Cursor 8 - jaargang 55

Page 1

8

Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven Voor nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op Twitter en Facebook

13 december 2012 | jaargang 55

12. r van 20 de bakken. o s r u C e e laatst igt Cursor 9 in .nl. Dit is d l a rsor.tue u janu ri c . 0 1 w g w a derd n op w Op don je vinde f j i l b oe. s Nieuw dagen t

e een fijn r e d e i t ns ctie we iens in 2013! De reda Tot z

2 | Met schwung het nieuwe jaar in 6 Lui vet

12 Wie wat bewaart heeft wat

14 Zonneladen aan de Dommel

Flip for English


2 | Vooraf

13 december 2012

Op naar 2013 Precies een jaar geleden trachtte ik op deze plek de gemoedstoestand te beschrijven waarmee de TU/egemeenschap het nieuwe jaar tegemoet trad. Flinke bezuinigingen stonden op stapel en in hun begrotingsadviezen lieten faculteitsraden weinig te raden over. Die bezuinigingen gingen pijn doen. Ik werd erop aangesproken dat het een wat zurig stukje was. Maar in mijn optiek verwoordde ik toen een gevoel dat breed leefde op de campus. Inmiddels zijn we twaalf maanden verder. Het jaar waarin we onze grootste revolutie op onderwijsgebied hebben ingezet. Het Bachelor College draait nu een kleine vier maanden en met een verhoging van de instroom in september lijkt het zijn eerste vruchten al te hebben afgeworpen. Het is vooral verheugend dat er substantieel meer meisjes van start zijn gegaan. In de loop van de eerste helft van 2013 gaat Cursor peilen hoe het Bachelor College zijn draai heeft gevonden. Ook zijn de eerste voorzichtige stappen gezet om een Graduate School op te tuigen. Maar op dat proces zit minder druk en kan men leren van de ervaringen met het Bachelor College.

Colofon Hoofdredacteur Han Konings

Eindredacteur Brigit Span

Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes (Wetenschap) Odette Knappers (stagiaire) Frits van Otterdijk Norbine Schalij Monique van de Ven

Medewerkers Nicole Testerink Chriz van de Graaf

Fotografie Rien Meulman Bart van Overbeeke

Illustraties Studio Lakmoes

Coverbeeld Bart van Overbeeke

Opmaak Natasha Franc

Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau

Redactieraad prof.dr. Cees Midden (voorzitter) prof.dr. Hans Niemantsverdriet Angela Stevens- van Gennip Thomas Reijnaerts (studentlid) Arold Roestenburg Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

Redactieadres TU/e, Laplace 0.40 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl

Cursor online www.cursor.tue.nl

Druk Janssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745

Rewwwind www.cursor.tue.nl Han Koning s

Docent slingert door Auditorium 2012 is ook het jaar van de oplevering van MetaForum en een flink deel van de Groene Loper. Aan beide projecten moet nog wat gesleuteld worden, maar dat komt vast wel goed. Studenten zagen dit jaar de langstudeerboete komen en gaan en zien in de toekomst hun ov-kaart verdwijnen. In 2014 wordt ook nog de basisbeurs afgeschaft. Wispelturigheid en kaalslag zijn troef voor deze groep. De student lijkt steeds vaker de sluitpost van de rijksbegroting. Laten we ze hier dan verwennen met excellent onderwijs. En gezien de resultaten in de studie­ special van Elsevier en in de onlangs verschenen Keuzegids slagen we daar goed in.

Uit de kast Er is geen plaats aan de TU/e voor al onze spullen, vreest de commissie academisch erfgoed in oprichting. Ze is naarstig op zoek naar ruimte voor de grootste objecten die door de verhuizingen van W&I, TN en EE uit de kasten tevoorschijn komen. “Ruimte zat”, denkt Johan Meulensteen, die N-laag uitploos. “Desnoods giet je de enorme elektriseermachine van EE in perspex en zet je hem in de markthal van MetaForum.” Ook collegainven­tarisator Wim van Bokhoven wil de geschiedenis op straat gooien. “Plaats de torenhoge stootspanningsgeneratoren maar op de Groene Loper.” Het zijn geen gekke ideeën. Het is goed om zicht op je eigen geschiedenis te houden. En dat er perspex om moet,

In Rewwwind ‘spoelen’ we kort terug naar de afgelopen weken. Welk nieuws is na het verschijnen van de laatste papieren Cursor op de Cursor-site verschenen?

tja, het erfgoed moet wel studentproof bewaard worden. Zie pagina’s 12-13.

11 december 2012 - Voor een college over periodieke bewegingen slingerde docent dr. Richard Engeln dinsdag 11 en woensdag 12 december door het Auditorium. In totaal waren duizend studenten bij de demonstraties aanwezig. Hij mat eerst tweemaal de slinger­ tijd van een bal, met verschillende

uitwijkingen. Daarmee toonde hij aan dat de uitwijking niet uitmaakt voor de slingertijd. Door vervolgens de bal los te koppelen en zelf aan de constructie te slingeren toonde hij vervolgens aan dat ook de massa voor de slingertijd geen verschil maakt.

Kabinetsplannen voor studenten ongewijzigd 7 december 2012 - Een motie die opriep om te stoppen met het afschaffen van de basisbeurs heeft niet voldoende stemmen gekregen in de Tweede Kamer. Het ministerie van OCW gaat dus door met het invoeren van het

leenstelsel. Ook wordt er ondanks kritiek vastgehouden aan het plan om de ov-kaart per 1 januari 2016 om te zetten in een kortingskaart.

Zetelverdeling studentenfracties U-raad ongewijzigd 6 december 2012 - De zetelverdeling van de studentenfracties in de universiteitsraad blijft ongewijzigd. Groepéén houdt er zes, de Eindhovense

Studentenraad komt weer op drie zetels uit. De opkomst was dit jaar 47 procent, een stijging van vier procent ten opzichte van vorig jaar.

TU/e beste technische universiteit

Norbine Sc halij

4 december 2012 - In de keuzegids 2012 staat de TU/e op de derde plaats in de Nederlandse ranglijst. Universi­ teit Twente eindigde op de zesde plaats en de TU Delft op plaats 8. Behalve de universiteiten zijn ook opleidingen beoordeeld. Studies met 76 punten of meer krijgen de stempel ‘topopleiding’.

Drie studies op de TU/e hebben deze stempel gekregen: Technische Natuurkunde, Technische Innovatiewetenschappen en Biomedische Technologie.

De mens achter het nieuws Richard Engeln: “Walter Lewin is een voorbeeld geweest” Dr. Richard Engeln, docent aan de faculteit Technische Natuurkunde, slingerde dinsdag- en woensdagmiddag door het Auditorium. Hij gaf een demonstratie voor het college over periodieke beweging voor het vak Toegepaste Natuurwetenschappen in het Bachelor College. Hoe kwam je op het idee om dit college op deze manier te geven? “Dit college lijkt erg op een standaard college mechanica dat we al een aantal jaren geven Maar ik wil de studenten laten zien dat de slingertijd onafhanke­ lijk is van de massa, in plaats van het alleen maar beredeneren. Ik wil dat studenten zich erover verwonderen. Vandaar dat ik het college minder formeel en meer conceptueel aan wilde pakken, dat de voorbeelden en het begrip centraal staan. Walter Lewin is zeker een voorbeeld geweest hierin. En als je dan een demonstratie van deze Richard Engeln voor het college. Foto | Bart van Overbeeke

omvang doet is het nou eenmaal het handigst om het voor iedereen in één keer te doen, en dat paste alleen hier in de kantine.” Hoe ging het? “Ik vond het vooraf wel spannend. Maar goede spanning heb je ook nodig om scherp te zijn. Ik was niet nerveus, het maakt wat dat betreft voor mij weinig uit of er tweehonderd of zevenhonderd studenten kijken. En ik heb geoefend vooraf, in collegezalen en ook in het Auditorium. Alle voorbereidingen gingen goed, iedereen was zeer behulpzaam. De demonstratie ging erg goed, ik ben zeer tevreden. “

www.cursor.tue.nl

Hoe verlopen de theoriecolleges tot nu toe? “De colleges lopen goed, behalve dan het rumoer in de zaal. Dat is erg lastig onder controle te krijgen. Er lijkt een soort magische grens te liggen rond de 150 studenten; heb je er meer, dan krijg je het nooit helemaal stil. Tot op zekere hoogte is rumoer niet erg, maar het vermindert de concentratie van de studenten en van de docent. Je bent meer tijd kwijt aan het bij de les houden van de studenten.” (OK)

De inspiratie voor Engeln


Vooraf | 3

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Vox Academici tue.nl www.cursor.

Zelf DNA? zien

Nico Sommerdijk. Foto | Bart van Overbeeke

Dr. Nico Sommerdijk, UHD Materials and Interface Chemistry, faculteit ST

Hoe maak je DNA op een directe manier zichtbaar? Mede dankzij populaire tv-series als CSI heeft het grote publiek kennisgemaakt met DNA en DNA-analysetechnieken. Vaak zie je dan een DNA-monster als kenmerkende bandjesladder of als gekleurde pieken - de DNA-sequentie. Het visualiseren van DNA als molecuul blijkt een vak apart; vaak wordt het DNA op een indirecte manier zichtbaar gemaakt. Afgelopen week was in diverse media te lezen dat het een Italiaanse onderzoeksgroep is gelukt om voor het eerst de strengen DNA in beeld te brengen. En inderdaad, een mooie dubbele helix. Hoe bijzonder is het om ons erfelijk materiaal op deze manier zichtbaar te maken en waarom laat DNA zich zo moeilijk op de foto zetten?

Een DNA-molecuul, gemiddeld zo’n 3 nm, is met de AFM goed te zien. En ook deze zomer stond er in hetzelfde tijdschrift nog een artikel over het zichtbaar maken van DNA met de AFM-techniek. De claim in de media dat DNA nog nooit direct in beeld is gebracht, is dus zeker niet terecht.”

“Het betreffende artikel in Nano Letters bevat prachtige plaatjes, zonder twijfel, maar het eerste wat ik dacht toen ik het onder ogen kreeg: dit heb ik eerder gezien”, zegt dr. Nico Sommerdijk, universitair hoofddocent Materials and Interface Chemistry aan de faculteit Scheikundige Technologie en betrokken bij de oprichting van de TU/e Soft Matter CryoTEM Research Unit. “En inderdaad, het direct zichtbaar maken van DNA is niet nieuw. Al in 1995 werd de dubbele helix in een waterige omgeving met behulp van Atomic Force Microscopy (AFM) getoond. Daarbij scant een heel gevoelig naaldje het oppervlak en kan een zeer hoge resolutie van nanometers gehaald worden.

“Wat wel nieuw is, is dat het zichtbaar wordt gemaakt zonder achtergrond en dus met minder ruis. Door bundels van DNA-helices over twee ‘paaltjes’ te spannen en deze te laten drogen, onstaat er tussen de paaltjes een waslijntje, een zwevende bundel DNA-strengen. En deze kan in een elektronenmicroscoop heel mooi afgebeeld worden. De berekeningen die ze aan de bundels doen, vertrouw ik minder; wie zegt dat er door het droogproces geen spanningen ontstaan die de onderlinge afstanden beïnvloeden?”

“De droom is dat men de genetische lettertjes individueel kan zien”

elektronenmicroscopie (EM). Tegelijkertijd wil je het liefst het DNA-molecuul in de natuurlijk -waterige- omgeving onderzoeken en is DNA ook nog eens heel kwetsbaar. Dat maakt het er allemaal niet makkelijker op. Hoge resolutie EM-methodes uit het materiaalonderzoek zijn voor DNA ongeschikt, het DNA wordt letterlijk weggebrand door de sterke elektronenbundel. Maar de EM-methodes vanuit de biologie zijn weer te beperkt om DNA goed zichtbaar te maken. De laatste jaren komen methodes uit deze twee richtingen steeds meer samen -één van de krachten van onze eigen CryoTEM Unit- en dat biedt nieuwe mogelijkheden. Zo zijn we druk bezig vloeistof-cell-TEM te ontwikkelen, waarbij moleculen en nanodeeltjes in een klein vloeistofcelletje op hoge resolutie bekeken kunnen worden. Voor het DNA betekent dat dat men in de nabije toekomst de replicatie­ mechanismes met grote precisie kan bestuderen en ook kan zien waar het eventueel in de erfelijke code fout gaat. De droom is hier dat men de genetische lettertjes individueel kan zien. Je moet in eerste instantie wel denken aan fundamenteel onderzoek, hoewel het sequencen van DNA in principe ook mogelijk zou zijn. Maar zoals je bij CSI wel ziet, daar zijn veel snellere en eenvoudigere methodes voor.” (NT)

“Omdat DNA zo klein is, heb je technieken nodig waarmee een hoge resolutie gehaald kan worden, zoals

Versierd Het hart van de campus is in kerststemming gebracht. In het Auditorium staat een boom van meter hoog, het Hoofdgebouw en Meta­forum hebben een boom van meter. In het Hoofd­ gebouw hangt ongeveer meter kerstversiering langs de loopbrug.

5,5

4,5 225

In totaal hangen er ongeveer kerstballen en bijna lampjes in deze drie gebouwen. De ledlampjes hebben een verbruik van watt. Gerekend met de uren die ze branden komt het totaalverbruik uit rond de kWh. Met de energie prijs van bijna cent die de TU/e betaalt voor stroom komen de kosten van het laten branden van de lampjes uit op een dikke euro. (OK)

5.000 14.000 0,12

2400

11

200

Foto | Rien Meulman


4 | Gelinkt

13 december 2012

Cheerleading De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds twee van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.

Zij kreeg het thuis in Mexico met de paplepel ingegoten, het zit in haar hart. Hij lachte het aanvankelijk weg, maar zijn nieuwsgierigheid bleek sterker. Samen maken Barbara Garcia Miravete Quintana (net afgestudeerd bij Innovation Management) en Bart Koolmees (student Werktuigbouwkunde) deel uit van het cheerleadingteam van studententurnvereniging Suca, dat Barbara tevens coacht. ‘Het hart is de sterkste spier in het menselijk lichaam’, zei haar cheerleading­ coach in Mexico altijd. Voor Barbara is cheerleading dan ook niet iets wat ze dóet, “het is wie ik bén. Cheerleaden zit in het hart”. Het zijn niet iemands fysieke kracht, lenigheid, ritmegevoel of expressie die hem of haar een cheerleader maken, vindt ze. “De kern is dat je samen probeert te groeien, in de sport en als individu. Dat je er voor elkaar bent. Het gaat ook niet om specifieke stunts of andere onderdelen, maar om hoe alles in een optreden samenkomt.” Zoals Barbara over cheerleading denkt, zo denkt ze eigenlijk over het hele leven. “Het gaat om de moed om aan iets te beginnen, de volhardendheid om te blijven proberen als iets niet meteen lukt en om het doorzettingsvermogen om na een val weer op te staan.”

“Cheerleading kent geen grenzen” De 25-jarige Barbara kreeg het cheer­leaden haast met de paplepel ingegoten. Haar moeder was cheerleadingcoach, haar vader American-footballtrainer. Sinds 2004 is ze serieus aan het trainen; daarnaast gaf ze enkele zomers les aan jonge meiden. Toen ze in 2010 naar Nederland kwam voor de TU/e-master Innovation Management, ging ze dan ook gretig op zoek naar een cheerleading­ gezelschap om zich bij aan te sluiten. De Mexicaanse kwam in Eindhoven echter bedrogen uit. Het beste alternatief bleek studententurnvereniging Suca, waar ze haar passie voor cheerleading al snel wist over te brengen. Het bestuur vroeg haar een reeks workshops te geven en de reacties waren zo positief dat afgelopen januari Suca’s eerste cheerleading squad van start ging.


Gelinkt | 5

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

zit in het hart !

IE!

Met zo’n vijftien teamleden, inclusief een broodnodige portie testosteron van onder anderen Bart Koolmees. “Ik had een paar jongens uitgenodigd voor zeg maar het gooi- en smijtwerk”, zegt Barbara lachend. Bart turnt sinds zijn zestiende, traint al jaren bij Suca en specialiseerde zich daarnaast in het trampolinespringen. Hij wuifde de uitnodiging van Barbara aanvankelijk lachend weg - totdat de Mexciaanse hem wist te triggeren met haar vraag: ‘Wanneer heb je voor het laatst iets voor het eerst gedaan?’. “Ergens was ik ook wel nieuwsgierig. En ik hou er niet van om ‘nee’ te zeggen tegen iets wat je niet eerst hebt geprobeerd.”

“Cheerleaden is niet wat ik doe, maar wie ik ben” Sindsdien behoort Bart, net als Barbara, tot de zogenoemde bases van het team; ietwat oneerbiedig geformuleerd de ‘grondwerkers’ die onder meer de flyers ondersteunen en opvangen bij hun moves in de lucht. Geen ongevaarlijke activiteit, erkennen de twee. “In tegen­stelling tot bij veel andere sporten gooien wij niet met ballen, maar met mensen”, vat Barbara de risico’s kernachtig samen. Die risico’s schuilen niet in specifieke stunts of andere onderdelen, “het heeft allemaal te maken met vertrouwen. In jezelf en in de mensen die je opvangen. Je moet van elkaar op aankunnen. Als je ook maar een moment twijfelt, gaat het mis”. Bart voelt vanaf de grond op zijn beurt een nadrukkelijke verantwoordelijkheid voor de flyers van het team: “Het hoofd van de flyer is het láátste wat de grond moet raken, dat is belangrijker dan jijzelf of wat dan ook. En ja, daarbij krijg je wel eens een elleboog of voet in je gezicht”. De cheerleadinggroep van Suca is niet, zoals bijvoorbeeld veel Amerikaanse collegeteams, verbonden aan een specifieke sportploeg. Barbara bestempelt haar ploeg als een ‘all star’-team, dat vooral wil trainen en zo nu en dan shows geeft. Afgelopen juni, tijdens het Groot Nederlands Studenten Kampioenschap in Eindhoven, maakte de groep zijn podiumdebuut. In de voorgaande vier maanden bracht coach Barbara haar pupillen -allemaal nieuwkomers in deze tak van sport- hun eerste dansmoves, sprongen, stunts en piramidevormen bij. Hoewel de sport bepaalde basics kent, haast Barbara zich te zeggen: “Cheerleading kent geen grenzen. Er zijn altijd nieuwe manieren om in een bepaalde positie te komen of

om bewegingen met elkaar te verbinden”. Ze herinnert zich hoe ze, als beginnend cheerleader thuis in Mexico, altijd al gebrand was op nieuwe uitdagingen. “Als ik een beweging of stunt beheerste, was het altijd meteen: ‘En nú?’.” Hoe moeiteloos cheerleaders hun swingende ding ook lijken te doen; eenvoudig zijn de routines allerminst, benadrukt Bart. In de aanloop naar het eerste optreden waren er dan ook wel eens frustraties in het team. “Iedereen heeft het al zo druk met zijn studie en andere sporten en steekt hier ook nog eens veel extra tijd in. Als iets dan ook nog eens een paar keer niet lukt, kun je wel eens geïrriteerd raken. Maar Barbara weet iedereen altijd weer te motiveren en weet altijd precies het juiste te vragen of zeggen als iemand even wat down is.” Pushen is er echter niet bij: “Soms moet je iemand gewoon even de ruimte geven. Als iemand er niet honderd procent bij is met zijn hoofd, gaat het geheid mis”, aldus Bart. Na drie optredens tijdens het GNSK volgde begin juli nog een show tijdens de afsluiting van het academisch jaar. Daarna was het onzeker wat er met de groep zou gebeuren, ook omdat Barbara nog geen knoop had doorgehakt over wat ze na haar afstuderen zou gaan doen. Inmiddels heeft ze besloten voorlopig in Nederland te blijven. “Ik heb hier nu gestudeerd, maar wil ook het werkend bestaan in Nederland meemaken. Mijn cirkel hier is nog niet rond.” Ze is nog op zoek naar een baan, werkt intussen in de horeca en geeft, in dienst van het Studentensportcentrum, diverse sporttrainingen - waaronder cheerleading. De squad telt op dit moment tien mensen; versterking is meer dan welkom. Aan zijn faculteit Werktuigbouw­kunde liggen de potentiële cheerleaders niet bepaald voor het oprapen, erkent Bart lachend. “Mensen reageren sowieso verrast als ze horen dat ik aan cheerleading doe. Als ze een video van ons hebben gezien, zijn ze heel enthousiast, maar in eerste instantie hebben veel mensen er toch een wat meisjesachtig beeld bij. Ze beseffen niet dat het heel serieus en keihard werken is.” Maar, zo benadrukt hij: “Eigenlijk trek ik me er niet zoveel van aan wat mensen ervan denken”.

Interview | Monique van de Ven Foto | Bart van Overbeeke

w

.nl .tue r o s cur ww.

T AC


6 | Onderzoek

13 december 2012

Richard Jonkers. Foto | Rien Meulman


Onderzoek | 7

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Lui vet onder de loep Steeds meer mensen lijden aan suikerziekte. Deze toename lijkt samen te hangen met het calorierijke westerse dieet en onze ‘zittende’ levensstijl. Vet, opgehoopt in lever en spieren, is namelijk de boosdoener. Om beter te begrijpen wat er mis gaat, legde promovendus Richard Jonkers de opname van vet met een MR-scanner bloot. Hij promoveert op 20 december.

Diabetes type 2, in de volksmond ‘ouderdomssuikerziekte’, is een stofwisselingsziekte die gepaard gaat met een breed scala aan gezondheids­ klachten. In het voorstadium van de ziekte ontwikkelt de patiënt een verminderde gevoeligheid voor het hormoon insuline, dat de suikerhuishouding reguleert. “Het lichaam probeert dat te compenseren door extra insuline aan te maken”, vertelt promovendus ir. Richard Jonkers. “Maar op termijn leidt dat tot schade aan insuline­pro­ducerende cellen.” Hierdoor stokt de aanmaak van insuline uiteindelijk, met een verhoogde bloedsuikerspiegel en schade aan bloedvaten en organen tot gevolg. Ophoping van vetten in de lever en in spierweefsel lijkt een rol te spelen bij het ontstaan van suikerziekte, aldus Jonkers. “Er is een duidelijk verband tussen diabetes en de hoeveelheid vet in lever- en spiercellen. Het is echter nog niet duidelijk hoe die vetophoping ontstaat. Komt het door extra opname van vet, doordat er te weinig vet wordt verbrand, of door een combinatie van die twee processen?” De vraag is dus wat er gebeurt met het vet dat we eten, en hoe dit bijvoorbeeld afhangt van lichaamsbeweging. Om de verwerking van vet in het lichaam

te volgen, gebruikte Jonkers magnetischeresonantiespectroscopie (MRS). “Dat is een aan MRI verwante techniek”, legt hij uit. “Maar waar je bij MRI plaatjes maakt, neem je bij MRS een spectrum op.” Zo’n spectrum is een soort vingerafdruk van de aanwezige chemische verbindingen. Met MRS kun je zelfs nauwkeurig de concentratie van verschillende moleculen op een bepaalde plek bepalen.

Een MRSspectrum is een soort vingerafdruk van chemische verbindingen Met behulp van MRS onderzocht Jonkers hoe vet wordt opgenomen (en weer afgebroken) in de lever en in spieren van ratten met verschillende stadia van suikerziekte. Daarvoor diende hij de diertjes speciaal geprepareerd vet toe, met een verhoogde hoeveelheid van het zeldzame isotoop koolstof-13. “Dit isotoop heeft bijzondere magnetische eigenschappen. Daardoor kunnen we het signaal van dit vet in het spectrum

negatief maken, en op die manier onderscheiden van het gewone vet.” Het is volgens hem voor het eerst dat MRS met koolstof-13 is gebruikt voor dit doel. Het is dan ook niet eenvoudig om de negatieve piek zichtbaar te maken, omdat het snel wegvalt in het signaal van het ‘gewone’ vet. Toch slaagde hij erin het toegediende vet terug te vinden in spier- en levercellen. “Een bijkomend probleem is dat ik alleen geïnteresseerd was in vet dat in cellen is opgenomen, en niet in bijvoorbeeld onderhuids vet. Dat maakt dat je heel nauwkeurig op de juiste plek moet meten.” Jonkers’ aanpak heeft grote voordelen boven alternatieve manieren om de opname van vet te meten. “Je kunt veel zien door bloed af te nemen, maar dat is heel indirect.” Ook het nemen van een zogeheten biopt heeft nadelen. “Dat is nogal ingrijpend. Je moet een sneetje maken en een stukje weefsel wegsnijden. Vooral in de lever betekent dat een serieuze operatie.” Een biopt kun je bovendien pas achteraf analyseren, terwijl je met MRS alles intact laat en later op dezelfde plek nog een keer kunt meten - precies wat Jonkers wilde. Uit de experimenten met gezonde ratten bleek dat het toegediende vet zich na een uur of vier in de lever had genesteld. “Na 24 uur zie je dat de hoeveelheid vet met koolstof-13 weer daalt. Dat is dan gedeeltelijk afgebroken of naar spieren getransporteerd waar het wordt gebruikt als brandstof.” Vervolgens herhaalde de promovendus de metingen met zowel ratten met het beginstadium van diabetes als echt suikerzieke beestjes. Beide groepen dieren bleken veel meer vet in de lever op te slaan dan gezonde beesten, terwijl de opname van vet in

spieren alleen hoger was bij ratten met echte diabetes. Het gaat dus al sneller mis in de lever dan in de spieren. De volgende stap was de lichaams­ beweging; bij ratten eenvoudig te stimuleren met een tredmolentje. Regelmatig bewegen kan suikerziekte helpen voorkomen, maar of het de verwerking van vet in lever en spieren ook verandert, is minder duidelijk. Een uurtje in de tredmolen verlaagde het vetgehalte in spiercellen van zowel gezonde als zieke ratten, zo zag Jonkers. Dat is uiteraard gezond, maar belang­ rijker is dat de daaropvolgende opname van vet niet extra werd gestimuleerd door de voorgaande lichaamsoefening.

Het gaat sneller mis in de lever dan in de spieren Jonkers keek echter niet alleen naar ratten. Om te zien of langdurige inactiviteit automatisch leidt tot een te hoog vetgehalte in spiercellen, onderzocht hij de beenspieren van mensen met een dwarslaesie. Hij combineerde hiervoor ‘standaard’ MRS met fluorescentiemicroscopie. “Mensen met een dwarslaesie die verder fit en gezond zijn hadden wel een andere verdeling van vet in hun spiercellen, maar hun beenspieren bevatten niet meer vet dan bij de controlegroep. Het lijkt er dus op dat deze spieren zich bij langdurige inactiviteit aanpassen aan een lagere energiebehoefte.”

De MRS-techniek met koolstof-13 blijkt heel geschikt om vet in het lichaam te volgen. Bij de onderzoeksgroep Biomedical NMR had de promovendus de beschikking over een kleine MR-scanner met een magneetveld van 6,3 Tesla - krachtiger dan de gemiddelde ziekenhuisscanner en daardoor ook nauwkeuriger. De nieuwe methode kan in principe ook op mensen worden toegepast, maar daarvoor moeten nog wel een paar praktische problemen opgelost worden. “Als je de hoeveelheid vet die je moet innemen omrekent van ratten naar mensen, kom je op 80 gram puur vet. Dat is echt heel veel; je kunt daardoor zelfs acute insulineresistentie opwekken.” Toch is Jonkers optimistisch over de mogelijkheden van de techniek. “Als je een krachtiger magneetveld gebruikt, kun je met minder vet toe. Bovendien kun je bijvoorbeeld ook suiker labelen met koolstof-13. Mijn oud kamergenote bij Biomedical NMR, Sharon Janssens, is daar nu mee bezig.” (TJ)


8 | Onderzoek

13 december 2012

In de rubriek Sluitstuk vertellen

Sluitstuk

afstudeerders over hun afstudeeronderzoek.

Sputteren op de nanometer voor een beter geheugen Het schrijven van data op een harde schijf is een relatief traag proces. Masterstudent Jan Cortenbach werkte daarom bij de vakgroep Physics of Nanostructures (TN) aan een nieuw systeem voor dataopslag.

Aan de hand van een opengewerkte harde schijf laat Cortenbach zien hoe de huidige manier van data wegschrijven gaat. Boven een glimmende schijf ter grootte van een cd hangt een klein naaldje, dat onder invloed van een magnetisch veld contact

maakt. Mechanische belemme­ringen maken het schrijfproces echter traag. “Sinds kort zijn er geheugens op de markt die werken met magnetoresistive random-access memory (MRAM), een nieuwe dataopslag-technologie. Daarbij worden de data niet opgeslagen als een elektrische lading, maar via magnetische elementen, ook wel cellen genoemd. Die bestaan uit laagjes platina en kobalt, met een isolerende laag ertussen. En hoewel er al wel MRAM-geheugens op de markt zijn, zijn deze nog niet optimaal. Dat komt doordat er geen lokaal magneetveld opgewekt kan worden en als gevolg daarvan kunnen de cellen niet individueel aangestuurd worden en zitten ze ver uit elkaar. Terwijl je voor een hoge opslagcapaciteit juist een dicht netwerk wilt.” Cortenbach onderzocht hoe een cel wél in z’n eentje aangestuurd kan worden. “Ik heb gekeken naar het Spin Hall-effect: wanneer je een elektrisch stroompje door een platina/cobalt element stuurt, ontstaan er elektronen met een bepaalde spin, ‘draairichting’. Voor een efficiënte dataopslag moet het Spin Hall-effect groot genoeg zijn. Sowieso is over dit effect weinig bekend, dus ik stond voor een flinke uitdaging, zowel theoretisch als experimenteel.” Dat blijkt wel als Cortenbach een afbeelding van een sample laat zien met

een netwerk van cellen. Een chipje van hooguit driehonderd micrometer, met daarop laagjes platina in de nanometerschaal. “Met een enorm apparaat sputteren we die laagjes op de chip, het hele proces kan wel een week kosten.

“Een flinke uitdaging, theoretisch én experimenteel” Ik heb ook geprobeerd om als proofof-concept één cel te maken. Helaas konden we met ons huidige sputter­ apparaat niet nauwkeurig genoeg de nanolaagjes maken. Dankzij een NWO-groot-subsidie krijgt de vakgroep de tweede helft van volgend jaar een nieuwe sputteraar, waarmee dit zeker moet gaan lukken. En werkt de efficiënte dataopslag in één cel, dan werkt het ook op grotere schaal. Binnen tien, vijftien jaar zou er in dat geval een optimaler MRAM-geheugen te koop zijn.” Mocht dat niet lukken, laat Cortenbach weten, dan werken ze bij Physics of Nanostructures ook nog aan andere technieken om data op te slaan. Want een goed geheugen kan niet snel genoeg zijn. (NT)

Jan Cortenbach. Foto | Rien Meulman

4 brandende vragen

Mikhail Ponomarev (TN) Duurzame dunne lagen

(Onder redactie van Tom Jeltes)

1 2 3 4

efschrift?

Wat zien we op de cover van je pro

Hoe leg je op feestjes uit waar je onderzoek over gaat?

at is Welke persoon, techniek of appara oek? onmisbaar geweest voor je onderz

1 | cover

2 | feestjes

Op de omslag van mijn proefschrift kun je een perfect zinkoxide-kristal zien. De zinkoxide waaraan ik heb gewerkt, is een polykristallijn materiaal, wat betekent dat het is opgebouwd uit vele van zulke kleine kristallen. De handen symboliseren de zorg waarmee ik de groei van de kristallen heb begeleid en de blauwe gloed staat voor de energie (zowel de elektrische als de intellectuele) die ik daar in heb gestoken.

Mijn doel was om dunne lagen zinkoxide te maken met een zo laag mogelijke elektrische weerstand. Dat heb ik op verschillende manieren proberen bereiken. Ik heb zo groot mogelijke kristallen laten groeien, ik heb met nanodeeltjes de oriëntatie van de kristallen beïnvloed, en ik heb waterstofgas toegevoegd om ophoping van lading tussen de kristallen te voorkomen. Vooral dat laatste bleek erg effectief en verlaagde de weerstand met een factor 45.

3 | onmisbaar De techniek die ik heb gebruikt heet Expanding Thermal Plasma, en is ontwikkeld door onze groep Plasma and Materials Processing. Maar ook onze technicus Ries van de Sande is onmisbaar geweest. Die heeft me niet alleen op technisch vlak onder­ steund; zijn gevoel voor humor, de liedjes die hij zong en zijn “I’ll be there in five minutes” hebben me door diverse dipjes geholpen.

4 | samenleving jouw werk? at heeft de samenleving aan W

Zinkoxide kan worden gebruikt als transparante, geleidende laag in bijvoorbeeld displays van tv’s en smartphones en in zonnecellen. Het alternatief, indiumtinoxide, geleidt beter, maar raakt langzamerhand op. Als we de geleiding van zinkoxide kunnen verbeteren, is het een goed beschikbare, goedkope en milieuvriendelijke vervanger.


Onderzoek | 9

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Promoties

Maandag 17 december 14:00 uur CZ5 Promotie M. Piccinelli MSc (BMT) Promotor(en): prof.dr.ir. F.N. van de Vosse Titel proefschrift: “Characterization of cerebral aneurysm morphology development of methods and techniques in an open-source framework”

Woensdag 12 december 16:00 uur CZ5 Promotie S. Jahanmirinejad MSc (TN) Promotor(en): prof.dr. A. Fiore Titel proefschrift: “Superconducting Single-Photon and Photon-NumberResolving Detectors”

Donderdag 13 december 16:00 uur CZ4 Promotie M.V. Ponomarev MSc (TN) Promotor(en): prof.dr.ir. M.C.M. van de Sanden Titel proefschrift: “Plasma-deposited Aluminum-doped Zinc Oxide: Controlling nucleation, growth and electrical properties”

Maandag 17 december 14:00 uur CZ4 Promotie D.J. Wehenkel MSc (ST) Promotor(en): prof.dr.ir. R.A.J. Janssen Titel proefschrift: “Physical processes in organic solar cells”

Maandag 17 december 16:00 uur CZ4 Promotie ir. A.A.H. Osaiweran (W&I) Promotor(en): prof.dr.ir. J.F. Groote en prof.dr. J.J.M. Hooman Titel proefschrift: “Formal Development of Control Software in the Medical Systems Domain”

Aaandag 17 december 16:00 uur CZ5 Promotie ir. N.J.W. Reuvers (TN) Promotor(en): prof.dr.ir. O.C.G. Adan en Prof.Dr. B. Blümich Titel proefschrift: “Water and ion transport in nylon as studied by NMR”

Dinsdag 18 december 14:00 uur CZ4 Promotie ir. N.M. Terlinden (TN) Promotor(en): prof.dr.ir. W.M.M. Kessels en prof.dr.ir. M.C.M. van de Sanden Titel proefschrift: “Second-harmonic generation spectroscopy for interface studies of dielectric thin films on silicon”

Dinsdag 18 december 16:00 uur CZ4 Promotie J. Cottaar (TN) Promotor(en): prof.dr. R. Coehoorn en prof.dr. M.A.J. Michels Titel proefschrift: “Modeling of charge-transport processes for predictive simulation of OLEDs”

Dinsdag 18 december 16:00 uur CZ5 Promotie ir.drs. N.T. Mulder (IE & IS) Promotor(en): prof.dr.ir. M.C.D.P. Weggeman en prof.dr.ir. J.E. van Aken Titel proefschrift: “Value-based Project Management: Een aanpak voor chaordische projecten vanuit het perspectief van het complexiteits­ denken”

Woensdag 19 december 16:00 uur CZ4 Promotie ir. T.A.J. van Hooff (B) Promotor(en): prof.dr.ir. B.J.E. Blocken en prof.dr.ir. M. Baelmans Titel proefschrift: “Experimental and numerical analysis of mixing ventilation at laminar, transitional and turbulent slot Reynolds numbers”

Donderdag 20 december 14:00 uur CZ5 Promotie J. Citrin MSc (TN) Promotor(en): prof.dr. W.J. Goedheer en prof.dr. N.J. Lopes Cardozo Titel proefschrift: “Turbulent transport in tokamak advanced scenarios”

Onder hoogleraren

Donderdag 20 december 16:00 uur CZ4 Promotie R.A.M. Jonkers MSc (BMT) Promotor(en): prof.dr. K. Nicolay Titel proefschrift: “Lipid handling in models of insulin resistance and physical (in)activity”

Donderdag 20 december 16:00 uur CZ5 Promotie T.M. de Jong MSc (ST) Promotor(en): prof.dr. D.J. Broer Titel proefschrift: “Diffractive nonimaging optics”

Vrijdag 14 december 16.00 uur BZ/ SZ Intreerede prof. A.A.J. van Berlo (ID) – hl Voorzitter: prof.dr.ir. C.J. van Duijn Titel: “Design / Ondernemerschap”

Woensdag 9 januari 16:00 uur CZ5 Promotie B. Yeniad MSc (ST) Promotor(en): prof.dr. C.E. Koning Titel proefschrift: “Synthesis and Enzymatic Post-Modification of Chiral Polymers”

Woensdag 19 december 16:00 uur CZ5 Promotie drs. R.C. Wieggers (TN) Promotor(en): prof.dr. W.J. Goedheer en prof.dr.ir. M.C.M. van de Sanden Titel proefschrift: “B2.5-Eunomia simulations of Pilot-PSI”

Jeroen Cottaar (TN) Op weg naar OLED-verlichting

Luc Engelen (W&I) Automatisch software genereren

1 | cover

2 | feestjes

1 | cover

2 | feestjes

We zien een stenenbrug die via één kritieke rode steen een verbinding vormt. Dit is vergelijkbaar met de stroomgeleiding in organische halfgeleiders die ik bestudeerd heb. Deze geleiding wordt vanwege de wanordelijkheid van deze materialen ook bepaald door slechts enkele kritieke moleculen. Op de achtergrond is een schematische weergave te zien van de elektrische stroom in zo’n halfgeleider.

Organische lichtemitterende diodes (OLEDs) zijn een belangrijke opkomende technologie. Ze worden nu al in de displays van mobiele telefoons gebruikt. In de toekomst zouden ze ook voor verlichting van huizen en kantoren toegepast kunnen worden. Daarvoor moeten eerst de energiezuinigheid, levens­ duur en productie­technieken worden verbeterd. Een groot probleem hierbij is dat het nog niet mogelijk is OLEDs voorspellend te modelleren. Daarin brengen wij verandering. Wij simuleren OLEDs met supercomputers, en vertalen de resultaten naar eenvoudige modellen die door een ontwikkelaar gebruikt kunnen worden.

Op de omslag zie je schetsen uit mijn eigen aantekeningen. Het zijn grafisch weergegeven modellen, die te maken hebben met de verschillende hoofdstukken uit mijn proefschrift. De titel is misschien iets gechargeerd, maar het geeft wel goed het algemene idee achter dit onderzoek aan.

We hebben een grafische modelleertaal gemaakt, waarmee je modellen kunt ontwerpen die een computer zelf in software kan omzetten. Je kunt dat vergelijken met volledig geautomatiseerd een huis laten bouwen op basis van de blauwdruk, of scones laten bakken met alleen het recept als input. Het voordeel daarvan is dat je menselijke fouten vermijdt.

3 | onmisbaar Ik wil ons rekencluster ‘polyxena’ eruit pikken. Dankzij deze krachtige computer hebben wij de rekenkracht tot onze beschikking gehad om de zeer wanordelijke organische halfgeleiders door te rekenen.

4 | samenleving We hebben het fundamenteel begrip van ladings­ transport in organische halfgeleiders verbeterd. Dat zal leiden tot nieuwe ontwerpen voor OLEDs, waardoor deze lichtbronnen tot een goedkope, energiezuinige en prettige verlichtingsoplossing kunnen uitgroeien.

3 | onmisbaar Onmisbaar om aan mensen duidelijk te maken wat je met modelleertalen kunt, was een systeem met lopende banden dat we hebben gebouwd met LEGO Mindstorms, een soort programmeerbaar technisch LEGO. Dat hebben we vervolgens aan­ gestuurd met automatisch gegenereerde software, en dat hebben we gefilmd. Het nadeel is dat mensen denken dat je vier jaar met LEGO hebt gespeeld.

4 | samenleving In principe kun je met automatisch gegene­reerde software op basis van een grafische modelleertaal bijvoorbeeld de bagageafhandeling op lucht­havens, of de voorraden in warenhuizen aansturen. In de praktijk gebeurt dat deels al, maar een deel wordt ook nog handmatig geprogrammeerd. In de toekomst zal dat steeds minder nodig zijn.


10 | Mens & Mening Advertentie

13 december 2012

Algemeen DPO / TEACH: Teaching Support for TU/e staff | Course ‘Supervising master students’ The course is aimed to improve and systemize the way in which supervisors guide their students during their graduation projects. The course consists of short introductions, exercises and discussions. Participants will have an active role during the course. More information: Jelmer Sieben (phone 2068; email j.m.sieben@tue.nl ).

For all DPO/ Teach training More information at the website DPO ‘Career and Development’. Registration is possible at tue.inschrijfportal.nl. Participation by teaching staff of the TU/e is free of charge.

UNIVERSITEITSBERICHTEN

ontvangen n.a.v. mijn afscheid van de TU/e. De grote belangstelling, de vriendelijke woorden en de talrijke geschenken en bloemen die ik tijdens mijn afscheidsreceptie in het PVOC heb ontvangen zullen ook nog lang in onze herinnering blijven. Daarom tevens onze dank aan alle aanwezigen aldaar en speciaal aan diegenen die hebben bijgedragen aan de organisatie en het verloop van mijn afscheidsreceptie. Jullie hebben er een hartverwarmend afscheid van gemaakt. Huub Willems, faculteit IE & IS

Convent: Maak kennis met 5 high-end consultancy bureau’s tijdens een volledig verzorgd weekend. Datum: 6/7/8 Maart, 2013 Inschrijven: t/m 9 Januari convent-tue.nl Introductieborrel: 17 december 16:30 University Club

Training ‘Teaching and Learning in Higher Education’ This training offers a broad orientation on teaching activities and prepares for giving lectures, tutorials and design based learning projects. The participants will be actively involved in discussions by giving presentations and by giving feedback to each other. The course will take place on 22, 24 and 29 January, 2013. More information: Harry van de Wouw (phone 3126; email h.m.w.j.v.d.wouw@tue.nl ). Workshop ‘Course Design’ Engineers are familiar with the stepwise and iterative process of designing. Designers work in a systematic way within inevitable boundary conditions toward the envisaged end result. Creativity and divergent thinking are essential. In this workshop you will learn to use this approach in education. The course will take place on 5 and 19 February 2013. More information: Harry van de Wouw (phone 3126; email h.m.w.j.v.d.wouw@tue.nl ).

CURTOON

STUDENT DPO / PROOF: PROviding Opportunities For PhD students | Training ‘Intercultural Communication & Cooperation’ This training is especially for PhD students in their first year, ideally just after the start of your research. The objectives are to help you commu­ nicate and work successfully across national and cultural borders in a Dutch academic environment. Various activities including simulations, presentations and group discussions run through the whole day and make the workshop very interactive. The course will take place on 29 January 2013. More information: Vincent Merk (phone 2319; email v.merk@tue.nl ).

MENSEN Faculteit IE & IS | Bedankt Mede namens mijn vrouw Marianne wil ik iedereen bedanken voor de wenskaarten en e-mails die ik heb

Studievereniging SUPport | After Travel Xperience Jouw reiservaring delen met andere avonturiers? Ben je benieuwd hoe je jouw buitenlandervaring omzet in een mooie carrière? Kom dan naar de After Travel Xperience! Donderdag 13 december in de Zwarte Doos, TU/e. Gratis kaartjes zijn nog te krijgen op www.ATX.nu ESSF | Van Lint Sportweek Zin om de week voor de kerstvakantie nog even te gaan sporten en wat goede feestjes te hebben voor je twee weken op de bank hangt? Doe dan van 17 tot 20 december voor maar 5 euro per team mee met de Van Lint studenten sport week in het sportcentrum. Iedereen mag meedoen, ook mensen zonder sportkaart en niet-studenten. Dit is het laatste moment om je in te schrijven en vol=vol dus schrijf je snel via www.essf.nl


Mens & Mening | 11

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TUssen de oren Psychologie wordt steeds belangrijker aan de TU/e. Technische systemen en artefacten, of het nu games, auto’s, robots, lichtsystemen of gebouwen betreft, zijn uiteindelijk bedoeld voor een menselijke eindgebruiker. Kennis over hoe die gebruiker waarneemt, denkt, voelt en handelt is onontbeerlijk. De nieuwe mensgerichte opleiding Psychology & Technology beschouwt elk technisch ontwerp in dat psychologisch perspectief. In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het wetenschappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd.

Alfa’s en bèta’s Mensen houden van tegenstellingen. Aan universiteiten heb je de harde en de zachte wetenschappen, of de alfa’s en de bèta’s. Het is makkelijk om te denken over hoe verschillend ze zijn, maar uiteindelijk hebben alfa’s en bèta’s (net als twee letters in het alfabet) meer overeenkomsten dan verschillen. Als je wil berekenen hoe biljartballen zich bewegen, moet je vanaf de negende keer dat de ballen tegen elkaar aanstoten de zwaartekracht van de mensen in kamer meenemen in je berekening, legde Michael Berry in 1978 uit. Dat is praktisch onmogelijk, en die onvoorspelbaarheid maakt biljart een spelletje. In de psychologie is het vaak ook praktisch onmogelijk om alle variabelen die van invloed zijn op het gedrag van mensen te meten, bijvoorbeeld door de vervelende menselijke eigenschap ‘vrije wil’. Toch zijn er ook genoeg situaties waar we extreem goede voorspellingen kunnen doen.

Menselijk geluk is geen spelletje

Zo liet Ridley Stroop in 1935 honderd studenten de kleuren van blokjes uitspreken ( ), en de kleur uitspreken waarin woorden geschreven zijn (terwijl de woorden een andere betekenis hebben: geel groen blauw rood). Hoewel de betekenis van de woorden niet relevant is om de kleuren te benoemen, kunnen mensen het niet laten om de betekenis van de woorden te verwerken, waardoor ze langzamer zijn in de tweede taak.

Twissue

Daniel Lake

ns, univer sitair doce bij de afde nt Toegepas ling Human te Cognitiev Technology e Psycholo Interaction, gie faculteit IE & IS

Dat verschil was met honderd studenten, een papiertje, en een horloge statistisch waarschijnlijker dan de 5 sigma waarmee het bestaan van de Higgs boson onlangs aangetoond werd in CERN. Alfa’s en bèta’s verschillen dus niet per se in de stelligheid waarmee ze wetenschappelijke uitspraken kunnen doen. Maar waar de factoren die mensen gelukkiger maken net zo moeilijk te voorspellen zijn als een potje biljarten, vinden we menselijk geluk geen spelletje. En dus is het aan psychologen om niet alleen te onderzoeken hoe snel mensen kleuren kunnen benoemen, maar ook de uitdaging aan te gaan om extreem variabel menselijk gedrag in enige mate te voorspellen.

@tuecursor

Ruim 1.360 volgers heeft Cursor op Twitter, allemaal met hun eigen bezigheden, interesses, frustraties en vragen. In maximaal honderdveertig tekens vullen ze er onze timeline mee, dag en nacht. Elke twee weken hengelt Cursor er een tweet uit om te horen wat er loos is en antwoord te geven op eventuele kwesties.

30% regeling: buitenlandse promovendi gaan netto meer verdienen dan schaarse NL-ers. Fout. (vrijdag 7 december, 08.28 uur)

Twitteraar @guuspemen (dr. Guus Pemen, universitair hoofddocent bij Electrical Engineering en voorzitter van de faculteitsraad van EE)

Twissue “Buitenlandse promovendi bij ons in de faculteit hebben te horen gekregen dat ze in aanmerking komen voor de zogeheten 30%-regeling, waarbij dertig procent van het salaris niet belast wordt. Dat betekent dat ze netto meer gaan verdienen dan de Nederlandse promovendi. Dat is wat mij betreft een beetje de omgekeerde wereld. Het zijn namelijk juist de Nederlandse promovendi die schaars zijn. Ik vind de regeling dan ook principieel fout. De TU/e kan ik het echter niet kwalijk nemen dat ze meedoen aan de regeling. Ze moeten wel, want we moeten concurrerend blijven ten opzichte van onze zusterinstellingen. En die doen ook mee. Promovendi die gebruik willen maken van de 30%-regeling komen overigens niet langer in aanmerking voor de voordelen van de Keuzeregeling Arbeidsvoorwaarden en een vergoeding voor een cursus Nederlands. Dat is van hogerhand opgelegd en geen keuze van de TU/e, dat had duidelijker gecommuniceerd kunnen worden. Het is wel jammer dat er arbeidsvoorwaarden worden gekoppeld aan fiscale maatregelen. Dat creëert ongelijkheid en dat moeten we niet willen.”

En nu? De 30%-regeling bestaat al langer en aan de TU/e maken met name buitenlandse postdoc-onderzoekers hiervan al gebruik. Werkgevers kunnen bepalen of ze de regeling toegankelijk maken voor hun werknemers, die nog wel aan allerlei voorwaarden moeten voldoen. Promovendi kwamen tot dusverre zelden in aanmerking, vanwege de eis dat je moet kunnen aantonen “schaars” te zijn, laat Angelique Wouters van DPO weten. Dat diende namelijk aangetoond te worden met 2,5 jaar relevante werkervaring - iets wat promovendi zelden hebben. Wouters: “De belastingdienst maakt nu een uitzondering voor wetenschappers verbonden aan bepaalde instellingen, waaronder de TU/e. De schaarste kan dus worden aangetoond met het juiste functieprofiel.” (TJ)

UR-podium Uit de lengte of uit de breedte Een van de wettelijke bevoegdheden van een universiteitsraad is het recht om jaarlijks advies uit te brengen over de begroting van de instelling. De UR heeft daartoe jaren geleden een commissie in het leven geroepen en deze belast met het voorbereidende werk om zodoende effectief en efficiënt tot een weloverwogen advies te kunnen komen. Dit advies is gebaseerd op de informatie zoals deze door het College van Bestuur en Dienst Financiële en Economische Zaken (DFEZ) worden aangeleverd, en op de adviezen van de verschillende faculteitsraden en de Dienstraad. De meer ‘ervaren’ personeelsleden van de UR herinneren zich echter nog de tijden van weleer toen het allemaal nog ‘wat minder voorspoedig’ verliep, de informatie minder overzichtelijk was en het proces minder open en transparant. Gedurende vele jaren hebben de UR -in het bijzonder gedreven door de personeelsfractie PUR- en de DR hard gewerkt om tot een steeds beter proces te komen. Dit heeft geleid tot vele discussies met verschillende Colleges van Bestuur waarbij behoorlijk beladen discussies, schorsingen en geschillen niet zijn geschuwd. Sinds enkele jaren is de situatie echter verbeterd en kunnen we gerust stellen dat er

nu sprake is van een open en transparant proces waarbij de UR overzichtelijke informatie van het College van Bestuur en DFEZ ontvangt en waarbij beiden niet alleen openstaan voor vragen, maar de UR ook voorzien van uitvoerige antwoorden en desgewenst van persoonlijke toelichtingen. Kan het nog beter? Uiteraard, maar daar zullen we de komende jaren in gezamenlijkheid verder aan blijven werken. Uiteindelijk moet het uit de lengte of de breedte komen en dat zullen we in ons aller belang gezamenlijk moeten regelen. Harold Weffers | PUR-lid U-raad

Harold Wef

fers


12 | Uitgelicht

13 december 2012

Wie wat bew Academisch erfgoed | Norbine Schalij Wat willen we bewaren van ons academisch erfgoed, waar gaan we die spullen opslaan en wat gaan we er dan mee doen? Dat zijn de kernvragen waar de commissie academisch erfgoed zich over buigt. De TU/e heeft, vergeleken met veel Nederlandse universiteiten, een grote achterstand in te halen. De laatste tijd neemt aan de TU/e de belangstelling voor haar geschiedenis toe. In 2006 verscheen ‘De kleine TU/e encyclopedie’ en sindsdien groeit het besef dat historie van belang is voor de toekomst. Uitgangspunten voor de omgang met het gebouwde historische erfgoed zijn in 2007 omschreven. Nu valt op dat er nooit beleid is geweest voor het behoud van academisch erfgoed. En wat er wél bewaard is gebleven, is te danken aan de inzet van persoonlijk geïnteresseerde medewerkers. Maar daar komt verandering in. De TU/e is sinds 2011 vertegenwoordigd in het bestuur van de landelijke Stichting Academisch Erfgoed, waarin negen Nederlandse universiteiten zich verenigd hebben. TU/e-beleidsmedewerker

drs. Joep Huiskamp is lid van het dagelijks bestuur van deze stichting. Hij streeft ernaar begin 2013 de oprichtingsvergadering van TU/e’s ‘Bestuurlijke Commissie Academisch Erfgoed’ te houden. “Wie wat bewaart, heeft wat, maar heeft ook een probleem”, zegt Huiskamp. “Wat is waardevol, wat staat in de weg? Inzicht in wat er in totaliteit aan potentieel waardevol erfgoed aanwezig is, ontbreekt nog aan de TU/e.” Verschillende faculteiten zijn nu wel aan het inventariseren. Wiskunde & Informatica, Technische Natuurkunde en Electrical Engineering zijn, nood­ gedwongen door de verhuizingen, al een heel eind. De criteria waarmee gewerkt wordt, staan niet zwart op wit.

Erik Geelen, coördinator academisch erfgoed van het Informatie Expertise Centrum (IEC): “Je wilt een collectie hebben aan de hand waarvan je de geschiedenis van deze universiteit kunt construeren. De spullen die we bewaren, moeten een TU/e-gebondenheid hebben, in technische zin of doordat ze hier zijn verzameld. Denk bij dat laatste aan de kunstcollectie die de TU/e inmiddels bezit. Verder willen we ook apparatuur bewaren dat een belangrijke rol heeft gespeeld in onderwijs of onderzoek. Ook een voorwerp dat karakteristiek is voor een bepaald persoon willen we niet wegdoen.” De timing van inventarisatie is goed. Op dit moment vindt een ingrijpende hervorming van het bacheloronderwijs plaats. Er is ruimte voor de zogenaamde USE-component (User, Society, Enterprise). Een van de doelstellingen: ‘Iedere student zou in zijn opleiding kennis moeten nemen van de techniekgeschiedenis van de regio Eindhoven.’ De problemen waar de commissie tegenaan loopt, zijn niet allemaal een, twee, drie op te lossen. Er is heel divers materiaal. Het gaat niet alleen om

De emeritus hoogleraar: “ESTHER moet mee” Het is een leuke maar tijdrovende klus, de inventarisatie van Electrical Engineering , vindt professor Wim van Bokhoven. “Tot nu toe heb ik, samen met anderen, drie van de vijftien vloeren afgewerkt en daar een kleine vijftig zaken gevonden die je als academisch erfgoed zou kunnen beschouwen.”

Wim van Bokhoven bij ESTHER.

papieren documenten, foto’s en films zoals het IEC al beheert. Het gaat ook om objecten, apparatuur en onderzoeks­ opstellingen. Sommige hebben heel moeilijke vormen en afmetingen. Daarnaast is de collectie over de hele campus verspreid.

“Het is geen slecht idee om een TU/emuseum op te zetten” Maar de grootste bedreiging is wel het ruimtegebrek. Waar vindt de commissie opslagplaats? Gedacht wordt aan externe opslag, zoals bij het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven in de stad. Daar zou historische apparatuur niet bij kunnen. Aanpassing van bestaande ruimtes op de campus lijkt moeilijk haalbaar, volgens Huiskamp. In het oorspronkelijke plan voor MetaForum was geklimatiseerde

opslagruimte gepland, maar niet gerealiseerd. In de nieuwbouw van EE en TN is niets getekend. Hoogleraar techniekgeschiedenis Johan Schot vindt dat de geschiedenis levend moet blijven. “Het is geen slecht idee om een TU/e-museum op te zetten. Maar dan moet je het wel goed doen. Het academisch erfgoed moet je digitaliseren, je moet mensen aan het woord laten met interessante verhalen. Een historische quiz zoals we die met Stichting Historie der Techniek op publieksdagen houden, is ook geschikt in zo’n museum. Maar als er te weinig van ons erfgoed te maken is, moet je geen museum bouwen.” Dat laatste beaamt Gerard Alberts. Hij doceert geschiedenis van Wiskunde en Informatica aan de Universiteit van Amsterdam. In 1999 inventariseerde hij computercollecties in Nederland. In de kelder van het Laplacegebouw zag hij rekenmachines waar Edsger Dijkstra (zie kader EWD’tjes) nog mee gewerkt heeft. “En daarom had zo’n machine waarde.” Ze zijn twaalf jaar later verdwenen. “Wat er nu nog over is bij W&I, is niet

De vinder: “Ik adviseer iedere een EWD’tje te lezen” Met sommige apparaten wordt nog gewerkt, zoals de twee stootspanningsgeneratoren die in de hoogspanningshal van Corona staan. Ze zijn een meter of zeven hoog en gaan zeker niet mee naar de nieuwbouw. “Nu worden ze nog gebruikt voor onderzoek, maar hun taak zal worden vervangen door computersimulaties, waardoor dergelijke apparaten jammer genoeg niet meer nodig zijn”, zegt de emeritus-hoogleraar. Een van de bijzondere erfstukken die Van Bokhoven registreerde, met 3D-foto erbij, is ESTHER. Dit Eerste Schepsel (van de) Technische Hogeschool Eindhoven Reken­ machinegroep is gemaakt tussen 1965 en 1970 en staat nu nog op vloer 9 van Potentiaal. Het is een zelflerende rekenmachine in de vorm van een eenvoudig pionnenschaak­ spel. Het is een compleet en nog functionerend apparaat, inclusief handgeschreven documentatie. De algoritme die gebruikt is om het schaakprogramma te kunnen uitvoeren, is volledig in hardware geïmplementeerd. “Je zou het vast bedraad kunnen noemen. Er is maar één algoritme en die is er vast ingezet. Dit schaakspel is het enige dat de machine kan uitvoeren. ESTHER is zelflerend omdat hij verliezende zetten in zijn geheugen opslaat en blokkeert zodat hij ze nooit meer herhaalt.” Van Bokhoven is ervan overtuigd dat ESTHER meegaat naar het nieuwe onderkomen van EE. “We zullen er vast een mooi plekje voor vinden.”

Een EWD is een handgeschreven kattebelletje waarvan Edsger Wybe Dijkstra (1930-2002) er duizenden maakte, kopieerde en de wereld instuurde. Van 1962 tot 1984 was hij hoogleraar in Eindhoven en verrichtte hij pionierswerk voor het vakgebied dat later informatica zou gaan heten. EWD’s zijn persoonlijke, scherpe observaties over computers en software, autobiografische herinneringen, congresverslagen en boze briefjes.

Maggy de Wert, management assistent SAI-Software Technology programma (voorheen OOTI), vond onverwacht talloze EWD’tjes. “In juni en juli 2012, tijdens het voorbereiden van de verhuizing naar MetaForum, moest ook het archief van wijlen Martin Rem doorgenomen worden. Dit archief stond bij ons sinds zijn overlijden in 2008. Martin was de wetenschappelijk directeur van het OOTI-programma. We hebben uiteraard eerst de familie


Uitgelicht | 13

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

waart, heeft wat onmisbaar of onvervangbaar. Het is nostalgie, geen erfgoed. Er is wel didactische waarde, en dat moet je gebruiken, maar daar bouw je geen museum voor.” Alberts benadrukt dat de TU/e zeer waardevolle gedenkboeken heeft. “Eindhoven koos voor het opschrijven van verhalen, in plaats van het bewaren van spullen. Dat is ook een goede keuze.” De landelijke Stichting Academisch Erfgoed (SAE) heeft vanaf deze maand een website in de lucht die het mogelijk maakt de erfgoedcollecties van haar negen aangesloten universiteiten te

www.cursor.tue.nl

doorzoeken. De TU/e, en Wageningen UR en de Vrije Universiteit, hebben hun collectie nog niet toegevoegd. “Er komen op de SAE-pagina links naar de fotocollectie, de kleine TU/e encyclopedie en de kunstcollectie”, zegt Joep Huiskamp. Een museum is niet het eerste waar hij aan denkt. “Er zijn wellicht ook andere creatieve manieren om het verhaal van het erfgoed zichtbaar en beleefbaar te maken. Daarover zal de bestuurs­ commissie zich in 2013 buigen.”

Uit e de oud : s o o d

De Wert noemt het een leuke ontdekking: “Ik adviseer iedereen eens een EWD’tje te lezen; Dijkstra had heel veel humor, was recht door zee en beschreef zowat alles wat hij meemaakte, waar ook ter wereld.”

Op de onderste verdieping van Corona staat een enorm apparaat met handgeblazen flessen, fraai houtwerk en veel koper. Het is een in 1968 gemaakte replica van de elektriseermachine van Martinus van Marum uit 1784 die statische elektriciteit kan opwekken en daarmee grote vonk-ontladingen produceert. De originele machine staat in het Teylers Museum in Haarlem, maar werkt niet meer. In de jaren zeventig had TU/e-faculteit Elektrotechniek de mogelijkheden (eigen glasblazerij en timmerwerkplaats) en de tijd om een replica te maken. Hij is nooit gebruikt voor onderzoek, wel voor demonstraties bij publieksdagen. Het is een blikvanger, maar niet een die per se aan de TU/e bewaard moet blijven, vindt Guus Pemen, UHD Electrical Energy Systems. “In de nieuwbouw van EE en TN zijn er geen vierkante meters voorzien om de elektriseermachine te stallen. Hij zou ook beschermd moeten worden tegen studentengedrag. Maar de belangrijkste reden dat hij niet hier bewaard hoeft te worden, is dat het verhaal erbij, hoe leuk ook, niet iconisch is voor de TU/e. Daar moet je eerlijk in zijn.” Wat er wel kan gebeuren, is dat de vonkenmaker de campus verlaat. “Er is al belangstelling getoond door wetenschapsmuseum NEMO en Museum Boerhaave in Leiden.” Maar misschien blijft hij dichter bij huis; de directeur van het ‘techniekHuys’ in Veldhoven is al komen kijken naar de elektriseermachine.

een eens gelegenheid gegeven om alles door te nemen. Er bleef toch nog veel achter, en ik besloot dat zorgvuldig door te nemen. In twee van zijn dozen vond ik mappen vol met kopietjes van handgeschreven EWD’tjes. Ik wist wel wie professor Dijkstra was, maar ik had op dat moment nog geen idee of dit waardevol was.” Via Joep Huiskamp is contact opgenomen met het Informatie Expertise Centrum. “Daar werd door Erik Geelen meteen enthousiast gereageerd. Hij heeft alles doorgenomen, en de EWD’tjes meegenomen, zodat deze bewaard blijven. Dankzij de mappen van Martin Rem heeft de TU/e nu ook een volledig bestand van de EWD’tjes.” Eric Geelen: “ De bedoeling is om deze documenten eerst te inventariseren en daarna te digitaliseren. We denken eraan om ze dan online beschikbaar te stellen via de TU/e-site, naar het voorbeeld van de University of Texas at Austin, waar professor. Dijkstra na zijn periode bij de TU/e les is gaan geven.” Die hebben hun collectie EWD’s -minder uitgebreid dan de collectie die wij nu hebbenbeschikbaar gesteld op www.cs.utexas.edu/~EWD/

De erfgenaam: “Elektriseermachine niet iconisch voor de TU/e”

Foto | Bart van Overbeeke

De inventarisator: “Vakmanschap waardeer ik zeer” Johan Meulensteen is van bouw tot sloop werkzaam geweest in N-laag. Een van zijn laatste klussen daar was het veiligstellen van mogelijk academisch erfgoed. Op de foto is te zien dat hij een ruim dertig jaar oude oscilloscoop in handen heeft. Dit apparaat, dat impulsen van elektrische spanning zichtbaar maakt, is volgens het hoofd interne zaken bij Technische Natuurkunde de moeite waard om te bewaren. “Wat we bij TN nog aan verouderde apparatuur hebben, is voor een deel te danken aan toeval. Toen eind jaren negentig het W&S-gebouw (Warmte en stroming, red.) afgebroken werd om plaats te maken voor het TNO-gebouw -waar Meulensteen en een deel van zijn collega’s nu tijdelijk gehuisvest zijn-, moest de kelder daarvan snel ontruimd worden. Daarin stond een heleboel oude apparatuur. “Wie tijd had, nam veel mee, wie weinig tijd had, liet veel achter, dus werd veel verplaatst naar Cascade, daar was ruimte genoeg.”

anderen Harry Lintsen, Joep huiskamp en Erik Geelen- begonnen met het scheiden van al het TN-materiaal; wat is waardevol en wat is overtollig?” Wat voor Meulensteen zeker bewaard moet blijven, zijn de schitterende houten bekistingen voor apparatuur en de unieke apparatuur die gedurende decennia in de facultaire werkplaats is vervaardigd. “Vakmanschap waardeer ik zeer.” Ze liggen nu in de blauwe kisten zoals op de foto te zien is. In de kast ernaast staan ook nog drie decadebanken waarmee je met de hand de weerstand kunt instellen in plaats van computer­ gestuurd. “De studenten van nu zouden de apparaten van dertig jaar oud niet of nauwelijks herkennen, laat staan weten waarvoor ze gebruikt werden. Alleen al daarom is het van belang dat er wat bewaard blijft. Of de decadebanken van EE of van TN bewaard worden, dat moet de commissie maar beslissen. Mijn taak zit er, voor wat dit betreft, in elk geval op.”

“Met het oog op de afbraak van N-laag ben ik in begin 2012 -in overleg met onder Johan Meulensteen. Foto | Bart van Overbeeke


14 | Focus

13 december 2012

Tekst | Monique van de Ven Foto | Bart van Overbeeke De TU/e heeft als eerste Nederlandse universiteit vier duurzame laadpunten voor elektrische auto’s in gebruik. Volgend jaar komen er nog eens twee van deze laadplekken bij. De energie die nodig is voor de palen, wordt via zonnepanelen op het dak van het Multimediapaviljoen gecompenseerd met zonne-energie.

he trisc Elek oor v auto ies .nl dumm ursor.tue

www.c

Zonneladen

Ruim 6.200 elektrische voertuigen (waarvan 5.200 personenauto’s) reden er eind oktober in Nederland rond, blijkt uit cijfers van Agentschap NL. Eind 2011 waren dit er nog geen 1.700. De eigenaren konden dit najaar terecht bij ruim 2.300 publieke, bijna 2.500 semipublieke en 50 snellaadpunten. De ANWB verwacht dat het aantal elektrische vervoer­ middelen tussen nu en 2015 oploopt naar 20.000. De rijksoverheid streeft ernaar om in 2020 minstens 200.000 elektrische voertuigen op de Nederlandse wegen te hebben rijden.

De energie die bij de nieuwe TU/e-laadpalen wordt gebruikt, wordt via zonne-energie weer teruggepompt in het netwerk. Voor deze compensatie zijn 28 zonnepanelen geïnstalleerd op het dak van het Multi­mediapaviljoen, samen goed voor een piekvermogen van 7 kilowatt aan zonneenergie: “Sowieso genoeg voor de korte termijn”, stelt beheerder Cohere. Volgens Energy-director Rick Harwig is de TU/e niet alleen de eerste Nederlandse universiteit met een dergelijke installatie, “ik denk dat we überhaupt de eersten zijn die het zo doen, behalve misschien een enkeling die bij een boerenschuur zelf zoiets heeft gebouwd”. Dat de installatie niet meteen honderd procent duurzaam rijden mogelijk maakt, vindt Harwig “eigenlijk niet zo belangrijk. Het gaat mij erom dat de universiteit middenin de maatschappij staat en ook zichzélf innoveert en heruitvindt. Het is het eenvoudige verhaal van de bakker die zijn eigen producten ook proeft; daar leer je ontzettend veel van. Ik vind dit echt een originele proef en een wezenlijk onderdeel van het ‘living lab’ dat de TU/e wil zijn. Het is méér dan zomaar een gebaar”.

Aan de laadinstallatie is het Energy Overview Tool gekoppeld, in opdracht van het TU/e Innovation Lab ontwikkeld door Jurre Hanema, student Electrical Engineering. De tool geeft, volledig webbased, inzicht in de verhouding tussen energieopwekking (via de zonnepanelen) en de energievraag (de laadpalen). Ook heeft de tool een presentatiemodus; als gebruikers hun auto aan de laadpaal hebben gekoppeld en hun gebouw binnenstappen, kunnen ze op schermen aan de wanden zien dat hun auto wordt geladen met zonne-energie - en dat is tevens een mooi uithangbord voor andere voorbijgangers.

Een gemiddelde elektrische auto verbruikt ongeveer 1 kWh per 7 kilometer. E-rijders betalen per kWh ongeveer 24 eurocent. Voor het herladen van een compleet lege accu zijn automobilisten 3 tot 4 euro aan stroom kwijt, waarmee ze gemiddeld zo’n 130 kilometer kunnen rijden. Een vergelijking: met de 7 kilowatt aan vermogen waarin de TU/e-installatie voorziet, kunnen volgens Coussement zeker drie elektrische Nissan Leafs 13.000 kilometer per jaar rijden. Wie een Ford Focus rijdt, is voor eenzelfde afstand 800 liter benzine kwijt. Een gemiddelde elektrische auto heeft na een rit van 50 kilometer zo’n 3 uur nodig om weer op te laden. De laadpalen op het TU/e-terrein zijn universeel en accepteren alle laadpassen die in Nederland in omloop zijn.


Focus | 15

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

aan de Dommel Elektrisch rijden is een kip-en-eiprobleem, stelt Michael Coussement van Cohere Energy Solutions, dat de nieuwe laadstations heeft geïnstalleerd en beheert. “Er zijn veel mensen die wel elektrisch willen gaan rijden, maar nog twijfelen omdat ze bijvoorbeeld niet op hun werk kunnen opladen. Organisaties aan de andere kant zijn huiverig om te investeren in een infrastructuur waarvan ze niet zeker weten of die ook wordt gebruikt. Dat is logisch, maar veel mensen beseffen gelukkig ook dat iets niet wordt gebruikt zolang het er niet ís.” Hij is dan ook blij dat de TU/e en binnenkort ook de TU Delft hierin een voortrekkersrol durven nemen. “Als maar een paar medewerkers en bezoekers de vraag opwerpen of ze op jouw terrein hun auto kunnen opladen, moet je daar als innovatieve universiteit gehoor aan proberen te geven. Zeker als je je zo nadrukkelijk bezighoudt met thema’s als energie en smart mobility.”

Hoeveel vaste e-rijders het TU/e-terrein op dit moment telt, blijkt giswerk. Rick Harwig, kartrekker van TU/e’s strategic area Energy, gokt op twaalf tot achttien auto’s - “als ik iedereen meetel”. Zo hebben onder meer de faculteit Werktuigbouwkunde en sommige installatiebedrijven op de campus elektrische wagens, worden bij de -twee jaar terug geïnstalleerde- laadpaal bij Gemini regelmatig medewerkers van TNO gespot en rijdt onder anderen emeritus-hoogleraar Jan Blom van Electrical Engineering (nog steeds vaste gast op de campus) elektrisch. Hoogleraar Maarten Steinbuch van Werktuigbouwkunde, bekend pleitbezorger van elektrisch rijden, juicht de nieuwe laadstations toe, “maar het is natuurlijk volstrekt te weinig. Ik denk dat we volgend jaar makkelijk twaalf laadpunten kunnen gebruiken”. Faculteitsgenoot Auke Hoekstra wijst op de landelijke doelstelling van ruim 200.000 elektrische auto’s in 2020. “Als ik dat vertaal naar onze campuspopulatie, kom ik al gauw op tweehonderd auto’s. En ik mag toch hopen dat we hier genoeg ‘Willie Wortel-gehalte’ hebben om zelfs iets hoger te scoren. Ik zou het dan ook echt een aanfluiting vinden als je als universiteit geen fatsoenlijke laadinfrastructuur hebt. Het is mooi dat de TU/e nu zelfs nog wat sneller schakelt en vooroploopt.”

Het TU/e Innovation Lab heeft de voorbije maanden hard aan het project getrokken. In opdracht van collegevoorzitter Arno Peels onderzocht Jacqueline Kroes van het Innovation Lab de toegevoegde waarde en kansen van duurzame laadpalen op de campus. Ze sprak hiervoor onder andere met vertegenwoordigers van Dienst Huisvesting en de strategic area’s Energy en Smart Mobility, met de commissie die zich buigt over een nieuw mobiliteitsplan voor de campus en de duurzaamheidscommissie. “Het initiatief viel overal op zijn plek en past mooi in de visie van de TU/e.”

De drie ‘dubbele’ laadstations en de zonnepanelen kosten de universiteit ongeveer vijftigduizend euro. “De laadpalen zijn een eerste stap naar een groter geheel”, benadrukt Jacqueline Kroes van het TU/e Innovation Lab. De laadstations leveren volgens beheerder Cohere energie tegen de gangbare marktprijs van 24 eurocent per kWh; de zon levert gratis energie. Oftewel: de bestuurder van een elektrische auto betaalt 24 cent per kWh, terwijl de universiteit niets betaalt voor de energie die ze daarvoor opwekt. “De TU/e doet nu dus weliswaar een behoorlijke investering, maar met elke kWh die geladen wordt, wordt geld terugverdiend”, benadrukt Michael Coussement van Cohere. Er is dus een terugverdientijd voor de universiteit “en nu de markt nog klein is, gaat dit nog relatief langzaam. Maar aan de universiteit beseft men dat het aantal elektrische auto’s de komende jaren al enorm gaat toenemen. Hierdoor zijn er meer zonnepanelen en laad­ stations nodig en het is makkelijker en goedkoper om bestaande infrastructuur uit te breiden”.

De universiteit had al twee laadpalen, bij het Auditorium en bij Gemini. Eerstgenoemde laadplek werd een paar maanden terug trouwens ontmanteld vanwege de aanleg van de Groene Loper, maar inmiddels is daar één van de nieuwe duurzame laadstations -met twee laadpunten- voor in de plaats gekomen. Het tweede station kreeg een plek bij het Multimediapaviljoen; een derde dubbel laadpunt staat gepland voor 2013 en moet een plek krijgen bij het beoogde tankstation voor biobrandstoffen op de campus.

Gear Top de bouw n ee e zelf isch lektr .nl e e tu r. o rs www.cu auto


16 | Uitgelicht

13 december 2012


Uitgelicht | 17

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

KNAW-president Hans Clevers:

“Studenten willen niet promoveren in het keurslijf van toegepast onderzoek” Interview | Chriz van de Graaf Foto | Vincent van den Hoogen Het is een grote zorg van Hans Clevers, president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW): het opdrogen van de fondsen voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek in Nederland. Daarom toog hij in de maanden voor de verkiezingen meermaals naar Den Haag om te pleiten voor meer investeringen in onderzoek. De fractievoorzitters waren vóór, maar zij hadden een groot probleem, want volgens de rekenmodellen van de Nederlandse overheid is elke euro voor onderzoek weggegooid geld. Hans Clevers maakt tropenjaren in zijn nieuwe, vierjarige functie als president van de KNAW. Hij moet, meer nog dan zijn voorganger Robbert Dijkgraaf, als wetenschapper op volle kracht aan de slag blijven. “In mijn vakgebied (moleculaire genetica, red.) werken duizenden groepen in sterke competitie met elkaar. Ben je er vier jaar uit, dan sta je op een onoverbrugbare achterstand.” Als geneticus en arts maakte Clevers naam als ontdekker van de mechanismen achter darmkanker. Terwijl zijn groep geen moment op zoek was naar het ontstaan van de ziekte, zegt hij. “We ontdekten het omdat we op fundamenteel niveau naar de biologie kijken. Het was het resultaat van vrijelijk zwerven door de materie.” Dit vrije, ongerichte onderzoek naar de fundamenten van ons bestaan komt bij de verdeling van onderzoeksgelden steeds meer in het gedrang, stelt Clevers tot zijn ongenoegen vast. Om te beginnen krimpen de budgetten. Tegelijkertijd worden steeds meer eisen gesteld aan de toepasbaarheid van onderzoek: aan mogelijkheden om opgedane de kennis te gelde te maken of anderszins op een nuttige manier aan de samenleving ten goede te laten komen. Innovatie en valorisatie zijn hierbij de sleutelwoorden. Dat de samenleving eisen mag stellen aan wetenschappers, is voor Clevers evident: “Een land heeft beperkte middelen en het heeft prioriteiten. Veel wetenschappers vinden, cru gezegd, dat ze over volledige vrijheid

en ongelimiteerde middelen moeten kunnen beschikken. De samenleving moet die centen ophoesten, maar mag hier niets voor vragen, zelfs niet waaraan het geld wordt besteed. Dat is toch wel een problematische mentaliteit bij veel wetenschappers. We moeten afspraken maken over de output van onderzoek: wat onderzoek je, hoe pak je het aan en met welk doel?” Probleem echter is dat de resultaten van fundamenteel onderzoek zich lastig laten definiëren. Clevers: “Het lukt ons als wetenschappers heel slecht om aan politici uit te leggen wat fundamenteel onderzoek is. Je kunt het belang ervan alleen met voorbeelden aantonen: zonder dit onderzoek was er geen laser geweest, geen kernenergie, geen mobiele telefoons, geen antibiotica, maar ook ASML had niet bestaan.” Het toepassingsgerichte onderzoek laat zich daarentegen wel goed uitleggen en weet daardoor een steeds groter deel van de koek te bemachtigen. Het fundamenteel onderzoek krijgt intussen harde klappen. Nederland heeft nu het topsectorenbeleid. “Daar zijn de technische universiteiten en Wageningen natuurlijk heel blij mee, want de nadruk ligt op toegepast onderzoek”, aldus Clevers. Maar drogen daarmee niet de financiële bronnen op voor fundamenteel onderzoek, waar de grootste doorbraken uit komen? “Dat wisselt per discipline”, aldus Clevers. “Het stamcelonderzoek racet vooruit. Nederland is daar behoorlijk goed in. Maar wanneer de overheid

het huidige beleid voortzet en steeds minder investeert in fundamenteel onderzoek, droogt ook dit veld op. Het meest schadelijk is dat er dan geen stamcelonderzoekers meer worden opgeleid. Ik zie veel goede studenten die graag in vrijheid op fundamentele onderwerpen willen promoveren, maar niet in het keurslijf van het toegepaste onderzoek. Zij besluiten dan maar te gaan voor een lucratieve carrière bij een bank of verzekeraar.”

“Zonder fundamenteel onderzoek geen laser, mobiele telefoons of antibiotica” elaas kunnen nog veel meer disciplines niet overleven in het karige weten­ schappe­lijke klimaat. “Geneesmiddelen­ontwikkeling is bijna weg uit Nederland. Of taxonomie. Zonder dat vak weet je niet hoe het staat met het uitsterven van dieren en planten. Ook sommige alfavakken, zoals talen, worden bedreigd. Het is bepaald niet oninteressant voor Nederlanders om Portugees te kunnen spreken - denk alleen al aan de groeiende macht van Brazilië. Toch dreigt de laatste vakgroep in deze taal te moeten stoppen. Twintig jaar geleden besloten we toch nog één groep Mandarijn in het leven te houden. Daar danken we aan dat er nog mensen in Nederland Chinees spreken - iets dat ook niet onbelangrijk is gebleken. Eigenlijk staan alle oudere vakken, buiten de mensstudies en de gammavakken, onder druk.” Met 0.7 procent van het BNP staat Nederland in Europa onderaan wat betreft publieke investeringen in onderzoek, en dit percentage daalt nog altijd. En dat terwijl in landen als Duitsland, Zweden, Denemarken, Finland en Zwitserland juist geïnvesteerd wordt, zowel in fundamenteel onderzoek als in innovatie.

Clevers over Stapel Dit interview met Hans Clevers vond plaats voordat de commissie Levelt op 28 november haar rapport over Diederik Stapel openbaar maakte. Clevers gaf in het interview wel een reactie op de vraag naar de waarde van het principe van peer review. “Er wordt vaak neerbuigend gedaan over peer review in de wetenschap. Toch zijn er weinig beroepen zo beoordelend als het onze. Iedere stap die wij zetten, wordt door anonieme collega’s beoordeeld en meestal afgekeurd. Tik mijn naam in en je ziet precies welke citaties ik heb, welke papers ik schreef, waar ik werkte, en waar ik in de rangorde van duizenden wetenschappers sta. Er zijn weinig beroepsgroepen die zich zo op het hakblok laten leggen.” Eind november reageerde hij in een stuk van het ANP uitvoeriger op de fraudezaak rondom Stapel. Hij noemde het een “fenomenale fraude”. Volgens Clevers wordt hij er op internationale congressen ook op aangesproken, ondanks dat hij uit een totaal ander vakgebied komt dan Stapel. Hij zei ook de indruk te hebben dat wetenschapsfraude tegenwoordig sneller aan het licht komt, doordat er in alle lagen van de maatschappij, dus ook in de wetenschap, meer behoefte is aan transparantie en integriteit. “Mensen pikken het niet meer dat er gefraudeerd wordt met publiek geld, of dat ze slordig te werk gaan, ook als dat onbedoeld is. Daarnaast is er het zelfreinigend vermogen van de weten­ schap. Als collega’s denken dat er iets niet pluis is, trekken ze aan de bel. Daar kennen we een heldere vertrouwensprocedure voor. Alleen heeft dat bij Stapel wel erg lang geduurd.” Volgens hem speelt dit soort fraude veel minder bij de bètawetenschappen, omdat onderzoeken daarbij makkelijker zijn te reproduceren en daarmee ook makkelijker te controleren.

Clevers weet waarom Nederland niet wil investeren in wetenschap. “Paradoxaal genoeg is dit het gevolg van het feit dat we er erg goed in zijn. Na elke bezuinigingsronde ziet de politiek dat de wetenschappen nog altijd niet in elkaar donderen. We staan op lijstjes gemiddeld dik in de top-10 voor bruto output van ons onderzoek en omgerekend per capita, terwijl we nummer 56 qua grootte zijn.” Een tweede probleem betreft volgens Clevers de rekenmodellen die de overheid gebruikt; de beroemde en gevreesde berekeningen van het Centraal Planbureau (CPB). Die kennen geen waarde toe aan wetenschap, en nauwelijks aan onderwijs. “Nu zegt het model: een euro in bijvoorbeeld zorg, ontwikkelingssamenwerking en onderzoek ben je kwijt, maar een euro in een snelweg levert geld op. Het zijn voor de economen die lid zijn van de KNAW curieuze modellen”, zegt Clevers. “Uit de berekeningen blijkt dat je ongelimiteerd kunt bezuinigen op

wetenschap, zonder dat dit schade aan je economie geeft. Toch zou geen minister dit experiment aandurven.”

Bezuinigen op wetenschap schaadt de economie niet Het CPB erkent dat dit de werkelijkheid is in de overigens wetenschappelijk correcte modellen. KNAW-economen onderzoeken nu welke argumenten of modellen omringende landen gebruiken, die hen tot de conclusie brengen dat ze juist in onderzoek en onderwijs moeten investeren. Clevers: “Politici zeggen eerlijk tegen mij: help me aan argumenten om investeringen te kunnen verantwoorden, want nu wordt het in de CPB-modellen afgestraft. Zó besturen wij dit land - het is cynisch.”


18 | Student

Clmn

13 december 2012

Activiteitenkalender

This is the end: 21 12 2012 het einde van de wereld Bor de Kock student Softw are Science & Web Science

Wit Sneeuw maakt dorps. Echt! De TU is wat veel dingen betreft sowieso al een dorp, maar in een week als de vorige wordt het dorp nog dorpser en gaan we linea recta naar de overtreffende trap van gezelligheid. Bijvoorbeeld als we elkaar verkleumend en genietend tegenkomen terwijl we langs de Dommel wandelen, of als we elkaar een handje helpen met die sneeuwpop op de stoepen van de campus. Terwijl een klein groepje droomt binnenkort te kunnen schaatsen op de nieuwe vijver. En vergeet natuurlijk niet het herinneringen ophalen aan alle keren sneeuwval die iedereen ooit in zijn leven heeft mogen aanschouwen! Van toen er veertig centimeter lag, die ene keer in Zweden. Of dichter bij huis, aan die gigantische tekening bij het Hoofdgebouw vorig jaar. De koffie wordt bijgeschonken, de kantine serveert stukjes roggebrood met katenspek bij de snert. In MetaForum wordt de kerstboom opgetuigd. Met smart wacht men af of er weer zingende robots zullen verschijnen dit jaar, en wat voor kleur kerstballen de kapper hebben zal. Sneeuw vergroot saamhorigheid. Het samen-bij-dehaard-gevoel, ook al verschansen we ons anno 2012 gewoon rond de klepjes in het plafond, of slaan we sjaals om en duiken we toch nog even samen het dakterras op om een teug frisse winterlucht in te ademen. Maar wat er het meest toe doet voor mij, zijn de kleine sneeuwdingen. De associatie die sneeuw op de TU bij mij opwekt, is het gezicht van onze medestudent uit een warmer stukje wereld toen hij ongeveer een jaar geleden voor het eerst in een wit sneeuwdek belandde na een iets te lang tentamen. En stiekem houd ik ook van de winter omdat het een excuus is om gruwelijke, gebreide truien te mogen dragen zonder dat er direct maatschappelijke kritiek volgt. Want voor zelfs dat soort verstoktheden kan de sneeuw een stokje steken. Wat is het toch magisch. Op www.cursor.tue.nl vind je meer columns. De volgens de redactie beste column plaatsen we hier.

Sinds mensenheugenis voorspellen we al het einde der tijden en deze week is het dan zover: volgens de Mayakalender gaat de wereld ten onder op 21 12 2012. Natuurlijk geloven wij rationele academici dergelijke voorspellingen niet. Maar stel nou dat er een meteoriet inslaat, dat we opgeslokt worden door een zwart gat of microben plotseling massaal resistent blijken? Niet helemaal ondenkbaar toch? Het einde der mensheid: SG staat komende week uitgebreid stil bij het thema. Beleef het mee, geniet van de meest fantastische doemscenario’s en hopelijk zien we de zon weer opgaan op 21 december. Gedurende de hele week voorafgaande aan ‘het einde van de wereld’ kun je in De Zwarte Doos films bekijken over dit thema :

Maandag 17 december: Seeking a friend for the end of the world Dinsdag 18 december: Sunshine

Alle films zijn Engels met Nederlandse ondertiteling. Informatie en trailers vind je op www.dezwartedoos.nl. In verband met het einde van de wereld geldt de hele week: 2 voor de prijs van 1! En dan… de grote vraag: halen we het einde van de dag? Een vraag die we nog niet kunnen beantwoorden, maar we bieden je een uniek programma waarvoor je wel vroeg je bed uit moet. We beginnen om 07.07 uur in het Gaslab spiritueel en lichamelijk goed met Tai Chi. Daarna geeft wetenschapsjournalist Maarten Keulemans een lezing over de verschillende rampscenario’s die de wereld zouden kunnen treffen. Gezamenlijk gaan we daarna naar het dak van Vertigo om de zonsopgang (8.46 uur) live te beleven. Komt ie wel? Als ie komt, gaan we gewoon weer door met het leven en gaan we lekker ontbijten (met champagne natuurlijk, want we leven nog!) Ondertussen vertelt cultuur­ socioloog dr. Stef Aupers over de opkomst, verspreiding en populariteit van apocalyptische verhalen in de westerse samenlevingen. Ca 10.00 uur: einde programma Voor dit programma moet je reserveren via www.tue.nl/sg. Kosten 2,50 euro (voor ontbijt).

Woensdag 19 december: Children of men Donderdag 20 december: Melancholia

Wat is de meest bijzondere gebeurtenis sinds je in Eindhoven studeert? Ik zat twee jaar geleden in het stadion toen PSV met 10-0 van Feyenoord won. Dat was wel heel bijzonder.

TU es

Slechtste gewoonte? Het bekende toezeggen om dat ene biertje in de stad te gaan drinken, waar het natuurlijk nooit bij blijft. Op wie of wat ben je het meest trots? Op dat het me lukt om het studeren te combineren met sporten, nevenactiviteiten en gezelligheid. Wat heb je afgelopen week geleerd? Ik ben vooral bezig geweest met een vak over gasontlading. Wat ontbreekt er aan de universiteit? Met het Bachelor College zie ik vrijheid verdwijnen, zeker omdat je verplicht aanwezig moet zijn. Dan krijg je dat mensen in de collegezaal zitten omdat ze er moeten zijn, in plaats van dat ze er willen zijn. Dat verandert de sfeer in de zaal. Wat wil je worden als je groot bent? Ik weet wel dat het niet alleen bij wetenschap blijft. Het lijkt me leuk om iets met duurzame energie te gaan doen, dat vind ik een interessant vakgebied. Voor wie moeten ze een standbeeld oprichten? Voor Nelson Mandela, dat is een echte held. Hoe hij na zijn onterechte gevangenschap iedereen heeft kunnen vergeven, vind ik heel bijzonder. Ultieme kijk- ,lees-, web-, luister-, of doe-ervaring? Vooral veel kleine dingen doen waarin je plezier hebt. Zo zie ik binnenkort mijn vrienden van de middelbare school weer met ons jaarlijkse kerstdiner.

Maarten van Drunen , 22 jaar is eerstejaars masterstudent Applied Physics.

Foto | Bart van Overbeeke

Waar heb jij je deze week ontzettend aan geërgerd Aan die hele situatie met de dode lijnrechter. Ik vind het echt onbegrijpelijk lomp gedrag, zeker voor een amateurclub. En die man was nog wel vrijwilliger, dat maakt het nóg erger. Ik vind het vreselijk dat er zulk gedrag vertoond wordt. (OK)

De vraag die ik sch rap, is ‘Wat wil je worden a ls je groot ben t?’. In pla ats daarvan wil ik vra gen: ‘Van wat voor were ld droom jij? ’


Student | 19

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

In the picture

raaf naast zijn werk Nando Harmsen is professioneel fotog de faculteit Technische als beheerder van de cleanroom bij het beton van N-laag n bele Natuurkunde. “De kranen knab beeld vraagt om de Dat en. opet uw gebo kapot, alsof ze het ik op het idee voor associatie met dinosauriërs. Zo kwam erken heb ik de verst te deze bewerking; om de associatie het gewonde van d bloe het foto ingekleurd. Het rode is heb vijf jaar in Ik t. vloei ken stuk brok gebouw dat over de niet zo’n band mee het gebouw gewerkt, maar ik heb er de vlakte te zien gaan. dat het me pijn doet om het tegen it Spectrum en ik vanu uit p Ik kijk iedere dag op de sloo (OK) ” zien. te om vind het fascinerend Foto | Nando Harmsen

Sloop-o-saurus

? Volgende keer jouw foto op deze plek Mail ‘m naar cursor@tue.nl

En hoe is het in Toyohashi?

Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat weken twee iedere kunnen ers Cursorlez verplicht is of omdat ze het leuk vinden. n. meekijke d buitenlan het in dent TU/e-stu over de schouder van een

Toyohashi ligt in Japan (vlakbij Nagoya) en is de thuisbasis van de Toyohashi University of Technology. Ik doe research bij het ICD (Interaction & Communication Design) lab, wat binnen de universiteit valt. Hier maken en testen bachelor-, master- en PhD-studenten nieuwe robots. Omdat ik Human Technology Interaction studeer, valt dit binnen mijn vakgebied. De werkwijze in Japan verschilt echter heel erg van die in Nederland: wanneer een meeting gepland staat van 5 tot 7, duurt het altijd precies zo lang, ook al is iedereen al eerder uitgepraat. De universiteit is 24 uur per dag open voor studenten met een pasje, waardoor de studenten soms zelfs in het lab slapen. Ook is het heel normaal om een andere student van je lab te helpen. Ik kreeg

van vijf Japanse studenten tegelijkertijd hulp met mijn project, terwijl ze allemaal nog met hun eigen dingen bezig waren. Buiten de studie heb ik zoveel te doen dat ik me geen moment verveel. De universiteit heeft veel ‘clubs’, en ik ben lid geworden van de Japanse Thee Ceremonie club, en de Kyudo (Japans boogschieten) club. Deze clubs hebben twee keer per week bijeenkomsten. Bij beide clubs draait het om perfectie in de uitvoering, de vorm, dus niet over hoe goed je thee smaakt of hoe vaak je in het doel schiet. Karaoke is ook echt populair, zingen doet iedereen, goed of slecht maakt niet uit. Ik leer ook nog Japanse kalligrafie bij een buurtvereniging en ga mee met veel verschillende uitjes, zoals een

traditioneel festival in de binnenstad van Toyohashi waarbij iedereen in rijen van drie op straat ging dansen. Dat was echt geweldig! Japanners zijn ook van het groepsgevoel, dus iedereen kreeg hetzelfde masker en shawltje voor dit festival. Weetjes over Japan: • Niemand spreekt Engels: Neem Japanse les! • Het leven in Japan is duur: Producten als dvd’s, shampoo, etc. zijn twee keer de Nederlandse prijs. Restaurants en mijn huur zijn heel goedkoop. • Je kunt niet betalen met je pinpas: Iedereen betaalt contant • Schoenen uit: In huis, je laboratorium, en zelfs in sommige restaurants. Doe mooie sokken aan. • Japan is bijzonder: Zo heb ik heren in dameskostuums gezien op het TUT-festival (het beste ‘meisje’ won een PS3). • Nijntje is beroemd: Iedereen kent Nijntje (als Miffy), maar niet iedereen weet dat ze Nederlands is. Conclusie: Japan is supertof! Het land is ‘westers’ maar toch ‘Aziatisch’, wat leuke contrasten oplevert met Nederland. Ik ga genieten van de twee maanden dat ik hier nog zit!

ICD: http://www.icd.cs.tut.ac.jp/ TUT: www.tut.ac.jp/ Blog: http://annajapan.wordpress.com/ Anna Broers studente Human Technology Interaction

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij komende winter in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.

Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl


20 | Mens

13 december 2012

Van dumpling tot zampone: the holiday season around the world Iedereen viert in Nederland kerst op zijn eigen manier, iedere familie heeft andere gewoontes. Maar de grote lijnen zijn hetzelfde: een kerstboom versieren, samen eten en cadeaus uitwisselen. Ook met oud en nieuw zullen de meesten zich wel herkennen in de tradities van het eten van oliebollen en het afsteken van vuurwerk. Maar hoe gaat het er in andere culturen aan toe? TU/e’ers aan het woord.

“Ik vier

twee ke

er nieuw

jaar”

Trang Ka ger-Nguy en, mede Plechtigh werkster eden, is o bij het Bu p vierjari reau voo Vietnam ge leeftij r Promoti naar Ned d met ha es en e rl and verh a opvoedin r ouders uisd. Ze h g meege en zusse e e k ft n vanuit re v g a en, maar n huis uit Nederlan die is we dse cultu een Vietn l sameng ur. a mese esmolten met de “Welke fe estdagen ik vier, be te vieren paal ik ze , wat ik to lf. Ik kijk e g evoegde boeddhis naar wat waarde vi ten, en k ik leuk vi nd hebbe erst is ee nd om beide gelo n. Van hu n feest d ven voork is uit zijn a t ch ri s omen, zijn tenen vie wij “In Vietn ren. Omd we er we am vieren at in Vietn l bekend steeds m het leuk m am e e e .” e r mensen vinden e n omdat feestdag Thuis vie ze graag en zoals r ik met m kerst om willen me ijn gezin dat ze edoen m klaas kom Nederlan et de wes t ook bij dse feestd terse were ons langs agen zoa ld. .” ls kerst, e n Sinter­ “Nieuwja ar valt bij ons op ee werken, n n ander m et als in h oment om eel Azië. Ik kies erv dat we m Zo valt in et een ma oor om tw 2013 ons ankalend e e keer nie wel groo nieuwjaa er uwjaar te tser en u r op 10 fe itbundige vieren. In bruari. van de gro r. N e In d V e rland vie ietnam s otouders taat op zo ren we he en het ov In 2007 w t ’n avond erdenken as ik met het herde va n n het afgelo ieuwjaar 2008 ing nken in Ho Chi pen jaar eluid. Da centraal. Minh Sta t was erg weg stils ” d, en daa bijzonde taan om r hebben r. Iederee te kijken we toen n wel een h ging lang naar het alfuur. To s de kant georganis en dat afg van de eerde vu hij mee b elopen w urwerk. D ezig was a s , at duurde , g e in n g iederee toen bes was gew n weer do efte ik pa eest.” s dat het or met w aar een halfu ur lang d oodstil “Het groo tste versch il is dat in staat en Vietnam het in Ne tijdens fe derland m En in Vie estdagen eer gaat tnam bre het eten om de ge ngt de vu centraal zelligheid van het n u rw e rk ieuwe jaa o ro m m het eten m e l geluk, d r nieman heen. direct we us op de d ruimt d er aan he eerste da aar op. Ie t werk.” g dereen g aat gewo on Kuangyu a

n Ying

eerst it jaar” t e h r voo vieren d s september in n a g k I “ sind dage g en is e feest kerst ineerin l ander

g e rical En n ze he t Elect hebbe n r e a d a u d t hai, en ing is s Shang yuan Y ar voor mt uit Kuang o k ij ga dit ja H . Ik d n t. ennis la ie ina n Neder d’ om k e in Ch s. ‘excite w ie g r n it er in e e d l ik n a e r en t en he it vind itie ken ijs. Ik b ie trad iversite r d n a u P t, s e r in d en ke n op ienden ren ge ieringe met vr “We vie rstvers ieren, e v k t e s r D e st k aditie. het eer nt. We deze tr n.” mome en met ri. k a oi uitzie o ander m m n te februa e g e r in e p l eesta . eval al maar o g m , ie r il w lt e u a m d v ie ie wjaar hele fa d en n u e u ie d o r n t l e e s ie v n w men m eren, der, o en we menko inkind nkalen a a hebb a le s gs k a in n r e h li m w te C p n “In dum is dat de ach lijk ee ie, met avond rk, ers tot il n name e d te m e d s u b fa n g to b r a e o h de hele vergro ijkste v Die is e t r o . e g ij e n en er m b d d la n n r n Het be dinere ms wo ese wij een: va o e r in S e W h d . t. C n n ie r an ame roce n daa Dit is d n dan s en 50 p drinke de 40 es zitte senen n ti s e a a s r s e lw n o tu ge De v n ligt ren erecht. daarva r kinde als bijg entage c r an.” e a d lp lijk doo e o e g h et m o e h a e lc n n voor het a ag va etjes m avond, vijfde d e nkspell ’n e d a o d r r z a d p a p o k oo ken o rk af aart n vuurwe afgesto de welv s is r k n n e r a a e e k v w m r e d vuu ter d teken de go oe gro rdt ook enen s ie dag “Er wo aakt, h olwass at op d m v d ris.” g e m a la D o d a . , ers je die aditie en je s t tr ie r r r a en tien is e a t h a lv meer je we jaar. D d voor En hoe nieuwe an goe omen. d k is u t o z a nd aarde omt. E langsk dat hij

uyen

ger-Ng Trang Ka

ren”

kerst vie n e g a d 5 2 a n “Bij

Tijmen Thomas Henry en de Nederlanders en i er in het gh nt Ba a me hs De Iraanse Ma rblijven op dit mo urstudenten en ve n tu ee ec ze hit t arc da n er zij Stuurman het de eerste ke e kerst. . Voor alledrie is ro rst ee éta er de Qu pt e au ns erh Mexicaa Mahsa is het üb meemaken. Voor Mexicaanse kerst ren we het Hijri Calendar, vie jn land, de Solar mi in r n alleen de de “E . len ka ten “Volgens de hsa per mail we Ma t laa t”, ar ma heb r op 21 ciële feestdag. Ik Iraanse nieuwjaa , het is geen offi rst ke rt ben vie Ik id . he ns er nu heb ik de ka christelijke mind wordt gevierd en t he en e d ho ou en ten we rst ilie tijdens ke altijd al willen e vriend en zijn fam uwd!” ns nie aa be xic nd Me n tte ee tze on in huis bij htbij mee. Ik ben n de ak ik het van dic er goed in, merke mb ce nieuw, dus nu ma de 1 f na va al o xic Me dagen. in rst er ke mt aanloop naar de De kerstsfeer ko evenementen in lei er en, all ud n ho zij r ge ’ “E : drie. Thomas lijks een ‘posada or Kerstmis dage t vo ch n na ge e da elk n , ge ng za ne Zo wordt en, vuurwerk en eld be t me rp do het or iemand uit een optocht door n uitgenodigd do ander huis. We zij n ee in lijkt ons natuurlijk d t en Di n. dig ne ein haar opa bij te wo n va da sa po Je zou bijna n Querétaro ee kerst kleur geven! n dus dit zal onze ke ma te e me mooi om vieren.” r 25 dagen kerst e feestdagen, zeggen dat ze hie in de Mexicaans veel zin hebben etje missen. be n Hoewel ze enorm ee periode toch wel die in nd is rla de zullen ze Ne ar contact houden t om de hoek, ma nie t lig g, ico da ex ar “M rja Tijmen: er. Tijdens mijn ve t op en probleem me via Skype contac en tegenwoordig ge ev ik nk de ik em ne ag moet rsd n de jaa an ik toch drie ma kerst en op nieuw endin Anoek, die vri is het jn ch mi To en n. ilie zij llig met mijn fam kunnen erg geze nd rla de Ne in agen missen. De feestd rs gevierd wordt.” kerst ergens ande e ho n zie te om leuk


Mens | 21

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Feestdagengebruiken

around the world In Spanje eten ze om middernacht bij iedere klokslag één druif. Dat zijn dus twaalf druiven in één minuut. Dit gebruik zorgt voor een gelukkig en voorspoedig nieuwjaar. In Griekenland snijden ze op 1 januari gebak aan waar een munt in verstopt zit. Wie de munt vindt, heeft het hele jaar geluk. In Rusland zetten ze na middernacht tijdens oud en nieuw alle ramen en deuren open om het nieuwe jaar in huis te verwelkomen.

“Mann

In Denemarken en Noorwegen sluiten ze het kerstdiner af met rijstpudding met vooral gehakte amandelen. Wie de hele amandel vindt, krijgt een cadeautje. Meestal wordt ervoor gezorgd dat een kind de amandel vindt. IJsland kent eenzelfde traditie, maar dan met rijstepap waar een boon in verstopt zit. In landen waar de Oost-orthodoxe Kerk de grootste is, zoals in Rusland en Egypte, wordt kerst op 7 januari gevierd.

en bere

liams Judy Wil

In Schotland branden ze op oudejaarsdag het jaar op: ze steken vaten met teer aan en die laten ze door de straten rollen. In Georgië worden met kerst de graven van familieleden bezocht. Deze mensen worden herdacht met een glas wijn. Sinds 1947 schenkt Noorwegen jaarlijks een grote kerstboom aan Engeland, als aandenken aan de samenwerking van de twee landen in de Tweede Wereldoorlog. Engeland zet deze boom op Trafalgar Square. In Tsjechië zetten meisjes op 4 december een takje van een kersenboom in het water. Als dit gaat bloeien voor kerstavond, zal het meisje het volgend jaar trouwen. In Iran vasten mensen de eerste 25 dagen van december. Ze eten geen vlees, eieren melk of kaas. Kerstavond is de laatste dag van de vastenperiode. Ze wisselen geen cadeaus uit, maar kinderen krijgen wel nieuwe kleren. Interviews | Odette Knappers en Judith van Gaal Foto’s | Rien Meulman

d

ou n e i o o eg

iden de

ot”

kap s e i v r se

ee jaar t nu tw n woon e g n d. ri n gewoo nginee ctrical E rankrijk F le E in ij r b a ntist acht ja rch scie n heeft een is resea Italië e o in in v uis met r id o e C n ie het h pgegro il o m Rosilde gezin e is t fa e e e h Z rland. aliaans id met e en It re d m n b e e ij e N n g m it in n. Dan altijd u ie n we bij z n re e e g ie h c n rs n hebbe nder. We lu rland ve ng niet e kerk. er en ro in Nede t an hog ie we la e naar d d d w r t er me a “Net als ie n a a il a ta a m m m en g nkrijk s n en fa tbrood o e ra o rs d F e n tb k e In rs ri rt . ke bij v n soo e wijn bezoek mee, ee sserend gaan op ettone en mou n e a p is u t a a ies cade bij, d we als l.” oud serv umante e op tafe oien we en er sp n o nd k g g a n a r rl ri p a e d a m d a We ik in Ne rk af, m s en ch e u ra n rw g n u e u ie en v te miss kerst fo doen, Italië ge iet hoef gewoon en we in die ik n k k o ie te o s it d d w n n a u een tr ederla at is da d en nie dit in N k. Dit is imen. D lu ik ru e “Met ou n g te a t k p g niet o n heb, at bren de dag efte aa kapot. D e volgen er beho d ik ik f ls e A o e, h woon. t niet do dat is ls ik he mpone, maar a ” l. e t dan za e a rd ta nzen s o li o u r v t mee het men weer he dat hoe is ilie. Op f m o fa lo e e d et et bijg ren we m d jaar.” en bij. H rst dine t komen we linz e n h te n “Met ke e e r n aa verdie ren poot. D je gaat alië vie varkens er geld er, in It e b m m is e e c o n e p5d r, allee je eet, h rklaas o p elkaa te o in rg s e ie ll lijken .” vieren ju feesten iligman erland ari. De u n goedhe ja “In Ned n 6 e e p o n a a v n ts fa e plaa we La B heks in ons een het bij

“W

Thomas

Henry, M ahsa Ba

gheri en

Tijmen S

tuurman

geit”

Naar de kerk ga an, veel Daar dra gezellig ait het o heid me m tijden en de p t familie s de kers laats va en een t in Nair n h hoop dri e Mathem rkomst obi, de nken. van Jud atics fo h oofdsta y Willia r Industr waar ha d van K ms, pos y. Dit ja enia ar man tm a a r s z momen ter-stud al ze he teel verb t feest e ent lijft. chter in Judy is v Georgia erbaasd vieren, a ls “Wij ge z e h o o bruiken rt dat w e in Ned de 26ste grapt ze erland tw alleen o . Want v ee kers m bij te aak gaa “Iedere tdagen komen t er een en is tip kennen van eers h o o to . p te kerstd p d rank do verzorg de nage ag”, d”, vert orheen ls zijn b elt Judy ti ijgewerk jd e n kip met s die fe . “Mens t. Als m chapati estdag. en drag aaltijd e en het is en nieu gesprek ten we g traditie we klere ken ove e roosterd d n, a r t h m et leven e of geb annen g wonen, . Degen akken eit bere gaan da en die fa iden. W ar naart een avo e hebbe milie op oe. Op k ndvulle n het platt erstavo nde kerk nd gaan eland h dienst.” ebben de mee s te Kenia Waar Ke nen naa rstmis v r ooral ee en nieu n familiefe w met v rienden est is, b feesten rengen door. “W een hoo de mee e gaan p. Je vin ste Ken geen Ne naar ee dt dan v ianen o n club, derland e e ud l worden s m e ensen b en ook Met haa dronken uiten op geen Ke r kindje , niaanse straat.” gaat Jud kerst en feestda Dit jaar y name nieuwja gen, ma lijk naa ar te vie ar Ameri r Georg benieuw ren met ia kaanse d hoe h , Mississ haar ma . et daar ippi om n en zijn gaat.” daar familie. “Ik ben erg

in Mexico .

Rosilde C orvin

o


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.