Delta 2

Page 1

NR.2 3 OKTOBER 2016

onafhankelijk universiteitsblad

Student Gjalt Annega ‘Stop met fossiel onderzoek’ Radioactief afval Opslag voor de eeuwigheid? Toiletprofessor Johan Molenbroek neemt iedereen de maat Matchmaking The relationship between PhDs and advisers

Goede informatie is van levensbelang

HULP BIJ RAMPEN


3 OKTOBER 2016

08 COVER

RAMPEN Goede informatie is cruciaal voor snelle en effectieve hulpverlening bij rampen.

12 INTERVIEW

GJALT ANNEGA De TU moet afstand nemen van fossiele brandstof, vindt masterstudent Gjalt Annega, initiatiefnemer van het Delftse Fossil Free.

16 REPORTAGE

BUNKERS VERDER 04 06 15 18 19 23 25 26

Column Nieuws Master Sport Lifestyle Starter Desgevraagd PhD's and advisers 31 Science

Kilometerslange gangen diep onder de grond worden in de toekomst de opslagplaats van ons radioactief afval.

20

Delta

COVER Met behulp van drones brengen Bartel van de Walle en Kenny Meesters overzicht in de chaos van een rampgebied. Op deze foto heb ik beide heren vanaf de Aula gefotografeerd om een dronebeeld te simuleren. Een mooi grafisch beeld en tevens een sterke metafoor wordt zo gecreëerd. (Fotograaf Marcel Krijger)

COLOFON REDACTIE Frank Nuijens (hoofdredacteur), Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Dorine van Gorp, Connie van Uffelen, Jos Wassink, Katja Wijnands MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Jorinde Benner, Deidre Casella, Dap Hartmann, Auke Herrema, Kim-Lan Jong Baw, Christian Jongeneel, Heather Montague, Damini Purkayastha, Molly Quell, Jimmy Tigges, Stephan Timmers FOTO’S Marcel Krijger, Sam Rentmeester BLADCONCEPT EN VORMGEVING Maters & Hermsen, Leiden LAY-OUT Liesbeth van Dam, Saskia de Been REDACTIE-ADRES Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, delta@tudelft.nl ADVERTENTIES H&J Uitgevers, 010 451 5510, delta@henjuitgevers.nl DRUK Quantes Grafimedia B.V. Oplage 4.500 Jaargang 49t ISSN 2213 8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. MEER INFORMATIE OP www.delta.tudelft.nl/colofon.

REPORTAGE

TOILETPROF Ergonoom Johan Molenbroek neemt na veertig jaar afscheid van de TU. Hij nam duizenden mensen de maat voor betere ontwerpen.

3

TU Delft

REAGEER!

Tachtig covers, tachtig verhalen. In de TU Library is vanaf komende week de tentoonstelling ‘Delta is here’ te zien, een overzicht van alle covers de afgelopen vier jaar in Delta. Pagina 07: Tentoonstelling ‘Delta is here’

Studentenpastor

Hans van Drongelen vierde in september zijn 25-jarig jubileum als studentenpastor bij Motiv. Zijn eigen motivatie is onverminderd groot. “Technologie doet ons steeds nieuwe vragen stellen. Never a dull moment.” Toch zal Motiv zichzelf volgens hem moeten omvormen, tot een zelfstandige organisatie. “Wij worden gefinancierd door de Protestantse Kerk Nederland en de Rooms-katholieke kerk, maar de kerken krimpen. Als ik eruit stap, word ik niet opgevolgd.” delta.tudelft.nl/32183

Jubileum

Lijm & Cultuur bestaat tien jaar, maar pas sinds een jaar kan het evenementterrein naast de TU-campus echt los. Eigenaar en directeur Antoinette Wijffels wil mensen verleiden anders in het leven te staan. delta.tudelft.nl/32186

E-coach

De loopbaancoach op de TU-mobiliteitsportal heeft een ‘ronduit laag’ aantal vragen van medewerkers gehad. In het jaar dat de e-coach nu actief is, hebben zes mensen hem benaderd. Teleurstellend, noemt coach Reinier le Poole dat. delta.tudelft.nl/32139

Nooit meer slopen

De Franse architecte Anne Lacaton is komend half jaar ‘visiting professor’ bij Bouwkunde. Tijdens een lezing toonde zij haar werk, steeds onder het credo ‘Re-use, never demolish’. Dat belooft wat voor de hoogbouw van EWI, waarvoor bouwkundestudenten een nieuw leven mogen ontwerpen. delta.tudelft.nl/32152

T-vormige ingenieur

Toekomstige ingenieurs moeten naast hun vakkennis over een brede maatschappelijke oriëntatie beschikken. Dat betoogde Kivi-president ir. Gerald Schotman in zijn technische troonrede. “Een moderne ingenieur ontwikkelt niet meer vóór de samenleving maar mét de samenleving”, vatte Schotman de Kivi-visie samen. Het was hem in zijn reizen over de wereld voor Shell opgevallen dat Nederlandse ingenieurs relatief sterk zijn in die multi-disciplinaire en maatschappelijk ingebedde aanpak. Kennelijk maken inhoudelijke dwarsverbindingen al deel uit van het Nederlandse ingenieursonderwijs. Het ideaal is een T-vormige ingenieur: met diepgang en breed georiënteerd. delta.tudelft.nl/32133


4

Delta

Cijfer

Column Dap Hartmann

5,8

Tablet In 2010 won ik de Entrepreneurial Motivator Award bestaande uit een certificaat met linten en een bedrag van 15 duizend euro. Dat geld kreeg ik niet cash in een envelop of op mijn bankrekening bijgeschreven. Het werd op de baancode van mijn sectie gestort. Uitgaven die uit dit prijzengeld betaald mochten worden, kon ik op die baancode declareren. Niks aan de hand, zou je denken. In 2012 schafte ik een laptop aan. Ik liet me bij Paradigit uitgebreid voorlichten, probeerde een aantal laptops uit, maakte mijn keuze, rekende af, en kon meteen met mijn nieuwe laptop aan de slag. De rekening declareerde ik op de baancode van mijn prijzengeld. Het leek te mooi om waar te zijn, en dat was het ook. Die laptop had namelijk door ‘centraal’ besteld moeten worden. Geen idee waarom, want het ging niet over honderd laptops voor de hele faculteit. Het betrof slechts één laptop die ik van mijn eigen prijzengeld betaalde. Vijf weken geleden wilde ik een tablet kopen. Ik besloot dit keer de officiële weg te bewandelen en hem door ‘centraal’ te laten bestellen. Naar verluid bestelt ‘centraal’ doorgaans bij CoolBlue, bekend van de slogan: ‘Vandaag vóór 23.59 besteld, morgen in huis’. Daar bleken echter nog vijf weken bureaucratische hellevaart bij te komen. De ruimte die deze column mij biedt, is amper voldoende voor een beknopt overzicht van alle ellende. Kort samengevat komt het hier op neer. Ik moet mijn bestelling opgeven via een speciaal formulier. Dat formulier moet worden getekend door de budgethouder – de poortwachter van de baancode waar mijn prijzengeld geparkeerd is. Die budgethouder was nog een paar weken met vakantie. De afdelingsvoorzitter kan ook tekenen, maar hij weet niets van dat prijzengeld, dus hij vraagt de financiële administratie om dat uit te zoeken. Als dat is geschied, is hij zelf twee dagen afwezig en daarna is het alweer weekend. Gelukkig komt de decaan mij te hulp: zijn secretaresse zal tekenen, maar niet na toestemming van financiën. Nog voor het weekend wordt het bestelformulier gescand en verzonden naar ‘centraal’. Het lijkt nu nog een kwestie van dagen… Na een week informeer ik hoe het ermee staat. Mijn bestelling staat nu in Basware en wacht op goedkeuring van de budgethouder – dezelfde poortwachter van de baancode van mijn prijzengeld, die nog een paar weken met vakantie was. ‘Gelukkig’ is er inmiddels zo veel tijd overheen gegaan, dat hij alweer terug is. Na zijn goedkeuring zal ik dus heel snel mijn tablet ontvangen. Eh, nee, want mijn tablet wordt nu ineens bij Paradigit besteld met een levertijd van een week. En daarna moet ‘centraal’ hem nog uitleveren aan mijn faculteit. Ik benadruk met klem dat de circa tien (!) mensen die bij dit proces waren betrokken niets te verwijten valt. Net als ik zijn ook zij het slachtoffer van een bureaucratisch moloch die nog uit de vroege Steentijd stamt. Hoe is het mogelijk dat een innovatieve universiteit zulke hindernissen opwerpt voor medewerkers die iets willen aanschaffen dat hun productiviteit verbetert? Alle winst is in dit langslepende proces al meer dan volledig teniet gedaan. En mijn tablet is inmiddels waarschijnlijk al verouderd. Welcome in the 21st century. Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Student werktuigbouwkunde Bram Ruiter mist het onderwerp duurzaamheid in zijn bacheloropleiding en vindt dat ‘kwalijk en pijnlijk’. Volgens directeur onderwijs Hans Hellendoorn is er weinig ruimte in het curriculum, omdat studenten basisvaardigheden moeten leren als rekenen, ontwerpen, analyseren en samenwerken. Bram Ruiter denkt met vijf studenten na over oplossingen en reageert op onderstaande stellingen.

De TU heeft vorig jaar een positief netto resultaat behaald van 5,8 miljoen euro. Door hoger uitgevallen personeels- en huisvestingslasten was dit lager dan de begrote 17,1 miljoen euro. De universiteit kreeg in totaal 613 miljoen euro binnen, 21 miljoen euro meer dan in 2014. Dat kwam onder meer door toenemende studentenaantallen en een hogere opbrengst uit werk voor derden. Dat werk liet echter ook de lasten stijgen omdat er vooral meer

TU Delft

5

Wie je moet kennen...

Ze zijn geklopt. En niet zo’n beetje ook. De studenten van het Human Power Team moeten in de Canadees Todd Reichert hun meerdere erkennen. Tijdens de ‘World Human Powered Speed Challenge’ in Nevada (VS) fietste Reichert 144,15 kilometer per uur. Een wereldrecord. Oud-Olympisch schaatser Jan Bos, die het in de Velox 6 opnam voor het team van de TU Delft en VU Amsterdam, bleef steken op 124,73 kilometer per uur. De oud-schaatser vindt het jammer dat hij geen record heeft kunnen verbreken. “Maar”, zegt hij in een persbericht, “een snelheid van 124,73 kilometer per uur met een ligfiets is een resultaat om trots op te zijn.” Dat het team ‘slechts’ brons heeft behaald, lag volgens teammanager Hugo Lambriex aan de wind. “Die was ons niet gunstig gezind.” (Foto: Bas de Meijer)

ondersteunend personeel nodig was voor de projecten. In totaal

1. Het curriculum van de bacheloropleiding werktuigbouwkunde is te vol voor onderwijs over duurzaamheid.

NEE 3. Duurzaamheid is belangrijker dan goed leren samenwerken.

NEE

2. Andere faculteiten hebben meer aandacht voor duurzaamheid in hun bachelorprogramma.

stegen de lasten met 25 miljoen euro. delta.tudelft.nl/32191

JA 4. Er zijn volop mogelijkheden om duurzaamheid vanaf dag 1 in het onderwijs te integreren.

Tweet

JA

Op welke stelling wil je terugkomen? “Op stelling 4. Nu heb je pas in het derde jaar van de bachelor een vak over ethische aspecten van werktuigbouwkunde. Dan komt duurzaamheid aan de orde bij je materiaalgebruik. Wij vinden dat je duurzaamheid niet moet behandelen als los vakje. Het gaat om een denkwijze, een werkhouding. Vertel dat vanaf het begin. De TU heeft als missie bijdragen aan een duurzame samenleving. Ik snap dat het curriculum vol is, maar we hebben een project over een auto die van een helling rijdt en automatisch moet terugrijden. Die opdracht kan duurzamer, met zonnepanelen als eis bijvoorbeeld. Mensen met tips om docenten duurzaamheid te laten integreren in hun onderwijs kunnen mij mailen: bramruiter96@gmail.com.”

Na alle commotie over studenten van Vindicat in Groningen, heeft Delft op 29 september zijn eigen ophef over het gedrag van studenten. De Delftse politie schrijft op haar Facebookpagina over een ontvoering de nacht ervoor nabij Ikea. Twee mannen met bivakmutsen trokken daar een andere man met geweld een voertuig in. De politie rukte vervolgens met zes eenheden van omliggende bureaus uit om naar het verdachte voertuig te zoeken. Agenten konden de auto uiteindelijk op de Spoorsingel staande houden. Ze hielden de inzittenden aan. Tijdens het verhoor op het bureau bleek dat het om een studentengrap ging. De twee verdachten gingen daarna naar huis met een proces verbaal. Op Facebook zijn de reacties duidelijk: dit is puberaal, kinderlijk en niet grappig. En ze moeten de schade die de politie hierdoor lijdt tot op de laatste cent terugbetalen. Of die straf ook geëist zal worden, is aan het Openbaar Ministerie, aldus een woordvoerder van politie Haaglanden.

“Wat is het leven toch fijn als de zon schijnt.” Met die opgewekte woorden sloot prof. Arno Smets afgelopen woensdag zijn intreerede af. Smets werd vorig jaar tot Antoni van Leeuwenhoek hoogleraar zonne-energie benoemd aan de faculteit EWI. Smets was de auteur en presentator van de uiterst succesvolle mooc Solar Energy die 185 duizend studenten trok. Toch wordt zonne-energie onderschat, vindt Smeets. Het Nederlandse Energieakkoord zet in op wind (10,5 gigawatt in 2023) maar nauwelijks op zon dat een ‘marginale rol’ wordt toebedeeld. Smets ziet dat anders. De prijzen voor PV-systemen blijven zakken en de opbrengst stijgen. Ook worden processen ontwikkeld om zonne-energie in chemische vorm op te slaan voor als de zon een keer niet schijnt.

“Delft en Leiden liggen nog geen dertig kilometer van elkaar vandaan en toch was er tot voor kort nauwelijks samenwerking op het gebied van de sterrenkunde”, zegt de Leidse hoogleraar infraroodastronomie prof. Bernhard Brandl. Hij is sinds deze maand ook hoogleraar aan de TU, bij de sectie astrodynamics & space missions (L&R). Brandl bouwt mee aan instrumenten waarmee de grootste telescopen ter wereld worden uitgerust, zoals de European Extremely Large Telescope. Met die telescopen kan de mens in het heelal objecten observeren die meer dan dertien miljard jaar oud zijn. Zijn dubbelbenoeming is “een ontdekkingstocht”, zo zegt hij zelf. “Delftse onderzoekers van verschillende faculteiten werken aan tal van technologieën die interessant zijn voor sterrenkundigen, denk aan miniaturisering, sub millimeter detectoren en adaptieve optiek om te compenseren voor atmosferische trillingen.”


6

Nieuws

Delta

7

TU Delft

‘Het financiële systeem is geen natuurwet’ Het financiële systeem kraakt in zijn voegen. Commerciële banken zijn zo belangrijk geworden dat de belastingbetaler ze moet redden als ze dreigen om te vallen. TU-promovendus Martijn van der Linden (TBM), medeorganisator van Reinvent.Money, denkt dat het anders kan. Waarom moeten we geld opnieuw uitvinden? “De financiële crisis van 2008 was voor mij cruciaal. Ik werkte als managementtrainee bij ING en zag dat niemand begreep wat er gebeurde. Een jaar later was ik handelaar in de Engelse City. Daar zag ik het conflict tussen de gigantische hoeveelheden geld op de financiële markten aan de ene kant en het gebrek aan geld voor vraagstukken als de transitie naar duurzaamheid of armoedebestrijding aan de andere kant. Dat wringt. En dan is er de digitalisering. We gebruiken tegenwoordig nauwelijks papiergeld en munten, waarvan de productie in handen is van centrale banken. In plaats daarvan betalen we met giraal geld van commerciële banken. Waarom levert de overheid dat niet? Is dat geen basale infrastructuur?” Zou dat beter zijn? “We gebruiken nu voornamelijk claims op geld, betaalrekeningen bij commerciële banken, als betaalmiddel. Banken creëren dat geld op basis van krediet. Nemen we dat massaal op, dan stort het

stuk wordt alleen een politiek onderwerp als mensen het belangrijk vinden. Ik hoop dat politieke partijen een visie ontwikkelen op wat de rol van geld over tien jaar zou moeten zijn. Dat die visie nu ontbreekt, is problematisch.”

TU-promovendus Martijn van der Linden: “Waarom bepalen banken wie waarvoor geld krijgt en niet de samenleving?” (Foto: Jan Boeve/De Balie)

systeem in en draait de belastingbetaler ervoor op. Banken hebben financiële producten gecreëerd puur om winst te maken. Maar is dat goed voor de maatschappij? En waarom bepalen banken wie waarvoor geld krijgt en niet de samenleving? Waarom gebruiken we niet een simpel digitaal geldsysteem, dat we allemaal kunnen begrijpen en waarbinnen we beslissingen over investeringen kunnen democratiseren?” Is deze materie niet te specialistisch voor een publiek debat? “De geschiedenis van geld laat zien dat er nooit bewust is nagedacht over de rol van geld. Wij willen mensen ervan bewust maken dat dit systeem geen natuurwet is, dat het anders kan. Daarvoor laten we tijdens Reivent.Money alternatieven zien. Dit vraag-

Je promoveert op een soortgelijk onderwerp. Wat wil je daarmee bijdragen? “De titel van mijn promotie is ‘Money: object of accumulation or enabler?’. Mijn stelling is dat geld in verschillende domeinen verschillende rollen zou moeten spelen. Ik onderscheid er drie: politiek, economie en cultuur. We zijn efficiënter en productiever dan ooit, maar winsten worden verplaatst naar financiële markten en niet naar de reële economie of de ontwikkeling van het culturele leven. De financiële economie is andere domeinen gaan overheersen.” Je verhaal klinkt links. Hoe ga je politiek rechts hierin mee krijgen? “Uiteindelijk is het een waardendiscussie, los van links en rechts, die gaat over de fundamentele vraag wat geld is en waarvoor het dient in elk domein. Dat is een filosofische exercitie, geen empirisch vakgebied zoals we dat aan de TU gewend zijn. Toch merk ik bij lezingen dat studenten het leuk vinden om hierover na te denken. Het gaat iedereen aan.” (SB) Reinvent.Money, 14 oktober, 16.00 uur tot 19.00 uur in de aula. Kaarten zijn vrij beschikbaar. Bezoekers bepalen na afloop de waarde. reinvent.money

E-bike op zonne-energie Een e-bike opladen met zonne-energie; binnenkort kan het op de campus. Het laadstation naast de EWI-hoogbouw dient ook als lab voor afstudeerders.

H

et ‘solar-powered e-bike charging station’ is momenteel in aanbouw naast de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI). De enorme scheefstaande wand met acht zonnepanelen staat er sinds vorige week. Nu is de achterzijde aan de beurt, de plek waar straks ruimte is voor vijf e-bikes en één e-scooter. Peter van Duijsen, onderzoeker bij de vakgroep DC systems, energy conversion & storage (DCE&S), heeft het project de afgelopen twee jaar geleid. Het duurde even, want het laadstation leunt deels op werk van afstudeerders. Een student industrieel ontwerpen ontwierp het uiterlijk van het station, rekening houdend met de sterke wind die er vaak staat. Een student bij EWI heeft een systeem voor draadloos laden gemaakt dat erin komt. Het laadstation biedt vanaf 12 oktober plek aan vier gewone e-bikes (waarvan twee dienstfietsen), één elektrische TU-scooter en één fiets die draadloos wordt geladen. Die laatste is geen gangbare fiets, maar een onderzoeksfiets van DCE&S. Het draadloze systeem werkt zoals het draadloos laden van een mobiele telefoon. In dit geval staat de tweewieler geparkeerd boven een magnetische tegel. Via een kleine spoel aan de standaard laadt hij op. Van Duijsen verwacht ‘dat er zeker nog een paar afstudeerders’ werk hebben aan het verfijnen van draadloos laden.

Gevels leasen, wordt dit de nieuwe trend in bouwen? Onderzoekers van Bouwkunde testen dit idee op de campus. De bedoeling ervan is dat de producent zorgt voor service, onderhoud en terugname aan het einde van de levensduur. Dit is goed voor de ontwikkeling van duurzame onderdelen en draagt bij aan de circulaire economie. De onderzoekers testen vier soorten gevels. (Foto: Bouwkunde, façadeleasing)

Onderzoekers houden intussen in de gaten wat de opbrengst is van de zonnepanelen. De verwachting is dat de acht panelen in de winter genoeg energie zullen opwekken om de accu’s waarin de fietsen inpluggen gevuld te houden. Wat overschiet in de zomermaanden, gaat naar het elektriciteitsnet. Toch zal de opbrengst ook in de zomer niet altijd even hoog zijn. Een uur per dag staat het oplaadstation immers in de schaduw van de EWI-hoogbouw. Dat klinkt niet ideaal, maar Van Duijsen relativeert dat. “Vanuit opbrengst-oogpunt is dat misschien niet zo handig, maar voor het onderzoek is het goed. Zo kunnen we onder verschillende omstandigheden verifiëren wat er gebeurt.” De locatie was overigens de keuze van de dienst vastgoed. Volgens Ad Winkels was het ‘een compromis tussen ruimtelijke ordening, zon vangen en logistiek’. Winkels was tot vorig jaar beleidsmedewerker duurzaamheid bij vastgoed. Daarna werd hij gedetacheerd als projectmanager bij DCE&S. TU-medewerkers met een e-bike kunnen het laadstation niet zomaar gebruiken. Eerst moeten ze een speciaal (en gratis) kabeltje bestellen bij DCE&S. “Wij werken met gelijkspanning. Alle andere systemen die mensen gebruiken werken op wisselspanning. Iedere fabrikant heeft sowieso zijn eigen stekker. Er is helaas nog geen standaard.” (SB) De opening van het zonnelaadstation op 12 oktober gaat vooraf aan het Nationaal Debat E-Bike ter ere van de intreerede van gelijkspanningsprofessor Pavol Bauer.

Delft wil ‘verkamering’ tegengaan De gemeente Delft wil het moeilijker maken om woningen te verbouwen tot studentenkamers. Dat zou overlast door studenten verminderen. Uit tellingen van de gemeente blijkt dat in 2015 1200 woningen waren ‘verkamerd’, ofwel: 2,7 procent van de totale woningvoorraad. Onder ‘verkamering’ verstaat de gemeente splitsing van particuliere huur- of koopwoningen in meerdere kamers die aan drie of meer zelfstandige huurders worden verhuurd. De splitsing nam in de periode 2012-2015 met 29 procent toe. ‘Verkamering’ komt vooral voor in de binnenstad, de wijken Hof van Delft en Voorhof en in sommige straten in de Wippolder. In de kamers wonen vooral studenten. Drie belangenverenigingen van bewoners van de binnenstad klagen al langer over de ‘verkamering’. Die zou vooral leiden tot geluids- en fietsenoverlast. In de recent verschenen Woonvisie stelt het stadsbestuur voor om een omzettingsvergunning in te voeren met een ‘nee, tenzij-beleid’ in de binnenstad, Hof van Delft en Wippolder. Voorwaarden voor een

bouwvergunning zouden dan zijn dat er voldoende stallingsruimte is voor fietsen en afvalbakken. Het bestuur wil daarnaast de druk op de woningmarkt verminderen met tweeduizend extra studentenwoningen en bijvoorbeeld een Student Hotel in de Spoorzone. In straten met overlast wil het bestuur het onderling overleg tussen bewoners stimuleren en mediation aanbieden. Deze plannen worden nog uitgewerkt. Interim-voorzitter van Belangenvereniging De Oude en Nieuwe Delf Rob Stikkelman kan zich wel vinden in deze plannen. “Nu is het onbeheersbaar”, zegt hij. “Het belangrijkst is de geluidsoverlast. Met een vergunning wordt de ‘verkamering’ controleerbaar.” De Delftse studentenpartij Stip vindt ‘verkameren’ op zich geen probleem. “Er zijn alleen aspecten die problemen kunnen geven als daar niet naar gekeken wordt, zoals fietsen en afvalbakken”, aldus Stipfractievoorzitter Dorris Derksen. Zij vindt dat mensen bij overlast eerst maar met elkaar moeten praten, voordat mediation wordt ingezet. “De eigenaar van het pand heeft daar ook een verantwoordelijkheid in.” (CvU)

Tentoonstelling ‘Delta is here’ De tentoonstelling ‘Delta is here’, in oktober en november in de TU Library, geeft een overzicht van alle covers van Delta magazine van de afgelopen vier jaar.

A

l bijna vijftig jaar is Delta de onafhankelijke nieuwsbron op de campus, voor studenten én medewerkers. Delta is uitgegroeid van een wekelijkse krant tot een medium dat online dagelijks actualiteiten brengt via verschillende kanalen en dat sinds 2012 verschijnt als magazine met verdieping en opinie. De tentoonstelling ‘Delta is here’ geeft een overzicht van alle covers de afgelopen vier jaar in Delta magazine. Of ze nu grappig of serieus worden afgebeeld, op alle covers staan medestudenten en collega’s. Want de mensen - of ze nu studeren, lesgeven, onderzoek doen, of zorgen dat de universiteit blijft draaien – maken de TU Delft tot de universiteit die zij is. Deze covers zijn niet zomaar foto’s. Aan elk beeld gaat een heel proces vooraf. Elk nummer beslissen Delta-journalisten welk verhaal het verdient op de cover te komen. Vervolgens bedenken zij samen met fotograaf, vormgever en art director wat het bepalende beeld voor dat verhaal moet zijn. Voor de fotograaf is het vaak een uitdaging om dit beeld te schieten. Want hoe laat je een robot een glas champagne vasthouden, hoe simuleer je een brand in een studentenhuis, hoe overtuig je een wetenschapper die rioolonderzoek doet, in een put te kruipen? In deze tentoonstelling krijg je antwoord op deze vragen. (DvG) Tentoonstelling ‘Delta is here’, 7 oktober – 29 november, TU Delft Library.


8

Tekst: Connie van Uffelen Foto's: Marcel Krijger, Bartel Van de Walle, Kenny Meesters

Delta

9

TU Delft

Levensgroot zoekertje spelen Na een natuurramp is juiste informatie van levensbelang. Hulpverlening kan er sneller, efficiënter en effectiever door zijn. Hoogleraar beleidsanalyse Bartel Van de Walle en promovendus Kenny Meesters onderzoeken de rol van informatie bij humanitaire rampen.

8 Kenny Meesters (links) en Bartel Van de Walle zoeken uit hoe de informatie die beschikbaar is bij rampen, meespeelt in de beslissingen van hulporganisaties ter plekke.

November 2013. Tyfoon Haiyan komt aan land bij Guiuan op het eiland Samar, een van de grotere eilanden van de Filippijnen. Het is een tyfoon van de zwaarste categorie, met windsnelheden van 314 kilometer per uur. Volgens de eerste berichten is zeventig tot tachtig procent van het gebied compleet verwoest.

Tilburg University, onderzoek naar onder meer het gebruik van crowdmapping. Groepen vrijwilligers, zoals de Standby Task Force waar Meesters zelf in zit, speurden op verzoek van de VN op social media naar berichten over rampgebieden. De vrijwilligers van de Standby Task Force vertaalden tweets, controleerden of bijgesloten foto’s niet al vóór de ramp op internet stonden en checkten afzenders op profiel en eerdere tweets.

Bij zo'n ramp komen er tientallen tot honderden humanitaire organisaties in het getroffen gebied, van kleine niet-gouvernementele organisaties tot grote agentschappen van de Verenigde Naties (VN). Allemaal proberen ze iets te doen. De organisatie die de coördinatie daarvan op zich neemt is UN-Ocha, het United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs. Dit houdt onder meer bij wie er zijn, waar ze zijn en wat ze doen. Bartel Van de Walle en Kenny Meesters proberen een stapje verder te kijken. Ze zoeken uit hoe de informatie die beschikbaar is, meespeelt in de beslissingen van hulporganisaties ter plekke. Die informatie kan bestaan uit bijvoorbeeld social mediaberichten. Vaak gebruiken ze Twitter omdat dat publiek toegankelijk is. “Bij Facebook moet je geluk hebben dat er open groepen zijn”, zegt Van de Walle.

‘Cruciaal is informatie over infrastructuur, want je wilt zo snel mogelijk hulpgoederen ter plekke krijgen’

LANDKAART MET PROBLEMEN In de Filippijnen deden Van de Walle en Meesters, toen nog onderzoekers aan de

Via simpele, gratis tools als Google translate, spreadsheets en geotagging was er binnen zes uur na de tyfoon al een landkaartje gemaakt met icoontjes. Deze gaven aan waar sprake was van bijvoorbeeld drinkwaterproblemen, voedseltekorten, veiligheidsincidenten en ingestorte bruggen, huizen en scholen. Zo was er al een eerste beeld gevormd voordat hulporganisaties er waren. “Op basis daarvan kon je inschatten dat er veel puin was, dat straten waren overstroomd en elektriciteitsmasten plat lagen”,

zegt Meesters. Behalve informatie uit social media proberen de onderzoekers alle andere informatie te vinden die nuttig is voor mensen die ter plekke beslissingen nemen. “Cruciaal voor de eerste respons is informatie over infrastructuur, want je wilt zo snel mogelijk hulpgoederen ter plekke krijgen”, zegt Van de Walle. Die informatie is bijvoorbeeld ook te vinden door overheidsrapporten te bestuderen of satellietfoto’s van voor én na de ramp. “Het is levensgroot zoekertje spelen”, zegt Meesters.

INFORMATIE SAMENBRENGEN De onderzoekers brengen de informatiestromen en kritieke beslismomenten in kaart. Vervolgens ontwikkelen ze modellen waarin ze rekening houden met verstoringen in de infrastructuur of in de gezondheidstoestand van slachtoffers. Of, als er overstromingen zijn, welke rivieren er buiten hun oevers zijn getreden en welke dorpen nog toegankelijk zijn. Daar komt nog bij: waaraan heeft de getroffen bevolking behoefte en wat is er beschikbaar? Van de Walle en Meesters onderzoeken mogelijkheden om die informatie te verzamelen en ter beschikking te stellen en ze bestuderen hoe deze wordt gedeeld tussen alle partners ter plekke. “Daar bestaan richtlijnen voor op VNniveau”, zegt Van de Walle. “Ocha organiseert meetings waar iedere organisatie een vertegenwoordiger naar toe kan sturen en verzamelde informatie kan delen met alle anderen.” >>


10

11 1

2

1 Kenny Meesters in zijn provisorische kantoortje

3

4

in Haiti.

2 Van de Walle en Meesters stellen vragen als: Wat deden hulpverleners met de noodkreet ‘We need food SOS’ in de Filipijnen?

3 Reddingsoperatie na de aardbeving in 2012 in Haïti.

4 Met behulp van crowdmapping was er binnen zes uur een landkaart waarop te zien was waar veel puin was, straten waren overstroomd en elektriciteitsmasten plat lagen.

November 2008. Van de Walle en Meesters arriveren op de Filippijnen. Ze gaan naar een meeting in de hoofdstad Manilla. In een kantoor met computers en beamers zitten ze temidden van een groep medewerkers van hulpverleningsorganisaties. “Wie heeft nieuwe informatie?”, luidt een vraag aan de groep. Twee weken later. Weer een bijeenkomst. Dit keer in Guiuan, een van de zwaarst getroffen gebieden van de Filippijnen, in een gebouwtje dat maar nauwelijks overeind staat. In de open lucht, het dak is er immers niet meer, zit een groep mensen in een kring op gammele stoeltjes. Kladblokjes op schoot. In het halfduister is een whiteboard te zien met wat A4’tjes erop geplakt. Hoe verloopt de coördinatie als er geen elektriciteit en internet meer zijn? Hoe je die coördinatie kunt helpen verbeteren noemt Van de Walle misschien wel het belangrijkste punt in het onderzoek. “Pas als je in het veld hebt gewerkt, zie je welke technieken waarde hebben in een bepaalde situatie”, zegt Meesters. “De mogelijkheden van data science zijn fantastisch, maar soms is een spreadsheetje misschien voldoende.” Er is geen ‘one size fits all’. Dat bleek in Syrië en

‘Kunnen we een TU-expert koppelen aan een hulporganisatie? De inzet van nieuwe technologieën in de moeilijke omstandigheden na een ramp, dat is wat ons motiveert’ West-Afrika, waar niet iedereen bereid was informatie te delen. In een crisis als in Syrië zou informatie naar de bron kunnen leiden en het leven van die persoon in gevaar kunnen brengen. “Ik heb er gesproken over blockchain”, zegt Van de Walle. “Dat is een systeem voor financiële transacties, dat je ook kunt gebruiken om informatie veilig te delen zonder dat de zender en ontvanger door externe partijen zijn te identificeren.” Bij de ebola-uitbraak in West-Afrika was sprake van privacywetgeving, waardoor informatie niet werd gedeeld. Dat voorkwam dat zieken werden gestigmatiseerd en uit hun gemeenschap werden verstoten. Van de Walle stelde in dit geval voor om na te denken over anonimisering van vertrouwelijke data via encryptie.

INFORMATION VAMPIRES Tacloban, de hoofdstad van de Filipijnse provincie Leyte, is een slagveld. De grond ligt bezaaid met verkreukelde stukken golfplaat, takken, bakstenen en grote stukken hout. Op een betonnen muurtje zien de onderzoekers een tekst gekalkt: ‘We need food S.O.S.’ Ze vragen hulporganisaties of ze het hebben gezien, wat er mee gebeurd is en hoe ze het verwerken. Hulporganisaties kennen Van de Walle ondertussen. Hij stelt ze na een ramp altijd dezelfde vragen. Of hij ze een week of twee, drie na de ramp met mag spreken over hoe het gaat. Hoe ze het doen met informatiemanagement en coördinatie. Welke beslissingen ze moeten nemen en wat hun grootste problemen en eigen oplossingen zijn. Wat de rol van technologie is

in wat ze doen. “Hulpverleners noemen onderzoekers soms ook wel information vampires: informatie opzuigen en dan weer wegvliegen.” Loop je hulpverleners snel voor de voeten? “Zeker, daar moet je altijd rekening mee houden”, zegt Van de Walle. Meesters spreekt van een ethisch dilemma. “Als ik iemand een uur interview, betekent dit dat hij een uur niet bezig is met de lokale bevolking. We kunnen zo’n interview ook ’s avonds onder het eten plannen. Overdag kan ik meehelpen.” Om de geïnterviewde hulpverleners iets terug te geven, schrijven de wetenschappers rapporten met concrete punten. Het kan echter ook een voor- of nagesprek zijn, of feedback via Skype. “Wij proberen vaak directe waarde voor ze te creëren, bijvoorbeeld door het maken van een spreadsheetje”, zegt Meesters. Als promovendus focust Meesters op de vraag waar mensen behoefte aan hebben, wat ze zelf al doen en hoe je burgers er op een actieve manier bij kunt betrekken. Na de aardbeving in Haïti in 2012 maakte hij een database voor de reconstructie van huizen op basis van de beschadigingen en de behoeftes van de bewoners. In Nepal gaf hij na de aardbeving in 2015 Exceltraining aan de lokale bevolking, omdat die alle hulp aan slachtoffers registreerde op papier.

RAMPENOEFENING MET SOCIAL MEDIA Twee jaar geleden organiseerden de onderzoekers een grote rampenoefening via social media in België, samen met de brandweer van Antwerpen. Een trein zou zogenaamd zijn ingereden op een tankauto, waarna mogelijk giftige stoffen vrijkwamen. Er was ook een echte oefening en mensen werd verzocht te tweeten op basis van een persoonlijk profiel. “We hadden 350 profielen opgesteld: zoals direct getroffenen, reizigers op een nabijgelegen station die een vliegtuig willen halen, buurtbewoners die een brandlucht ruiken en mensen die niets horen van een familielid in de trein”, zegt Meesters. Komt nuttige informatie ook aan bij de mensen die besluiten moeten nemen, was een van de onderzoeksvragen. Het bleek moeilijk om die enkele echt waardevolle tweets te vinden. Wel zagen de onderzoekers dat mensen elkaar hulp aanboden, door het geven van een lift bijvoorbeeld. “Na de terroristische aanslagen in Brussel en Nice zag je mensen ook dergelijke dingen organiseren”, zegt Meesters.

SAMENWERKEN MET BURGERS Wat ze vooral van de oefening leerden was dat je als hulpverleningsorganisatie moet openstaan

om met burgers samen te werken. En dat je moet nadenken over wie besluiten nemen, wat zij willen weten en wat ze daarbij nodig hebben. “Misschien heeft iemand bepaalde informatie al en heb jij geen toegang”, zegt Meesters. “Of misschien bestaat die informatie niet, maar kun je die snel achterhalen met drones of sensoren via het internet of things. Door mijn werk aan de TU kan ik op de hoogte blijven van de nieuwste technieken.” Soms weten hulpverleners gewoonweg niet dat er iets te optimaliseren valt. Meesters denkt dat er nog veel te winnen is en wil kijken of er te leren is van andere faculteiten. “Zoiets als blockchain: kunnen we een TU-expert koppelen aan een hulporganisatie? Dat kan ook met architectuur, software of civiele techniek. De inzet van nieuwe technologieën in de moeilijke omstandigheden na een ramp, is wat ons motiveert.” <<


Gekleed in witte overalls voeren Gjalt Annega en Fossil Free TU Delft actie op de campus. Ze zoeken medestanders voor hun petitie, die het college van bestuur oproept afstand te nemen van fossiele brandstof.

Tekst: Jos Wassink Foto's: Sam Rentmeester

Delta

Je bent de initiatiefnemer van Fossil Free TU Delft. Waar staat die beweging voor? “Wij roepen de TU op om in alles wat ze doet uit te dragen dat we naar een fossielvrije toekomst moeten. In de hele maatschappij en ook op de TU Delft, volgen we nu een vage lijn. Aan de ene kant willen we economische groei, werk en fossiele brandstof. Aan de andere kant willen we duurzaamheid. Op de laatste klimaatconferentie in Parijs is een heel duidelijke lijn getrokken wat er nodig is om de opwarming van de aarde tot twee graden te beperken. Daaruit volgt hoeveel CO2 er nog uitgestoten kan worden, en daaruit zijn taakstellingen af te leiden. Wij willen de TU Delft overhalen om zich aan de eigen woorden te houden.”

Wat zijn die eigen woorden van de TU Delft, heeft het college van bestuur een klimaatdoelstelling geformuleerd? “De TU Delft zegt in haar missie dat ze duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan. We weten dat de TU het voornemen heeft om de campus per 2035 CO2-neutraal te maken.”

Waar haal je dat vandaan? “We hebben daarover bericht gekregen van de coördinator duurzaamheid bij het Green Office, Chris Hellinga. Dat is een mooie doelstelling waar we heel blij mee zijn, maar het is niet alles. Want energie is niet het hele plaatje. Het gaat ook om bedrijfsvoering, onderzoek en sponsoring.”

Heb je het dan over Shell? “Shell is de grootste fossiele partner van de TU Delft. Maar er zijn natuurlijk ook andere fossiele bedrijven waarmee samengewerkt wordt.”

Bedoel je dat er wat jullie betreft een einde moet komen aan de samenwerkingen met fossiele-brandstofbedrijven?

‘PAK JE INVLOED, VERANDER DE WERELD’

“Er moet op termijn een einde komen aan het onderzoek naar fossiel. We zeggen niet dat Shell maar voor alles weg moet blijven, maar we willen zorgen dat zo’n bedrijf verandert. Daarom moeten we een heel duidelijk signaal geven dat we niet akkoord gaan met investering en onderzoek in fossiele brandstof. Dat is de duidelijke scheidslijn waar ik het eerder over had.”

Vindt Fossil Free TU Delft dat er een einde moet komen aan onderzoeksfinanciering door Shell ? “Ingenieurs hebben niet alleen te maken met techniek, maar ze moeten ook ethisch en moreel nadenken. Dat onderstreept de TU zelf ook. Het is nu al niet meer

‘TU Delft, ga naar een bank die niet investeert in fossiel.’

TU Delft

13

acceptabel om betaald te worden door een tabaksproducent. Dat kun je niet meer maken. Ondersteuning door een wapenfabrikant is twijfelachtig. Eigenlijk zeggen wij dat het in de toekomst niet meer acceptabel is om door een fossiel bedrijf gesponsord te worden. Op termijn moet dat stoppen en daar voeren wij campagne voor. We weten dat het niet nu gaat gebeuren, maar er moet een plan gemaakt worden om fossiel geld en onderzoek uit te faseren en liefst zo snel mogelijk. Het liefst zien we dat de TU verklaart dat er over vijf jaar alleen nog maar onderzoek plaatsvindt op duurzame onderwerpen. We snappen dat er studenten, docenten en onderzoekers met petroleumonderzoek bezig zijn en dat je dat niet in één keer kan stoppen. Maar de TU moet wel nadenken hoe ze daden bij hun woorden voegen en een duidelijke lijn trekken van wat acceptabel is in termen van een duurzame toekomst.”

Waar zien jullie fossiele betrekkingen binnen de TU? “Het zijn er veel. Je ziet het in sponsoring van studieverenigingen. Exxon-Mobile sponsorde het eerstejaars weekend van werktuigbouwkunde. Shell heeft een preferred partnership met de TU Delft. Dat betekent een heel nauwe samenwerking en een aantal hoogleraren met een dubbele aanstelling. De oud-ceo van Shell, Jeroen van der Veer, is voorzitter van de raad van toezicht van de TU. Dat kan belangenverstrengelingen opleveren. De TU bankiert bij ABN Amro, dat is een bank die vrij stevig investeert in fossiele brandstoffen en volgens de eerlijke bankwijzer een 3 krijgt voor het klimaatbeleid, terwijl andere banken zoals ASN of Triodos daar een 8 of 9 voor scoren. Daarom zeggen wij: TU Delft, ga naar een bank die niet investeert in fossiel. Verandering van bank is een eerste stap. Daarna komt heroriëntatie van sponsoring en onderzoek om die aan te passen op een duurzame toekomst.”

Jullie hebben dit allemaal niet zelf verzonnen. Waar ligt de oorsprong van de Fossil Free-beweging? “De oorsprong van divestment als beweging gaat ver terug. Het is eerder toegepast tegen apartheid in ZuidAfrika en tegen tabaksproducenten.”

‘Divestment’ is ook het middel van de Fossil Freebeweging, maar wat is het precies? “Het betekent dat je je geld weghaalt uit bedrijven die investeren in iets dat moreel of politiek gezien niet meer kan. Dat is dus toegepast tegen apartheid en tabaksbedrijven toen bleek dat er een link was met gezondheid. We zeggen nu dat we hetzelfde moeten doen bij fossiele brandstofbedrijven. Fossil Free divestment is een aantal jaren geleden begonnen op Amerikaanse universiteiten, die vaak over enorme hoeveelheden geld beschikken. Daar kunnen ze iets goeds mee doen. Daar is een campagne gestart om de investeringen te veranderen. Vervolgens is dat overgenomen door de organisatie 350.org van de journalist en activist Bill McKibben die de beweging heeft uitgebreid naar Europa. De beweging wordt niet van boven Lees verder op pagina 14


14

Delta

Delta

TU Delft

15

TU Delft

de

Master

‘In de toekomst is het niet meer acceptabel om door een fossiel bedrijf gesponsord te worden’

Eva van Rijen Mark Rutte is niet de enige die zich er druk om maakt dat hij als alleenstaande nog altijd tegen taboes aanloopt. Eva van Rijen was happy single toen ze uit pure frustratie over het onbegrip, bij Bouwkunde afstudeerde op woningen voor ‘solo’s’. “Ruim een jaar geleden verruilde ik mijn studentenkamer voor een sociale huurwoning. Mijn eigen appartementje, heerlijk. ‘O, ga je samenwonen?’, vroegen mensen. Want wie doet dat nou, bewust helemaal alleen gaan zitten, leken ze te denken. Ik had niet eens een vriendje. Toen ik ook nog eens alleen op vakantie ging, was ik helemaal het mikpunt van medelijden. ‘Stoer hoor’, riepen ze. En: ‘moedig’. Nou já!” Precies op dat moment moest ze een onderwerp bedenken voor haar afstuderen. “In de krant las ik dat volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek, in 2060 bijna de helft van de huishoudens uit alleenstaanden zal bestaan. Vrouwen zijn geëmancipeerder, de sociale context verandert. Samenwonen is niet vanzelfsprekend meer, mensen gaan scheiden, én we worden steeds ouder, dus het aantal weduwen en weduwnaars neemt toe.” Maar wat blijkt: de woningmarkt is niet ingericht op al die singles. ‘Solo dwellers’ noemt Van Rijen ze, want sommigen hebben wel een relatie, maar kiezen simpelweg niet voor samenwonen. “Vooral voor mensen die geen torenhoog inkomen hebben, duurt het eeuwen voordat ze in aanmerking komen voor een sociale huurwoning. Kopen is al helemaal geen optie in je eentje. Huizen zijn voornamelijk toegespitst op stellen en gezinnen; áls corporaties en ontwikkelaars al woningen bouwen voor solo’s, maken ze vaak studio’s. Maar ik wil ook gewoon een werkkamer!” Aan het begin van de pier waarop het Rotterdamse Katendrecht ligt, bevindt zich een wat grauw en lelijk stukje. Als je daar nou eens een woonomgeving en woonblokken ontwerpt met woningen voor singles, die betaalbaar zijn, dichtbij kroegen en theaters liggen én – mocht je daar toevallig zin in hebben - mogelijkheid bieden tot het maken van contact? “Nee nee, het moet geen singles-enclave worden: de bedoeling is dat alleenstaanden op de benedenverdieping wonen, en de gezinnen boven met een eigen dakterras. Zo heb je wel de levendigheid van kinderen op straat, en is de drempel voor alleenstaanden lager om contact te maken met wat buiten gebeurt. Gaandeweg haar afstudeerproject heeft ze een wat activistische instelling ontwikkeld, constateert de stedenbouwkundige. “Binnenkort ga ik met mijn onderzoek naar de gemeente Rotterdam. Niet omdat ik denk dat ze het meteen wil bouwen; ze zijn huiverig voor wéér een toren met kleine woningen. Maar ik hoop bewustzijn te creëren.” (JB)

aangestuurd, maar gaat uit van enthousiaste mensen die het belang van verandering inzien en zich aansluiten bij de bredere beweging.”

Hoe ben jij erbij betrokken geraakt? “Zo lang ik me kan herinneren is duurzaamheid belangrijk voor me geweest. Het is me met de paplepel ingegoten. Mijn ouders hadden geen auto en ook geen rijbewijs. In de aanloop van de klimaatconferentie in Parijs kwam ik in aanraking met mensen uit de Fossil Free-beweging. Ik vroeg me af wat er op de TU Delft aan fossielvrije actie bestond. Er was ooit een actie geweest, maar die is verwaterd. Ik dacht: de TU is een hartstikke goede universiteit, maar die kan het nog beter doen. Hier moet ook een Fossil Free-beweging komen.”

Wat trekt je aan in die beweging?

Hoe groot is de Delftse Fossil Free-beweging nu? “Zes tot acht man en toevallig komen er vanavond twee nieuwe mensen langs.”

Wat voor activiteiten ontplooien jullie om je hoorbaar te maken? “We organiseren informatiebijeenkomsten waarbij we een documentaire bekijken en bespreken. Dat kan een VPRO Tegenlicht meet-up zijn, of een film zoals ‘This changes everything’ van Naomi Klein, in samenwerking met Studium Generale. Soms nodigen we een spreker uit. Naast informeren gaat het ons om veranderen. Dat is waar onze petitie voor bedoeld is.”

Wat staat er in die petitie? “Daarin stellen we dat de TU Delft moet veranderen van bank moet verhuizen van de ABN Amro naar een bank met betere klimaatscore. Onze collega’s in Utrecht hebben de mogelijkheden daarvoor doorgenomen met de Triodosbank en we weten dat het kan. We roepen mensen op die petitie te tekenen. We hebben nu ruim honderd handtekeningen en willen er duizend ophalen. Het aantal groeit steeds sneller. Ook willen we invloed uitoefenen binnen de studentenraad.”

Willen jullie een zetel in de studentenraad? “We gaan eerst praten met de studentenpartijen om te kijken of ze zich achter onze doelstellingen willen scharen. Dan moeten wij er vertrouwen in hebben dat ze klimaatbeleid als speerpunt zien. Als dat niet het geval is zouden we zelf met een eigen lijst aan de verkiezingen mee kunnen doen.”

En wat is dan het doel?

CV Gjalt Annega werd op 9 juli 1989 geboren in Lelystad als zoon van twee onderwijsmensen. Onder de invloed van het rapport van de Club van Rome (1972) kozen zijn ouders ervoor om geen auto te rijden. In 2007 begon Annega aan een studie luchtvaart- en ruimtevaarttechniek in Delft. In 2011 haalde hij zijn bachelor.

Nu volgt hij een master space exploration. Daarnaast nam hij deel aan de lobby bij de Jonge Klimaatbeweging, woonde hij de klimaattop in Parijs bij en werkte hij aan de eerste versie van de snelle ligfiets van het Human Power Team. Vorig jaar bracht hij de Fossil Free-beweging naar de Delftse campus.

“De TU Delft fossielvrij maken, ook qua bedrijfsvoering. Dat betekent voor de meeste instellingen ook de belofte om binnen vijf jaar alle investeringen uit fossiel terug te trekken. Bij een universiteit werkt dat niet omdat ze zelf geen geld hebben om te investeren. Daarom richten we ons op sponsoring en onderzoek.”

Wanneer beschouwen jullie je actie als geslaagd? “Dat zou zijn wanneer de TU Delft de belofte doet om de bedrijfsvoering fossielvrij te maken. Maar dat is een langetermijnproject. Daar gaan maanden en jaren overheen. Mislukt is de actie wanneer iedereen die we spreken niet geïnteresseerd is. Maar zo gaat het niet. Voor de petitie spreken we veel mensen en de meesten ondersteunen ons graag. Ik heb niet het gevoel dat we aan het falen zijn. Het grootste gevaar is dat mensen zo enthousiast raken dat de studie teveel op de achtergrond raakt. Dan moeten ze even terugschakelen.” <<

ONDERZOEK:

‘Wie wil nog samenwonen?’

‘Living solo in Rotterdam: Improving the living quality of one person households by urban interventions’

EINDCIJFER:

7,5

Foto: Sam Rentmeester

“Ik ben geschrokken van de mislukte klimaattop in Kopenhagen in 2009. Ik dacht: wat gaan de machthebbers van de wereld aan dit probleem doen? Pas een paar jaar later kwam in aanraking met de Fossil Free-beweging en realiseerde ik me dat we ook als mensen binnen een gemeente, een pensioenfonds of een universiteit invloed kunnen hebben. Als je je invloed pakt, kun je ook wat veranderen.”


16

Delta

TU Delft

17

Tekst: Jos Wassink Foto: Sam Rentmeester

Bouwen voor de eeuwigheid

2 1

3

1) Het tunnelcomplex ligt honderden meters onder de grond. 2) Om de vijftig meter heeft de hoofdtunnel een doodlopende dwarstunnel. 3) Containers van staal en beton omsluiten het radioactief afval.

Vergeet de piramides. Wat ingenieurs nu ontwerpen als eindberging voor radioactief afval moet twintig keer langer meegaan. Al is het niet de bedoeling dat er toeristen op af komen.

O

oit zullen onze achterkleinkinderen een doodlopend tunnelcomplex aanleggen waarvan de contouren nu zijn geschetst. De tunnel zal zigzaggend naar beneden lopen tot op enkele honderden meters diepte. Het complex zal bestaan uit kilometerslange gangen met om de vijftig meter doodlopende dwarstunnels. Na de bouw zal het een langdurig komen en gaan zijn van vrachtwagens vanuit Zeeland die radioactief afval aanvoeren naar de definitieve eindberging, hier ergens in een Nederlandse klei- of zoutlaag. Na de aanleg en het transport keert de rust terug. Hier hoeft niemand ooit meer te zijn. Het radioactief afval uit verschillende bronnen ligt dan opgeslagen in containers van staal en beton. De containers zijn in de dwarstunnels geschoven, daarna is het geheel omgeven met klei of zout.

OPERA

Phil Vardon bij de ‘oedometer’, een pers waarmee grondmonsters onder druk gezet worden terwijl de minieme vervorming wordt opgemeten.

Deze eindberging is ontworpen voor een duur van zeker honderdduizend jaar. Niet dat ie zo lang mee moet gaan, want uiteindelijk zullen sporen van wat hier ligt opgeslagen misschien naar boven komen. Maar de opsluiting, de verschillende lagen staal en beton, de stabiliteit van de omringende grond en de diepte moeten ervoor zorgen dat de migratietijd van het afval door de ondergrond lang is vergeleken met de halveringstijden van de langlevende isotopen, aldus dr.ir. Ewoud Verhoef. Hij is plaatsvervangend directeur Covra (Centrum organisatie voor radioactief afval) en verantwoordelijk voor het onderzoeksprogramma eindberging radioactief afval, kortweg Opera. De meeste onderzoeksprojecten van Opera werden eerder dit jaar afgerond en in november zal er in samenwerking met het Kivi een presentatie plaatsvinden. Naast de TU Delft droegen TNO, NRG, Deltares, het Belgische SCK-CEN en de Britse geologische dienst bij aan het tien miljoen euro kostende onderzoeksprogramma. Dr. Erika Neeft, onderzoeker bij Covra, is de technisch coördinator van het programma.

De komende honderd jaar staat het radioactief afval nog opgeslagen in oranje bunkers nabij de kerncentrale in Borssele totdat de grootste warmteontwikkeling voorbij is. Maar voor de echt lange termijn is dat geen oplossing. “De eindberging is bedoeld voor de termijn tussen honderd en honderdduizend jaar”, legt Neeft uit. “Voor de lange termijn is geologische berging de enige oplossing. Het materiaal moet worden ingesloten door de ondergrond totdat het niet langer gevaarlijk is.”

HAALBAAR In de kelder van het gebouw voor civiele techniek en geowetenschappen laat universitair docent dr.ir. Phil Vardon een pers zien waarmee grondmonsters onder druk gezet worden terwijl de minieme vervorming wordt opgemeten. De ‘oedometer’ is zo’n beetje het enig zichtbare aan het onderzoek van de afdeling geoscience & engineering. Waar het eigenlijk om gaat, een wiskundig model dat het gedrag van een kleilaag onder verschillende drukken en spanningen beschrijft, zijn cijfers in de computer. Hij heeft stukken uit de Boomse kleilaag uit België hier beproefd. Het is weliswaar geologisch dezelfde laag als in Nederland maar de laag ligt hier dieper, wat verschil maakt. Het onderzoek van Vardon en zijn collega dr.ir. Patrick Arnold ging over op de haalbaarheid van het eerdere ontwerp voor het tunnelstelsel. Is dat te construeren op zo’n vijfhonderd meter diepte? Wat gebeurt er met het omliggende gesteente en wat gebeurt er met de grond rondom de tunnels als gevolg van de opwarming door het radioactief afval? Door de aanleg van de tunnel ontstaat er tot 10 à 15 meter verderop schade in het gesteente. Warmteontwikkeling in de tunnelbuizen verhoogt de druk in de poriën van de klei en beïnvloedt de belastbaarheid. Niettemin schrijven Vardon, Arnold en hun collega prof.dr. Michael Hicks in hun eindrapport dat het ontwerp in principe haalbaar is qua stabiliteit van de constructie in de bodem en ook wat de warmteproductie betreft. Het lijkt zelfs dat de tunnels dichter op elkaar gebouwd kunnen worden (minder dan vijftig meter tussenruimte) en dat de

tunnels iets lichter kunnen worden uitgevoerd.

GRONDIG “Het model van Vardon laat zien hoe de betonnen constructie zich houdt”, legt Verhoef uit. “Niet alleen onder deze omstandigheden, maar het is ook bruikbaar voor aangepaste ontwerpen in de toekomst.” Erika Neeft heeft het overzicht over het programma. Ze vertelt dat in de aanloop ervan verschillende partijen zijn benaderd voor deelname. Uit een beoordeling van de voorstellen kwamen de huidige onderzoekpartners naar voren. TNO analyseerde relevante grondmonsters uit het centrale kernhuis, een geologisch archief. NRG deed berekeningen aan de mobiliteit van verschillende radioactieve stoffen. Deltares bracht de grondwaterstromingen in beeld. Het Belgische nucleaire instituut SCK-CEN leverde kleimonsters van hun proefopslag Hades. De Britse geologische dienst verstrekte gegevens over de doorlaatbaarheid van de bodem als functie van de diepte en de Universiteit Utrecht deed onderzoek naar binding van splijtingsproducten in de bodem. Neeft voegt alle onderzoeken samen voor het eindrapport in november. Dan zal ook duidelijk moeten worden wat nog de onbekenden zijn in het ontwerp van de eindberging. Waar in Nederland de eindberging zal komen ligt nog open. Behalve van de geologische geschiktheid hangt dat ook af van de bereidwilligheid van de bevolking, zegt Neeft. “De lokale gemeenschap moet er voordeel bij hebben dat de eindberging er komt. Anders stemt niemand er mee in.” Het helpt natuurlijk dat daar geen haast bij is. <<

Tussen 27 juni en 1 juli vond in Delft de PetrusOpera-conferentie plaats waarbij circa vijftig promovendi uit heel Europa resultaten bespraken van hun onderzoek ten behoeve van de eindberging van radioactief afval.


18

Delta

SPORTZAKEN

TEAMGEEST TEAM: Dopie heren 1 (Virgiel) SPORT: hockey TRAINING: tweemaal per week TRAINER/COACH: Ralph de Schipper AANVOERDER: Job Bottemanne NIVEAU: 3e klasse KNHB

TEAMKARAKTERISTIEK

NUMMERING

“Wij zijn een vriendenteam.”

Vanaf 1980 krijgt elke nieuwe speler een eeuwig geldend rugnummer. ‘Nagepaapt’ van de corpscollega’s van DSHC. De nummering is inmiddels opgelopen tot rond de 180.

HENEGOUWERS “Alle Dopie-teams hebben een eigen naam. Waarom het eerste Henegouwers heet is een goed bewaard geheim.”

RITUELEN

Foto: Sam Rentmeester

De teamoudste houdt een bevlogen speech voor de afslag, afgesloten door een slogan en - in samenspel met de spelersgroep - een driewerf hiep-hoi ‘voor de tegenstander, de scheidsrechter en het publiek’.

19

TU Delft

DERDE HELFT Na afloop worden drie prijzen uitgereikt: het Rundshirt, voor het rund van de week, de Botte bijl, voor de man van de lompste actie, en een gedeukte zilveren schaal voor de man of the match. De ontvanger van het Rundshirt wordt door zijn medespelers flink op de kuiten gemept. Met de hand. (JT)

Dromen en missies Hockeyen voor Paraguay, fietssuccessen op NSK en klare taal van rugbyers. Een grap die een droom werd, zo noemt Nicole van Jaarsveld haar opmerkelijke hockey-avontuur in Zuid-Amerika. Afgelopen maand startte de 22-jarige studente haar master environmental engineering aan de TU Delft. Hockeyen doet ze bij overgangsklasser HGC uit Den Haag, maar ze is sinds kort ook international. Momenteel doet zij in Peru mee aan ronde één van de Hockey World League in het nationale team van… Paraguay. Afgelopen zomer reisde zij voor het eerst sinds negentien jaar terug naar haar geboorteland, waar zij contact legde met de nationale hockeybond. “De meiden geloofden pas toen ik voor hun neus stond dat er écht een speelster uit Nederland bij zou komen”, vertelde zij aan hockey.nl. “Ik heb in de zomer meegetraind en de speelsters en het land in korte tijd leren kennen.” Een van de tegenstanders in Peru is Brazilië waarin liefst drie Nederlandse meisjes acteren, onder wie de Delftse eerstejaars IO-studente Teska Tuijt, speelster van Bloemendaal. Het toernooi kan in theorie leiden tot deelname aan het WK of de Olympische Spelen, maar Van Jaarsveld blijft reëel: “De Olympische Spelen wordt een lastig verhaal, omdat er maar één plekje voor een Zuid-Amerikaans land gereserveerd is en Argentinië daar natuurlijk altijd mee aan de haal gaat.” Dromen zijn mooi, vooral als ze werkelijkheid worden. Niet dat de droom –een podiumplaats op het NSK wielrennen op de weg- een grote was, maar toch. Jelle ten Kate van WTOS zag hem bij Nijmegen “dankzij een volle sprint en een mooie push” gerealiseerd worden. Na een rit van zeventig kilometer was een zilveren plak zijn deel. “Ontzettend kapot maar enorm trots kwam ik over de finish. Podium op het NSK stond aan het begin van het seizoen al op mijn lijstje.” Bij de dames zonder licentie veroverde clubgenote Marlies van der Lugt zelfs goud. Klare taal op de website van de oudste rugbyclub van het land: ‘Dit jaar heeft het eerste team van de DSR-C maar één missie: kampioen worden in de eerste klasse.’ De droom voorbij. Dit hoog van de toren blazen wordt gevoed door de ingeroepen hulp van kracht- en conditietrainer Ian van der Werf. Diens voedingsschema’s, fitnessschema’s en conditietrainingen in het voorseizoen hebben de selectie ‘fitter en sterker dan ooit’ gemaakt, naar verluidt. Het schijnt te helpen, want na drie wedstrijden staat DSR-C met vijftien punten fier aan kop. Zondag 9 oktober staat in de vierde speelronde de aloude prestigestrijd tegen ‘de burgers’ van RC Delft op het programma. Tips? Jimmy.tigges@hetnet.nl

WAT: International Comedy Festival WAAR: Rotterdam, Katendrecht & Wilhelminapier WANNEER: Vrijdag 7, zaterdag 8 en zondag 9 oktober PRIJS: Dagkaart: €29, passepartout: €50 PARTYPROGNOSE

8

Kleinschalig, lachen, hip, bier. Meer steekwoorden heb je niet nodig: hup, naar het derde International Comedy Festival Rotterdam, van 7 tot en met 9 oktober.

Comedy Festival Rotterdam Het festivalseizoen mag dan ten einde zijn, daar trekken de theaters zich niks van aan. Met het International Comedy Festival zet de organisatie letterlijk een evenement neer om blij van te worden, en dat dit jaar niet twee, maar zelfs drie dagen duurt. Moet ook wel met meer dan vijftig comedians die het podium beklimmen, en mág ook wel met makers van de programma’s Raymann is Laat, The Comedy Factory en The Stand-up Club. De locatie is al leuk op zich: Theater Walhalla, Hotel New York, Fenix Food Factory, Belvedère, Kopi Soesoe en Café de Ouwehoer op Katendrecht en de Wilhelminapier slaan de handen ineen voor het festival. Op het programma staan vooral stand-up comedy, kleinkunst en cabaret, maar heb je even een break nodig? Geen probleem: ook de randprogrammering is breed, met lezingen, straattheater, food, drinks en muziek. En dat allemaal voor een passe-partout van vijftig euro. Hoewel, voor het optreden van de Britse comedian Jimmy Carr in het Nieuwe Luxor Theater betaal je eenmalig dertig euro extra. Krijg je de rest van de comedians wel bij de prijs inbegrepen, onder

wie Maxim Hartman, TU’s Pieter Jouke en Martijn Oosterhuis, en veel Engelstalige acts als Craig Hill, Sofie Hagen en Alfie Brown. Saillant detail: stand-upper Berit Companjen werd onlangs geselecteerd voor deelname aan de internationale wedstrijd Funniest Person in the World van de Laugh Factory in Los Angeles. Daaraan doen in totaal 88 deelnemers mee uit 56 landen. De laatste twintig, geselecteerd op basis van het aantal likes, views en retweets op social media, mogen meedoen aan de finale in Helsinki die leidt tot 100 duizend dollar en internationale optredens. Programma gemist? Er is een kleine, Delftse herkansing: op maandag 31 oktober houdt Theater De Veste namelijk De Avond van de Lach, gepresenteerd door Howard Komproe, met optredens van Martijn Koning, René van Meurs en Arie Koomen. De opbrengst gaat naar de Delftse Stichting Syndroom van de Lach, dat onder andere dolfijnentherapie verzorgt voor kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking. (JB)

geld op en honger Iedere student kent het. Het is net de 24ste geweest en het geld is alweer op. Ben jij ook zo slecht met het letten op de centen, dan zijn deze budgetrecepten iets voor jou. Spaghetti met spek en tomaat – 4 personen (kosten: 6 euro) 200 gram ontbijtspek gerookt (blokje); 400 gram spaghetti; 2 blikken tomatenblokjes; 1 rode peper; 1 grote ui; 4 tenen knoflook; 1 el suiker. Snij het spekblokje in reepjes en bak het uit zonder boter of olie. Voeg de gesnipperde ui, knoflook en peper toe en laat het op gematigd vuur 5 minuten aanfruiten. Voeg de tomatenblokjes toe samen met de suiker en zout naar smaak. Kook ondertussen de spaghetti gaar. Als de saus 5 minuten heeft geprutteld de gare spaghetti toevoegen en mengen.

Uiensoep – 4 personen (kosten: 4 euro) 8 uien; 1 teen knoflook; 1 tl mosterd;1 laurierblad; 50 gram roomboter; 2 blokjes rundvlees bouillon; 2 el sterke koffie; 2 el bloem. De kracht van een goede uiensoep ligt in het bakken van de ui. Neem hiervoor de tijd. Smelt de boter in een soeppan en voeg de in halve ringen gesneden ui toe. Doe de deksel op de pan en laat de ui minimaal een half uur bakken en roer regelmatig. Hoe bruiner en gekarameliseerder de ui, hoe beter. Voeg de mosterd en bloem toe en laat een paar minuten meebakken. Vul de pan nu met 1,5 liter water en voeg de bouillonblokjes en laurier toe. Laat een kwartier op laag vuur pruttelen en maak de soep af met peper, zout en koffie. Het klinkt misschien raar maar de koffie maakt een wereld van verschil. Het is niet zozeer dat je de koffie proeft maar de umami, de vijfde smaak, die het geeft maakt deze uiensoep compleet. Vergeet niet de laurier er weer uit te vissen. Eet deze soep met getoast brood en eventueel geraspte kaas.

Maurice van Bussel (23) is vierdejaars student Industrieel Ontwerpen en werkt bij sterrenrestaurant Niven in Rijswijk.


20

Delta

TU Delft

‘Niemand is gemiddeld’ Toiletten, prothesen, helmen en bh’s; ergonoom dr.ir. Johan Molenbroek, alias de ‘toiletprof’, heeft er ideeën over. Op 14 oktober zwaait hij af bij Industrieel Ontwerpen met een afscheidssymposium over zijn werk.

I

n de werkkamer van Johan Molenbroek puilen de kasten uit van boeken over ergonomie en biomechanica. In vier decennia verzamel je het een en ander. “Studenten komen hier om boeken te lenen en vragen te stellen”, zegt Molenbroek. “De laatste vraag die ik kreeg, ging over een operatietafel. De student moest een operatietafel ontwerpen voor heupoperaties. Mensen komen er op rare manier op te liggen, met hun been onder een gekke hoek. Kan dat wel, vroeg de student zich af.” Het is het soort vraag waar Molenbroek van houdt. “Hoe groot en sterk zijn mensen? Wat is de variatie in maten? Niemand is gemiddeld”, aldus de ontwerper, die biomechanica studeerde in Twente. “Ik ga het erg missen om studenten te helpen”, verzucht hij. “Ik vind het mooi om jonge mensen te stimuleren iets te ontwikkelen waarvan ze dachten dat ze er niet toe in staat waren.”

BEENLENGTES Dat niemand gemiddeld is, ontdekte Molenbroek al snel na zijn aanstelling in Delft in 1978. Voor een van zijn eerste grote onderzoeksprojecten moest hij de beenlengtes meten van achthonderd bejaarden. Op zijn bureau liggen een vergeeld onderzoeksrapport en krantenknipsels uit onder meer De Telegraaf. “Dit werk heeft veel media-aandacht gegenereerd.” Hij moet lachen. Molenbroek ontwikkelde in de jaren erna de database voor ontwerpers dined.nl, over de variatie van maten van Nederlanders. Duizenden mensen heeft Molenbroek de maat genomen. Drie decennia lang met traditionele meetinstrumenten zoals antropometer en meetlint. Sinds kort maakt hij full body 3D-scans in zijn lab tegenover zijn kantoor. Hij heeft zich altijd ingezet voor ouderen. “Zelfs als ouderen dement zijn en laaggeletterd wonen

ze tegenwoordig nog thuis. Een verpleeghuis kom je alleen nog horizontaal in. Als gevolg daarvan verongelukken veel ouderen in huis. In het verkeer neemt het aantal ongelukken elk jaar verder af. In huiselijke sfeer neemt het alsmaar toe.”

TOILETRITUELEN En zo komen we bij een ander paradepaardje van de IO’er. Toiletten. “Ouderen vallen regelmatig in de toiletruimte. Dit zijn van die subtiele dingen waar je moeilijk de vinger achter krijgt, doordat mensen niet graag over hun toiletrituelen praten. Dat maakt toiletten fascinerend om aan te werken.” Molenbroek was projectleider van EU-project Friendly Rest Room, een toilet speciaal voor ouderen. Het toilet kan op en neer gaan en voorover hellen. Dankzij een systeem met rfid-chips kan de toiletpot onthouden in welke positie de gebruiker het toilet de vorige keer heeft afgesteld en deze positie automatisch weer aannemen bij het volgende bezoek. Molenbroek was via afstudeerprojecten nauw betrokken bij tal van onderzoeken naar toiletten voor in de trein, op boten en in campers. “Men noemt mij ook wel de toiletprof.” Zijn maatschappelijke betrokkenheid blijkt ook uit het project Designed to fit. Samen met promovenda Lyè Goto verzamelt hij data over de afmetingen van kinderhoofdjes en gezichten. Dit moet leiden tot betere beademingsmaskers voor kinderen. Dit maatschappelijke engagement heeft de ontwerper van huis uit meegekregen. “Ik kom van een klein gemengd boerenbedrijf in Twente. Afval bestond niet. Etensresten gingen naar de dieren. We moesten altijd opboksen tegen de grote boeren. Zij hadden meer mogelijkheden om te investeren en hun bedrijf gaande te houden. We

leefden daar met drie generaties; opa en oma, mijn ouders, een paar ongetrouwde ooms en tantes en ik met mijn acht broers en zussen. Twee van mijn broers hadden een handicap.” “Die achtergrond is denk ik de reden waarom ik graag ontwerp voor mensen met een handicap. Ik ben het gewend om te gaan met mensen met een beperking. Ik ben gebiologeerd door het ontwerpen voor de underdog.”

‘Ik ben gebiologeerd door het ontwerpen voor de underdog’ Hij kan zich eraan ergeren dat veel ontwerpen mensen buitensluiten. “We hebben in Nederland twee miljoen laaggeletterden. En wat doen we? We voeren de ov-chipkaart in. Veel mensen kunnen niet lezen wat er op die apparaten staat. De strippenkaart werkte goed. Ander voorbeeld: medicijnverpakkingen. Veel ouderen krijgen die niet open. Zijn we asociaal? Nee ik denk niet dat dat het is. Ontwerpers en fabrikanten zijn onvoldoende op de hoogte van de variatie tussen mensen. Iedereen gaat altijd uit van gemiddelden.” << Afscheidssymposium ‘40 jaar passen en meten’. vrijdag 14 oktober bij Industrieel Ontwerpen. Johan Molenbroek neemt afscheid als universitair hoofddocent bij de sectie applied ergonomics and design. Het symposium geeft een impressie van Molenbroeks onderzoek, onderwijs en projecten vanaf eind jaren zeventig tot nu. io.tudelft.nl

Delta

TU Delft

21


Delta

Advertenties

We push technology further

DE STARTER

to print microchip features that are ner

Laat de teugels vieren

In de serie De starter vertellen starters over hun leermomenten, verkeerde inschattingen en fouten.

to accelerate articial intelligence

Foto: Marcel Krijger

to let robots help in healthcare Do you dream of changing the world of innovation? Do complex technological challenges appeal to your imagination? We are looking for you. ASML always wants to get in touch with eager and curious students.

Deze koptelefoon is niet te koop Schrijf je in vóór 5 november op techniekbedrijven.nl

Join us at workingatasml.com/students

Hét carrière-evenement voor de techniek- en bètastudent

Een beetje muziekliefhebber koopt geen koptelefoon, die huurt ‘m. In stukjes. Gerrard Street, gestart door industrieel ontwerpers Dorus Galama en Tom Leenders, loopt letterlijk op kop als het gaat om circulaire consumentenelektronica. “Een totaal nieuw concept”, aldus Dorus Galama (29). Eind 2013 begon hij met Gerrard Street - toen nog Pelican House. Van hun eerste product, een modulaire leasekoptelefoon, zijn er sinds deze zomer zeshonderd in omloop. Hoewel de ontwerpers sinds hun afstuderen in 2014 fulltime bezig zijn met hun bedrijf, ‘spelen’ ze nog met de constructie van het leaseconcept. Vooralsnog kunnen klanten de koptelefoon (aanschafwaarde pakweg 250 euro) huren vanaf €6,50 per maand. Een abonnement is verplicht: van drie maanden (waarbij hij maandelijks dan wel een tientje kost), één jaar, of twee. Kapot onderdeel? Gerrard Street repareert of vervangt het meteen. Inclusief gratis updates. Scheelt bergen afval, als je nagaat dat jaarlijks een slordige vijftien miljoen kilo aan koptelefoons wordt weggegooid vanwege één knullig mankementje. Galama: “Alles wat kapot gaat is ons probleem. Dat houdt ons scherp een zo goed mogelijk product te leveren.” De koptelefoon belandt vervolgens als bouwpakketje op je deurmat. Dj Isis, Arjan Lubach en zangeres Janne Schra hebben ‘m al. Hartstikke hip tenslotte, die circulaire economie. Dankzij diensten als Spotify en Netflix hebben we al geen cd’s en dvd’s meer nodig;

hoe handig is het dan als je de boel ook nog kunt beluisteren via een koptelefoon die je nooit echt hoeft aan te schaffen en die gegarandeerd werkt? Galama heeft er desondanks de nodige slapeloze nachten van gehad. “We hebben een enorm risico genomen door ons er na ons afstuderen direct fulltime op de zaak te storten. Ik had een baan als zzp’er in het grafisch werk, dus een beetje inkomen hadden we wel. Maar we zaten geregeld zonder geld, zelfs toen we 15 duizend euro kregen van duurzaamheidsaccelerator Climate Kick waarvan we de eerste prototypes konden regelen én testen in een leaseconstructie.”

‘Alles wat kapot gaat is ons probleem’ Inmiddels kunnen ze er goed van eten, en hebben ze zelfs een derde participant aangetrokken, die zich vanuit Londen bezighoudt met het investeringstraject. “Zitten we meteen op de internationale markt, en is het een kleine stap naar de Verenigde Staten.” De meeste onderdelen bouwen ze niet meer zelf, maar kopen ze in bij verschillende bedrijven. Toch zou Galama het niet anders aanpakken wanneer hij opnieuw moest beginnen. “Dé manier om te ondernemen, is zoveel mogelijk coaching te zoeken, snel de markt opgaan, en niet te lang op je product te focussen – zoals veel techneuten doen. Ga eerst eens met je klanten praten! Wij hadden onze eerste koptelefoons al verhuurd voordat we ook maar een webshop hadden.” (JB) gerrardst.nl

Welkom eerstejaars studenten (a.k.a. eager young minds). Toen ik in de vorige Delta de column van Erik Huisman las, vroeg ik me na zijn laatste zin af: is dat zo? ‘Haal dat diploma en ga de wereld in, wat je er ook gaat doen. Je wordt vanzelf jezelf.’ Het deed me denken aan wat mijn omgeving tegen mij zei toen ik tegen het einde van mijn middelbare schooltijd aanliep en niet wist wat ik wilde studeren: ‘Doe wat je leuk vindt, dan komt het vanzelf goed.’ Het klinkt allemaal prachtig, maar ik zou er graag het een en ander aan toevoegen. Er is geen basisbeurs meer, steeds meer masteropleidingen selecteren en het studietempo moet omhoog. The pressure is on. Recent onderzoek van de Landelijke Studenten Vakbond leerde ons dat minder studenten naar het buitenland durven uit angst voor studievertraging. Natuurlijk kunnen we studenten stimuleren om minder lang over hun studie te doen, maar studeren moet wel leuk blijven. Als we te veel opjagen en drammen op meten en presteren, zitten we straks met een generatie die veel weet maar niets begrijpt. Bovendien liggen torenhoge verwachtingen op de loer. Als student heb je tegenwoordig zoveel kansen om richting te geven aan je leven. Als je dan nog niet komt waar je wilt komen, heb je dat toch alleen aan jezelf te danken? Het aantal burn-outs onder twintigers is de afgelopen jaren drastisch toegenomen. Dat is alarmerend en daar moeten we wat mee. Bovengemiddeld mag niet het nieuwe gemiddelde worden. En ik zal nog eens wat verklappen: je wordt niet vanzelf jezelf. Studeren is een geweldige kans en het opent tal van deuren. Maar creativiteit en zinvolle reflectie vind je toch echt buiten de collegezaal. Reis naar Ecuador en oogst koffiebonen. Schrijf activistische pamfletten. Doe eens iets dat je niet op je CV kunt zetten. Probeer, faal, leer. Dat LinkedIn-profiel komt over een paar jaar wel.

Kim-Lan Jong Baw is communicatieadvideur en coordinator externe betrekkingen bij de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Ze is van huis uit sinoloog.

COLUMNKIM-LANJONGBAW

to make robots understand humans

18 november 2016 Beurs-WTC Rotterdam

23

TU Delft


24

Delta

Delta

TU Delft

BOEKEN

DESGEVRAAGD

Superieure complottheorie over 9/11

Bijna twee derde van de Europese groene energie komt uit biomassa. Vooral bijstook van hout in kolencentrales is erg populair. Volgens New Scientist levert dat geen klimaatvoordeel op, integendeel, en schaadt bijstook de armen en de natuur.

Een complottheorie kun je met een paar biertjes op eruit flappen, maar je kunt er ook werk van maken, zoals Coen Vermeeren in ‘9/11 is gewoon een complot’. Verplichte lectuur voor iedereen die wil weten hoe je zo’n redenering fatsoenlijk opzet.

B

ouwers van complottheorieën hebben een grote voorsprong op hun (wetenschappelijke) concurrenten. Waar die laatsten geacht worden een sluitende redenering op basis van feiten op te zetten, hoeven de eersten slechts een los eindje te vinden om te beweren dat de complete conclusie niet deugt. Zelf hoeven ze niet zoveel te doen, want ja, daar hebben ze de middelen niet toe en bovendien zijn ze slachtoffer van machtige samenzweerders.

Het valt dus te prijzen dat Coen Vermeeren, directeur van Studium Generale van de TU Delft, niet over één nacht ijs gaat bij het ontvouwen van zijn samenzweringstheorie dat 9/11 niet door Al Qaeda gepleegd werd maar door (of in elk geval met medewerking van) elementen in de Amerikaanse overheid. In meer dan driehonderd pagina’s gaat hij systematisch alle rapporten en onderzoeken af om ze verdacht te maken. Een mooi voorbeeld van Vermeerens redeneerwijze komt als hij het rapport bespreekt over de instorting van WTC 7, opgesteld door het National Institute of Standards and Technology (Nist). Dat was in opdracht van de overheid, dus sowieso onbetrouwbaar, maar complottheoretici zijn bij gebrek aan eigen financiën afhankelijk van officiële rapporten, die ze onklaar moeten maken. Dat gaat als volgt.

Vermeeren legt de gebruikelijke gang van zaken met peer review bij wetenschappelijke tijdschriften uit. Peer review bleef bij het Nist-rapport uit. Dus het rapport voldoet niet aan academische standaarden. Conclusie: er is nooit onafhankelijk onderzoek verricht naar de instorting van WTC 7. Onafhankelijk onderzoek zou alle denkbare hypothesen moeten onderzoeken. Dus ook dat het gebouw tjokvol explosieven zat die door derden zijn ontstoken. Dat deze hypothese in het Nist-rapport niet serieus wordt genomen, toont aan dat er bewust naar een bepaalde conclusie toe geredeneerd is – waarmee dat rapport onderdeel is geworden van het complot om de waarheid onder het tapijt te schuiven. Twee pagina’s later hanteert Vermeeren een andere techniek om de Delftse hoogleraar constructies Jan Vambersky terzijde te schuiven: ‘Vambersky kende de constructeur van de Twin Towers, Leslie E Robertson, persoonlijk. Misschien was dat de reden dat hij

Ziedaar het arsenaal van de gedegen complottheoreticus: verdachtmakingen, karaktermoorden en appèls aan het gezond verstand

zich op geen enkele wijze wilde associëren met de zomeropdracht [van 9/11 sceptici], met als excuus dat hij de opdracht suggestief vond en gebaseerd op complottheorieën?’ En voilà, Vambersky hoeven we ook niet meer serieus te nemen met zijn afwijzing van de explosieventheorie. Ziedaar het arsenaal van de gedegen complottheoreticus: verdachtmakingen, karaktermoorden, appèls aan het gezond verstand (‘ieder kan zien dat … dus als de expert het niet ziet, zit hij in het complot’), halve waarheden (‘de WTC-torens waren ontworpen om te blijven staan’, iets wat door Robertson genuanceerd wordt, maar dat heeft het boek helaas niet gehaald), enzovoort. En dat met een dichtheid van zeker twee à drie keer per pagina. Kortom, Coen Vermeeren heeft met ‘9/11 is gewoon een complot’ een superieur paranoïde boek afgeleverd. Jammer alleen dat hij het definitieve bewijs, de al eindeloos aangekondigde satellietbeelden in bezit van Vladimir Poetin, niet meer heeft kunnen meenemen. (CJ)

Coen Vermeeren, ‘9/11 is gewoon een complot’, Obelisk Media Services, ISBN 978-90-825814-0-9

SUDOKU VARIATION In a regular Sudoku, every row, column and block of 3 x 3 cells must contain the digits 1 through 9 exactly once.

Solution Delta Sudoku 1

In this CalculoDoku, there are ten more items to solve. Firstly, these are the eight groups of four pink cells, marked A through H. The sum of the four digits in each group is exactly 18. Secondly, these are the two diagonals that also must contain the digits 1 through 9 exactly once. If you would like to receive a possible partial solution of a puzzle in Dutch please send an email to folkert@sudoku-variations.com with the number of the puzzle you want.

© 2015 www.sudoku-variations.com

If you love to solve more of these challenging Sudoku variations please visit www.sudoku-variations.com.

‘Een tiende van het Europese energiegebruik voor warmte, transport en elektriciteitsproductie komt binnenkort van bossen en boerderijen’, aldus het Engelse wetenschapsblad. ‘De koolstofbalans van de westerse landen verbergt een grotere fraude dan die van het bankenschandaal die in 2008 tot een wereldwijde recessie leidde’. Dat is nogal een claim. Emeritus hoogleraar prof.dr.ir. Rudy Rabbinge van de Wageningen universiteit hoeft er niet lang over na te denken. “Het is volstrekte rotzooi”, zegt hij desgevraagd over de bijstook van houtsnippers in elektriciteitscentrales. Als brandstof scoren houtsnippers slecht: “Hout groeit langzaam, de energiedichtheid is laag, het bevat veel water en de uitstoot per hoeveelheid warmte is groter dan bij het gebruik van kolen.” Als oud-hoogleraar in de productietechnologie wil hij één uitzondering overwegen: “Met snelgroeiend hout zoals wilgen of populieren kun je net aan een CO2-reductie bereiken ten opzichte fossiele brandstof.” Europese regelgeving beschouwt houtsnippers en pellets als groene CO2-vrije brandstof en subsidieert het gebruik ervan. Net als de opwekking van zon-

ne- en windenergie. Het idee daarachter is dat bij verbranding van hout weliswaar kooldioxide in de lucht komt, maar dat bomen dat bij hun groei ook uit de lucht opnemen. Vandaar dat houtstook CO2-neutraal zou

‘Onmiddellijk stoppen met subsidie op bijstook van hout’ zijn. Rabbinge bestreed dat idee begin 2015 al als medeauteur van het ‘Visiedocument biobrandstof en hout als energiebronnen’ van het KNAW. Dat riep felle reacties op. André Faaij (Rijksuniversiteit Groningen) noemde het ‘van kleuterschoolniveau’ en Wim Turkenburg (Universiteit Utrecht) sprak van een actiepamflet. Rabbinge: “Als je alle energie meerekent die geïnvesteerd wordt in de kap, de verwerking, het drogen en het transporteren, dan

25

TU Delft

Stelling verdwijnt de positieve energiebalans als sneeuw voor de zon.” En dat terwijl de CO2-uitstoot zich ophoopt, want het duurt bij hout vijftig tot honderd jaar voordat kooldioxide weer is vastgelegd als biomassa. “Bijstook is voor Nederland lang de enige manier geweest om te voldoen aan de groene doelstellingen vanuit Europa” legt prof.dr.ir Wiebren de Jong uit. Hij is sectieleider grootschalige energieopslag bij de faculteit 3mE. “Nederland had nauwelijks capaciteit voor zonne- of windenergie.” De Jong vindt de opwinding over bijstook ‘ongenuanceerd’. “Het is alles of niks in de discussies.” Zo blijft duurzame certificering van biomassa vaak buiten beschouwing. De Jong richt zich met zijn onderzoek op afvalstromen (landbouwresiduën, bosafval, mest, rioolslib) die in een bioraffinageproces worden vergast. De CO2 die daaruit vrijkomt, kan met waterstof uit groene stroom gecombineerd worden tot biobrandstoffen. Wat doen? Rabbinge: “Onmiddellijk stoppen met subsidie op bijstook van hout. Investeer dat geld in energiebesparing en in de ontwikkeling van energieneutrale gebouwen.” De Jong voorziet een hybride energievoorziening waarbij duurzame biomassa gebruikt wordt om het fluctuerende aanbod van groene stroom te bufferen en op te slaan. (JW)

‘Ondanks de opkomst van nieuwe technologische hulpmiddelen blijft het krijtbord het ideale middel om kennis aan een groep mensen over te dragen’ KIM VERBERT ingenieur in de systeemen regeltechniek Uit proefschrift ‘Fault diagnosis and maintenance optimization for interconnected systems, with applications to railway and climate control systems’ ‘Voor het effectief overdragen van kennis is een goede interactie met de ontvanger essentieel. Het krijtbord is hier een ideaal hulpmiddel voor. Een uitwerking op het krijtbord vereist inhoudelijke kennis en een coherent verhaal. Dit zorgt ervoor dat er makkelijk en adequaat kan worden ingespeeld op vragen uit het publiek. Bordschrijven remt bovendien de presentatiesnelheid, waardoor de denkprocessen van zender en ontvanger synchroniseren. Tenslotte straalt het bord door zijn eenvoud: er kan vrijwel niets mis gaan. Hierdoor is de volledige aandacht beschikbaar voor daadwerkelijke kennisoverdracht. Technologische hulpmiddelen zijn ideaal om bepaalde zaken te illustreren, maar voor de daadwerkelijke kennisoverdracht zijn een goede docent en het krijtbord nog altijd onmisbaar.’ (TvD)


Delta

Text: Heather Montague Photo: Sam Rentmeester

TU Delft

Journey to a PhD: A view from the inside It takes four years if you stay on track. There are endless hours of research, writing and attempts to get your work published. You may even consider quitting more than once along the way. Then in order to complete the process you have to convince a panel of experts that you have mastered your subject. But in the end, doing a PhD is much more than the sum of these parts.

I

t’s a journey that will most likely take you down a path of learning and selfdiscovery that nobody can prepare for. It requires perseverance, adaptability and self-motivation. And it’s not just the PhD candidate that takes the journey. The other part of the equation is your supervisor, the professor who is tasked with providing the necessary guidance and feedback to help you develop into an independent researcher. With this first installment, Delta begins a short series looking at the personal experiences of PhD candidates at different stages of the process and their supervisors.

JORGE MONCADA PhD candidate, Energy & Industry section, Faculty of Technology, Policy & Management (TPM) Jorge Moncada knew he wanted to do a PhD very early on. But due to what he describes as a lack of resources and infrastructure in his home country of Colombia, he decided to go abroad. So after completing a master’s in chemical engineering, Moncada began to explore his options. “I had a friend at TU Delft doing a postmaster’s study,” he said. “I thought I would need to know Dutch, but when I found out that

wasn’t true I applied to the PDEng programme on Process and Equipment Design at TU Delft.” Moncada came to Delft in March 2011 to do a Professional Doctorate in Engineering (PDEng), a two year design traineeship that is application-focused. Upon finishing the PDEng, Moncada worked for four months in The Hague in

‘In TPM you need a more holistic view’ industry, but quickly decided it wasn’t for him. Luckily, he was told about a PhD position in the TBM faculty by his current promoter. Now in the fourth year of his PhD, Moncada said the journey has been both challenging and rewarding. “The beginning of the PhD was kind of tough because I had to learn so much,” said Moncada. “It was not specifically my background so I had to take some master’s courses.” Moncada believes the PDEng was good preparation in terms of learning organisation, communication, technical skills and soft skills. “Had I not done the PDEng it would have been really tough,” he said. During the first year of the PhD, Moncada feels

planning and keeping an open mind are critical. “In my opinion, the first three months you are still so naïve about the topic,” he said. “Things really change when you get into your research. There are always surprises doing a PhD, things always change.” His work, which focuses on biofuels for the aviation sector, involves system level analysis and modeling how actors in the supply chain make decisions. “The biggest challenge for me has been changing my way of thinking,” said Moncada. “In TBM you need a more holistic view. I like things concrete, well defined problems. But now I realise there may be many solutions to a complex problem and they may not be well defined.” A unique factor for Moncada is that his PhD is a joint programme with TU Delft and Utrecht University. He noted that the two systems are quite different and he has three promoters. “It’s complicated but I think it depends on how you see it,” he said. “It can be difficult and takes more time, but I also benefit from having input from more people.” Moncada says that he has learned many things during the PhD process. From a professional point of view, if he had the chance to start over he would be more systematic in literature review and would start doing modeling from the

Delta

27

TU Delft

very beginning. He also said he would spend more time writing and discussing things with colleagues. “From a personal perspective, I look at the guy I was a few years ago,” he said. “I am more critical now and I see the world differently. I am more curious about many subjects. If you go deep enough into any subject it can be really interesting.” As for advice to those considering a PhD, Moncada said, “You have to really like research and do it because you really want it.” When he’s finished, Moncada would like to stay in the Netherlands to pursue an academic career.

DR. ZOFIA LUKSZO Co-promotor, Associate Professor, Energy & Industry (TPM) During the startup of a joint project with Utrecht about four years ago, Dr. Zofia Lukszo was looking for PhD candidates. “Jorge was a referral from a colleague,” she said. “Despite the fact that his background was heavily in engineering, it was clear from the beginning that he was a promising candidate. We saw he was an open minded person and ready to learn.” She explained that they almost always work with multi-disciplinary projects, so it’s rare to find someone already experienced. Although Lukszo and Moncada have been fortunate to build a good working relationship, it’s not always easy to find the right candidate.

‘I wish I had more time for these types of discussions’ Lukszo noted that sometimes professors need to be more careful with their choice of candidates. “It’s important to check the skills and abilities that are important for the position,” she said. “But it’s most important to judge if someone can bring things to a good end, not only being goal oriented, but knowing how to finish something.” Finding and supervising PhD candidates like Moncada is just one of the many roles professors play. Nowadays most are also responsible for carrying a teaching load, doing their own research and writing proposals for funding, amongst other things. Dr. Lukszo estimates that four PhD candidates at one time is reasonable, but said it’s important to find a way to balance the work. “Personally I like to sit down and talk to people, to figure out the direction and develop concept models,” she said. “Do I have sufficient time for this? No! I wish I had more time for these types of discussions.” Dr. Lukszo, originally from Poland, said the PhD process has changed since she started working at TU Delft in 1995. She explained that before

Zofia Lukszo and Jorge Moncada.

the Graduate School there was a group of PhD candidates without proper support. The administrative procedures have changed, but now Lukszo said it’s clear what is expected. “In our section there is the right culture for supporting candidates. Having more formal procedures helps in supporting a bigger group of people.” She also noted that these changes were needed in order to get the average PhD time down to four years. Procedures aside, Lukszo takes a very personal approach to supervising. “I think it’s important to see the person and not only the project,” she said. “You can better support them in that way.” Lukszo emphasised that for a PhD candidate it’s important to know that it’s a difficult trajectory. They must understand that it’s an individual project, their supervisor never has

enough time and problems always come up. And in her experience, Lukszo said there are some PhD candidates that need more attention. As a supervisor, she feels it’s important to see that people need different things and to be flexible. At the end of the day, like many people in academia, Lukszo loves what she does. “I love working with young people and seeing them grow,” she said. “You hope you contribute to their growth; that is the reward.” << You can read the next story in this series on October 10, at delta.tudelft.nl


28

News

Text: Damini Purkayastha Illustration: Stephan Timmers

New scholarships to combat dramatic fee

English pages

Delta isn’t just news printed on paper; we’ve got lots of outlets, including an event series we are hosting called the Living Survival Guide. We bring you experts on topics to help you adjust to living in the Netherlands. Check out our Facebook page for details.

Delta

29

TU Delft

Stimulating critical cooperation by consulting Parsifal Based upon Parsifal the Grand Opera, a game designed by assistant professor Dr. Rens Kortmann, for the annual Opera Days Rotterdam festival, Consulting Parsifal was a new feature in this year’s TPM introduction programme.

O

n September 9, 2016 Consulting Parsifal, a serious game, was conducted by staff and students of the Faculty of Technology, Policy and Management (TPM) for hundred first-year bachelor’s students. The purpose of the experiential learning event was to prompt incoming students to reflect on the role of critical cooperation at the outset of their academic careers.

In this version, students, organised into opposing teams, adopted the role of consultants in the Parsifal Group. Named after the main protagonist of Richard Wagner’s opera Parsifal, the consultants have been hired by Amfortas, an organisation representing small retail businesses in city centres. Amfortas, in the spirit of its operatic namesake the tragic king, has hired Parsifal Group to find a solution to the high rate of bankruptcy and departure of small businesses from city centres stemming from the rise of online commerce. A preliminary problem analysis indicated that the key to success was held at Klingsor.com, a profitable online retail company named after the opera’s antagonist. In their quest to find the formula, teams were faced with distracting volumes of information, secret agendas and hidden conflict. Game coaches employed by Klingsor.com outwardly expressed full cooperation with the effort to locate the formula, yet had a vested interest in ensuring that

it remained secret. Their tactics aimed to pit teams against one another. In the midst of the melee, an undertone of resistance to the rules of play started to emerge. Side games where ‘money’ is earned were only ‘winnable’ if students cooperated. Staff members took on the role of Kundry, another original character, forced by Klingsor.com to encourage teams in their aggressive ways. Yet only when teams applied critical thinking was the message revealed. Following an encounter with the wandering Kundry, one bachelor student exclaimed, “I am very sure we should change our game!” During the debrief session, students reflected upon how they actively had to choose to think critically about the true nature of the problem and cooperate to achieve their consulting assignment goal: a satisfied client able to take steps to revitalise the city centre. (DC)

Herring and fibre optics How does a university ensure that they attract the best minds in the world despite becoming more and more expensive? Offering top-tier students scholarships is a good place to start.

I

n the past ten years, the tuition fee for international students (non-EEA) enrolling for master’s courses at TU Delft has almost doubled. In 2016, the university announced a further 10.6% fee hike, taking the amount from €13,560 to €15,000. Added to that, the university estimated the annual cost of living in Delft to now be around €10,000 to €12,200 annually. Following the hike, some students floated an online petition against it. The petition, on IPetition.com, received 450 signatures (550 short of its target). “TU Delft wants to be competitive in the global market, and the sort of facilities and education we want to provide, not just at TU but at the 3TU Federation, is expensive. There has been a dramatic increase in the fees, bringing the fees in line with global trends, but we have also seen a continuous growth in the number of international students over the years,” said

Anita Coetzee, Manager Education and Student Affairs at the Faculty of Electrical Engineering, Mathematics and Computer Science. Coetzee is part of the committee that is working the proposal for new scholarships. While the fee hike stands, the university is looking into ways to ensure that students are not daunted by the figures. Now that the university has established its “brand”, the next step is to move from a quantitative model to a more qualitative one. “Our focus is going to be on attracting the best students from around the world. Our aim is to have a talented and diverse student population,” said Coetzee. The best get the best deals Taking a cue from American universities, TU Delft plans to create more scholarships to stay competitive. Aimed at attracting “outstanding international students”, three scholarships have been proposed: Excellence Scholarships (full financial contribution), Talent Scholarships (partial financial contribution) and Merit Scholarships (one-off financial incentive). Other top technical colleges in Europe are also offering similar scholarships. For instance, EPFL (Swiss Federal Institute of Technology in Lausanne) and ETH Zurich (Swiss Federal Institute of Technology in Zurich) both offer an Excellence Scholarship alongside other merit-based modules. The fee at EPFL is €1,050 euros (for all students)

and the cost of living is estimated at €21,503.69. At ETH Zurich, the tuition fee is around €1,061 cost of living between €14,000 and €23,000.

TIES THAT BOND As per the proposal, TU Delft’s new scholarships will go beyond financial assistance. “We are also looking at personal development sessions, for both international and Dutch top scholars. Maybe some classes on public speaking, on presentation…” she said. The committee also hopes to create a strong alumni network with a lasting bond with TU Delft. “In the past we saw that there was a gap between Dutch and international students. We want to bridge that two-university mindset. Also, we want our scholars to feel a strong bond with the university and, in time, become ambassadors for our university in their home countries,” said Coetzee. The Executive Board has green-lighted the proposal and the committee will now approach the financial department to crunch the numbers. “We have to talk about funding now, whether we approach private or corporate partners, how to set up a fund. Faculties have to decide how they want to set up their scholarships. In the next couple of months, when students start applying for 2017-2018, we should have a blueprint ready,” said Coetzee.

Ocean waves, fibre optics and biological active fluids. Two researchers from the 3mE Faculty have been awarded an ERC Starting Grant worth 1.5 million euros for research on these topics. The herring that are to be released in the aquarium at the Rotterdam zoo are sure to become one of the highlights in the park. Together they will form one giant sparkling and dancing ball of scales making divertive movements simultaneously when haras-

sed by one of the sharks foraging in the tank. Dr. Daniel Tam, an assistant professor at the department of Process & Energy and one of the ERC recipients, will study their behaviour thoroughly using a technique called PIV (Particle Image Velocimetry). This is an optical method of flow visualisation in which the fluid is seeded with tracer particles (the fish in this case) and illuminated. Tam is an expert in biological active fluids. “In these fluids thousands or millions of organisms swim or otherwise propel themselves together and show coherent behaviour,” he said. “Biologically active fluids are crucial to many biological processes such as mechanical signal transduction, embryonic develop-

ment, and biofilm formation.” Tam also works with the microorganism Chlamydomonas, a unicellular green algae that has two flagella for locomotion. He recently discovered that when you subject Chlamydomonas to pulses of water flows they react by sweeping their flagella with the same frequency as the water pulses. These microorganisms sense the currents. Tam believes they also sense the currents caused by their congeners and that this allows them to synchronize their movements. “They mechanically communicate through the fluid,” he said. Dr. Sander Wahls, an assistant professor at the Delft Centre for Systems and Control, also received an ERC grant. His work is about ocean waves

and fibre-optic communication (light waves), or better, the maths that describe these waves. For this he focusses on nonlinear Fourier transform (NFT’s). This is a method for representing an irregular signal as a combination of individual pure frequencies or sinusoids. It's universal in signal processing. “Nonlinear Fourier transforms have been studied intensively in mathematics and physics,” Wahls said. “However, they have not yet found widespread use in engineering.” Wahls believes that by devising more efficient algorithms, NFT’s could become a new tool in engineering. Applications are expected to pop up in various areas including fibre-optic communications or analysing water waves. (TvD)


30

Text: Damini Purkayastha Photo: Marcel Krijger

Nuna’s secret weapon The Nuon Solar Team announced that they expect to drive 200 additional kilometres thanks to a light-capturing PV coating. The team took part in the Sasol Solar Challenge that started on September 24, 2016.

Surviving rentals

BLACK TIE EVENT

If your driving license is valid in the Netherlands, you can rent a car from a number of companies with pick-up points in Delft. Options include Sixt. com (Schieweg 93) and Köhler Autoverhuur (Yperstraat 12). Rent a Citroen, a moving van or even a BMW depending on your budget. A customer service executive at Sixt.com (who requested not to be named) said rental costs can range between €50 to €100 per day. “Compare our pricing strategy to that of airline tickets. Prices fluctuate and our website has offers and deals you can

Mark Kloeg: “We also rent suits to the Rector Magnificus for special occasions, and to honorary doctors.”

make the best of.” Auto insurance is mandatory in the Netherlands, so be sure to check with the agency what they offer.

BIKE IT OUT If you have an OV-chip card, you can buy an annual bicycle subscription for €10 online and link it to your card. With this, you can rent an OV-bike from 250 locations across the country for €3.35 per day. Two bikes can be rented on one subscription for up to 72 hours. You can also rent from local bike shops such as Bike Totaal Wijtman at Westlandseweg. They rent a cycle for €8 per day, with a

‘We rent to everyone, even an absolute novice’

deposit of €50. “We rent to everyone, even an absolute novice. All our bikes are standard size, but we can adjust the height to suit the cyclist,” said Tim Mulken, the workshop manager.

DO-IT-YOURSELF Local hardware stores like Karwei and Gamma also rent out tools and equipment for gardening, woodwork, painting and maintenance. You can check your options on the website www.rentpartner.nl and pick them up at the stores. If you don’t know what product you need or how to use it, they have advisors at hand. Prices depend on the duration you need it for. A hammer-drill can be rented for €12.40 (4 hours) or €15.50 (for a day). A lawnmower costs €35(4 hours), a hedge-trimmer €12.80 and a moving wagon €22.80. If you’re not sure what you need or how to

SHORT More news on delta.tudelft.nl/science

T

he Sasol Solar Challenge through the South-African desert has only one mission: how far can you go, purely powered by the sun, in eight days? For the occasion, the TU Delft Nuon Solar team has improved its victory car from last year with a top coating that minimises reflection off the solar cells. The solar car Nuna8 won last year's World Solar Challenge in Australia. The top coating features an optical microstructure embedded in a polymeric film. The effect of the microstructure is visible as the rainbow colours in the reflected light. The microstructure consists of a patented corner cube structure that reduces reflection of incoming light and traps the light once it has entered the solar cell. The amount of light increases by approximately 4%, resulting in one percent point more efficiency of the solar cells. According to the team, this gain

Some things in life come free, but most cost a lot of money. Luckily, you can rent a ton of stuff, from hardware tools to a BMW 7 Series.

ROAD-TRIPPING

31

TU Delft

SCIENCE

DELFT SURVIVAL GUIDE

Kledingverhuur Kloeg, a boutique on Broerhuisstraat, sells and rents formal menswear. Their regular clientele includes PhD candidates, paranymphs (ceremonial assistants) and committee members. “We also rent suits to the Rector Magnificus for special occasions, and to honorary doctors,” said Mark Kloeg. You can rent a formal suit for €99 and a tuxedo for €85. If you’re not sure what you need for which occasion, they’re happy to help you decide. “We have a wide range of accessories, such as shoes, top hats, ties, bow ties, socks, and cuff links and I also design 3D-printed cuff links on order,” he added.

Delta

use it, the advisors can help. There is a mandatory deposit on each rental, which is returned after a close inspection of each item.

TO THE NINES If you’re looking for an evening gown or a costume, try Something Extra at Oude Langendijk. They rent masks, clogs, angel wings and all kinds of outfits (from disco-themed, Delft Blue patterned, to floral frocks). “These aren’t really party costumes, they’re designed for professional projects and presentations. Students can come in to hire a beautiful evening dress or a white suit,” said Barbara van Gelder, the owner. Delftbased student musical group Virgiel have often rented from them. Prices range from €15 to €150, but Van Gelder says she’s always up “for a good barter”.

Cloud lasering

The Nuna8 at the start of the Sasol Solar Challenge. (Photo: Casper/Nuon Solar Team)

will allow them to drive 200 kilometres extra in the 4,500 km race over eight days. DSM, one of the team's sponsors, developed the antireflective coating. DSM acquired the technology by taking over the firm SolarExcel from Venlo in 2013. SolarExcel had been developing the technology since 2007. Together the Nuon team and DSM built an integra-

ted front sheet and laminated this into flexible modules, glued onto the top shell of the car. Aside from being super-light, the new solar panel is easier to clean without damaging the silicate cells. (JW) On Racing Day 5 Nuna8 had pole position. Check the latest on: nuonsolarteam.nl

Steel to capture the sun Temperatures of over hundred million degrees Celsius and high energy neutrons and alpha particles that blast everything to shreds. What materials can withstand the harsh conditions in fusion reactors?

W

ith dozens of images with interlocking mosaics, swirls, and veins, the thesis of Ines Carvalho looks at first glance to be about marble. The captions give away that these are in fact electron microscopy images of steel; of Eurofer97. This is a tough material designed about twenty years ago to withstand the environment inside a nuclear fusion reactor.

The problem is that even these materials, designed for the purpose, are not indestructible. They do suffer from massive radiation. How much so was the topic of Carvalho's thesis, which she defended last month. Carvalho studied the process of the deteriorating metal alloy at the Nuclear Research and Consultancy Group (NRG) with samples irradiated in the high flux reactor in Petten (The Netherlands) for two years. It would have taken decades to create similar samples with the smaller Delft reactor. With the electron microscope one can see defects of the size of at least some tens of metal atoms, resulting in the little pit holes on the pictures in the thesis. To discover defects of only one or several atoms, Carvalho used a different technique. At the Reactor Institute

she bombarded the steel with positrons. Positrons are the antiparticles of electrons. When these two hit each other, they annihilate, sending out two gamma rays. If there are many cavities in the steel, it will take the positrons and electrons a little longer to bump into each other. By observing the annihilation pattern one thus gets insight into the condition of the steel. The research of Carvalho continues in slightly altered form. In collaboration with the Dutch Institute for Fundamental Energy Research in Eindhoven (DIFFER), Professor Jilt Sietsma (3mE) and positron-annihilation expert Dr. Henk Schut of RID, will look into the deterioration of Eurofer ODS, an improved Eurofer97-version that has oxide particles added to it. Thus continues the quest for steel that can capture the sun. (TvD)

Dr. Martin de Graaf, who also works for the Royal Netherlands Meteorological Institute (KNMI), arrived on the shores of Ascension Island earlier this month to join an international group of scientists involved with CLARIFY-2016. The project, which stands for 'CLoud-Aerosol-Radiation Interactions and Forcing: Year 2016,' is using satellites and sophisticated ground and aircraft measurement instruments to create a map of the properties within cloud droplets and smoke. One of these tools is called a ground-based polarising UV-lidar and it shoots beams of laser light into the atmosphere in order to measure the size of these droplets. The project should provide the team with a better understanding of the interactions that take place between clouds, radiation and particles and how they might contribute to climate change. Current climate models contain inaccuracies that they hope to clear up. delta.tudelft.nl/32102

Protecting DNA

Stressed bacteria protect their DNA by compacting it in clusters. More insight into the mechanisms involved may lead to more effective antibiotics. PhD researcher Natalia Vtyurina studied the mechanisms of a DNAbinding protein from starved cells called Dps. In case of stress, caused by starving the bacteria or exposing them to antibiotics, the DNA double helix quickly curls around the Dps balls and locks down. This mechanism helps bacteria in protecting their genome. Once you understand a bacteria's defense mechanism, could you undermine it and make antibiotics more effective? Vtyurina agreed that, in principle, blocking Dps could make antibiotics stronger. But she stressed that a lot a fundamental science still needs to be done in this field. Additionally, studies and tests will be necessary to check the effectiveness and safety of any new drug. delta.tudelft.nl/32095


28

30

New scholarships

Rentals

MAIN

Contents International

31

SURVIVING

SCIENCE

Nuna's secret weapon

AVOCATIONS Hildo Bijl

‘It’s like playing chess at a high speed’

T

en years ago Hildo Bijl came to TU Delft to begin his studies. As an undergraduate student, he wanted to pick up a sport and meet people. So through Unit Sports he tried out lots of different options and found an interest in ultimate frisbee. “I like the physicality of it, that it involves full sprints and strategy,” he said. “It’s like playing chess at a high speed.” After only a year of playing, Bijl was invited to join the Dutch Under 20 team. “That may sound like a great achievement, but there weren’t that many

people to choose from in the country,” said Bijl, who is now nearly finished with a PhD in machine learning. But joining gave him the opportunity to play in international tournaments and his love for the sport grew. A board member of the Dutch National Frisbee Association from 2012 to 2014, Bijl has also coached the local Force Elektro team for the past seven years. Using his experience as a trainer, he kept notes over the years and put together an online book to teach others to coach. He said within a few

days it had reached 40 countries. A unique part of the sport is there are no referees, but instead players practise what they call ‘Spirit of the Game’. Bijl explained that when there are disputes players have to sort things out with each other and respect the rules. “It’s a sport that attracts people that are very open minded,” he said. “I like that it’s a community of people who are capable of listening to each other.”

Text: Heather Montague Photo: Sam Rentmeester


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.