Cursor 12 - jaargang 57

Page 1

12 19 februari 2015 | jaargang 57

@tuecursor

Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven Voor het laatste nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op

en

9 | Lady Lego Maanden van noeste arbeid zitten er soms in haar zelfontworpen robots van lego. Ook de fabrikant zelf is onder de indruk van Anika Brandsma’s werk en lijfde haar in als tester voor de nieuwste producten.

4 Het onzichtbare

zichtbaar maken

Jom Luiten en Nico Sommerdijk over hun gedeelde ambities in de elektronenmicroscopie

12 What’s new with Nova?

Vergeet Penny, vergeet Isa. TU/ecomotive bouwt ’s werelds eerste modulaire elektrische auto

14 Afrekenen met

je afstudeerdip

Over hordes, herkenning en hulp op weg naar je bul

Check out our English section on pages 20-28


2 | Vooraf

CURTOON

19 februari 2015

Hoofdredacteur Han Konings

Eindredacteur Brigit Span

Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij Monique van de Ven

Medewerkers

Fotografie Rien Meulman Bart van Overbeeke

Coverbeeld Bart van Eijden

Opmaak Natasha Franc

Vertalingen Annemarie van Limpt (P.20,21,24,25) Benjamin Ruijsenaars (P.22,23,26,27)

Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau

Redactieraad prof.dr. Cees Midden (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Angela Stevens- van Gennip Thomas Reijnaerts (studentlid) Arold Roestenburg Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

Redactieadres TU/e, Matrix 1.90 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl

Cursor online www.cursor.tue.nl

Druk Janssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745

Poll

Han Koning s

rechts wat mensen dachten dat die renovatie ging kosten. Het werkelijke bedrag werd nog niet bij benadering genoemd en meer dan eens werd de financiële plank volledig mis geslagen. Want met “vijf miljoen” kom je niet ver. Dat ook onderwijsbestuurders worstelen met grote vastgoed­ projecten, zal niemand ontgaan zijn de afgelopen jaren. De megalomane onderwijspaleisjes van het ROC Leiden zijn daarvan het meest recente voorbeeld. Minister Bussemaker denkt er nu over om een ‘expertisecentrum bouw’ op te richten voor bestuurders en toezichthouders van alle onder­ wijssectoren. Wellicht een idee voor ons CvB om te zijner tijd daar ook nog eens wat te laten doorrekenen.

Chemie Hoewel de grenzen tussen de verschillende faculteiten langzaam vervagen, vergt het slaan van een brug tussen vakgebieden nog altijd een extra inspanning van de betrokken wetenschappers. Begrijpen ze elkaars jargon wel? Waar vinden ze subsidie voor een gezamenlijk project? Een gedeelde droom is een voorwaarde, maar een goede persoonlijke chemie kan het verschil maken. Op dat laatste vlak lijkt het wel goed te zitten tussen fysicus Jom Luiten en chemicus Nico Sommerdijk

s Tom Jelte

(zie pagina’s 4 en 5). Laten we hopen dat het ze lukt om hun droom te verwezenlijken.

In 2016 wil de TU/e samen met de Tilburg University een Graduate School voor Big Data & Entrepreneurship starten in Den Bosch. 114 mensen lieten ons weten of zij het ook hoog tijd vinden dat de TU/e haar vleugels uitslaat. Een meerderheid ziet daar geen noodzaak toe.

Zeker, want op onze eigen campus wordt het te krap

17,5%

Natuurlijk, zo trekken we meer studiekiezers uit de Randstad

12,3%

Doen, want Den Bosch is een veel betere studentenstad

5,3%

6,1%

Niet doen, dit zorgt voor onnodige financiële risico’s

5,3%

Echt niet, want samenwerking met Tilburg is niet ideaal

53,5%

Nee, houd die master gewoon lekker in Eindhoven

EENS

Tiny Poppe Nicole Testerink

Als Cursor in het verleden aan Dienst Huisvesting vroeg hoeveel een renovatie- of nieuwbouw­ project ging kosten, leek het alsof we naar staatsgeheimen hadden geïnformeerd. Maar met ingang van dit jaar stelt deze dienst tweemaal per jaar een memo op die laat zien hoe het gesteld is met onze bouwprojecten. Daarbij worden ook de bedragen genoemd die nodig zijn om oude gebouwen om te katten tot architectonische hoogstandjes, of om een nieuw aansprekend pandje neer te zetten voor twee faculteiten. Want laten we eerlijk zijn: studenten verwachten tegenwoordig een state-of-the-art onderwijsomgeving en universiteiten doen hun stinkende best om die verwach­ tingen te verwezenlijken. Alle bedragen van de Campus 2020-operatie vind je nu in een handzaam overzichtje. En dat geeft direct een verhelderd zicht op de enorme financiële operatie die op het bordje van het College van Bestuur ligt. Met een prijskaartje van 75 miljoen euro wordt ons Hoofdgebouw de klapper van de Campus 2020operatie. Ik vroeg zo eens links en

NIET EENS

Colofon

Besturen en bouwen

Nu vragen we op www.cursor.tue.nl: De TU/e ziet niets in een experiment van OCW om promovendi in de toekomst geen salaris meer te geven, maar in plaats daarvan een studiebeurs. Is dat een wijs besluit van ons bestuur?


Nieuws | 3

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Renovatie Hoofdgebouw begroot op 75 miljoen 18 februari - De kosten voor het renoveren van het Hoofdgebouw zijn begroot op 75 miljoen euro. De renovatie van het onderkomen van Werktuigbouwkunde, Gemini Noord en Zuid, is met drie jaar uitgesteld tot 2021. Dat staat in de voortgangsrapportage over het huisvestings­ plan Campus 2020.

uws van de ie n e n li n o t e h g Een greep uit ee weken. Kijk voor nol tw afgelopen s op www.cursor.tue.n meer nieuw

‘Chemergy’-idee wint Energy Challenge

Volgens de nota zal de huisvestingsnorm -het procentuele deel van de begroting dat jaarlijks door de TU/e aan huisvesting wordt uitgeven- dit jaar met 14,7 procent het hoogst zijn. De jaren daarna zal het weer langzaam teruglopen naar het door de TU/e vastgestelde maximum van 14 procent.

Steinbuch krijgt eerste KIVI Academic Society Award 17 februari - Maarten Steinbuch krijgt de allereerste Academic Society Award van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI). De hoogleraar Systeem- en Regeltechniek aan de TU/e wint deze prijs vanwege de aansprekende wijze waarop hij de verbinding weet te leggen tussen wetenschap en maatschappij. KIVI noemt de laagdrempelige en aansprekende wijze waarop hij kinderen, studenten, bedrijfsleven en anderen hierin weet mee te nemen. Steinbuch geeft regelmatig kindercolleges, is vaak op radio en tv, heeft 6.500 volgers op Twitter en heeft een veelgelezen blog. De award wordt uitgereikt tijdens de Dag van de Ingenieur op 18 maart.

TU/e groeit tegen de stroom in 11 februari - De TU/e zag dit collegejaar met voorsprong de sterkste groei van alle Nederlandse universiteiten: met ruim tweeduizend eerstejaars bedroeg die 9,5 procent. Zes universiteiten verwelkomden dit studiejaar meer eerstejaars dan in september 2013. Landelijk daalde het aantal eerstejaars juist met 2,4 procent. Dat blijkt uit gedetailleerde DUO-cijfers over inschrijvingen aan de Nederlandse universiteiten. De sterkste daling (meer dan zeven procent) voltrok zich bij de Radboud Universiteit Nijmegen, de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Leiden.

Stella verslaat Apple en Bitcoin bij ‘tech-Oscar’ 6 februari - Solar Team Eindhoven heeft in het Amerikaanse Silicon Valley de Crunchies Award gewonnen in de categorie ‘Best Technology Achievement’. Het Eindhovense studententeam versloeg met zijn zonne-gezinsauto Stella onder andere concurrenten Apple en Bitcoin. De jaarlijks uitgereikte Crunchies worden ook wel de ‘Oscars van de technologie’ genoemd. De winnaars valt overigens slechts eer ten deel: aan de Award is geen geldprijs verbonden. De prijs werd in ontvangst genomen door (voormalig) STE-leden Lex Hoefsloot, Roy Cobbenhagen en Koen van Ham.

14 februari - Vier TU/e’ers zijn uitgeroepen tot winnaars van The Energy Challenge. Hun idee voor een raam dat zowel energie bespaart als opwekt, werd gekozen als beste oplossing om Eindhoven in 2045 energie­ neutraal te maken. Met hun ‘chemergy’concept versloegen ze negen andere teams van Eindhovense studenten en sleepten ze een beloning van 2.500 euro in de wacht. Het winnende idee combineert een energie­ besparende smart window met energieopwekkende luminescent solar concentrators (LSC’s). De smart window weerkaatst warmte in de zomer en laat het door in de winter, terwijl bij de LSC-techniek licht via een groot gekleurd plastic paneel naar zonnecellen aan de zijkant van dat paneel geleid wordt. Die laatste techniek is niet alleen goedkoop, maar ook kleurrijk.

erleg v o n i e t n e me TU/e en ge rein. r e t r e e k andere r a ie Visscher en nn om p Ja rterrein er d ou er het parkee am, weth Jo van H leggen ov roen /e-collegelid fel om te over ta TU om ri ri el Trefpunt G ua ua br br 13 fe . Milieukoep ndag 23 fe nood­ an aa n la m ee es b u an le zo ga Ce n d aan de gekapt. Ook betrokkene eg el en b ng eb aa h t ja d te en vorig ar el wor ar illegaal bom dat momente tie in oktober da ca n lo e va d er or /e vo de TU plan beschuldigt bestemmings iging van het ijz w ke lij e. ke za meent jn door de ge geweigerd zi met het ak ra sp de af De vraag is of dat zij ook mir Lyceum Lorentz Casi ik kunnen rplaats gebru ee rk pa e d n va voor een , de noodzaak gaan maken g wegneemt. planwijzigin bestemmings rein is ige MMS-ter Het voormal wordt en n de TU/e eigendom va kt als aa m ge t schik momenteel ge tk oe oming in als tegem parkeerterre vanaf kers die niet aan medewer alen et b illen gaan eind maart w mpus. ca e d eren op voor het park

CvB benoemt nieuwe directeur CEC 5 februari - Hanneke Koppers wordt de nieuwe directeur van het Communicatie Expertise Centrum (CEC) van de TU/e. Zij gaat vanaf 7 april aan de slag, nadat ze haar huidige werkzaamheden bij waterschap Aa en Maas heeft afgerond. Donderdag 5 februari stelde Jo van Ham haar namens het College van Bestuur voor aan haar nieuwe collega’s bij dienst CEC. Koppers (42) studeerde Europese studies aan de Universiteit van Amsterdam en combineerde dat met de studie Russisch. Ze werkte jarenlang voor het ministerie van Buitenlandse Zaken, eerst als diplomate en later als communicatieadviseur. De afgelopen acht jaar was Koppers Hoofd Adviesstaf bij waterschap Aa en Maas.

TU/ecomotive presenteert ontwerp ‘Nova’ 4 februari - ’s Werelds eerste modulaire auto, de eerste auto gemaakt van biocomposiet en tevens de eerste driezits ‘consumentenauto’ waarin de bestuurder in het midden van het voertuig zit. Dat zijn de opvallendste features van Nova, de nieuwe elektrische auto waarmee TU/ecomotive de komende maanden de hort op gaat. Waar TU/ecomotive vorig jaar met Isa een echte stadsauto bouwde, wil het nieuwe team met Nova juist een auto presenteren die voor uiteenlopende situaties inzetbaar is. Een auto voor het leven moet Nova bovendien zijn, die ‘meegroeit’ met zijn eigenaar doordat die zijn voertuig op allerlei fronten kan aanpassen naar gebruik en behoefte. Lees meer over Nova op pagina 12 en 13 in deze Cursor.


4 | Gelinkt

19 februari 2015

“We willen een extra dimensie toev De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds twee van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.

Het onzichtbare zichtbaar maken; die droom delen Jom Luiten en Nico Sommerdijk. Een nieuwe generatie elektronenmicroscopen moet daarvoor zorgen - en dus slaan de fysicus en de chemicus de handen ineen. Sommerdijk (hoogleraar Bio-inspired and Multiscale Materials) is de expert die met zijn microscopen dingen probeert te doen die eigenlijk niet kunnen. Luiten (hoogleraar Coherence and Quantum Technology) is naar eigen zeggen de ‘bundelboer’ van het stel. Samen hopen ze een elektronenmicroscoop te ontwikkelen die filmpjes kan maken op nanoschaal.


Gelinkt | 5

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

voegen aan elektronenmicroscopie” Sommerdijk: “Jom maakt elektronen­ bundels in de vorm van heel snelle pulsen, als een soort mitrailleur waarbij iedere kogel een elektronen­ pannenkoekje is dat je op een sample afstuurt. Hij zit daarmee aan de ontwerpkant van de elektronenmicroscopie, terwijl wij meer van de toepassing zijn. Toch, Jom?” Luiten: “Perfecte omschrijving; jij mag voortaan mijn inleidingen verzorgen. Het komt erop neer dat we een extra dimensie willen toevoegen aan elektronenmicroscopie, namelijk de tijdsdimensie. Nu maak je plaatjes door er met een elektronenbundel op te schijnen. De grote uitdaging is om een soort flitsbelichting te maken waardoor je in één keer een plaatje kunt maken. En dan met een zo hoog mogelijke frequentie.” Sommerdijk: “Jom heeft realistische samples nodig om zijn bundel mee te testen. Daarvoor kunnen wij zorgen. Maar misschien is het goed als jij vertelt waar ik me mee bezig houd.” Luiten: “Dat kan ik proberen. Nico is geïnteresseerd in de chemie van materialen, en dan met name materialen geïnspireerd op de natuur. Natuurlijke materialen zoals bot en collageen hebben allerlei eigenschappen die we in het lab nog niet kunnen verkrijgen. Door te achterhalen hoe die biomaterialen worden gevormd, leer je niet alleen over de natuur, maar doe je ook kennis op die nieuwe materialen kan opleveren. Die vormingsprocessen

bestudeert Nico met een heel arsenaal aan elektronenmicro­ scopische technieken, waaronder CryoTEM. Daarmee bekijkt hij supersnel ingevroren samples; dat is een manier om ze als het ware letterlijk te bevriezen in de tijd.” Sommerdijk: “Klopt helemaal. Het ideaal dat Jom en mij samenbrengt, is om de samples niet meer te hoeven invriezen, maar ze in vloeistof kunnen bekijken - hun natuurlijke omgeving. Zodat we de dynamiek van bijvoorbeeld biomineralisatie kunnen volgen door daar een filmpje van te maken.”

“‘Liquid cell microscopy’ is Nico’s grote ding” Luiten: “Die ‘liquid cell microscopy’, dat is Nico’s grote ding. En daar ben ik ook heel enthousiast over. Je moet je voorstellen dat er een deeltje of een molecuul voorbij komt zwemmen onder de microscoop. Dan heeft het geen zin om daar met een lange belichtingstijd een plaatje van proberen te maken. Je hebt dan echt flitsbelichting nodig om in één keer een afbeelding te creëren. Vanuit de fysica is het onze uitdaging om die belichting mogelijk te maken. Dat is niet eenvoudig: elektronen stoten elkaar af, dus een pakket elektronen bij elkaar houden, gaat

niet vanzelf. Toch lukt ons dat, onder meer door microgolven te gebruiken. Maar onze inbreng hierin is oneerbiedig die van bundelboer, van machinebouwer. Van microscopie weet ik eigenlijk nog niet zo veel.” Sommerdijk: “Ik probeer altijd dingen voor elkaar te krijgen die eigenlijk niet kunnen. In samenwerking met microscopenfabrikant FEI werken we nu aan nieuwe belichtingsstrategieën voor samples. We zijn wat dat betreft geen typische gebruikers van hun microscopen, maar dat geldt ook voor Jom.” Luiten: “Wij werken ook intensief samen met FEI, maar dan met een andere afdeling. FEI heeft een microscoop ter beschikking gesteld waar we onze elektronenbron aan kunnen koppelen, zodat we kunnen proberen die flitsbelichting werkend te krijgen. Het moet mogelijk zijn om op die manier filmpjes te maken met een nauw­keurigheid van

nanometers en een tijdsresolutie van nanoseconden. Goed genoeg om de vorming van bot te kunnen volgen. Een groep in Amerika is daar al dicht bij gekomen. En als Nico’s groep en de mijne samenwerken, moeten we hun resultaten kunnen verbeteren.”

“Op de mat zijn we elkaar nooit tegengekomen” Sommerdijk: “Zo’n vijf jaar geleden zijn we voor het eerst in gesprek geraakt. Ik herinner me dat precies omdat ik toen nog aan vechtsporten deed. Jom bleek aan karate te doen, een stijl die ik ook nog een tijdje heb beoefend. Maar op de mat zijn we elkaar nooit tegengekomen.” Luiten: “Misschien maar goed ook. Helaas bleek het lastig om financiering te vinden voor onze plannen.

Iedereen vond het een goed idee, maar uiteindelijk moet je al iets hebben laten zien om aan te tonen dat zo’n samenwerking tussen verschillende disciplines wérkt. Het funding-landschap is daar nog niet op ingesteld. Dat is wel frustrerend. Soms is het ook lastig voor ons als natuur- en scheikundigen om elkaar te begrijpen. De discussies verlopen daardoor soms moeizaam, maar dat maakt ze juist leerzaam.” Sommerdijk: “Het is ook een grote brug om te slaan. Jom en ik werken nu binnen het ICMS -het Instituut voor Complexe Moleculaire Systemen van de TU/e, red.- samen met Ilja Voets, een fysisch-organisch chemicus. Hopelijk volgt daar een mooie publicatie uit. Dat zou het makkelijker maken om geld te vinden voor een vervolgproject.”

Tekst | Tom Jeltes Foto | Bart van Overbeeke

Jom Luiten (links) en Nico Sommerdijk


6 | Student

Clmn

19 februari 2015

Aanschuiven bij

Mexicaanse ovenschotel de luxe

(voor vijf personen, onder wie veelvraat Rik Hagelaars) Bak in een pan 500 gram kip en in een andere 700 gram gehakt. Verdeel er een zakje chilikruiden van Casa Fiesta over. Vul twee ‘units’ (lees: ovenschalen) met achtereenvolgens: • een zak Doritochips in smaak naar keuze • de inhoud van een pan • een rode puntpaprika in stukjes • half blikje maïs • stukjes jalapeno’s (de groene pepertjes uit glas) • half blikje ananasstukjes • 300 gram geraspte kaas

Jim Stolk student Industri al Design

Privacybandwagon Zeuren over privacy is hip. Vooral de tech-giganten uit het westen van de VS krijgen het vanuit de onderbuik zwaar te verduren en menig buitenlandse overheid is bij voorbaat al de definitie van Big Brother. Opvallend is dat medestudenten vooral zeuren over de privacy-aspecten van gratis diensten zoals de Facebooks, Twitters en Gmails van deze wereld, maar zich zelden druk maken over bedrijven en diensten van eigen bodem waar je wél voor betaalt. Stel je mijn verbazing voor toen ik begin februari verhuisde en een dag later in OASE zag dat mijn nieuwe adres al bekend was bij de TU/e. Huh? Navraag leerde mij dat de universiteit dit automatisch uit de Basisregistratie Personen van de gemeente ontvangt. Ze vragen dit niet op, de gemeente ‘duwt’ deze informatie (waarschijnlijk via Studielink) ongevraagd naar de TU/e.

Tip van kok Eddy: je kunt andere groenten toevoegen, maar neem geen champignons. Die verliezen veel vocht en dan worden de chips nat. Zet de twee units een kwartiertje in een hete oven. Alles is al gaar, maar de kaas moet lekker smelten. Bij het serveren (lees: de units op tafel zetten en iedereen een vork geven) ook een kom met losgeklopte crème fraîche met peper op tafel zetten.

TU es

Mijn medestudenten deelden mijn verontwaardiging hierover niet - de TU/e mag mijn nieuwe adres toch hebben? Waar men even aan voorbijgaat, is dat het een actie van mijn kant dient te zijn om een adres te updaten en dit niet zonder toestemming aan een niet-overheidsdienst verstrekt moet worden.

Wat doe je op je eerste vrije dag na een tentamenperiode? Eerst mijn kamer opruimen, want daar is het een grote puinhoop als ik moet studeren. Daarna ga ik altijd uit eten in de stad met mijn studievrienden, vervolgens stappen of chillen. Wat zou je aan de TU/e willen veranderen? Op dit moment ben ik nog geen dingen tegengekomen die ik zou willen veranderen aan de TU/e.

Ontvang je een vervangende simkaart voor je telefoon, dan is het eerste sms’je dat je krijgt waarschijnlijk van ING: ‘U heeft een nieuwe simkaart, dus blokkeren we uw TAN-codes voor 48 uur’. Hoe weet ING dit zonder de vrijwillige informatievoorziening van Vodafone? Eigenlijk gaat het ING niks aan dat je een andere simkaart hebt, dit is iets tussen jou en je provider. Hierbij zwijgen we nog maar over de vele bedrijven in Nederland die je BSN willen noteren voordat ze hun diensten verlenen. Wettelijk verboden, maar anders weigeren ze simpelweg aan je te verkopen. Studenten en overige Nederlanders: zeur híer eens over, in plaats van enkel ageren tegen gratis online diensten. Op www.cursor.tue.nl vind je meer columns. De volgens de redactie beste column plaatsen we hier.

Waarom heb je voor deze studie gekozen? Scheikunde ging me goed af op de middelbare school en ik vond het ook een erg leuk vak. Bovendien was ik op zoek naar een pittige studie met genoeg uitdaging. De hoge moeilijks­ heidsgraad was niet doorslaggevend, maar speelde wel een rol bij mijn keuze. Het vooral met bestaande stoffen nieuwe producten bedenken, spreekt me erg aan in deze studie.

Waar kun je als student lekker en goedkoop eten in de stad? Bij Happy Italy is het heel lekker, goedkoop en ook nog redelijk gezond. Maar het allerleukste is dat ze Pizza Nutella hebben. Daar ben ik helemaal gek op. Wat is het meest opmerkelijke dat je ooit op je kamer hebt aangetroffen na een avond stappen? Mijn vriend. Hij lag onverwachts in mijn bed en ik had het pas in de gaten toen hij ineens ‘Hoi’ zei. Wat is volgens jou de ultieme stedentrip? New York. Mijn eerste stad buiten Europa maakte een enorme indruk op me. Vooral toen we om zes ‘s ochtends door de stad liepen met een enorme jetlag. Echt alles: de energie, de diversiteit aan mensen, de gebouwen, de sirenes - de hele sfeer sprak me heel erg aan.

Pauline Offeringa (19 jaar) Eerstejaars studente Scheikundige Technologie

Foto | Bart van Overbeeke

Wat vind jij de beste innovatie op jouw vakgebied? De beste innovatie tot nu toe vind ik nanotechnologie. Met deze technologie zijn atomen zichtbaar onder een microscoop. Deze onderzoeksmethode is op heel veel verschillende manier toepasbaar; ook in de geneeskunde met medicijnen en dergelijke.

Pauline h aalt de vra ag over ‘de beste innovatie op jouw vakgebie d’ eruit e n zet daarvoor in de pla ats: ‘Met wie zou een dagje jij weleens willen ru ilen?’. (TP)


Student | 7

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Wat is dat voor een huis? In de bovenwoning Strijpsestraat 93 wonen vier mannen en staat tijdelijk een kamer leeg. Er is géén woonkamer en het is niet goedkoop (rond de 300 euro per maand), maar wel dicht bij het gezellige en praktische (want winkels) Trudoplein. Er is geen contact met de huisbaas, daarvoor is tussenpartij DeHuisVestingCentrale. De bewoners studeren allemaal iets anders, maar hebben wel een klik met GEWIS. Waarom eten jullie zonder borden? “We hebben best tafelmanieren”, zegt Rik Hagelaars (derdejaars Technische Bedrijfskunde) meteen. “Maar dit gerecht kun je niet met een opscheplepel op een bord krijgen”, vult Eddy van Beekveld (die nu in bij Fontys bedrijfswiskunde studeert) aan. En daarom eten ze met hooguit een vork. Deze ovenschotel is een typerend huisgerecht: veel, makkelijk en smaakvol. En wis het voordeel van weinig afwas niet uit! Ze eten het minstens tweemaal in de maand. Eddy: “We eten tot we genoeg hebben en daarna eet Rik de rest.”

Er is een kamer vrij. Is die voor tweedejaars Werktuigbouwkunde Jeroen van Duijnhoven? “Nee, één Van Duijnhoven is genoeg”, zegt Eddy resoluut. Jeroen is de broer van masterstudent Erwin (Technische Wiskunde). Jeroen is vaste gast, maar daar moet het maar bij blijven. De nieuwste huisgenoot moet een groepsfoto van Eddy, Erwin, Rik en Thijs Ledeboer (derdejaars Technische Informatica) in posterformaat aan zijn muur hangen. Dat is een eis die ze -nuchterbedachten tijdens een eerdere maaltijd. Iemand die lui is, tegen een stootje kan en niet gauw in tranen uitbarst, zou hier wel passen. “We denken niet dat er een meisje wil komen wonen.”

Zijn hier huisregels? “Frank Wessels mag hier niet douchen!” Dat heeft de intropapa van Rik ook nooit gedaan, en we gaan niet opschrijven waarom hij het niet mag, maar het lijkt een belangrijke regel te zijn. “Elk ontbijt dat hier bezorgd wordt, is voor Loyd.” De voormalig huisgenoot kreeg als versiertruc ooit een ontbijtje voor zijn kamerdeur van een andere man. Loyd had het niet door, stapte eroverheen en ging naar college. Later is nooit meer een ontbijt bezorgd in Landhuis In den Wijngaarde.

Interview | Norbine Schalij Foto’s | Rien Meulman

Wil jij ook met je culinaire huisgenoten in deze rubriek? Mail dan naar cursor@tue.nl

En hoe is het in Tampere? Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

Begin januari 2015 kwam ik aan in het koude en witte Finland om een halfjaar Architectuur te studeren aan de technische universiteit van Tampere. De eerste maand studeren was goed, maar het studenten­ leven nog veel beter. Vriendschappen zijn zo gemaakt nadat je samen in de sauna bent geweest, in ijswater hebt gezwommen en naakt door de sneeuw hebt gerold! Finnen houden van sauna’s; Finland heeft 5,3 miljoen inwoners en 3,3 miljoen sauna’s! In kantoor­ gebouwen worden de beste deals gesloten in de bedrijfssauna en ook de universiteit heeft natuurlijk een sauna. De meest bijzondere sauna-ervaring was toch wel tijdens mijn trip naar Lapland, waar ik na de sauna de Atlantische Oceaan in ben gesprongen (brrr). Naast de sauna-avonden worden er natuurlijk ook nog andere activiteiten voor studenten georganiseerd, zoals grote exchange-party’s, filmavonden aan de universiteit, sitsit’s (grote diners), trips naar Lapland, Rusland en Zweden en sporttoernooien waarvan het wereldkampioenschap Kyykkä (een typisch Fins studentenspel dat je in de sneeuw speelt) toch wel het hoogtepunt is. Het klimaat in Tampere was even wennen aan het begin. Het is in januari gemiddeld -5 graden overdag, maar -20 kan natuurlijk ook. Toch heeft het zeker zijn voordelen. Ik hoef maar mijn deur uit te stappen en ik kan skiën, snowboarden, langlaufen, schaatsen en sneeuwpoppen maken. Ik was al onder de indruk van de hoeveelheid sneeuw in Tampere, maar in Lapland, boven de poolcirkel, lag meer dan een meter sneeuw. Kom je naar Finland, dan is het zeker aan te raden om Lapland te bezoeken. Tijdens mijn trip ben ik op bezoek geweest bij de Kerstman en heb ik het sneeuwpaleis in Kemi gezien. Ik heb op een sneeuw­ scooter gereden, heb het noorderlicht gezien en ben op husky-safari geweest. Allemaal onvergetelijke activiteiten! Ik voel me ondertussen al helemaal thuis in Tampere en kijk uit naar de vele activiteiten die ik voor de komende maanden nog op mijn agenda heb staan. Vervelen is er in ieder geval niet bij! Moi Moi!

Jolijn mastevran Keulen Architsetudent , ctuur (Rechts o p de fo

to)

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.

Blog: http://jolijn.gaatverweg.nl

Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl


8 | Student

19 februari 2015

Kracht/en/veld Paalfitness: Blue

Facts and figures Opgericht in: 2012 Meest trots op: groei van het aantal leden. Er zijn nu vijf trainingsgroepen. Aantal leden: tachtig, waaronder vier heren. Doel: blijven groeien in ledental en veel ondernemen met de leden. Bijzonderheid: Blue (de naam verwijst naar de nodige blauwe plekken die paalsporters oplopen) is de eerste studentenpaalfitnessvereniging van Nederland. www.spvblue.nl

Hoe erotisch is paaldansen, pardon, paalfitness? “Het gaat bij ons om een combinatie van fitness, balans en flexibiliteit. Erotiek zie je alleen als je het zoekt”, zegt Zita van Rossum, tweedejaars Bouwkundestudente. “Als ik mensen vertel dat ik op paalfitness zit, vinden meisjes het gaaf en reageren jongens toch anders. Zij zien het als iets ondeugends.”

Weinig leden doen aan wedstrijden. Waarom is dat? Blue-voorzitter Anouk Sprokel (afgestudeerd bij Fontys-Pabo) heeft richting ouders van haar leerlingen al vragen moeten beantwoorden over haar sport. Waar doe je dat? Wat heb je dan aan? Wie zijn er allemaal bij? Dat ze zei dat het gebeurde in het sportcentrum van de technische universiteit, haalde de argwaan weg. Maar Anouk past ervoor dat er wedstrijdfoto’s van haar in bijvoorbeeld de burlesque-tent Rouge op Stratumseind (waar wedstrijden gehouden worden) verspreid worden.

Waarom is Blue opgericht? “Voor 2012 waren er bij het SSC wel paalfitnesscursussen, maar wij vonden de faciliteiten niet optimaal”, zegt mede-oprichtster Monique Scheepers (inmiddels afgestudeerd als organisatiewetenschapper in Tilburg). “Nu hebben we spiegels, een extra paal die kan draaien, folie tegen gluurders vanuit de andere zaal en valmatten. En af en toe houden we in de Bunker fotoshoots voor de leden.”

Wat zijn standjes die ieder lid kent? De fireman en de helicopter horen tot de basistrucs van iedere paaldanser. Met de fireman, waarbij één been voorlangs om de paal geklemd is en één been achterlangs, kom je rechtop draaiend naar beneden. Een sierlijke manier om een routine te starten, is met de helicopter. Je billen zijn het hoogste punt, je benen zijn horizontaal gespreid. Een hangover is voor mannen niet te doen. “Dan zit je in de paal en ga je met het hoofd achterover”, zegt Floor van Schie, masterstudente Bouwkunde. “Dat is voor mannen lastig, want dan komen de edele delen klem te zitten.”

Wat moet niemand ooit doen? Handcrème en bodylotion opdoen. Dan verlies je de grip. Marigo Heijboer (alumnus IE&IS) doet het toch, vanwege haar droge huid, maar compenseert dat met handenvol magnesium. Ook tipt zij dat je niet te lang moet doorgaan. Ze heeft een blaar op haar handpalm die maar niet verdwijnen wil.

Hello... world?

Comic | Elles Raaijmakers Inkleuren | Minke Nijenhuis

Tekst | Norbine Schalij Foto’s | Bart van Overbeeke


Student | 9

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Anika Brandsma

“Schietende robots vind ik niet zo interessant” Jazeker, ze koopt ook nog wel eens een kant-en-klaar pakketje lego in de speelgoedwinkel - “voor de ontspanning, want daar hoef je niet over na te denken”. Maar het liefst bijt Anika Brandsma, studente Werktuigbouwkunde, zich vast in zelfontworpen robots, waarmee ze ook bij LEGO indruk maakt. Inmiddels behoort ze tot de inner circle van het bedrijf en krijgt ze als tester bijvoorbeeld als één van de eersten de allernieuwste LEGO Mindstorms-producten voorgelegd. Anika heeft het van geen vreemde: haar vader, ook werktuigbouwkundige, duikt minstens zo gretig op de bekende kleurige blokjes met noppen. “We hebben heel veel samen gebouwd; dan steek je elkaar aan en word je allebei steeds fanatieker”, stelt de studente. Het werd volgens de derdejaars studente écht menens toen ze haar eerste eigen lego-robot bedacht en bouwde. Niet meer plaatje voor plaatje de instructies volgen, maar zélf vanaf scratch iets in elkaar zetten. Ontwerpen, bouwen, soms weer afbreken, opnieuw beginnen: “Het is gaaf om zelf iets te bedenken en maken wat wérkt”. En ja, dat brengt soms ook ergernis met zich mee. Wat ze bijvoorbeeld nog steeds niet voor elkaar kreeg, is het zelf bedenken en bouwen van een lopende robot. “Bij een lopend voorwerp verplaatsen de benen steeds - en daarmee ook het gewicht van de robot. Dat is lastig. Bovendien: als ik iets wil laten lopen, dan moet dat ook nog eens mooi én snel. En dat gaat niet altijd samen.” Ze mogen dan nog niet rijp zijn voor de catwalk; bij fans en kenners oogsten haar bouwwerken veel lof, onder andere tijdens LEGO-evenementen waar liefhebbers elkaar ontmoeten. Ook een medewerker van LEGO, die Anika op één van die beurzen tegenkwam, was onder de indruk. “Hij vond het fantastisch wat ik maakte, zeker omdat ik een meisje ben. De meeste mensen die, net als ik, redelijk professioneel robots maken, zijn mannen van de leeftijd van mijn vader.” Op haar achttiende nodigde LEGO Anika uit om naar Abu Dhabi (Verenigde Arabische Emiraten) te komen en daar één van haar robots te laten zien op de LEGO World Robot Olympiade. “Mijn vader ging mee; ik kende al die mensen van LEGO toen nog niet zo goed en Abu Dhabi is natuurlijk geen heel gangbare bestemming.” Ze vond het “heel vet” om daar andere lego-robotfanaten tegen te komen, “iedereen bouwt toch weer net een beetje anders en heeft zijn eigen aanpak en stijl”. Ze kijkt niet echt op tegen andere bouwers en kan zich naar eigen zeggen meten met de rest. Maar als Anika iets móet noemen wat ze zelf meer zou willen doen of beter zou willen kunnen: “Sommige mensen zijn ontzettend goed in programmeren,

ook in andere talen dan de standaardtaal die in de lego-doos zit. Anderen bouwen weer heel gróót”. Ze beschrijft een lego-auto die ze eens zag op een evenement, waarin een kind kon zitten en rijden. Lachend: “Maar op mijn studentenkamer past dat niet”. Inmiddels is Anika één van LEGO’s Mindstorms Community Partners (MCP). Als LEGO op het punt staat een nieuwe robot op de markt te brengen, vraagt het bedrijf deze selecte, internationale groep van ervaren bouwers om hun feedback. “Al voordat ie uitkomt, wordt zo’n nieuwe robot naar ons opgestuurd en wordt ons gevraagd wat we ervan vinden en of we bijvoorbeeld nog fouten tegenkomen in de software.” In de door elke MCP’er onderteken­ de non-disclosure agreement is vastgelegd wat wel en vooral nog níet mag worden gedeeld. Zo staat bijvoorbeeld nadrukkelijk beschreven dat de bouwers de robots die ze al ver voor de echte release in handen krijgen, niet mogen doorverkopen. De ‘partners’ krijgen geen vergoeding voor hun testwerk en feedback -

maar waarschijnlijk zit de grootste beloning voor de meesten al in het vroegtijdig en gratis krijgen van een robot die later in de winkel al gauw een paar honderd euro kost. Of de TU/e-studente, binnen de LEGO-gemeenschap bekend als Anika Vuurzoon, als één van de weinige vrouwen in het gezelschap ándere feedback levert dan haar mannelijke community-genoten? Dat valt volgens de studente wel mee. “Maar ik zal het bijvoorbeeld wel inbrengen als ik vind dat een bepaalde robot voor een meisje helemaal niet leuk is om te maken. Veel mannen vinden het superleuk om bijvoorbeeld schietende robots te maken; ik vind dat niet zo interessant.” Een lieveheersbeestje, op de maat dansende cheerleaders; veel van haar eigen bouwwerken hebben een duidelijke vrouwelijke touch. Ze knutselt ook graag met de meer op meisjes gerichte Friends-lijn van LEGO, “maar ik vind het vooral leuk om dat dan weer te combineren met de techniek van Mindstorms en die poppetjes bijvoorbeeld te laten bewegen”.

Ook heeft ze een nadrukkelijk oog voor afwerking en detail. Ze wijst op haar robothaai, die ze vorige week -op uitnodiging en grotendeels op kosten van LEGO- mocht laten zien tijdens LEGO World in Kopenhagen. “Veel andere robothaaien zijn blokkeriger en je ziet de tandwielen zo nog zitten. Bij mij is dat allemaal weggewerkt. Mijn haai ziet er ook echt úit als een haai.” Alle onderdelen van deze robot zijn gewoon te koop, niets is gecusto­ mized. “Ik heb eerst een haai gebouwd in verschillende kleuren, omdat ik niet alle blokjes in de goede kleur had. Toen heb ik het hoofdkantoor wat foto’s van het prototype gemaild: ‘Joh, ik heb een leuk idee, ik wil een haai maken, ik mis alleen de juiste onderdelen nog’. Die hebben ze toen voor niks opgestuurd.” Mensen die nu horen over Anika’s passie, vinden het volgens haar doorgaans “heel cool” wat ze doet. “Maar vroeger, op de middelbare school, waren er ook wel mensen die het raar vonden dat ik als tiener nog steeds met lego speelde.”

Ook op haar studentenkamer staan nog altijd bakken vol lego. Hoeveel uur ze per week aan haar uit de hand gelopen hobby besteedt, wisselt volgens Anika nogal. “Ik studeer ook, dus ik kan alleen ‘s avonds, in de weekenden en in vakanties bouwen.” Daarnaast brengt ze onder andere een paar uur per week door bij studentendansvereniging Footloose, waar ze hiphop en salsa danst. In het weekend heeft ze sowieso haar vaste lego-uurtjes, als ze via Stichting Kennisplein roboticales geeft aan Eindhovense tieners. Vaststaat dat ze straks, binnen haar masteropleiding, ook iets met robotica wil gaan doen. Een baan bij LEGO ambieert Anika vooralsnog niet. “Ergens lijkt dat me natuurlijk heel cool, maar dan moet je wel in Denemarken gaan wonen. Ik weet niet of ik dat wel wil.”

Bekijk voor een impressie van Anika’s werk het YouTube-kanaal ‘Vuurzoon’. Interview | Monique van de Ven Foto | Bart van Eijden


10 | Universiteitsberichten

19 februari 2015

MENS Dienst Huisvesting | Jubileum Ronald van Nattem Ronald van Nattem viert zijn 25-jarig ambtsjubileum. Ter gelegenheid hiervan biedt Dienst Huisvesting hem een receptie aan in het PVOC op donderdag 26 februari a.s. vanaf 16.00 uur. U bent van harte uitgenodigd om hierbij aanwezig te zijn. Veronique Marks, directeur Dienst Huisvesting

Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Promoties Donderdag 19 februari, 16:00 uur, CZ4: promotie R.P.M. Moonen MSc (BMT) Promotoren: prof.dr. K. Nicolay en prof.dr. M.J.A.P. Daemen Voorzitter: prof.dr. J.P.W. Pluim Titel proefschrift: “Quantitative molecular MRI of atherosclerosis”

Maandag 23 februari, 14:00 uur, CZ4: promotie I. Monnaie MSc (ST) Promotoren: prof.dr. E.L.F. Nies en prof.dr. G. de With

Voorzitter: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: “Structure Creation of P3HT in Solution”

UNIVERSITEITSBERICHTEN

Maandag 23 februari, 16:00 uur, CZ4: promotie S.S. Shirsath MSc (ST) Promotoren: prof.dr.ir. J.A.M. Kuipers en prof.dr. H.J.H. Clercx Voorzitter: prof.dr. D.J. Broer Titel proefschrift: “Granular Flows Down Inclined Rotating Chutes Experimental and Simulation Studies”

Maandag 23 februari, 16:00 uur, CZ5: promotie E. Bitincka MSc (EE) Promotoren: prof.dr.ir. M.K. Smit en prof.dr. K.A. Williams Voorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Titel proefschrift: “Generic Testing in Photonic ICs”

Voorzitter: prof.dr. P.A.J. Hilbers Titel proefschrift: “Responsive materials from adaptive supramolecular constructs”

Dinsdag 24 februari, 16:00 uur, CZ4: promotie I. de Feijter MSc (BMT) Promotor: prof.dr. E.W. Meijer

Maandag 2 maart, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. R.J.M. Theunissen (W) Promotoren: prof.dr.ir. J.E. Rooda en prof.dr.ir. J.H. van Schuppen

Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Supervisory Control in Health Care Systems”

Dinsdag 3 maart, 16:00 uur, CZ4: promotie D. Jain MSc (ST) Promotor: prof.dr.ir. J.A.M. Kuipers Voorzitter: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: “Cutting Bubbles

Advertentie

How do you make a lithography system that goes to the limit of what is physically possible? At ASML we bring together the most creative minds in physics, electronics, mechatronics, software and precision engineering to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms. So if you’re a team player who enjoys the company of brilliant minds, who is passionate about solving complex technological problems, you’ll find working at ASML a highly rewarding experience. Per employee we’re one of Europe’s largest private investors in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue pushing the boundaries of what’s possible.

/ASML

/company/ASML

www.asml.com/careers

Discrete Bubble Modeling of a Micro-structured Bubble Column” Dinsdag 3 maart, 14:00 uur, CZ4: promotie ir. K.M.P. van Eeten (ST) Promotoren: prof.dr.ir. J.C. Schouten en prof.dr.ir. G.J.F. van Heijst Voorzitter: prof.dr.ir. R.A.J. Janssen Titel proefschrift: “Hydrodynamics of rotating multiphase flows”

Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar universiteitsberichten@tue.nl.


Mens & Mening | 11

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TUssen de oren

Liefde voor auto’s

In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werk­ omgeving, het weten­schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van de TU/e-opleiding Psychology & Technology.

Illustratie | Sandor Paulus

Bij ons thuis zijn we toe aan een nieuwe auto. Mijn wens om een Porsche 911 aan te schaffen (hoor ik daar midlifecrisis?), staat helaas nogal op gespannen voet met het feit dat er vier kinderen in moeten passen. We rijden al jaren rond in een Chrysler Voyager. Een ideale auto om onze aanzienlijke kinderschare inclusief bagage van hot naar her te chauffeuren, maar met een zorgelijke uitstoot, nog zorgelijker verbruik en een wegenbelasting waarbij het lijkt alsof wij alleen de renovatie van het wegennet in en om Eindhoven moeten bekostigen. U begrijpt dus mijn vreugde over de komst van Stella - TU/e’s prijswinnende gezinsauto die zich met respec­ tabele snelheid over grote afstanden kan voortbewegen, zonder één druppel brandstof of één gram uitstoot. Niet voor niets won Stella onlangs de prestigieuze Crunchies Award in de categorie ‘Best Technology Achievement’ en liet ze hiermee de formidabele concurrentie (inclusief Apple, ESA en Bitcoin) achter zich. Er zijn veel mens-productrelaties die een sterk sociaal karakter hebben (denk aan je mobiele telefoon, je laptop of je kleding), maar de relatie met de auto is wel een heel bijzondere. Het heeft veel weg van een liefdesrelatie. Passie en toewijding zijn een integraal onderdeel van die relatie, maar ook onzekerheid en frustratie. Een auto is onvoorspelbaar en heeft karakter. Je leert je auto kennen en vertrouwen door de jaren heen.

UR-podium Having read the columns of Vincent Merk about internationalization of TU/e I was triggered to write this column in English. In one of his columns, Vincent asked if other forums in the university are prepared for the international community. Is the University Council (UC) prepared? To be honest, not completely. All correspondence, reports, minutes (apart from the official documents of the Graduate School) etc. are written in Dutch. When an international employee would like to read the ‘openbare stukken’ and ‘besluiten’ available

Een auto is onvoorspelbaar en heeft karakter

En net als een mooie partner, draagt ook een mooie auto bij aan je identiteit en aanzien - het zegt iets over jezelf. Op dit punt laat de Stella nog wel iets te wensen over, maar voor iemand die zijn identiteit heeft verknoopt met een Chrysler Voyager, is iedere verandering een verbetering. In november 1924 was in maandblad Vogue het volgende te lezen: ‘Zoals de fiets na een tiental jaren van transformaties een vorm bereikte die definitief is gebleken, zo is ook de automobiel nu in een stadium gekomen waarin hij alleen nog in details veranderen zal...’. Een van de belangrijkste ‘details’ is dat de krakende koekblikken uit de jaren twintig zijn omgetoverd tot zachtzoemende computers op wielen. De op handen zijnde autonomie van de auto -het vermogen van een auto om chauffeurloos (en zonder brokken, zonder vertraging en energiezuinig) van A naar B te rijden- zal onze intieme liefdesrelatie met de auto onder druk zetten. Want ondanks de karaktervolle zelfrijdende fantasie-auto’s uit Hollywood -de eigenzinnige kever Herbie, de evenwichtige en droge K.I.T.T. of de kwaadaardige Christine- verliezen we met het zelf sturen, ook het gevoel van identificatie en controle. De chauffeur wordt passagier. Maar terwijl mijn kinderen met de zelfrijdende gezinsauto naar hun scholen worden getransporteerd, kan ik vanachter mijn bureau weer op zoek naar een antieke 911. Tenzij mijn midlifecrisis tegen die tijd voorbij is natuurlijk.

Wijnand IJsselsteijn | hoogleraar Cognition and Affect in Human-Technology Interaction

Is it a piece of cake?

on the website of the UC, there is no translation if you press the English button. During my walk around during election time in December 2013 in Potentiaal, knocking on office doors and talking to my colleagues to urge them to vote, it became clear to me that a lot of the non-Dutch people were not aware of the existence of the University Council. For some, in their countries of origin, employee participation still doesn’t amount to much or is even prohibited. Apart from the language barrier a culture barrier has to be taken.

Communicating in English is not the biggest hurdle to take, but creating awareness and establish interaction, “that’s another cook”, as Louis van Gaal (coach of Manchester United) would say. So I’m curious to know in which way we could attract the whole TU/e community to interact about matters that concern the University and thus the University Council. Every Monday morning the staff fraction (PUR) of the University Council meets. You are more than welcome to visit and share your ideas with us. Just contact Rianne, the chairperson of the personnel

group (voorzitterPUR@tue.nl) and visit www.tue.nl/ur for the details. By the way, for those who don’t know Louis: he is famous in England for his hilarious, often wrong translated Dutch sayings into English causing lots of confusion during his interviews. Actually the meaning of the Dutch saying “dat is andere koek” is the opposite of the meaning of the English saying “a piece of cake”. To be honest, writing this column in English wasn’t either. ;-)

Diana Heijn erman, personeels fractie UR


12 | Focus

19 februari 2015

Illustraties | TU/ecomotive Tekst | Monique van de Ven Penny, Isa, Nova. Zo heten de ‘dames’ waarvoor de studenten van TU/ecomotive zich de voorbije drie jaar het vuur uit de sloffen liepen. Milieubewuste dames bovendien - maar ieder met een eigen karakter en eigen ambities. Nova, volgens de bouwers ’s werelds eerste modulaire elektrische auto, ziet volgende maand het levenslicht.

What’s new

Vrouwen van vroeger | Penny, zo heette de

New chick in town | Nova oftewel ‘nieuw’ - zo doopte TU/ecomotive haar ‘EM03’. ’s Werelds eerste modulaire auto wordt Nova, zo stelt het team, die door de gebruiker zelf op allerlei manieren kan worden aangepast naar gebruik, behoefte en smaak. Waar voorganger Isa een typische purpose-built car was, bedoeld voor het stadsverkeer, moet Nova altijd en overal inzetbaar zijn. En dat voor lange tijd: Nova groeit -door haar modulaire karakter- mee met de eigenaar, die op zijn beurt niet alleen een persoonlijk stempel kan drukken op zijn vervoermiddel, maar ook op het milieu.

‘EM01’ waarop het eerste, zevenkoppige TU/ecomotiveteam zich in het najaar van 2012 stortte. De elektrische zelfbouwauto van aluminium, plexiglas en tape was, na acht maanden van ontwerpen en rekenen, in amper drie weken gebouwd. Het team werd met Penny zeventiende (van in totaal dertig deelnemers) in de Urban Concept-klasse van de Shell Eco-marathon in het voorjaar van 2013. De ‘EM02’ die in maart 2014 werd gepresenteerd, kreeg de naam Isa. Een praktische, comfortabele en zuinige stadsauto, met een verbruik van omgerekend 1 op 500; zo werd Isa bij haar onthulling in de markt gezet. Maar zoals voor zoveel vrouwen was haar lichaamsgewicht ook voor Isa een issue; bij de Shell Eco-marathon in mei bleek ze met haar 220 kilo 15 kilo te zwaar om te kunnen meedingen naar een plek in het klassement.

Look at that body | Nova’s body wordt grotendeels gemaakt van biocomposiet: een relatief nieuw biologisch materiaal dat onder meer wordt toegepast in de tafeltjes in de nieuwe NS-sprinters. Volgens chief mechanical systems en pr-man Daan de Geus is het materiaal sterker en lichter dan het glasvezel dat voor voorganger Isa is gebruikt. Nova wordt de eerste auto met een body van dit materiaal, bestaand uit zestien afzonderlijke panelen (één voor het dak, één voor elke bumper, de motorkap, enzovoorts). “We hebben bewust gekozen voor kleine panelen, die zijn beter handelbaar. Als je als gebruiker met een complete zijkant van je auto moet gaan sjouwen, wordt het al gauw een klus waar je tegenop gaat zien.” De eigenaar kan deze panelen met behulp van 3D-geprinte klemmen zelf aan het -van ‘hogesterkte’ staal gemaakte- frame van de auto klikken. Zo kan de auto in pakweg twintig, dertig minuten tijd van een andere look worden voorzien. De autoruiten zijn in deze panelen geïntegreerd.

EM01

EM02 Archieffoto’s | Bart van Overbeeke

Zuinig | TU/ecomotive verwacht met Nova het elektrische equivalent van één op achthonderd te kunnen gaan rijden; twee keer zo zuinig als Isa uiteindelijk presteerde. Nelemans benadrukt dat het om eerste berekeningen gaat, “maar we hebben er vertrouwen in dat het verbruik rond die koers gaat zijn”.


Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

w with Nova? In het hart | Voor TU/ecomotive staat de gebruiker centraal. Dit komt wel heel letterlijk tot uiting in de positie van de bestuurdersstoel: midden voorin, in het hart van het dashboard. En dat gegeven is voor veel mensen even wennen, ontdekte teammanager Steven Nelemans. “‘Wat nou als ik met mijn vrouw ergens naartoe wil? Die moet dan achterin zitten, dat is ongezellig, zeggen sommigen. Maar in de praktijk zit je vijfennegentig procent van de tijd alléén in de auto.” Bovenal, zo stelt hij, is het “een stuk veiliger om als bestuurder in het midden te zitten; je hebt een rechte en daardoor betere blik op de weg”. Op de -eventueel ook weg te laten- achterbank is vooralsnog plek voor twee passagiers.

Shell Eco-marathon | De Shell Eco-marathon is een jaarlijkse studentenwedstrijd -die wordt gehouden in Europa, Noord- en Zuid-Amerika en Azië-, gericht op het bereiken van ‘extreme energie-efficiëntie’. Er zijn twee klassen: Prototype en Urban Concept. Auto’s in eerstgenoemde klasse hebben veelal wat weg van een ligfiets met drie wielen; in de klasse Urban Concept, waarin TU/ecomotive uitkomt, komen voertuigen uit die meer lijken op auto’s in het reguliere wegverkeer. Daarnaast kiezen teams voor een brandstofcategorie: de conventionele brandstoffen benzine, diesel, ethanol, FAME of GTL, of de alternatieve brandstoffen: waterstof of elektrisch.

Focus | 13

Batterijen inbegrepen | Net als met de body kan de autobezitter ook ‘spelen’ met een deel van Nova’s techniek, waaronder met de accu’s. De auto wordt standaard geleverd met drie compacte accupakketten van elk tien kilo, dertig kilo in totaal. “Als een pakket leeg is, zet je er een nieuw pakket in en kun je zo verder rijden”, aldus De Geus. Op de snelweg kan de gebruiker met deze drie pakketten zo’n honderd tot honderdvijftig kilometer afleggen, verwachten de bouwers. Op de langere termijn kan volgens het team ook worden gedacht aan “een soort accu-deelsysteem. Dan kun je je bijna lege accupakket bij een tankstation ruilen voor een nieuw pakket en meteen verder rijden”, aldus Nelemans. Voor de Shell Eco-marathon maakt TU/ecomotive overigens gebruik van een accupakket van slechts zes kilo. Tijdens deze wedstrijd wordt maximaal veertig kilometer per uur gereden, maar Nova’s topsnelheid wordt negentig kilometer per uur. Voorganger Isa kwam tot vijftig. “Met negentig kilometer per uur ontstijg je de N-wegen en kun je ook veilig de snelweg op”, verklaart De Geus.

Weight issues | In de lichtste configuratie, met bijvoorbeeld een licht accupakket en zonder achterbank, weegt Nova tussen de 210 en 220 kilo, voorspelt De Geus. De organisatie van de Shell Eco-marathon schroefde het maximumgewicht voor de Urban Concept-klasse dit jaar op tot 225. Op haar zwaarst, met alles erop en eraan, weegt de auto rond de 300 kilo.

De tijdsdruk | Begin februari was het frame voor de auto klaar. Daarna kon begonnen worden met de productie van de body. Bijna alle mechanische en technische onderdelen waren verder al in huis, klaar om ingebouwd te worden. Triple the team | Om Nova te kunnen bouwen, heeft TU/ecomotive de gelederen flink versterkt. Telde de ploeg vorig jaar nog negen leden, dit jaar zijn dit er drie keer zoveel, afkomstig van de opleidingen Industrial Engineering, Electrical Engineering, Werktuigbouwkunde, Automotive en Software Science. Binnen TU/ecomotive zijn overwegend tweedejaars bachelorstudenten actief -allen parttime, of in elk geval in theorie-, een relatief jonge ploeg dus. En dat is een groot voordeel, vindt teammanager Nelemans: “Doordat we minder lang in het universitaire wereldje zitten, denken we heel anders, hebben we andere manieren van concepten en oplossingen bedenken. Dat bleek heel goed voor het creatieve proces.”

Nova moet half april gereed zijn; dan wordt ze namelijk gepresenteerd tijdens de AutoRAI in Amsterdam. Daar staat de auto nog stil; op 11 mei wordt hij rijdend gepresenteerd. Die dag begint TU/ecomotive aan haar anderhalve week durende roadtrip langs bedrijven en partners. Eindbestemming is Rotterdam, waar op 21 mei de Shell Eco-marathon van start gaat. Vóór die roadtrip moet TU/ecomotive ook de kentekenregistratie voor Nova in huis hebben. Begin maart is het eerste van een reeks keurings­ momenten. Het team verwacht weinig grote problemen bij keuringsinstantie RDW, al moeten ze “wel een beetje wennen aan het modulaire karakter van de auto, dat is ook voor hen echt iets nieuws”, weet Nelemans.


14 | Uitgelicht

19 februari 2015

Hoe je een positieve draai

Van vastloper na Tekst | Nicole Testerink Illustratie | Marc Weikamp Je bent aan het afstuderen, maar het wil even niet zo vlotten. Je hebt je begeleider al in geen tijden gesproken, je project loopt niet zo lekker, je motivatie keldert in sneltreinvaart. Toch kun je opgelucht ademhalen, want je bent hierin niet uniek. Bijna elke student kent wel zo’n moment tijdens zijn of haar afstuderen. Vaak lost het zich vanzelf op, maar heb je behoefte aan een gesprek of extra ondersteuning, dan staan studentenadviseurs Lonneke Aalpol en Hedwich van Engelen voor je klaar. Daarnaast is er een Afstudeergroep, waarin afstudeerders in een kleine groep wekelijks samenkomen om concrete doelen te stellen. In vergelijking met de rest van je studie, is je afstuderen -zowel voor je bachelor als master- vaak een kwestie van ‘de knop omzetten’. Tijdens je vakken kreeg je de studiestof aangereikt en had je te maken met vastgelegde tentamendata en gestructureerde werkgroepen waar je op de vingers werd getikt als je de taken niet af had. Met je afstudeerproject gaat het ineens heel anders. Je moet zelf je onderzoek afbakenen, maar ook een stukje vrijheid - hoe verleidelijk is het om wat langer in je bed te blijven liggen, omdat je niet meer om kwart voor negen op college hoeft te zijn? En er wordt verwacht dat je zelf de afspraken met je begeleider regelt, waarin je ook wat te vertellen dient te hebben. Kortom, je bent projectleider geworden van je eigen project. De meeste afstudeerproblemen zijn terug te leiden naar dit nieuw verworven projectleiderschap, stellen Lonneke Aalpol en Hedwich van Engelen. Als studentenadviseurs van het Onderwijs en Studenten Service Centrum (STU) zijn ze gespecialiseerd in ‘afstudeervastlopers’. Van Engelen: “Het is ook heel wat, projectleider zijn zonder al te veel kennis en ervaring. Maar het is goed om te beseffen dat je afstudeerproject jouw verantwoordelijkheid is. Natuurlijk ondersteunt een goede begeleider het product en proces wel als onderdeel van de academische vorming. Maar dat betekent ook dat je uiteindelijk wordt opgeleid tot zelfstandig ingenieur, onderzoeker of ontwerper. Dus moet je voor jezelf duidelijk hebben wat er moet gebeuren. Goed plannen en doelgericht werken. Welke experimenten moeten er in de komende weken gedaan worden, welke artikelen wil je lezen? Wat moet er met je begeleider besproken worden en waar wil je feedback op? Denk niet dat je begeleider daar altijd zelf mee komt, dus wees proactief.” Vastlopen tijdens je afstuderen kan iedereen treffen. Het is van alledag, het maakt niet uit wie je bent en is vaak een combinatie van factoren die je gewoon kunnen overkomen. En het kan op elk moment gebeuren. Er zijn studenten die al bij de start opzien tegen hun project, of juist bij

de afronding problemen hebben met (wetenschappelijk) schrijven. Vaak komt daar faalangst of perfectionisme om de hoek kijken. Wat er geschreven wordt, moet meteen perfect zijn en daardoor blijft het computerscherm wel heel lang leeg. Terwijl juist alles beter is dan een leeg scherm, tipt Aalpol. “Blijf vooral niet te lang zelf worstelen, maar praat veel met anderen over je ideeën, vragen of problemen. Dat kan je professor zijn -ook al ben je bang dat je een domme vraag stelt, so what?-, maar ook een medestudent of vriend. Alleen al het kenbaar maken kan helpen bij een positieve versnelling. We zien vaak dat studenten te lang in rondjes blijven draaien: ‘Als ik deze week tachtig uur draai, of die afspraak met mijn begeleider nu eens maak, dan komt het wel goed’. Maar de klok tikt door en je houdt jezelf iets voor wat uiteindelijk alleen maar vertragend werkt. En hoe langer je verzandt in negatieve gedachten, hoe lastiger het is om er weer uit te komen.”

“Zien dat anderen in hetzelfde schuitje zitten, is vaak een opluchting” Trek dus altijd vroegtijdig aan de bel als je tegen afstudeerproblemen aanloopt. Het is nooit fout om eens bij je begeleider, studieadviseur of STU binnen te lopen. Meestal is het maken van een afspraak bij STU voor studenten wel een drempel, merken de studentenadviseurs. Aalpol: “Studenten denken vaak dat ze er wel heel slecht voor moeten staan om ondersteuning van STU te vragen en dat er meteen een heel traject bij komt kijken. Het tegen­ deel is meestal waar. Met alle ervaring die we hebben, is een enkel gesprek met wat confronterende vragen en tips vaak voldoende om iemand net dat steuntje in de rug te geven om verder te kunnen. Voor langdurigere coaching bestaat er de Afstudeergroep. Daar komen afstudeerders in een klein groepje wekelijks samen om concrete

doelen te stellen en werken we met een buddysysteem. Studenten bellen elkaar tussendoor nog een keer als stok achter de deur en om tips uit te wisselen. Niet met het idee om elkaar te controleren, maar juist om te helpen - een stukje verbondenheid. Het zien dat er anderen zijn die in hetzelfde schuitje zitten, is vaak al een hele opluchting.” Zowel tijdens de individuele gesprekken als in de Afstudeergroep is het afstemmen van de verwachtingen een belangrijk aandachtspunt, zegt Aalpol. “Je hebt vaak de Mount Everest in je hoofd en geen idee hoe je aan de top moet komen. Onze belangrijkste taak is duidelijk maken dat je niet meteen op die top hoeft te staan, het kan ook stap-voor-stap. We maken er eerst heuveltjes van, door de druk van het eindresultaat weg te nemen en realistische, maar toch uitdagende doelen te stellen. Want de heuvel moet wel hoog genoeg zijn; zonder een beetje zweten is het niet interessant om eraan te beginnen. Je moet zelf leren om een grote taak in kleine concrete stappen op te delen. Heb je zo’n kleine stap afgerond, dan heb je een succesje behaald: weer iets dichter bij je einddoel. Je hoeft die berg niet in je eentje te beklimmen. Een project­ leider zorgt ook dat de juiste mensen worden ingeschakeld om verder te komen. Dat kun jij dus ook doen. Zodat je uiteindelijk toch boven op de Mount Everest staat te zwaaien.”


Uitgelicht | 15

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

geeft aan je afstudeerdip

aar bul-in-de-zak De anti-dip-tips van STU • Maak een gedegen planning en stel heel concrete doelen. Dus niet: ‘ik ga deze week wat artikelen lezen’, maar: ‘ik ga maandag, woensdag en vrijdag deze twee artikelen lezen’. • Praat erover met vrienden, medestudenten, docenten of een studieadviseur. Maak je afstudeerproject niet te individueel; juist kleine gesprekjes kunnen leiden tot nieuwe inzichten. • Zorg voor een goede balans tussen inspanning en ontspanning. Las verplichte pauzes in waarbij je achter je laptop vandaan komt en -letterlijk- afstand van je werkt neemt. Dus niet facebooken of anderszins internetten, maar iets actiefs, zoals even naar buiten, een rondje lopen of een boodschap doen. Met afstudeerproblemen kun je altijd terecht bij STU. Via een bezoekje aan de Servicedesk in MetaForum, per e-mail (stu@tue.nl) of telefonisch (040-247 4747) kun je een afspraak maken met een van de studentenadviseurs.

Dorris (25), masterstudente Technische Natuurkunde

“Ik heb me het meeste op persoonlijk vlak ontwikkeld” “Al aan het begin van mijn afstudeerproject wist ik: dit is niet mijn ding en ik wil hierna ook niet in het onderzoek blijven. Plezier halen uit het relatief weinige resultaat -zo gaat het nu eenmaal in het onderzoek- vond ik lastig. Met het schrijven van mijn verslag werd het voor mij pas echt duidelijk dat ik niet op mijn niveau gepresteerd had. Ik kreeg wel de verzekering dat het voldoende was om af te studeren, maar als perfectionist lag mijn lat lag veel hoger. Ik heb uiteindelijk op aandringen van mijn begeleiders een korte time-out genomen. Mijn professor stelde voor om te vragen of ik bij STU terecht kon en zo rolde ik via individuele gesprekken in de Afstudeergroep. Dankzij hen en de lieve mensen om me heen vind ik nu weer de energie om mijn verslag af te maken en heb ik me tijdens mijn afstuderen misschien wel het meeste op persoonlijk vlak ontwikkeld.”

De anti-dip-tip van Dorris “Denk niet dat je de enige bent met afstudeerproblemen; door er open over te praten, hoor je pas hoeveel mensen met dezelfde problemen zitten en kun je elkaar juist helpen!”

Johan (28), alumnus Automotive Technology, 2013. Werkzaam als Software Engineer

“Ik legde de lat voortdurend te hoog” “De overgang van de gecontroleerde omgeving van het vwo naar universiteit, het op kamers gaan en alle vrijheid - die factoren gaven voor mij problemen. Ik vond het inschatten van werkzaamheden lastig en plande vaak te veel vakken; legde de lat eigenlijk voortdurend te hoog. Ik was heel actief in commissie- en verenigingswerk. Leuk, maar studieontwijkend. Ik ben een perfectionist, dus ik dacht dat ik mijn problemen zelf wel kon oplossen. Tot het echt niet meer ging en een kennis me aanraadde naar het STU te gaan. Daar leerde ik door gesprekken en de Afstudeergroep plannen en doelen stellen. Een fotolijstje op mijn bureau met mijn studievoortgang hielp me om -letterlijk- mijn prioriteit voor ogen te houden. Ik kreeg mijn bachelor weer op de rails en heb daarna mijn master zonder problemen doorlopen.”

De anti-dip-tip van Johan “Wacht niet te lang met het zoeken van begeleiding; hoe eerder je aanklopt, hoe makkelijker het is om studieproblemen aan te pakken.”

Bram (25), alumnus Technische Bedrijfskunde, 2014. Nu op rondreis door Azië.

“Ik vond uiteindelijk een luisterend oor” “Ik zat totaal niet op één lijn met mijn afstudeerbegeleider. Bij het zoeken naar een bedrijf waar ik kon afstuderen -liefst aansluitend op het onderwerp van mijn literatuurstudie-, verliep de communicatie daarover al heel stroef. Ik kon niet even binnenlopen, zoals ik dat bij medestudenten en hun begeleiders wel zag gebeuren; alles ging heel formeel. Toen vervolgens mijn vader overleed, kreeg ik nauwelijks steun. Niet even vragen hoe het ging, studieverlenging was al helemaal uit den boze. Of ik wel genoeg voorkennis had met mijn hbo- en pre-masterachtergrond, kreeg ik te horen. Via een test bij STU bleek ik licht-depressief, niet vreemd omdat ik nog middenin een rouwproces zat. Ik kwam bij de Afstudeergroep terecht, waar ik een luisterend oor vond bij studenten in een vergelijkbare situatie en waar we ervaringen konden uitwisselen. Samen met het maken van strikte afspraken heeft dat ervoor gezorgd dat ik nu mijn diploma op zak heb.”

De anti-dip-tip van Bram “Wees kritisch bij het kiezen van je afstudeerbegeleider, spreek desnoods enkele keren af om te kijken of je een goede klik hebt.”

Op verzoek van de bovenstaande geïnterviewden worden ze alleen met voornaam genoemd.


16 | Onderzoek

19 februari 2015

Automatisch rijden op je voorganger Moeten we de claim van Google dat het binnen vijf jaar zelfrijdende auto’s op de markt zal brengen serieus nemen? Rijden ook hier binnenkort de eerste auto’s zonder chauffeur rond? Volgens Henk Nijmeijer zal het zo’n vaart niet lopen met autonome voertuigen. De hoogleraar Dynamics & Control vindt dat auto’s eerst met elkaar moeten leren communiceren. Daarom worden in het Automotive Lab van de TU/e momenteel Renault Twizy’s zo aangepast dat ze kunnen anticiperen op het rijgedrag van hun voorgangers. De ultieme test volgt volgend jaar in een nieuwe Grand Cooperative Driving Challenge op de A270 tussen Eindhoven en Helmond.

Als we de laatste berichten mogen geloven, ziet Google zijn zelfrijdende auto als een ideale taxi - zonder chauffeur dus. Dat is vooral een publiciteitsstunt, denkt Henk Nijmeijer. “Ze weten keer op keer in het nieuws te komen met hun plannen, dat doen ze heel slim. Google hoopt een grote autofabrikant te strikken om met ze in zee te gaan. En dat zal ze ook wel lukken.” Maar daarmee ben je er nog niet, vindt de automotive-expert. “Je moet bedenken dat die auto nu maar veertig kilometer per uur kan rijden en dat er geen andere auto’s binnen een straal van 25 meter mogen komen. Je zou de auto een bibliotheek op wielen kunnen noemen: hij bevat een database met allerlei verkeerssituaties en hoe hij daarop moet reageren. Met een camera en radar scant hij de situatie en zoekt die op in zijn bibliotheek. Dat kost tijd, zelfs voor de snelste systemen. Vandaar die veiligheidsmarge. Maar dat is natuurlijk niet praktisch.”

Testrondje in Silicon Valley heel anders dan de jungle van het stadsverkeer De Google Car zal prima presteren als hij zijn testrondjes rijdt in de woestijn van Silicon Valley, maar dat is iets heel anders dan een autonome auto loslaten in de jungle van het stadsverkeer. Volgens Nijmeijer doen zich daar geheid situaties voor die niet in de bibliotheek van de auto te vinden zijn. “In dat geval reageert de auto helemaal niet. En dat zou wel eens de slechtst mogelijke reactie kunnen zijn.” Het pad naar autonome voertuigen op de openbare weg zal geleidelijk

zijn, denkt Nijmeijer. “Je moet beginnen bij wat we coöperatief rijden noemen. Hierbij staan voertuigen draadloos met elkaar in verbinding en krijgt je auto door wanneer zijn voorganger bijvoorbeeld remt of gas geeft.” Middels een soort geavanceerde cruise control reageert de auto veel sneller op de tempowisselingen van zijn voorganger dan de chauffeur zelf zou kunnen doen. Cooperative Adaptive Cruise Control (CACC) wordt dit systeem genoemd. “Met CACC heb je je benen niet meer nodig, zou je kunnen zeggen: je hoeft zelf geen gas meer te geven of te remmen.” De gedachte is dat met CACC zogeheten spookfiles -die puur ontstaan door slecht anticiperen- kunnen voorkomen. In 2011 is deze methode uitgebreid getest op de A270 tussen Eindhoven en Helmond. De TU/e was nauw betrokken bij de organisatie van deze Grand Cooperative Driving Challenge (GCDC) en nam ook deel met een door vrachtautofabrikant DAF beschikbaar gestelde truck. “Volgend jaar komt er een nieuwe GCDC en daarin gaan we een stap verder. De bedoeling is om dan ook de besturing te automatiseren.” Met dit doel worden de deelnemende auto’s voorzien van een camera, die zich fixeert op het nummerbord van de voorliggende auto. Op die manier ‘ziet’ de auto wanneer er een bocht in de weg aankomt en volgt hij automatisch in de slipstream van zijn voorganger. Tenminste, dat is het uiteindelijke doel. Nijmeijer geeft toe dat het sturen lastiger is dan remmen en gas geven. “Als je meteen het stuur omgooit als je voorganger dat doet, lig je bij wijze van spreken in de sloot, dus moet je de juiste vertraging inbouwen. En invoegen is nog een stap moeilijker omdat je geen voorganger hebt.” De TU/e heeft voor de Grand Cooperative Driving Challenge 2016 twee Renault Twizy’s aangeschaft:

Henk Nijmeijer

kleine tweepersoons elektrische stadsautootjes. Heel andere koek dan de DAF-truck van 2011, vindt ook Nijmeijer. “Het is geen echte auto natuurlijk, maar hij is elektrisch en daar hechten we waarde aan. Het belangrijkste is dat het zo’n simpel ding is. Zonder stuurbekrachtiging en ABS. Dat maakt dat je eenvoudig een actuator kunt inbouwen om het stuur mee te bedienen. En je hebt geen last van bestaande regelsystemen als je met de remmen aan de slag wilt. We hebben hier in het

Automotive Lab ook een paar Volkswagen Lupo’s omgebouwd tot een elektrische variant. Daarvoor moesten we zelf uitpluizen hoe de regel-elektronica in elkaar stak. Dat is ons wel gelukt, maar dat was natuurlijk niet het doel van dat project.” Voor het automatisch interpreteren van de camerabeelden werken Nijmeijer en zijn collega’s samen met de groep Video Coding and Architectures van Peter de With

en Gijs Dubbelman. Verder wordt binnen de TU/e samengewerkt met Reinder Bril (Computer Science) voor de softwarearchitectuur en geeft Jacques Terken (User-Centered Engineering) advies over mensmachine-interactie. Daarnaast denkt een groep honorsstudenten na over de verdere mogelijkheden van een vloot coöperatieve Twizy’s. Als volgende stap richting ‘autonome’ voertuigen voorziet de hoogleraar specifieke toepassingen


Onderzoek | 17

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Sluitstuk

op afgesloten trajecten. “Dan moet je denken aan vrachtvervoer in de haven van Rotterdam, of personen transporteren van de parkeerplaats bij Schiphol naar de terminal.”

“Ik zie mezelf al een kolonne Twizy’s besturen” Ook ziet hij wel iets in een experiment waarbij vrachtwagens ’s nachts in colonne op de linkerbaan van de snelweg van Rotterdam naar het Ruhrgebied mogen rijden. Uitgerust met CACC zouden die dieselslurpers al veel brandstof kunnen besparen. En wie weet heeft straks alleen de voorste wagen nog maar een chauffeur nodig - ook dat drukt de kosten flink.

In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders over hun afstudeeronderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.

Voor zijn eigen Twizy’s heeft Nijmeijer ook een droombestemming. “Ik stel me zo voor dat ik bezoekers ophaal op het station met een kolonne van Twizy’s, waarvan ik de voorste bestuur. De gasten kunnen dan plaatsnemen in één van de lege auto’s, die mij auto­matisch volgen naar de TU/e-campus of een andere locatie. Maar ook daarvoor heb je eigenlijk nog een busbaan nodig. Echt autonoom rijden in het gewone verkeer is vooralsnog niet meer dan een stip aan de horizon.”

Studenten die willen meedoen aan de Grand Cooperative Driving Challenge 2016 kunnen zich nog aanmelden voor het TU/e-team. Zij kunnen mailen naar Alejandro Morales: a.i.morales.medina@tue.nl Tekst | Tom Jeltes Foto’s | Bart van Overbeeke

Gustavo Ostos Rios. Foto | Bart van Overbeeke

Schuif jezelf ontspannen in slaap Nog even snel even een tweet sturen of een korte Facebook-post, het zijn vaak de laatste handelingen die je doet voordat je gaat slapen. Maar volgens recent afgestudeerde ID’er Gustavo Ostos Rios kun je op een veel ontspannener manier je bed inkruipen. Vogeltjes, ruisende bomen of wegdromen aan zee - het kan met zijn ontwerp Interactive Soundscape. Het oogt heel strak: vier houten balkjes in een metalen frame. Ze nodigen uit tot interactie; wat gebeurt er als je een balkje verschuift? Al snel tovert Gustavo Ostos Rios, net afgestudeerd aan de faculteit Industrial Design, een aangename compositie uit de Interactive Soundscape. Het is alsof we ons in een Zweeds bos wanen met enkel een klaterend beekje, blaadjes die door de wind bewegen en wat vogels op de achtergrond. Mensen die meer met stadsgeluiden hebben, kunnen aan de slag met een rustige conversatie of een langsrijdende trein. Voor ieder wat wils, meent Gustavo. “Door bezig te zijn met geluid, leg je je focus op het hier en nu. Gedachten laat je makkelijker los, zodat je niet al piekerend gaat slapen. Maar geluid is ook iets heel persoonlijks, zeker als het een ontspannend effect moet hebben. Je kunt daarom straks losse chipjes bestellen met geluiden die voor jou betekenis hebben en zo je eigen relax-sound samenstellen.” Het was voor de Zuid-Amerikaanse Gustavo al snel duidelijk dat hij tijdens zijn afstudeerproject ‘iets met muziek’ wilde doen. In Venezuela toerde hij na zijn bachelor als bassist in een rockband het land rond en ervoer hoe belangrijk muziek voor hem is. Dat wil hij ook anderen meegeven. In een zoektocht naar het gebruik van muziek stuitte hij op de positieve effecten van geluiden bij het slaapproces. “De overgang van actief naar slapen gaat geleidelijk. Er zijn activiteiten die het tot rust komen bevorderen, zoals een boek lezen, wat ademoefeningen doen of lekker met een kop thee op de bank. Het gebruik van (telefoon)schermen werkt averechts. Je bent te druk bezig en ook vermindert het licht dat van de schermen afkomt de aanmaak van het slaaphormoon melatonine. Mensen onderschatten het belang van voldoende slaap. Zelf heb ik mijn werkritme helemaal omgegooid toen ik las over de risico’s van slaaptekort. Ik lig tegenwoordig bijna elke avond om elf uur in bed en sta om half negen op de campus. Nog efficiënt ook.” Het stond voor Gustavo dus vast dat hij iets schermloos moest maken. Maar een simpel ontwerp met zo min mogelijk visuele informatie bleek een hele uitdaging. Tijdens de Dutch Design Week afgelopen oktober stond Gustavo met een prototype op de expositie Mind the Step. Bezoekers waren enthousiast, evenals de latere proefpersonen met slaapproblemen. Uit een dagboekje dat ze een week moesten bijhouden, bleek dat hun nachtrust door gebruik van Interactive Soundscape daadwerkelijk verbeterde. “Geweldig dat muziek en geluid zo’n uitwerking hebben. Het zou mooi zijn als meer mensen Interactive Soundscape kunnen gaan gebruiken. Met samenwerkingspartner Kalkmann Soundsystems onderzoeken we nu of we op kleine schaal mijn ontwerp op de markt kunnen brengen, voorlopig is het nog toekomstmuziek.” Eerst is er nu tijd voor een uitgebreid familiebezoek in Venezuela. Bij terugkomst start Gustavo zijn banenjacht; ooit hoopt hij als zelfstandig ontwerper aan de slag te kunnen. En nu zijn studie afgerond is, wacht ook zijn gitaar. Want hoewel hij thuis veel pingelt, wil hij toch ook wel weer eens met andere muzikanten “ouderwets lekker rocken”.

Een actuator (de zwarte cilinder), met riempje verbonden aan de stuurstang (links) van de elektrische Renault Twizy.

Interview | Nicole Testerink


18 | Onderzoek

19 februari 2015

4 brandende vragen

Isabelle Monnaie | Scheikundige Technologie

De structuur van zonnematerialen

1 we op n e i z Wat er van v o c de hrift? c s f e je pro

2 Ho op f e leg j waa eestj e e r je ond s uit e ove r ga rzoek at?

1 | cover

3 Welke persoon, techniek of apparaat is onmisbaar geweest voor je onderzoek?

Op de voorkant zien we in rood een netwerkstructuur die de polymeergel voorstelt die ik heb onderzocht voor mijn promotie. Het neemt de vorm aan van een deel van de oude eik uit onze tuin, zoals duidelijk wordt als je ook de achterkant bekijkt. Op de achtergrond is dezelfde vorm te zien, nu opgebouwd uit een mozaïek van foto’s die ik heb gemaakt in mijn periode als promovendus.

2 | feestjes Organische (plastic) zonnecellen bevatten polymeren die licht kunnen omzetten in elektriciteit. In mijn onderzoek heb ik gefocust op het gedrag van deze materialen in oplossing, en meer bepaald op de structuurvorming op nanoschaal. De organisatie van de polymeerketens en de opbouw van de struc­ turen hebben effect op de uiteindelijke efficiëntie van deze zonnecellen.

3 | onmisbaar

4 eft

e Wat h

ing

lev men

de sa uw werk? aan jo

(Onder redactie van Tom Jeltes) Foto’s | Bart van Overbeeke

Door middel van neutronenverstrooiing (‘small angle neutron scattering’) ben ik in staat geweest de grootte en vorm van de polymeermoleculen te onderzoeken, net als de structuren die zij in oplossing vormen. Deze experimenten zijn uitgevoerd in het Institut Lau-Langevin, een internationaal onderzoeks­ centrum in het Franse Grenoble. Daar is een van de meest intense neutronenbronnen continu, 24/7, in bedrijf.

4 | samenleving De toenemende globale energieconsumptie en de behoefte aan hernieuwbare energiebronnen liggen aan de oorsprong van mijn onderzoek. Organische (plastic) zonnecellen worden onderzocht als tegenhanger van de zonnecellen die overal op de daken liggen, aangezien zij bijvoorbeeld goedkoop geprint kunnen worden op flexibele substraten.


Onderzoek | 19

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Sushil Shirsath | Scheikundige Technologie

Beter staal door draaiende stortkokers 1 | cover Op de omslag zie je een momentopname van een computersimulatie waarin korrelige deeltjes naar beneden glijden in een roterende stortkoker. Door die draaibeweging lijken de deeltjes naar de zijkant te bewegen in een meedraaiend referentiekader.

2 | feestjes In de staalindustrie worden cokes (behandeld steenkool, red.) en ijzerertsdeeltjes via een draaiende stortkoker vanuit een reservoir naar de hoogoven geleid. Om staal van goede kwaliteit te produceren, is het van belang om zoveel mogelijk te voorkomen dat deeltjes met een verschillende dichtheid gescheiden raken. In mijn onderzoek heb ik een simulatie­ model ontwikkeld waarmee je de dynamiek van dergelijke roterende deeltjesstromen kunt voorspellen. Ook heb ik dit model gevalideerd door het te vergelijken met experimenten onder gecontroleerde omstandigheden.

3 | onmisbaar Om de deeltjessnelheden en de hoogte van het deeltjesbed te meten, heb ik gebruikgemaakt van de technieken ‘particle tracking velocimetry’ en ‘particle image velocimetry’. De draaiende tafel van Technische Natuurkunde was onmisbaar om de stroming in een meedraaiend referentiekader te bestuderen.

4 | samenleving Aan de hand van het simulatiemodel kun je de manier waarop de grondstoffen worden toegevoerd aan hoogovens verbeteren. Hierdoor optimaliseer je het productieproces en dat levert staal op van een betere kwaliteit tegen lagere kosten.

Deepak Jain | Scheikundige Technologie

Bellen snijden 1 | cover Op de omslag zien we een momentopname van ons numerieke model, waarin grotere gasbellen worden opgesneden in kleinere als ze door een gaasrooster heengaan terwijl ze opstijgen in een bellenkolom.

2 | feestjes In veel chemische en biochemische processen worden bellenkolomreactoren gebruikt om massa over te dragen tussen de bellen en de vloeistof in de kolom. Het is wiskundig bewezen dat het contactoppervlak tussen een klein aantal grote bellen en vloeistof altijd kleiner is dan het oppervlak tussen een groter aantal kleinere bellen met in totaal hetzelfde volume aan gas. Een kleiner contactoppervlak zorgt voor minder massaoverdracht en dus slechtere prestaties van de reactor. Daarom hebben we voorgesteld om een gaas te gebruiken om de grote bellen op te snijden in kleinere.

3 | onmisbaar Voor mijn onderzoek heb ik een numerieke techniek gebruikt, het ‘discrete bellenmodel’. Hierbij berekenen we de vloeistofstroom in de kolom terwijl we tegelijkertijd de bellen in de vloeistof volgen. De steun van mijn begeleiders, dr. Niels Deen en prof. Hans Kuipers, was daarbij onmisbaar.

4 | samenleving Het ontwikkelde simulatiemodel kan bijdragen aan een beter begrip van stromingsvelden, en daardoor een breed scala aan industriële processen helpen verbeteren - zoals de FischerTropsch-reactie om synthetische brandstof te maken, de behandeling van afvalwater, staal­ productie, off-shore gaswinning en dergelijke.


12 19 February 2015 | year 57

Biweekly magazine of the Eindhoven University of Technology For the latest news: www.cursor.tue.nl/en and follow @TUeCursor_news on

and tuecursor on

Cash machine in MetaForum

TU/e grows contrary to trend

17 February - Rabobank has placed a cash machine in MetaForum last Tuesday. The new machine is close to the elevators, and visible from the reception desk. The new machine comes with security ink. If an unauthorized person pulls out the drawer the money will be doused in green ink, making it unusable. For two months, it was impossible to withdraw cash on campus: the only cash machine, located in the Hoofd­gebouw, was shut down.

11 February - This academic year saw slightly fewer students embark on an academic bachelor program in The Netherlands. Some universities saw the number of new students drop significantly, while others saw that number increase. With 9.5 percent, the undeniable front runner in the latter group is TU/e. Six universities welcomed more first-year students this academic year than they did in September 2014, showing from detailed enrollment reports for Dutch universities. Nationwide, the number dropped by 2.4 percent.

Stella beats A at ‘tech Osca pple and Bitcoin rs’

6 February - So lar Team Eindho ven has won a Crunchie s Award for Be st Technology Achievement in Silicon Valley. With their sola family car, the r Eindhoven stud ent team beat competitors in cluding Apple an d Bitcoin, as well as ESA and SpaceX. The Cr unchies are also known as the Oscars for Technology.

5 February - The world’s very first modular car, the first-ever car made of biocomposite, and the first three-seater ‘consumer car’ where the driver is seated in the middle of the vehicle. These are the most striking features of Nova, the new electric car TU/ecomotive will be peddling over the next few months. Last year, TU/ecomotive built a bona fide city car, but this year the new team wanted to present a car that can be used in a number of situations. On top of that, Nova is supposed to be a car for life that ‘matures’ with its owner, as they can modify their vehicle in all kinds of ways to suit their use and needs.

More news on www.cursor.tue.nl/en

Clmn

TU/ecomotive presents design ‘Nova’

Mid April, Nova will debut at the 2015 AutoRAI. However, it won’t be driving until May 11, when TU/ecomotive will start its week-and-a-half company roadshow. Final destination will be Rotterdam, as that’s the starting point of the Shell Eco Marathon on May 21.

Letter to Menoeceus (and Valentina)

It has been a week of inspiring meetings, passions, overwhelming habits and monotonous jobs, stories of humdrum lives drastically changed by new beginnings. Francesca was a manager with a brilliant career at Philips. One year ago, she left her job to follow her passion instead: artisanal bread and pastry baking. Last Saturday, Francesca opened the doors of her house to me and to forty other Ciabatta eaters from all over the world. We tasted tons of delicacies she will be selling in her new bakery, opening soon in the city centre. More than the pumpkin bread and the breadsticks with squid ink (which I’ve dreamt about every night since, by the way), I was impressed by her bravery and commitment. Changing your life when failure knocks on the door, that’s quite something, but doing so in winning times, that’s a challenge for the chosen few only. Bart is a PhD student during the week (Saturday and Sunday included), and a guitarist on Monday nights. While I align the pencils of my lab coat pocket in rainbow colors, Bart creates artificial heart valves and organizes rock festivals with emerging bands at Popei. For free. Last week I met him and the young generation I like. 19-year-old singer-songwriters ignoring the umpteenth mock version of Break on through and instead work with new choruses and musical notes. Bart’s lesson for me is summarized in these words from the book The Prophet, by Kahlil Gibran: let your soul

exalt your reason to the height of passion, that it may sing. Finally, there’s Laura. She is an art historian, one of the best under 30 around. Laura accepted a PhD in iconography, Aracoeli, Augustus, Sibyls and other intricated stuff I never know how to explain. But this is not the point. She does it for free. No scholarship, no commuting or housing allowance, nothing. Nothing else but glory. And, trust me, neither I nor any of the well-paid PhD students I found here have that magic excitement she gets by looking at paintings, unraveling the hidden symbols behind them: by doing, in other words, her job. By looking at the way these people pursue their passions, I can’t stop asking myself: what makes us most happy ? Comfort zones that a stable and maybe boring job delineates, or rare gratifications that riskier but exciting jobs could give? What if the dream job exists, but we are just too scared, too settled down, too lazy, too well paid to take the risk of standing up and going to search for it? I haven’t found an answer yet, but reading again this piece from Letter to Menoeceus, by Epicurus, helped me quite a lot. ‘For no age is too early or too late for the health of the soul [...]. We must exercise ourselves in the things which bring happiness, since, if that be present, we have everything, and, if that be absent, all our actions are directed towards attaining it.’

Vale PhD Biom ntina Bonito, edical Engi neering


People | 21

See for more news www.cursor.tue.nl/en

And how are things in Irvine? More and more TU/e students go abroad for their studies to follow courses, internships or a doctorate path. What is it like to find your way in a new country? Students tell their stories.

For five months, I’ll be enjoying the sun in Irvine, California, where I’m currently working as a researcher at the Informatics Department at UC Irvine. As I’m not a ‘real’ student I wasn’t eligible for student housing, so I now live with a professor and his wife. It’s a great way to experience American culture, including Thanksgiving, Superbowl Sunday, book clubs, and delicious American cakes. However, on campus American culture isn’t as prominent. The majority of students is from Asia, and some lectures are even in Chinese. So I meet people from all over the globe, and I have come into contact with many more cultures than I thought I would. One story I won’t forget is that of an Indian student studying Computer Science at UCI. It’s the program with the best chances of getting a well-paid job. After graduating, he’ll have to work in the US for about nine years to pay off his student debt, and provide for his entire family in India. Only after that, he’ll be able to do what he loves: return to India and do something economical. He’s not too big on computers. The people and all my experiences have made this semester abroad truly special for me. The stark contrast between all those cultures made me think. In the US, there are hundreds of restaurants to choose from, each with a menu the size of a phone book. You can order whatever you feel like having. For many people, this freedom of choice isn’t a given, so I’m grateful to be able to study what I want, and have the opportunity to spend time abroad.

R studieannne Conijn Techno t of Hu , logy I mannteract ion Would you also like to write an article about your time abroad? Please send an email to cursor@tue.nl.

Read more stories online: www.cursor.tue.nl/en

Life after TU/e

Name: Bipashyee Ghosh Place of Birth: Kolkata, India Date of Birth: October 11, 1990 At TU/e: I came to TU/e in September 2012 and stayed for two years for my masters in Innovation Sciences at the Department of Industrial Engineering and Innovation sciences. I graduated in August 2014. Current position: PhD researcher at the Science Policy Research Unit (SPRU) at the University of Sussex in the UK. What are you doing now? I am currently pursuing my PhD at the Science Policy Research Unit (SPRU) at the University of Sussex in the UK. This doctoral study is in the broad field of Science and Technology Policy and I am interested in studying Sustainability Transitions in the context of developing countries. I’ve also been appointed as a Graduat e Teaching Assistant in this institute for a period of three years. I became passion ate about doing academic research in this field, during the course of my masters. I intend to stay in this field and see myself as an independent researcher and academic in the future. How did you find this job? I applied for several PhD positions in the UK as well as in the Netherla nds. It was challenging to start looking for vacancies and positions and I started by merely looking at online adverts by the universities. My professors at TU/e also helped me with finding suitable positions by forwarding relevant opportunities and encoura ging me to apply for those positions. It was also hard to write an initial research proposa l for the applications, but my professors also supported me in that process by giving feedback on initial drafts of the proposal. Given my good experiences of living in the Netherlands, I would have loved to stay in the Netherlands. However, I didn’t find enough oppor­ tunities at Dutch universities while I was looking for one. Moreover, I’ve always wanted to live in the UK and I found a couple of good opportunities here.

What happens to international students after they graduate from TU/e? Do they go job hunting in the Netherlands, pack their bags and explore the world, or return to their home countries? International TU/e graduates talk about their lives after TU/e.

How do you reflect on your time at TU/e? Tu/e was my first choice to pursue my master’s because the program of Innovation Sciences itself intrigued me. I really liked the fact that the course was multidisciplinary and provided a broad perspective, and the course structure and topics covered were quite unique in nature. Over and above this, I was really excited to be able to live in the Netherlands. I really enjoyed to live and travel in this country, study at a Dutch university, get to know Dutch people, culture, food, and festivities. One thing that I loved most and will always miss is the warm, friendly, charming and welcoming nature of the Dutch. What advice would you give current students? I always believed that whatever it takes, you should always follow your heart when it comes to choosing career options. No matter how hard it might seem to get that job you like, it always pays off to stay focused and to believe in yourself , and know you are capable of doing something that you really want to do.


22 | Research

19 February 2015

Automatically following the vehicle in front Should we take Google’s claim that it is going to put self-driving cars onto the market within five years seriously? Will we also have the first driverless cars moving around here before long? Henk Nijmeijer does not expect that things will develop that swiftly with autonomous vehicles. The professor of Dynamics & Control thinks that cars should first learn to communicate with each other. That is why the Automotive Lab of TU/e is adjusting Renault Twizy’s in such a way that they can anticipate the driving behavior of vehicles in front of them. Next year the ultimate test will be conducted in a new Grand Cooperative Driving Challenge on the A270 between Eindhoven and Helmond.

If we are to believe the latest reports, Google considers its self-driving car to be an ideal taxi - without a driver, then. If anything, this is a publicity stunt, Henk Nijmeijer assumes. “Time and again they succeed in making the headlines with their plans, which they do very cleverly indeed. Google hopes that it can attract a major carmaker to do business with. And they will probably pull it off.”

should begin with what we call cooperative driving. In this technique, vehicles have a wireless connection so that your car is told when the vehicle in front suddenly brakes or accelerates.” By means of a kind of sophisticated cruise control the car reacts much faster to the speed changes of the car in front than a driver could do himself. This system is called Cooperative Adaptive Cruise Control (CACC).

In 2011 this method was tested extensively on the A270 between Eindhoven and Helmond. TU/e was closely involved in the organization of this Grand Cooperative Driving Challenge (GCDC) and also took part with a truck that was made available by truck manufacturer DAF. “Next year there is going to be a new GCDC, in which we will be taking things a step further. The idea is that the steering will also be automated then.”

the slipstream of the car ahead. At least, that is the ultimate goal. Nijmeijer admits that steering is more difficult than braking and accelerating. “If you turn your wheel abruptly when the car ahead does so, you may find yourself in the ditch, so to speak, which means you have to build in the appropriate delay. And merging is even more difficult, because there is no car ahead of you.”

This does not imply that they are home and dry, though, according to the automotive expert. “You should remember that the car can only do forty km/h and that no other cars are allowed within a 25-meter radius. You could call it a mobile library: it contains a database with various traffic situations and the appropriate responses to those situations. By means of a camera and radar it scans the situation and searches for it in its library. This takes time, even for the fastest systems. Hence the safety margin. That is far from practical, of course.”

“CACC means you don’t need legs anymore, you might say: you do not need to step on the gas or on the brake yourself anymore.” The idea is that CACC can prevent so-called phantom traffic jams -which occur purely through poor anticipation.

To this end the participating cars will be fitted with cameras, which will be focused on the number plates of the cars ahead of them. In this way the car will ‘see’ when there is a curve in the road coming up and will automatically follow in

For the Grand Cooperative Driving Challenge 2016 TU/e has purchased two Renault Twizy’s: small dual-seat electric city cars. Which is entirely different from the DAF truck used in 2011, Nijmeijer agrees. “Of course, it is not a real car, but it is electric and we consider that to be very important. The main thing is that it is so straightforward. No power steering or ABS. This means that you can simply build in an actuator to operate the steering wheel. And you are not hindered by existing control systems if you want to get going with the brakes. Here in the Automotive Lab we have also converted a few Volkswagen Lupos to electric variants. To do so, we had to figure out on our own how the control electronics were put together. We managed to find out, but naturally that was not the purpose of the project.”

Test round in Silicon Valley quite different from the citytraffic jungle The Google Car will perform fine when running its test rounds in the desert of Silicon Valley, but that is totally different from releasing an autonomous vehicle in the jungle of city traffic. Nijmeijer expects that you can count on situations occurring there that cannot be found in the car’s library. “In that case the car does not respond at all, which might well be the worst conceivable response.”

For the automatic interpretation of the camera footage Nijmeijer and his colleagues are working together with the Video Coding and Architectures group of Peter de With and Gijs Dubbelman. In addition, within TU/e they are cooperating with Reinder Bril (Computer Science) for the software architecture and Jacques Terken (User-Centered Engineering) gives advice about man-machine-interaction. And there is a group of honors students reflecting on the further possibilities for a fleet of cooperative Twizy’s.

The route towards autonomous vehicles on the public road will be gradual, Nijmeijer expects. “You

The next step towards ‘autonomous’ vehicles, the professor anticipates, will be specific applications on

An actuator (the black cylinder), a strap connecting it to the drag link (left) of the electric Renault Twizy.

closed tracks. “Think of goods carriage in the port of Rotterdam, or passenger transport from the car park at Schiphol to the terminal.” He also expects results to come out of an experiment whereby trucks can move in a column at night in the leftmost lane of the motorway from Rotterdam to the Ruhr area. Equipped with CACC those diesel guzzlers could already save a considerable amount of fuel. And who knows, maybe the first car is going to be the only one that needs a driver - which would reduce the costs even more significantly.

“I can picture myself driving a whole row of Twizy’s” For his own Twizy’s Nijmeijer also has a dream destination. “I can see myself collecting visitors from the station with a column of Twizy’s, with me driving the one in front. The guests can then seat themselves in one of the empty cars, which automatically follow me to the TU/e campus or another location. Even for this you would actually need a bus lane, though. Genuine autonomous driving in ordinary traffic is no more than a speck on the horizon for now.”

Students who want to take part in the Grand Cooperative Driving Challenge 2016 can still register for the TU/e team. Please contact Alejandro Morales: a.i.morales. medina@tue.nl.

Text | Tom Jeltes Photos | Bart van Overbeeke


Research | 23

Henk Nijmeijer


24 | Research

19 February 2015

4 burning questions

Isabelle Monnaie | Chemical Engineering

Structure of solar materials

1 ’s on f your o r e ov the c rtation? disse What

2 Wh a peo t do y ou t ple a t par ell whe n t abo ut y they a ies our s rese k arch ? 1 | cover

3 What person, technology, or device has been essential for your research?

4

does w o H efit n e b ty socie our work? y from

On the front cover, we see in red a network structure, symbolizing the polymer gel I have studied in my thesis. It is represented by part of the treetop of my family’s old oak tree, and the picture continues on the back cover. In the background, the shape recurs as a mosaic of pictures which I have taken during my time as a PhD student.

2 | parties Organic (plastic) solar cells contain polymers that can convert light into electricity. My research focused on the behavior of these materials in solution, and on the structure formation on nanoscale more specifically. The organization of polymer chains and the formation of the structures have an impact on the eventual efficiency of these solar cells.

3 | essential Small-angle neutron scattering has enabled me to investigate the size and shape of the polymer mole­ cules and the structures they form in solution. These experiments were carried out at the Institut Laue-Langevin, an international research center based in Grenoble, France, where one of the most intense neutron sources in the world is used 24/7.

4 | society benefit Increasing global consumption, and the need for renewable energy sources were the basis for my PhD. Organic (plastic) solar cells are currently being researched as viable alternatives for the solar cells you seen on roofs these days, as the former can be printed cheaply on flexible substrates.

(edited by Tom Jeltes) Photos | Bart van Overbeeke


Research | 25

See for more news www.cursor.tue.nl/en

Sushil Shirsath | Chemical Engineering

Better steel from rotating chutes 1 | cover The cover shows a snapshot from a computer simulation of granular particles flowing down a rotating chute. The chute is rotating, which is why the particles seem to be moving sideways in a co-rotating frame of reference.

2 | parties In the steel-making industry, coke and iron-ore particles are distributed from a hopper into the blast furnace by a rotating chute. For producing high quality steel it is important to minimize the amount of segregation that occurs during the transport of particles of different densities. For my dissertation I have developed a simulation model that can predict the dynamics of such rotating granular flows, and validated it by comparing it to high-quality experiments under well-controlled conditions.

3 | essential Particle tracking velocimetry and particle image velocimetry techniques have been used to measure particle velocities and particle bed height. The rotating table facility at the physics department has been indispensable to investigate the flow in a co-rotating frame of reference.

4 | society benefit The simulation model can be used as a design tool for feeding mechanisms in blast furnaces. This will enable optimization of the steel making process and ultimately improve the quality of steel and reduce the costs.

Deepak Jain | Chemical Engineering

Cutting bubbles 1 | cover On the cover, a simulation snapshot of our numerical model is shown, where bigger bubbles are cut into smaller ones as they pass through the wire-mesh while rising in the bubble column.

2 | parties In a lot of chemical and bio-chemical industries, bubble column reactors are used to perform mass transfer operations between the bubbles and liquid present in the column. It has been proven mathematically that the net interfacial area between bigger bubbles and liquid is always smaller than that of a large number of smaller bubbles with the same gas volume. The smaller the interfacial area, the lower the mass transfer, and that hampers reactor performance. So we have proposed to introduce wires in the column to cut big bubbles in smaller ones to enhance the reactor output.

3 | essential For my study I used a numerical technique that I dubbed the ‘discrete bubble model’. It’s a technique, that computationally calculates the fluid flow in the column while tracking the bubbles in the liquid at the same time. The support of my supervisors, dr. Niels Deen and prof. Hans Kuipers, has also been indispensable for the research.

4 | society benefit The simulation model developed for this research project can help to understand flow-fields and hence optimize a wide variety of industrial processes, like the Fischer-Tropsch reaction for synthetic fuel formation, waste water treatment, steel making, off-shore gas extraction, etc.


26 | Zoom in

19 February 2015

How to give a positive tur

From deadlock to Text | Nicole Testerink Illustration | Marc Weikamp You are graduating, but you are not really making any headway. You have not talked to your supervisor for ages, your project is not running smoothly, your motivation is plummeting swiftly. Still, you can heave a sigh of relief, for you are not unique in this respect. Nearly all students have such moments during their graduation phase. Although things usually take a turn for the better automatically, if you feel you have to talk about it or need extra support, STU student advisors Lonneke Aalpol and Hedwich van Engelen are ready for you. In addition, there is a Graduation Group, a small group in which graduating students meet on a weekly basis in order to set concrete goals. In comparison with the rest of your studies, graduation -for the Bachelor’s as well as the Master’s degree- is often a matter of ‘switching over’. During your courses the study material was presented to you and there were fixed examination dates and structured tutorials where you were taken to task if you had not completed assignments. During your graduation project, things are suddenly very different. You need to demarcate your research yourself, but also have more freedom - how tempting is it to stay in bed a little longer because there is no lecture to be attended at 8.45 a.m.? And you are expected to arrange appointments with your supervisor yourself, and to make sure you actually have stuff to discuss. In short, you have become the project leader of your own project. Most graduation problems can be traced back to this newly acquired project leadership, as Lonneke Aalpol and Hedwich van Engelen indicate. As student advisors of the Education and Student Service Center (STU) they are specialized in ‘graduation deadlock’. Van Engelen: “It is quite a daunting task, being a project leader without a great deal of knowledge and experience. Still, it is wise to be aware that your graduation project is your own responsibility. Naturally a good supervisor will support the product and the process as part of the academic schooling. However, this also implies that you will eventually be trained to be an independent engineer, researcher or designer. Which means you yourself should provide clarity about what needs to be done. Plan carefully and work with a focused approach. Which experiments need to be carried out over the next few weeks, which articles do you want to read? What must be discussed with your supervisor and what should the feedback be about? Don’t expect your supervisor always to come up with solutions to these questions in other words: be proactive.” Anybody can get stalled during their graduation phase. It happens every day, no matter who you are, and often it is a combination of factors that can simply happen to you. And this may occur at any moment.

There are students who, even before they have really begun, expect problems to occur in their project, or who in the final stage may have difficulty writing (in a scientifically adequate manner). Often this is accompanied by performance anxiety or perfectionism. Whatever is written, must be perfect right away and as a result the computer screen remains empty very long indeed. When everything is better than an empty screen, Aalpol recommends. “If anything, don’t wrestle with yourself too long, but make sure you talk to lots of other people about your ideas, questions or problems you may experience. Your discussion partners may be your professor -even if you are afraid of asking a silly question, so what?- as well as a fellow student or a friend. Just indicating you are stuck may help to bring about a positive acceleration. We often see that students keep going round in circles for too long: ‘If I clock eighty hours this week, or finally make that appointment with my supervisor, things will work out alright. The clock is ticking, though, and you are kidding yourself, which only slows down what little progress there may be. And the longer you get bogged down in negative thoughts, the harder it is to find a way out again.”

“Seeing that others are coping with the same problems is often quite a relief” So be sure to alert someone about your graduation problems at an early stage. It can never harm to drop in at your supervisor, student advis0r or STU. Usually, making an appointment with STU is a bit of a threshold for students, the student advis0rs have noticed. Aalpol: “Students tend to think that they really need to be at their wits’ end before turning to STU for help, and that this will entail a whole procedure to be followed. Mostly the contrary is true.

All the experience we have gathered shows that a single discussion with several confrontational questions and tips is often enough to give students that little bit of support that enables them to carry on. For prolonged coaching we have the Graduation Group. This is a small group in which graduating students meet on a weekly basis in order to set concrete goals and where there is a buddy system. Students phone each other in the interim period by way of incentive and so as to exchange tips. Not with the idea of checking up on each other, but in order to help, to show solidarity. Seeing that others are coping with the same problems is often quite a relief already.” Both during the individual talks and in the Graduation Group the attunement of expectations is an important item for consideration, says Aalpol. “In many cases you may be thinking of Mount Everest without any idea how to get to the top. Our main job is to clarify that you don’t need to be at the top straight away, you can also get there step by step. We first convert the slope into small hills, by taking away the pressure of the end result and setting realistic goals that are challenging at once. After all, the hill should be high enough; without a proper effort it is not interesting enough to begin the journey. You need to teach yourself how to divide a big task into small, concrete steps. When you have completed such a small step, you have scored a modest success: you’re a bit closer to your final goal again. And you don’t need to climb that mountain on your own. A project leader also makes sure that the right people are called in to make progress, so you can do that as well. And in the end you will be waving down at everybody from the top of Mount Everest.”


Zoom in | 27

See for more news www.cursor.tue.nl/en

rn to your graduation dip

a landed degree STU’s anti-dip-tips • Draw up a solid planning and set very concrete goals. So not: ‘I’m going to read some articles this week’, but: ‘on Monday, Wednesday and Friday I’m going to read these two articles’. • Talk about it with friends, fellow students, lecturers or a student advisor. Don’t make your graduation project too individual; small discussions may lead to new insights. • Try to establish a good balance between work and play. Schedule obligatory intervals during which you move away from your laptop and -literally- distance yourself from your work. Which means no Facebook or Internet, but an active exploit, like going outdoors for a walk or for some shopping. You can always turn to STU in case of graduation problems. Through a visit to the Service desk in MetaForum, by e-mail (stu@tue.nl) or by telephone (040-247 4747) you can make an appointment with one of the student advisors.

Dorris (25), Master student of Applied Physics

“I developed most on a personal level” “Even at the beginning of my graduation project I knew: this is not really my area and I don’t want to continue in research after this either. I found it awkward to derive some enjoyment from the relatively scarce results - for that’s how things go in research. Only when I was writing my report did it become clear to me that I had not been performing at my genuine level. They assured me that it was good enough to graduate, but being the perfectionist I am, my bar was at a much higher level. In the end, when one of my supervisors insisted, I took a short time-out. My professor suggested asking whether STU could help me out, and that’s how via individual interviews I ended up in the Graduation Group. Thanks to them and the kind people around me I am now finding the energy again to finish my report, and during my graduation phase I may well have developed most on a personal level.”

Dorris’s anti-dip-tip “Don’t think you are the only one who has trouble graduating; only when you talk about your problems openly do you hear how many people are facing the same problems, and then you can help each other!”

Johan (28), alumnus of Automotive Technology, 2013. Active as a Software Engineer

“I constantly raised the bar too high” “For me it was the transition from the controlled environment of preuniversity education to the university, living in lodgings and all the freedom which led to problems. I found it difficult to judge the extent of activities and often planned too many subjects; actually I constantly raised the bar too high. I was quite active in work for committees and associations. Great fun, but study-evasive behavior nonetheless. I’m a perfectionist, so I thought I could solve my problems by myself. Until things really came to a total standstill and an acquaintance advised me to turn to STU. There it was through talks and the Graduation Group that I learned to plan and set goals. A photo frame on my desk showing my academic progress literally helped me to keep focused on my priorities. I got my Bachelor back on track again and after that I completed my Master’s degree without any further trouble.”

Johan’s anti-dip-tip “Don’t wait too long to seek assistance; the sooner you get help, the easier it is to tackle study issues.”

Bram (25), alumnus of Industrial Engineering and Management Science, 2014. Now touring Asia.

“In the end I found someone who had a ready ear” “I was completely at loggerheads with my supervisor. Even at the stage where I was looking for a company where I could graduate -preferably in line with the subject of my literature study- our communication was not proceeding smoothly. I couldn’t just pop in, like I saw this occurring between fellow students and their supervisors; everything went very formally. Then my father died and I hardly got any support. No asking how I was doing, prolongation of my study program was out of the question entirely. ‘Whether I actually had enough prior knowledge with my Higher Professional Education and pre-Master background’, I was asked. A test at STU showed that I was slightly depressed, which was not strange with me smack in the middle of a grieving process. I ended up at the Graduation Group, where I found a ready ear with students in a similar situation so that we could exchange experiences. This, combined with making strict agreements, has resulted in me actually obtaining my diploma.”

At the request of the interviewees they are only referred to by their first names.

Bram’s anti-dip-tip “Be critical in choosing your supervisor, if necessary make sure you meet a few times to see whether you can really connect.”


2

ril 2015, ursday Ap h T ry a ru b Fe mpus Friday rum, TU/e ca Fo ta e M , h 0 0 10:00-21: search

20

ar re

Philips 100 ja

at changed novations th , the CD and in or aj m of tube ction A choice selee vacuum tube, the X-Ray hundred years the world: thin the field of lighting. One d in Museum innovations arch -last year displaye etaForum. of Philips reseLeiden- now comes to M Boerhaave in none Entrance fee: Foto’s | Philips

don’t TU/e and Eindhoven so you Cursor collects all events at , and nts eve ic athletic and academ have to. Symposiums, films, notify can You nl. ue. or.t urs w.c at ww to parties: you can find them all ail em an d sen website, please e us of new events through our her will ine gaz Ma sor Cur do so. cursor@tue.nl if you want to ing happenings. publish a selection of upcom

ives]

Company Arch

Donderd ag februari, Donderd 20:00-23 :30 uur, AlciCaba ag 26 februari vin re d O’Sheas G uido W t plaats. In navolgt de 22e editie va Irish Pub n ing van T weer tweeijers en Jochem M , Jan van L heo M het ieshouts Fuad Has e cabaretiers hun yjer zullen dit ja aassen, sen traat 9, vind a kunsten Eindhove vertonen r ook t dit jaar & Paul Schoolderm n : plaats an. Na

26

AlciCab

aret XXI

I

H in de O’S afloop heas Irishet cabaret Zorg dat zal het feest verv Pub je erbij b o lg ent en dit d worden in d. e spektake Entreeko l niet misBallenbak. sten: gra t! tis entree op verton ing stude ntenkaart

24

Dinsdag februari, 20:0 0-22:15 uur, Boekhan del Van Piere , Nieuwe Emmasingel 44, Eindhove n Ons e

euwige geh

eugen

Boeken zijn ve andere kenn rgankelijk, evenals cd’s in een duurzaisdragers. We moeten inve, dvd’s en Althans, als wam en onbeperkt opslag steren systeem. e al onze kenn tot in de eeuw igheid willen is en ons cultuurgoed bewaren. Voertaal: Ned er la nd s Entreekosten : geen

24

, February, 20:00-21:30h Tuesday TU/e campus Senaatszaal Auditorium,

?

What do you believe

to. the horizon to navigate in his/her life, a dot on in Eindhoven and Joost van s pas com a ds nee ne e Everyo chair of the Fatih Mosqu of a true Ertan Isik, politician andb Eindhoven for Expats and a strong promotor the ite Hu inv the and of s t their belief Dijck, founder anized y in Brainport, tell abou international communit convictions as well. What do you believe? OrgT. audience to share their TINT, part of the ‘Oh My God!-series‘ of TIN by Studium Generale andtudiumgenerale-eindhoven.nl. Please sign up at www.s Event language: English for free, others 5 euro Entrance fee: students

3

and Tuesday , y a d n Mo , y March Wednesda , 0h 20:00-21:4 e Zwarte Doos, D Filmhouse us p TU/e cam

2

h

Whiplas

Donder da Effenaa g maart, 19 :3 r, Domm elstraat 0-02:00, Effena Eindhov ar Clas en Avondv siQ u

5

4

pursuit to ded in his r, equally in -m le g in e mer, s . Terence Fletch jazz drum s, leads yman is a music conservatory terrifying method drew and e N w re d is n An is h A h r f rs fo o e s v co top ts a rise to the his teaching talen school. Fletcher disis life. known forzz ensemble in the forever changing h the top ja him into his band, transfers es tch subtitl h with Du s li 50 euro g n 7, E : rs e e uag , oth Event lang students 3,50 euro e: Entrance fe

botst en llende show wa vrijt me studente t popmuar klassieke m n m uziek ziek. Ein u ziekgez bestaat dh Genera vijftig jaar en elschap Quadr ovens uit met le en de Effena samen met Stuivium hoogvli een zeventigk ar pakken ze dium Eefje deeger Wudstik, oppig orkest, flink vo ve Visser e n DJ-du rfijnde songw cale o Funke rit l & Funkeer Entreek l. o s studente ten: n 10 eu ro, ande ren 15 e uro

Thursday

5 March, 12:00-13:30h, Traverse, TU/e campus

FuTUre - TU/e: towards an int ernational community

Willem van Hoorn, advisor internat approach on this topic. How are ionalisation, presents the TU/e to our university? How many newinternational new employees welcomed Dutch culture come across to fore colleagues are foreign? How does the will discuss the current situatio ign people? After the presentation we n and approach, as well as brai for new ideas. You can subscribe nstorm member (free) via future@tue.nl. for this event by becoming a FuTUre We hope to see you there! Target group: employees Event language: English


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.