittegolven vlak na elkaar waren. Er zijn toen 75 meer 75-plussers overleden in vergelijking met de periode 2000-2014. De gemeente Den Haag wil nu de omvang van haar hitteprobleem weten. We geven honderd Hagenaars drie jaar lang een persoonlijk weerstation ter grootte van een colablikje dat data communiceert via internet. Parallel daaraan brengen we de stad nauwkeurig in kaart. We kijken per hectare naar factoren die een rol spelen bij verwarming, zoals het percentage groen en de mate van verharding en schaduw. We vergelijken dat met de gezondheid en overlijdens. Uiteindelijk levert dat twee hittekaarten op: die laten zien waar bewoners overmatig risico lopen en waar ruimte bijdraagt aan het hitte-eilandeffect.” (CvU)

TU Delft

5

De week van...

Energielabels voor huizen kloppen vaak niet doordat geen rekening wordt gehouden met de isolerende werking van muren. Ir. Arash Rasooli heeft een techniek bedacht om dit op te lossen. De promovendus van de sectie housing quality and process innovation (OTB) ontwikkelde voor zijn afstuderen samen met zijn begeleider dr. Laure Itard een methode om de zogeheten R-waarde van muren te meten. “Deze waarde kun je gebruiken om hoeveelheid warmte te berekenen die per seconde, per vierkante meter en per graad temperatuurverschil tussen de ene en de andere zijde van een wand doorgelaten wordt”, aldus Rasooli. Voor zijn methode, waarbij hij warmtepulsen door de muur heen zendt, ontving hij eerder deze maand de hoofdprijs tijdens de jaarlijkse World Student Competition van de Rehva. De Rehva is een belangenvereniging voor de verwarming-, ventilatie en airconditioningindustrie. Rasooli ontving twee cheques van 1500 euro elk. (Foto: Rasooli) Industrieel ontwerpster ir. Lidewij van Twillert (27), bekend van haar afstudeerproject de 3D-geprinte bh, heeft de Marina van Dammebeurs 2016 ontvangen van het Universiteitsfonds Delft. Ze krijgt negenduizend euro. “Lidewij presenteerde haar plannen als een droom, die zomaar kan uitgroeien tot iets groots”, zei de jury. Van Twillert is in 2015 afgestudeerd aan de faculteit Industrieel Ontwerpen. Ze beheert haar eigen modemerk Mesh Lingerie, dat zich richt op persoonlijke lingerie gemaakt met 3D body scanning and printingtechniek.” Ik heb altijd al een grote interesse gehad in mode, maar het blijft een uiterlijk ding. Ik wil mode meer diepgang geven door de techniek te belichten”, zei Van Twillert na haar afstuderen tegen Delta. De beurs gaat elk jaar naar een getalenteerde vrouwelijke alumna die, zo stelt de Universiteitsfonds, “na het afstuderen en/of promoveren een duwtje in de rug kan gebruiken bij een volgende stap of wending in haar loopbaan.” (Foto: Sam Rentmeester)


6

‘Producten zullen steeds slimmer worden’ Lichtgevend papier en metaal met geheugen; naar dit soort slimme materialen doet hoogleraar emerging materials Kaspar Jansen (IO) onderzoek. Tijdens zijn intreerede op 17 juni wil hij de aandacht trekken met zijn paraplu die oplicht bij regen. En de toepassingen gaan veel verder dan dat. Wat zijn emerging materials? “Dat zijn materialen waarvan ik denk dat ze de komende tien tot vijftien jaar van belang worden. Grondstoffen raken op en dus we hebben alternatieven nodig. Zoals biobased materialen. Bij ieder basismateriaal kijken we eerst hoe we het kunnen veranderen; we spelen met materiaaleigenschappen. Neem schimmeldraden. Behandel je die, dan kun je er een soort papier van maken. Studenten hebben al nagedacht over toepassingen: verpakkingsmateriaal en zelfs een urn. Naast deze biobased materials zijn we bezig met smart materials.” Wat maakt die materialen slim? “Ze kunnen bijvoorbeeld temperatuurveranderingen of aanraking voelen. We hebben lichtgevend papier gemaakt. Dat is behandeld met een fosforlaag en erin verwerkt zit een doorzichtige elektrode. Raak je het papier aan, dan gaat het branden als een lamp, een lamp die je kunt opvouwen en in je tas kunt stoppen. Je kunt dit ook met textiel of heel dun plastic doen. Bij de demonstratieparaplu hebben we gewerkt met onderbroken elektrodes. Komt er water op, dan geleidt dat water elektrische stroompjes. Het water maakt dus de connecties mogelijk, waardoor de paraplu oplicht daar waar het water is.”

en ontwerpers samen te laten werken aan materialen die zelf een interface zijn. Dat is gelukt. Ontwerpbureau Van Berlo heeft bijvoorbeeld de Life saver gemaakt: een band die je bij hartmassage over iemand heen kunt leggen. Het materiaal licht op waar je moet drukken. Verschillende kleuren licht maken duidelijk of je te hard, te zacht, of goed drukt.”

Kaspar Jansen: “Ik hoop dat andere partijen de slimme lichtgevende materialen gaan gebruiken, bijvoorbeeld in kinderkleding.” (Foto: IO)

Wat gaat u doen met die paraplu? “Het is een demonstratiemodel dat mensen intrigeert en vragen uitlokt. Mensen willen weten hoe het werkt. Bij mijn intreerede wil ik ermee het podium op lopen. Uiteindelijk hoop ik dat andere partijen er iets mee gaan doen, dat ze het bijvoorbeeld integreren in kinderkleding. En dat ze het slim maken, met sensoren die detecteren wanneer het donker wordt of wanneer je een tunnel in fietst, zodat het licht vanzelf aanflitst.” Na uw intreerede is er een afsluitende tentoonstelling van het Europese consortium Light.Touch.Matters waar u deel van uitmaakte. Wat heeft dat project opgeleverd? “Eén van de doelstellingen was om wetenschappers

Aan welk materiaal werkt u nu? “Dat zijn geheugenmetalen. Stel, je kunt je vingers niet goed gebruiken. Dan zou het handig zijn als je horlogebandje zichzelf om je pols vouwt. Dat kan door deze shape morphing alloys te verwerken in het bandje. Je kunt deze metalen zo programmeren dat ze bij verwarming in een bepaalde vorm trekken. In de toekomst wil ik ook gaan nadenken over toepassingen voor carbon nanotubes. Je kunt ze nu gewoon kopen, gegoten in plastic. Dat is dus geleidend plastic. Dat zou je kunnen gebruiken in toetsenborden om aanraking te detecteren. Of voor een vermoeiingsmeter in stoelen, zodat je bijvoorbeeld in een vliegtuig snel kunt nagaan welke stoelen aan vervanging toe zijn. Eén ding is zeker: al onze producten zullen steeds slimmer worden.” (SB)

Deze paraplu licht op waar water is. (Foto: IO)

Hoogtepunt van het driedaagse gratis International Festival of Technology waren de optredens op 3 juni van bands als De Staat en De Jeugd van Tegenwoordig. Op het festival laten de TU, de Haagse Hogeschool, gemeente Delft en Ondernemersfonds Delft Gebied 11 zien wat de toekomst brengt aan technologie. (Foto: Paul Riem)


Delta

Gratis eten Medewerkers van L&R en de TNW-nieuwbouw kregen vorige week een gratis voorproefje uit de keukens van de FoodMarket die half augustus opent in de Fellowship. Geen uitlaatgassen, maar dampen van gebakken vlees hangen dinsdag 7 juni tijdens de lunch in de parkeergarage naast de nieuwbouw van Technische Natuurwetenschappen (TNW). Medewerkers van deze faculteit – voor zover ze al zijn verhuisd– en die van het nabijgelegen Luchtvaarten Ruimtevaarttechniek (L&R) staan geduldig in de rij waar normaal auto's staan geparkeerd. Ze zijn gekomen voor een gratis proeverij van cateraars Soep & Ballen, Satebar en La Casa Kitchen. Hun pastasalade, panini, aspergesoep, aardbeiensmoothies en Italiaanse gehaktballen met jus vinden gretig aftrek. Vanaf 15 augustus vormen de drie cateraars de 'FoodMarket' in de Fellowship aan de andere kant van

het in aanbouw zijnde Kluyverpark. Terwijl de rij almaar langer en breder wordt en de gesprekken luidruchtiger, presenteert facilitair manager Dennis Cruyen de TU-plannen voor het eten en drinken in deze uithoek van de campus. Zo sluit op 4 juli het Sodexorestaurant bij L&R. De faculteit krijgt er begin september een 'Food & Beverage Corner' en extra onderwijs- en ontmoetingsruimte voor terug. Ook TNW krijgt vanaf 15 augustus een Food & Beverage Corner van Sodexo, met een beperkter aanbod dan een doorsnee-kantine. Het naastgelegen Reactor Instituut (RID) heeft nog tot 11 juli een eigen kantine. Als die dicht is, moeten RID-medewerkers óf gebruik maken van een 'self service corner' óf het pand verlaten. De hoop is dat het Kluyverpark er net zo levendig door zal worden als het Mekelpark op mooie dagen én dat medewerkers eens iemand anders ontmoeten in de Fellowship. Misschien moeten ze de wachtrijen daar dan net zo lang laten worden als hier in de parkeergarage. (SB)

TU Delft

Homostudenten vaker doelwit De door huisgenoten weggepeste Bram Tielen is niet de enige homoseksuele TU-student die op onverdraagzaamheid stuit. Homojongerenvereniging Outsite ontving meer signalen. Outsite, de jongerenvereniging van de Delftse Werkgroep Homoseksualiteit (DWH), kreeg het afgelopen jaar drie meldingen van homoseksuele studenten over incidenten. Voorzitter Bram van Meurs wil hier niets meer over kwijt, omdat de betrokken studenten het ‘met een reden niet naar buiten brengen’. Dat Bram Tielen dat wel deed, vindt hij ‘ontzettend dapper’. Het wegpesten van Tielen noemt Van Meurs ‘het ergste’ incident van deze drie. “Bij de andere incidenten vragen de betrokken studenten zich af wat ze er aan hebben om het te melden of om aangifte te doen. Ze willen het zo snel mogelijk achter zich laten, er is schaamte of angst in het spel.” Toch raadt Van Meurs studenten aan incidenten te melden. “Dat hoeft niet per se bij een officiële instantie als politie of de universiteit, het kan ook bij ons.” DWH/Outsite adviseert altijd om aangifte te doen, maar alleen een melding bij de politie kan ook. “Zolang dat niet gebeurt, blijft het verborgen en kunnen politie of gemeente er niets mee doen.”

‘Er is schaamte of angst in het spel’

De verhuizing naar het nieuwe gebouw van TNW is in volle gang. Een externe lift brengt spullen naar de eerste verdieping. Die gaan naar binnen door een gat dat later weer een raam wordt. (Foto: Sam Rentmeester)

Lees meer over deze mega-operatie op delta.tudelft.nl/31484

Van Meurs heeft enige weken geleden suggesties gedaan aan het college van bestuur van de TU, zoals aansluiting bij Workplace Pride. Dat is een organisatie die zich inzet voor grotere acceptatie van lesbische, homoseksuele, transgender en biseksuele mensen (LGTB’s) op de werkvloer. Bedrijven en organisaties die zich bij Workplace Pride hebben aangesloten (zoals Shell, IBM, Universiteit Leiden) zijn volgens Van Meurs actief bezig met diversiteitsbeleid en wisselen best practices met elkaar uit. Voor dat diversiteitsbeleid, dat ook gaat over religieuze achtergrond of sekse, zou de TU volgens Van Meurs een diversity officer kunnen aanwijzen, zoals op de Universiteit Leiden. Verder heeft Van Meurs bij het college gepleit voor een meldpunt discriminatie en een promovendi-netwerk. Dat netwerk zou homoseksuele promovendi en onderzoekers met elkaar in contact moeten brengen om ervaringen uit te wisselen. “Ik heb gehoord dat internationale studenten speciaal naar Nederland komen omdat het klimaat voor homoseksuelen hier beter is”, zegt Van Meurs. Volgens hem zou er voor homoseksuele studenten op de TU-website een verwijzing kunnen komen naar studieadviseurs, studentenpsychologen en Outsite. Die partijen zouden in specifieke gevallen wellicht met elkaar kunnen samenwerken, aldus Van Meurs. Tot slot zouden studenten er bij gebaat zijn als er per faculteit enkele rolmodellen waren. “Onderzoekers en professoren die open zijn over hun homoseksualiteit en met wie studenten contact op kunnen nemen.” Collegelid Anka Mulder zegt ‘er zeker iets mee te willen doen’. “Het gaat me daarbij om tolerantie en inclusiveness in brede zin, dus breder dan LGTB’s”, zegt ze. (CvU) Lees meer over dit onderwerp op delta.tudelft.nl/31695 en 31706

7


8


Tekst: Connie van Uffelen Foto's: Marcel Krijger

Delta

9

TU Delft

OD 35: 125 jaar tradities Het statige grachtenpand aan de Oude Delft 35 is volgens het Delftsch Studenten Corps het oudste studentenhuis van Nederland. Het bestaat al 125 jaar. Hoog tijd voor een bezoekje.

W

ie bij Oude Delft 35 aanbelt, hoort meteen wie er op een matje in de gang vertoeft. Hond Butch. Jeroen ter Haar doet open want dat is zijn taak als een van de vier huisjongsten. Hij verontschuldigt zich voor het geblaf, maar ja er wordt in ieder geval gewaakt in dit oudste studentenhuis. Ter Haar wil ons best even rondleiden. Een donker gangetje leidt naar de nestor, de tv- kamer. Achter een tafeltje vol lege bierflesjes staan enkele oude banken. Aan de muur hangen vijf rijen bewonersportretten. Tien jaar aan bewoners. De onderste twee rijen zijn die van nu. “Midden onder met bril ben ik”, zegt Ter Haar. In vroeger tijden huisde er een stel in deze kamer. Daarom is er een keukentje, legt Ter Haar uit. Het oogt als een wat donker rommelhok, waar een smoezelig, versleten kussen op de vloer ligt. Het is voor de enige vrouwelijke bewoner van het huis. Butch is al tien jaar oud en moet vijf keer per dag worden uitgelaten. Dat gebeurt volgens een uitlaatrooster op een krijtbord in de gang. Wie het niet doet of vergeet, moet vijf euro betalen aan degene die het dan wel doet. Daar zijn de heren streng op. Als Butch binnen plast, komen er gepaste maatregelen. Dat wil zeggen: extra uitlaatbeurten. En wie het plasje het eerst ziet, moet dit meteen opruimen. Verderop in de gang hangt een bekende uit het Rijksmuseum. De Nachtwacht. “Wederom een echte”, zegt Ter Haar. “De replica hangt in het museum.” Uit de mond van Frans Banninck Cocq steekt een sigaret. Die mogen bewoners te

allen tijde pakken, maar dan moeten ze het rokertje wel binnen 24 uur vervangen. Doe je dat niet, dan moet je een pakje sigaretten kopen en op de bar leggen. Dat gebeurt niet eens zo vaak, zegt Ter Haar. We lopen een trapje af en komen in ‘Chalet Omega Ski’, ofwel de bar in après ski-thema. “Ook nog niet schoongemaakt”, verontschuldigt Ter Haar zich. Er zijn twee taps met Heinekenbier. Aan de muur hangt een iPad voor de muziek. Lampjes kleuren het muurtje achter de bar rood, wit, blauw of paars. In de tuin staat een grote hot tub die de jongens met hout kunnen stoken.

kwart voor drie met de voorbereidingen. Ze ruimen de nestor, de bar en de keuken op, zetten thee en luiden klokslag drie uur de gong. Er is ook een belletje. Drie keer bellen is ‘morsecode’ voor thee. Iedereen die thuis is, komt dan naar de keuken voor het theekwartiertje. In de keuken staat een kameroudste een tosti te bakken in een pan, want het tostiapparaat is kapot. Als je ’s avonds wilt mee-eten schrijf je je naam op het bord en kun je je aanmelden als kok. “Het voordeel daarvan is dat je bepaalt wat je eet en niet hoeft af te wassen”, zegt bewoner Diederick ter Kulve.

MEER PRIVILEGES

Wie hier wil wonen, moet naar een instemmingsronde komen. “Als het een beetje meezit, komen alle leuke gasten hier naar toe, maar dit jaar is het niet zo goed gelukt”, zegt Ter Kulve met een grijns. Zijn er na 125 jaar nog tradities die in ere worden gehouden? De jongens maken er een wedstrijdje van door er om de beurt eentje te noemen. Ter Kulve begint: “Je mag niet de keuken in als je niet hebt gedoucht en je mag geen pet op in de keuken, want dat is onbeleefd en ongezellig.” Douwe Muller: “We drinken met zijn allen tweemaal per dag thee en dan mag je niks lezen.” Zijn buurman: “Elke donderdagavond hebben we aan de bar HO-bier van half elf tot half twaalf.” HO-bier? “Hoofdelijk omslachtig: de kosten worden verdeeld over iedereen.” Wilan Hartwig noemt de strip-o-theek: een ingebouwde kast bomvol Kuifjes, Suske en Wiskes en avonturenstrips.

Het achterhuis is een iets rustiger deel waar de ‘oudere mannen’ wonen. Zij hebben meer privileges en grotere kamers. Ter Haar kan ze niet laten zien, hij mag er als jongerejaars alleen op uitnodiging komen. Zijn eigen kamer deelt hij met een andere huisjongste, en dat vindt hij alleen maar gezellig in zijn eerste jaar. Ze slapen samen op een verhoging boven een verkleedkist waar een enorme berg oude kleren uitpuilt. “Je hebt best vaak een dinertje of een partijtje waar je verkleed naar toe moet en dan kun je daar altijd even in grabbelen.” Aan de muur bungelen twee hoeden en een petje op het gewei van een hertenkop. Midden in de kamer staat een grote pooltafel. Bijna elke dag spelen Ter Haar en zijn slapie wel een potje. Voor een muurschildering van het pand staat een gitaar. Op de grond ligt een verdwaalde hockeystick. Bij de keuken hangt een grote gong, voor de thee. De huisjongsten beginnen elke dag om

INSTEMMINGSRONDE

Lees verder op pagina 11


2

3

1 1: Diederick ter Kulve legt de regels voor de afwasbingo uit. 2: De bar in après-ski thema. 3: Butch is de enige vrouwelijke huisgenoot. 4: Plek en bier genoeg in de zitkamer. 5: In het Rijksmuseum hangt natuurlijk een replica van De Nachtwacht. 6: Een rijtje broodblikken in de keuken. 7: Poolen of grabbelen in de verkleedkist kan op deze kamer van huisjongsten.

4


Delta

5

“Als je meer dan drie strips op je kamer hebt liggen, verwaarloos je de verzameling en moet je een extra strip inbrengen. Zo groeit de verzameling.” Als je op vakantie gaat of zomaar een weekend weg, zegt zijn buurman met alias ‘Maarten de Vreede’, schrijf je op de deur waar je naar toe gaat en hoe lang je weg bent. “Je kunt natuurlijk niet thuiskomen zonder een kaartje te sturen. Er is wel één voorwaarde…” Aan de honderden kaarten met schaars geklede vrouwen naast de ramen te zien, is te raden welke. “…dat het aan Oude Delft 35 wordt gestuurd.” Ja hoor. Toch zit er ook wat achter. “De postcode van Oude Delft 35 is 2611 BB”, zegt Hartwig. “Daarom is het ‘blote billen en borsten’.” Als je op vakantie gaat, moet je trouwens ook een fles sterke drank mee terugnemen. Ter Kulve denkt dat hij iets lekkers heeft meegenomen en pakt zijn fles Choya fruit liquor tevoorschijn. Er wordt met afgrijzen aan geroken.

WAND MET IJSKASTEN Om muizen te voorkomen, heeft iedereen een broodblik. Als je dat niet hebt, zijn je spullen voor iedereen. Verder is er een wand met koelkasten in de eetkamer. Wie nieuw is, heeft natuurlijk geen plekje in de ijskast, legt Hartwig uit. “Je schrijft dan een sollicitatiebriefje aan de ijskast. En die zal vervolgens reageren.” Hoewel de woonkamer soms blauw van de rook staat, mag er in de keuken niet worden gerookt, want dat vinden de heren ‘onhygiënisch en goor’. Ook daar zijn ze streng op. Bij de bar roken kan altijd. En in de nestor, mits het raam open staat. Huisoudsten mogen als eerste een kamer kiezen. Zij zitten in het achterhuis, want dat is rustiger. Huisjongsten hebben taken als het huisvuil buitenzetten, de deur open doen, thee zetten en ijskasten vullen. Ter Haar vindt het meevallen, maar een jaartje extra hoeft nu ook weer niet.

11

TU Delft

6

Vriendinnen zijn ‘absoluut welkom’. In vroeger tijden mocht dat doordeweeks niet. Er is een cijfercode op de buitendeur, maar stiekem weten alle vriendinnetjes die. Een gemengd huis willen de heren niet: dit is nu eenmaal een mannenhuis. “Er zijn wel eens een tijdje dames onderhuurders geweest, dat was hartstikke leuk”, zegt Ter Kulve. Schoonmaken? “Doen we niet”, klinkt het stoer. “Als je dingen laat slingeren, krijg je een huisbeurt”, zegt Ter Kulve. Hij wijst naar een krijtbord waarop drie namen staan. Zij moeten nog een half uur schoonmaken. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen kamer. Voor de openbare ruimtes is er een schoonmaker.

LUSTRUMFEEST Van de voormalige bewoners leven er nog ongeveer honderdzestig. Ze waren allemaal uitgenodigd voor het lustrumfeest. De allerjongste bewoners moesten de oudste voorgangers bellen. “De pech is dat er soms een vrouw opneemt die moet melden dat haar man is overleden”, zegt Ter Kulve. “Dat is dus een minder leuke taak.” Eenmaal binnen voelden oud-bewoners zich meteen weer student, vertelt Ter Kulve. De kamerindeling is nog hetzelfde, net als de theetijd. “We schenken altijd een mengsel van Darjeeling en Tar-Kee. Niemand vindt het lekker, maar het is een traditie en na een tijdje wen je er aan. “Het leuke hiervan is dat als wij theebedrijf ‘De Pelikaan’ opbellen en zeggen: ‘hetzelfde graag’, we dit gewoon thuisgestuurd krijgen.” Een sterk verhaal? Nee hoor, het tweehonderd jaar oude bedrijf bevestigt het. Wat wel is veranderd, is de regel dat huisoudsten niet met huisjongsten praatten. Vroeger was het een strenger huis. Hiërarchisch. Dat soort strenge regels vinden de heren ‘to-taal ongezellig’ want: “als je niet met elkaar praat, woon je in een huis met acht in plaats van twintig”, zegt Ter Kulve. “Door dat snelle studeren

7

‘Niemand vindt de thee lekker maar het is traditie en na een tijdje wen je er aan’ is iedereen hier na zes jaar weg”, zegt Hartwig. “Vroeger had je achtste-, negende- en twaalfdejaars en dan zit er echt een generatiekloof tussen.” Als ze met zijn tienen eten, zijn er vaak drie koks. Voor de afwas is een spel bedacht: de afwasbingo met ingewikkelde regels. Je draait voor iedereen een bal. De drie die het verst van nummer 35 afzitten, moeten afwassen. Er zijn natuurlijk wel uitzonderingen. Wie ‘35’ draait mag iemand aanwijzen die sowieso moet afwassen. Wie 23 draait móet afwassen, op nummer 23 zit namelijk een ander corpshuis. De oudste van de drie vaatwassers mag beslissen of hij met dit team doorgaat of nog een ronde met deze drie doet, van wie er eentje afvalt. De twee die het verst van 35 zitten, moeten dan overblijven. Het zijn dus niet altijd de jongsten die afwassen. Met de buurman hebben de jongens ‘een goed contact’, vinden ze. “Hij woont aan de voorzijde en heeft dus nooit geluidsoverlast”, zegt Ter Kulve. “Ja, soms als we ’s avonds op straat een feestje hebben, vindt hij het wel irritant. Daar is hij eerlijk en normaal in.” Aan de andere kant zitten studenten en kantoren. Na enkele groepsfoto’s op de bank loopt Butch ongeduldig uit beeld. Ze wil uitgelaten worden. Of het bezoek nog een zakje thee mee wil? <<


De ‘machtigste nerd van Nederland’ is nu ook alumnus van het jaar van de TU Delft. Ronald Prins, medeoprichter en technisch directeur van Fox-IT, is met zijn kennis van cybersecurity een bekende Nederlander geworden. Zijn bedrijf beveiligt staatsgeheimen en hackt grote bedrijven om hun digitale weerbaarheid te testen. Toch is internet in zijn ogen niet alles. “Als internet uitvalt, hebben we geen plan B.”

‘OVER PRIVACY ZIJN VEEL SPOOKVERHALEN’


Tekst: Saskia Bonger Foto's: Sam Rentmeester

Delta

U bent alumnus van het jaar en komt als eerste op de walk of fame van de TU. Blij? “Het is een verrassing en ik ben er best trots op. Blijkbaar spring ik eruit. En dat terwijl ik me geen superstudent heb gevoeld. Ik heb acht jaar over mijn studie gedaan. Ik was bezig met andere dingen: de politie afluisteren en softwarepakketjes kraken. Ik woonde expres op de veertiende verdieping van de Ronald Holstlaan, want dan kon ik mijn antennes hoog aan de balustrade hangen. Vanuit daar kon ik half Nederland onderscheppen.”

Ging u wel braaf naar college? “Nee, helemaal niet. Ik ging heel vaak ’s nachts door met luisteren naar de politiescanner. Ik had weinig contact met andere studenten, ben geen lid geweest van een studenten- of studievereniging. Ik zat in een ander netwerk. Mijn vriendin werkte al en ik hobbyde er een beetje naast. Hoorde ik rare piepjes ergens op de frequentieband, dan wist ik: dit is interessant, hier probeert een observatieteam zichzelf te verstoppen. Dat maakte het heel makkelijk om ze uit te peilen. Hun geheim is toch niet zozeer wat ze zeggen, maar achter wie ze aanrijden.”

U reed als student met uw deux-chevauxtje achter zo’n busje aan om te kijken wie ze volgden? “Ik had een Honda Civic. En nee, het was geen busje. Het waren soms wel twaalf auto’s en een helikopter. Dat vind ik het fascinerende: er zijn geheimen die dagelijks op straat gebeuren waar mensen geen weet van hebben. Ik vind het boeiend om te kijken of ik die naar boven kan halen. Ik ben wel eens gepakt. Ze vonden het niet leuk wat ik deed, maar het was wel goed voor ze om een beetje scherp te blijven. Als ik het kon zonder kwade dingen in de zin, dan konden criminelen het ook. Dat bleek ook later toen ik bij de voorganger van het NFI (Nederlands Forensisch Instituut, red.) werkte. Criminelen hadden grote lijsten met politiekentekens. Ik verzamelde die informatie als student als Spielerei, maar bij het NFI kwam ik erachter dat er een heel team zat op het voorkomen daarvan.”

Het klinkt alsof u van uw hobby uw werk heeft gemaakt. Had dat gekund zonder die studie aan de TU? “Je hoeft niet per se gestudeerd te hebben om goed te kunnen hacken. Bij Fox-IT zitten veel van zulke jongens. Ik vind het wel jammer dat bij andere bedrijven in ons vakgebied een academische studie vereist is. Natuurlijk, academici heb je nodig. De klant wil nette rapportages en we moeten een vertaalslag kunnen maken naar de reële wereld. Maar je hebt ook een paar mensen nodig met gouden handjes. Zelf heb ik in Delft vooral geleerd methodisch en analytisch te denken. Je hebt ook een common language met elkaar.”

Zou u ooit zelf professor willen worden? “Misschien, maar dan niet heel technisch. Wat ik nu erg interessant vind is de publieke bestuurskundige kant van cyber security. Ik ga in de zomer naar Harvard, om een summer school te doen over cyber security and policy making. Hoe moet je als overheid grip krijgen op de digitale wereld? Dat heeft nu mijn persoonlijke interesse. De wijziging van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is bijvoorbeeld maar een puntoplossinkje. Je moet veel grotere agenda’s hebben. Nu draaien we een beetje aan de knopjes. De wereld verandert en de dingen die we hebben, passen we een beetje aan. Terwijl je misschien

‘Ik had weinig contact met andere studenten’

TU Delft

13

wel veel rigoureuzere aanpak nodig hebt. Dat kan nog wel eens een mooi promotieonderzoek zijn. Hoewel, mezelf kennende heb ik daar te weinig discipline voor.”

Kan de universitaire wereld die van het internet bijbenen? “Ik verbaas me er wel eens over hoe vaak de overheid kijkt naar de universiteiten als ze met een security-probleem zitten. Maar het is een empirisch vakgebied. Het is moeilijk een lab in te richten en een situatie na te bootsen waarin Noord-Korea Sony hackt. Uit de academische wereld komen op punten heel goede ontwikkelingen. De TU Delft is bijvoorbeeld goed bezig met quantum cryptografie. Dat is een bouwsteen waar we veel aan gaan hebben. Maar ik heb ook huilende studenten gehad, jongens die hier parttime werkten en wilden afstuderen op een ontzettend gaaf en academisch waardig vakgebied. Maar dan zegt de hoogleraar ‘nee’ en komt hij aan met iets heel theoretisch. Het is hier geen Leiden. Je hebt Fox-IT aan de andere kant van de snelweg, maak er gebruik van.”

U hebt het steeds over jongens. Zijn het nooit meisjes? “Heel soms, maar zij zijn dan vaak erg zoekende wat ze willen. Ze hechten misschien toch meer aan een sociaal leven.”

Heb je dat niet als je voor Fox-IT werkt? “Jawel, maar veel jongens kiezen ervoor om bij grote projecten nachtenlang door te gaan. Zij zitten on site, kruipen in een hotel. Ze willen niet stoppen. Dat is hackers eigen. Je zit middenin een probleem. Als je in bed ligt, denk je er nog aan. Dan kun je beter achter het toetsenbord gaan zitten.”

Met welk idee startte u in 1999 Fox-IT? “Ik squashte veel met Menno, mijn compagnon en goede vriend. Hij zei: zullen we mar een bedrijf beginnen? Een doortimmerd plan hadden we niet. We wilden ons vooral richten op forensisch onderzoek. We hebben de politie geleerd hoe je digitaal kunt rechercheren en journalisten les gegeven. Trainingen geven is ideaal voor een startend bedrijf; je hebt weinig kosten en meteen cash flow. Daarna kwam de politie bij ons met de vraag of we hun data konden helpen beveiligen. Zo is het opbouwen van security expertise begonnen.”

Ziet u bij YesDelft wel eens start-ups die interessant zijn voor u? “Ik heb een zakcentje binnengekregen na de overname van Fox-IT (in 2015 door de Britse NCCGroup, red.) en zit te kijken met welke start-ups ik me zou kunnen bemoeien. Ik moet zeggen: het is verdomd moeilijk te zeggen welke kans maakt op succes. Voor Fox-IT kan ik de succesfactoren ook moeilijk Lees verder op pagina 14


14

‘Ons leven is echt stuk als internet niet meer werkt’ aanwijzen. We zijn meegegaan op wat de markt vroeg. De internet bubble is in onze starttijd gebarsten. Security werd daardoor belangrijk.”

In de media schetst u vaak doemscenario’s, van hackers die de sluizen openzetten bijvoorbeeld. Sorteren uw waarschuwingen al effect? “Volgens mij zijn het realistische scenario’s. Wij doen penetratietesten bij sluizen en die lukken altijd. Ik zie heel langzaam iets veranderen, al weet ik niet of dat door mijn waarschuwingen komt. Misschien is het reëel dat men pas in actie komt als het mis gaat. Je moet ook niet overbeveiligen. Het grote punt is hoe afhankelijk we ons maken van internet. Dat is geen heel hard securityprobleem in de zin dat de Iraanse overheid ons een keer uitschakelt. Maar als een keer goed de stroom uitvalt, valt het internet uit en dan zullen we ontdekken, ‘shit, we zijn nu wel heel digitaal en we hebben geen plan B’.”

Wat zou een plan B kunnen zijn? “Dat we nog contante geldstromen hebben. Als het internet uitvalt, kun je niet meer elektronisch bankieren, kun je je boodschappen niet meer betalen. Of camerasystemen op de snelweg werken niet meer, waardoor Nederland vastloopt. Wij beveiligen de communicatie van ambassades. Ik zie dat de Duitsers nog altijd grote radioantennes op de daken hebben staan. Dus hebben ze in tijden van crisis een back-up. Wij hebben dat allemaal wegbezuinigd, ook bij Defensie. Ons leven is echt stuk als internet niet meer werkt. Daar moeten we over nadenken. Of met open ogen accepteren dat dat het risico is.”

Een ander risico van een digitale samenleving is dat online surveillance onze privacy ondermijnt. “Nu schenden allerlei foute lieden onze privacy. Dan heb ik liever dat de overheid wat meer ruimte krijgt om online een vuist te maken. Natuurlijk moeten daar goede waarborgen omheen zitten, zodat de overheid inderdaad onze privacy niet schendt. Daar zijn veel spookverhalen over. De politie heeft heus geen zin om bij Jan en alleman een tap te zetten.”

Hoe weet je als burger wat de overheid uitspookt? “Burgers moeten weten wat overheden digitaal kunnen, welke privacy-ingrijpende middelen er zijn en op welke momenten die worden ingezet. De overheid moet transparant zijn. Dat geldt ook voor de inlichtingendiensten. Het is toch van de zotte dat ik elke keer moet opdraven om uit te leggen waarom het voor de AIVD belangrijk is dat ze meer bevoegdheden krijgt? Waarom doen ze dat zelf niet?”

Waar ligt de grens van die bevoegdheden?

CV Ronald Prins studeerde in 1995 af op een methode om smart cards voor Digicash cryptografisch te programmeren. Na zijn studie trad hij in dienst bij het Gerechtelijk Laboratorium, de voorloper van het Nederlands Forensisch Instituut. Hij deed er aan digitale recherche, in binnen- en buitenland. In 1998 stapte hij over naar de Binnenlandse Veiligheidsdienst (nu de AIVD), van waaruit hij veel invloed heeft gehad op de totstandkoming (uiteindelijk in 2002) van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten, de wet die nu voor een wijziging bij de Raad van State ligt.

In 1999 besloten hij en zijn partner Menno van der Marel voor zichzelf te beginnen en Fox-IT op te richten. Het bedrijf doet onder meer online beveiligingstesten en digitaal sporenonderzoek. Het beveiligt ook staatsgeheimen en overheidscommunicatie. Om buitenlandse expansie mogelijk te maken, werd Fox-IT in november 2015 voor 133 miljoen euro overgenomen door de Britse NCC Group. Prins en Van der Marel bleven aan als directie. Prins is het gezicht naar buiten en treedt vaak als expert op in de media. Hij is getrouwd en heeft vier zonen.

“Ik vind dat er een balans moet zijn tussen de vrijheid van burgers en wat de overheid aan techniek kan inzetten. Met techniek kun je zo ontzettend krachtig zijn dat je als burger geen kans meer hebt om een keer een foutje te maken. Het moet niet zo zijn dat je bij iedere wetsovertreding automatisch gepakt wordt. Dan leef je in een politiestaat. Er moet altijd speelruimte zijn en ruimte voor eigen verantwoordelijkheid.”

Bent u wel eens onder de indruk van criminele hackers? “We hebben wel eens buitenlandse inlichtingendiensten ontdekt, ook Westerse. Dat is smullen. Het is zo gaaf om in zo’n onderzoek te zitten, zeker als hackers ons door hebben en hun sporen beginnen te wissen. En dat alles terwijl systemen door moeten draaien en er allerlei belangen door elkaar gaan lopen. Dat is prachtig crisismanagement.”

Wat vindt u van hackers met goede bedoelingen? “Ik heb er moeite mee hoe Nederland met hen omgaat. In het responsible disclosure-beleid staat dat hackers wat ruimte moeten krijgen. Waarom dwingt de overheid niet af dat deze hackers zich verenigen in bedrijfjes en dat ze betaald krijgen voor hun werk? Ga niet zitten hopen dat ze middenin de nacht een keer zin hebben om een ziekenhuis te hacken. Dat heeft allerlei nadelige gevolgen.” <<


Delta

de

Master Giulia Carletto

Dat halve bekertje crème fraîche dat over was van vorige week, staat dat nog in je koelkast? Grote kans van wel, en de kans is nog groter dat je het niet meer zult gebruiken omdat je het niet vertrouwt. 42 Procent van het voedselafval is afkomstig uit huishoudens. Dat kan makkelijk minder, dankzij industrieel ontwerper Giulia Carletto.

Foto: Sam Rentmeester

Een halve peen, een aangebroken bekertje room, een restje basilicum: niemand gebruikt zijn ingrediënten voor het koken volledig. Geeft niks, want die halve wortel is morgen heerlijk in de pastasaus, net als die room en basilicum trouwens. Alleen, dát vergeten de meeste mensen vervolgens. Er staat immers een etentje op de kalender, de volgende dag. Of andijvie met spekjes. Gevolg: al die aangebroken producten belanden achter in de koelkast, en vervolgens in de vergetelheid - om dagen later met het predicaat ‘waarschijnlijk bedorven’ alsnog in de prullenbak te eindigen. Jammer, vindt Giulia Carletto (24). “Niet alleen van het voedsel, maar vooral voor het milieu. Het gaat niet alleen om die weggegooide wortel; er heeft ook een tractor over het land gereden om hem te oogsten, een vrachtwagen heeft hem naar de supermarkt gebracht en er is plastic gebruikt om hem te verpakken.” Na een studie naar waar voedselafval nou precies vandaan komt, ontdekte ze dat de groep aangebroken ingrediënten de grootste is. “Een ander deel is afkomstig van consumenten die porties verkeerd schatten, en dus teveel ingrediënten overhouden, of teveel opscheppen en de resten alsnog in de prullenbak kieperen.” Daarnaast zijn veel mensen niet op de hoogte van hoe je groente en fruit nu eigenlijk moet bewaren, waardoor ze sneller bederven, weet de ontwerper. Met haar voorliefde voor keukenspullen en duurzaamheid, lag een afstudeerproject dat dit probleem aanpakt voor de hand. Ze doorliep het volledig bij een ontwerpbureau in Berlijn, wat resulteerde in de Fribo (afkorting voor Fridge Box): een opbergbox voor de koelkast. Daarin communiceert een - op MIT ontwikkelde - sensor met een app op je telefoon. Carletto: “De sensor ruikt de gassen die vrijkomen bij het bedervingsproces van onverpakt voedsel in de box. Die koppelt hij aan de voedselgroep die dat bepaalde gas produceert. Vervolgens stuurt hij een melding naar je telefoon, dat een groente uit die voedselgroep begint te bederven, en in welke mate. Ook geeft hij een lijst van groenten waarom het zou kunnen gaan. Je weet dus precies wanneer je wortel nog eetbaar is.” Om het advies van Fribo kracht bij te zetten, heeft Carletto hem emoties gegeven in de app. Mochten alle producten in de box tijdens het dagelijkse berichtje nog in topconditie zijn, dan kijkt hij blij. Hoe groter het bederf, hoe verdrietiger hij wordt. De ontwerper hoopt consumenten er op die manier bewust van te maken hoeveel voedsel ze eigenlijk weggooien. Het Berlijnse ontwerpbureau ziet er wel brood in, dus werkt ze er voorlopig verder aan Fribo. De box met sensor, de telefoonapp en de draadloze stekker voor het stopcontact, zouden naar schatting – áls hij op de markt komt - als pakket voor ongeveer 150 euro te koop moeten zijn. (JB)

ONDERZOEK: ‘Sustainability and food waste reduction in the kitchen’

EINDCIJFER:

8

TU Delft


16

SPORTZAKEN

UIT DE KUNST Juan Mussini (Argentinië) en Hannah Haertwich (Duitsland)

Ariston’80 terug naar derde klasse

SPECS

Geboortejaar 1994/1992

Studie:

Juan: “Bij tangoparty’s of de lessen hoef je geen stropdas en jasje te dragen. Bij formele evenementen draag ik die wel. In Argentinië hoort daar traditioneel een hoed en een pochet bij. Dit pak heb ik al een aantal jaar, ik draag het nog steeds. Ik heb nog een ander pak, voor de afwisseling.”

Luchtvaart- en ruimtevaarttechniek (TU) en Aardwetenschappen (UvA)

Cursus:

Tango, Argentijnse stijl, level 5

Waar, bij wie:

Unit cultuur (S&C), Zaneta Leonidi en Takehiro Uto

Waarom deze cursus? Juan: “We doen dit nu allebei anderhalf jaar, sinds level 2 als vast koppel. In Argentinië hoort tango bij de nationale cultuur. Een Spaanse vriend in Delft haalde mij over dit te gaan doen. Ik had zelf geen danservaring.” Hannah: “Ik deed op de middelbare school in Duitsland aan stijldansen. Ik studeer in Amsterdam, maar woon in Delft. Daar begon ik met tango, het is mijn favoriete dans. Ik houd van de omhelzingen (embraza). Ze voelen natuurlijker aan dan bij stijldansen.”

Rood, de kleur van de passie, wordt vaak geassocieerd met tango.

Hebben jullie veel geleerd? Juan: “Alle basisfiguren, vanaf het begin, zoals hoe te lopen en staan. We doen op level 5 nog steeds dezelfde dingen, maar wel steeds beter. Er zijn veel details, langzaamaan leer je de structuur beter doorgronden.” Hannah: “Ze leren je niet alleen de passen, maar vooral de techniek. Passie is bij tango belangrijk, maar zonder de juiste houdingen kom je nergens. Meisjes moeten goed kunnen ‘volgen’. Zelfs als je een bepaalde pas of combinatie nog niet kent, kun je die toch uitvoeren door intuïtief de man te volgen.”

Raden jullie deze cursus aan? Hannah: “Absoluut.” Juan: “Gaandeweg neemt het sociale aspect toe, als je allerlei tangoparty’s bezoekt. De tangodansers vormen een internationale gemeenschap. In onze groep van twaalf dansers zitten meer buitenlandse studenten dan Nederlandse.”

Foto: Sam Rentmeester

Welke vaardigheden zijn nodig? Juan: “Je houding moet niet te gespannen en niet te relaxed zijn. Als je veel achter de pc zit word je veel te stijf. Bij tangodansen leer je dat compenseren.” Hannah: “Je balans, hoe je de vloer moet ‘wegduwen’ met je hele lichaam. Je wordt je bewust van je lichaamsbewegingen. En je ontdekt dat lopen niet zo makkelijk is.”

Hannah: “Het is traditie om een jurk met een split te dragen of eentje die van voren korter is dan van achter, maar die zijn in Nederland moeilijk te vinden.” (JT)

Prosecco voor voetballers, hockeyers houden titelkansen in eigen hand en roeiers slaan toe tijdens laatste pre-olympische wedstrijd. Met een volle bus aan voetballers, begeleiders en supporters, en een krappe 4-3-voorsprong op zak, toog Ariston’80 twee weken geleden vol verwachting naar Middelharnis, voor de return van de dubbele play-off-ontmoeting met MSV & AV Flakkee. Inzet: promotie naar de derde klasse. De wedstrijd begon voortvarend. Een benutte penalty, inclusief een rode kaart voor een tegenstander, zetten de studenten na tien minuten al in een zetel. Na een uur was het 0-3 en leek er geen vuiltje meer aan de lucht. In de slotfase scoorde de thuisploeg nog tweemaal tegen, maar bepaalde Joeri Frederik de eindstand op 2-4, waarna de prosecco kon worden ontkurkt. Zover was het een week later nog niet voor de herenhockeyers van DSHC. De nummer 2 uit klasse 2B ontving koploper OMHC Ommoord en kon bij winst de koppositie overnemen en daarmee de kans op de afdelingstitel in eigen hand houden. Na een van beide kanten behoedzame, doelpuntloze eerste helft, volgde een enerverend tweede bedrijf. Tien minuten voor tijd zette Nout van Kuik de TU-ploeg op een 1-0 voorsprong, waarna snel werd gelijkgemaakt. Een botsing met de doelman van OMHC leverde de gastheren kort voor het eindsignaal een strafbal op, die onder luid gejuich door Van Kuik werd verzilverd: 2-1. Zondag 12 juni, helaas na onze deadline, moet in de laatste competitieronde de beslissing gevallen zijn. Bij winst op Rijswijk zijn kampioenschap en promotie naar de eerste klasse voor DSHC verzekerd. Maar tweede (rechtstreekse promotie) of derde (helemaal niets) zou ook kunnen. Terug naar eind mei, toen de vaderlandse - en dus ook Delftse - toproeiers in Luzern in de tweede editie van de World Cup de laatste serieuze krachtmeting ondergingen voor de komende Spelen. De reeds van Olympische deelname verzekerde dubbelvier, met Chantal Achterberg van Proteus aan boord, gleed als derde door de finish achter Polen en Duitsland. De eveneens voor ‘Rio’ gekwalificeerde Holland Acht (met Lagaaier Olivier Siegelaar en stuurman Peter Wiersum van Proteus) spurtte zelfs rigoureus naar het goud. Dat hierbij Olympisch kampioen Duitsland en wereldkampioen Groot-Brittannië werden verslagen mag hoopgevend genoemd worden. De nationale vrouwenacht (met Ellen Hogerwerf van Proteus) won een week later goud tijdens de wedstrijden om de Holland Beker op de Bosbaan. Bij Laga vierden ze een klein feestje vanwege de, in eigen beleving ‘soevereine’, winst van de zware eerstejaarsacht. Tips? jimmy.tigges@hetnet.nl


17

WAT: Ohm Festival WAAR: Lijm & Cultuur WANNEER: Zaterdag 2 juli van 12.00 tot 23.00 uur PRIJS: €29,50

Thaise salade Wat houdt de Nederlandse zomer in: een loden lucht en regen, regen, regen. Dan droom ik graag weg naar warmere oorden, zoals het mooie Thailand. Nodig: mes; ovenschaal; schalen; snijplank; grillpan. Ingrediënten: vissaus; limoen; sesamolie; chilipepers; suiker (bruin); koriander; munt; glasnoedels; pindanoten; wortel (geraspt); gember; knoflook; kippendij; ijsberg of romanasla; pinda’s. Let op, er staan geen hoeveelheden bij, doe dit naar eigen smaak.

PARTYPROGNOSE

9 Ohm Festival Stijn Ceelen en Glenn Schonewille. Ooit studenten technische bestuurskunde en DSB-lid, nu al jaren aan het roer van een bloeiende party-organisatie, van onder andere house- en technofestival Ohm op 2 juli bij Lijm & Cultuur. Na drie edities hebben ze geen stoere verhalen over hoe het Ohm Festival dit jaar nog spectaculairder wordt. Groter wordt het wel, met 3,5 duizend bezoekers tegen 2,5 duizend vorig jaar. “Maar dat is wel de taks”, aldus Ceelen, “doordat we het leukste deel van het festivalterrein gebruiken, aan het water van de Schie. Meer past gewoon niet.” Bovendien is het de charme van het festival. De evenementen van het duo, dat zich overigens presenteert onder de naam ZeeZout naar de strandfeesten die ze organiseerden tijdens hun studie, kenmerken zich namelijk door een intieme sfeer. Housefeestjes van vrienden, voor vrienden – dat idee. Al eten ze er sinds een paar jaar lekker van. Hun festival ZeeZout vond zijn oorsprong in het Amsterdamse Diemerbos, maar staat als party inmiddels ook in steden als Rotterdam, Utrecht en Nijmegen. Op 9 juli staat in recreatiegebied Middelwaard bij Utrecht festival By The Creek gepland, eveneens uit hun handen. En dan hebben we het nog niet over Buiten Westen, dat vorige zomer in het Amsterdamse Westerpark stond, en de Hollandsch Glorie-feestjes, met

‘dance in je moerstaal’ op Koningsdag. Het kan verkeren, voor een technisch bestuurskundige. Voor de drie podia van het Ohm Festival heeft het tweetal dit jaar house- en technonamen gestrikt als Ben Sims, Steffi, Interstallar Funk en Jeremy Underground. Uitverkocht is het festival nog niet, maar de early bird-kaartjes zijn gevlogen en van de groepstickets – ‘vier kaartjes voor een prikkie’ – is driekwart verkocht. En al bestaat het publiek nog altijd voor een groot deel uit studenten, dit jaar ontdekken meer partygangers uit de regio het festival, ziet Ceelen, én daarbuiten. Er pendelt zelfs een festivalbus tussen Utrecht en de feestlocatie in Delft. “We vallen precies in de eerste week van de zomervakantie”, aldus de organisator. “Dat helpt.” Tel daarbij op dat het festival overdag plaatsvindt én er een uitgebreid aanbod is van vers en gezond voedsel, en je hebt alle ingrediënten voor een topfestival. Ceelen zal nog grinnikend terugdenken aan zijn woorden in 2014: “Ik kijk er wel naar uit om afgestudeerd te zijn, straks hebben we zeeën van tijd.” (JB)

Doe de sesamolie, vissaus, suiker, limoensap, fijngesneden gember, knoflook en chilipeper in een schaal en balanceer naar smaak. Thais eten gaat allemaal om de balans tussen zoet, zuur, zout en pittig, dus mik hier ook op. Als je tevreden bent, kun je de kip erbij doen. Laat deze marineren voor ten minste een uur, maar niet langer dan drie uur. Bereid de glasnoedels zoals aangegeven op de verpakking, meestal is dit niks anders dan even weken in bijna kokend water. Laat de noedels uitlekken en breng op smaak met een beetje sesamolie. Rooster de pinda’s in een pan en houd ze apart. Snij een chilipeper fijn en meng deze met limoensap, vissaus en sesamolie tot een dressing. Doe er op het laatste moment een beetje fijngesneden koriander bij. Verwarm de oven voor op 180 graden. Verwarm de grillpan op een hoog vuur, haal de kippendij uit de marinade en grill tot de kip een mooi korstje heeft en wat grillstrepen. Afhankelijk van de grootte van de dij, moet je deze nog 5 tot 10 minuten nagaren in de oven. Snijd de sla en meng deze met de dressing en de geraspte wortel in een schaal. Leg eerst de noedels, dan de salade en vervolgens de kip op het bord en maak af met geroosterde pinda’s. Eet smakelijk!

Masterstudent civiele techniek en amateurkok Job Hogewoning was in 2011 verliezend finalist van het kookprogramma MasterChef Holland.


Onderweg naar Rocket Road

18

Draaien, frezen, gieten en zuigen. De dertig studenten van het Delft Hyperloop Team bouwen aan de Paardenmarkt hun capsule. Komende zomer vliegt die in Californië met vierhonderd kilometer per uur door een vacuümbuis.

W

at vooraf ging: eind januari won het Delftse Hyperloop-team de Pod Innovation Award bij een ontwerpweekend in Texas. In de einduitslag werden ze tweede na het team van het MIT. Voor het weekend waren 127 teams uitgenodigd, geselecteerd uit 360 inzendingen. De dertig beste teams van het weekend mochten door naar de tests die later deze zomer plaatsvinden op de speciale 1,6 kilometer lange testbaan in het Californische Hawthorne. Daar, aan Rocket Road 1, is SpaceX gevestigd, het commerciële ruimtevaartbedrijf van Elon

Musk - de man die met de Tesla elektrisch rijden avontuurlijk en hip maakte. Musk opperde in 2012 het idee voor ‘een vijfde vorm van openbaar vervoer’. Het zou werken met capsules die wrijvingsloos door vacuümbuizen suizen met snelheden rond de geluidssnelheid. Amsterdam - Parijs in een half uur. Zelf heeft SpaceX niet de ambitie om zo’n systeem te ontwerpen, maar het bedrijf wil wel de open-source ontwikkeling van een prototype helpen versnellen. Inmiddels hebben drie bedrijven een testbaan in gebruik of in aanbouw: Hyperloop One (Nevada), Hyperloop Transportation Technologies (Californië) en SpaceX dus, in Hawthorne.


Tekst: Jos Wassink Foto's: Marcel Krijger

Delta

19

TU Delft

CAPSULE

De capsule wordt met een versnelling van 2,5 keer de zwaartekracht gelanceerd

De Hyperloop-capsule wordt gebouwd op schaal 1 op 2. Je kunt er dus wel in liggen, maar nog niet in zitten. Het chassis is gemaakt van koolstofvezel met kunsthars. Dat wordt in de mal vacuüm gezogen om het stevig samen te drukken. Dan gaat het geheel vier uur lang in de oven om uit te harden. Ook de covers over de magnetische dragers zijn van hetzelfde materiaal gemaakt. De sterkte is nodig om de drukverschillen aan te kunnen (binnen atmosferische druk en buiten vacuüm) en om de krachten in de ophanging op te vangen. De capsule wordt straks met een versnelling van 2,5 maal de zwaartekracht gelanceerd. Na iets meer dan een seconde is de snelheid dan al honderd kilometer per uur, waarna de versnelling doorzet naar vierhonderd kilometer per uur. De capsule is 4,5 meter lang en heeft een diameter van 85 centimeter. Inclusief de steunen is de hoogte een meter. Een half chassis weegt dertig kilogram, de complete ‘pod’ 149 kilogram. Hoewel op schaal 1:2 gebouwd, zijn al wel openingen meegenomen voor de deuren om desondanks de structurele sterkte te handhaven. Bijzonder is ook het hitte-absorberende phase-change materiaal dat de batterijen omhult. Mocht er een in de brand vliegen, dan wordt die van>> zelf gedoofd.


20

POWERTRAIN De Hyperloop-capsule zweeft op magneten. In stilstand rust de capsule op wieltjes, maar eenmaal op snelheid wekken de magneten onder de pod in de vlakke aluminium baan wervelstromen op waardoor magnetische levitatie optreedt en de wrijving over de baan wegvalt. Omdat de capsule binnen de buis in vacuĂźm beweegt is er ook vrijwel geen luchtwrijving. Vanwege de hoge snelheid is het van groot belang dat de capsule recht over de baan blijft bewegen. Daarvoor dienen de twee sets magneten (voor en achter) die aan weerszijden langs de middenrichel glijden. Ze hebben drie functies: stabilisatie, remmen en

veiligheid (lees noodstop). Door de afstand van de magneetpods tot de middelste I-balk te variĂŤren is de capsule bij te sturen en in het spoor te houden. De capsule remt af door de magneten van weerszijden vlakbij de middenbalk te brengen. Dat effect is zo sterk dat volgens de ontwerpers een mechanische rem overbodig is. Tammo Schwietert freesde de magneethouders, boorde gaten om bouten te verzinken en tapte er draad in. Joost de Jong maakte onderdelen voor de ophanging op de draaibank. Daarmee is de stijfheid van de vering in te stellen. Bauke Kooger assembleerde de magneethouders en bouwde er de krachtopnemers in.


21

Amsterdam - Parijs in een half uur – wie wil dat niet?

CONTROL De Hyperloop mag een passief systeem lijken omdat, althans in deze fase, de voorstuwing van buiten komt. Maar niets is minder waar. De Delftse Hyperloop-capsule, zelf 4,5 meter lang, bevat 112 meter kabelboom en 401 meter draad. Dat is omdat de hele capsule tjokvol sensoren zit. Sensoren voor acceleratie in alle richtingen, lasers voor afstandsmetingen, krachtsensoren, druksensoren en temperatuuropnemers. Hoe weet je anders hoe hoog de capsule boven de baan zweeft en of de koers nog precies parallel aan de middenrail loopt? Al die hardware genereert een continue stroom aan data die allemaal verwerkt moeten worden door een microchip die het rekenwerk verricht. En dan is het nog zaak om uit al die data de waarden te filteren die je op een dashboard wilt zien: snelheid, acceleratie en zweefhoogte bijvoorbeeld. Matthijs Wolting testte de besturingssoftware met gesimuleerde data van alle sensors aan boord. Hij voorziet de Hyperloop van een zenuwstelsel dat waarneemt en bijstuurt, sneller dan een mens zou kunnen. Bij een latere full-scale versie is het de bedoeling dat de capsule zelf in zijn voortstuwing voorziet door middel van lineaire inductiemotoren waarmee de capsule zich contactloos afzet tegen een metalen rail, zoals die ook bij achtbanen in gebruik zijn. >>


22

Delta

TU Delft

‘Eene schaar in de handen van kinderen’ ‘Den bombast, de misselijke zelfverheerlijking en de laffe leugens’; de studenten die in 1891 het eerste Delftse studentenblad oprichtten, moesten er niets van hebben. Historica Annelies Noordhof dook in de geschiedenis van de Nederlandse studentenbladen.

Z

e maakten iedereen ziek met de besmettelijke ziekte van het socialisme.’ Dat schreef een redacteur van het landelijke studentenblad Vox Studiosorum over de twee oprichters van het Delftse studentenblad Stemmen, de broers Maurits en Rudolf Triebels. Het was eind negentiende eeuw. Studenten waren niet vies van een beetje polemiek. Noordhof analyseerde de ontwikkeling van Nederlandse studentenbladen in de negentiende eeuw. Op 2 juni promoveerde ze aan de Rijksuniversiteit Groningen op haar proefschrift, ‘De stem van de student, Nederlandse studentenbladen in de negentiende eeuw’.

GEËNGAGEERD De TU Delft komt pas laat in het proefschrift ter sprake. Dat is niet verwonderlijk als je bedenkt dat de Delftse studenten pas in 1891 hun eerste kranten uitgaven. Dat was ruim vijfenzestig jaar nadat Utrechtse studenten het allereerste Nederlandse studentenblad oprichtten; de Gekortwiekte Faam. Toch spelen Delftenaren een belangrijke rol in de geschiedenis van de universitaire pers. “Nergens anders waren de studenten zo geëngageerd als in Delft”, zegt Noordhof. “Alleen in Amsterdam kwamen studenten met het blad Propria Cures in de buurt.” Noordhof schrijft ook uitgebreid over de ‘Delftse kwestie’. Een populair thema in de studentenbladen tijdens de tweede helft van de negentiende eeuw. “Als studenten van de Koninklijke Akademie en daarna de Polytechnische School (de voorlopers van de TU Delft) moesten de Delftse studenten vechten voor erkenning.” De corpora van Utrecht, Groningen, Leiden en Amsterdam beschouwden hen niet als volwaardige studenten.

DOMPARTIJDIGEN JOURNALIST De reactie die volgde op de uitlating in Vox over de Delftse socialistische ziekte doet Noordhof glimlachen. “Maurits klom gelijk in de pen. De redacteur in kwestie was – en nu volgt een van mijn favoriete quotes: ‘Den meest dompartijdigen journalist van een der slechts geredigeerde blaadjes in Nederland. […] Een student, die zich veroorlooft in het jaar achttienhonderd en een en negentig zulke dingen te zeggen van het socialisme, is geen gewone dode meer, hij is een mummie en alleen aan zijn zeldzame onbeduidendheid heeft hij het te danken, dat men het de moeite waard gevonden heeft hem te balsemen.’”

NACHTBRAKERIJ ‘Een goede universiteit kan nu niet zonder een onafhankelijk en kritisch universiteitsblad’, schrijft Noordhof in haar inleiding. “Die twee

zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Alsof het nooit anders is geweest. Om te kunnen begrijpen hoe de universiteitskrant zo’n belangrijke positie heeft verworven in de universitaire wereld is het nodig naar de geschiedenis van de universitaire pers te kijken.” De historica neemt ons allereerst mee naar het eind van de achttiende eeuw. Studenten hadden hun zaakjes toen prima voor elkaar. Ze betaalden minder belasting, kregen vrijstelling van schutterdiensten en kortingen bij culturele evenementen. En als ze de fout in gingen, werden ze milder gestraft dan burgers. De Academische Senaat sprak recht uit over ze wanneer ze zich bijvoorbeeld schuldig maakten aan ‘drinkgelagen, nachtbrakerij, provocaties, met de degen over straat slijpen (studenten mochten een degen dragen) en ruiten inslaan. “In de regel beschermde het Forum Academicum Privilegiatum de studenten voor de strenge straffen van de stedelijke autoriteiten”, schrijft Noordhof.

‘Nergens anders waren de studenten zo geëngageerd als in Delft’ NAPOLEON De Franse tijd betekende het einde van het Forum Academicum Privilegiatum. Napoleon moest niets van de privileges hebben. De studenten moesten zelf opkomen voor hun belangen. Studentenbladen speelden daar een belangrijke rol in. De eerste studentenperiodieken, de studentenalmanakken, verschenen in Leiden (1815), Utrecht (1823), Groningen (1829) en Amsterdam (1831). “De studentenalmanakken bevatten allerlei praktische informatie voor studenten, zoals feest- en gedenkdagen, vertrek van postwagen en brievenposterij”, vertelt Noordhof. “Daarnaast bevatten ze alle belangrijke gegevens over de academie, zoals de leerstoelen, de daaraan verbonden hoogleraren en het collegerooster. Maar er stond geen verslaggeving in van actuele gebeurtenissen. Daarvoor waren studenten aangewezen op plaatselijke couranten.” Dat laatste veranderde in 1825 met de oprichting van het blad de Gekortwiekte Faam in Utrecht.


23

Tekst: Tomas van Dijk Foto's: Annelies Noordhof

Het proefschrift ‘De stem van de student, Nederlandse studentenbladen in de negentiende eeuw’, is als boek uitgebracht door uitgeverij Verloren. ISBN: 9789087045890, 39 euro, bestellen bij verloren.nl.

GETOB

OUDERWETS

De oprichting van de Gekortwiekte Faam deed veel stof opwaaien. Passages uit De stem van de student:

Eind negentiende eeuw veranderde de studentenwereld door de komst van nieuwe groepen studenten. Noordhof: “Deze studenten hadden andere, nieuwe gedachten over het student-zijn en het studentenleven. Zij stelden de tradities en mores van de corpora te kijk als achterhaald en ouderwets. En ze voelden zich niet vertegenwoordigd door de landelijke studentenbladen.” Zowel niet-corpsleden, als studenten-socialisten en vrouwelijke studenten richtten eigen studentenbladen op. In deze organen verdedigden zij hun eigen identiteit.

‘In de voorrede van het eerste nummer deed de Faam (het werd verteld vanuit het perspectief van de gekortwiekte vogel zelf) uitgebreid verslag van het getob rond de uitgave van het blad. De oprichters hadden te maken gekregen met verschillende problemen. Allereerst was het heel lastig geweest om een uitgever bereid te vinden het blad uit te geven: ‘terwijl echter onkunde, vrees of ook wel billijke redenen de Utrechtsche boekdrukkers terughielden, en onze onderneming daardoor bijzonder vertraagden, hebben wij ons tot de heer van Kesteren, te Amsterdam, gewend, die zich door geene bekrompene inzigten heeft laten afschrikken.’ ‘Niet alleen de uitgever, maar ook de oprichters zelf hadden enige schroom moeten overwinnen. De Faam vertelde hoe de studenten na het aanvankelijke enthousiasme terug wilden komen op hun besluit een studentenblad op te richten. Ze waren bang dat het blad afgekeurd zou worden wanneer men zou ontdekken dat het door studenten geschreven was. Vooral het bekend worden van de namen van de studenten was reden tot angst: ‘De professoren zullen wanneer zij weten dat studenten in de zaak betrokken zijn, het geheele ding kinderwerk of deszelfs strekking gevaarlijk achten, zeker niet goed keuren.’

PRUL De vrees bleek gegrond. De hoogleraren noemden het blad ‘een Akademisch Advertentie-blad, eene zaak van veruitziende gevolgen, eene schaar in de handen van kinderen’. Een andere hoogleraar schreef: ‘Ik hoop niet dat knappe jongelieden iets met de Faam ophebben, of zich dat prul zullen aanschaffen, want het is eene pest der Hoogeschool, en een zaadzaaijer niet alleen van ondeugd, maar vooral van tweedragt, tusschen deze en andere Hoogescholen.’ Maar het hek was van de dam. Tussen 1825 en 1855 verschenen meer dan tien studentenbladen. En vanaf 1864 verschenen ook landelijke studentenbladen, waaronder Vox Studiosorum (1864), Studenten Weekblad (1871), Vox Studiosorum/Studenten Weekblad (1875) en Minerva (1876). In tegenstelling tot de bladen in de eerste helft van de negentiende eeuw bleven deze landelijke studentenbladen tientallen jaren bestaan.

KROEGJOLEN In Delft verscheen in 1891 Stemmen, in 1897 In den Nevel en in 1898 het [Delftsch] Studenten-Weekblad. De studenten die deze bladen oprichtten, ontleenden hun identiteit als student in de eerste plaats aan hun maatschappelijk engagement. Ze sneden sociale vraagstukken aan. En ze stelden de onverschilligheid bij veel van hun medestudenten aan de kaak. In het eerste nummer van Stemmen trok Maurits Triebels fel van leer tegen ‘den bombast, de misselijke zelfverheerlijking, de laffe leugens vooral, die de redevoeringen en speeches bij officieele gelegenheden, op kroegjolen of lustrumfeesten, ongenietbaar maken’.

BOURGEOISIE “Volgends Triebels had de desinteresse voor politiek te maken met de bourgeoisie-achtergrond van de studenten”, vertelt Noordhof. “Dat verwoordt hij als volgt – en nu volgt mijn tweede favoriete quote uit het boek: ‘Na al wat ik hier gezegd heb, kan het ons niet meer verwonderen, dat de studenten, bourgeoisie in den dop, politiek beschouwen als de incarnatie van iets onbelangrijks en vervelends en dat er onder hen gevonden worden, die met den besten wil van de wereld niet vatten hoe het mogelijk is, dat een student, die op dezen eerenaam gesteld is, zich met zulke fleauwe kul kan bezig houden.’” [Delftsch] Studenten-Weekblad bleef tot 1921 bestaan. Het Delftsch Studenten-Weekblad verscheen van 1921-1924. Daarna bestond van 1924 tot 1976: De spiegel: officieel orgaan van het Delftsch Studentencorps. In 1968 werd universiteitskrant Delta opgericht. <<


24

BOEKEN Grootste knal sinds mensenheugenis De twee jaren met het bizarste weer uit de afgelopen twee eeuwen volgden op de uitbarsting van de vulkaan Tambora in 1815. Onbekend met de oorzaak speculeerden wetenschappers erop los. En een Duitse baron vond de fiets uit.

T

erwijl Europa bezig is definitief af te rekenen met Napoleon, barst op het Indonesische eiland Sumbawa de vulkaan Tambora uit. Uitbarsten is nogal zacht uitgedrukt. De berg ontploft en is daarna meer dan een kilometer lager. De knal is 2500 kilometer verderop hoorbaar. Tot honderden kilometers in de omtrek verduistert de aswolk de zon. Eenmaal neergedwarreld vormt ze een metersdikke laag, die de oogsten in een groot deel van de archipel vernietigt. Een metershoge tsunami rolt over de zee. Dat we zoveel weten over de directe gevolgen van de ontploffing van een afgelegen vulkaan, is voor een belangrijk deel te danken aan Sir Thomas Raffles, de wetenschapsman die op dat moment namens de Britten het bewind voert over de Nederlandse kolonie. Hij hoort de knal in Batavia, een kilometer of duizend verderop, en vervaardigt meteen een decreet uit dat iedereen de gebeurtenissen van die dag in detail moet optekenen. Toch zal het nog lang duren voordat de link gelegd wordt tussen de gebeurtenis op

Sumbawa en het bizarre weer dat de wereld in de twee jaren daarna treft. De gevolgen daarvan vormen de hoofdmoot van ‘De schaduw van Tambora’, van wetenschapsjournalist Philip Dröge. De ijzige kou doet wereldwijd oogsten mislukken en werkt daardoor sociale onrust in de hand. Het eerste land waar het rare weerpatroon wordt opgemerkt, is China. Eeuwenlang worden daar al dagelijks meteorologische rapporten opgesteld en in Beijing verzameld. Als de oogst in het ene deel van het land dreigt tegen te vallen, wordt elders snel bijgeplant. Nu is het drie jaar achtereen overal kouder dan normaal. De honger leidt tot verkruimeling van de bureaucratie. Latere historici zien in deze episode het begin van het einde van het Chinese keizerrijk. In het net van keizer Napoleon verloste Europa bestaat geen goed georganiseerde meteorologie. Toch is het slechte weer zo systematisch dat wetenschappers op zoek gaan naar verklaringen. Zonnevlekken, aardbevingen, atmosferische reacties, een gebroken ijsschots op de Noordpool die alle warmte uit de lucht zoog, van alles passeert

de revue. De Tsjech Frantisek Halaska komt zelfs met de juiste verklaring, maar wordt niet geloofd. Ondertussen worden hongerige Zwitsers door Hollanders naar Amerika gevaren en daar verkocht. Een Duitse baron bedenkt een door spierkracht aangedreven transportmiddel ter vervanging van de opgegeten paarden. Dröge vertelt het allemaal met grote vaart, met veel gevoel voor details. Zijn aanpak is iets georganiseerder dan die van Frank Westerman, een andere journalist die verhalen vertelt rond een wetenschappelijk thema. ‘De schaduw van Tambora’ is een heerlijke vertelling over mensen die grip proberen te krijgen op bizarre omstandigheden.

Philip Dröge, ‘De schaduw van Tambora’, Unieboek/Spectrum, 2015. ISBN 978-900034360-7

Dubbelportret van Vermeer en Van Leeuwenhoek Twee meesters van het licht, schilder Johannes Vermeer en wetenschapper Antoni van Leeuwenhoek, woonden vlakbij elkaar in Delft. Die simpele premisse levert een fraai dubbelportret op.

D

e enige harde aanwijzing dat de schilder en de wetenschapper elkaar kenden ligt in het feit dat Leeuwenhoek door de stad Delft in 1676 benoemd werd tot executeur van Vermeers nalatenschap. Op zich hoorde dit bij Leeuwenhoeks werk als ambtenaar, maar in andere gevallen was er steeds een connectie tussen hem en de overledene. Wetenschapsjournalist Laura Snyder is niet het soort auteur dat haar fantasie de vrije loop laat. In haar boek ‘Eye of the beholder’ volgt ze nauwgezet de voetstappen van haar twee hoofdpersonen en brengt in kaart waar die elkaar gekruist zouden kunnen hebben (ze woonden hun leven lang op een steenworp afstand van elkaar aan de Markt). Maar het gaat haar vooral om het gezamenlijke thema van beide mannen: het licht. Meer precies: de lens. Leeuwenhoek was buiten zijn dagelijkse werkzaamheden een amateur lensmaker. Hij was er goed in. Waar anderen een vergroting van

circa 30 haalde, wist hij met zorgvuldig geheim gehouden technieken 275 maal te bereiken. Waar wetenschappers zich in die tijd hun lenzen vooral op de hemel richtten, koos Leeuwenhoek voor het detail. De ontdekking van microscopisch leven bezorgde hem zijn roem. Ook Vermeer deed geheimzinnig over zijn methoden, maar uit de manier waarop hij perspectief weergeeft valt af te leiden dat hij beschikte over een camera obscura met een lens (misschien gemaakt door zijn buurman, die hij allicht ook kende omdat beiden tot de katholieke minderheid behoorden). De camera obscura verdiept ook de kleuren, een van de dingen waar Vermeers schilderijen bekend om staan. Hij was bijvoorbeeld een van de eersten die vele kleurnuances in schaduwen legde. Snyder schetst de levens van de twee mannen in de brede context van de jonge Republiek, waardoor de dubbelbiografie ook een mooi tijdsbeeld biedt. Zo wordt bijvoorbeeld duidelijk

welke totaal verschillende effecten het rampjaar 1672 voor mensen kon hebben: geen enkel gevolg voor de ambtenaar, het volledig instorten van zijn markt voor de schilder. De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat de gezochte band tussen de rijke ambtenaar en de sappelende schilder vergezocht is. Ja, ze werden een paar dagen na elkaar gedoopt in de Nieuwe Kerk en liggen vlakbij elkaar begraven in de Oude Kerk. Maar ondanks het gebruik van lenzen dat ze deelden, leefden beide mannen in verschillende lagen van de maatschappij, die af en toe raakten. Dat maakt Snyders uitstekend gedocumenteerde en vlot geschreven boek overigens niet minder boeiend. (CJ) Laura Snyder, ‘Eye of the beholder, Johannes Vermeer, Antoni van Leeuwenhoek and the reinvention of seeing’, Norton 2015, ISBN 978-0-393-07746-9


Delta

I GO TO RIO

25

TU Delft

In augustus 2016 zijn de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Delftse topsporters staan te trappelen om mee te doen.

Optimizing energy networks Ype Wijnia is the author of 'Processing Risk In Asset Management: Exploring The Boundaries Of Risk Based Optimization Under Uncertainty For An Energy Infrastructure Asset Manager'. This sonnet by Bauke Steenhuisen tries to grasp the essence of his dissertation.

Voorgeschiedenis “Die is complex. Ik zat bij de selectie voor de vier. Voor die boot was een selectieprocedure ingesteld. De vier van vorig jaar zou het uitgangspunt worden. Vijf roeiers die daar niet in zaten maar een plekje wilde veroveren, zouden worden gereduceerd tot twee: een stuurboordroeier en een bakboordroeier. Dat werd bepaald in onderlinge een-tegen-een-races. Ik won die races en hoorde dus bij de twee winnaars. Met ons tweeën zou vervolgens gekeken worden of de vier versterkt kon worden, maar in maart hoorde ik dat ik was afgevallen. Het argument was dat ze de vier niet al te veel van samenstelling wilden veranderen. Het was zuur niet de kans te krijgen om me te bewijzen, de teleurstelling was groot. Je beleeft zoiets intens, doet er heel veel moeite voor.” Situatie “Aanvankelijk was mijn precieze rol nog niet duidelijk. Ik had te horen gekregen dat ik waarschijnlijk wel als reserve mee kon naar Rio. Ik verkeerde in een fase van bezinning, moest gaan bedenken wat ik ermee aan moest. Mijn horizon ging slechts tot Rio. Inmiddels is het gelukkig allemaal wat duidelijker. Ik ga mee als reserve.” Voorbereiding “Tot die tijd roei ik met Rogier Blink in de tweezonder. Eind juni starten Rogier en ik in een vier-zonder op de Henley Royal Regatta, een

Once upon a time, not long ago Foto: Sam Rentmeester

Wie:Sjoerd de Groot (27) Studie: Civiele techniek Sport: Roeien Vereniging: Proteus-Eretes. Status: Reserve zware mannenploeg Beste prestatie: Zilver met Holland Acht op Wereldbeker 2014

a power market was utopia. Perhaps we suffered from myopia but anyhow, despite we didn't know

prestigieuze wedstrijd in Engeland. Daarna ga ik dus mee naar Rio, als stuurboordreserve voor het zware mannenteam: de acht, de vierzonder, en de tweezonder. Het missen van de selectie blijft een grote domper, maar ik ben blij dat ik een traject heb gevonden waarin ik weer het beste uit mijzelf kan halen en alsnog in de Olympische ervaring mee kan delen. In principe is alles dus beslist.”

how this would work within a DNO

Drijfveren “Ik wil wedstrijden roeien en wedstrijden winnen. Presteren op niveau vind ik leuk. Dat komt met pieken en soms met dalen.”

This thesis shows that Asset Management

Verwachtingen “De kans dat ik niet zal roeien is natuurlijk groot. Ik sta uiteraard klaar om in te vallen als het nodig is, maar hoop in ieder geval zo veel mogelijk van de Olympische ervaring mee te pakken.” Studie “Na Rio wil ik in de eerste plaats mijn studie afmaken. Ik zal ongetwijfeld door blijven trainen, want het is niet goed om zomaar te stoppen na zo lang hard getraind te hebben. Wat ik na mijn studie doe bekijk ik als het zo ver is. Ik doe nu vast een paar vakken die ik gemakkelijk op afstand kan volgen.” (JT)

a Distribution Network Operator, markets proved to be a renovator of the money eating status quo.

through cost and benefit consideration saves a bill of two times ten percent

an end result that calls for admiration. Though it may not rock the fundament of science, who cares, it brings optimization.


26

Delta

TU Delft

SUDOKU VARIATION Solution Delta Sudoku 15

Delta Magazine Lees ’m online www.delta.tudelft.nl

Voor advertenties bel met:

H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel

T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E delta@henjuitgevers.nl Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.

© 2016 www.sudoku-variations.com

In a regular Sudoku, every row, column and block of 3 x 3 cells must contain the digits 1 through 9 exactly once. In this CalculoDoku, there are eight more items to solve. These are the eight groups of four cells, marked in pink. Each group holds a combination of four different digits of which the sum is exactly 16. No group holds the same combination. The eight combinations of four different digits of which the sum is exactly 16 are:

1249 1357

1258 1456

1267 2347

1348 2356

If you like to receive a possible partly solution of this puzzle in Dutch please send an email to folkert@sudoku-variations.com, with the number of the puzzle you want. If you love to solve more of these challenging Sudoku variations please visit www.sudoku-variations.com.

Why is the Architecture faculty called BK? What is sugar called in Dutch? What does a person do for a midnight snack in Delft? Why is the food at the Aula so bad? Okay, we can't help with the last one, but TU Delta has answers for the rest and more. We are proud to announce the launch of our very first e-book – Delft Survival Guide. Free to download and accessible on any online reader, this is a compilation of the hugely popular Survival Guide series published in TU Delta. The book is your handy reference guide to Delft. From eating out and public transport, to understanding Dutchisms. So grab your copy today at delta.tudelft.nl/ebooks.


Delta

DESGEVRAAGD

Stelling

Het Zwitserse bedrijf Climeworks wil een fabriek bouwen die koolstofdioxide uit de lucht haalt en in plantenkassen pompt, schrijft New Scientist. Het bedrijf zegt te strijden tegen klimaatverandering en meent hier ook nog eens munt uit te kunnen slaan. “Koolstofdioxide wegvangen uit de lucht is mogelijk”, zegt procestechnoloog Mahinder Sonu Ramdin, van de afdeling proces and energy (3mE), desgevraagd. “Maar het is ontzettend duur en deze aanpak zal helemaal niets uithalen voor het klimaat.” Een enkele module van Climeworks kan driehonderd ton CO2 per jaar uit de lucht halen. Dat klinkt veel, maar is het niet. “Je hebt honderd miljoen van die modules van Climeworks nodig om te compenseren voor onze huidige jaarlijkse CO2-uitstoot van 36 gigaton”, aldus Ramdin.

‘Ze gaan het probleem nu in feite verschuiven’ En waar laat je al dat gas vervolgens? Als je het allemaal in plantenkassen pompt, komt het gas vroeg of laat weer terug in de atmosfeer op het moment dat wij de gewassen opeten en verteren.

Koolstofdioxide wordt al hier en daar afgevangen uit de afvalgassen bij fabrieken en energiecentrales. De concentratie van het broeikasgas is daar honderden malen hoger dan in de atmosfeer. En toch is het ook daar al een behoorlijke uitdaging.

“De concentratie CO2 in de atmosfeer bedraagt ongeveer vierhonderd parts per million. Dit betekent dat je voor elke kilogram van het gas ongeveer 1660 kilogram lucht moet filteren, rekent Ramdin voor. “Dat is totaal niet efficiënt.” Voor de CO2-afvang heb je poreus materiaal nodig dat geïmpregneerd is met chemische stoffen, amines, die CO2 binden. Dit materiaal moet je vervolgens verhitten om het broeikasgas er uit te halen. Er daar zit hem de crux. Dat verhitten kost ontzettend veel energie.

27

TU Delft

Climeworks wil voor het losweken van de CO2 warmte gebruiken afkomstig van een naburige vuilverbrandingsinstallatie. “Dat is zonde”, zegt Ramdin. “Met die warmte kun je beter huizen verwarmen. Ze gaan het probleem nu in feite verschuiven. De vuilverbrandingsinstallatie stoot immers ook CO2 uit.” CO2 opvangen bij een energiecentrale kost tussen 50 en 100 euro per ton. Climeworks denkt voor een ton ongeveer zeshonderd euro kwijt te zijn. Een dure grap, zeker als je het vergelijkt met het bedrag dat bedrijven nu betalen voor hun CO2-uitstoot. Die uitstoot kost hen via het European Emission Trading System slechts zes euro per ton. En een tuinder die CO2 wil kopen voor zijn kas betaalt ongeveer vijftig euro per ton. Een woordvoerder van Climeworks zei tegen New Scientist dat het bedrijf de komende drie jaar gaat proberen de prijs te drukken. Ze heeft daarvoor geld gekregen van de Zwitserse overheid. (TvD)

‘Zowel voor de wetenschap als individuele vooruitgang, zou een PhD gezamenlijk moeten worden uitgevoerd, in plaats van individueel’ DR. THIJS GILLEBAART aerodynamicus Uit proefschrift: ‘Towards efficient fluid structure control interaction for smart rotors’ “PhD-studenten worden in Nederland gestimuleerd om individueel succes na te streven. Prestaties op individueel niveau – publicaties - worden uiteindelijk als de belangrijkste graadmeter van de kwaliteit beschouwd en gedane samenwerkingen meer als extraatje. Maar het bij elkaar brengen van slimme, creatieve mensen kan tot veel nieuwe inzichten leiden. Het uiteindelijke doel van de wetenschap en een PhD-project zou vooruitgang moeten zijn en niet persoonlijk succes. Tegelijkertijd kan het in groepsverband onderzoek doen een zeer waardevolle les zijn voor PhD-studenten over het verschil tussen mensen, samenwerken en het rekening houden met anderen. Deze persoonlijke kwaliteiten zijn waardevol voor de rest van het leven, zowel op persoonlijk vlak als professioneel vlak, in de wetenschap of industrie.” Verdediging 30 mei


28

News

English pages

It’s not just all about the written word at Delta. You can follow us on Instagram at @tu_delta and keep up with all of our photos of everything from terrible smoothies to selfies. And want a recap of the week’s news? Our weekly podcast (in English) comes out on Mondays.

Text: Marco Villares Photo: Marcel Krijger

Thijs van Essen, one of the student study advisors, and Annelies Veeningen, secondary school education coordinator both work on the online study trials.

Trying out online study trials TU Delft is using the opportunities of online media to interact with potential future students in secondary schools. This year the university is conducting pilots of online study trials for six bachelor courses as part of its battery of information and orientation activities to get the right student on the right programme.

T

he university offers 16 bachelor study programmes and a range of out reach activities to help secondary school pupils tackle the daunting task of choosing the right BSc. Annelies Veeningen is secondary school education coordinator at the Science Centre Delft and she has worked on setting up the online study trials. “Open days are an easy way for pupils to ask their last questions and savour the campus atmosphere,” said Veeningen. “But they are passive. The pupils don't engage with the subject matter and this is very important for a prospective student to make a final decision on what to study.”

Online study trials were the solution to provide more depth and are based on the massive open online courses (MOOCs) that were set up by the online education department using the EdX platform. They are compact versions with just a couple of hours of content per week focussing on introducing secondary school pupils to first year bachelor course content. The result of collaboration between the BSc course lecturers and the Deft Science Centre, they have a start and end date and are three weeks long. Once developed and available online, a TU Delft student monitors each module's progress, answering questions and giving feedback. “We started offering online study trials in September 2015 and are trying out five courses,” said Veeningen. “Computer science, applied mathematics, mechanical engineering, nanobiology in English and civil engineering. From September 2016 we also will provide clinical technology and applied physics online modules.” As they were unsure of how many and which online study modules they could provide they have not actively publicized them initially. Up to now they have had a small number of participants per BSc course. According to Veeningen it is equal to the numbers taking part in the previous on campus study trial activities. “It's too early to come to conclusions, but we are very happy with the positive reactions from secondary

school teachers and pupils,” she said. “Next year we want to increase participation and are busy expanding the number of study trial modules.”

MINI-MOOC The Science Centre isn’t the only one creating these taster courses. The three hour English language Aerospace Engineering (LR) mini-MOOC started in October 2015 and derived from a longer existing MOOC. “It shares the same goals and tools as the other online study trials, but is a bit different as it is part of the programme's compulsory decentralised selection procedure,” said Ineke Boneschansker, LR communication manager. “If you want to participate in the decentralised selection you have to do it to be able to enrol,” said educational advisor Sander Barendrecht. So far, 904 potential students have completed the course and no applicant so far has contacted LR to say they do not want to participate. “The response so far has been positive,” said Barendrecht. “There's a consensus that the mini-MOOC allows applicants to get a good insight into what you can expect as a prospective student.” “In the end it will give the faculty the capability to select the students that will do really well,” said Boneschansker. Read the long version of this article at delta.tudelft.nl/31704


Delta

29

TU Delft

Partners Green Village sign Deal

New rules for vehicles entering the city centre

The Green Village (TGV) is forging ahead, fast becoming a tangible reality on campus. On June 2 at a networking reception on the TGV site, with construction fully under way, around 250 attendees made up of scientists and researchers, government delegates, students and CEOs of firms large and small, witnessed the signing of the Green Deal.

From June 1 motorised vehicles will need a permit based on a vehicle registration number in order to enter the city centre.

R

epresentatives of TU Delft, central government, the province of South Holland, Delfland water board, Delft municipality and market stakeholders Engie, Stedin and Alliander publicly signalled their commitment to the Green Village innovation platform. In a previous Delta article, Hubert Linssen, TGV Building and Realisation manager, rightly predicted a storm of activity following months of quiet preparation. The event marks the start in earnest of the execution phase said Jaron Weishut, TGV managing director. For Tim van der Hagen, chairman of the TU Delft board of governors, TGV is a logical next step for the university to apply and showcase its knowledge and reinforce partnerships. Andy van den Dobbelsteen, professor of Climate Design and Sustainability, said TGV fills a gap somewhere in between a traditional lab and a pilot project. TGV will provide a safe zone for the study, building and testing in real life of innovative sustainable technological systems to accelerate their application in society. Speakers outlined five innovation areas that TGV will focus on to improve efficient use of water, transition to an efficient direct current energy system without the energy losses of alternating current, upgrade the built environment, implement smart grids to make interactive outdoor spaces and use hydrogen fuel cell cars as power plants. The Prêt-à-Loger house, the car port with solar cells, the hydrogen fuel cell car developed by TU Delft and Hyundai, a mini smart grid control centre with screens showing system performance and a demo version of energy generating paving tiles were available for viewing after the signing. “Foundations are ready for a residential living lab with studio units for 20 students and TGV offices on the ground floor,” said Linssen. “There will also be a recyclable glass masonry bridge connecting TGV to Mekelpark developed by the architecture faculty.” To wrap up, the event moved to the TU Delft Library for final drinks and more doses of innovation at the Research Exhibition, where twenty research projects discovered by the DIG-it! programme were on display. (MV)

T

he area of the city that was previously closed off by electronic moving bollards (posts) will be subject to the new rules. The bollards will disappear, and in their place cameras will be taking photos of the registration plates of vehicles entering the area, which will be checked against the list of authorised permits. The cameras will be at the Voorstraat, Oude Delft, Vesteplein, Molslaan, Vrouwjuttenland and Nieuwe Langendijk access points. This “prevents collision damage, gives less stagnation on the roads, is more user friendly and cheaper,” according to Gemeente Delft. There have been numerous reports of cars being trapped on the moving bollards. If you don’t have a valid permit, you must use one of the three parking garages instead. “To get used to the system in the early days, for a first offence you will only receive a warning letter,” stated Gemeente Delft. Thereafter, fines will be issued to those that infringe the rules. If you wish to enter the city to load or unload, for moving house for example, it’s possible to get a day permit via delft. nl/kentekentoegang or at the Phoenixstraat municipality office. These are

not valid on Fridays between 18.00 and 21.00, or on Saturdays between 11.00 and 17.00. For the time being they’ll be free. An online application takes just seconds, and you can use your DigiD code if you have one, but it’s not necessary. You do need a vehicle registration number though, so if you plan to use a rental car for moving day you have a problem,

‘It prevents collision damage, gives less stagnation on the roads, is more user friendly and cheaper’ since most rental companies won’t provide this information before collection. Residents within the zone, businesses and delivery drivers are eligible for permanent permits. The new rules are potentially confusing to non-residents and tourists. However, Delta spoke with a representative at Gemeente Delft who assured us that the road signs would be made clear to non-Dutch speakers. “At all entrances to the city there’ll be clear signage,” they stated. LED lights on the ground will draw the attention of approaching vehicles too. The literature provided by Gemeente Delft is in Dutch only, but you can watch the explanatory film with English subtitles. (CV) delft.nl/kentekentoegang


30

Text: Caroline Vermeulen Photo: PostNL

DELFT SURVIVAL GUIDE Surviving the post Do you need to send something by snail mail, but you’re not sure where to go or what to do? Fed up with unwanted junk mail? Here’s an outline of how the Dutch postal system works. SERVICE PROVIDERS For a long time the only post provider in the Netherlands was what is now PostNL, until the service was privatised in 1989, the first country in the EU to take this step. “This separation from the state created more commercial opportunities and brought more room for entrepreneurship,” said PostNL. That, along with the liberalisation of the market in 2009, changed the way things work. PostNL remains the go-to place for consumers for regular mail like cards and letters under 50 grams, and they handle parcels too. Sandd delivers business mail only. There are many other providers including UPS owned Kiala, DHL and TNT that deal with the delivery and collection of parcels. With so many different providers post can arrive several times in one day.

POST OFFICES Separate post office buildings no longer exist. A former Delft post office was situated on the Hippolytusbuurt from 1890 to 2005, but is now a café. The likes of PostNL, DHL and Kiala have service points inside other shops like bookshops, supermarkets and tobacconists instead. The PostNL sites sell stamps, supplies, weigh parcels and more. If you check their individual websites you’ll be able to search for your nearest office. TNT offers home pick-ups and deliveries.

PostNL delivers five days a week, Tuesday to Saturday.

STAMPS

POST BOXES

There are two main types of post stamps available: Dutch and international. For mail up to 20g you need a ‘1’ rated stamp costing €0.73 for domestic delivery, or an international stamp costing €1.25 for overseas. For larger items up to 50g it costs €1.46 domestically (you can use one ‘2’ rated stamp or two ‘1’ rated stamps) and €2.50 internationally (for which you simply use two international stamps). At postnl.nl, or with their app, you can order or print your own stamps at home. Speciality stamps are available, for example, at Christmas and for announcing the birth of a child and you can even design your very own stamp online. postnl.nl/en

Post boxes are orange and display the collection time, usually once per day. There are two slots - one for local mail, check the post codes detailed, and one for everything else. They’re sealed for safety during firework season. It was recently announced that PostNL will be removing 10,000 of the country’s 19,000 post boxes over the next few years, the statutory maximum distance to a post box in an urban area having been increased from 500 to 1,000 metres. “PostNL will ensure that we continue to take into account the specific situation in municipalities,” they said in a recent statement. No other companies have post boxes on the streets.

Separate post office buildings no longer exist

DELIVERIES These days PostNL delivers five days a week, Tuesday to Saturday. It’s common to find your parcel left with a neighbour if you’re not home to take receipt of it, and similarly you are li-

kely to be called on to take in packages for your neighbours at some point too.

COSTS The price depends entirely on what you pay for. Online calculators will give you an estimate depending on the size and weight of the item to be sent. The service you choose affects the cost too; options include standard, registered, insured, track and trace, signature upon receipt and expedited delivery.

UNWANTED MAIL You can get a ‘nee/nee’ sticker for your letterbox at home from the municipality for free to avoid ads and junk mail, or a ‘nee/ja’ sticker if you don’t want the ads but do want the local free newspapers. Letters that are not for you can be marked ‘retour afzender’ and put back in a post box.


Delta

31

TU Delft

SCIENCE First smart bridges in Technopolis The foot and cycle bridges in the Delft start-up quarter Technopolis carry dozens of sensors. These unique composite bridges have been developed by the YesDelft technostarter MOCS. MOCS has specialised in durable and lightweight products for the maritime, offshore and civil industry. On Friday, June 10th, 2016 they presented three bridges and two terraces at Technopolis, next to their own office in the YesDelft II building. “When we’ve got customers, we can just point out of the window to show our product,” said Dean Baggen, project engineer at MOCS. mocs.nl MOCS has specialised in composite materials for their bridges. The fibreglass reinforced polyester is strong, light and durable. The light construction makes placement of the bridges easier, and because polyester is chemically inert, it will not be corroded by salt, and it is lowmaintenance. What makes these bridges unique however is not so much the material (MOCS has produced more brid-

More news on delta.tudelft.nl/science

Aired concrete

Kristian Schmidt and Gabriel Gebre Musie doing the final checks. (Photo: Jos Wassink)

ges in Delft) but the built-in sensors. The one next to the YesDelft building contains 37 sensors for measuring load, vibrations, temperature and stretch. Traditional stretch sensors have been used alongside optical fibres for the same measurements. The sensors are online, making it easier for the administrator to decide when to put salt to prevent the bridge deck from freezing up. It also allows the responsible parties to monitor the behaviour and the ageing of the bridges. If for example a car incidentally crosses one of the bridges, it will not go unnoticed. Although the composite bridge is expected to last 60 to 80 years, it will get less rigid over time. The sensors will register a decrease

in the resonance frequency of the bridge, Baggen expects. The MOCS spin-off FWD has produced the bridges. Bridge building specialist Groot Lemmer recently bought the daughter company. MOCS itself is developing further composite products, like pipes that can be coupled instead of glued together. (JW) grootlemmerbruggen.com More photos on delta.tudelft.nl/31738

Hildo Bijl, MSc., president of the PhD Council, explained that the goal of this day is to bring PhD stu-

dents within the faculty together for social reasons as well as for opportunities for collaboration. Even though subjects are distinct, they all have their own interesting aspects. During the flash presentations, the PhD students had exactly one minute to present these aspects to the others and to convince them that their work is worth a talk. Despite the very strict one-minute schedule kept by the PhD council president, the atmosphere was relaxed. Afterwards, the students gave a more elaborate explanation about their work during a poster presentation in the 3mE hallway. Meanwhile, the jury, consisting of a design team and a content team, was judging the posters. One of the

Porous concrete is the best choice for external walls, finds Dr. Ahmed Hafez, but costs and conservatism are holding back its use in the building practise. Nearly a hundred years after its discovery autoclaved aerated concrete (AAC) has been (re)discovered as the most suitable building material in Egypt as well as the Netherlands. “I was surprised as well,” said PhD candidate Ahmed Hisham Hafez. In Egypt, it was the insulation value and the low weight that made the difference. A 25 cm thick wall from aerated concrete means less air-conditioning is needed and thus, the operation energy goes down. Thanks to the light weight, there is also a reduction in building time and hence costs. In the Netherlands, the prime advantages of AAC are its low embodied energy (energy needed to produce the material), the low CO2-emission, its recyclability and the relatively thin walls (32 cm). (JW) delta.tudelft.nl/31736

Pain Relief

Pitching four years of research in one minute For the third year in a row, the PhD Council of the Mechanical, Maritime and Materials Engineering (3mE) faculty organised a day to celebrate the work of PhD students: the 3mE PhD Day. During this day, PhD students of various departments presented their research in a one minute pitch and competed for the best poster award.

SHORT

jury members explained: "We consider three aspects, the first being if the poster is appealing. Furthermore, we check if the content of the poster is understandable for lay people. And lastly, we look if enough information is given: the project goal, achievements so far and how these achievements were reached. Although there were differences of opinion within the jury, we eventually achieved consensus on the winning poster." And that poster was made by Eleonoor Verlinden MSc. of the Precision and Microsystems Engineering department. With her poster ‘Dispensing femtoliter volumes with an AFMfemtopipette into a model cell’, she won an award of 250 euros. (AS)

In the best Dutch tradition, one-third of all childbirths take place in a home environment. But due to strict regulations set by the Dutch Ministry of Health, painkillers like laughing gas are not allowed there, while demand is ever growing. Motivated by the birth of her son and her background in midwifery, Industrial Design Engineering student Eva Schuurmans invented a solution: a system for providing laughing gas at home. Some companies have already shown their interest in Schuurmans' design. Encouraged by these enthusiastic reactions, she would love to get her design on the market: "I just want to make births in a home environment easier, but I cannot do it on my own. Additional expertise is necessary." Schuurmans finished her thesis with an 8. (AS) delta.tudelft.nl/31734


28

30

31

Online study trials

... the post

Smart bridges in Technopolis

MAIN

Contents International

SURVIVING

SCIENCE

WHAT'S HIDING IN DELFT Anechoic chamber

O

ne of the quietest rooms in the country, also known as the Dead Room, is located at the Faculty of Applied Sciences. The echo-free room was designed to absorb as much sound as possible, primarily for acoustic measurement purposes and other experiments involving direct sound. “It was built at the beginning of the 60s, just before the Applied Sciences building. They built the anechoic room first, and later the faculty building around it,” said Henry den Bok, room administrator. The fact that it’s completely isolated from the rest of the building, and built on a special foundation of pillars with rubber, prevents incoming sounds and vibrations. The walls, ceiling and floor inside are covered in wedges made from an absorbent material that prevents reflections of sound. “When it was first built, they used foam rubber. In the mid-80s it was renovated, and they’re now made from glass wool, just like the insulation used in houses,” he said. “The glass wool wedges are a metre long, and behind them is 40 cm of concrete, leaving 8 m x 8 m x 8 m inside.” There’s a specially constructed ventilation system, and a hermetically closing door. It is often said that the room is so quiet you can hear your own heart beating and your blood flow, and a feeling of pressure in the ears is often reported too. Although not used much for experiments these days, the room still attracts plenty of visitors. If you want to experience the deathly silence of the dead room yourself, it’s currently accessible via the Backstage Tours run by Science Centre Delft.

Text: Caroline Vermeulen Photo: Marcel Krijger


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.