Cursor 10 - jaargang 55

Page 1

10 24 januari 2013 | jaargang 55

Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven Voor nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op enmm

12 | Blokken of barsten 3 Kouder dan het absolute nulpunt

6 Radar in de vingers

18 OASE onder de loep

Flip for English


2 | Vooraf

24 januari 2013

De warlords van Brainport

Colofon Hoofdredacteur Han Konings

Eindredacteur Brigit Span

Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Odette Knappers (stagiaire) Frits van Otterdijk Norbine Schalij Monique van de Ven

Medewerkers Nicole Testerink Gerard Verhoogt

Fotografie Rien Meulman Bart van Overbeeke

Coverbeeld Bart van Overbeeke

Opmaak Natasha Franc

Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau

Redactieraad prof.dr. Cees Midden (voorzitter) prof.dr. Hans Niemantsverdriet Angela Stevens- van Gennip Thomas Reijnaerts (studentlid) Arold Roestenburg Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

Redactieadres TU/e, Laplace 0.35 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl

Cursor online www.cursor.tue.nl

Technologiepact Brainport. Dat vind ik nu een perfect gekozen titel. Vooral dat pact, dat klinkt lekker strijdlustig en niet zo lullig als convenant, of -nog tien keer zo erg- Letter of Intent. Maandag kreeg onze nationale veldmaarschalk voor Economische Zaken, Henk Kamp, het Brabantse pact bij een werkbezoek in handen gedrukt door de Eindhovense kolonel Rob van Gijzel.

Rewwwind www.cursor.tue.nl Han Koning s

Klinkt misschien vreemd, maar met dat pact zag ik opeens overeenkomsten met Afghanistan. Probeer even mee te gaan in mijn gedachtekronkel. Zie Brainport als het Afghanistan van Nederland, een gebied waarbinnen een hele club warlords het voor het zeggen heeft. Die warlords zijn de baas van stammen met zeer exotische namen zoals ASML, Philips, NXP, Océ, DAF en VDL. Rob van Gijzel is geknipt voor de rol van Hamid Karzai, een diplomatiek en strijdbaar baasje dat al sinds 2002 president is van dit getormenteerde land. Kamp vervult dan de rol van de Amerikaanse bevelhebber die even komt kijken hoe de zaken er voor staan en dan snel weer

huiswaarts keert. Hier hebben onze warlords echter op gerekend en ze zorgen dat onze Rob/Hamid hem een overzichtelijk ultimatum in de maag splitst: het voornoemde Technologie­ pact. De strekking daarvan is duidelijk: de warlords willen meer aandacht en middelen voor hun gebied en een versoepeling van de regels. Zo niet, dan stort de hele handel in en slaan ze hun tenten elders (lees: buitenland) op. Hopelijk weet Kamp zijn baas in Den Haag ervan te overtuigen dat actie noodzakelijk is. Dat zal ook voor onze universiteit niet onvoordelig zijn en dan kunnen wij de warlords weer voorzien van verse aanvalskrachten.

Spoorboekje

Ron Tempelaars, die over het TU/e-spoorboekje gaat, het druk zal krijgen… Zie pagina’s 12 t/m 16.

De tentamenperiode is inmiddels in volle gang, reden voor Cursor om een paar pagina’s te wijden aan dit gevreesde fenomeen. Ik sprak met een docent, studieadviseur, surveillant, roostercoördinator, en natuurlijk met een student, over hun ervaringen met tentamens. Collega Monique probeerde intussen feiten en cijfers boven tafel te krijgen. Nieuw voor mij was dat soms extra tentamenpogingen worden ingepland als veel studenten op het spoor zijn blijven steken. Gezien mijn eigen treinervaringen van deze week verwacht ik dat tentamencoördinator

22 januari - De oostingang van de campus, aan de Insulindelaan, gaat vanaf 4 februari drie weken dicht voor alle verkeer. De afsluiting is nodig vanwege de nieuwbouw voor het

FOM-instituut DIFFER. De voortgang van de werkzaamheden is afhankelijk van de weersomstandigheden; vorst kan het werk en daarmee de planning vertragen.

TU/e-hoogleraar Luc Brunsveld ontvangt Gouden Medaille KNCV 21 januari - Prof.dr.ir. Luc Brunsveld, hoogleraar Chemische Biologie aan TU/e-faculteit Biomedische Technologie, is uitgeroepen tot de beste Nederlandse chemicus onder de veertig jaar.

Hij kreeg hiervoor de Gouden Medaille 2012 van de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging.

TU/e start pilot met e-bikes en e-scooters die 4 februari start en een half jaar duurt, zijn drie elektrische herenfietsen, drie damesfietsen en vier verschillende scooters beschikbaar.

Volledig interview Anthonie Meijers online Tom Jeltes

Druk Advertenties

Oostingang campus drie weken dicht

21 januari - TU/e-medewerkers kunnen binnenkort gratis een week lang een e-bike of e-scooter lenen. De universi­ teit mikt vooral op werknemers die tussen de zeven en twintig kilometer van de campus wonen. Voor de pilot,

Janssen/Pers, Gennep

Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745

In Rewwwind ‘spoelen’ we kort terug naar de afgelopen weken. Welk nieuws is na het verschijnen van de laatste papieren Cursor op de Cursor-site verschenen?

© 2013. Auteursrechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming van de hoofdredacteur. De redactie behoudt zich het recht voor om aangeboden artikelen te wijzigen.

In de Cursor van 10 januari stond een interview met hoogleraar Anthonie Meijers. Het oorspronkelijke interview was in verband met de beperkte ruimte die ervoor beschikbaar was, voor de helft ingekort en zowel Meijers als interviewer Joep Huiskamp vond dat hiermee een belangrijk deel van de boodschap verloren was gegaan. Om alsnog aan hun wens van volledigheid tegemoet te komen plaatst Cursor het complete interview vandaag, 24 januari, op www.cursor.tue.nl.

De mens achter het nieuws

Wesley van Abeelen: Bikkelen in de vrieskou Een oproep aan alle medewerkers en studenten: ga niet mopperen als 4 februari de campuspoort aan de Insulindelaan drie weken op slot gaat. Natuurlijk zorgt het voor vertraging en ander ongemak. Maar besef dat dit gemopper gênant is, want terwijl u en ik ’s ochtends pas uit bed stappen, staan de grondwerkers van Van Casteren (Tilburg) en J. van Esch (Cromvoirt) al in de strenge vorst te zwoegen om De Zaale een stuk te verleggen voor de komst van FOM-instituut DIFFER. En bij tien graden Celsius onder nul helpt een extra onderhemd heus niet. “Als het echt te koud is, beginnen we

Wesley van Abeelen. Foto | Bart van Overbeeke

eerst met het strippen van de te slopen gebouwen op de Werf. Zodra het weer beter is, gaan we buiten aan de slag”, zegt uitvoerder Wesley van Abeelen. Zijn twaalf mannen liggen goed op schema. Knap, want sneeuw en vorst vertragen het normale werktempo. “Op 15 april is de oplevering, dan moet alles klaar zijn. Al het werk dat we nu kunnen doen, wordt uitgevoerd.” Zoals het graven van kabelsleuven en het aanleggen van betonnen rioolbuizen. Dat is nodig omdat het oude leidingnetwerk precies op de plek ligt waar straks de nieuwbouw komt van de stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM).

“Bij het graafwerk zitten we op diepte en hebben we met de vorst weinig te maken. Voor het aanvullen en het straatwerk gebruiken we zeezand. Dat bevat zout waardoor het niet zo snel aanvriest. Als het volgende week dooit, kunnen we gaan straten.” Abeelen haalt af en toe dampende worstenbroodjes voor zijn mannen. De schaft en shagpauze houden ze binnen in een sloopgebouw. Met een bakske koffie om op te warmen. Dat loopt soms een paar minuten uit. “Nee, daar heb ik geen probleem mee. Ze staan al de hele dag buiten in de kou”, zegt de uitvoerder begripvol. (FvO)


Vooraf | 3

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Vox Academici Prof.dr.ir. Paul van der Schoot, UD Theory of Polymers and Soft Matter, faculteit TN

Kan het kouder dan het absolute nulpunt? Nederland is in de ban van de kou. Met al flink wat ijsdagen op rij -waarop de temperatuur zowel overdag als ‘s nachts niet boven de nul graden Celsius uitkomtwordt al gesproken van de langste koudegolf van de afgelopen halve eeuw. Maar het kan veel kouder. Want natuurkundigen zijn de laatste weken in de greep van het absolute nulpunt, -273 graden Celsius; 0 Kelvin. Een groep Duitse wetenschappers heeft namelijk aangetoond dat het mogelijk is een temperatuur te bereiken lager dan het absolute nulpunt. Hoe hebben ze dit voor elkaar gekregen en wat betekent deze vinding voor de natuurkunde én ons dagelijks leven?

“Het is een bijzonder stuk onderzoek, maar helemaal nieuw is het niet. Er zijn de afgelopen jaren wel vaker temperaturen onder het absolute nulpunt gemeten, maar deze groep laat ook zien dat de negatieve temperatuur thermostabiel is. Dat is dus wel een noviteit en belangrijk, want zo leren we meer over temperatuur”,

laat Paul van der Schoot, universitair docent bij de vakgroep Theory of Polymers and Soft Matter aan de faculteit Technische Natuurkunde (en deeltijdhoogleraar Theoretische Natuurkunde aan de Universiteit Utrecht), weten vanaf de Physics@ FOM-meeting. Bijna tweeduizend natuurkundigen komen hier bijeen om de laatste stand van zaken in de natuurkunde te bespreken. Ook het absolute nulpunt zal voorbij komen, al is het tijdens de borrel. “Volgens de klassieke natuurkunde leerden we dat hoe lager de tempera­ tuur, hoe langzamer atomen in een gas bewegen. Op een gegeven moment is het zó koud, dat de atomen niet meer bewegen. Dat is bij 0 Kelvin, het absolute nulpunt. In werkelijkheid bewegen de deeltjes dan overigens nog wel: de klassieke natuurkunde gaat niet meer op voor zulke lage temperaturen omdat de wetten van de kwantummechanica het stokje dan overnemen. De onderzoekers manipuleerden een gas zo dat de atomen in een hoog-energetische toestand raakten -en dus bleven bewegen- en konden zo voorbij het absolute nulpunt. En dan wordt het best ingewikkeld: je moet eigenlijk voorbij oneindig Kelvin gaan om via min oneindig bij de eindige negatieve temperaturen uit te komen. Dat heeft ermee te maken dat volgens de definitie

temperatuur, energie en entropie (wanorde) met elkaar samenhangen. Best raar dus, die negatieve tempe­ raturen, want die zijn daarom dus niet kouder, maar warmer dan 0 K.” “Voor de natuurkunde zelf verandert er niet zoveel, wel kan het belangrijk zijn op kosmologisch gebied. Want dit bijzondere gas lijkt de eigenschappen van donkere materie na te bootsen, die zorgt voor de expansie van het heelal. Dat maakt deze vinding alleen al leuk, want ze koppelen daarmee inzichten op heel kleine, atomaire schaal met die op de schaal van de kosmos, die natuurlijk heel groot is.” “Maar als je niet in natuurkunde of kosmologie bent geïnteresseerd, tja. Want wat we er verder praktisch mee kunnen, is mij op dit moment niet heel duidelijk. Misschien nog wel aardig om te noemen dat de Duitse onderzoekers het theoretisch mogelijk achten dankzij deze negatieve temperaturen machines te maken met een efficiëntie boven de honderd procent. Helaas hebben ze deze toepassing alleen kort genoemd in hun artikel en niet nader verklaard, dus het blijft gissen. Het klinkt eigenlijk ook te mooi om waar te zijn: alsof je met je auto naar je werk gaat en je onderweg benzine bijmaakt, in plaats van verbruikt. Ach, er moet ook nog wat te fantaseren blijven...” (NT)

Paul van der Schoot. Foto | Bart van Overbeeke

Voor dag en dauw in de kou Heijmans, verantwoordelijk voor het volledige terreinonderhoud, coördineert de gladheid­ bestrijding op de campus. Het ‘gladheidteam’ van Heijmans bestaat uit mensen die op een drukke dag , zoals afgelopen maandag, vanaf uur in touw zijn om het universiteitsterrein begaanbaar te maken en houden.

5

05.30

Maandagochtend werd, handmatig en met strooiwagens, opgeteld zo’n kilo zout gestrooid - op verhard terrein ongeveer gram per vierkante meter. Daarnaast gingen er emmers à liter dooimiddel doorheen; dit milieuvriendelijke goedje voorkomt dat strooizout de gebouwen mee in gelopen wordt.

25

4.000 14 26

-19

graden was de laagste temperatuur die de mannen van Heijmans tijdens hun werk in de vroege uurtjes, vorig jaar, eens te verduren kregen. (MvdV) Foto | Bart van Overbeeke


4 | Gelinkt

24 januari 2013

“In slechte tijden leer je De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds twee van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.

“Het grappige is dat Martin bij de eerste kennismaking redelijk formeel was. Ik dacht: ‘Het is maar voor drie maanden, dat komt wel goed.’ Was het een sollicitatiegesprek voor een vaste baan geweest, dan had ik het waarschijnlijk niet gedaan”, vertelt Krista van den Boogaart, secretaresse van drs. Martin Boers, hoofd van de Dienst Interne Zaken. Inmiddels werken ze ruim twaalf jaar samen: “Het loopt als een trein”.

Van den Boogaart solliciteerde in 2001 voor een detacheringopdracht, toen Boers -voordat hij directeur van DIZ werd- bezig was met de afwikkeling van het toenmalige facilitaire bedrijf. Hij omschrijft het als een ‘hectische periode, zonder secretariaat’. Voor Van den Boogaart was het haar eerste opdracht via het detacheringbureau, ze wilde het liefst bij diverse organisaties in de keuken kijken: “Maar dan moet je niet bij de eerste baan blijven hangen”, zegt ze lachend. Boers, eveneens lachend: “Ik verlengde haar contract gewoon steeds weer. In het begin was het vrij hectisch en dan zie je heel snel hoe iemand is, dan heb je gelijk een graadmeter of het klikt of niet. Als het niet gewerkt had, zouden we vrij snel afscheid hebben genomen van elkaar. Maar dat was met Krista niet nodig.” Van den Boogaart: “Op een gegeven moment kwam een collega naar me toe en zei: ‘Martin baalt dat je niet wilt blijven, wil je nadenken over onder welke voorwaarden je dat wél wilt?’ Ik ben best ambitieus en na 2,5 jaar werkervaring had ik nog wel wat te leren, in de praktijk of weer in de

schoolbanken. Daarom heb ik Martin voorgesteld dat ik een vervolgopleiding bij Schoevers zou volgen, 2,5 jaar avondopleiding. Ik kreeg vakken als projectorganisatie, marketing, bedrijfsorganisatie. Wat ik leerde, kon ik meteen toepassen in de praktijk. Zo kon ik Martin bijvoorbeeld vragen waarom we het hier anders deden dan ze op school vertelden.” Boers: “Ik probeer mensen de ruimte te geven en te kijken waar hun sterke punten liggen. Krista vindt het leuk om dingen te doen, is daar erg enthousiast over en heeft ook geen moeite met een nieuw systeem of een nieuwe toepassing, dat pakt ze graag op.”

“Hier wordt elke dag gelachen” Ook Boers’ werkzaamheden veranderen voortdurend. Naast de dagelijkse dingen doet hij onder meer het facilitair beheer van MetaForum en hij moet, als Park­manager, de campus omvormen tot een science park. Van den Boogaart heeft met een paar anderen in 2004 het secretaresseplatform van de TU/e opgezet (nu bekend onder de naam Secretaresse Support) en is momenteel lid van een werkgroep voor het loopbaanbeleid OBP. Van den Boogaart: “Ik ben nog steeds gewoon secretaresse. Een goede secretaresse ondersteunt daar waar gewenst en daar waar nodig. De inhoud van het vak kan verschillen, maar de basis blijft het zelfde: je zorgt ervoor dat het managementteam en Martin zich kunnen concentreren op de hoofdzaken en dat jij ze ontlast waar je kan.”


Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Gelinkt | 5

wat je aan elkaar hebt” Boers (1959) en van den Boogaart (1978) zijn duidelijk goed op elkaar ingespeeld en vullen elkaars zinnen moeiteloos aan. En wat nooit ver weg is: de vrolijke lach. Boers: “Ik ga elke dag met plezier naar het werk.” Van den Boogaart: “Ik heb nog nooit gedacht ‘Hm, geen zin vandaag’. Toch kan ik me niet voorstellen dat ik hier tot mijn pensioen blijf.

“We zijn allebei direct en open” Alhoewel: ik had ook nooit gedacht dat ik hier twaalf jaar zou blijven. Maar door de combinatie van leuk werk, leuke collega’s en de combi parttime werk/kinderen, denk ik ‘Ik ben gek als ik wegga’. Maar tot aan mijn pensioen? Reken even mee: dat is nog een jaartje of 35. Als mijn jongste naar de middelbare school gaat, ben ik 41. Dat is nog best jong en ik kan me goed voorstellen dat ik dan om me heen ga kijken.” Hoe karakteriseren ze elkaar? Van den Boogaart: “Martin is oprecht, eerlijk en zorgzaam. Ik heb twee keer iets meegemaakt in mijn privéleven wat best heftig was en dan is Martin heel zorgend. Als ik het moeilijk had, was daar aandacht en begrip voor.” Boers: “Krista is enthousiast en heel spontaan. Ze is ook een flapuit (wederzijds gelach), maar je kunt van haar op aan. Als er iets aan de hand is, zie je dat meteen. Dan besteed je daar aandacht aan, of het nu problemen op het werk zijn of privé.” “Van den Boogaart: “Toen ik slecht nieuws kreeg over mijn moeder heb

ik Martin op een zaterdagochtend in april een sms gestuurd met ‘Het is foute boel’ (haar moeder is inmiddels overleden, red.). Daar heeft hij absoluut aandacht voor. Toen zei hij ook: ‘Probeer het noodzakelijke te doen en de boel op de rit te houden, maar bewaar ook energie voor thuis’. Hij heeft zoveel vertrouwen in me dat hij denkt ‘Dat trekt wel weer bij’ en dat was ook zo. We zijn allebei direct en open, altijd geweest. Bij een huwelijk zeggen ze dat je in slechte tijden leert wat je aan elkaar hebt, dat geldt hier net zo goed. Daar varen de betrokkenheid, de inzet en de samenwerking uiteindelijk alleen maar wel bij. En hier wordt elke dag gelachen.” Boers: “De ene dag wat meer dan de andere, maar we proberen het wel, anders wordt het wel heel serieus.” Interview | Gerard Verhoogt Foto | Bart van Overbeeke


6 | Onderzoek

24 januari 2013

Reza Mahmoudi en Paul van Zeijl. Foto | Bart van Overbeeke


Onderzoek | 7

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Radar in de vingers Bij radar denk je al snel aan grote schotelantennes waarmee je op vele kilometers afstand schepen en vliegtuigen kunt traceren. Niet bepaald een techniek waarvan je verwacht dat het ook op een chip past. Toch is dat wel degelijk mogelijk, vertellen dr.ir. Reza Mahmoudi, UHD bij Mixed-signal Microelectronics (MsM), en dr.ir. Paul van Zeijl van het pas opgerichte OmniRadar. Zij kregen eind vorig jaar een Valorisation Grant van twee ton voor het ‘vermarkten’ van de One-Chip-Radar, een radarsysteem op een chip. “Iedereen denkt bij radar aan de schotels die je bij de marine in Den Helder of op Schiphol ziet, met een diameter van zo’n vijf meter”, zegt Mahmoudi. “Met zulke radarsystemen kun je schepen of vliegtuigen op grote afstand zien. Daarvoor heb je hoge vermogens nodig. Ben je echter geïnteresseerd in voorwerpen op kortere afstand, dan volstaat een kleiner systeem met een kleiner vermogen. Daar komt bij dat de resolutie, de nauwkeurigheid, van grote radarsystemen heel beperkt is. Dat geeft niet als je op zoek bent naar schepen van tientallen meters lang, maar wij hebben een radar gebouwd dat details van minder dan één centimeter kan zien. Daarvoor heb je een hogere frequentie nodig.” Radar is een vorm van echolocatie. Vleermuizen brengen hun omgeving in kaart door hoogfrequent geluid voort te brengen en te luisteren naar de weerkaatsingen. Radar werkt net zo, maar dan met radiostraling. Met radar kun je niet alleen de afstand en afmetingen van een voorwerp bepalen, maar -via het dopplereffect- ook de snelheid van het voorwerp ten opzichte van de radar. Hoe hoger de frequentie, hoe korter de golflengte van de uitgezonden stralen en hoe nauwkeuriger je voorwerpen of oppervlakken in beeld kunt brengen. Een Megahertz komt overeen met een golflengte van driehonderd meter, honderd Gigahertz komt neer op drie millimeter. De gebruikte frequentie bepaalt ook direct de grootte van de benodigde antennes. “Wij gebruiken een

frequentieband rond de 60 Gigahertz”, vertelt de in Iran geboren Mahmoudi. “Dit betekent dat de antennes waarmee we werken slechts een paar millimeter groot zijn. En dat past op een chip.” Een voordeel van 60 Gigahertz is dat rond die frequentie wat ‘vrije ruimte’ bestaat: daar zit namelijk een licentie­ vrije frequentieband van zo’n zeven Gigahertz waar je -tot een bepaald vermogen- vrijelijk signalen mag uitzenden omdat deze frequenties niet in gebruik zijn voor radio, mobiele telefonie en dergelijke. In de MsM-groep wordt om die reden al jaren gewerkt aan elektronische systemen voor 60 Gigahertz. Daarbij worden ze voor het ontwerp van de benodigde antennes bijgestaan door prof.dr Bart Smolders en promovendus Ulf Johannsen van de groep Electromagnetics (EM).

De antennes zijn slechts een paar millimeter groot Dit onderzoek leverde al diverse promoties op en heeft nu dus geleid tot de One-Chip-Radar, een radarsysteem in een siliciumchip van 6 x 7 millimeter en slechts één millimeter dik. Uniek aan het systeem is dat alle onderdelen geïntegreerd zijn op de chip, inclusief de antennes en de omzetting van analoge naar digitale signalen. Voor ingewikkelde berekeningen moet

uiteraard een externe processor worden aangesloten, en het geheel moet ook nog van elektriciteit worden voorzien, maar een radar op een chip is een stuk handzamer dan een die een half vliegdekschip in beslag neemt. Een smartphone met radarfunctie lijkt kortom binnen handbereik. De One-Chip-Radar is inderdaad bedoeld voor de consumentenmarkt, vertelt Van Zeijl, een Delftse ingenieur die als medewerker van Philips al samenwerkte met Mahmoudi. “Vooral in Duitsland wordt hard gewerkt aan vooruitkijkradar in auto’s, bijvoorbeeld om auto’s virtueel aan elkaar te koppelen in een zogeheten roadtrain.” Hierbij meet een auto de afstand tot zijn voorganger door met radar tot een paar honderd meter vooruit te kijken, zodat de auto -al dan niet automatisch- kan reageren op het rijgedrag van zijn voorganger. Het idee is dat dit leidt tot minder files en ongelukken. Diverse onderzoeksgroepen van de TU/e, verenigd in het ATeam, werken aan soortgelijke oplossingen voor ‘coöpe­ ratief rijden’. Hiervoor zijn onder meer tests uitgevoerd op de snelweg tussen Helmond en Eindhoven. Van Zeijl: “Zo’n vooruitkijkradar is slechts een extra feature voor in een auto en mag daarom niet te veel kosten, hooguit een paar tientjes. Dat betekent dat de onderdelen erg goedkoop moeten zijn. Wij willen als eerste zo’n goedkope radar op de markt brengen. Dat alle onderdelen op een enkele chip passen, drukt de kosten al behoorlijk.” Mahmoudi vult aan: “In samenwerking met NXP-semiconductors gebruiken we bovendien een heel goedkope procestechniek voor silicium. Dat maakt het ontwerpproces overigens wel lastiger. Het is een beetje alsof je met een tweedehands auto in de Formule 1 wilt meedoen.” Om een slag te slaan op de consumenten­ markt is haast geboden. Mahmoudi: “Op het moment dat een gigant als

Samsung besluit dat dit een veel­be­lovende techniek is, ben je kansloos. Dus moeten we ze voor zijn. Maar als zo’n multinational OmniRadar over een paar jaar opkoopt, of het intellectueel eigendom van de One-Chip-Radar overneemt, dan is dat prima.”

Een smartphone met radar­functie lijkt binnen handbereik Radar op een chip heeft niet alleen potentiële toepassingen in de autoindustrie, vertelt Van Zeijl. Sensoren voor het automatisch openen van deuren werken bijvoorbeeld ook met radar. “Die systemen zijn aan de grote en dure kant en werken nog niet optimaal. Maar er zijn nog meer toepassingen. Zo kun je met onze chip ook heel nauwkeurig het olieniveau in grote olietanks op de Maasvlakte in de gaten houden, je kunt ze inbouwen in de

vingers van robots om de afstand te meten tot een voorwerp, je kunt radar gebruiken in hydraulische cilinders, om hierin de uitrekking tot op de millimeter te bepalen.” Van Zeijl vervolgt met nog een praktijk­ voorbeeld. “Er bestaan infraroodsensoren waarmee wordt gekeken of er iemand aanwezig is in een kantoorruimte. Als er niemand is, schakelt het licht vanzelf uit om energie te besparen. Maar als je heel rustig zit te typen, gaat het licht ook uit. Met radardetectie kun je dat voorkomen.” In al deze voorbeelden kan radar een aanvulling of verbetering zijn voor bestaande sensoren, voegt Mahmoudi toe. “Het doel van dit project is om geavanceerde technologie, in dit geval radar, naar de consumentenmarkt te brengen. Precies wat de overheid tegenwoordig van ons verwacht.” (TJ)

De One-Chip-Radar.


8 | Onderzoek

24 januari 2013

In de rubriek Sluitstuk vertellen

Sluitstuk

afstudeerders over hun afstudeeronderzoek.

Theekransje in de moskee Bijna tien jaar geleden leidde de liefde voor Thomas Gerritsen tot een ontmoeting met de islam. Via zijn Marokkaanse vriendin kreeg hij een heel andere kijk op deze religie. Naast bewondering van de schoonheid kan hij zich ook kwaad maken over de vele vooroordelen die er in onze maatschappij over de islam rondgaan. Met zijn afstudeerproject ‘Mijn Moskee’ wil de Bouw­ kundestudent daarom een drempel wegnemen en laten zien wat zich werkelijk in de ‘haatpaleizen’ afspeelt.

“Waar toeristen het met mooie plaatjes in een reisgids moesten doen, mocht ik in het Marokkaanse Fez de moskee in. Door me open te stellen voor deze cultuur heb ik zulke bijzondere ervaringen meegemaakt, ik zou iedereen zo’n ervaring willen geven.” Want naast een uitgebreide literatuur­ studie over de moskee als religieus gebouw, is Thomas ook een tijd met een kritische blik op moskee-bezoek geweest. Die kritische blik is volgens hem de kern van zijn project geweest. “Ik heb het gebouw in stukken opgedeeld en per onderdeel onderzocht welke rol het in het geloof inneemt. Een minaret bijvoorbeeld, bij nieuwbouw van een moskee is daar vaak veel weerstand tegen. Het blijkt dat de Nederlandse minaret helemaal geen religieus karakter heeft en de oorspronkelijke functie -het oproepen tot gebed- wordt in deze tijd van mobiele communicatie niet meer gebruikt - althans in Nederland. Uiteindelijk hield ik een lijst over van elementen waar ik als architect een perfect gebouw mee kon ontwerpen, zowel voor de islamiet als de Nederlander.”

vriendinnenclubje kunnen theedrinken in een gebouw waar Rachid in gebed kan gaan. Ik wil aanzetten tot nieuwe ontmoetingen.”

“Aanzetten tot nieuwe ontmoetingen” Hoewel in eerste instantie terughoudend werd gerageerd vanuit de islamitische wereld op de motieven van Thomas’ moskeebezoek, zijn de reacties in een later stadium heel positief. “Omdat de islam zo vaak in een negatief daglicht wordt gezet, bekijken ze je eerst met argusogen of je er niet ‘ook zo eentje’ bent. Maar ik zie mezelf juist als bruggenbouwer tussen twee culturen. Accepteren in plaats van afzetten, daar moeten we naartoe.” (NT)

Hij presenteerde een nieuwe moskee, aangepast aan de Nederlandse omgeving, maar rekening houdend met alle essentiële islamitische aspecten. “Mijn Moskee is heel laagdrempelig, juist omdat hij zo goed in ons straatbeeld past. Tante Toos moet met haar Thomas Gerritsen. Fotomontage | Rien Meulman

4 brandende vragen (Onder redactie van Tom Jeltes)

1 2 3

efschrift?

Wat zien we op de cover van je pro

Hoe leg je op feestjes uit waar je onderzoek over gaat?

Jonatán Peña Ramírez (W) Huygens’ slingers verklaard 1 | cover

2 | feestjes

De afbeelding op de voorkant van mijn proefschrift verbeeldt het fenomeen synchronisatie, dat rond 1665 door Christiaan Huygens is ontdekt. De rode en blauwe lijnen geven een bepaald type synchro­ nisatie weer, namelijk synchronisatie in tegenfase. De bol illustreert dat het verschijnsel alomtegenwoordig is. Op de achterkant zien we de opstelling waarmee Huygens synchronisatie ontdekt heeft (de bovenste afbeelding) en onze moderne, gegene­ raliseerde versie (onder), waarin we willekeurige oscillatoren en koppelingen kunnen aanbrengen.

Mijn onderzoek gaat over synchronisatie; het gelijk­ tijdig optreden van gebeurtenissen. Een bekend voor­ beeld is het simultaan oplichten van vuur­vliegjes. De logische vraag is hoe gekoppelde systemen synchroniseren en onder welke voorwaarden. In dit onderzoek heb ik deze vragen onderzocht voor aangedreven oscillerende systemen waarbij het medium dat zorgt voor onderlinge beïnvloeding een opgehangen balk is - feitelijk de situatie die Huygens beschreef.

3 | onmisbaar

at is Welke persoon, techniek of appara oek? onmisbaar geweest voor je onderz

Het apparaat dat we hebben gebruikt voor de experimenten, weergegeven op de achterkant van het proefschrift, is essentieel omdat we hiermee theoretische resultaten hebben kunnen verifiëren. Belangrijke personen voor mijn onderzoek zijn prof.dr. Henk Nijmeijer en dr.ir. Rob Fey geweest, vanwege hun expertise op dit onderwerp.

4 | samenleving

4

Wat heeft de samenleving aan

jouw werk?

Dit onderzoek heeft potentiële industriële toepassingen, zoals trillingsreductie in het geval dat twee motoren dichtbij elkaar zijn geplaatst, of stabili­satie van de rolbeweging van schepen.


Onderzoek | 9

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Advertentie

Promoties

Maandag 4 februari 16:00 uur CZ4 promotie ir. R.H. Gielen (EE) Promotor(en): prof.dr.ir. P.P.J. van den Bosch Voorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Titel proefschrift: “Stability analysis and control of discrete-time systems with delay”

Keuzevak filosofie (0FC12)

Filosofen over vrijheid:

Maandag 4 februari 16:00 uur CZ5 promotie drs. M. Hendriks (W&I) Promotor(en): prof.dr. A.M. Cohen Voorzitter: prof.dr.ir. O.J. Boxma Titel proefschrift: “Platonic Maps of Low Genus” Dinsdag 29 januari 16:00 uur CZ4 promotie ir. R. Groote (ST) Promotor(en): prof.dr. R.P. Sijbesma Voorzitter: prof.dr.ir. J.A.M. Kuipers Titel proefschrift: “Mechanochemical activation of latent N-heterocyclic carbene catalysts” Woensdag 30 januari 16:00 uur CZ4 promotie Z.D. Kelemen MSc (IE & IS) Promotor(en): prof.dr. R.J. Kusters en prof.dr.ir. P.W.P.J. Grefen Voorzitter: prof.dr. A.G.L. Romme Titel proefschrift: “Process Based Unification for Multi-model Software Process Improvement” Donderdag 31 januari 16:00 uur CZ4 promotie ir. D. Liu (W) Promotor(en): prof.dr.ir. J.M.J. den Toonder en prof.dr. D.J. Broer Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Responsive Surface Topographies Liquid crystal networks and polymer hydrogel forming mircrometer sized surface structures trigged by light, heat or pH” Maandag 4 februari 14:00 uur CZ4 promotie P. Christen MSc (BMT) Promotor(en): prof.dr. K. Ito Voorzitter: prof.dr. P.A.J. Hilbers Titel proefschrift: “Deciphering the Secret Message within Bone Micro­structure”

wat te denken van de

VRIJE WIL?

Dinsdag 5 februari 16:00 uur CZ5 promotie ir. E. Meijer (IE & IS) Promotor(en): prof.dr. G.M. Duysters en prof.dr. C. Boone Voorzitter: prof.dr. A.G.L. Romme Titel proefschrift: “Team Performance in R&D Alliances A Micro-Level Perspective”

Docent: prof. dr. Palmyre Oomen, bijzonder hoogleraar wijsbegeerte Hoor- en leescollege over het omstreden begrip ‘vrije wil’, dat verkend wordt vanuit zeer verschillende invalshoeken. Aan bod komen: modern hersenonderzoek; klassieke en hedendaagse filosofische inzichten rond de uiteenlopende betekenissen van ‘vrije wil’; wat er -naast hersenennog meer nodig zou zijn voor vrije wil (bewustzijn? inzicht in wat waar en goed is? gemeenschap?); de botsing van meerdere willen; verslaving; hoe vrijheid van handelen en van willen wel of niet samen kan gaan met de idee dat alles vast ligt (gedetermineerd is). We lezen teksten van/over denkers en wetenschappers uit heden en verleden: Thomas Aquinas, Erasmus, Luther, Descartes, Spinoza, Kant, Sartre, Harry Frankfurt, Susan Wolf, Dick Swaab, Victor Lamme e.a.

Woensdag 6 februari 16:00 uur CZ4 promotie J. Peña Ramirez MSc (W) Promotor(en): prof.dr. H. Nijmeijer Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Huygen’s synchronization of dynamical systems: beyond pendulum clocks” Donderdag 7 februari 16:00 uur CZ4 promotie N.W. Bauer MSc (W) Promotor(en): prof.dr.ir. W.P.M.H. Heemels Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Networked Control Systems From Theory to Experiments” Donderdag 7 februari 16:00 uur CZ5 promotie ir. P. Mendels (ID) Promotor(en): prof.dr.ir. C.C.M. Hummels en prof.dr.ir. J.H. Eggen Voorzitter: prof.dr.ir. A.C. Brombacher Titel proefschrift: “From Collection to Reflection: On designing Freed, a tool for free and flexible organization of designers’ digital work.”

LAATSTE COLLEGEREEKS!

Wanneer

: Semester B (kwartielen 3 en 4) dinsdags 13.45-15.30 uur, vanaf 5 februari 2013 Waar : Paviljoen U 46 (kwartiel 4: Auditorium 15) Studiepunten : 4 ECTS Voor wie : voor studenten van álle faculteiten geen specifieke voorkennis vereist Inschrijving : via OASE, of via de docent Indien gewenst kan dit vak ook meetellen voor het Certificaat Filosofie van de TU/e, zie: http://www.philosophycertificate.nl. Meer informatie op OASE: http://onderwijs.tue.nl bij vakcode 0FC12, of via de docent: prof.dr. Palmyre Oomen, T: 024 –3566545, E: p.m.f.oomen@tue.nl. cursor-thomas more 130117.indd 1

18-01-13 11:13

Ramon Groote (ST) Katalysatoren voor zelfherstellend plastic

Patrik Christen (BMT) De geschiedenis en toekomst van botten

1 | cover

2 | feestjes

1 | cover

Je ziet verlichte ballonnen aan een koord. Het koord wordt uitgerekt door de wind. Dit is een mooie analogie voor het uitrekken van polymeerketens (die schematisch kunnen worden voorge­ steld als een soort parelketting) door mechanische krachten.

In het kort komt het er op neer dat ik methoden heb onderzocht om katalysatoren te activeren met mechanische krachten in plaats van thermische energie (verhitten). We noemen dit mechano­ katalyse. Hiervoor is het echter wel noodzakelijk om de gewenste katalysator in te bouwen in een polymeerketen. Door kracht uit te oefenen op deze keten breekt deze waarbij de katalysator wordt geactiveerd. Het proces is te vergelijken met touw­ trekken, waarbij je zo hard trekt, dat het touw breekt.

Op de cover zien we de titel van mijn proefschrift, ‘Deciphering the secret message within bone microstructure’, toepasselijk weergegeven in de vorm van een bot.

2 | feestjes Als we bewegen, staan onze botten voortdurend bloot aan allerlei krachten. Deze krachten, die samen de zogeheten belastingsgeschiedenis vormen, zijn bepalend voor de massa en structuur

van botten. Mijn onderzoek gaat terug in de tijd; ik probeer de belastingsgeschiedenis af te leiden uit de botstructuur. De gevonden belastingsgeschiedenis kun je gebruiken om bijvoorbeeld het verloop van botziekten zoals osteoporose (botontkalking) te voorspellen, of in te schatten hoe effectief een bepaalde behandelingswijze voor patiënten zal zijn. Maar deze methode kan ook worden gebruikt om uit fossielen af te leiden hoe bijvoorbeeld dinosauriërs zich voortbewogen.

3 | onmisbaar

3 | onmisbaar

Voor veel experimenten heb ik gebruikgemaakt van de ultrageluidopstelling. Hiermee kan ik polymeerketens in oplossing breken door middel van ultrageluidsgolven. Zonder deze opstelling had ik veel experimenten niet kunnen doen.

Deze nieuwe methode is gebaseerd op informatie over de microstructuur van het bot en de belasting op dat niveau. Voor mijn onderzoek heb ik daarom een nauwkeurige CT-scanner nodig en software om de krachten op het bot te analyseren. Net zo belang­ rijk voor het succes van mijn onderzoek waren mijn begeleiders, Bert van Rietbergen en Keita Ito.

4 | samenleving We zijn nog niet zo ver, maar op termijn hopen we mechanokatalyse te kunnen gebruiken in plastic materialen die zichzelf kunnen repareren wanneer ze dreigen te bezwijken onder invloed van mechanische krachten. Als de katalysatormoleculen geactiveerd worden door de krachten, zetten deze een reactie op gang, waarbij nieuw materiaal geproduceerd wordt op de plek van de breuk.

4 | samenleving We zijn nu in staat om verschillende behandelingsmethoden te simuleren en dus te testen. Dit zal artsen helpen bij het vaststellen van een prognose en dat is uiteraard gunstig voor patiënten, bijvoorbeeld omdat pijnlijke en gevaarlijke botbreuken worden voorkomen.


10 | Mens & Mening

24 januari 2013

CURTOON

En ik vind Ken uw geschiedenis Innovatie is vernieuwend, dat veronderstelt iets bestaands dat aan vernieuwing toe is. Kennis van de geschiedenis van het vak is dan geen vereiste en bij het ontbreken daarvan is het niet moeilijk de indruk te wekken dat er iets nieuws onder de zon is. ‘Zijn hoorcolleges nog wel van deze tijd?’, was de kop van de rubriek Vox Academici in Cursor 9. “De wereld om ons heen verandert voortdurend, er zijn veel nieuwe technologieën beschikbaar. Dus geen monotoon verhaal van vijfenveertig minuten, maar zorg voor inter­ activiteit tussen jou en de zaal. Aan de TU/e zie je dat steeds meer gebeuren, bijvoorbeeld met stemkastjes, de ‘clickers’”, zei prof.dr Perry den Brok over hoorcolleges. Het nut van hoorcolleges werd in de jaren zestig en zeventig al door sommigen ernstig in twijfel getrokken. Prof Heyn (TUD) bepleitte in een publicatie uit 1967 afschaffing van de massacolleges. Het leidde aan de TU/e tot interessante experimenten met nieuwe onderwijsmethoden, verrassend in de bèta-omgeving. Het vak heette toen nog onderwijsresearch. Prof. Den Brok kan veel opsteken over de praktijk van onderwijsinnovatie aan de TU/e door ‘het boek van Joep’ (De kleine TU/e encyclopedie 1956-2006) te raadplegen, niet onder de c van ‘clickers’, maar onder de k van knijp(ertjes)colleges. U had de hooggeleerde een dienst kunnen bewijzen als u de inhoud van de encyclopedie had gekend. Henk ter Heege | oud-voorzitter College van Bestuur

Algemeen ICMS | Outreach Symposium Het Institute for Complex Molecular Systems organiseert een Outreach Symposium met als thema “From soft matter to functional molecular systems”. Het symposium vindt plaats in de Filmzaal van de Zwarte Doos op donderdag 24 januari van 10.30 uur tot 20.00 uur en op vrijdag 25 januari van 8.30 uur tot 15.00 uur. Kijk voor meer informatie op www.tue.nl/icms en meld je aan via icms@tue.nl DPO/TEACH: Teaching Support for TU/e staff | Workshop ‘Voice Training’ Do you have a sore throat or a hoarse voice after giving a lecture or presen­ tation? Would you like to improve your audibility in the lecture hall? In that case you might want to participate in the workshop ‘Voice training’. The workshop will be offered on 6 and 20 March 2013 from 09.00-12.30 hrs Information can be obtained from Jelmer Sieben (phone 2068; email j.m.sieben@tue.nl). Training ‘Activating Teaching Methods’ In this course participants will practice several activating teaching methods. A number of teaching methods will be discussed that ensure that students actively get on with their learning. A number of ideas to think about are: discussions, asking questions, Socratic discussion, etc. The course will take place on 11 March 2013 More information can be obtained from Harry van de Wouw (phone 3126; email h.m.w.j.v.d.wouw@tue.nl). Performance skills for TU/e lecturers Join this greatly valued master class to improve your performance skills for teaching and at conferences. Learn to truly address your audience. Practice with your own material and receive stage directions on posture, gestures and voice. Use a different structure for your content, and create clear and visual slides. In short, two confrontational and

supportive days of learning that will change the way you present. The course will take place on 7 and 28 March 2013 More information can be obtained from Harry van de Wouw (phone 3126; email h.m.w.j.v.d.wouw@tue.nl).

UNIVERSITEITSBERICHTEN

For all DPO/ Teach training More information at the website DPO ‘Career and Development’. Registration is possible at tue. inschrijfportal.nl. Participation by teaching staff of the TU/e is free of charge. DPO / PROOF: PROviding Opportunities For PhD students | Training ‘Intercultural Communication & Cooperation’ This training is especially for PhD students in their first year, ideally just after the start of your research. The objectives are to help you communicate and work successfully across national and cultural borders in a Dutch academic environment. Various activities including simulations, presentations and group discussions run through the whole day and make the workshop very interactive. The course will take place on 5 March 2013. More information: Vincent Merk (phone 2319; email v.merk@tue.nl).

Toegankelijk voor: studenten van alle opleidingen, geen specifieke voorkennis vereist. Voertaal: Nederlands Inschrijving: via OASE, of via de docent. Indien gewenst kan dit vak ook meetellen voor het ‘Certificaat Filosofie’ van de TU/e. Voor meer informatie: zie OASE onder 0FC12, of neem contact op met de docent: T. 024 - 3566545 E. p.m.f.oomen@tue.nl

ALLE FACULTEITEN

MENSEN

Keuzevak Filosofie (OFC12) | Filosofen over vrijheid: de vrije wil Tevens laatste college van prof. Palmyre Oomen, bijzonder hoogleraar wijsbegeerte. Filosofen over vrijheid: de VRIJE WIL, met aandacht voor modern hersenonderzoek en filosofen van vele richtingen: voor- en tegenstanders van ‘de’ vrije wil. Periode: Semester B (kwartielen 3 en 4) Tijd: dinsdags 13.45 – 15.30 uur Aanvang: 5 februari 2013 Plaats: Paviljoen, zaal U46 ECTS: 4

Technische Natuurkunde | Afscheid Jos van Ruijven Met ingang van 1 maart 2013 gaat de heer Jos van Ruijven na een dienstverband van 44 jaar de faculteit verlaten. Namens het bestuur van de faculteit Technische Natuurkunde nodig ik u hierbij uit om onder het genot van een hapje en een drankje afscheid van hem te nemen. Donderdag 28 februari 2013, van 16.00 - 19.00 uur. De receptie zal plaatsvinden in het Multi Media Paviljoen, Horsten 1, 5612 AX Eindhoven.

DIVERSEN Trendence | Grootste Europese studie over carrière en opleiding Wat zijn je verwachtingen ten aanzien van je toekomstige carrière en je tevredenheid over je studie? Rond de 350.000 studenten uit meer dan 1000 universiteiten en hogescholen binnen Europa vullen deze vragenlijst in op www.trendence-gradbarometer.eu . Zo verzamelt trendence de meningen van studenten uit heel Europa en onderzoekt de verschillen en overeen­ komsten in de verschillende landen. Na het invullen kan je jouw antwoorden vergelijken met de resultaten van Nederland en Europa. Maak kans op een Amazon aankoopbon van 500 euro (5x) of een Amazon aankoopbon van 200 euro (10x). Electrolux | Thema Design lab 2013: Inspired Urban Living Electrolux Design Lab 2013 daagt studenten wereldwijd uit om te strijden voor een betaalde stageplaats van zes maanden en 5.000 euro prijzengeld, door creatieve ideeën in te dienen voor producten die inspelen op de uitdagingen van de toekomst. Het thema van dit jaar, Inspired Urban Living, is gebaseerd op de groeiende urbanisatie, waarbij ruimte

schaarser wordt doordat mensen steeds dichter bij elkaar gaan wonen. De deelnemers kunnen binnen dit thema kiezen uit drie focusgebieden, social cooking, natural air en easy cleaning. Daarnaast richt de briefing zich dit jaar ook op gebruiksartikelen en diensten. Voor meer informatie over Design Lab 2013 bezoek www.electrolux.com/ electroluxdesignlab Ministerie van Infrastructuur en Milieu | Campagne voor ideeën en initiatieven uit samenleving Te huur: kantoorruimte, 400 vierkante meter. Of 700. Of 1300. Iedereen kent de makelaarsborden die leegstaande panden markeren. Deze leegstand is een groot probleem voor Nederland: panden en terreinen raken verwaarloosd. Hoe kunnen we dit probleem oplossen? De Club van Maarssen is op zoek naar jou! Weet jij een alternatieve bestemming voor leegstaande gebouwen en braakliggende terreinen? Of heb jij een idee voor een aantrekkelijk, waardevol en duurzaam toepassing in leegstaande panden of op onbenutte stukken grond? Meld je dan vóór 14 februari 2013 aan op http://www.clubvanmaarssen.org/hni/.

STUDENT ATX | Symposium over duurzaam bouwen met afval Het ATX symposium ‘Support a Happy Planet’ draait om studenten Bouwkunde te laten zien wat de laatste ontwikkelingen zijn op het gebied van duurzaam bouwen en het omgaan met afval. Er zijn die dag verschillende workshops. Studievereniging SUPport heeft dit symposium in samen­werking met COS Brabant georganiseerd. De deelname aan het ATX symposium is voor studenten gratis. Het symposium vindt plaats op 7 februari van 13.00 uur tot 17.00 uur in Vertigo, aanmelden via http://tiny.cc/happyplanet.


Mens & Mening | 11

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TUssen de oren Psychologie wordt steeds belangrijker aan de TU/e. Technische systemen en artefacten, of het nu games, auto’s, robots, lichtsystemen of gebouwen betreft, zijn uiteindelijk bedoeld voor een menselijke eindgebruiker. Kennis over hoe die gebruiker waarneemt, denkt, voelt en handelt is onontbeerlijk. De nieuwe mensgerichte opleiding Psychology & Technology beschouwt elk technisch ontwerp in dat psychologisch perspectief. In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het wetenschappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd.

Creativiteit?

Neem de tijd!

De TU/e is de plek ‘where innovation starts’. In mijn ervaring is het ook de plek waar in de loop der tijd de werkdruk stevig is toegenomen, zowel bij werknemers als bij studenten. Van beide groepen wordt verwacht dat ze onder druk van strikte, krappe deadlines innovatieve oplossingen bedenken voor nijpende, praktische problemen die alsmaar complexer van aard zijn. Dat vereist creativiteit. Maar hoe verhouden die twee zaken zich tot elkaar? Hoe creatief zijn we onder tijdsdruk? Veel mensen denken dat ze onder tijdsdruk creatiever zijn. Ze laten de tijd verstrijken en wachten op inspiratie in de hoop dat zich een kant-en-klaar idee aandient als de druk maar hoog genoeg wordt. Psychologisch onderzoek heeft helaas aangetoond dat het zo niet werkt. De gemiddelde mens is onder tijdsdruk juist minder creatief. Tijdsdruk maakt dat mensen zich minder goed kunnen concentreren. Je komt er gewoon niet zo lekker in als je je druk maakt over de tijd en het maakt je denken minder flexibel. Bovendien heb je minder tijd om na te denken over verschillende benaderingen en oplossingsrichtingen.

Onder druk ben je juist minder creatief

Maar toch, ver voor de deadline Josette Gev Foto | Bart ers, UD Wor van Overb uit werken blijkt ook niet altijd k & Organ eeke Managem isational Ps ent Group yc , ho Fa culty of Indu logy, Hum voordelig. Essentiële informatie an strial Engi Performan neering & ce Innovation komt vaak pas laat beschikbaar Sciences en niet zelden belanden perfect uitgewerkte plannen in de prullenbak omdat ze niet meer aan de later opgeworpen eisen voldoen. In veel creatieve beroepen zien we daarom dat mensen een typische U-vorm vertonen in hun taakactiviteiten. Ze beginnen vroeg om zich te oriënteren op de opdracht en zich in te lezen in het onderwerp. En dan leggen ze het werk weg. Ze laten het sudderen, maar ze werken er niet concreet aan. Later, als de deadline in zicht komt, gaan ze er goed voor zitten en ronden het werk binnen relatief korte tijd af. De gedegen voorbereiding, gevolgd door een periode van incubatie, dragen ertoe bij dat ideeën gevormd en gewogen kunnen worden, waarna nog voldoende tijd over is om ze uit te werken tot toepasbare, slimme oplossingen voor complexe problemen. En dat is ‘where innovation starts’!

Twissue

@tuecursor

Ruim 1.560 volgers heeft Cursor op Twitter, allemaal met hun eigen bezigheden, interesses, frustraties en vragen. In maximaal honderdveertig tekens vullen ze er onze timeline mee, dag en nacht. Elke twee weken hengelt Cursor er een tweet uit om te horen wat er loos is en antwoord te geven op eventuele kwesties.

Twitteraar @... We zouden bijna willen zeggen: wie niet eigenlijk? En de rest - die had zelfs geen tijd om erover te twitteren.

Twissue Tijd. Of liever gezegd: het gebrek eraan. Met dank aan de sneeuw, de NS en, uiteraard, de tentamens. 22 januari @tw1994 (Thomas Wamsteker): Shit man, die tijd vliegt… 21 januari @CamielBeeren: ’s Nachts studeren is toch het fijnste. Als ik nou één dag langer had om te leren, dan kon ik gewoon een dag later beginnen… @TReijnaerts (Thomas Reijnaerts): Over 24 uur even een middag niks doen, kijk er nu al naar uit. Voor het zover is eerst nog 2 #tentamens 20 januari @vDrunenM (Maarten van Drunen): Waarom is MetaForum een week voor de #tentamens niet ook tot half 12 open? #TUeindhoven @LaPetiteLaura (Laura van Wieringen): Hmmmm wat zullen we eens eten vnv? O wacht studeren… Never mind

En nu? “Laten we ons haasten; de tijd vliegt en sleurt ons mee. Het ogenblik waarop ik spreek, is alweer voorbij”, waarschuwde Nicolas Boileau. Boeken, ansichtkaarten, posters, het web: ze staan vol met fraaie frasen over de tijd. De tijd, die volgens Albert Einstein slechts bestaat “omdat anders alles tegelijk zou gebeuren”. Geruststellende woorden zijn er ook. Want “een bezige bij heeft geen tijd voor zorgen”, aldus William Blake. En: “Tijd die we nemen, is tijd die ons iets teruggeeft” (Ferstl). Maar het simpelst misschien wel is de (eigen)wijsheid van Loesje: “Als de tijd vliegt, vlieg mee”. (MvdV)

UR-podium Excellente onduidelijkheid Onduidelijkheid is dit jaar een kenmerkend woord waar wij planmatige Nederlanders niet van houden. Helaas gaan veel studenten dit nieuwe jaar in met precies dat. Het kabinet is nog niet heel duidelijk geweest met de precieze invulling van zijn onderwijsplan. Dit hoor ik tenminste bij mijn medestudenten. Velen weten bijvoorbeeld nog niet goed wanneer ze wel en niet studiefinanciering krijgen. Veel feiten, hoe pijnlijk ook, moeten dit nieuwe jaar voor alle studenten duidelijk worden. Ouderejaars studenten kampen met deze problemen. Vooral de grote planning van de komende jaren hoor ik als belangrijk punt. Veel van hen proberen de bachelor snel te halen om nog in aanmerking te komen voor de ‘september 2014’-deadline voor studiefinanciering voor de master. Het eerste probleem voor ouderejaars is om dit voor zichzelf duidelijk te krijgen. Velen weten nog niet goed wat de kabinetsplannen concreet inhouden. Dit levert vooral problemen op met vakken die gaan wegvallen door het Bachelor College. Dit jaagt vooral tweede- en derdejaars op. Ook over deze vakken bestaat de nodige onduidelijkheid: ze worden vaak nog wel getentamineerd, maar niet meer gegeven. Excellentie, daar streeft het huidige kabinet naar met de huidige onder­

wijsplannen. Door alle onduidelijkheid wordt het studenten moeilijk gemaakt om hun studie te plannen. Ik zie mezelf als een ambitieuze student die ook veel buiten de studie om wil doen. De onderwijsplannen bemoeilijken deze ambities. Er is nog steeds geen voorstel over het leenstelsel de Kamers gepasseerd. De universiteitsraad zal met een kritisch oog kijken naar alle komende maatregelen van de overheid en die van het College van Bestuur, om de kwaliteit van de TU/e hoog te houden. Als Eindhovense Studentenraad proberen we op allerlei manieren alles duidelijk te houden voor alle TU/e-studenten, zodat ze verantwoorde keuzes kunnen maken over hun toekomst.

Kjeld Beeks , Ei

ndhovens

e Studente

nraad


12 | Tentamentijd

Tekst | Monique van de Ven Illustratie | Bart van Overbeeke Je kunt als student negeren, nuanceren, uitstellen en soggen wat je wilt, maar ze zijn onontkoombaar. Tentamens. Maandag ging de tweede tentamenperiode van dit collegejaar van start, met 426 tentamens in twee weken tijd, goed voor 18.314 inschrijvingen. Vooruit, als je van jezelf dan tóch even mag soggen: het tentamen in een notendop. Vijf pagina’s met facts and figures, persoonlijke portretjes van vijf betrokkenen, en een interview over het beruchte calculustentamen.

24 januari 2013

Tutti tentamen

Het tentamen | Het tentamen is ‘een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek, dat bestaat uit minimaal twee tussentoetsen en een eindtoets’, zo dicteert de Onderwijs- en Examenregeling van de Bacheloropleiding. Volgens Marcel Visschers, coördinator van het cluster Student Services & Administrative Processes van het Onderwijs en Studenten Service Centrum (STU), kent de universiteit maar liefst 47 verschillende tentamenvormen, waarvan het schriftelijke tentamen de meest voorkomende is. “Maar je kunt ook denken aan de assignments bij Industrial Design.”

De mores | De regels en gang van zaken rond tentamens zijn vastgelegd in het examenreglement. Zo moeten tentamenkandidaten zich vooraf legitimeren, kunnen ze tot vijftien minuten na aanvang de zaal nog betreden, maar mogen ze pas ná datzelfde kwartier de zaal weer uit, “om te voorkomen dat deze twee groepen op de gang informatie kunnen uitwisselen”, aldus Visschers van het STU. Mobiele telefoons zijn uit den boze en moeten uitstaan en in de tas liggen. Een student die tijdens het tentamen naar het toilet moet, kan hierbij onverwachts bege­leiding krijgen van een surveillant: “Dit gebeurt steekproefs­ gewijs, zodat de student van tevoren niet weet of er een surveillant zal meelopen”, aldus Ron Tempelaars, sinds 2008 coördinator tentamens en videocolleges aan de TU/e.

Fraude | Onder fraude wordt verstaan ‘ieder handelen of nalaten door of vanwege een student, waardoor het vormen van een juist oordeel van diens kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk voor de examinator onmogelijk wordt gemaakt’. Zo is sprake van fraude wanneer een student onder zijn eigen naam werk inlevert dat -deels- door anderen is gemaakt of wanneer tijdens het tentamen niet toege­stane hulpmiddelen worden gebruikt. De zogenoemde materiedeskundige (de docent of een andere vertegenwoordiger vanuit de faculteit) bepaalt wat studenten tijdens een tentamen mogen gebruiken. Hij of zij onderneemt ook actie wanneer een student op fraude wordt betrapt. Tentamenfraude komt volgens Marcel Visschers van het STU aan de TU/e “nauwelijks” voor. Aantallen heeft hij niet paraat; fraudegevallen worden binnen de faculteiten geregistreerd. Volgens studentenadviseur André Rozendaal is “de gemiddelde student hier redelijk braaf. Maar dat zeg ik puur vanuit mijn eigen belevingswereld”.

Oogje in het zeil | De TU/e hanteert diverse methoden om fraude tegen te gaan. Allereerst zijn er de surveillanten die toezicht houden in de tentamenzaal, maar de TU/e gebruikt ook allerhande software om een oogje in het zeil te houden. Eén van de gebruikte programma’s is PEACH, dat controleert of ingeleverd werk mogelijk iets teveel lijkt op het werk van een ander. Hoewel het volgens bedenker Tom Verhoeff prima signalerend kan werken bij huiswerk -en daarmee ‘opvoedkundig’ richting studenten-, wil hij voor de controle op tentamens niet te zwaar op het programma leunen. “Je kunt met PEACH toch niet alle fraude ontdekken en zeker niet vermijden. Als je het ontdekt, is het in zekere zin al te laat en brengt het een hoop werk met zich mee om een goede fraudezaak te onderbouwen. Helaas maak ik dat nog steeds mee en dat is frustrerend.” Eveneens ontwikkeld aan de faculteit Wiskunde & Informatica is ‘Rustig toetsen’, een systeem om veilig notebookexamens af te nemen. Het systeem wordt, net als PEACH, ook gebruikt aan andere faculteiten en buiten de TU/e. Daarnaast maken opleidingen gebruik van allerlei zogeheten plagiaatdetectoren; (online) programma’s die onder meer checken of teksten in een document niet letterlijk van internet geplukt zijn.


Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Tentamentijd | 13

De hulp | De TU/e heeft elf studentenadviseurs. Zij komen in beeld wanneer studenten met kwesties kampen waar hun eigen studie­adviseur -de ‘eerstelijns’ hulp binnen de opleiding die studenten meer praktisch en inhoudelijk begeleidt- niet echt bij kan helpen. Met hardnekkige piekeraars proberen studentenadviseur Rozendaal en zijn collega’s vooral om grip op hun soms ontspoorde rampgedachten te krijgen. Meer algemene en wellicht voor de hand liggende tentamentips van de studentenadviseur: “Zorg ervoor dat je goed uitgerust bent en er een enigszins regelmatig leefpatroon op nahoudt. En zorg dat je bijblijft en voldoende studie-uren maakt; studeer eventueel in groepjes, om elkaar te motiveren”. Het STU biedt verder diverse studievaardigheidstrainingen. Zo zijn er trainingen om uitstelgedrag aan te pakken of om beter te leren plannen, is er een meer algemene ‘opstapcursus’ voor eerste- en tweedejaars en is er een speciale doorlopende groep voor afstudeerders. Per training doen elk kwartiel gemiddeld tussen de acht en tien studenten mee. Het surveilleren aan de universiteit blijkt een geliefd bijbaantje; er is zelfs een flinke wachtlijst. Tempelaars: “Ik krijg het hele jaar door open sollicitaties.”

De surveillanten | Per tentamenzaal is er in principe toezicht door twee mensen: de materiedeskundige en een externe surveillant. De TU/e heeft op het moment 95 externe surveillanten; de pool is afgelopen zomer, met het oog op de start van het Bachelor College, met 20 nieuwe surveillanten uitgebreid. Dit zijn onder meer oud-medewerkers van de TU/e (tussen de 50 en 82 jaar oud), vertelt coördinator Ron Tempe­laars, “maar ook dames die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt en het leuk vinden om dit werk te doen en een centje willen bijverdienen”. De TU/e huurt de surveillanten in via Euflex, waar zij in dienst zijn. Het surveilleren aan de universiteit blijkt een geliefd bijbaantje; er is zelfs een flinke wachtlijst. Tempelaars: “Ik krijg het hele jaar door open sollicitaties.”

Woekeren met de ruimte | Voor het afnemen van de tentamens gebruikt de TU/e volgens de rooster­coördinator “alle beschikbare zalen die we kunnen gebruiken”. De volgens Tempelaars “meest geschikte zalen” zijn samen goed voor 1.546 plaatsen. Dit is exclusief de benedenzalen van het Auditorium waar het lastig surveilleren is. In het uiterste geval -want “echt minder geschikt”- hebben Tempelaars en zijn collega’s ook nog zalen in Helix, Gemini, Potentiaal en het IPO-gebouw tot hun beschikking, samen goed voor een extra capaciteit van 486 plaatsen.

De tweede ronde | Deze lopende tentamen­periode staan 426 tentamens gepland, goed voor in totaal 18.314 inschrijvingen. Het inroosteren ervan is “een zware bevalling”, verzekert coördinator Tempelaars. Dit komt onder meer door veranderingen in het kader van het Bachelor College, dat dit college­jaar van start ging, en enkele grote vakken. Aan het grootste tentamen doen dit tweede kwartiel ruim zevenhonderd studenten mee. De vorige tentamenperiode was het basisvak Calculus de topper, met ruim 1.100 studenten. Studenten binnen het Bachelor College doen in principe elk kwartiel voor drie vakken tentamen. Deelnemen aan meer tentamens kán, “maar studenten moeten wel realistisch zijn”, vindt studentadviseur Rozendaal. “Als je eerder twee vakken haalde en nu opeens vijf vakken in één keer wil doen, wordt studeren wel topsport.”

Tempelaars betreurt het dat de zaal op vloer 10 van het Hoofdgebouw sinds de zomervakantie niet meer gebruikt kan worden. In plaats daarvan is de oude bibliotheek in het Paviljoen heringericht als tentamen­ ruimte. Sinds oktober worden ook vijf ateliers in Matrix gebruikt als tentamenlocatie -die hiervoor wel elk kwartiel moeten worden ‘omgebouwd’-, terwijl drie ruimtes in Vertigo wegens een herbestemming juist afvielen.

Eenzaam | Het is niet bij alle tentamens volle bak; er zijn ook tentamens met heel kleine deelnemersaan­tallen, weet roostercoördinator Ron Tempelaars. Dit zijn veelal tentamens voor vakken die (in die vorm) uit het curriculum zijn geschrapt. Onder meer de vakken 2DN11 (Calculus), 2IJ26 (Algebra) en 2DT02 (Lineaire algebra) tellen deze tentamenronde elk slechts één eenzame deelnemer, blijkt uit de studentenadmini­stratie van de faculteit Wiskunde & Informatica. Vanuit het oogpunt van efficiency worden dergelijke kleine tentamens vaak in dezelfde ruimte ingepland als die voor een ander vak.


14 | Tentamentijd

24 januari 2013

De studieadviseur | Wil Kuijpers Als studieadviseur voor Technische Innovatie­ wetenschappen is ir. Wil Kuijpers verantwoorde­ lijk voor de begeleiding van bachelorstudenten van de gelijknamige bacheloropleiding (met uitzondering van de eerstejaars) en de master­ tracks Human-Technology Interaction en Innovation Sciences. De tentamenperiode is voor Kuijpers de rustigste tijd. “Onze piek ligt aan het begin van de kwartielen, als de studenten moeten kiezen welke vakken ze willen volgen en als de resultaten van de tentamens geëvalueerd moeten worden. In de aanloop naar de tentamens komen studenten met twee acute problemen: ze zijn vergeten zich in te schrijven voor een tentamen, of ze willen een tentamen laten deblokkeren.” Studenten hebben per vak drie tentamenpogingen, waarna het tentamen ‘op slot’ gaat. Alleen de studieadviseur kan dit weer vrijgeven. “Dat doen we pas als de student een goede aanpak en planning voor het vak en de tentamenperiode met ons heeft doorgesproken.”

De student | Jos Dortmans Als zesdejaars Electrical Engineering heeft Jos Dortmans inmiddels aardig wat tentamen­ ervaring opgedaan. Deze periode heeft hij ondermeer een mondeling tentamen, waarvoor hij in de week voorafgaand nog een opdracht moest afronden. “Afgelopen nacht heb ik tot half vier doorgewerkt om dat af te krijgen”, vertelt hij. “Dat was extreem, maar ik ben wel een avondmens en studeer dus graag ’s avonds.” Behalve het mondeling heeft Dortmans ook drie schriftelijke tentamens. “Met het eerste vak lig ik op schema, heb ik alle colleges gevolgd en opdrachten gemaakt en al een bonuspunt binnen. Voor het tweede vak heb ik nog niets gedaan, daar begin ik aan na het eerste tentamen. Dan heb ik een avond en een dag om te leren. Hopelijk is dat genoeg. Het derde tentamen is in de tweede week, dus daar heb ik nog genoeg tijd voor. Bovendien heb ik daarvan ook alle colleges gevolgd.” Studeren doet Dortmans het liefst samen met andere studenten, die net als hij actief zijn voor studievereni­ging Thor. “We hebben hier

in Potentiaal een verenigings­ruimte waar dat goed kan. Vroeger studeerde ik voornamelijk thuis, maar zeker bij gevorderde vakken is het fijn om met je mede­studenten te kunnen overleggen over de stof. Bij onze opleiding is het maken van opgaven en oude tentamens de beste voorbereiding.” Ooit haalde hij twee tienen voor vakken die hij het jaar daarvoor nét niet had gehaald. “Die eerste keer werden die vakken nog als een vak gegeven en had ik er gewoon niet genoeg tijd aan besteed. Als ik een vak goed voorbereid, haal ik het wel. Maar tegenover die tienen staan ook veel zessen, hoor. Ik ben geen genie.”

“Studenten beginnen vaak te laat met leren en maken dan vlak voor de tentamens extreem lange dagen, terwijl onderzoek uitwijst dat je maar zo’n zeven uur per dag effectief kunt studeren. Het is vaak beter wat rust in te plannen, anders hou je het niet vol. Wielrenners in de Tour de France hebben ook rustdagen. Vroeger duurde de tentamenperiode drie weken, en je zag dat in die laatste week de resultaten slechter waren.” Hoeveel studenten tentamens niet halen vanwege faalangst kan de studieadviseur niet zeggen. “Ik denk dat meer studenten last hebben van faalangst dan misschien lijkt. Het is iets waarmee je niet te koop loopt. Voor begeleiding op dat vlak kunnen ze trouwens terecht bij de psychologen van STU. Die gesprekken zijn vertrouwelijk, dus wij krijgen ook niet alles te horen, maar na een desastreus verlopen tentamenperiode hoor je wel van studenten dat ze met faalangst worstelen.”

Vaak blijkt dat studenten te veel hooi op hun vork nemen, vertelt Kuijpers. “Ze denken dat ze tentamens die ze eerder niet hebben gehaald in de volgende periode wel kunnen inhalen. Wij stellen vaak voor om een duidelijke keuze te maken voor een aantal vakken, en de andere te laten lopen.”

De tips die de zesdejaars student heeft voor minder ervaren collega’s vallen in de categorie ‘voor-de-hand-liggend’: “Je moet niet te veel tentamens willen doen. Ik heb ooit twee tentamens op een dag gedaan, maar ik vond het lastig om me te concentreren op het tweede tentamen. En je moet uiteraard op tijd beginnen. Dat weet iedereen natuurlijk, maar toch begin ik zelf ook nog vaak te laat.”

De docent | Gert-Jan van Heijst Prof.dr.ir. Gert-Jan van Heijst is hoogleraar Turbulence and Vortex Dynamics aan de faculteit Technische Natuurkunde en werd verkozen tot de beste bachelordocent van het afgelopen collegejaar. Deze tentamenperiode zijn twee tentamens voor vakken waarvan hij (mede-)docent is: Toegepaste Natuurwetenschappen voor eerstejaars studenten Werktuigbouw­ kunde en een herkansing voor een natuurkundevak uit het eerste kwartiel. “De tentamenweken zelf zijn voor mij niet zo spannend”, zegt hij desgevraagd. “De week ervoor is interessanter, dan stellen we namelijk het tentamen samen. Bij een nieuw vak als Toegepaste Natuurwetenschappen is dat extra werk. We doen het met de drie docenten samen en vragen ook de vier student-assistenten die de instructie hebben verzorgd om hun mening. De opgaven bedenken we zelf. Daar zijn we creatief genoeg voor. Als een vak al langer bestaat, kun je terugvallen op oudere tentamens. Ik laat me ook wel inspireren door opgaven uit tekstboeken.” “De vragen moeten de stof dekken en uiteraard niet te moeilijk zijn, maar ook niet te makkelijk. Soms wordt een tentamen heel goed gemaakt, terwijl de studenten negatief over het vak oordelen. Dat betekent dat het te makkelijk was. Het echte werk komt pas achteraf, als we gaan nakijken. Dat is niet niks, want het gaat bij dit vak om ruim tweehonderd studenten. Die last verdelen we dan ook met z’n achten, waarbij we overleggen over de normering: hoeveel punten kennen we aan een antwoord toe? Je moet scherp blijven, voorkomen dat je op de automatische piloot gaat nakijken. Als een bepaalde opgave niet goed is gemaakt, zijn we niet te beroerd om de hand in eigen boezem te steken. Dan hebben wij het blijkbaar niet goed ingeschat en passen we de normering aan.” In het Bachelor College wordt nu gewerkt met twee tussentoetsen, die elk voor vijftien procent meetellen voor het eindcijfer, vertelt Van Heijst. “Daarvoor zijn echter geen speciale tentamenzalen ingeroosterd, waardoor de studenten tijdens de toetsen letterlijk schouder aan schouder zitten. We hebben ook al gezien dat bepaalde vreemde antwoorden verdacht vaak terugkwamen.Uiteindelijk hebben studenten die afkijken zichzelf ermee, maar die toetsen moet toch echt anders georganiseerd worden.”


Tentamentijd | 15

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Interviews | Tom Jeltes Foto’s | Bart van Overbeeke

De roostercoördinator | Annemiek Kingma Per faculteit is één persoon verantwoordelijk voor de tentamen- en collegeroosters. Voor Bouwkunde is dat medewerker studentenzaken Annemiek Kingma. De periode vlak voor de tentamens is voor haar niet drukker dan normaal, vertelt ze. “Alle roosters liggen namelijk op 1 augustus al vast. Tot uiterlijk twee maanden van tevoren kan daar nog iets aan worden veranderd, maar ik doe dat eigenlijk nooit. Studenten plannen hun studie namelijk ook aan de hand van de tentamenroosters.” Het inroosteren van tentamens gaat met de hand, met gekleurde vakjes in een Excelsheet. Er zijn zo’n vijftig tentamens en slechts twintig dagdelen per tentamenperiode, dus overlap is onvermijdelijk. Omdat studenten pas een week voor de tentamens hoeven in te schrijven, kan Kingma geen rekening houden met de plannen van de student. “Je kunt dus alleen de ervaring van voorgaande jaren gebruiken om te bepalen welke tentamens je gelijktijdig inroostert. Ik kies er altijd voor om herkansingen in de eerste week te plaatsen, omdat je daar al eerder voor hebt kunnen leren, terwijl voor nieuwe tentamens de colleges soms pas vlak voor de tentamenweek eindigen.” Zes keer per jaar heeft Kingma overleg met de roosteraars van de andere faculteiten. “In verband met de totale capaciteit kun je niet de grootste tentamens van bijvoorbeeld

Bouwkunde en Werktuigbouw­kunde tegelijk plannen. Daarentegen weet je wel dat studenten uit het Bachelor College geen ouderejaars vakken volgen. En ik plan ook vaak vakken uit de bachelor en de master tegenover elkaar. Die word je niet geacht gelijktijdig te volgen.” Een grote treinstoring leidt wel eens tot een extra tentamen, zegt Kingma. “En treinstoringen komen best vaak voor. Regelmatig word ik gebeld door studenten die vanaf een station melden dat ze echt niet op tijd kunnen zijn. Dan probeer ik met de betrokken docent te regelen dat ze later mogen beginnen en mogen blijven zitten in de extra tijd. Als het zo opgelost kan worden, is dat mooi. Het organiseren van een extra tentamen is meer werk.” “Tentamenroosters maken is gewoon een kwestie van puzzelen en doorwerken. Al ben ik wel benieuwd hoe het Bachelor College zich zal ontwikkelen, met alle keuzevrijheid. Je moet toch meer rekening gaan houden met vakken van andere faculteiten.”

De surveillant | Patricia Klok- Van der Duim Al meer dan twintig jaar maakt de TU/e gebruik van externe surveillanten. Van oudsher zijn dat veel ex-militairen, die na hun vroege pensioen (op 55-jarige leeftijd) nog wel tijd en energie over hebben voor een klusje aan de TU/e. Ook de vader van Patricia Klok-Van der Duim is zo’n gepensioneerde militair die de afgelopen decennia de vrede en veiligheid in het tentamenlokaal heeft gehandhaafd. Dat heeft geleid tot een soort surveillanten­ dynastie, vertelt ze. “Later is mijn moeder het ook gaan doen, gevolgd door twee ooms en een tante. In 2003 ben ik ook gaan surveilleren. In eerste instantie alleen ’s ochtends, maar sinds de kinderen naar de middelbare school zijn ook ’s middags.” De werktijden zijn voor haar aantrekkelijk, maar ook de gezelligheid binnen de groep van voornamelijk wat oudere surveillanten (“toen ik begon was ik de jongste”) speelt voor haar een belangrijke rol. Zo zorgt ze ervoor dat ze lekker op tijd aanwezig is, om gezellig bij te kunnen praten. “Er is op initiatief van onze coördinator Ron Tempelaars ook altijd een kerstlunch. Hij is echt heel betrokken bij de surveillanten en staat altijd open voor ideeën.” Klok-Van der Duim is als surveillant verantwoordelijk voor de informatie op het bord, het uitdelen en innemen van de opgaven, het reguleren van toiletbezoek (ooit vond een docent op het herentoilet de antwoorden op de tentamenvragen) en het contact met de ‘materiedeskundige’ als er inhoudelijke vragen

zijn over het tentamen. “De materiedeskundigen zijn vaak nog jong. Het gebeurt wel eens dat ik ze aanzie voor een student die het tentamen komt maken, of andersom.” Hoewel ze streng moet zijn in geval van overtredingen, verloopt het contact met studenten in het algemeen prettig, vertelt ze.

“Het hangt ook samen met hoe je ze benadert: ik laat ze hun laatste zin nog afschrijven, daar doe ik niet moeilijk over. En ik heb, net als mijn vader, altijd pennen en een rekenmachine bij me voor als een student die vergeten is. Dat wordt erg gewaardeerd.”


16 | Tentamentijd

24 januari 2013

Calculusdocent Emiel van Berkum |

“Er is geen dag dat ik niet aan calculus denk” Interview | Norbine Schalij Foto | Bart van Overbeeke Calculus is misschien wel het meest beruchte bachelorvak aan de TU/e. Dr.ir. Emiel van Berkum is als opleidingdirecteur van de Bachelor Technische Wiskunde verantwoordelijk voor dit vak, dat gegeven wordt aan alle eerstejaars in het Bachelor College. Hij had het gevoel dat de nieuwe opzet juist vruchten zou afwerpen. Over de onverwacht negatieve resultaten was hij zwaar teleurgesteld.

Het was een natuurlijke stap dat het verzorgen van Calculus op het bordje van Emiel van Berkum terechtkwam. “Door mijn functie was ik al betrokken bij het serviceonderwijs (onderwijs dat Wiskunde verzorgt voor andere faculteiten, red.) en ik gaf zelf ook serviceonderwijs bij Technische Bedrijfskunde. Toen de vraag bij het Bachelor College-overleg naar voren kwam wie Calculus kon vormgeven, was het logisch dat ik het op me zou nemen.” “We kozen een nieuwe opzet omdat we niet tevreden waren over de opkomst van studenten bij de instructie die we traditioneel gaven. Nu maakten we 170 groepen van 8 studenten die eens per week door een van de 41 tutors begeleid

werden. Hiernaast werden nog door 7 docenten colleges gegeven en gebruik gemaakt van Elektronisch Verrijkt Onderwijs.” Het was een hele organisatie om alles in elkaar te passen. Omdat OASE niet kon helpen met de koppeling van de groepen aan de zalen heeft hij zelf de 1500 studenten via email op de hoogte gesteld van de groep waarin ze zaten en het lokaal en tijdstip. “We konden het Paviljoen en gedeelten van Gemini gebruiken. Het was een fantastisch gezicht om bij het Paviljoen te staan en het gebouw te zien volstromen met studenten die voor Calculus kwamen. Ik voelde me als papa van alle kindjes.” Thuis viel het zijn vrouw op dat er erg

veel te regelen was. “‘Hoe houd je het vol?’ vroeg ze me. Maar ze zag ook dat ik erg enthousiast was. En bleef. We zagen de studenten beter aan het werk dan voorgaande jaren. Met het tutorsysteem was er directer contact. We hadden echt een slag geslagen, dachten we.” Hoe zwaar was de domper toen de resultaten bekend werden. Zestig procent had het tentamen niet gehaald. Van Berkum baalt er nog steeds van. “We hebben de studenten onvoldoende duidelijk gemaakt dat elektronisch oefenen niet het enige is dat ze moeten doen. Dan hoef je alleen het antwoord in te vullen, maar bij het tentamen moet ook de redenering op papier komen staan. Dat hebben we wel tweemaal als huiswerk laten oefenen, maar achteraf is dat niet voldoende geweest. Ik vraag me wel eens af of ik geen tunnelvisie heb gehad, toen ik dacht dat alles gesmeerd liep.” “Er is afgelopen jaar nog geen dag geweest dat ik níet aan Calculus gedacht heb. Ook niet in de kerstvakantie.” De teleurstellende resultaten hebben hem misschien wel extra hard geraakt omdat hij in hart en nieren wiskundedocent is. Hij geeft graag onderwijs en de tevredenheid van studenten daarover

blijkt wel uit zijn onderwijsprijzen. Van 2004 tot en met 2012 is er maar één jaar waarin een onderwijsprijs ontbreekt; 2011. De certificaten zijn over elkaar heen op het prikbord in zijn eenpersoonswerkkamer in MetaForum geprikt.

“Ik vraag me wel eens af of ik geen tunnelvisie had” “Ook over Calculus waren de studenten tevreden”, haast hij zich te zeggen. “De evaluaties waren over het algemeen heel goed. Het tentamen werd minder beoordeeld. Het was duidelijk dat studenten niet zo’n soort tentamen verwachtten. Er was ook wel verschil per opleiding. De Industrial Design­ studenten lieten in hun evaluatie blijken dat ze het vak in de huidige vorm niet vinden passen in hun onderwijsmodel. Om daar volgend jaar anders mee om te gaan, ben ik al in gesprek met hun opleidingsdirecteur.” Om de studenten de kans te geven zich goed voor te bereiden op de herkansing

van 28 januari zijn de volgende maatregelen genomen: er zijn extra oefenopgaven en uitlegvideo’s online gezet en er zijn inloopuren en vragenuren georganiseerd. Van Berkum is niet helemaal content met de belangstelling voor deze handreikingen. “De oefen­ opgaven zijn wel veel gedownload. Het huiswerk dat voor 5 januari binnen moest zijn en waar studenten een toegangskaartje voor extra tutor-uren mee konden verdienen, is door honderd van de zeven- tot achthonderd studenten ingeleverd. Van die honderd hebben maar veertig studenten de uitnodiging aangenomen.” Van Berkum blijft samen met het docententeam hulp bieden: vandaag, donderdag 24 januari, en morgen staan op de eerste verdieping van MetaForum de hele dag twee docenten paraat voor de laatste vragen. De mail over deze helpdesk is begin deze week gestuurd. Of de herkansers deze keer wél hun vijf studiepunten zullen halen, hoor je Van Berkum niet voorspellen. “Ik heb er wel vertrouwen in, maar ik durf dat niet te zeggen. Ik had er bij het eerste tentamen ook alle vertrouwen in dat studenten goed bezig waren.”


Uitgelicht | 17

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Extra investering moet onderzoek op peil houden Tekst | Gerard Verhoogt Foto | Bart van Overbeeke De TU/e gaat de komende jaren tien miljoen euro investeren om de dreigende terugloop van het aantal promotieplaatsen deels een halt toe te roepen. Collegevoorzitter Arno Peels maakte die maatregel onlangs bekend tijdens zijn nieuwjaarstoespraak. “Aio’s zijn voor de TU/e van groot belang”, zegt Steef Blok, directeur van het Innovation Lab, “zij zorgen voor meer dan tachtig procent voor al onze vindingen.”

Met tien miljoen euro kan de TU/e de komende jaren zo’n vijftig promovendi aanstellen. Maar de TU/e financiert een promovendus alleen als het bedrijfsleven dat ook doet. Samen moet de regeling dus ongeveer 100 promovendi opleveren, tegenover de 200 tot 250 die weg dreigen te vallen door terug­ lopende subsidies. Want de FES-gelden (de opbrengsten van het Nederlandse aardgas, red.) die voorheen werden gebruikt om aio’s van te betalen, gebruikt het kabinet nu om het begrotingstekort terug te dringen. Tegelijkertijd dreigen Europese subsidieregelingen te stagneren. “Als de TU/e deze investering niet zou doen, mis je op termijn ongeveer een kwart van je onderzoekscapaciteit. Tien miljoen is echt een flinke investering en de honderd aio’s die je daarmee kunt aanstellen, is een significant aantal”, stelt Sjoerd Romme, decaan van de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences (IE&IS). “Als de regeling ook als hefboom wordt gebruikt voor andere financieringsstappen, leidt het wellicht tot een extra inspanning om ook grote programma’s elders binnen te halen. Dan versterkt het elkaar.” Steef Blok, directeur van het Innovation Lab, noemt het een fantastisch initiatief: “Want vergeet niet: tachtig procent van onze vindingen komt voort uit dit soort onderzoek. Als dat terugloopt, zal ook de samenwerking met het bedrijfsleven en de valorisatie van die vindingen afnemen.”

Er komt een ‘lichte’ procedure voor de aanvragen Had het CvB dit initiatief niet genomen, dan zouden de faculteiten volgens Romme ook fors moeten gaan beknibbelen. Immers, als het aantal onderzoeks­ projecten afneemt, vermindert ook de omvang van de wetenschappelijke staf. Romme schat dat het zeker weer tien jaren zou duren om dan weer op het oude aantal aio’s uit te komen. Hij vergelijkt de investering van tien miljoen met de kenniswerkersregeling van twee jaar

geleden: “In een tijdelijke dip moet je niet veel mensen ontslaan, een deel daarvan vertrekt en komt niet meer terug.” Potentiële bedrijven om mee samen te werken, zijn onder andere ASML, DSM en Philips, en met die laatste partij lijken de gesprekken al vergevorderd te zijn. Blok ziet nog andere mogelijk­ heden, zoals samenwerking met het MKB: “Omdat je met deze regeling voor de betaling van een aio slechts de helft van het oorspronkelijke bedrag kwijt bent, wordt onderzoek ook interessant voor consortia van grotere MKB-bedrijven zoals Sioux (embedded systems), VDL of Simac (ict). Vanuit het Innovation Lab zijn we hier al mee bezig, maar nu hebben we dus nog iets extra’s te bieden.” Met het CvB is afgesproken dat er een ‘lichte’ procedure komt, met beknopte voorstellen, vertelt Romme. “We willen geen overvloed aan beoordelingscommissies en hele reeks aan feedbackrondes zoals bij een NWO-aanvraag. Dat kost enorm veel tijd en die tijd kunnen we beter steken in onderwijs, onderzoek of andere onderzoeks­ aanvragen. We proberen het aantal voorstellen echt te beperken en goed te coördineren.” Momenteel bekijken de faculteiten welke onderzoeksprojecten voor die tien miljoen euro in aanmerking komen. Aan welke criteria moeten de aanvragen voldoen, op welke punten gaat het CvB selecteren? Romme: “Een van de voorwaarden is dat het -bij voorkeuringebed moet zijn in één van de drie Strategic Area’s: Health, Smart Mobility en Energy. Hoogleraren die met hun onderzoek daarbuiten vallen, krijgen hiermee een extra impuls om hun onderzoek te verknopen met die gebieden.” Binnenkort komt het CvB met een oproep voor voorstellen en een lijst met criteria. Zowel Romme als Blok is er geen voorstander van om de tien miljoen evenredig over de faculteiten te verdelen; beiden pleiten voor een keuze op inhoud en kwaliteit, en voor multidisciplinaire onderzoeksgroepen. Blok: “Ik zou zeggen: kies voor multidisciplinaire projecten en voor

Foto | Bart van Overbeeke

onderzoeksgroepen die samenwerken met het bedrijfsleven. Dat sluit ook goed aan bij het beleid van de Europese Unie en het topsectorenbeleid van de

overheid. Bijkomend voordeel: als je een multidisciplinaire call uitschrijft, kun je gezamenlijk een onderzoeksprotocol en de impact beschrijven. Later kun je daar

dan nog subsidieaanvragen aan vastknopen voor vervolgonderzoek.”

Waar komt het geld vandaan? Een promovendus kost de TU/e jaarlijks zo’n 50.000 euro. Voor 50 aio’s moet er per jaar dus 2,5 miljoen euro beschikbaar zijn, en met een looptijd van vier jaar komt dat uit op tien miljoen. Als het bedrijfsleven ook vijftig plaatsen financiert - dan wel door die zelf te betalen, of door de middelen aan de TU/e te geven- levert dat voor de komende vier jaar honderd promovendi op. Op dit moment zijn er 200 à 250 promovendi actief aan de TU/e die niet op de loonlijst van de universiteit staan. Deze groep aio’s wordt grotendeels betaald door het bedrijfsleven en staat daar ook op de loonlijst. In totaal heeft de TU/e zo’n 1.200 promovendi. De TU/e kan de nieuwe investeringen met een sluitende begroting en exploitatie realiseren, zo vertelt Ruud van de Donk, hoofd van de Dienst Financiën en Economische Zaken: “Eind vorig jaar werd duidelijk dat de langstudeerdersregeling niet zou doorgaan, en daarmee vervielen ook de kortingen die de TU/e in dat kader opgelegd zou krijgen. Bovendien bleek uit aanvullende gegevens van het ministerie dat de TU/e jaarlijks -en structureel- zo’n twee miljoen euro extra ontvangt. Daarmee kunnen we het overgrote deel van de vereiste 2,5 miljoen per jaar al financieren.” Onverwacht stelde het ministerie echter ook nog geld beschikbaar voor loon- en prijsstijgingen, wat volgens Van de Donk uitkomt op een structurele rijksbijdrage van 1,9 miljoen euro. Dat geld wordt eerst ingezet voor de financiering van de nieuwe cao-regeling, en wat dan nog overblijft, gaat naar de nieuwe promotieplaatsen. Van de Donk: “Daarmee is het grootste deel van 2,5 miljoen afgedekt, maar wellicht niet helemaal. Het CvB heeft eerder al geld gereserveerd voor de financiering van de Strategie 2020 en dat geld is nog niet toebedeeld aan projecten. Daaruit kunnen we eventueel het restant financieren.” De verwachte terugloop aan promovendi ligt echter nog hoger dan de honderd aio’s die de TU/e en het bedrijfsleven nu willen financieren. Of er in 2014 weer geld beschikbaar komt voor verdere compensatie van de terugloop, is nog onduidelijk; het CvB moet nog keuzes maken voor aanvullend beleid.


18 | Focus

24 januari 2013

OASE | Norbine Schalij Illustratie | Sandor Paulus

OASE: Fata

Wat in 2007 begon als een veelbelovend project, lijkt anno 2013 nog af en toe een fata morgana. OASE moest hét TU/e-systeem zijn waarmee je opdrachten inlevert, nieuws ontvangt, resultaten, roosters en vakinformatie bekijkt, je aanmeldt voor vakken en tentamens en je adresgegevens wijzigt. Zes jaren later gebruiken studenten en docenten echter nog steeds allerlei systemen door elkaar. De makers van OASE verbeteren wat ze kunnen, en balen ervan dat ze steeds worden aangevallen op het falen van het systeem.

Waarom is OASE gebouwd? “Vanuit de universiteitsraad kwam de wens voor één TU/e-systeem waarin studenten en docenten met één usercode en wachtwoord alle nodige informatie bij elkaar hebben”, zegt ir. Marcel Visschers, coördinator Student Services and Administrative Processes (STU). “De PF (voorloper van de Eindhovense Studentenraad,red.) had het in 2007 zelfs in het verkiezingsprogramma staan.” Samen met Thieu Mennen, afdelingshoofd Information Services (Dienst ICT), vertelt Visschers over het hoe en waarom van OASE. “Vroeger moest je je aanmelden voor een vak via Studyweb, voor een tentamen moest dat in OWinfo, een boek zocht je in Vubis en voor mail gebruikte je Outlook. Er waren vier wachtwoorden nodig. Het CvB wilde dat anders en verzocht ons een systeem te maken waarbij ook in 3TU-verband gegevens konden worden uitgewisseld. De genoemde systemen functioneren nog, OASE is een schil om de bestaande infrastructuur heen”, zegt Visschers. Er komen nog aanpassingen die door het onderwijs zelf worden ingegeven, zoals een nieuwe OER of de invoering van het Bachelor College en later de Graduate School. Voordeel dat niet vergeten mag worden is volgens Visschers en Mennen dat met de keuze voor OASE de TU/e het systeem in eigen hand heeft en niet afhankelijk is van externe partijen.

Wat zijn de klachten? 9 januari, @mackees : Wat is dit nou weer? #oase heeft de bibberziekte screencast.com/t/ hOVvfRD6DspG 12 januari, @GeertAlkema: NOOOOOOOOOOOOO. OASE ligt eruit. ARGH#*@Fjsf83l@#*FHsdfj382kdAFJSDFJ. #tentamens 12 januari, @RogierBeckers: “@AnoukHolsgens: Gewoon altijd voor de tentamens/ deadlines halen ze oase even uit de lucht ofzo..” 12 januari, @EHVStuRaad: Op dit moment is het voor sommige studenten niet mogelijk om in te loggen op OASE. Er is melding van gemaakt bij helpdesk OASE • Traagheid bij laden pagina’s. • Veel tijd kwijt voor invullen vakkenpakket, bij ieder vak moeten alle gegevens opnieuw. Voor tien vakken ben je twee uur bezig. • Onoverzichtelijk: vakken van verschillende kwartielen staan door elkaar, sommige vakken staan er dubbel in. • Onduidelijk: de veranderingen die de helpdesk doorvoert zijn niet goed zichtbaar • Bachelor Collegestudenten krijgen in het rooster van Algemene Natuur Wetenschappen alle locaties van alle colleges en zien niet waar zijzelf moeten zijn. • Op de homepage springen buttons die je nauwelijks gebruikt in het oog: ‘bronnen’ en ‘personen’. De belang­rijkste buttons staan buiten beeld: ‘rooster’, ‘agenda’ en ‘resultaten’. • Na inloggen zie je op de homepage algemeen TU/enieuws, terwijl je inlogt om je persoonlijke activiteiten te bekijken • Na aanmelden bij een vak moet je wel tien minuten wachten voor je geaccepteerd bent voor dat vak en info kunt ophalen. • Niet alle docenten zetten alle info in OASE, nog steeds moeten studenten meerdere systemen raadplegen. Ook voor tentameninfo op langere termijn.

Persoonlijke klachten “Ik wilde me goed voorbereiden op mijn eerste tentamen Calculus en wilde ’s nachts om vijf uur inloggen om aantekeningen op te halen. Toen lag OASE plat”, zegt Elmar van Wijnen (eerstejaars EE). “Voor het invullen van een pakket met tien vakken ben ik twee uur bezig”, zegt Edwin Hermkens, student TI. Schakelstudent Bouwkunde Cecile van Amerongen wist niet dat er een agenda op de homepage staat, zij gaat daarvoor naar OWinfo.nl en ze “wordt gek van het gebruik van al die websites door elkaar”. En juist om die laatste klacht, diverse systemen voor één doel -studeren aan de TU/e-, is OASE gebouwd.


Focus | 19

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

morgana of zondebok? Waar zit de bottleneck? De problemen die bij de helpdesk binnenkwamen zijn in drie categorieën te plaatsen: Wennen: Vanaf mei 2011 was Studyweb -vanwege financiële redenen- alleen bereikbaar via OASE. Liever had Visschers dat Studyweb net zoals OWinfo naast OASE beschikbaar zou blijven, zodat studenten langzaam konden wennen aan OASE. Responstijden: De gebruikersinterface bleek te traag. “We konden dit vooraf niet testen”, zegt Visschers, “vanwege financiële redenen moesten we ervoor kiezen de testomgeving met minder capaciteit te bouwen. Het is alsof je de autoreistijd tussen huis en winkel test met een fiets omdat een auto te duur is.” Look and feel: In de praktijk blijkt de door Studio Sophisti vormgegeven grafische schil minder handig dan gedacht. Het vaak moeten doorklikken en de locatie van de buttons gaven nogal wat klachten. Veel problemen zijn vorig collegejaar opgelost. De responstijden van alle handelingen zijn onder vijf seconden gebracht, er hoeft minder doorgeklikt te worden en aan het intuïtiever maken van het aanmelden voor vakken wordt gewerkt. En hoor wat Thomas Reijnaerts, een van de kritische studenten, zegt: “Op de slecht uitkomende downloadtijden na vind ik het tegenwoordig eigenlijk een best goed werkend systeem.”

Wat kost het? Berichten over de kosten van een vergelijkbaar systeem aan de HvA en de UvA, genaamd SIS, doen het ergste vermoeden. De Hogeschool van Amsterdam besteedde 14,6 miljoen (i.p.v. de voorziene 5,5) en de Universi­ teit van Amsterdam heeft 25 miljoen nodig gehad. SIS wordt door weekblad Folia bestempeld als ‘duur en matig’. Voor OASE heeft het College van Bestuur drie ton vrij­gemaakt. Dat geld is nu schoon op. Niet alle wensen konden gehonoreerd worden. Bijvoorbeeld de functio­naliteit peer-review is niet geïmplementeerd in het systeem.

Zondebok De klachten die de helpdesk ontvangt, zijn vaak terug te voeren op de onderliggende systemen. Visschers: “Op 7 januari twittert iemand dat hij een 9.1 heeft gekregen voor een vak waarvan hij het tentamen niet maakte. Studenten noemen het direct de schuld van OASE. Maar een medewerker in de backoffice van OWIS heeft het cijfer achter de verkeerde naam gezet. Dat is een handmatige fout die ook zonder OASE had kunnen gebeuren. Hier, en nog veel vaker, is OASE de zondebok.” Overigens schuiven niet alleen studenten de schuld op OASE, ook docenten die hun titulatuur niet correct vermeld zien, geven OASE de schuld, volgens Visschers. “Ze weten vaak niet dat een medewerker van de eigen faculteit die fout maakte.” Eerste hulp bij OASE-ongelukken Toch problemen met OASE? Meld het bij helpdesk.onderwijs@tue.nl.

Schouderklop “Niet over een nacht ijs” Er was één TU/e-faculteit die zich niets liet opdringen en zeer kritisch naar een nieuw informatie­ systeem keek: Scheikundige Technologie. Deze faculteit werkte als laatste met een verouderd eigen systeem, maar zocht vanwege onder andere de toename van interfacultair onderwijs iets nieuws. In 2007 zette de faculteit een stagiair op een onderzoek naar bestaande Learning Management Systems. Blackboard, en open source-systemen als Moodle en Sakai zijn getest. Ict-coördinator bij ST Han Verbiesen vertelt dat alles geprobeerd is. “We zijn niet over een nacht ijs gegaan. Door het inzicht dat ST niet zelf een systeem moest bouwen/onderhouden heeft de opleidingscommissie toch voor Studyweb (de voorloper van OASE, red.) gekozen. Dat was op snelheid na in orde. Het zou geld over de balk smijten zijn wanneer we iets anders zouden doen. Ook een ‘gratis’ open source moet beheerd (lees: betaald, red.) worden.” Verbiesen heeft geen spijt dat er voor OASE is gekozen.

Het is niet alleen klagen wat studenten doen. Ze beseffen terdege hoe moeilijk de klus is die Dienst ICT en STU op zich namen. Tim Meulenbroeks, (derdejaars EE): “Ik heb medelijden met de makers. Ze hebben meerdere systemen moeten laten samenwerken en weinig mensen realiseren zich hoe moeilijk dat is. En daarbij moeten ze werken met systemen die door anderen gebouwd zijn. Van alle fouten die nog in Studyweb en OWinfo zitten, hebben zij nog last. En sommige fouten worden pas zichtbaar na samenvoeging. Heel vervelend.”


20 | Student

Clmn

24 januari 2013

Activiteitenkalender Alleen maar nette mensen | Maandag 4 t/m 6 februari, 20.00 uur, Zwarte Doos Uitgekeken op zijn Joodse ouders, vrienden en buurt, zoekt David een nieuwe sociale omgeving in de Bijlmer. Daar hoopt hij ook een grote, zwarte vrouw te vinden, het type waar hij op valt. Wat betekent het als je niet lijkt op de mensen bij wie je hoort en hoe is het mogelijk dat verschillende groepen mensen, die in een en

Alain Starke, ee rstejaars maste rstudent Innovation Scien ces en sog-kamp ioen

Simpele mysteries Als je een ronde anus hebt, waarom zitten er dan poepstreepjes in je onderbroek? Toen Theo Maassen zich dit in 2001 afvroeg, was mijn interesse gewekt. Niet voor poep, niet specifiek voor dit, maar voor de simpele mysteries van het leven. Een simpel mysterie klinkt een beetje als een contradictio in terminis, maar zo mysterieus is het niet. Het zijn die dingetjes waarvan ik onder geen beding wist dat ik ze wilde weten. Het denken buiten de geschepte kaders is mijn liefde, maar dan wel een beetje simpel en snel. Dus waar de meeste ingenieurs een printplaatjes-fetisjisme, erlenmeyerRSI of een autovoorliefde hebben, hou ik van de foutieve feitjes, matige misvattingen en theatrale tegenstellingen. Wist je bijvoorbeeld dat het Engelse dyslexiecentrum in Reading ligt? Of dat kangoeroes drie vagina’s hebben? Maar ook dat er liftjes in dubbeldekkerintercity’s zitten, waarin vroeger de railcatering naar boven kwam? Nu, tijdens de tentamenweek, mag ik juist niet buiten de doos denken. Nu moet ik de opgegeven stof zo goed mogelijk beheersen. Nu heb je er niks aan dat je weet dat de ideale verhouding voor een zandkasteel, 8 delen zand en 1 deel water is. Neen, zandkastelen zijn tijdelijk, en alleen letten op zulke nutteloze wetenswaardigheden ook. Onze mysteries tijdens tentamenweken zijn bijvoorbeeld de calculussommetjes, waarvan we weten dat een paar beauty’s en vijfduizend nerds die op deze campus rondlopen het al wél snappen. Dat is amper mysterieus te noemen. Niemand die dan ook in een TU/e tv-spotje zegt: “Ik droom van een oneigenlijke integraal die convergeert.” Je hoeft je daarom ook niet te schamen dat we met zijn allen soggen. Je had andere dromen toen je naar de TU/e kwam, je wilde allerlei mysteries oplossen, maar nu zit je vast aan de tentamenstof. Dus daarom zoek je je mysteries ergens anders. Maar als je echt je dromen wilt realiseren, moet je toch eerst dat tentamen halen. Dus nu weer aan de slag soggerd! Op www.cursor.tue.nl vind je meer columns. De volgens de redactie beste column plaatsen we hier.

dezelfde stad wonen, elkaar totaal niet kennen? Robert Vuijsje snijdt in zijn roman ‘Alleen maar nette mensen’, verfilmd door Robert Crijns, serieuze thema’s aan. Niettemin valt er veel te lachen, is de toon bij tijd en wijle vilein, maar zijn sommige scenes ook intens treurig.

Beyond the Arab Spring | Woensdag 6 februari, 11.45-13.00 uur, Blauwe Zaal

Solisten doen het Solo. Meld je aan! Als toeschouwer kun je genieten van de kwaliteiten van deze muzikale solisten, maar meedoen kan natuurlijk ook! Ben jij als student of medewerker verbonden aan TU/e, Fontys Eindhoven, de Design Academy of lid van ESMG Quadrivium muzikaal actief? Bespeel je een instrument of zing je? Heb je enig muzikaal niveau op het gebied van (moderne) klassieke muziek? Wil jij kans maken op meerdere muzikale prijzen waaronder een openbare masterclass door een zelf uitgezochte vakmuzikant? Meld je dan aan voor het door Studium Generale en Quadrivium georganiseerde solistenconcours

De Arabische lente, de verzamelnaam voor een golf van protesten tegen dictatoriale regimes in verschillende landen in het Midden-Oosten, is alweer twee jaar geleden. De relatief jonge burgerbevolking ging toen de straat op en organiseerde zich via internet. Ze eisten niet alleen een verbetering van hun materiële situatie, maar ook meer inspraak en democratie. Twee jaar later zijn veel mensen pessimistisch over hoe de Arabische wereld er nu voor staat. Voormalig diplomate en arabist Petra Stienen -onder meer bekend van Pauw en Wittemanbezocht de regio onlangs en sprak daar mensen die ondanks alles optimistisch zijn. De lezing is in het Engels!

waar je door een professionele vakjury beoordeeld zal worden. Voorrondes: 4 en 27 maart, finale: 22 april Inschrijfkosten deelnemers: 5 euro Meer informatie en het aanmeld­formulier vind je op: www.studentenmuziek.nl/ solist. Aanmelden is mogelijk tot 18 februari.

Wat is de meest bijzondere gebeurtenis sinds je in Eindhoven studeert? In plaats van een gebeurtenis noem ik graag mijn stage bij ketchupfabrikant Heinz in Manchester en mijn bestuursjaar bij academisch adviesbureau Unipartners Nederland.

TU es

Slechtste gewoonte? Ik ben ijdel. Ik kan niet langs een spiegelend raam lopen zonder erin te kijken. Op wie of wat ben je het meest trots? Op het bachelordiploma dat ik hopelijk volgende week ontvang. Wat heb je afgelopen week geleerd? Ik ben druk geweest voor de tentamens en heb vooral geleerd over optimaal portefeuillebeheer. Wat ontbreekt er aan de universiteit? MetaForum werkt nog niet helemaal. Het is koud in het weekend, je kunt nergens printen behalve in de reproshop, waar je niets hebt aan je printtegoed omdat je er contant moet afrekenen, en er is slechte wifi-verbinding. Van wat voor wereld droom jij? Een wereld waarin studenten nog steeds studiefinanciering krijgen. Ultieme kijk-, lees-, web-, luister-, of doe-ervaring? Maak stedentripjes. Ga even weg. Je kunt makkelijk twee dagen naar Londen of een dagje naar Amsterdam. Voor mijzelf is dat ultieme ontspanning. Waar heb jij je deze week ontzettend aan geërgerd? Mijn zwarte enkellaarsjes met acht centimeter hoge hakken zijn gestolen uit de kleedkamer bij het studentensportcentrum.

Linda Tiemersma, 24 begint in februari met haar master Operations Management and Logistics bij Technische Bedrijfskunde

Foto | Bart van Overbeeke

Waar hecht je het meeste waarde aan? Aan vrienden, familie en sociale contacten. (NS)

De vraag die ik sch rap is ‘Slechtste gewoonte ’ en die wil ik verv angen do or ‘Beste gewoonte ’. Dat is to ch veel leuker om te vertell en? (maar nie t om te le zen, red.)


Student | 21

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

In the picture

Na een middagje studeren in MetaForum liep vijfdejaars Bouwkunde­student Onno Potters vorige week dinsdag om 18:37u richting Vertigo en werd geraakt door diens verschijning met de binnenverlichting en alle sneeuw er omheen. Hij pakte zijn mobiel en een statiefje erbij omdat hij wel wat afleiding kon gebruiken na al dat leerwerk en fotograferen een kleine hobby is geworden door die Nokia 808 Pureview. Toen Onno zich de maandag erop in de trein wat verveelde, besloot hij de mooiste van zijn foto’s te bewerken op die telefoon. Hij gaf Vertigo en omgeving wat meer pit en maakte het contrast tussen licht en donker groter. Het eindresultaat deelde hij op Twitter. Gelukkig, want zo kwam hij Cursor ook onder ogen. (NS)

Verveling in de trein

? Volgende keer jouw foto op deze plek Mail ‘m naar cursor@tue.nl

En hoe is het in Parijs?

Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat weken twee iedere kunnen ers Cursorlez verplicht is of omdat ze het leuk vinden. n. meekijke d buitenlan het in dent TU/e-stu over de schouder van een

Sinds medio augustus heb ik Eindhoven verruild voor een andere lichtstad: Parijs. Een half jaar studeer ik daar aan de École Nationale Superieure de Chimie de Paris, of kortweg ENSCP, een grand école voor chemici. Na mijn eerste kennismaking met het Franse onderwijssysteem was ik al snel verliefd en lag mijn besluit om ervan te profiteren vast. In Frankrijk is de universiteit niet het hoogst haalbare. In de tijd van Napoleon zijn er speciale ‘grande écoles’ opgericht, waar hoge functionarissen en de wetenschappelijke top worden opgeleid. Na de middelbare school kan men naar een école préparatoire gaan om in twee jaar in moordend tempo gedrild te worden, temidden van strenge competitie. Dit alles om een grande école in te mogen.

Ik doe hier onderzoek naar katalysatoren voor homogene polymerisatie van biologisch afbreekbare plastics. Hiervoor werk ik met erg gevoelige stofjes dus ik mag veel met een glovebox aan de slag en andere leuke middelen om het de chemicus makkelijk te maken. Daarnaast volg ik verrijkende vakken zoals ‘natuurlijke chemie en schoonheid’, waarbij we onder andere de chemie leren achter lippenstift, nagellak en parfum. Mijn school heeft goede banden met L’Oréal Paris en mijn klas zit dan ook vol meisjes en homoseksuelen die daar graag willen werken. Een grote verrassing voor mij was hoe een grande école verschilt van een école préparatoire. Na twee jaar non-stop

studeren willen veel mensen ook eens wat anders doen, wat resulteert in een bijzonder actief verenigingsleven. In de eerste tweeënhalve maanden waren er iedere avond feestjes die mede als doel hadden een vereniging te introduceren en hiervoor een bestuur voor het aankomende jaar te werven. We hebben een kunstvereniging, een filmvereniging, een vereniging voor liefhebbers van de Franse taal, een vereniging voor mensen uit het Zuiden, een vereniging voor ontwikkelingshulp (ze reizen zelfs af naar Togo), een skiclub, verschillende sportclubs, verenigingen die stages regelen met bedrijven, lesgeven aan kansarmen en ga zo maar door. Het is dan ook normaal dat iedere tweedejaars hier (vergelijkbaar met een masterstudent) bestuurlijke taken van meerdere clubs draagt. In het derde en laatste jaar geven de studenten een speciale afscheidsvoorstelling: ‘les pisettes’, een beetje zoals de musical in groep 8, maar groter en ludieker. Er worden filmpjes gemaakt, toneelstukjes, dansjes en ook de professoren spelen mee. Hier wordt flink wat moeite ingestopt, zo werd in het weekend in het grootste geheim de school omgetoverd tot een racebaan voor de ‘Mario Kart’-sketch, waarvoor we eerst urenlang winkelwagentjes hebben gedecoreerd en omgebouwd. Ook buiten school is er veel te doen. Zo is Parijs een prachtige stad om te

fietsen en er zijn tal van gratis musea en verenigingen. Tevens woon ik in een prachtig ‘paleis in Parijs’ op de Cité Universitaire, een campus vol met mooie gebouwen om met name internationale studenten te huisvesten. Er zijn hier geregeld feestjes, voorstellingen en evenementen. Mijn huis wordt ook dagelijks gebruikt voor fotoshoots en recepties.

Hoewel het levensritme van een Parijzenaar wordt omschreven als ‘metro, boulot, dodo’ (metro, werken, slapen) zijn mijn ervaringen allesbehalve eentonig. Het zou zeker geen straf zijn als ik nog een paar jaartjes mocht blijven. Alex Blokhuis, student Scheikundige Technologie en Technische Natuurkunde

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij deze winter of komend voorjaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.

Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl


22 | Mens

24 januari 2013

Laura van Heijst | “ Auto’s zijn vet”

Snelle meid in de overdrive. Zie die maar eens bij te houden. Van nul naar honderd in 2,8 seconden. Licht postuur, maar groot uithangbord voor de TU/e: Laura van Heijst. De operations manager van raceteam URE verplettert alle vooroordelen over de moeizame relatie tussen vrouwen en techniek. “Auto’s zijn vet.” Het beeld lijkt losgeweekt van de werkelijkheid. Een kleine frêle dame die gracieus en zelfverzekerd rondstapt in de mannenwereld van University Racingteam Eindhoven (URE). Als een sierlijke paradijsvogel in een nest vol kraaien. De vraag borrelt dus vanzelf op. Hoe is Laura van Heijst in hemelsnaam verzeild geraakt tussen het vet, de olie, wiellagers en geur van verschroeid rubber? Wat doet een slimme meid in de werkplaats van URE, waar de muren zijn behangen met prikkelende garagekalenders? “Inderdaad. Veel vrouwen, weinig aan”, lacht ze. “Ik heb me er allang overheen gezet. Trek me van dat soort seksisme niets aan. Hier op de werkvloer praten die kerels net zo erg onder elkaar als tegen mij. Het is een hechte groep. Ik voel me volkomen geaccepteerd.” De vierdejaars studente Werktuigbouw­ kunde blaakt van het zelfvertrouwen. Dankzij een vrijwel nominale studie hoeft ze dit collegejaar nog maar één vak

te volgen. Dus is er voldoende ruimte om operation manager te zijn van URE. “Public relations, marketing, sponsors, businessplannen presenteren. Dat soort zaken. Ik heb er bewust voor gekozen. Het is weer eens wat anders dan de hele dag door techniek en ik leer er veel van. Het is meer dan een fulltime baan hoor. Overdag bij URE en thuis vaak tot middernacht achter de laptop. Vooral de laatste maanden voor de races zijn erg hectisch. Deadlines worden zelden gehaald.”

Eindhoven gaan kijken. Toch koos ze voor de TU/e, waarbij zowel studierichting als sfeer een rol speelde. “Delft kwam op mij een tikje arrogant over. Ik kies liever voor Brabantse gezelligheid. Hier voel ik me thuis.”

Samen met pa Formule 1 kijken. En Top Gear van de BBC niet te vergeten. Laura heeft van jongs af aan een innige band met auto’s. Nee, geen ronde klassiekers, maar snelle bolides vooral. “Moeilijk uit te leggen. Ik denk dat het de snelheid is, die adrenalinekick waar ik van houd. Het is prachtig om bij URE iets te bouwen dat uiteindelijk ook de weg opgaat.” Leuk heeft ze het nooit gevonden, die vragende blikken: ‘Snap je het wel?’ “Vooral de oudere generatie docenten doet dat. Geeft het gevoel dat je jezelf als meisje meer moet bewijzen dan de rest. Als eerstejaars begon ik met acht meiden tussen ongeveer honderdtachtig jongens. Dat is wennen, maar ik heb het nu heel erg naar mijn zin.”

Om het andere weekend keert Laura graag terug naar haar stad waar ‘De Peperbus’ hoog boven de daken torent. Om te werken in het ziekenhuis. “Ik heb allerlei zorgtaken en ben voedingsassi­ stente. Ik kan er leuke dingen van doen. Shoppen, naar de bioscoop met mijn vriend, vakantie en naar de races gaan van URE.” De buitenlandse trips van het raceteam lopen aardig in de papieren. Het bijwonen van een race komt al gauw op 150 tot 200 euro aan reis- en verblijfskosten. “Al het sponsorgeld steken we in de racewagen.” Omdat er geen overkoepelende Europese organisatie bestaat, overlappen sommige wedstrijden elkaar soms. Ook dit jaar. Aanvankelijk stonden Duitsland, Oostenrijk en Spanje op de lijst van URE, maar de race in Barcelona is vanwege een te krappe agenda

Vanuit het gymnasium in Bergen op Zoom is ze vaker in Delft dan in

Ze hoopt vurig op een plek in de cockpit

geschrapt. “Misschien dat we daarvoor in de plaats in Hongarije gaan racen.” Want na al het noeste werk vormt de competitie met andere universiteits­ teams de kers op de taart. Zeker voor Laura die door haar postuur (‘1.60 meter en ongeveer vijftig kilo’) een prima kandidate is voor een plek achter het stuurwieltje. Vooral op het onderdeel sprint kan ze URE aan een podiumplaats helpen door haar geringe gewicht. Over een afstand van 75 meter, recht zo die gaat, plankgas ervandoor. Binnen 2,8 seconden van nul naar honderd kilometer per uur. Sneller dan een Ferrari. Alleen al bij die gedachte krijgt menigeen knikkende knieën. Bij Laura gaan de oogleden niet eens trillen. Ze hoopt vurig op een plek in de cockpit. Het tekent haar zelfvertrouwen en gedrevenheid. “Als coureur moet je durven. En bereid zijn om er tijd aan op te offeren. Je bent veel weekeinden weg voor testen, trainingen en de races.” Ze geeft het niet graag toe, maar als fervent autoliefhebber kostte het wel moeite om het roze papiertje binnen te halen. “Ik ben vier keer op geweest voor mijn rijbewijs”, klinkt het wat schoorvoetend. “Soms pure zenuwen, dan weer een angstig vrouwtje dat als examinator meer met zichzelf dan mijn afrijden bezig was.” Niet dat haar hele leven zich afspeelt op vier wielen. Verre van dat. Als de

operations manager iets meer tijd voor haarzelf heeft, mag ze graag schilderen en tekenen. “Olieverf, aquarellen. Realistisch van aard. Ik ben graag creatief, heb altijd geknutseld en met kleuren gewerkt. Maar ik beschouw het vooral als hobby. Mijn passie ligt toch meer bij de techniek.” Maar dan wel een techniek die ze met haar charmes wat menselijke warmte weet in te blazen. Samen met een Braziliaanse studente van de TU/e en een studente uit Tilburg vormt Laura het vrouwelijke hart van URE. Als gelijken onder anderen. Dus die genderdiscussie is wat haar betreft niet aan de orde. Hoewel. “Als ik iets héél lief vraag aan de jongens, doen ze het meteen”, bekent ze lachend. Als de races erop zitten na de zomer verlaat Laura het bestuur van URE. Ze blijft wel actief in het team dat bestaat uit zestig studenten. Voordat ze begint aan haar masterstudie -‘iets met dynamica’- zal de manager met een passend afscheidscadeau komen. Een geheimzinnige glimlach verschijnt. “Nee, het is nog een verrassing. Het heeft iets te maken met kalenders.” Maar dan geeft ze zich lachend gewonnen. “Veel mannen, weinig aan.”

Interview | Frits van Otterdijk Foto | Bart van Overbeeke


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.