10 22 januari 2015 | jaargang 57
@tuecursor
Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven Voor het laatste nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op
en
14 | O pen access:
vloek of zegen? Nederland speelt hoog spel in de discussie over open access, vindt Paul De Bra, hoogleraar Informatiesystemen.
4 Betoverende bèta’s
BMT-studenten met bijbaan in de Efteling
12 Studeren
op een kluitje
Voor de laatste keer buffelen in een overvol MetaForum?
16 Eiwitsensor voor
een betere wereld
Bacterie of virus zichtbaar maken met een strookje papier
Check out our English section on pages 20-28
2 | Vooraf
CURTOON
22 januari 2015
Hoofdredacteur Han Konings
Eindredacteur Brigit Span
Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij San van Suchtelen Monique van de Ven
Medewerkers
Fotografie Vincent van den Hoogen Rien Meulman Bart van Overbeeke
Coverbeeld Marc Weikamp
Opmaak Natasha Franc
Vertalingen Annemarie van Limpt (p.20, 21, 26, 27) Benjamin Ruijsenaars (p.22, 23)
Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau
Redactieraad prof.dr. Cees Midden (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Angela Stevens- van Gennip Thomas Reijnaerts (studentlid) Arold Roestenburg Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)
Redactieadres TU/e, Matrix 1.90 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl
Cursor online www.cursor.tue.nl
Druk Janssen/Pers, Gennep
Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745
Poll Power to the people
Han Koning s
van tweeduizend euro. Driewerf hoera! Dat kan mooi gespendeerd worden aan een wereldreis of aan een strak pak voor je eerste sollicitatiegesprek. Maar helaas, je moet die twee mille uiteindelijk steken in bijscholing. En daar was je nu net helemaal klaar mee! Het beste woord dat deze hele operatie heeft opgeleverd en dat zeker in het Groene Boekje wordt opgenomen, is jokerjaar. Daarvan krijg je er vijf. Ze zijn bedoeld om de maandelijkse aflossing van je schuld tijdelijk stop te zetten als je eventjes krap zit. En nu maar hopen dat je een baan vindt, want anders blijk je ook al voor je afstuderen met jokerjaren bezig te zijn geweest.
Open access-spagaat Publiceren gebeurt straks alleen nog maar open access, als het aan de Nederlandse overheid, wetenschapsfinanciers en universiteiten ligt. Terecht, wat mij betreft. In de huidige structuur doen de onderzoekers bijna al het werk, dekt de belastingbetaler de kosten, en strijkt de uitgever een dikke winst op. Of het verstandig is om deze zaak als klein landje op de spits te drijven, is een tweede. Als we niet uitkijken, worden onze onderzoekers verplicht om bepaalde uitgevers en tijdschriften te
s Tom Jelte
boycotten. En hebben we in Nederland straks juist mínder toegang tot wetenschappelijke artikelen. Lees verder op pagina’s 14-15.
Slechts een schamele 76 mensen reageerden op de vraag of het een absurde ambitie is om burgers te laten meebeslissen over de inhoud van de Wetenschapsvisie 2025 van OCW. Een zeer ruime meerderheid is overigens van mening dat de burger zich daar inderdaad niet tegenaan moet bemoeien.
Jazeker, want die zijn hier niet voor toegerust
35,5%
Natuurlijk, dit is puur populisme en niets anders
35,5%
Ja, want zoiets is onmogelijk goed te organiseren
EENS
Angela Daley Freke Sens Nicole Testerink
Jet heeft dinsdagavond de teloorgang van de basisbeurs piepend en krakend door de Eerste Kamer geloodst. Dat betekent dat degenen die in september van start gaan met een bachelor- of masteropleiding alleen nog maar kunnen lenen bij vadertje Staat. Alvast een tip: wie in het laatste jaar van de bachelor er nu nog even de kuierlatten in zet, kan zich tot en met 1 augustus nog inschrijven voor zijn master en gaat dan toch nog twee jaar beurs ontvangen. Maar ssttt, je hebt het niet van mij. Deze ‘grootste revolutie van het onderwijsbestel in de afgelopen dertig jaar’ heeft ook zaken met zich meegebracht waar de student mogelijk wel wat aan heeft. Zo bestaat straks geen bijverdiengrens meer voor studenten. Je kunt nu eindelijk eens die briljante internetsite lanceren waar je slapend mee binnenloopt, zonder dat je je beurs moet terugbetalen. Maar ja, die heb je dan ook nooit ontvangen, en wat je dan eventueel geleend hebt, moet je dan maar zien als een startkapitaaltje. Ook krijg je na afloop van je master een tegoedbon
NIET EENS
Colofon
Jokerjaren
9,2%
3,9%
Nee hoor, de burger betaalt er toch ook voor
9,2%
Echt niet, bij wetenschappers ontstaan ook blinde vlekken
6,6%
Niet waar, de burger is ontwikkeld genoeg om te participeren
Nu vragen we op www.cursor.tue.nl Vanaf volgende maand gaat er in de ochtend en op het eind van de middag vanaf het station een buslijn rijden over het TU/e-terrein. Is dit nu net het stukje dat nog ontbrak in jouw OV-puzzel?
Nieuws | 3
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Eerste Kamer akkoord met studievoorschot 21 januari - De Eerste Kamer heeft dinsdagavond laat ingestemd met het wetsvoorstel Studievoorschot. Vanaf september krijgen nieuwe bachelor- en masterstudenten geen basisbeurs meer. Het wetsvoorstel kreeg een meerderheid van VVD, PvdA, D66 en GroenLinks achter zich. Het is een klinkende overwinning voor PvdA-minister Jet Bussemaker. Dankzij een akkoord met oppositiepartijen GroenLinks en D66 is het haar gelukt om de basisbeurs te schrappen. Het nieuwe leenstelsel moet op termijn honderden miljoenen extra opleveren voor het hoger onderwijs. In ruil worden de leenvoorwaarden versoepeld: studenten mogen het aflossen van hun studieschuld uitsmeren over 35 jaar en zijn nooit meer dan vier procent van hun inkomen aan maandelijkse aflossing kwijt.
uws van de ie n e n li n o t e h g Een greep uit ee weken. Kijk voor nol tw afgelopen s op www.cursor.tue.n meer nieuw
ID-studenten maken carnavals kraker ‘voor alle Jolanda’s’ 20 januari - Carnavalsoutfit uit de kast en meezingen maar! Stijn Zoontjens en Joep Elderman, studenten Industrial Design (ID), maakten met oud-ID’er Tom Raijmakers onlangs de “carnavalskraker van het jaar” - al zeggen ze het zelf. Als het Worst Kaas Scenario hebben ze met het nummer ‘Franse kaas met Jolanda’ hun idee uitgevoerd dat drie jaar geleden op een feestje is geboren. Op de wijs van La Bamba maakten de drie een eigen Nederlandse tekst. Het nummer is opgedragen “aan alle Jolanda’s van de wereld”.
IJskerk met uitzicht op de hemel 21 januari - Er moet een wonder gebeuren wil de Sagrada Familia in Ice vrijdag bij de oplevering helemaal af zijn. Door alle technische problemen en ongunstige weersomstandigheden van de afgelopen weken zal de hoogste koepeltoren van 30 meter naar verwachting uitzicht blijven bieden op de hemel - het lukt niet om de constructieballon van een voldoende dikke laag ijs te voorzien. Wel is met de realisatie van de lagere koepeltorens - van 18 en 21 meter - volgens docent Arno Pronk de hoogste ijstoren ooit gerealiseerd. Ook de voltooiing van het middenschip komt niet in gevaar.
Nieuwe buslijn verbindt TU/e en NS-station 16 januari - De ‘poorten’ van het NS-station en de TU/e-campus liggen een wandelingetje van hooguit een minuut of tien van elkaar verwijderd. Toch kunnen medewerkers, studenten en gasten vanaf komende maand met de bus van en naar de TU/e. De bus pendelt vier keer per uur in de spitsuren (7-9 en 16-18 uur) en doet op de campus vier haltes aan. Achtereenvolgens zijn dat het Laplaceplein (bij gebouw Laplace), De Lismortel (bij het gebouw van Pabo), De Rondom-Oost (bij gebouw Differ) en De Rondom-Zuid (bij gebouw Flux). Het gaat om een pilot, die tot eind dit jaar loopt.
Vier miljoen voor onderzoek nierdialyse 9 januari - Nierdialyse met behulp van een door het lichaam zelf aangemaakt bloedvat. De TU/e ontwikkelt samen met het UMC Utrecht en de eigen spin-off Xeltis technieken om dat mogelijk te maken. Onderzoeksfinancier ZonMw stelt twee miljoen euro subsidie ter beschikking. De Nierstichting neemt de resterende kosten - nog eens twee miljoen euro die met het project gemoeid is, voor haar rekening. TU/e-onderzoeker Patricia Dankers en haar Biomedische Technologieteam gaan werken aan lichaamseigen bloedvaten om een slagader en een ader te verbinden.
Subsidie Ha ontwikkelin rtstichting voor g medicijng 15 januari - D el e Hartstichting investeert Hubrecht
1,5 miljoen eu Instituut en U ro in onderzoe MC Utrecht na om medicijnen k van TU/e, ar de ontwik beter in het ha ke lin g van een nieu rt te krijgen en hartspier effe we methode ctiever te repa te houden. H et doel is om reren na een bijwerkingen ha de rtinfarct, zond ontstaan. Ee n van de onde er dat vervelen werkzaam bi rzoeksleider de j Biomedisch s is Patricia D e Technologi ankers, e.
or bul o v r e k o k r Bewaa mnigeschenk nieuw alu or je aarkoker vo ven bew rak vormgege inente rode slash in st n Ee i ar 14 janu p de prom dat ïnspireerd o nigeschenk diploma, ge nieuwe alum et h g is ti jf at vi d e : n go klei het TU/e-lo itreikt. Een it vanaf nu u kunde waren w u o B t de universite ei lt ndenken s van de facu ten die het aa e rs ee e afstudeerder d i ar nd dag 13 janu de plaats va dinsdagmid deau komt in rden ca ee e d w u u st ie n ge jaal die af kregen. Het -s ce ee fl e w htblau bekende lic kregen. rt ko r o tot vo
Wateroverlast bij ‘Matrix-pad’ aangepakt 12 januari - Er komt spoedig een einde aan de waterpartijen op het Groene Loper-pad tussen gebouw Matrix en de vijver bij het Hoofd gebouw. De snel verzadigde grond onder en rondom het pad maakt een nieuw afwateringssyteem daar noodzakelijk. Dienst Huisvesting laat komende maand afwaterings putten en een drainageslang aanleggen, om het overtollige water af te voeren.
Nieuwe bolide URE korter, lichter en sneller 9 januari - Met een uiterlijk sterk gewijzigde en voor het eerst ook vierwielaangedreven bolide gaat het University Racing Eindhoven Team (URE) van de TU/e dit seizoen de strijd aan met de concurrentie. Donderdag 8 januari stelde het team het design van de nieuwe auto (URE10) aan de buitenwereld voor. De URE10 is een stuk korter, lichter en in kleur donkerder geworden dan zijn voorganger. Omdat de elektromotor niet langer achter in de auto ligt, kon het chassis sterk worden ingekort. Daarmee, maar ook door het besparen van verf (toch al gauw een paar kilo), is de racewagen 35 kilo lichter.
4 | Gelinkt
22 januari 2015
Betoveren De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds twee van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.
Ze kennen Anderrijk, Ruigrijk, Marerijk en Reizenrijk op hun duimpje. Beleven over een paar maanden, met dank aan hun bijbaantje, waarschijnlijk als twee van de allereersten de nieuwe ‘dive coaster’ Baron 1898. Maar hoe bijvoorbeeld ‘Het Meisje met de Zwavelstokjes’ nou precies werkt, dát weten TU/e-studenten Tom Nijhof en Shirodj Raghoenath ook niet. Sommige zaken, voor en achter de schermen, blijven zelfs voor deze Efteling-medewerkers een magisch mysterie. Een goed begin mag dan het halve werk zijn - maar ‘alle begin is moeilijk’ was op het eerste treffen van Tom en Shirodj (beiden 21) méér van toepassing. In hun propedeusejaar bij Biomedische Technologie belandden ze samen in het OGO-project Beeldanalyse voor Pathologie, waar onbegrip domineerde. Tom, lachend: “Shirodj begreep vooral niet waar ik het over had en ik begreep niet waarom hij mij niet begreep. Terwijl de docent de ene helft van de groep
nog moest bijpraten over variabelen, waren anderen al bezig met objectgeoriënteerd programmeren. De kloof was te groot.” Maar het zou goedkomen tussen de twee, met dank aan gezamenlijke vrienden en een commissieklus bij studievereniging Protagoras, waar ze samen aan het lustrumboek werkten. Thema van het lustrum was It’s like magic - en toen Shirodj en Tom hun ‘Eftelink’ eenmaal hadden ontdekt, vlogen de
Pardoes-associaties al gauw over tafel. Ze vonden helaas geen gehoor bij hun commissiegenoten, bekent Tom: “De rest is niet zo Efteling-gehersenspoeld als wij”.
“Door mijn slaapkamerraam kon ik het park nóg horen” In de jeugd van BMT-student Tom, geboren en getogen in het Utrechtse Leusden, vormde de Efteling trouwens geen dikke rode draad. “We kwamen er wel eens en natuurlijk zijn we opgevoed met de sprookjes van Grimm” - maar dat komt niet eens in de búúrt van het wonderengehalte in het bloed van Shirodj. Opgroeiend in Kaatsheuvel was de Efteling voor hem wat het buurtspeeltuintje voor de meeste andere kinderen is. “Ik heb heel wat jaren gesleten het Sprookjesbos en de Kleuterhof. En door mijn
slaapkamerraam heen kon ik verschillende onderdelen van het park nóg horen”. De derdejaars student Medische Wetenschappen en Technologie wist ook al vroeg dat hij er ooit wilde werken. Het park kon hij als zestienjarige inmiddels drómen en dus opteerde hij bewust voor een baantje in het naastgelegen Efteling Hotel. Hier werkt hij nu vijf jaar, vooral in de ochtenddienst in de ontbijtzaal van het hotel. De gast verrassen is waar het in het hotel om draait. En dat is aan Shirodj wel besteed, stelt facul teitsgenoot Tom: “Shirodj maakt altijd met iedereen een praatje, hij heeft dat warme gewoon in zich - alsof hij je welkom heet in zijn eigen woonkamer”. De bezoeker betoveren, daar draait het om in de Efteling. Zelf probeert Tom, werkzaam in één van de talloze horecagelegenheden op het park, ook doorlopend “die stap extra” te zetten om gasten zelfs tijdens een hapje “dat Eftelinggevoel” mee te geven. En dat zit vaak in kleine dingen, leerde hij. Een groot kussen voor een jarig kind in het restaurant, extra grote rietjes voor iedereen aan tafel: “Want zo’n kind is jarig ín de Efteling. Dat is hartstikke bijzonder”. Shirodj werkt het hele jaar door in het park, tussen de vier en twaalf uur per week. Hij gaat er elk weekend voor terug naar Kaatsheuvel. Hij zou best ook een baantje in Eindhoven kunnen zoeken,
Shirodj Raghoenath
Gelinkt | 5
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
nde bèta’s beseft hij, “maar dan zie ik mijn ouders gewoon nooit meer”. Tom werkt in voor hem drukke periodes gemiddeld eens in de twee weken, maar draait ’s zomers regelmatig veertig of vijftig uur in een week. Favoriet zijn de zaterdagavonden in het hoogseizoen waarop de Efteling tot middernacht open is. “Die laatste uren is het echt heel gezellig. De sfeer is relaxter; de meeste mensen hebben het park overdag al gehad en hebben minder haast. Dat geeft mij meer tijd om me echt op de gasten te richten.”
“Extra contact met de gast maakt dit werk zo leuk” Tom herinnert zich een Belgisch gezin dat in het Efteling Hotel logeerde. Op hun tweede dag in het park kwamen ze terug naar ’t Poffertje, “speciaal omdat ik ze de dag ervoor geholpen had. Voelde ik, terwijl ik een foto aan het maken was van een paar andere gasten, opeens twee paar armpjes om mijn nek van die kindjes. Dat extra contact maakt dit werk juist zo leuk”.
“maar ik ga wel vooral voor ánderen mee, zodat zij een leuke dag hebben. Zelf heb ik alles toch al duizend keer gezien.” Joris en de Draak is zijn favoriete attractie, Marerijk en Ruigrijk de parkdelen waar hij het liefst vertoeft. En hij staat bekend om zijn rare Snapchat-selfies in de Carrousel: “Gewoon een beetje gek doen. Maar wel binnen de kaders natuurlijk”, voegt hij er vlug aan toe. Hij is “geen attractieparkgek”, benadrukt Shirodj. Toch bezocht hij er het afgelopen jaar een groot aantal, waaronder het Spaanse Port Aventura en Disneyland Parijs. Het Franse park was, vijftien jaar na Shirodj’s eerste bezoek, goed voor een fikse dosis jeugdsentiment, “maar het is wel allemaal erg gemáákt. In de Efteling komt alles toch wat natuurlijker over”.
“Ik heb een extreem oog voor detail. In het Carnaval Festival had ik als kind al snel door dat ik eigenlijk gewoon door een mooi opgemaakte fabriekshal werd geloodst, simpelweg omdat ik ook eens omhóóg keek.” Toch voelt hij de magie van de Efteling nog wel, zegt Tom, ook achter de schermen. Hij wijst op Walt Disney, die volgens hem feitelijk volstrekt idiote dingen bedacht die uiteindelijk toch dankbaar werden ontvangen door het grote publiek. “Dat is bij de Efteling niet anders. Anton Pieck was helemaal geen marketingman, geen werktuigbouwkundige, geen professionele achtbanenontwerper of pretparkbouwer. Hij was een dromer, een kunstenaar die goed kon tekenen om zo zijn dromen waarheid te laten worden.”
Tom had als kind sowieso al rap in de smiezen dat het geen échte magie was die de Efteling over hem als jonge bezoeker uitstrooide.
De betovering van de Efteling is zeker niet helemaal verbroken door hun werk daar, zeggen ze. Shirodj bezoekt het park nog altijd minstens één keer per maand,
Tom Nijhof
“Mensen een fijne dag bezorgen, is geweldig maar mensen genezen nog veel mooier” En al werd de Efteling als ‘hoeder van het sprookje’ steeds groter, zakelijker en professioneler; die dromers heeft het park volgens Tom een halve eeuw later nog steeds. Hij wijst op Baron 1898, dat volgende zomer wordt geopend. “‘We willen een duikende achtbaan’, roept iemand dan. Compleet belachelijk eigenlijk. Dat is iets wat kinderen roepen - én het management van de Efteling.
Eigenlijk zijn het ook net kinderen, maar dan met meer verstand van zaken.” Zelf zien de aankomend ingenieurs zich trouwens niet op die manier, ontwerpend en ontwikkelend, aan de betovering van de Efteling meewerken. Shirodj wil de regene ratieve geneeskunde in en zich vooral gaan richten op het maken van lichaamseigen hartkleppen. Ook Tom, die verder wil in de synthetische biologie, bestempelt de betovering van de Efteling als “een mooie droom, maar niet míjn droom. Mensen een fijne dag bezorgen, is geweldig - maar mensen op den duur, hopelijk, genezen met iets waaraan ik heb bijgedragen, vind ik nog veel mooier”. Interview | Monique van de Ven Foto | Bart van Overbeeke
6 | Student
Clmn
22 januari 2015
Aanschuiven bij
Snacktafel Neem de salontafel van de grootste kamer op de begane grond en verpak de bovenkant in aluminiumfolie. Het maakt niet uit of de bewoner thuis is. Doe op diverse plaatsen aan de rand een dot saus, verschillende smaken. Zet een eerstejaars achter de frituurpan en laat hem frikandellen, kroketten en kipcorns bakken. Bestel voor vijftien euro friet bij de snackbar om de hoek en laat die ophalen. Flikker alle eetwaren in het midden van het aluminiumveld en tast toe. Dat laatste noemen de AV’ers ‘pluk’. Als niemand meer eet: vouw het aluminium op tot een pakket dat zo in de afvalbak kan worden geschoven.
Teun Minkels student Technis che Natuurkund e
Limbolijn Een raadsel: wat is lid van de plaatselijke carnavalsvereniging, eet ‘s avonds wat de pot schaft en spreekt iedere zin uit alsof het een vraag is? Inderdaad: dit is het stereotype beeld van de spoorlimbo. Iedere ochtend doorstaan vele medestudenten de barre tocht door de Limburgse heuvels, om uiteindelijk op Eindhoven Centraal te arriveren. Maar daar begint de uitdaging pas. Vanaf CS volgt er een uiputtende voettocht over het limbopad, helemaal naar het TU-terrein. De Kennedymars is er niets bij. Gelukkig is er voor deze misère nu eindelijk een oplossing. Buslijn 104 gaat mensen van het station naar de campus vervoeren. Het limbopad gaat dus aangevuld worden met een heuse limbolijn. Oké, je moet tussen de 0 en 15 minuten wachten en de rit duurt een minuutje of 5, maar je hoeft in ieder geval geen 1,5 kilometer meer te lopen.
Voordelen • Geen servies en bestek nodig • Geen afwas • Werkt goed tegen katers • Geen calorie te weinig • Gezellig gepluk
TU es
Wat zou je aan de TU/e willen veranderen? Van mij mag er wel een woktent op de campus komen. We gaan nu best vaak tussen de middag speciaal naar het centrum om sushi of iets dergelijks te halen.
Dit gaat een mooie paradox opleveren. Aan één kant van de campus de groene loper met bomen, vijvers en ontspannende studenten. Aan de andere kant ieder kwartier een zware diesel van Hermes die over de klinkers heen knalt en CO-tweetjes uit de uitlaat pompt. Of zou ‘groene loper’ op een type student slaan? Dat we onderscheid gaan maken tussen de groene loper en de minder milieubewuste buspassagier?
Als je jezelf terug in de tijd zou kunnen verplaatsen waar zou de reis dan naartoe gaan en waarom? Naar de VS, waar ik vierenhalf jaar geleden in de zomervakantie ben geweest. Ik heb toen LA en San Francisco bezocht. Het mooie daaraan vond ik dat het wel westers aandoet en toch een andere cultuur is. Waar kun je als student lekker en goedkoop eten in Eindhoven? Bij de Soho. Wat is het meest opmerkelijke dat je ooit op je kamer hebt aangetroffen na een avond stappen? Niet op mijn kamer, wel op de trap. Die jongen was na mij thuis gekomen en ik vond hem later op de trap, vreemd genoeg met mijn kleren aan. Hij was daar in slaap gevallen en moet in mijn kamer zijn geweest om de kleren te pakken, maar daar heb ik niets van gemerkt.
Mijn advies voor forensen die vaak in het Paviljoen moeten zijn? Zet een fiets op het station. Oer-Hollands en goed tegen de studentenkilootjes. Moeten we alleen nog even die irritante kiezels rondom het Auditorium wegvegen.
Wat is volgens jou de ultieme stedentrip? Praag. Veel oude en mooie gebouwen, leuk om op stap te gaan en niet duur.
Daan Kolodziejak (23 jaar) Eerstejaars masterstudent Automotive Technology Op www.cursor.tue.nl vind je meer columns. De volgens de redactie beste column plaatsen we hier.
Wat doe je op je eerste vrije dag na een tentamenperiode? Meestal ga ik dezelfde avond nog op stap in de buurt van Roermond, waar ik woon.
Foto | Vincent van den Hoogen
Als je opnieuw zou mogen kiezen welke studie zou je dan doen en waarom? Ik zou toch opnieuw voor Automotive Technology kiezen. Ik heb aanvankelijk wel getwijfeld tussen Automotive en Werktuigbouwkunde, maar Automotive leek me wat concreter. Er komen veel meer vakgebieden bij elkaar en dat spreekt me erg aan.
Daan wil de de studie vraag over keus graa g eruit. De nieuw e vraag w ordt: “Wat vind jij de bes te innovatie op jouw vakgebie d?” (JvG)
Student | 7
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Wat is dat voor een huis? In Huize Aqua Vitae (AV) wonen zes studenten die allen lid zijn van het ESC, maar die geen trek hebben om een eigen dispuut op te richten. Ze wonen er twee of drie jaar, om dan weer plaats te maken voor nieuwe eerstejaars. Dinsdagavond is borrelavond, dan eten de huisbewoners samen met oud-huisbewoners. Om Cursor te kunnen ontvangen doen ze dat op een donderdag graag nog eens over. In AV is geen huiskamer, wel is er een dependance in de tuin. Een schuurtje waarin de belangrijkste elementen aanwezig zijn voor gezellig samenzijn; veel bier, een tafel en de zon. Dat is een lamp die tevens functioneert als heater. Waarom liggen hier zoveel bruine glasscherven? Die liggen er nog van de laatste borrel. Als AV’ers het liedje Lemon Tree horen, gooien ze op een bepaald moment, wanneer ze rinkelend glas horen in de muziek, hun bierflesje kapot tegen de muur. Of er nou nog bier in zit of niet.
Wat is de leukste regel in huis? Volgens Hidde: Dat je als je verliefd wordt, je dit op huis vertelt door te gaan staan bij een borrel, je jasje dicht te knopen, het te zeggen en dan een krat bier te doen. Laatste keer dat dit gebeurde was vorig jaar door Kees. En die woont er al niet meer. Volgens anderen: Dat ze op dinsdag een toetje met peer hebben. Dat komt door Fontysstudent fysiotherapie Pierre Sauren, in wiens kamer ze nu zitten te snacken. Hij noemt vlaai vla, vla pudding en zichzelf peer. Vandaar. Jullie leven nogal dicht op elkaar. Weten jullie ook alles van elkaar? “Ja”, zegt Stephan Jaars (eerstejaars, gestopt met Bouwkunde). “Dat Leroy het slechtst uit bed komt en dat Martijn Timmermans (zesdejaars Werktuigbouwkunde) íedere dinsdag een zandbruine broek draagt met blauwe dromedarissen erop. Dat wist ie zelf niet eens.”
Waarom vertellen jullie zo beslist dat AV geen dispuut is? “Wij willen wel lid zijn van ESC, maar ons niet zoveel verplichtingen opleggen als bij een dispuut. Wij geven eerstejaars zodra ze erbij horen wel een speciale das. We doen geen echte ontgroening maar willen eerstejaars wel weerbaar maken. Dat doen we niet kleinerend maar opbouwend”, zegt Hidde Lavell, tweedejaars TB. Leroy Spiekerman van Weezelenburg (tweedejaars ID) noemt een voorbeeld: “Freek (eerstejaars TB, red.) zette laatst bij het eten een blik erwtjes en peentjes onverwarmd op tafel. Dan gaan de anderen wel frusten natuurlijk. We vinden het dan leuk als Freek er iets van leert of een goede motivatie kan geven. Niet alleen; ‘dat doet mijn moeder ook’”.
Interview | Norbine Schalij Foto’s | Rien Meulman
Wil jij ook met je culinaire huisgenoten in deze rubriek? Mail dan naar cursor@tue.nl
En hoe is het in Berkeley? Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.
Hallo allemaal! Ik heb het afgelopen semester gestudeerd aan de Universiteit van Californië te Berkeley en het was in één woord “AWESOME!”. De universiteit was inspirerend, Californië was relaxed en lekker warm, de roadtrips waren leuk, mijn medestudenten waren open en behulpzaam, en het meest memorabele: mijn huisgenoten waren fantastisch! Tijdens mijn verblijf in Berkeley verbleef ik in het International House (iHouse). De reden dat ik hier iets over wil vertellen, is dat ik mijn huisgenoten het leukst vond van heel mijn exchange periode. Iedereen die ik in het iHouse heb ontmoet, had iets speciaals (nou jah… bijna iedereen). Of het nu een passie, prestatie of ambitie was die een persoon karakteriseerde. Enkele van de leukste momenten heb ik ervaren met mijn huisgenoten tijdens de vele lunches/avondmalen. Daarnaast bood het iHouse ook de mogelijkheid en het gemak om likeminded mensen te ontmoeten en allerlei roadtrips te organiseren. Iedereen stond open voor contact. Tot slot was het iHouse ook gewoon erg gemakkelijk, want laten we eerlijk wezen, tijdens je exchange wil je niet te veel denken aan koken en andere huishoudelijke taken. Mocht je denken aan Berkeley en een onvergetelijke ervaring willen hebben, dan raad ik je zeker aan om in het iHouse te verblijven, ondanks dat het ook een aantal minpunten heeft (voornamelijk de prijs). Natuurlijk kan ik een hoop meer vertellen over alles wat ik heb gedaan in Berkeley en mijn reis daarna van de westkust naar de oostkust. Mocht je interesse hebben in een exchange naar Berkeley en wil je hier meer over weten, voel je vrij contact met mij op te nemen. Groeten!
Nieuwjaarsavond in San Francisco. Tom zit links op de onderste rij.
To studemn van Nord t e ManaIgnnovatino,n ement
Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.
Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl
8 | Student
22 januari 2015
Kracht/en/veld Zwemmen en waterpolo: Nayade
Facts and figures Opgericht in: 1961 Beste prestatie: NK 2014, 4x 100 vrij heren. Aantal leden: ongeveer 200, evenveel dames als heren. Doel: NSZK winnen en Nayadetoernooi waterpolo (26 juni 2015) groot maken. Bijzonderheid: Oudste studentenzwemvereniging van Nederland. Trainer bij zwemmen: naast Rolijn van Vught nog 4 anderen. Bij polo ook 4 trainers. Training: elke dag; zie www.nayade.nl/
Wat is er zo leuk aan Nayade? “Hier zwemmen mensen van echt álle niveaus. Sommigen kunnen nauwelijks zwemmen en anderen hebben Olympische aspiraties. Maar je doet wat je zelf wilt, hier zijn weinig verplichtingen”, zegt Fontysstudente Floor Rüwen, die sinds september lid is. Ze vindt de club ‘hecht, maar open’. “Er is meteen een warm welkom voor nieuwe leden en je wordt als vanzelfsprekend meegevraagd naar activiteiten.”
Welke activiteiten zijn er zoal? In januari was er uiteraard een nieuwjaarsborrel en bierpong, in februari houdt Nayade een bierproef. Het is echt niet dat er altijd bier bij komt kijken; Nayadianen spelen ook graag Stef Stuntpiloot in het Nayadehuis of doen een eetestafette op verschillende locaties bij de leden thuis. En oh ja, ze hadden laatst ook een wijnproef. En dat was best leerzaam, volgens bestuurslid Auke Koops, tweedejaars Medische Wetenschappen en Technologie (BMT).
Hoe gaat een training in zijn werk? Rolijn van Vught, alumna IE&IS, laat de zwemmers alles ín het bad doen, van warming up tot cooling down. De kern is vandaag de vlinderslag. Als poloster Ismay Cohen (student IE&IS) dat had geweten, had ze haar zwempakje meegenomen, want de vlinderslag is haar favoriet. Voor de trainster zelf is dat borstcrawl en schoolslag, Auke levert zijn beste prestaties op de 4x100 m estafette borstcrawl en Floors lievelingsslag is de schoolslag. Rond haar 16de had ze maar 34.62 sec nodig om daar vijftig meter (lange baan) mee vooruit te komen.
Wat moet je meemaken bij Nayade? Het vlaballen! Ismay verklapt de beste strategie voor dit spel waarbij je vla of yoghurt via waterpistolen op het lijf van een ander moet spuiten. “Zorg dat je in het yoghurtteam komt. Dan krijg je vla op je, en niet die zure stinkyoghurt.” Auke is het daar helemaal mee eens: “En het is nog veel lekkerder ook bij het aflikken”. Benieuwd? Dit evenement wordt jaarlijks georganiseerd op Hemelvaart bij de natuurplas ‘het gat van Waalre’.
Hoe zijn de banden met oud-leden? Oud-waterpoloërs zijn verenigd in Nayade Classic en dat heeft vijf teams en een eigen bestuur. Met nieuwjaarsborrels en constitutieborrels in Pepper, de stamkroeg op Stratumseind, ontmoeten huidige studentleden en de ‘oudjes’ elkaar. Daar hoorde Ismay dat het vroeger ‘heel normaal was dat de hele dames 2 een relatie had met de hele heren 1’. “Dat is nu helaas niet meer zo”, zegt ze, “op mijn eigen relatie na, haha.”
Hello... world?
Comic | Elles Raaijmakers Inkleuren | Minke Nijenhuis
Tekst | Norbine Schalij Foto’s | Bart van Overbeeke
Universiteitsberichten | 9
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
MENS Herdenkingsbijeenkomst Kees van Overveld Vlak voor de Kerst overleed Kees van Overveld na een korte ziekte. Kees kwam de universiteit binnen als student Natuurkunde in 1975 en verliet deze als medewerker van de sectie Filosofie & Ethiek (IEIS) eind 2014. Gedurende zijn loopbaan werkte hij bij vier faculteiten, en inspireerde hij heel veel mensen van over de hele TU/e. Daarom is er op dinsdag 27 januari een bijeenkomst waarin de TU/e-gemeenschap Kees gedenkt. Daarbij zullen mensen aan het woord komen die in verschillende perioden en gebieden met hem hebben samengewerkt, om te vertellen over Kees en de invloed die hij op hen heeft. De bijeenkomst vindt plaats in de Blauwe Zaal van het Auditorium, aanvang 17.00 uur, met aansluitend tot 19 uur een borrel in de Voorhof van de Senaatszaal. U bent van harte uitgenodigd om deel te nemen, en om deze uitnodiging door te geven aan collega’s die Kees gekend hebben.
Memorial meeting Kees van Overveld Just before Christmas, Kees van Overveld passed away after a brief illness. Kees entered the university in 1975 as a student of Physics, and left at the end of 2014 as a member of the Philosophy & Ethics group (IEIS). During his career he worked at four Departments, and inspired a lot of people from all over TU/e. On Tuesday January 27, a meeting to commemorate Kees will be held for the TU/e-community. In this meeting (conducted in Dutch), people who have worked with him in different periods and fields will speak about Kees and the influence he has on them. The meeting will take place in the Blauwe Zaal of the Auditorium. It starts at 17:00 hours, and will be followed by drinks in the Voorhof of the Senaatszaal till 19:00 hours. You are cordially invited to attend, and to pass on this invitation to colleagues that knew Kees. Tijn Borghuis Marloes van Lierop Anthonie Meijers
Tijn Borghuis Marloes van Lierop Anthonie Meijers
Graag wil ik iedereen bedanken voor het warme medeleven, de bloemen en kaarten die ik mocht ontvangen tijdens de ziekte en het overlijden van Kees. Dat was overweldigend en zeker een grote steun voor mij. Moge het jullie allen goed gaan. Lia Withagen
Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Promoties Donderdag 22 januari, 16:00 uur, CZ4: promotie M.P. Van MSc (ST) Promotoren: prof.dr. D.J. Broer en prof.dr. H.P. Urbach Titel proefschrift: “PolarizationSelective Optical Lithography” Donderdag 22 januari, 16:00 uur, CZ5: promotie N.Q. Tran MSc (EE) Promotor: prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Titel proefschrift: “Tuning modelbased controllers for autonomous maintenance” Maandag 26 januari, 14:00 uur, CZ4: promotie ir. B. Wessels (BMT) Promotor: prof.dr. K. Nicolay Titel proefschrift: “Mitochondrial function as a target for therapy in type 2 diabetes” Maandag 26 januari, 16:00 uur, CZ4: promotie A. Champion MSc (W) Promotor: prof.dr.ir. J.M.J. den Toonder Titel proefschrift: “Local effective volume changes in fused silica induced by femtosecond laser irradiation” Maandag 26 januari, 16:00 uur, CZ5: promotie I. Aladagli MSc (W) Promotor: prof.dr.ir. M. Steinbuch Titel proefschrift: “Advanced CVT Modeling and Control” Dinsdag 27 januari, 16:00 uur, CZ5: promotie M.F. Madalena Monsanto MSc (ST) Promotoren: prof.dr. J. Meuldijk en prof.dr.ir. M.C. Kroon Voorzitter: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: “Separation of Polyphenols from Aqueous Green and Black Tea” Woensdag 28 januari, 16:00 uur, CZ4: promotie Dipl.-Ing. C. Chai (BMT) Promotor: prof.dr.ir. F.P.T. Baaijens Titel proefschrift: “Biomechanical properties of atherosclerotic plaques”
UNIVERSITEITSBERICHTEN
Donderdag 29 januari, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. B.B. Mollet (BMT) Promotor: prof.dr. E.W. Meijer Titel proefschrift: “Supramolecular biomaterials based on ureidopyrimidinones Development of a synthetic basement membrane for a bioartificial kidney” Donderdag 29 januari, 16:00 uur, CZ5: promotie R. Scatamacchia MSc (TN) Promotoren: prof.dr. F. Toschi en prof. L. Biferale PhD Titel proefschrift: “Fluctuations in Hydrodynamics at Large and Small Scales”
DIVERSEN VSNU | Pensioen: wat ga jíj doen? informatiewebinar 10 februari Pensioen is onderhevig aan veranderingen. Iedereen die pensioen opbouwt, heeft individuele keuzes die de opbouw van zijn of haar pensioen beïnvloeden. Al lijkt voor veel mensen hun pensioen nog ver weg, deze keuzes zijn nu van belang. In het webinar ‘Pensioen: wat ga jíj doen?’ leggen experts deze keuzes en de veranderingen in de pensioenregeling uit. Een webinar is een online uitzending. Alle medewerkers van universiteiten kunnen de uitzending kostenloos volgen via het internet. Aanmelding gaat via http://live.easywebinar.eu/ 20150210_vsnu/.
Webinar: Pensioen: wat ga jíj doen? Datum: 10 februari 20:30 - 21:30 uur Locatie: vanuit huis, inloggen via internet Meer informatie: www.vsnu.nl/ nieuws/nieuwsbericht/ 183-pensioen-wat-ga-j-j-doen.html TUSExpo 2015 | Student discount TUSExpo is delighted to confirm the participation of the following speakers at TUSE Conference from 4-6 February 2015. David Bird, professor and editor of Journal of Unmanned Vehicle Systems, McGill University Dr. ir. Ard Nieuwenhuizen, senior systems engineer, Probotiq Francois Leroy, international business development, Liquid Robotics Professor Josef Noll, University of Oslo & Motivation Students receive a special conference discount of up to 65% Student rate one-day pass: 125 euro Student rate full three-day conference: 195 euro Registering for the exhibition is for free if you register before 27 January. If you are a student and pursuing a career in the Unmanned Systems industry you cannot miss this great opportunity to network and build relationships in the Unmanned Systems industry. Register today to benefit from the opportunity to gain insight on the latest developments and technologies and meet future employers. www.tusexpo.com
Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar universiteitsberichten@tue.nl.
Advertentie
Je hebt nu Cursor-magazine in je handen, maar wist je dat we ook online te vinden zijn? Op www.cursor.tue.nl vind je al het nieuws rondom de TU/e. Surf ook eens naar www.facebook.com/tuecursor en volg ons op www.twitter.com/tuecursor Wil jij jouw feest, lezing, symposium of andere activiteit gratis onder de aandacht brengen op www.tue.nl/agenda? Mail ons dan voor inloggegevens (cursor@tue.nl).
We zien je graag online terug! www.cursor.tue.nl
10 | Mens
En ik vind
22 januari 2015
Toename werkdruk baart wel degelijk meer zorgen
Voor het artikel over werkdruk en -stress in Cursor 8 worden bestuurders en management enerzijds en medewerkers op de werkvloer anderzijds geïnterviewd. Wat opvalt, is het grote verschil tussen deze twee werelden. Het management lijkt slecht te weten wat er met werknemers gebeurt en hoe verhoogde werkdruk in zijn werk gaat. Een van de genoemde oplossingen is 25 extra fte voor docenten. Dus niet voor het ondersteunend personeel van de faculteiten, terwijl die evenzeer last hebben van de hogere werkdruk. Diensten worden evenmin gecompenseerd, terwijl het ziekteverzuim daar twee keer zo hoog blijkt te zijn als bij de faculteiten, volgens bedrijfsarts Marjon van Woudenberg. Bij DPO constateert men nauwelijks een te hoge werkdruk, afgaande op het ziekteverzuim. Echter, dat is - nog - geen goede graadmeter. De loyaliteit en betrokkenheid van werknemers is dermate groot dat ze problemen zelf oplossen, bijvoorbeeld door werk mee naar huis te nemen. Een gegeven dat maatschappelijk werker Marijke van Lieshout ook constateert en dat aansluit bij wat ik regelmatig van leden en niet-leden hoor. De hoge werkdruk zou mede worden opgelost door verdere automatisering, maar Abvakabo FNV-leden vinden dat juist één van de belangrijke oorzaken voor de verhoogde werkdruk. En waar Eva Demerouti nog een escape heeft (“dan maar geen leuke cartoons bij mijn presentaties”), heeft het ondersteunend personeel en medewerkers van de diensten die ontsnappingsclausule niet. Als zij taken laten liggen, worden ze daar niet zelden op afgerekend door hun leidinggevende.
In memoriam
In november en december heb ik een peiling gehouden onder leden van Abvakabo FNV. Opvallend was dat één derde reageerde, wat vrij hoog is voor dit soort peilingen. Nog opvallender was dat driekwart van de leden die reageerden uitgebreid de moeite nam om oorzaken voor de verhoogde werkdruk aan te geven. Duidelijke koplopers waren de categorieën ‘Meer werk’ en ‘Meer werk met minder mensen’, vooral veroorzaakt door de grote toename van studenten en het Bachelor College. Daarna worden de categorieën ‘Toegenomen bureaucratie’ en ‘ICT-problemen (automatisering, OASE, Studyweb)’ als oorzaak aangewezen. Ongeveer de helft gaf aan dat er een cumulatie van oorzaken is. Het geldt dan voor combinaties van de volgende categorieën: de toegenomen bureaucratie, ICT-problemen, het Bachelor College en de Graduate School, de voortdurende druk om te vernieuwen (‘En wel onmiddellijk’) en de (heel) zakelijke managementopstelling. De hoge werkdruk lijkt een tijdbom: iemand wordt ziek, komt terug, wordt sneller ziek (de werkdruk blijft immers even hoog) en wordt vervolgens langdurig ziek. Daardoor wordt de druk op overgebleven werknemers groter, et cetera . Bedrijfsarts Van Woudenberg spreekt mijns inziens terecht haar angst uit: “Ik hoop maar dat dit niet het topje van de ijsberg is”. Dat hoop ik met haar, maar vertrouw er vooralsnog niet op. Gerard Verhoogt | vakbondsfunctionaris Abvakabo FNV
In memoriam
Onno Lange
Bart Drinkenburg
17 september 1986 - 14 januari 2015
4 januari 1940 - 9 januari 2015 Op 9 januari 2015 is overleden prof.em.dr.ir. A.A.H. (Bart) Drinkenburg.
Zoals elke normale dag wensten wij elkaar een fijne avond, wij zouden elkaar morgen weer zien. Wij zouden morgen aan het werk gaan, de puntjes op de ‘i’ zetten, echter, de morgen verliep anders. Je had je niet verslapen, je had de trein niet gemist, de NS reed op tijd. Je zou deze keer niet meer komen, nooit meer. We hebben nooit afscheid van je kunnen nemen, we hebben moeite met het grote gat dat je bij ons achterlaat. Onno, wij gaan je ontzettend missen. Je gevoel voor humor, je onhandigheden, je warme maaltijden ’s middags. Je felle tegenstand tegen clichés en onlogische dingen in de wereld. Onno, wat hebben wij een waardering voor jouw doorzettingsvermogen, je perfectionisme… op een goede manier, je vermogen om zaken tot in de puntjes te regelen. Onno als mens was bijzonder gedreven, had veel hobby’s en onderhield contacten met zijn naasten. Hij was dol op zijn vriendin, ouders en broertjes. Onno leefde intens. Hij had dit door zijn leverziekte en glutenallergie geleerd. Wat hebben wij een respect voor jouw levensvisie! Hier kan eenieder van leren… Onno, wie was jij als student? Je was buitengewoon gemotiveerd, je was van alle markten thuis, je was kritisch op eigen werk, je was een natuurlijk leider. Je had een duidelijk doel voor ogen, je had een duidelijke mening, je had voor iedereen tijd en was altijd bereid te helpen. Onno kwam naar de TU/e om te laten zien dat hij getalenteerd was, hij wilde erkenning in de vorm van een diploma. Met iedereen kon je praten, een vriend van alleman. Biomimicry (het zoeken van inspiratie voor oplossingen van technische problemen in natuurlijke fenomenen, organismen, ritmes) hoorden wij je vaak over. Je kon hier in een paar dagen een boek over lezen en dit was de gedrevenheid die je kenmerkt. Niet alleen binnen onze groep, maar in de meeste groepen was je vaak een natuurlijk leider. Je beschikte over een zeldzame eigenschap: het helikopterperspectief. Je was in staat met alles bezig te zijn, maar het overzicht nooit te verliezen. Dit helikopter perspectief maakte jou: een dromer en een realist, je kon zaken abstract zien en maken en je was in staat onvolkomenheden vroegtijdig te signaleren, pareren of op te lossen. Onno was vaak het aanspreekpunt van de groep, naar stakeholders, docenten en medestudenten. Dit maakte jou ook degene die alles regelde. Dit laatste vond je niet altijd even leuk, maar toch deed je het. Dit was Onno als mens, een vaderfiguur, iemand die tot de laatste momenten van zijn te korte bestaan ervoor heeft gezorgd dat alles in orde was omtrent het Begin Colloquium. Je was meer dan een afstudeerpartner, jij was onze vader en… bovenal goede vriend. Geen dag zal hetzelfde zijn zonder jou aan onze zijde. Maar vooral voor jou zullen we verdergaan en het diploma behalen. We gaan je enorm missen, maar nooit, nooit vergeten! Yoni de Boer, Martijn Mijer, Michiel Lambriex namens de faculteit Bouwkunde
Professor Drinkenburg is in 1964 als scheikundig ingenieur afgestudeerd aan de toenmalige Technische Hogeschool Eindhoven en is in 1970 eveneens bij de TH Eindhoven gepromoveerd in de Fysische Technologie bij prof.dr. K. Rietema. Na zijn promotie volgde een Shell Visiting Professorship van één jaar aan het University College in Londen. Daarna trad Bart Drinkenburg in dienst van de Rijksuniversiteit te Groningen waar hij bij de vakgroep Technische Scheikunde werd benoemd tot wetenschappelijk hoofdmedewerker en kort daarna tot hoogleraar Fysische Technologie. In 1985 stapte Bart over naar DSM in Geleen waar hij hoofd werd van de Sector Procestechnologie en later directeur Corporate Technology. Begin 1996 keerde Bart in deeltijd terug naar de TU/e als hoogleraar Procestechnologie bij de Faculteit Scheikundige Technologie. In 2005 ging hij met emeritaat. Professor Drinkenburg is van grote betekenis geweest voor de ontwikkeling van het vakgebied van de procestechnologie in brede zin. Hij was een briljant onderzoeker en was wereldwijd bekend en gerespecteerd. Bart verliet conventionele denkpatronen en kwam met bijzondere oplossingen voor onderzoeksvragen in de volle breedte van de procestechnologie: van transportverschijnselen tot apparaatkunde. Theorievorming was zijn sterkte, met name op het gebied van stoftransport in wervelbedreactoren en trickle bed reactoren. Bart wist tevens als geen ander fundamentele kennis te vertalen naar praktische oplossingen. Hij was hierin bijzonder creatief. Zijn grote kwaliteiten waren eveneens van groot belang voor de ontwerpersopleiding Process and Product Design van het Stan Ackermans Instituut, waarvan Bart vanaf midden 1999 tot aan zijn emeritaat wetenschappelijk directeur was. Professor Drinkenburg was een voortreffelijk docent. Hij was de leermeester voor vele ingenieurs en was voor een groot aantal gepromoveerden in de volle breedte van de procestechnologie de eerste promotor. Zeer kenmerkend was zijn enthousiasme voor onderwijs. Hij wist zijn grote liefde voor het ingenieursvak op zijn karakteristieke wijze over te brengen op zijn studenten waarmee hij een uitstekende band had. Hij wist zijn medewerkers en studenten tot prestaties te brengen waarvan betrokkenen zelf niet dachten dat ze daartoe in staat waren. De faculteit Scheikundige Technologie van de Technische Universiteit Eindhoven gedenken professor Drinkenburg met grote dankbaarheid voor zijn bijzondere bijdrage aan de vorming van haar studenten, ontwerpers en promovendi. Prof.dr.ir. J.C. Schouten, decaan Faculteit Scheikundige Technologie Prof.dr. J. Meuldijk, wetenschappelijk Directeur Ontwerpersopleiding Process and Product Design
Mens & Mening | 11
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
TUssen de oren
Psychologen in het wild
In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het weten schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology.
Illustratie | Sandor Paulus
Bij psychologie denken veel mensen direct aan klinisch psychologen - diep peinzende types met pijp in de mond en een blocnootje op schoot, die een cliënt uitgebreid uithoren over de jeugd of een recente, bij voorkeur pikante, droom. Natuurlijk in een werkkamer met sofa. Denk Sigmund Freud. Aan de andere kant van het spectrum heb je de enigszins wereldvreemde, licht verstrooid ogende onderzoeker met wilde haardos en witte jas, die in zijn goed verscholen en slecht verlichte lab ratten door doolhofjes jaagt. En dan heb je natuurlijk nog de psychologen die aan de TU/e werken. Op welk deel van dit spectrum moeten we deze technofiele gedragswetenschappers plaatsen? Welk beeld past het beste bij ons? Het laboratorium is ons zeker niet vreemd. Maar in plaats van ratten en doolhoven gebruiken we tegenwoordig proefpersonen en virtual reality. Het laboratorium stelt ons in staat om alles tot in de puntjes te controleren, te manipuleren en te meten. Ideaal, zou je zeggen. Maar mensen gedragen zich in een lab helaas ook idealer dan daarbuiten. Beleefder, welwillender, braver. Men doet het taakje waarvoor men is uitgenodigd, volgt de instructies, drukt de juiste knoppen in, denkt mee, zegt wat nodig is, en zet vinkjes op vragenlijsten. En de vraag rijst dan of, en in hoeverre, gedrag in het lab iets zegt over die vaak rommelige, soms onbeleefde,
UR-podium Reflecteren, samenwerken en omgaan met wetenschappelijke informatie, zomaar een greep uit de professionele vaardigheden die drie jaar geleden zijn geïntroduceerd bij de invoering van het Bachelor College. De ingenieur van de toekomst zal deze vaardig heden hard nodig hebben in zijn/ haar toekomstige carrière. Daarom is het een goede zaak dat deze vaardigheden onderdeel van het studieprogramma zijn geworden. Toch zijn studenten wat minder
Psychologen trekken erop uit
meestal onvoorspelbare, en altijd complexe wereld daarbuiten.
Bovendien is de technologie zelf ook niet meer geïsoleerd te bestuderen. Of we het nu hebben over adaptieve straatverlichting, slimme auto’s, ambient gaming, mobiele location-based apps, of online sociale netwerken - de mens-techniek interacties waarin we geïnteresseerd zijn, worden pas werkelijk interessant wanneer ze door veel mensen over een langere periode worden gebruikt, genetwerkt en gepersonaliseerd zijn, en plaatsvinden binnen de eigen sociale en fysieke context. En dus trekken psychologen er op uit, om mens en technologie in het wild te bestuderen. Zo arriveren we bij de living labs, bijvoorbeeld op Stratumseind, inclusief sensoren en camera’s. De jeugdherinneringen en pikante anekdotes vliegen je ongevraagd om de oren. Het blocnootje heeft plaatsgemaakt voor een smartphone of iPad, maar je kunt ons nog steeds herkennen aan de wilde haardos en de licht verstrooide blik.
Wijnand IJsselsteijn | hoogleraar Cognition and Affect in Human-Technology Interaction
‘Professionele’ vaardigheden
enthousiast; zij zien het zelfs af en toe als zonde van hun tijd.
van een technische universiteit niet helemaal serieus genomen.
Wanneer ons, studenten, deze vaardigheden op een inspirerende manier bijgebracht zou worden, zouden we deze waarderen en gemotiveerd zijn. Als de universi teit ons vraagt om onze kennis op het gebied van wetenschappelijke bronnen te verruimen door een voorgekauwde vragenlijst in te vullen over het gebruik van Scopus en Focus dan voel je je als student
Er zijn uiteraard professionele, vaardigheidstrainingen die wel effectief zijn, maar helaas is dit niet het enige voorbeeld van een training die te wensen over laat. Het is zelfs zo, dat je als student vaak pas echt begeleiding krijgt als je de training in eerste instantie met een onvoldoende afrondt. Dit zorgt voor middelmaat en kan nooit de bedoeling zijn. Als je als
universiteit wilt dat studenten professionele vaardigheden opdoen, moet je wat ons betreft beginnen bij het professiona liseren van de trainingen zelf. De verbetering hiervan staat bij de Eindhovense Studenten Raad dan ook hoog op het programma voor de komende tijd. Wij zijn ervan overtuigd dat onze universiteit ook hierin in de toekomst zal kunnen uitblinken.
Eric Vroon, Eindhovens e Studente
nraad
12 | Student
22 januari 2015
Studeren op een kluitje Het is weer tentamentijd, dus nog drukker dan normaal in MetaForum. Dat betekent zoeken naar een plekje en irritaties over hbo’ers die de schaarse plekken bezet houden - al blijkt uit onderzoek dat het met het aantal buitenstaanders wel meevalt. Daarnaast is de verwachting dat de extra studieplekken in Flux met ingang van de volgende tentamenperiode de druk van de ketel zullen halen. De laatste keer behelpen? Het is druk in de Nederlandse universiteitsbibliotheken. In sommige gevallen té druk. Zo gingen begin vorig jaar de deuren van de Utrechtse UB tijdelijk op slot omdat de bibliotheek overvol zat. De Groningse universiteitsbibliotheek laat met ingang van deze maand alleen nog eigen studenten toe tijdens tentamenweken. Ook aan de TU/e wordt de drukte gevoeld. “Vooral vlak voor en tijdens de tentamens”, aldus Wouter Ligtenberg (student Computer Science & Engineering), die dagelijks in de bibliotheek van MetaForum zit. “En nu het Hoofd gebouw dicht is, is het nog drukker dan normaal.” Annabel Romijn (derdejaars Technische Natuurkunde) heeft het zelfs opgegeven tijdens tentamenweken naar MetaForum te gaan. “Na 10.00 uur is het bijna onmogelijk nog een plekje te vinden. Bovendien trekt niet iedereen zich iets aan van de spandoeken die aanmanen tot stilte.” Romijn kiest er daarom voor thuis te studeren. “Daar heb ik geen last van gepraat en mensen die langslopen op zoek naar een plekje.” De zoektocht naar een plekje is niet de enige ergernis van TU/estudenten. De aanwezigheid van hogeschoolstudenten -volgens TU/e’ers te herkennen aan hun laptops en studieboeken- vormt een goede tweede. ‘Meisje hier belt niet alleen hardop in de UB/ MetaForum, ze komt ook van Fontys. Toegangspoortjes?’, tweet Rogier Beckers (vierdejaars Technische Innovatiewetenschappen) in aanloop naar de huidige tentamenperiode. Ook Frank Tijdink (derdejaars Technische Bedrijfskunde)
noemt de hbo’ers een ‘bron van irritatie’, vooral omdat het er naar zijn idee zoveel zijn. “Laatst zat ik op vloer 1 en toen zaten er zeker vijf Fontysstudenten naast mij.” Romijn stoort zich minder aan de aanwezigheid van hbo’ers. “Maar ik vind het wel jammer dat ze studieplekken bezetten die op momenten zoals nu hard nodig zijn.” De overbezetting tijdens tentamenweken is ook de betrokken diensten niet ontgaan. “We weten dat het druk is. Hoe meer studenten, hoe drukker”, aldus Marga Bastiaans, coördinator frontoffice bij het Informatie Expertise Centrum, dat dagelijks 2.500 bezoekers telt in de onderbouw van MetaForum. Vandaar dat het IEC, in samenwerking met Dienst Interne Zaken, sinds maart vorig jaar tijdens tentamenperiodes maatregelen neemt om de bijbehorende geluidsoverlast, rommel en vieze wc’s aan te pakken. Volgens Johan Lauwers, operationeel beheerder van MetaForum, zijn vooral de spandoeken die tot stilte manen goed aangeslagen. “Als het rumoerig is, hoeven bibliotheekmedewerkers alleen nog maar op de banners te wijzen.” Minder succesvol is de openstelling van niet gebruikte collegezalen. “Het is niet zo dat ze helemaal niet gebruikt worden, maar studenten liggen er zeker niet voor de deur”, zegt Lauwers. Hij vermoedt dat dit deels komt doordat dat de zalen, vanwege hun onregelmatige beschikbaarheid, voor veel studenten lastig te vinden zijn. “Daarnaast denk ik dat ze gewoon niet zo nodig zijn.” Ook Bastiaans relativeert: “Het zit inderdaad vol, maar het komt zelden voor dat mensen naar de
balie komen om te zeggen dat ze geen plekje kunnen vinden.”
“Flux moet de drukte op natuurlijke manier stabiliseren” “We hebben het er in het verleden wel over gehad; wat als het nu écht te klein gaat worden?”, aldus Mirjam Jahnke, “maar we wisten dat Flux eraan kwam.” Het afdelings hoofd Safety & Security en Locatiemanagement gaat ervan uit dat het nieuwe gebouw van de faculteiten Technische Natuurkunde en Electrical Engineering de druk van de ketel zal nemen in MetaForum. Jahnke: “Alle collegezalen en onderwijsruimtes in Flux zijn flexibel in te richten. Het gaat om bijna duizend extra studieplekken in totaal, evenveel als in de bibliotheek. Tijdens tentamenweken is het gebouw ook in het weekend open.” Jahnke verwacht dat niet alleen veel faculteitsstudenten, maar ook studenten uit aangrenzende gebouwen zoals Gemini, in de toekomst Flux opzoeken in plaats van MetaForum. “We hopen dat de drukte zich zo op een natuurlijke manier stabiliseert. We pakken het liever zo aan, dan te pushen.” Met dit laatste doelt Jahnke op de roep om toegangspoortjes en het weren van niet-TU/e’ers. “We zijn een semi-openbare instelling dus het weigeren van externe gebruikers is nooit een optie geweest.” Daarnaast is de vraag of het nodig is. Uit wifi-metingen door Dienst ICT
blijkt namelijk dat het aantal externe gebruikers in MetaForum relatief gezien meevalt. Terwijl steekproeven in de Groningse en Utrechtse UB uitwezen dat respectievelijk een vijfde en een kwart van de bezoekers van een andere instelling afkomstig is, ligt dit aantal in Eindhoven op acht tot negen procent tijdens tentamenweken. Daar zitten weliswaar pieken bij van ruim twintig procent, maar die vallen uitsluitend in het weekend, als de bibliotheken van de hogescholen dicht zijn. “En de bezetting in MetaForum sowieso lager is”, aldus Jahnke. Buiten tentamenweken ligt het gemiddelde op vijf procent. Daarvan is zo’n negentig procent afkomstig van Fontys Hogescholen.
“Het gevoel bleek groter te zijn dan de realiteit” Deze bevindingen komen overeen met die van Groep-één. De studenten fractie hield vorig jaar een eigen inventarisatie door gebruikers van MetaForum tijdens de tentamenweken steekproefsgewijs naar hun collegekaart te vragen. Ook hier kwam een percentage van zo’n tien procent niet-TU/e’ers uit. “Het gevoel bleek groter te zijn dan de realiteit”, zegt fractievoorzitter Mark Fronen. Daarnaast constateerde de fractie dat de standaard werkplekken weliswaar vaak bezet waren, maar dat de opengestelde collegezalen lang niet vol zaten. Fronen: “Studenten komen elk jaar weer met dit soort klachten naar ons toe. Het is een standaard
riedeltje. We blijven het in de gaten houden, maar zolang de situatie niet verandert, ondernemen we geen verdere actie.” Dat geldt ook voor de collega’s van de Eindhovense Studentenraad. “MetaForum is een ontmoetingsplek waar allerlei studenten samenkomen om te studeren. Dat moet ook zo blijven,” aldus secretaris Eefke Winkelmolen. “Tijdens tentamenweken lijkt het vol, maar als je op zoek gaat naar een plekje staat er binnen vijf minuten altijd wel iemand op.” Niet iedereen heeft deze ervaring. “Ik heb niet eens meer geprobeerd een plekje te vinden in de bieb”, vertelt Marc Baaijens (premaster OML), die in een vrijwel lege collegezaal op vloer 0 van MetaForum zit te studeren. “Ik had hier ‘s ochtends college en zag toevallig dat de zaal na afloop vrij bleef. Het is hier in ieder geval lekker rustig.” Desondanks vindt de student het niet ideaal dat hij naar een collegezaal moet uitwijken. Is Flux dan een optie? Baaijens: “Als het dezelfde faciliteiten heeft als MetaForum én zo rustig is als hier, zeker.” Ook Romijn is van plan in het vervolg gebruik te maken van Flux. “Maar ik hoop wel dat er genoeg plaats blijft voor alle studenten van TN en EE; negen honderd nieuwe studieplekken zouden andere studenten ook wel eens als muziek in de oren kunnen klinken.”
Tekst | Freke Sens Foto | Vincent van den Hoogen
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Student | 13
14 | Uitgelicht
22 januari 2015
Open access: Tekst | Tom Jeltes Illustratie | Marc Weikamp Er lijkt geen speld tussen te krijgen: resultaten van uit publieke middelen gefinancierd onderzoek zouden vrij toegankelijk moeten zijn voor de belastingbetaler. Weg dus met de peperdure abonnementen voor wetenschappelijke tijdschriften: open access is de toekomst. En wel de nabije toekomst, als het aan de Nederlandse overheid ligt. Maakt Nederland een glorieuze comeback als internationaal gidsland, of lopen we te hard van stapel en schieten we ons in eigen voet? Cursor zet de feiten op een rijtje en maakte een rondje langs de faculteiten om de meningen van wetenschappers te peilen. Even leek het erop dat medewerkers van de Nederlandse universiteiten vanaf dit jaar geen toegang meer zouden hebben tot duizenden tijdschriften van uitgever Elsevier, waaronder gerenommeerde titels als The Lancet en Cell. Begin november werden namelijk de onderhandelingen afgebroken tussen Elsevier en de VSNU over de abonnementen van de universiteitsbibliotheken. Volgens de VSNU ging de uitgeverij ‘op geen enkele manier in op de noodzakelijke verandering [rond open access]’. Pas half december kwam er weer beweging in de onderhandelingen met Elsevier, waarna besloten werd het oude contract in 2015 door te
laten lopen. In de tussentijd kwam de VSNU wel tot een akkoord met Springer, een andere grote wetenschappelijke uitgever. Deze overeenkomst houdt in dat ‘artikelen van aan een VSNU- of NFU-instelling (de academische ziekenhuizen, red.) verbonden (‘corresponding’) auteurs in open access gepubliceerd zullen worden zonder kosten voor de auteur’. Dit geldt overigens slechts alleen voor Springers hybride tijdschriften - voor de bladen die al volledig open access zijn, moeten de auteurs gewoon blijven betalen. Voorlopig hebben de moeizaam verlopende onderhandelingen tussen universiteiten en uitgevers
Open access-symposium Op dinsdag 10 maart vindt op de TU/e een symposium plaats rond het thema open access, georganiseerd door het Informatie Expertise Centrum. Het programma bevat behalve workshops een debat met NWO-voorzitter Jos Engelen, universiteitshoogleraar Anthonie Meijers en vertegenwoordigers van uitgeverij Springer, tijdschrift PLOS ONE en de wetenschapsvakbond VAWO. www.tue.nl/openaccess
Open access: groen en goud Open access publiceren kan grofweg op twee manieren: gold en green. Bij de gouden variant betaalt de auteur een bedrag aan de uitgever om een artikel zonder abonnementskosten beschikbaar te maken. Sommige tijdschriften - zoals PLOS ONE en Nature Communications zijn volledig open access, andere tijdschriften hanteren een hybride model waarin per artikel wordt bepaald of het vrij toegankelijk is. De publicatiekosten kunnen eventueel in een keer worden afgekocht door bijvoorbeeld de VSNU als onderdeel van Big Deals met de uitgevers. Bij de groene optie krijgt de auteur toestemming om de laatste auteursversie (wel peer reviewed, maar niet opgemaakt door de uitgever) zelf online te zetten in een openbare database, bijvoorbeeld in het Repository van de TU/e. Minder dan de helft van de uitgevers staat dit echter toe. De rest verbiedt publicatie van de finale auteursversie, of hanteert een embargoperiode die kan oplopen tot vier jaar. Terwijl wetenschappers uit arme landen nu de hoge abonnementskosten deels kunnen omzeilen door direct de auteurs van voor hen relevante artikelen te benaderen, lijkt een wereld waarin iedereen moet betalen om te publiceren minder gunstig voor de wetenschap in ontwikkelingslanden. Een mogelijke oplossing is onderzoekers uit arme landen vrij te stellen van deze kosten. Op initiatief van de Wereldgezondheidsorganisatie zijn er nu al speciale regelingen voor ontwikkelingslanden onder de noemer HINARI. Wetenschappers uit de meer dan honderd HINARI-landen mogen nu al gratis publiceren in onder meer Nature Communications.
dus nog geen tastbare gevolgen voor onderzoekers en studenten. De vraag is echter of dat zo blijft. Het valt niet uit te sluiten dat Elsevier haar poot stijf houdt en het (tijdelijk) verlies van de Nederlandse clientèle voor lief neemt - het wereldwijde marktaandeel van de Nederlandse wetenschap is immers slechts zo’n twee procent. Anderzijds meldde NRC eerder deze maand dat de universiteiten een plan klaar hebben liggen voor een totale boycot van Elsevier, met alle gevolgen voor met name de medische wetenschap in Nederland van dien. Nog afgezien van de gevolgen van stuklopende onderhandelingen met uitgevers, kunnen de plannen van NWO ertoe leiden dat in ons land werkzame wetenschappers niet langer mogen publiceren in het tijdschrift van hun keuze. Nature Publishing Group, bijvoorbeeld, hanteert voor alle Nature-titels een embargoperiode van zes maanden voordat de laatste auteursversie van een door hen gepubliceerd artikel mag worden vrijgegeven. Uitzondering is Nature Communi cations, dat nu volledig open access is. Daar staat tegenover dat het maar liefst 3.700 euro kost om in dit tijdschrift te publiceren.
“Nederland moet zijn hand niet overspelen” Nederland speelt hoog spel, vindt Paul De Bra, hoogleraar Informatiesystemen aan de faculteit Wiskunde & Informatica. “Open access is op zich een schitterend principe, maar je moet je hand niet overspelen. Nederland doet zich vaak wat belangrijker voor dan het is.” De plannen van NWO kunnen ertoe leiden dat Nederland minder aantrekkelijk wordt voor promovendi en postdoc-onderzoekers, denkt de informaticus. “Als je in die fase van je carrière niet in de juiste tijdschriften kunt publiceren, kun je de rest van je loopbaan wel vergeten. Dat is fnuikend.” Volgens De Bra moet verandering komen van de internationale beroepsorganisaties, en niet van een nationale overheid. “In de wiskunde is dat met succes gedaan. Die waren bepaalde uitgevers
spuugzat en hebben zelf een open access-tijdschrift opgezet om een commercieel tijdschrift te vervangen.” Zonder brede steun binnen het relevante vakgebied is dat een onbegonnen zaak: nieuwe tijdschriften hebben logischerwijs nog geen impactfactor, waardoor aan publicaties in een dergelijk tijdschrift in eerste instantie weinig gewicht wordt toegekend. Nederland is overigens niet het enige land waar open access gestimuleerd wordt. De Britse Wellcome Trust, een organisatie die voornamelijk medisch onderzoek financiert, verlangt ook dat onderzoeksresultaten vrij toegankelijk worden gemaakt. En sinds kort is dat ook voor met Europees geld gefinancierd onderzoek verplicht. Het grote verschil met de plannen van NWO is wel dat de Europese Unie akkoord gaat met een embargotermijn van zes maanden - waarmee dus bijvoorbeeld publiceren in Nature geen probleem is. En dat is nodig om op het hoogste niveau mee te kunnen spelen, vindt ook Henk Swagten, hoogleraar bij Physics of Nanostructures. “Nature is een belangrijke speler. Onderzoekers in mijn vakgebied zullen geen stapje lager willen gaan. En Natures worden juist gescoord met NWO-geld, zoals met Vidi en Vici-subsidies. De plannen van NWO baren mij dus wel zorgen. Elseviertijdschriften hebben in het algemeen een lagere impact, maar daar staat tegenover dat ze ook conferentiebijdragen uitgeven. Het zou dus wel lastig worden als we daar niet meer in kunnen publiceren. Wij zetten overigens ook al onze artikelen op arXiv.org, maar dan zijn ze nog niet gerefereed.” Maaike Kroon is hoogleraar Scheidingstechnologie aan de TU/e en lid van De Jonge Akademie. Vanuit de scheikundige hoek voorziet zij dat de minder aangeschreven tijdschriften in de problemen zullen komen als ze niet overgaan op open access. “De allerbeste papers zullen nog steeds worden ingestuurd naar de traditionele toptijdschriften, zoals Science, Nature en Angewandte Chemie, en verder zullen meer artikelen worden ingediend bij de lager rankende gold standard open access journals. Een probleem is
nog dat gerenommeerde journals hoge fees vragen om open access te publiceren en de financiering daarvoor niet kan worden opgenomen in onderzoeksvoorstellen.”
“Moeten betalen om waardevolle kennis te publiceren voelt raar” De nadruk op open access heeft tot gevolg dat nieuwe open accesstijdschriften als paddenstoelen uit de grond schieten, merkt ook Ton Koonen. “Er is meer kwantiteit dan kwaliteit”, vindt de hoogleraar van Electro-Optical Commumications. “Al die artikelen moeten beoordeeld worden. Je merkt dat het steeds moeilijker wordt om reviewers te vinden. Mijn eigen mailbox puilt uit met verzoeken om artikelen te beoordelen. Zelf publiceren wij vooral veel in tijdschriften van IEEE (de beroeps organisatie voor electrical engineers, red.). Die zijn niet open access, en je betaalt ook per gepubliceerde pagina, maar ze hebben geen winstoogmerk.” De vice-decaan van de faculteit Electrical Engineering typeert de situatie als een spagaat. “Natuurlijk heeft de belastingbetaler het recht om de resultaten te zien. Maar mijn indruk is ook dat er een verwatering van het systeem ontstaat door alle nieuwe tijdschriften. En ik vrees dat de balans dan naar het negatieve doorslaat. Het voelt overigens ook raar, dat je moet betalen om waardevolle kennis te mogen publiceren. Je krijgt het gevoel dat je mensen kennis aan het opdringen bent.”
Uitgelicht | 15
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
vloek of zegen? “Open access is gewoon een commercieel verdienmodel” Henny Romijn is universitair hoofddocent Technology and Development aan de faculteit IE&IS. De ontwikkelingseconome vertelt over haar persoonlijke ervaring met open access.
soms een jaar. Wekelijks kreeg ik mails; dat was me wat te veel. Bij ons bij Innovation Sciences is onderzoek toch iets voor een vrijdagachternamiddag - onderwijs is onze hoofdtaak.
“Ik heb tot dusverre één keer open access gepubliceerd. Het ging om een project waarbij ik betrokken was als adviseur van AgentschapNL, dat de publication fee van duizend euro betaalde voor een special issue van het blad Sustainability. Het ging over jatropha, een woestijnplant waarvan ze destijds dachten dat je commercieel olie kon winnen uit de zaden. Dat bleek overigens niet het geval te zijn. Dan kom je erachter dat open access natuurlijk gewoon een commercieel verdienmodel is. Je wordt bijvoorbeeld voortdurend achter je broek aangezeten of je al een nieuwe versie hebt geschreven, terwijl dat bij reguliere tijdschriften soms maanden duurt. Binnen drie weken kreeg ik de refereerapporten, bij reguliere tijdschriften duurt dat
Wat later werd ik weer benaderd; voor een nieuwe special issue. Blijkbaar was onze bijdrage goed bevallen, want nu mocht ik gratis publiceren. Ik had een promovenda die op het bewuste onderwerp (educatie in India) cum laude was afgestudeerd. Dus ik stelde voor dat zij een stuk zou bijdragen. Dat zou ze alleen schrijven, zonder de hoogleraar die haar destijds had begeleid, maar dat wilde het tijdschrift niet. Toen begon ik pas echt na te denken; ze wilden gewoon een paar goede artikelen voor hun reputatie - het is een redelijk nieuw tijdschrift. Dat soort koehandel vind ik verwerpelijk. Het zou moeten gaan om de kwaliteit van de publicatie zonder aanzien des persoons. Er is ook een wildgroei aan aparte open access-tijdschriften, zodanig
zelfs dat zelfs het Informatie Expertise Centrum een lijst heeft gemaakt waarin je kunt opzoeken of het wel bonafide vakbladen zijn die je benaderen. Maar ik krijg dagelijks verzoeken om te publiceren in tijdschriften. Veel is gewoon spam. Open access wordt veel gepromoot, ook door ons College van Bestuur en het IEC. Maar deze manier van publiceren heeft ook significante nadelen. Wij publiceren bijvoorbeeld regelmatig zonder externe financiering. Het zou jammer zijn als we uit geldgebrek gedwongen zouden worden om in een minder aangeschreven tijdschrift te publiceren omdat dat minder geld vraagt. Wat dat betreft is de overeenkomst met Springer, waarin de universiteit een totaalbedrag overeenkomt en onderzoekers niet meer per artikel hoeven betalen, een betere optie. Aan de andere kant ben je dan nog steeds beperkt tot bepaalde uitgevers. Dat probleem verdwijnt pas als alle uitgevers hier in mee gaan.”
Nooit meer Nature of Science? Als NWO haar voornemen doorzet om onderzoekers te verplichten om direct open access te publiceren, dan zou dat in de huidige situatie betekenen dat een belangrijk deel van de toptijdschriften, waaronder de hoogst aangeschreven titels Nature en Science, verboden terrein worden voor wetenschappers met een NWO-subsidie. Bij NWO zijn ze zich bewust van de potentiële consequenties van het voorgestelde beleid, zo laat de afdeling persvoorlichting van de wetenschapsfinancier desgevraagd weten. “Dat is een aandachtspunt voor de hele
wetenschapswereld. NWO zal het goed meenemen in de verdere uitwerking van haar aange scherpte beleid. Dat gebeurt vanzelfsprekend ook in overleg met andere betrokken partijen, zoals de universiteiten en universiteitsbibliotheken.” Nature Publishing Group (NPG) verzorgt een aantal van de hoogst aangeschreven tijdschriften waarmee de nieuwe NWO-regels zouden botsen. Communications manager Amy Bourke laat weten dat NPG de details van de Nederlandse plannen wil afwachten voordat ze commentaar kan geven.
Wel geeft ze aan dat NPG het afgelopen decennium veel aandacht heeft gehad voor open access. “Van de bijna honderd titels onder onze hoede, hebben er 64 de optie tot gold open access, en Nature Communications is volledig open access.” Het embargo van zes maanden voor de overige publicaties noemt ze “liberal”. Binnenkort kunnen wetenschappers overigens eenvoudig en legaal een link naar hun Nature-artikel doorsturen naar geïnteresseerde buitenstaanders, die het bewuste artikel dan - zonder abonnement - op de site van het tijdschrift kunnen lezen.
16 | Onderzoek
22 januari 2015
Eiwitsensor voor een betere wereld Deze week is het Zwitserse Davos weer toneel van het World Economic Forum. Zo’n tweeënhalfduizend prominenten uit het bedrijfsleven, politici, vertegenwoordigers van NGO’s en intellectuelen ontmoeten elkaar in de wintersportplaats om - onder toeziend oog van de internationale pers - de toekomst van de wereld te bespreken. Op uitnodiging van de European Research Council (ERC) mag TU/e’er Maarten Merkx zijn inzichten delen over de rol die de synthetische biologie kan spelen in de 21ste eeuw.
“De ERC is partner van het World Economic Forum”, vertelt Maarten Merkx, universitair hoofddocent bij Biomedische Technologie. “Ze organiseren in Davos een discussiebijeenkomst over synthetische biologie en hebben daarvoor een aantal wetenschappers uitgenodigd die in het verleden Europese subsidies hebben ontvangen voor hun werk op dit gebied. Ik mag daar met drie andere onderzoekers een voordracht geven en plaatsnemen in een panel.” Zelf kreeg Merkx in 2011 een ERC Starting Grant en haalde hij begin vorig jaar bij de ERC ook een Proof of Concept Grant binnen: een subsidie waarmee hij nu de mogelijkheden onderzoekt om een nieuwe test voor infectieziekten op de markt te brengen. Dat laatste project sluit goed aan bij het doel van de bijeenkomst in Davos, legt Merkx uit. Het gaat om zogeheten point of care-diagnostiek, waarbij aan de hand van een druppel bloed direct ter plekke kan worden vastgesteld of een patiënt griep heeft, malaria, of wellicht knokkelkoorts. “Ontwikkelingsproblematiek is in Davos een belangrijk thema. En wij verwachten dat onze test zo goedkoop en eenvoudig gemaakt kan worden dat hij bij uitstek geschikt is voor de derde wereld.” Het diagnosticeren van infectieziektes is op zich “een opgelost probleem”, aldus Merkx. “In Nederland stuur je gewoon een buisje met bloed naar een laboratorium en heb je een paar dagen later de uitslag”. Maar in bijvoorbeeld Afrika ligt dat anders. Dergelijke testapparatuur is voor de derde wereld onbetaalbaar en dus niet of nauwelijks voorhanden.
De infectieziekte wordt aangetoond door het verkleuren van een strookje papier
Maarten Merkx
Merkx en zijn collega’s ontwikkelen nu een zogeheten eiwitsensor die antilichamen in bloed (en daardoor indirect de aanwezigheid van een bacterie of virus) letterlijk zichtbaar
kan maken via het verkleuren van een strookje papier. “Het is te vergelijken met het bekende pH-papier waarmee je de zuurgraad van een vloeistof kunt vaststellen. In dat opzicht zou je het 19deeeuwse technologie kunnen noemen.” Die technologie is wezenlijk anders dan de zogeheten lab-on-a-chip waarmee mensen nu al thuis hun bloedsuiker kunnen testen en vrouwen kunnen zien of ze zwanger zijn, zegt Merkx. “In die tests zijn de apparaten uit laboratoria zodanig geminiaturiseerd dat ze op een chip passen; het gaat om dezelfde processen als in het lab, maar dan veel kleiner. Onze methode is fundamenteel anders; wij proberen het hele diagnostische proces te laten uitvoeren door één eiwit, dat niet alleen het antilichaam herkent, maar ook direct een signaal afgeeft dat we kunnen uitlezen.” En dat brengt ons bij de synthetische biologie, in het bijzonder het vakgebied van Merkx zelf: protein engineering - het ontwerpen en maken (of ‘synthetiseren’) van eiwitten. “Er bestaan miljoenen natuurlijke eiwitten, met elk hun eigen functie. Van zo’n honderd duizend eiwitten kennen we inmiddels zelfs de atomaire structuur. Je kunt bestaande eiwitten combineren door ze aan elkaar te koppelen; zo kun je nieuwe eiwitten maken met de gewenste eigenschappen.” De sleutel tot dergelijke designereiwitten is DNA, waarin alle informatie voor de eiwitsynthese is vastgelegd. Wat slim knip- en plakwerk levert de DNA-code voor nieuwe eiwitten op. Dit DNA wordt vervolgens ingebracht in bacteriën, die als een soort eiwitfabriekjes fungeren en de bestelde eiwitten produceren. De sensoreiwitten van Merkx zijn samengesteld uit twee lichtgevende eiwitten. De ene helft van de sensor geeft blauw licht af, wat door de andere helft wordt geabsorbeerd en vervolgens als groen licht wordt uitgezonden. Als zo’n sensoreiwit een antilichaam van het juiste type tegenkomt (voor elke ziekte heb je een ander sensoreiwit nodig), dan vormen beide moleculen een verbinding. Het gevolg is dat de twee delen van het sensoreiwit uit elkaar worden getrokken en het blauwe licht niet langer wordt omgezet in groen. Van buitenaf is
Onderzoek | 17
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Sluitstuk
daardoor onder invloed van de antilichamen een verkleuring van groen naar blauw zichtbaar (zie afbeelding onderaan de pagina). “Met een app voor een smartphone zou je die kleurverandering van de strip kunnen meten en zo zelfs de concentratie antilichamen vaststellen”, zegt Merkx. De test zelf hoeft dus geen elektronica te bevatten en omdat ook de gebruikte eiwitten heel goedkoop zijn, kan de prijs van de test bijzonder laag zijn, denkt hij. En dat lijkt goed nieuws voor ontwikkelingslanden, waar - bij gebrek aan vaste telefoonlijnen relatief veel mensen over een mobiele telefoon beschikken. “Dat deze manier van uitlezen werkt, hebben we inmiddels aangetoond. In eerste instantie voor antilichamen tegen het hiv-virus en daarna ook voor griep en dengue - ook wel bekend als knokkelkoorts.” Die laatste ziekte lijkt ook een goede kandidaat voor een commerciële test. “We hebben hierover momenteel contact met specialisten op het gebied van tropische infectieziekten.” Voor ebola lijkt de methode minder geschikt, zegt de biochemicus. “Die ziekte verloopt helaas te snel. Tegen de tijd dat je de antilichamen kunt detecteren, is het eigenlijk al te laat voor de patiënt. Maar om het
In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders over hun afstudeeronderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.
verloop van auto-immuunziekten zoals reuma en de ziekte van Crohn (een darmziekte, red.) in de gaten te houden, zou onze methode misschien wel geschikt zijn. Net als voor immuuntherapie trouwens.”
“Met een goedkope test voor vogelgriep kun je voorkomen dat hele stallen preventief geruimd worden” De veeteelt is een andere sector waar Merkx toekomstige mogelijk heden ziet voor zijn eiwitsensor, mits de kosten voldoende laag blijken. “Met een goedkope test voor vogelgriep kun je voorkomen dat hele stallen preventief geruimd moeten worden. En als de test gevoelig genoeg is, heb je geen bloed meer nodig, maar zou je kunnen volstaan met speeksel, of zelfs melk.”
Interview | Tom Jeltes Foto | Vincent van den Hoogen
Stijn Bertens. Foto | Rien Meulman
Slim sampelen voor een snelle DNA-analyse Bij verdenking van een erfelijke ziekte worden de genen die daarbij betrokken zijn uitvoerig gecontroleerd. Dankzij nieuwe technieken kan dat steeds sneller, zodat je als patiënt minder lang op de uitslag hoeft te wachten. Werktuigbouwkundestudent Stijn Bertens helpt in het Nijmeegse Radboud UMC mee om hun nieuw DNA Analyse Lijn zo efficiënt mogelijk in te zetten.
“Als je het over DNA en een laboratorium hebt, denken mensen meteen aan CSI. Maar waar we hier in het Radboud UMC mee bezig zijn, heeft niets met politieonderzoek te maken. Bij de afdeling Genoom Diagnostiek bekijken we het DNA van mensen die mogelijk een erfelijke aandoening hebben”, vertelt Stijn Bertens, masterstudent Manufacturing Networks aan de faculteit Werktuigbouwkunde. “Recent is er een nieuwe DNA Analyse Lijn aangeschaft. Best bizar, sta je daar ineens tussen machines die zo’n twee, drie ton per stuk kosten. Het is mooi om ze aan het werk te zien. Een apparaat dat seriematig tot een microliter nauwkeurig kan pipetteren, dat vind ik toch best vernuftig.” Tot voor kort waren er voor elke patiënt zo’n twintig samples nodig om een diagnose te kunnen stellen. Met de DNA Analyse Lijn is er nu nog slechts één patiëntsample nodig, en kan er in het apparaat materiaal van vierhonderd patiënten gelijktijdig geanalyseerd worden. Een hele vooruitgang. Maar het vergt het ook meer planning, want hoe laat je zo’n apparaat zo efficiënt mogelijk werken? “De kosten worden nu berekend per keer dat je de machine aanzet. Hoe meer patiënten er dus mee gaan, hoe goedkoper het wordt. Aan de andere kant kun je patiënten ook niet te lang op de uitslag laten wachten; daar zit een hele uitdaging in. Ik heb simulaties gemaakt waarbij ik gefocust heb op doorlooptijd en levergarantie. Natuurlijk heb ik ook kostenberekeningen meegenomen, maar omdat het apparaat nog niet in werking is voor diagnostische doeleinden zijn die nog vrij grof. Ik moet sowieso veel aannames doen, maar die zijn eenvoudig aan te passen als het apparaat eenmaal draait. Toch zijn er al bepaalde schema’s uitgerold die efficiënt lijken te zijn, bijvoorbeeld om de patiëntsamples in duplo te analyseren. Dat reduceert het opnieuw moeten analyseren bij foutieve metingen en werkt positief door voor de levergarantie: minder fouten en sneller een ‘volle bak’.”
Schematische weergave van de nieuwe test voor infectieziekten van Maarten Merkx en collega’s. Het sensoreiwit links kan blauw of groen licht uitzenden, afhankelijk van de aanwezigheid van antilichamen tegen de betreffende ziekte (het Y-vormige molecuul). De rode segmenten in het sensoreiwit binden aan het antilichaam, waardoor de blauwe en groene centra in het sensoreiwit uit elkaar worden getrokken. In gebonden toestand is het molecuul niet langer in staat om blauw licht over te dragen naar het groene centrum. Van buitenaf verkleurt het geheel daardoor van groen naar blauw - een verandering die met een smartphone kwantitatief kan worden gemaakt.
Hoewel Stijn zich als enige techneut tussen de medici en biologen bevindt, voelt hij zich geenszins een vreemde eend. “Ik heb juist heel bewust gekozen om mijn afstudeeronderzoek in een niet-technische omgeving te doen, te laten zien dat je werkveld als ingenieur heel breed is. Analytisch denken komt overal van pas. Daarnaast is het interessant dat je anders tegen dingen aankijkt. Waar ik meer het geheel beschouw, vallen genetici soms over heel kleine details. We vullen elkaar zo mooi aan.” Door zijn afstudeerproject weet Stijn dat hij graag in deze richting verder wil, het optimaliseren van fabrieks processen - “waarbij je ‘fabriek’ heel breed kunt trekken”. Het liefst gaat hij voor een paar jaar naar het buitenland; over een paar maanden hoopt hij zijn motorritjes naar Nijmegen te kunnen verruilen voor toertochten door het Amerikaanse landschap. Tekst | Nicole Testerink
18 | Onderzoek
22 januari 2015
4 brandende vragen
Audrey Champion | Werktuigbouwkunde
Microfabricage met laserpulsen
1 we op n e i z Wat er van v o c de hrift? c s f e je pro
2 Ho op f e leg j waa eestj e e r je ond s uit e ove r ga rzoek at? 1 | cover Op de omslag zien we een femtosecondelaserbundel die is gefocusseerd in een glasplaat (van kwartsglas).
3 Welke persoon, techniek of apparaat is onmisbaar geweest voor je onderzoek?
Met ultrakorte laserpulsen kun je in een transparant medium (zoals glas) driedimensionale structuren aanbrengen, doordat de eigenschappen van het materiaal lokaal veranderen. Deze structuur kun je vervolgens (weg)etsen met een zuur. Zo kun je een driedimensionaal microsysteem maken op nano schaal. Ik heb het effect onderzocht van diverse lasereigenschappen (energie per puls, ruimtelijke energieverdeling, polarisatie) op de microfabricage. Van bijzonder belang is de interne spanning die ontstaat door het uitzetten van de belichte gebieden: die speelt namelijk een rol bij het etsproces en kan bovendien leiden tot barsten in het glas. Je kunt de spanningsverdeling beïnvloeden met de laserpara meters.
3 | onmisbaar
4 eft
2 | feestjes
e Wat h
ing
lev men
de sa uw werk? aan jo
(Onder redactie van Tom Jeltes) Foto’s | Vincent van den Hoogen
Ik heb diverse microscopische technieken gebruikt om het effect van laserpulsen te onderzoeken. Het was fijn om al die optische apparatuur beschikbaar te hebben op de campus.
4 | samenleving Femtosecondelaser-microfabricage is een veel belovende techniek, voornamelijk omdat je hiermee driedimensionale microsystemen kunt maken waarin je optica, mechanica en microfluïdica kunt combineren in hetzelfde stukje glas. Dat is niet mogelijk met tweedimensionale fabricagetechnieken zoals lithografie. Laser-microfabricage is in het bijzonder geschikt om bijvoorbeeld sensoren te maken, of labs-on-a-chip.
Onderzoek | 19
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Karel Wilsens | Scheikundige Technologie
Ontwikkelen van sterke hernieuwbare polymeren 1 | cover Aan de boven- en onderkant van de cover staan optische microscopieplaatjes die zijn genomen tijdens de polymerisatie van een vloeibaar kristallijn polymeer. Tijdens mijn promotie heb ik een jaar lang polymeren die vloeibaar kristallijn gedrag vertonen geanalyseerd en heb ik hun polymerisatieproces bestudeerd met de optische microscoop. Aangezien er tijdens deze polymerisatie hele gave texturen worden gevormd, leken ze mij erg toepasselijk voor op mijn cover.
2 | feestjes Het doel van mijn onderzoek is het ontwikkelen van high-performance polymeren die kunnen worden gemaakt vanuit biologische grondstoffen. Echter, als ik dit zo op feestjes vertel dan roept dit meer vragen op dan dat ik antwoorden geef. Om deze reden kort ik het daarom af tot het ontwikkelen van nieuwe biologische vezels voor gebruik in bijvoorbeeld kogelvrije vesten. Uiteraard is dit het ultieme doel van mijn onderzoek, en zal het nog een paar jaar duren voor we echt zo ver zijn.
3 | onmisbaar Eigenlijk zijn alle collega’s, onderzoekers en bedrijven waarmee ik de afgelopen vier jaar heb samengewerkt onmisbaar geweest voor mijn onderzoek. Wellicht klinkt het cliché, maar dankzij de vele nuttige discussies, meetings en conferenties blijf je continu dingen leren en kun je het maximale uit je werk halen.
4 | samenleving De focus in dit project ligt op het ontwikkelen van nieuwe materialen vanuit hernieuwbare grondstoffen. Ideaal gesproken geeft de productie van zulke polymeren mensen de moge lijkheid om te kiezen voor materialen die minder belastend zijn voor het milieu, terwijl ze net zo goed functioneren als bestaande materialen.
Björne Mollet | Biomedische Technologie
Kunstmembraan voor niercellen 1 | cover We zien een fractal in de vorm van een nier, opgebouwd uit ‘losse’ bouwstenen; een artistieke representatie van hoe niet-covalente moleculaire bouwstenen eindeloos gecombineerd kunnen worden tot nieuwe functionele materialen, zoals in dit geval een biomateriaal voor een membraan van een levende kunstnier.
2 | feestjes De huidige dialysebehandeling voor nierpatiënten laat te wensen over. Een manier om dit te verbeteren is door levende niercellen in deze behandelingen te gebruiken om o.a. het bloed te zuiveren. Om cellen levend én functioneel te houden buiten het menselijk lichaam hebben we een kunstmatige omgeving nodig die de natuurlijke omgeving van deze cellen nabootst. Hierin is het basale membraan waar deze cellen op groeien erg belangrijk. Ik heb gekeken naar de mogelijkheden om niet-covalente, ofwel supramoleculaire bouwstenen te gebruiken om een synthetisch basaal membraan te maken. Deze bouwstenen zijn te vergelijken met moleculair Lego; de spontane verbindingen die tussen de bouwstenen worden gevormd, zijn reversibel. Daardoor kun je eenvoudig verschillende bouwstenen combineren tot nieuwe synthetische materialen die qua opbouw meer lijken op natuurlijke materialen.
3 | onmisbaar Microscopische technieken zijn onmisbaar geweest in mijn onderzoek. Met elektronenmicro scopie heb ik de morfologie van de synthetische membranen in beeld gebracht en met fluorescentiemicroscopie heb ik het gedrag van de niercellen op deze membranen bestudeerd.
4 | samenleving Mijn werk geeft inzicht in de huidige mogelijkheden en uitdagingen omtrent de toepassing van supramoleculaire biomaterialen, specifiek als synthetisch basaal membraan voor niercellen, en in bredere zin als biomateriaal voor weefselkweek ten behoeve van verbeterde toekomstige medische behandelmethoden.
10 22 January 2015 | year 57
Biweekly magazine of the Eindhoven University of Technology For the latest news: www.cursor.tue.nl/en and follow @TUeCursor_news on
Setbacks don’t shake morale ice church team 19 January - Frozen tools, unhinged anchors, thaw, and snow storms: the builders of the ice church in Juuka, Finland had it all. They were dealt another blow this weekend, when a gust of wind destroyed more than half of the highest tower and severely damaged the inside balloon. But the team has got itself together again and continues with seemingly inexhaustible optimism. They keep on working on building the highest tower, but probably won’t be able to finish it before the deadline.
Heart Foundati packaging medon supports icines in gel 15 January - The Du tch Heart Fo
undation (‘Hartst in research by TU ichting’) is investi /e, the Hubrecht In ng 1.5 million euro stitute and UMC Ut new method to im s recht into the deve prove the delivery lopment of a and retention of me to improve the effe di cines in the heart. ctiveness of repair The aim is of the heart musc adverse side‑effects le after a heart at . This research is led tack without by dr. Patricia Dank and dr. Eva van Ro ers (Biomedical En oij (Hubrecht Insti gineering) tute Utrecht).
and tuecursor on
New bus route to connect TU/e and central train station 16 January - The ‘gates’ to the NS train station and TU/e campus are a mere ten-minute walk apart. Still, starting next month, students and staff can take a bus to travel to and from TU/e. The bus 104 makes its route four times an hour during peak hours (7-9 a.m. and 4-6 p.m.) and has four stops on campus : Laplace Square (Laplace building), Lismortel (teacher training building), Rondom East (Differ building), and Rondom South (Flux building). The corner Hoofdgebouw/ Auditorium won’t get a stop because of Hoofdgebouw renovations.
Tube for diploma new alumni gift 14 January - A sleek tube for your diploma, inspired by the eye-catching red slash in the TU/e logo: it’s the new gift to alumni, which the university will give out starting this week. A little under fifty Built Environment graduates were the first to receive the souvenir last Tuesday. The new gift will replace the well-known baby blue fleece scarf graduates received until only recently.
New signage on campus almost completed 13 January - Nearly all bicycle signs have been put up and most buildings now have posts indicating the building name and its residents. Eight new signs with maps will be erected on campus shortly, as well as large ANWB posts, and visitors will find directions at parking lots. It’s safe to say the new signage on campus is well underway, and all signs are expected to be put up by the end of March.
Clmn
More news on www.cursor.tue.nl/en
Churches and social responsibility in The Netherlands
It was a sunny day in Amsterdam and I was doing some sightseeing with an Italian girlfriend. Walking past churches she would invariably ask about the names, after which saint they were called, etc. Passing near the Moses and Aaron Church I ventured to say that it was not used as a church anymore, but nowadays served for various cultural or social events. As I recalled from my own experience in my student years in Amsterdam, it also served as a meeting place for the local tax office. My friend (who by the way was wearing a big cross as a necklace) was really surprised and upset by my story, as I should have known. How on earth would we in Holland dare to use churches for another purpose than worshipping the Lord? The rest of the stroll through the streets of Amsterdam was dedicated to avoiding churches and this controversial topic… Isolated incident? Not in The Netherlands, for example the commotion in nearby Veldhoven these days: 5 of 6 churches will soon be closed. On a more positive note, a picture I got from a colleague shows a modern church in Weert recently transformed into a skating rink (what about the
summers…?). Why do the Dutch do that? There are several reasons. Land is expensive, so each square meter is fully used in urban planning and an abandoned church (fewer and fewer churchgoers nowadays) costs money and will soon serve another purpose. Dutch pragmatism and a no non-sense approach to life: if a church is empty, rebuild it into a place for socially responsible activities, or in some cases a… mosque. Culturally speaking, it is not seen as an offense to give the house of the Lord another use. For the (economic) rationale behind this, see above. The (very) Catholic city of Maastricht has an impressive list of churches of which many are not in use as such any more. Many are now university buildings and the best known example is the Dominican church (Dominicanenkerk) which is a fancy bookshop these days. Old campuses often include ancient monasteries, convents or chapels. Take our own TU/e. If it were older, it would probably have a nice historical chapel, most likely not in use as such any longer. So what would it be now? A reception hall, a bookshop, student housing or even better… our own campus supermarket? Problem solved in Flux!
Vi advisor in ncent Merk, ternationa l commun ity
People | 21
See for more news www.cursor.tue.nl/en
And how are things in Berkeley? More and more TU/e students go abroad for their studies to follow courses, internships or a doctorate path. What is it like to find your way in a new country? Students tell their stories.
Hi everyone! The past semester I have been studying at the University of California in Berkeley, and it was, in one word, awesome! The university is inspiring, California is laid back and nice and warm, the road trips were fun, my fellow students were open and helpful, and most importantly: my housemates were fantastic! During my stay in Berkeley I stayed at the International House (iHouse). The reason I’m pointing this out is because my housemates turned out to be the most fun aspect of my exchange. Everyone I’ve met in the iHouse was special in some way (well, almost everyone). Whether it was a passion, an achievement, or an ambition that characterized their stories, I made some of my best memories with my housemates during one of the many lunches and dinners, just speaking with them. In addition, the iHouse was convenient to meet up with likeminded people and organize all kinds of road trips. Everyone in the iHouse was approachable. Lastly, the iHouse was also just very convenient, because let’s be honest, during your exchange you don’t want to think about cooking and other domestic chores too much. If you are considering Berkeley and would like to have an unforgettable experience during your exchange, then I strongly recommend you stay in the iHouse, despite some apparent downsides (rent, especially). I can tell you a lot more about everything I’ve done in Berkeley and my trip from the west coast to the east coast after that. Should you be interested in an exchange to Berkeley and would you like to know more about it, feel free to contact me anytime.
New year’s eve in San Francisco. Tom is first on the left at the bottom row.
To studemn van Nord t e ManaIgnnovatino,n ement
All the best! Would you also like to write an article about your time abroad? Please send an email to cursor@tue.nl.
Read more stories online: www.cursor.tue.nl/en
Life after TU/e
Name: Iryna Snihir Place of Birth: Minsk, Belarus Date of Birth: October 18, 1980 At TU/e: September 2003 - November 2006, Research Assistant at Eurandom / Master program Industrial and Applied Mathematics Current position: Treasury Funding Management professional at Van Lanscho t Bankiers What do you do at your current job? I advise the senior management on (re)financing needs focusing on capital markets products, from senior unsecured to secured debt, including structured debt product s such as asset securitizations and covered bonds. With over eight years of experience in banking, quantitative modeling and research, project management and consulting, I have been providing qualitative insights and quantitative solutions of complex matters in treasury funding and risk management. How did you obtain your current position? After having taken a research-oriented route at TU/e, I wanted to work with real applied problems. In 2006, right after having graduated from university, I was offered a very interesting opportunity at Rabobank as quantitative risk analyst. Gaining experien ce there, I moved to the world of private banking after several years. Now I’m Risk Manage r at Van Lanschot Bankiers where I have a key role in the development of sophisticated internal credit risk models. Why did you choose to go to TU/e? Having graduated from Belarus State University with honors and having obtained quite many offers for a research position from different universities worldwide, includin g TU/e, I was puzzled what to choose. In 2003, a European Commission report ranked TU/e at third place among all European research universities. That ranking brought me here, but also the onsite interview at Eurandom that sparked a major interest in the subject matter.
What happens to international students after they graduate from TU/e? Do they go job hunting in the Netherlands, pack their bags and explore the world, or return to their home countries? International TU/e graduates talk about their lives after TU/e.
How do you reflect on your time at TU/e? It was a great time. Coming from the parents’ house, I was so lucky to find myself in a very warm place, and that warmth was definitely coming from my colleagu es’ and new friends’ attitudes, hospitality, and their willingness to help, workwise and persona lly. I would like to express my gratitude to my supervisors, William Rey, Evgeny Verbitsk iy, Peter Notten, Laurie Davies and Alessandro Di Bucchianico. It was also in that period I learned how to handle the Dutch’ straightforward style of communicating; I took criticism when it was necessary, and at the same time I was strongly encouraged by the people around me. I have benefited hugely from the ability of my supervisors to come up with (and solve) new and challenging problems. It’s something I’ve taken with me and use in my professional life today. But I’d like to refer to Dr Seuss: “Don’t cry because it’s over, smile because it happened”. What advice would you give current students? The experience and the words of Winston Churchill, who said: “Succes s is not final, failure is not fatal: it is the courage to continue that counts”.
22 | Zoom in
22 January 2015
Open access: a cu Text | Tom Jeltes Illustration | Marc Weikamp The reasoning seems watertight: results obtained through research financed by public funds should be freely accessible to the taxpayer. So down with high-priced subscriptions for scientific journals: open access is the future. Make that the near future, if it is up to the Dutch authorities. Is the Netherlands making a glorious comeback as a model country, or are we shooting ourselves in the foot? Cursor lists the facts and has made a tour along the departments so as to sound out the scientists. For a while it seemed as if employees of Dutch universities would from this year on no longer have access to thousands of journals published by Elsevier, including reputable titles such as The Lancet and Cell. After all, early in November the negotiations were discontinued between Elsevier and the VSNU about the subscriptions of the university libraries. According to the VSNU the publisher was ‘not responding in any way whatsoever to the necessary change [concerning open access]’. Only by mid-December were negotiations with Elsevier gradually resumed again, after which it was decided to allow the old contract to run on in 2015. In the meantime the VSNU did succeed in concluding an agreement with Springer,
another major scientific publisher. This agreement implies that ‘articles written by authors corresponding with a VSNU or NFU institution (the teaching hospitals, ed.) will be published in open access without any costs for the author’. This will apply only, by the way, to Springer’s hybrid journals whereas the authors will have to keep paying for the journals that are already fully open access. For the time being the slowly progressing negotiations between the universities and the publishers do not have any tangible results for researchers and students. It remains to be seen whether it will stay like that. It cannot be excluded that Elsevier will refuse to budge and put up with the (temporary) loss of the Dutch clients – after all,
Open access-symposium On Tuesday March 10 TU/e will host a symposium about the theme of open access, organized by the Information Expertise Center (IEC). The program features workshops as well as a debate with NWO chairman Jos Engelen, university professor Anthonie Meijers and representatives of publisher Springer, journal PLOS ONE and the science trade union VAWO. www.tue.nl/openaccess
Open access: green and gold Open access publication is possible in roughly two ways: gold and green. In the gold variant the author pays the publisher an amount to make an article available without any subscription fees involved. Some journals - like PLOS ONE and Nature Communications - are fully open access, whereas others use a hybrid model in which it is determined per article whether it is freely accessible. The publication costs may be bought off in one go by the VSNU, for instance, as part of Big Deals with the publishers. In the green option authors get permission to put the final author’s version (peer reviewed, but not laid out by the publisher) on-line themselves in a public database, for instance in the Repository of TU/e. However, less than fifty percent of the publishers will allow this. The rest forbid publication of the final author’s version, or impose an embargo period that may run up to as many as four years. While scientists from poor countries can now partly circumvent the high subscription costs by directly approaching the authors of articles that are relevant to them, a world in which everybody has to pay to publish appears to be less favorable for science in developing countries. One possible solution might be to exempt researchers from poor countries from these costs. On the initiative of the World Health Organization there are already special arrangements in place for developing countries under the denominator HINARI. Scientists from the more than one hundred HINARI countries can already publish for free in journals including Nature Communications.
the global market share of Dutch science is merely some two percent. On the other hand it was reported earlier this month by NRC that the universities have a ready-made plan for an overall boycott of Elsevier, with everything that entails for the medical science division in the Netherlands. Regardless of the consequences of failed negotiations with publishers, the plans prepared by NWO may result in scientists active in our country no longer being allowed to publish in the journals they prefer. Nature Publishing Group, for instance, has a six-month embargo period for all Nature titles before the final author’s version of an article published by it may be released. The exception is formed by Nature Communications, which is now fully open access. The downside is that it costs no less than 3,700 euro to publish an article in this journal.
“The Netherlands should not overplay its hand” The Netherlands is playing high, says Paul De Bra, professor of Information systems at the Department of Mathematics and Computer Science. “Open access is a magnificent principle in and of itself, but you should not overplay your hand. The Netherlands often tends to exaggerate its importance a bit.” The NWO plans may make the Netherlands less attractive to PhD candidates and postdoc researchers, the computer scientist thinks. “If you can’t publish in the right journals during that stage of your career, you can forget about the rest of your career. That is crippling.” De Bra thinks that change needs to be brought about by the international professional organi zations rather than by a national government. “In mathematics this has been done successfully.
Mathematicians were fed up with certain publishers and set up an open access journal of their own to replace a commercial journal.” Without broad support from within the relevant field that is a hopeless enterprise: it stands to reason that new journals do not have an impact factor yet, so that publications in such journals initially tend to carry little weight. The Netherlands is not the only country where open access is promoted, for that matter. The British Wellcome Trust, an organization that mainly funds medical research, also requires research results to be made freely accessible. And recently this was also made mandatory for research financed with European funds. The big difference from the NWO plans is that the European Union agrees to an embargo period of six months - so that publications in Nature are not a problem. And this is necessary if you want to play along at the top level, agrees Henk Swagten, professor at Physics of Nanostructures. “Nature is an important player. Researchers in my field of expertise will not want to play in a lower league. And Nature publications in particular are scored by means of NWO funds, such as Vidi and Vici subsidies. The plans unfolded by NWO do worry me, then. Whereas the impact of Elsevier journals is generally smaller, the upside is that Elsevier also publishes conference contri butions. So life would indeed become awkward if we cannot publish in them anymore. By the way, we also put all our articles on arXiv.org, but they haven’t been refereed yet then.” Maaike Kroon is professor of Separation technology at TU/e and a member of De Jonge Akademie. From the perspective of chemical engineers she anticipates that the less reputable journals will get into trouble if they do not embrace open access. “The very best papers will still be submitted to the traditional top journals, such as Science, Nature and Angewandte Chemie
(the most reputable chemistry journal, ed.), while more articles will be submitted to the lowerranking gold standard open access journals. Another problem is that renowned journals ask for high fees to publish open access and the relevant funding cannot be incorporated into research proposals.”
“Having to pay to publish valuable knowledge feels odd” The consequence of the emphasis on open access is that new open access journals are shooting up like mushrooms, Ton Koonen has noticed. “Quantity exceeds quality”, thinks the professor of ElectroOptical Communications. “All those articles need to be reviewed, and you can see that finding reviewers is becoming more and more difficult. My own mailbox is bulging with requests to review articles. We ourselves publish mostly in journals of IEEE (the professional organization for electrical engineers, ed.). They are not open access, and you also pay per published page, but there is no profit motive involved.” The vice-dean of the Department of Electrical Engineering characterizes the situation as an impossible predicament. “Of course the taxpayer has a right to see the results. Still, I also get the impression that the system is being diluted due to all the new journals. And I’m afraid the balance will tip to the negative side. Besides, it feels odd that you have to pay to be allowed to publish valuable knowledge. It feels as if you are thrusting knowledge upon people.”
Zoom in | 23
See for more news www.cursor.tue.nl/en
urse or a blessing? “Open access is simply a commercial earnings model” Henny Romijn is Associate Professor of Technology and Development at the Department of IE&IS. The development economist talks about her personal experience with open access.
regular journals. Every week I would receive mails; it was a bit too much for me. The idea among us at Innovation Sciences is that research is an activity for the late Friday afternoon - education is our main job.
“So far I have published open access once. It concerned a project in which I was involved as advisor of AgentschapNL, which paid the publication fee of 1,000 euro for a special issue of the journal Sustainability. The subject was Jatropha, a desert plant of which it was then assumed it was possible to extract oil from the seeds in a commercially viable way. Which turned out not to be the case, by the way.
Some time later I was approached again, for a new special issue. Apparently our contribution had met with appreciation, for now I could publish for free. I had a PhD candidate who had graduated with honors on the relevant subject (education in India). So I suggested she contribute a piece. She would do that solo, without the professor who had supervised her at the time, but the journal did not want that. This really made me rethink things; they just wanted a few good articles for their reputation - it’s a reasonably new journal. I find that sort of haggling objectionable. It should be first and foremost about the quality of the publication, irrespective of persons.
That’s when you find out that open access is simply a commercial earnings model. For one, they constantly chase you to ask if you’ve already written a new version, whereas this sometimes takes months with regular journals. I was sent the referee reports within three weeks, when this occasionally takes a year with
There is also a proliferation of open access journals, to such a degree that the Information
Expertise Center has drawn up a list that enables you to check whether they are bona fide journals that approach you. However, I get requests every day to publish in journals. A lot of them simply amount to spam. They even remind me of those fraudulent Nigerian e-mails that you often get. Open access gets to be promoted a lot, by our Executive Board and the IEC as well. This way of publishing has significant drawbacks also. For example, we publish regularly without any external funding. It would be a pity if a lack of money forced us to publish in a less reputed journal because it asks less money. In that respect the agreement with Springer, in which the university has agreed to an aggregate amount and researchers no longer need to pay per article, seems to be a better option. On the other hand, this would still restrict the choice to certain publishers. And that problem will only be solved if all publishers join in with this.”
Nature of Science never more? If NWO carries through its intention to oblige researchers to publish open access directly, in the current situation this would mean that a sizeable portion of the top journals, including the most highly reputed titles Nature and Science, would become off limits for scientists with NWO subsidies. NWO is aware of the potential consequences of the proposed policy, the press office department of the scientific financier admits when asked. “That is an item for consideration for the entire scientific world. NWO will
duly take it on board in the further elaboration of its tightened policy. Of course this will also be done in consultation with other parties involved, such as the universities and university libraries.” Nature Publishing Group (NPG) is responsible for a number of the most highly reputed journals with which the new NWO rules would clash. Communications manager Amy Bourke informs us that NPG wants to await the details of the Dutch plans before offering any comment. She does indicate that NPG has devoted a great deal of
attention to open access over the past decade. “Of the almost one hundred titles under our guard, there are 64 with the option of gold open access, and Nature Communications is fully open access.” The embargo of six months for the other publications she calls “liberal”. Before long, by the way, scientists can simply and legally send on a link to their Nature article to interested outsiders, who can then - without a subscription - read the article on the site of the journal.
24 | Zoom in
22 January 2015
Zoom in | 25
See for more news www.cursor.tue.nl/en
Focusing on the Now: TU/e’s mindfulness movement Text | Angela Daley Photo | Vincent van den Hoogen University life can be hectic. You’ve got projects due, exams to take, and deadlines, deadlines, and more deadlines. You’re worried about getting everything done and you’re worried about your future. And on top of it all, that smartphone in your pocket keeps dinging and pinging, tempting you to answer emails, return texts or check out your friends’ latest status updates. With so many things fighting for your attention, how can you cut through the cacophony in order to focus on the tasks at hand? The answer might be in learning to live your life more “mindfully” - a technique that increasing numbers of medical professionals, psychologists and mindfulness enthusiasts tout as a vital tool for maintaining physical and mental health. And the concept has found its way to TU/e’s campus. Anniek Mol is an assistant for the student community TINT and is currently following a second mindfulness course offered by this TU/e group. She says that simple changes, like giving daily chores her undivided attention, can positively influence the rest of her day: “I try to find one thing every day that I do with a mindful mindset. The last few months it has been making my bed every morning with full focus. I try not to think about anything else. I focus on how the fabrics feel, how the down covers move. I find that making the bed that way is a great way to start the day and the view of a fresh made bed is soothing.”
go learn something and change my life.” After attending a mindfulness retreat in France, d’Achard says his life was profoundly transformed, “We’re so filled with stuff that comes from the outside and it’s so noisy and crowded with stuff that comes from others, that we can’t observe our own thoughts, feelings and emotions anymore. I learned to stop and come home to myself.”
So what exactly does it mean to be “mindful”? In its simplest sense, mindfulness means to narrow your focus to your current activity without allowing other distractions to pull you away from the moment. Though it may sound like an easy thing to do, modern life makes the practice challenging. Jerome Wehrens is the owner of B-Mind Eindhoven, a local mindfulness training center, and explains that he often sees people in his practice who are struggling with information overload. “We have so much information that needs to be processed and our brains just aren’t equipped for that. Think about a typical farmer in the Middle Ages. In his entire life, he was probably only confronted with the same amount of new information that we try to process in a single month. It’s just too much for us.” Hans d’Achard, a part-time lecturer in the Industrial Design Department, experienced this overload in his own life a few years ago: “I had a very, very rough time. I was physically and emotionally shook up and everything had gone wrong - socially, professionally, everything. I said, ‘I need a break’. I thought, I can go sit on a beach somewhere or I can
Upon his return, d’Achard felt compelled to share his new-found knowledge with others. Now, he and life coach Elizabeth Fricker offer mindfulness training to students and young professionals through TINT. Fricker says embracing mindfulness techniques can be particularly useful for students: “One student’s comment really summed it up for me. He said, ‘My life is all about hurrying and worrying.’ They have all of these deadlines and they worry about whether they’re managing their lives properly. Mindfulness training can help them learn to stop hurrying through life.”
“My life is all about hurrying and worrying”
Though “mindfulness” has perhaps become an overused buzzworddu-jour, the idea itself is rooted in traditions that have existed for thousands of years. In 1st century Greece, philosopher Philo of Alexandria outlined “spiritual exercises” involving attention and concentration and by the 3rd century, other Greek philosophers were discussing meditative practices. Virtually every world religion elucidates ideas based on meditation and living mindfully - though, of
course, often called by a different name. (For instance, the repetitiveness of praying the rosary in Catholicism is often considered to induce a meditative state.) Today’s mindfulness techniques are most directly connected to Eastern philosophies, particularly Buddhism, though modern practitioners tend to steer clear of any religious overtones. The pioneer of the mindfulness movement is American Jon KabatZinn, an MIT-trained scientist who founded the Stress Reduction Clinic and the Center for Mindfulness in Medicine, Health Care, and Society at theUniversity of Massachusetts Medical School in 1979. Kabat-Zinn’s personal experiences as a student of Buddhist teachers and his practice of yoga spurred him to integrate these teachings with those of science. According Kabat-Zinn’s program, called Mindfulness Based Stress Reduction or MBSR, people can learn to better cope with stress, anxiety, pain, and illness. Currently, there are 1,000 certified MBSR instructors practicing in over 30 countries. The basic tenets of Kabat-Zinn’s program (and most mindfulnessbased training courses) are as follows: • Mindfulness meditation - sit quietly and focus on your natural breathing. This can include using a “mantra” - a word repeated silently. Allow your thoughts to come and go without judgment. • Body sensations - notice what’s happening with your body - itches, tingles, aches - and let them pass. Take notice of each part of your body from head to toe. • Senses - notice sights, sound, smells, tastes, and touches without judgment. Let them pass. • Emotions - notice your emotions and allow them to wash over you. Name these emotions for what
they are: “joy,” “sadness,” “frustration.” Accept your emotions and allow them to pass. • Urge surfing - coping with cravings for addictive substances or behaviors. Notice how you feel when a craving enters your consciousness. Accept your urges and embrace the certain knowledge that the craving will eventually subside.
Coping with the 21st Century In addition to TINT, other organizations on campus are recognizing the value of mindfulness training for both employees and students alike. Aafje De kuyper, head of the new professional development unit in the university’s Personnel Department, thinks teaching employees to live more mindfully could help them find a better work/life balance. “Within all kinds of work environments, employees experience more pressure and more stress. Training our staff in mindfulness techniques would embed a culture of wellbeing in the work environment, and reduce a later burden.” The department will soon offer the program ‘Mindful in your Work & Life’ which will be open to all personnel, support and scientific staff. In addition, the university’s sports center has also given training courses in mindfulness techniques. Not only are our work and personal
lives busier than ever in this “always on,” hyper-connected world, but the demands of modern life also often force outside of our comfort zone. Students come from around the world to study at TU/e and many young professionals Dutch and foreign alike - find themselves relocating to other countries in order to pursue their career goals. Dimitrios Ikonomou was one such young professional who sought out the mindfulness training on campus during a year living and working in Eindhoven. He says learning to live his daily life more mindfully helped him deal with the challenges of living abroad. “Moving is high stress. You don’t know how to work the money. You don’t know how to speak the language. You can’t even find the grocery store. Mindfulness training forces you to stop and listen to yourself and it helps you understand why you’re upset or not focused.” Not ready to jump into an entire mindfulness training course? Elizabeth Fricker says there are some simple things you can do to help deal with stress and find a better balance in your daily life: “Choose one thing a day to do mindfully. It can be eating your lunch with your full attention or brushing your teeth. Just make sure to give your full attention to the process. Also, try to take 10 minutes a day to just sit and do nothing and breathe. Breathing is really the bottom line. When you breathe, you connect to your body and mind.”
TINT’s next mindfulness training session will be on 21 January, 2015 at 19:30. For more information, check out: http://tint-eindhoven.nl/ To subscribe for the Personnel Department’s ‘Mindful in your Work & Life’ course, follow the link on the university’s intranet.
26 | Research
22 January 2015
4 burning questions
Audrey Champion | Mechanical Engineering
Micromachining with laser pulses
1 ’s on f your o r e ov the c rtation? disse What
2 Wh a peo t do y ou t ple a t par ell whe n t abo ut y they a ies our s rese k arch ?
1 | cover The cover shows a femtosecond laser beam focused inside a slab of glass (or, more specifically, fused silica).
3
2 | parties
What person, technology, or device has been essential for your research?
4
es ow do
H
3 | essential
fit
ne e b y iet
soc
k? r wor u o y from
(edited by Tom Jeltes) Photos | Vincent van den Hoogen
Using ultrashort laser pulses focused in transparent media (such as glass), we can modify the substrate to create three-dimensional structures locally. Because of a change in the properties of the exposed glass, these structures can subsequently be etched away using an acid. This way, we can create 3D microsystems with features down to the nanoscale. I studied the effect of various laser parameters (energy per pulse, spatial energy distribution, and polarization) on the micromachining. Of particular interest was the stress generated by volume variation of the exposed regions, since it plays an important role in terms of etching rate, and can lead to crack formation. It is possible to control the stress distribution around the patterns by tuning the laser parameters.
I used several microscopic techniques to characterize the effect of the laser pulses. It was wonderful to have all this microscopic equipment available on campus.
4 | society benefit Femtosecond laser micromachining is a promising technique, especially because it can be used to create 3D microsystems combining optics, mechanics and microfluidics on the same glass substrate something that can’t be done with two-dimensional fabrication techniques like lithography. Laser micro machining is particularly suitable for creating various devices, such as sensors, or labs-on-a-chip.
Research | 27
See for more news www.cursor.tue.nl/en
Karel Wilsens | Chemical Engineering
Developing renewable high-performance polymers 1 | cover On the top and bottom of my cover you can see optical morphologies observed during the polymerization process of liquid crystalline polymers. During my PhD project, I have spent one year studying the liquid crystalline behavior of polymers and followed their polymerization process with optical microscopy. Since these polymerization processes generally exhibit cool textures, I decided that they would be a good candidate for my cover.
2 | parties The goal of my project is to develop new high-performance polymers which can be obtained from renewable feedstock. However, if I try to explain this on parties I generally get more questions than I am capable of answering. For this reason, I normally tell people that I try to develop new renewable fibers for application in bulletproof vests. I should note that this is the ultimate goal of my project, and it will likely take several more years until we actually have polymers that can perform this well.
3 | essential To be honest, all colleagues, researchers and companies I have worked with over the last four years have been vital for my research. It might sound cliché, but you continuously develop yourself and improve your research thanks to all the fruitful discussions, meetings and conferences.
4 | society benefit The focus of this project is the development of new renewable polymers. The production of such polymers should allow people to use materials that are less polluting and harmful for the environment, while their performance is comparable to commonly used alternatives.
Björne Mollet | Biomedical Engineering
Artificial membrane for kidney cells 1 | cover A kidney-shaped fractal built from separate building blocks, represents the endless ways in which non-covalent molecular building blocks can be combined into new functional materials, such as a biomaterial for a bioartificial kidney membrane.
2 | parties Current dialysis treatments still suffer from major shortcomings in providing a sustainable solution for kidney patients. A possible way to improve these treatments is to incorporate living kidney cells and benefit from the intrinsic capacity of these cells to fulfill vital tasks such as the purification of blood. To maintain cell viability and functionality outside the human body, an artificial environment is required which mimics these cells’ natural environment. The basement membrane on which these cells grow is very important. My research focused on the application of non-covalent, or supramolecular, building blocks to form a synthetic basement membrane. These building blocks, which could be regarded as molecular ‘Lego’, interact and assemble via reversible bonds. For example it allows the facile combination of building blocks to create and thus explore new biomaterials. Additionally, the manner of material construction is more alike natural materials.
3 | essential Microscopy techniques have been most important during research. With scanning electron microscopy I visualized the morphology of the synthetic membranes and fluorescence microscopy allowed me to study the behavior of renal cells on these membranes.
4 | society benefit My research provides insight in both the possibilities and challenges regarding the application of supramolecular biomaterials, in the formation of synthetic basement membranes for renal epithelial cells specifically, and more generally as biomaterial for tissue engineering purposes for future clinical applications.
- 21:00h,
:00 mpus January, 19 2 2 y 90, TU/e ca a d .0 0 m Thurs ru o F eta om, M
o Common R
rel (Soft After-Bor
Launch)
is Thursday ro pizzas. It realize that in the u e 2 h it w els You g After-Borr ? Well Aftersing down. ft Launchin t TU Eindhoven is clo eer. Know the feeling and enjoy o S is S O M a b l om COS a ommon Ro e last Borre r stomach in evening. Thurs you drowned you e, drop by the TU/e Cht-out plans sorted inonly u , o ig h le sc n b re a se r il o u va th yo a t last few t e to o ds and g coming ohol is n Borrels are za, chat with your buf the Campus. FYI Alc iz o p rt a ro e u h e e a2 nment in th cosy enviro good company. d n a pizzas
don’t TU/e and Eindhoven so you Cursor collects all events at , and nts eve ic athletic and academ have to. Symposiums, films, notify can You nl. ue. or.t urs w.c at ww to parties: you can find them all ail em an d sen website, please e us of new events through our her will ine gaz Ma sor Cur do so. cursor@tue.nl if you want to ing happenings. publish a selection of upcom
30 1
Monda y , Tuesd Wedne ay sday , 20:00 Januar - 21:50 y, h, filmho u TU/e c se De Zwarte ampus Doos, M
26 28
aps to
the st
ars
27
David contemCronenberg comed porary Holl’s latest film Juliann y of cruelty ywood, a m is a satire a neur e Moore sta, insecurity aacabre enseof toxic s otic failing mrs as Havan nd self-hat mble e tate of a career ovie star in a Segrand, . panic. perma Event nent Entranlanguage: E nglish ce fee: wit Studen ts 3,50 h Dutch sub tit euro / andere les n 7,50 euro
2
i, bruar e f 3 ag r, Dinsd 23:00 uu rkt 10, a 20:30 deman, M il De W ven an o ildem ms van Eindh
r tea squiz uiz W d voo ne kenni q n b o v u a e P bquiz Algem en
pu n. ndi de. Leuke5 persone uziekron e en bove p de o t p m o n 2 t oto- en goedko chrijve .45 uur. met f ezellige, d uit! Ins r vanaf 19 Een game avon uizmaste sdag een leerz d bij de q g en woen avon e dinsda Ieder vond!! o pp quiza 0 eur 0 , 3 : ten ekos Entre
3
Vrijdag , zaterdag jan zondag feb ruari, 20:00-2 uari en 3:00 uur, Gaslab, TU/e -campus D
31
oppio speelt
: Heilig
vuur Wees welkom waar weinig in een tijd waarin alles zullen wij u mruimte lijkt te zijn voor liesnel lijkt te gaan, Sluit uw ogen et open armen ontvange fde en bezinning, Open uw hart . Luister naar de kracht n. Wees welkom. ‘Kids on Fire’ om Hem binnen te laten!van de stilte. van Daphne de Bruijn. Naar de tekst van: Regie: Femke Spelers: Hes Veltman http://doppiter, Loek, Jeannette, Lind Entreekosteno.nl/doppio-speelt-kids- a en Gerben on : Standaard 8, - euro | Stude-fire/ nt 4,- euro
4
Monday , Tuesday and Wednesday February, 20:00-22:00h, filmhouse De Zwarte Doos, TU/e campus
Interstellar Our time on earth is ending, so a team of explorers starring Matthew McConaughey make use of a newly discovered wormhole to surpass the limitations on human space travel and conquer the vast distances involved in an interstellar voyage. Event language: English with Dutch subtitles Entrance fee: Students 3,50 euro / others 7,50 euro
dhoven
llman uur, Pu 0 0 : 3 2 00ari, 20: roms
, Ein tdijk 47 s e V , l e hot
, teksten k en de oor 25 euro ie z u m de k. V o en en voor e muzie Wij zorgende klassiek e-orkest, combm . d u n r P o r b v o a k e è v k f e l li e b n d n B e n a n e e g ag 60 m min gen est va Me Woensd vense blèrt, jij bent dme bainrtiatie van nmkeveaznin20-23 uudr.eEneinn de juiste stem o h d n i n co rd E n frisdrareng je stembavoor carnaval! Eerste t uit of je zachtdoefnh.aEen bijzotinsdebrieer, wijn ets er .B d m r ta a w n ie h p a ra kt n mb gg ie o e lic Het maagesmeerde ste ent en ook no ste tent van d it en een moo jij voor end entertainms in de gezellig nieke avond u spetter e voorzanger ari 2015. Een u keigoedren op 4 febru ms.nl meeblè blerpro ijn,fris e e .m w : ww incl. bier,w Woensdag februari, 20:15-22:30 kaarten uur, Info en osten: 25 euro k e Nat lab, Kastanjelaan 500, Eindhoven re t En
4
4
Filmquiz in Natlab
Weet jij alles over films? Ben jij dieg regisseurs, maar ook inhoudelijke ene die alle namen, door muziek en fragmenten, correctvragen, allen ondersteund weet te beantwoorden? Wil je het winnende team van de vorig Of houd je vooral van een gezellige e editie verslaan? Wij vinden al deze redenen gegrondavond uit? en ga de uitdaging aan op 4 februari, dus kom ! Entreekosten: 3 euro per persoon