Cursor 15 - jaargang 55

Page 1

15 Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven Voor nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op enmm

4 april 2013 | jaargang 55

14 | D e thermometer gaat in de TU/e

6 Eén onderzoek is géén onderzoek

10 Liever vrouwen dan mannen

12 Momics on the move

Flip for English


2 | Vooraf

4 april 2013

Positief geoormerkt

Colofon Hoofdredacteur Han Konings

Eindredacteur Brigit Span

Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Frits van Otterdijk Norbine Schalij Monique van de Ven Berry Zwets (stagiair)

Medewerkers Nicole Testerink Gerard Verhoogt

Fotografie Rien Meulman Bart van Overbeeke

Coverbeeld David Ernst

Opmaak Natasha Franc

Aangesloten bij

Het lijkt niet echt op te schieten met de pogingen om het aantal vrouwelijke wetenschappers aan de TU/e te verhogen. Zo bleek maar weer eens tijdens de universiteitsraadvergadering van afgelopen dinsdag. Ten opzichte van het jaar 2011 zakte in 2012 het percentage vrouwelijke UD’s van twintig naar zestien. Er werden vorig jaar eenentwintig nieuwe UD’s aangenomen, waarvan slechts twee vrouwen. Dat was niet wat het College van Bestuur in gedachten had voor de komende jaren. In 2015 wil het CvB dat ruim een kwart van alle UD’s vrouw is. Een daling is dan wel het laatste wat je kunt gebruiken. Dat vraagt om rigoureuze maatregelen, dacht men onderin het Hoofdgebouw. Faculteiten die in 2012 en 2013 hun quotum vrouwelijke UD’s niet halen, moeten dat volgend jaar corrigeren. In het meest extreme geval betekent het dat er dan geen mannelijke UD’s benoemd mogen worden. Een vorm van positieve discriminatie die veel reuring zal veroorzaken. Maar bekijk het ook eens van de andere kant. Is het voor een vrouw

Rewwwind www.cursor.tue.nl Han Koning s

In Rewwwind ‘spoelen’ we kort terug naar de afgelopen weken. Welk nieuws is na het verschijnen van de laatste papieren Cursor op de Cursor-site verschenen?

Rector: Voorrang voor vrouwen dan wel aantrekkelijk om in het jaar 2014 aan de TU/e te beginnen als UD? Zul je daar de rest van je wetenschappelijke carrière niet door gehinderd worden? Je loopt de kans om weggezet te worden als ‘de UD-gene­ ratie van 2014’. Dat clubje vrouwen dat het eigenlijk niet op eigen kracht heeft weten te bereiken. Anderszins: het lijkt op dit moment onmogelijk om de masculiene benoemingscirkel op een andere manier te doorbreken. ‘Generatie 2014’ moet dan maar een geuzennaam worden. Zie ook pagina 10.

Hoger Onderwijs Persbureau

3 april - Wellicht mogen enkele faculteiten van het CvB volgend jaar alleen nog maar vrouwelijke universitair docenten (UD) aannemen. Dat zei rector prof.dr.ir. Hans van Duijn 2 april tijdens de universiteits­ raadvergadering. Het CvB heeft besloten dat in 2012 en 2013 de helft van de

nieuwe UD’s vrouw moeten zijn. Mochten faculteiten te zeer bij deze doelstelling achterblijven, dan overweegt het CvB vanaf 2014 bij die faculteiten alleen nog aanstellingen van vrouwelijke UD’s goed te keuren.

TU/e-gebouw Ceres kanshebber Gebouw van het Jaar 2 april - Het TU/e-gebouw Ceres is in de race voor de verkiezing BNA Gebouw van het Jaar 2013. Het verbouwde ketelhuis, het onderkomen van onderzoeks­ instituut ICMS, is één van de twaalf genomineerden die werden gekozen

uit enkele honderden inzendingen. Ook de TU/e-gebouwen Catalyst en MetaForum stonden op de lijst; laatstgenoemde kreeg in de Regio Zuid een eervolle vermelding. Op 16 mei worden de winnaars bekendgemaakt.

Redactieraad prof.dr. Cees Midden (voorzitter) prof.dr. Hans Niemantsverdriet Angela Stevens- van Gennip Thomas Reijnaerts (studentlid) Arold Roestenburg Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

Redactieadres TU/e, Laplace 0.35 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl

Cursor online www.cursor.tue.nl

Druk Janssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745

TU/e-studenten zien huis in vlammen opgaan

Slow science De hand die je voedt, moet je niet bijten. Dat betekent voor Daniël Lakens echter niet dat hij zich kritiekloos schikt naar financiers en vakbladen, die alleen ‘vernieuwend’ onderzoek willen bekostigen en publiceren. De jonge hond van Human-Technology Interaction vreest voor de betrouwbaarheid van de wetenschap en schroomt niet om zijn bezorgdheid te uiten via twitter, op opiniepagina’s, of rechtstreeks bij NWO. Zijn boodschap? Als dat vernieuwende onderzoek eens wat vaker herhaald zou worden, zou dat de wetenschap beslist ten goede komen. Lakens pleit voor

28 maart - Voor veel bewoners van de studentenflat aan de Heezerweg was het dinsdagmiddag 26 maart schrikken. Eén van de wooneenheden vloog in brand. Vermoedelijke vatte een bank op het overdekte balkon vlam. Hoe dat precies

Tom Jeltes

‘slow science’, en dat kun je best vernieuwend noemen. Lees meer op pagina 6-7.

heeft kunnen gebeuren, is nog niet duidelijk. Drieëndertig bewoners, waaronder TU/e-studenten, moeten voor een tijdje een andere woonruimte regelen.

‘Stomverbaasd’ over beslissing faculteitsbestuur 27 maart - Een slechte zaak voor de faculteit én voor het bedrijfsleven. Dat vinden hoogleraar Jos Lichtenberg en studievereniging-voorzitter Patrick de Laat van de beslissing van de faculteit Bouwkunde om per 1 september te

stoppen met de mastertrack Building Technology en de leerstoelgroep Building Production Technology. De faculteit trekt de stekker uit de mastertrack wegens personeelsgebrek in de leerstoelgroep en financiële problemen.

De mens achter het nieuws Patrick de Laat: “Dit is de doodsteek voor onze faculteit” De faculteit Bouwkunde wil per 1 september stoppen met de mastertrack Building Technology en de leerstoelgroep Building Production Technology opheffen. De komende tijd wordt het besluit besproken met de faculteitsraad en het College van Bestuur. Voor 1 juni moet er een plan van aanpak liggen. Patrick de Laat is voorzitter van studievereniging SUPport, voor Bouwtechniek en Uitvoeringstechniek. Wat is jouw persoonlijke mening over de beslissing? “Ik heb dit niet zien aankomen, ik ben verbijsterd. Het is de doodsteek voor onze faculteit. Onze richting maakt juist het verschil. Bij Building Technology

Patrick de Laat. Foto | Bart van Overbeeke

komen de verschillende disciplines samen. Dit is onmisbaar in een opleiding tot integraal bouwkundig ingenieur en daarmee heeft Bouwkunde aan de TU/e zich altijd onderscheiden. Er is veel vraag naar bij bedrijven. We hebben al verschillende verbaasde reacties uit het bedrijfsleven gekregen. Als ik naar de argumenten kijk, snap ik niet dat ze het kunnen maken. Ze willen bij Bouwkunde meer naar fundamenteel onderzoek, maar wat bedoelen ze daarmee? Volgens ons is alles bij Bouwkunde toepassingsgericht, en niet alleen onze mastertrack. Het lijkt me vooral een financiële beslissing.” Heeft het voor jou zelf nog gevolgen? “Het is slecht nieuws voor mij. Ik wil in

september namelijk met de master beginnen, en het is nu nog maar de vraag of dat gaat lukken. Ik betwijfel of ik een andere richting binnen Bouwkunde ga doen. Waarschijnlijk ga ik dan naar een andere universiteit.” Betekent dit ook het einde van studievereniging SUPport? Ik vind het heel moeilijk om daar nu een antwoord op te geven. Het zal lastig zijn, maar we willen eerst kijken of we dit voorgenomen besluit nog op een of andere manier kunnen tegenhouden. Pas als alles helemaal concreet is, gaan we naar onze eigen toekomst kijken. (JvG)


Vooraf | 3

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Vox Academici

.nl r.tue o s r w.cu

er Mefo: in

ww

Prof.dr. Paul De Bra, hoogleraar Informatiesystemen, faculteit W&I

Hoe zeldzaam is de jonge succesvolle ‘nerd’? De zeventienjarige Britse Nick D’Aloisio sloot afgelopen week de deal van zijn leven. In zijn vrije tijd bouwde hij de nieuwsapp Summly, die nieuwsberichten inkort zodat ze precies op het scherm van de iPhone passen. Internetgigant Yahoo, bezig met een inhaalslag op het gebied van apps, kocht het bedrijf op voor een slordige dertig miljoen dollar. Juist vanwege zijn jonge leeftijd trok de nieuwe multimiljonair veel publiciteit. Hoe bijzonder is het dat een jonge app-ontwerper in zee gaat met een groot bedrijf? En is het ook vooral een kwestie van geluk of is er wel degelijk hoogstaande kennis voor nodig om zo succesvol te zijn?

“Dit is best uitzonderlijk”, erkent Paul De Bra, hoogleraar Informatiesystemen aan de faculteit Wiskunde & Informatica en initiatiefnemer van de bacheloropleiding Web Science. “Je moet bedenken dat hij geen opleiding Informatica heeft doorlopen en deze app zelfstandig in elkaar geknutseld heeft. Dat wil niet zeggen dat er niet meer van zulke bollebozen rondlopen, het is aan de andere kant ook een toevalligheid dat juist hij eruit is gepikt. Kijk maar naar het beroemde Wiener Philharmoniker. Je moet een topmusicus zijn om daar te spelen, maar je verdient wel als naamloze muzikant je geld. Je naam komt niet eens voor in de aftiteling van het Nieuwjaarsconcert, die van de dirigent wel. Zo zijn er ook heel veel goede jonge programmeurs, maar de kans dat iemand toevallig iets blijkt te maken waar een bedrijf dertig miljoen voor over heeft, is heel klein. Daar zit een enorme geluksfactor bij.” “Van de mensen die -zonder een opleiding- iets in elkaar zetten en van zo’n app rijk worden, verdienen de meesten veel geld omdat hun betaalde app heel vaak gedownload wordt. Dat komt wel vaker voor. Maar dit voorbeeld is heel anders. Summly is een gratis app, daar verdiende die jongen niets mee. Yahoo vond het blijkbaar niet zo leuk dat die app bestond en heeft zijn bedrijfje opgekocht voor een flink bedrag.

Het eerste wat ze toen gedaan hebben, is de app offline halen. Eigenlijk heel triest, want die jongen is nu afgekocht en verdwijnt in het niets. Hij heeft het geluk dat hij er goed uit ziet, waarschijnlijk komen we hem nog tegen in een reclamecampagne. Daarna kan hij de rest van zijn leven spenderen hoe hij van dertig miljoen nog meer kan maken. En omdat hij nu al zo succesvol is, denkt hij dat hij geen opleiding meer nodig heeft. Geen goed voorbeeld dus voor de verantwoorde academische opleidingen...”

“Jongeren kunnen beter inschatten wat een écht goed idee is”

Binnen de TU/e-bacheloropleiding Web Science -die trouwens wereldwijd uniek is- zien we ook veel van dit soort enthousiaste jongeren die de online wereld vooruit willen helpen. Dat zijn wel vaak de wat lastigere klanten. Omdat ze technisch gezien al veel uitgepuzzeld hebben, raken ze sneller verveeld en moet je ze bij de les zien te houden wanneer je de achterliggende principes uitlegt. Want die zijn heel belangrijk, we willen studenten bijbrengen wat een app succesvol maakt, wat je moet introduceren aan functionaliteit, een stukje systematisch denken. Zo is de kans veel groter dat wat je maakt succesvol is, dan dat het een toevalstreffer is. En wanneer je een geslaagde app maakt, moet je het jaar daarna opnieuw iets succesvols kunnen leveren. Dat spreekt het bedrijfsleven aan, onze studenten zijn zeer gewild. Wij gaan daarom liever voor langetermijnkwaliteit dan dat we eendagsvliegen leveren.” (NT)

“Wat deze jongen gemaakt heeft, is op zich niet heel bijzonder. De technologie erachter heeft hij ook niet zelf bedacht, die komt van Stanford University. Hij heeft er wel een goede schil omheen gemaakt aan de hand van het belangrijke basisprincipe: hou het zo simpel mogelijk. Jongeren hebben vaak een betere fantasie dan veel volwassenen en kunnen inschatten wat écht een goed idee is.

Paul De Bra. Archieffoto | Bart van Overbeeke

Hardlopen langs de Dommel Studentenatletiekvereniging Asterix hield op 28 maart op het TU/e-terrein de Dommelloop. De afstanden waren en kilometer. Het uitgezette parcours was km lang.

5

10

2,5 In totaal waren er 224 deelnemers; 70 TU/e-studenten en 9 universitaire medewerkers. Casper van der Putten liep de 5 km in 15:38 uit, terwijl Pieter van Beekveld 32:09 over de 10 km deed. Beide heren zijn

afkomstig van atletiekvereniging Eindhoven Atletiek. De snelste studenten, bestaande uit mannen en vrouwen, kwalificeerden zich met de Dommelloop voor het Universi­ teitsteam van Eindhoven voor de Batavierenrace op 27 april. Dat is een grote studenten­ estafette die dit jaar voor de e keer gehouden wordt. De route loopt van Nijmegen naar Enschede en bedraagt ruim kilometer. (BZ)

12

3

41

175

Foto | Rogier Beckers


4 | Gelinkt

4 april 2013

Drie teammanagers met passie De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we drie van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.

Ga er maar aan staan, als student: tientallen andere studenten motiveren, goed plannen, problemen oplossen. En dat in drukke tijden meer dan 65 uur per week. Lex Hoefsloot (22), Bram van de Schoot (21) en Robin Soetens (24) voeren de teams aan van respectievelijk Solar Team Eindhoven, URE en Tech United. Van stress is weinig sprake. Het levert ze vooral een hoop energie op, en een schat aan ervaring.

Lex Hoefsloot

Vliegende keep zijn. Als je Lex Hoefsloot naar zijn taken vraagt, is dat het antwoord. Dan het ene probleem tackelen, dan het andere. Ver vooruit plannen en die planning weer bijstellen. Mensen motiveren, ervan overtuigen dat het nog een tandje beter kan. Samen met het team tot in de late uurtjes doorwerken. Sponsoren regelen. Complete herkenning bij de andere twee, die grotendeels hetzelfde op hun bordje hebben. Nuanceverschillen: Robin doet het parttime naast zijn studie en Lex en

Bram zijn er fulltime mee bezig. Verder verschilt hun teamgrootte- en samenstelling. Bij het Solar Team werken ze met zo’n 25 fulltimers. De zes bestuursleden van URE zijn fulltime in de weer en daarbij zijn er zo’n 65 parttimers - in wisselende samenstelling. De team rond de robotvoetballers van Tech United bestaat uit plusminus twintig parttimers. De drie teams werken maandenlang naar hun doel toe. University Racing Eindhoven stuurt al negen jaar teams naar de Formula Student competitie. Deze zomer mogen de makers hun racewagen, de URE 08, op verschillende Europese circuits testen. Bram, derdejaars Werktuigbouwkunde, heeft zijn studie er even voor stopgezet. “Dit is mijn derde jaar bij het team. Eerder werkte ik praktisch mee aan het ontwerp. Ik vind het fijn dat ik nu mijn stempel op URE kan drukken.” Tech United bestaat uit verschillende teams en Robin hoort bij degenen die met de voetbalrobots werken. Van 26 tot 30 juni mogen zij de vorig jaar behaalde wereldtitel verdedigen op Eindhovense grond. Robin, masterstudent Werktuigbouwkunde, zet zich al drie jaar in voor het team. Begonnen voor zijn bachelor eindproject en sinds vorig jaar de teamleider. “Het was geweldig om,

na vier jaar op rij de finale nipt verloren te hebben, vorig jaar toch wereldkampioen te worden”, memoreert hij. Solar Team Eindhoven doet -dit jaar voor het eerst- mee aan de World Solar Challenge. De teamleden binden de strijd aan met andere universiteitsteams door van Darwin naar Adelaide te rijden met hun eigen elektrische auto die deels wordt aangedreven door zonne-energie. De competitie is van 6 tot 13 oktober. Lex en zijn studiegenoot Roy vonden het vorig jaar tijd worden dat Eindhoven ook eens aan deze competitie ging deelnemen. Lex: “We hadden binnen de kortste keren een team, veel studenten waren enthou­siast. Het lastige in het begin is alleen dat je geen sponsorgeld hebt en toch al een technisch ontwerp moet maken.” Lex heeft zijn bachelor afgerond en besteedt zijn ‘tussenjaar’ nu aan het project.

“Rustig blijven denken. Er komt altijd wel een oplossing” Het Solar Team legde al vroeg zijn oor te luister bij URE en Tech United. Vooral tussen de twee autoteams is veelvuldig contact. De werkplaatsen zijn aangrenzend in Gemini-Noord. Lex: “Wij hebben veel kennis over aerodynamica die URE goed kan gebruiken. Wij leren op onze beurt weer veel over carbonfiber van URE.” Volgens Robin zijn er echter ook volop raakvlakken tussen het werken aan auto’s en robots. “Een auto wordt steeds meer een autonoom rijdend platform, een robot dus eigenlijk. We hebben bij Tech United onze voetbalrobots wel


Gelinkt | 5

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

voor (vertellen over) techniek eens in cirkels achter elkaar aan laten rijden om het ontstaan van een file na te bootsen. Via wifi staan onze robots continu met elkaar in contact. Automotive studenten konden uitzoeken welke informatie weggebruikers aan elkaar door moeten geven om opstoppingen te voorkomen.” Voor tips kloppen de teams vooral bij medewerkers en medestudenten aan. Sommige sponsoren steunen niet in de vorm van geld, maar door hun kennis te delen.

De drie teammanagers vinden hun projecten van toegevoegde waarde voor de TU/e. Bram: “We profileren ons goed met Automotive.” Lex: “We zijn aan de TU/e sowieso goed in alles dicht bij de consument te brengen. We gebruiken veel kennis van verschillende faculteiten en leren over en weer. Bij Industrial Design zijn ze bijvoorbeeld met machine-interactie bezig.” Hoewel ze nu en dan informatie uitwisselen, is er nog veel wat ze niet van elkaar weten. Zo vragen ze tijdens

het interview aan elkaar hoe het is om met parttimers dan wel fulltimers te werken. En Lex en Bram zijn enigszins verbaasd als ze horen dat in de robotvoetbalcompetitie alle informatie openbaar is. Robin licht toe: “Wij waren een van de eersten met een actief dribbelmechanisme, nu kan ieder team dat. In de aanloop naar het toernooi deel je niet meteen alles, maar na het toernooi zetten we wel alles online. Het dwingt je steeds met iets nieuws te komen en de wetenschap als geheel gaat sneller vooruit. En de meeste teams zijn eigenwijs genoeg.”

“Ik leer er net zoveel van als van een jaar studeren” Ze doen alledrie vrij laconiek over hun positie. ‘Het is een platte organisatie’, ‘het is een beetje gegroeid dat ik het team ging aansturen’, ‘we doen veel in overleg, polderen’, en ‘we hebben een goede structuur’. Maar zeker moeten ze wel eens lastige knopen doorhakken. Of het enthousiasme temperen, omdat er onvoldoende geld is. Of juist

Robin Soetens

Bram van de Schoot

iedereen aanjagen, om net die ene milliseconde sneller te kunnen zijn. Brams devies: “Rustig blijven denken. Er komt altijd wel een oplossing.” Nooit gaan Lex, Bram en Robin met tegenzin aan de slag. Lex: “Je leert zoveel. Vooral over projectmanagement.” Bram: “Ik leer er net zoveel van als van een jaar studeren. Zo niet meer.” Robin: “Het is zo gaaf. Ik vind het interessant om de ontwikkeling van de robots te

zien. En ik kom graag in contact met de teams wereldwijd, met andere culturen. Ik heb mijn communicatievaardigheden flink kunnen verbeteren.” Gedrieën zijn ze het hartgrondig eens over wat echt het allerleukst is aan hun projecten: “Techniek laten zien en erover vertellen aan een heel gevarieerd publiek.” Interview l Judith van Gaal Foto l Bart van Overbeeke


6 | Onderzoek

4 april 2013

DaniĂŤl Lakens. Foto | Bart van Overbeeke


Onderzoek | 7

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Op de bres voor de betrouwbaarheid van wetenschap Eén onderzoek is géén onderzoek, twee onderzoeken zijn een half onderzoek, drie onderzoeken zijn (met een beetje geluk) pas een écht onderzoek. Zo formuleert dr. Daniël Lakens het belang van herhaling in de wetenschap. De psycholoog van de afdeling Human-Technology Interaction maakt zich daarom hard voor een nieuwe inrichting van de wetenschap, met meer ruimte voor replicatieonderzoek. ‘Publish or perish’ is het adagium van de hedendaagse wetenschap. Subsidies en aanstellingen zijn voor een aanzienlijk deel afhankelijk van hoeveel artikelen een onderzoeker heeft gepubliceerd. Zonder een cv met een lange publicatie­ lijst kom je tegenwoordig niet ver bij financiers als NWO. Als je dan bedenkt dat vaktijdschriften eigenlijk alleen vernieuwend onderzoek willen publiceren, zijn onderzoekers wel gek als ze werk van collega’s letterlijk herhalen - terwijl dat eigenlijk wel nodig is om iets te kunnen zeggen over de betrouwbaarheid van met name psychologisch en medisch onderzoek. Je zou zelfs kunnen stellen dat het feit dat wetenschappelijke resultaten reproduceerbaar zijn, bijna de definitie van wetenschap is. Het besef dat de nadruk op baanbrekend onderzoek -ook vanuit de financiersschadelijke gevolgen kan hebben voor de robuustheid van wetenschappelijke inzichten, leeft buiten de kring van onderzoekers zelf nog nauwelijks, concludeert Daniël Lakens. “Er bestaat bij beleidsmakers een soort ideaalbeeld van de wetenschapper die zich niet druk maakt om zijn hypotheek en zich alleen

laat leiden door puur wetenschappe­lijke motieven. Dat beeld gaat misschien op voor een paar uitzonderlijke weten-­ schappers, maar het merendeel van de onderzoekers ziet veel publiceren als hun belangrijkste doel. Je ontkomt gewoon niet aan de perverse prikkels vanuit wetenschapsfinanciers en -uitgevers. Het moet allemaal innovatief zijn en snel worden gepubliceerd.”

“Je ontkomt niet aan de perverse prikkels” En dat gaat ten koste van de kwaliteit. Eind februari was de TU/e’er op bezoek bij onderzoeksfinancier NWO, dat hem had uitgenodigd naar aanleiding van een pleidooi voor replicatieonderzoek dat hij met twee collega’s had geschre­ven in vakblad De Psycholoog. “We mochten een kort stukje leveren voor het eigen blad van NWO. Daarin vergeleken we replicatieonderzoek met spruitjeswetenschap: heel gezond voor

Daryl Bem en de toekomst Daryl Bem is een gerenommeerde psycholoog, die onder meer les gaf aan Harvard en Stanford. In 2011 publiceerde hij een artikel in het Journal of Personality and Social Psychology met de titel ‘Feeling the Future: Experimental Evidence for Anomalous Retroactive Influences on Cognition and Affect’, waarin hij beweerde in negen studies te hebben aangetoond dat het mogelijk is om in de toekomst te kijken - deelnemers reageerden namelijk anders vóórdat ze erotische afbeeldingen te zien kregen dan wanneer ze aan neutrale plaatjes werden blootgesteld. Deze vermeende omkering van oorzaak en gevolg, ogenschijnlijk statistisch significant, deed veel stof opwaaien. Ervan uitgaande dat het effect niet bestaat, en de onderzoeker te goeder trouw is, moet er iets misgegaan zijn met de statistiek. Lakens: “Veel collega’s hebben daaruit geconcludeerd dat we collectief onze statistische methodes moeten aanscherpen. Dat heeft een golf van vernieuwing op gang gebracht.”

de wetenschap, maar niet echt lekker. Als die spruitjeswetenschap niet wordt gestimuleerd en gefinancierd, dan wordt het gewoon niet gedaan. NWO had onder het artikel een reactie geplaatst dat ze best replicaties wilde financieren, als ze maar innovatief waren! Daarop heb ik in een opwelling een geïrriteerd mailtje gestuurd.” Het onverwachte resultaat was dat hij langs mocht komen bij de directie. Lakens maakte de directie van NWO duidelijk dat ze met de focus op innovatie een deel van haar taak verwaarloost. “Een organisatie als NWO heeft wettelijk twee taken. Ze moet niet alleen innovatief onderzoek bevorderen, maar ook de kwaliteit van de wetenschap bewaken. En die twee dingen bijten elkaar in de huidige situatie. Ik heb daarom voorgesteld om kleine beurzen van zo’n vijfduizend euro te gaan uitgeven, speciaal voor replicatieonderzoek. Vaak hoeft dat namelijk echt niet zoveel geld te kosten.” In afwachting van het antwoord van NWO is de psycholoog druk bezig met een internationaal initiatief. “Mijn Amerikaanse collega Brian Nosek heeft een non-profit organisatie opgericht, het Center for Open Science, onder meer om replicatie­ onderzoek mogelijk te maken. Samen met Nosek bereid ik nu een speciale uitgave van Social Psychology voor. Onderzoekers mogen een plan voor een replicatieonderzoek indienen. Als dit wordt goedgekeurd, krijgen ze hiervoor financiering en de garantie dat het wordt gepubliceerd.” De opzet voor deze speciale uitgave lijkt te werken. “We hebben inmiddels al meer aanmeldingen dan we kunnen plaatsen. Je ziet dus dat er niet veel nodig is om wetenschappers over de streep te trekken. Een kleine herstructurering van het wetenschappelijk proces is voldoende. Er gaat ook meteen een preventieve werking van uit, omdat onderzoekers weten dat hun, wellicht rammelende, onderzoek zomaar kan worden overgedaan. Er zijn ook collega’s die echt tegen zulke grootschalige replicatieprojecten zijn. Die zijn bang dat hier alleen maar slechte publiciteit uit kan voortkomen.” De speciale uitgave van Social Psychology waaraan Lakens werkt, past in een veel grotere beweging die de afgelopen jaren op gang is gekomen. Zo loopt er vanuit het Center for Open Science een groot Reproducibility Project, waarbinnen nog

Leugens, grote leugens, en statistiek Als een bepaald wetenschappelijk resultaat -zeg, melk is gezond- wordt gepubliceerd in een ‘peer-reviewed’ tijdschrift met enig aanzien, wil dit nog niet zeggen dat melk inderdaad goed is voor de gezondheid. Er is altijd een statistische kans, in het algemeen kleiner dan vijf procent (de zogeheten p-waarde), dat melk helemaal niet goed voor je is, of misschien zelfs slecht. Dat beseffen wetenschappers ook. Wat ze vaak minder goed beseffen, vertelt Lakens, is dat het zogeheten statistische onderscheidingsvermogen van het gemiddelde psychologische onderzoek naar schatting op slechts vijftig procent ligt. “Dat betekent dat als er een significant effect bestaat, de kans is dat je dit ook aantoont niet groter is dan de kans dat je kop gooit met een munt.” Van die vijftig procent die geen resultaat oplevert, verdwijnt het overgrote deel in een bureaula. “Daardoor is de verhouding tussen de valse effecten en de betrouwbare effecten in de literatuur slechter dan je zou willen.” Bovenstaand probleem is niet uniek voor de psychologie. Onderzoek lijkt aan te tonen dat de kans op positieve replicatie van medisch onderzoek nog veel lager ligt. De mogelijke implicaties hiervan zijn niet moeilijk voor te stellen.

veel meer resultaten uit de psychologie zo nauwkeurig mogelijk worden overgedaan. Ook is er een speciaal digitaal platform gekomen, het Open Science Framework, waarmee onderzoekers data kunnen delen, plannen voor experimenten kunnen aanmelden en makkelijker kunnen samenwerken.

“Replicatie­ onderzoek hoeft echt niet zoveel geld te kosten” De opgeleefde belangstelling voor het ‘saaie’ herhaalwerk schrijft de TU/e’er toe aan twee grote recente affaires binnen zijn vakgebied. “Je hebt natuurlijk de fraude van Diederik Stapel. Een heel andere affaire, rond Daryl Bem, heeft echter wellicht nog meer impact gehad (zie kader). Daarbij zat het probleem waarschijnlijk in de gebruikte statistische methodes.” In zijn kruistocht tegen perverse prikkels in de wetenschap schreef Lakens onlangs onder meer een kritisch opiniestuk in NRC over het topsectorenbeleid, dat volgens hem te veel invloed geeft aan de industriële partners waarmee wetenschappers moeten samenwerken. Waarom maakt de jonge universitair

docent zich zo druk, terwijl veel van zijn collega’s de schouders ophalen en al hun tijd besteden aan het opbouwen van een publicatielijst? “Ik ben niet zo conformistisch aangelegd. En als je eenmaal beseft wat er mis is, dan kun je er gewoon niet omheen. Als de schellen je eenmaal van de ogen zijn gevallen, zoals Thomas Kuhn het formuleerde... Daarbij komt dat ik in een goede positie ben om kritiek te leveren op het systeem. Door het type onderzoek dat ik doe, waarbij het relatief simpel is om effecten aan te tonen met vrij kleine aantallen proefpersonen, publiceer ik best veel.” Lakens heeft daardoor persoonlijk minder last van de publicatiedruk dan veel van zijn collega’s, en is dus minder vatbaar voor de beschuldiging dat zijn kritiek puur voortkomt uit eigenbelang. “Aan de andere kant zie ik dat heel goede collega’s, die de moeite nemen om met meer proefpersonen te werken en hun eigen experimenten toetsen door ze te herhalen, zich zorgen maken over of hun contract verlengd wordt. En ik wil de komende dertig jaar graag met leuke, goede collega’s werken. Dat zou je eigenbelang kunnen noemen.” openscienceframework.org centerforopenscience.org Interview | Tom Jeltes Foto | Bart van Overbeeke


8 | Onderzoek

4 april 2013

Onderzoeken aan topsport De TU/e gaat het thema sport en technologie uitbreiden en intensiveren, onder meer met het onderzoek ‘Statusmonitoring bij topsporters’. Bij dit onderzoek gaat een multidisciplinair onderzoeksteam de sportvelden op en de stadions in om sporters betere trainingsadviezen te geven. STW kende hiervoor een subsidie van 343.000 euro toe.

“Kernbegrippen zijn People, Sport & Vitality, met een sterke technologische basis. Afgekort PSV, want we blijven Eindhovenaren”, vertelt een glimlachende prof.dr.ir. Aarnout Brombacher, decaan van Industrial Design (ID). “We zijn aan de TU/e ontzettend sterk in het meten aan

en van het menselijk lichaam. Dat gaan we in de sport toepassen met realtime adviezen aan sporters, waar dat nu alleen achteraf én minder exact kan.” Meten áán het lichaam gebeurt vanuit de faculteiten Wiskunde & Informatica, Werktuigbouwkunde en Electrical

Engineering, het meten ván het lichaam gebeurt bij ID en Industrial Engineering & Innovation Sciences. Voor het onderzoek ‘Statusmonitoring bij topsporters’ ontwikkelt Electrical Engineering een speciale sensor die hartfrequentie, bewegingssnelheid en bewegingsfrequentie realtime, synchroon en betrouwbaar meet, met minimale impact voor de sporter. Het gaat om hardlopen, zwemmen en fietsen en de teamsporten voetbal en roeien. Alle projecten zijn inmiddels gestart en hebben een looptijd van vier jaar. Niet alleen organisatiepsychologen zijn erbij betrokken, ook bewegingswetenschappers van de Vrije Universiteit Amsterdam, omdat de TU/e te weinig weet van het menselijk lichaam. Voor onderzoek heeft de faculteit ID loopbanden staan en is er volop medewerking van het Studenten Sportcentrum van de TU/e. “Maar”, zo benadrukt Brombacher, “dan heb je geen sporter in zijn natuurlijke trainingsomgeving. We zijn dan ook bezig met experiential design landscapes (EDL): omgevingen waarin onze wetenschappers nieuwe producten ontwerpen, testen en evalueren en tegelijk data vergaren van en met de echte eindgebruikers. Vervolgens kijken we ook hoe de testsituatie wordt gebruikt en ervaren.” Twee EDL’s zijn operationeel: in het Pieter van den Hoogeband zwembad (het Nationaal Zwem Centrum) en op de atletiekbaan. Daar komt -om de 10 centimeter- een rij leds in de grond, waar trainingspatronen mee gemaakt kunnen worden. Er was al een testbaan van 100 meter, de nieuwe rij leds komt over de volledige 400 meter.

Onderzoek aan de ledlijn op de atletiekbaan. Foto | Bart van Overbeeke

4 brandende vragen

Yuzhong Lin (B) Met een app in beweging

(Onder redactie van Tom Jeltes)

1 2 3 4

efschrift?

Wat zien we op de cover van je pro

Hoe leg je op feestjes uit waar je onderzoek over gaat?

2 | feestjes

Op de voorkant van mijn proefschrift staat een foto van een meer in mijn geboortestad Nanjing, China. In de achtergrond zie je een park met wandelende mensen. Dat sluit aan bij het onderwerp van mijn promotie, waarvoor we een app hebben ontwikkeld die mensen motiveert om aan lichaamsbeweging te doen.

We hebben een app gemaakt voor Android-telefoons en deze uitgetest op proefpersonen. De app houdt in de gaten waar de eigenaar zich bevindt, wat voor weer het is en of hij ruimte heeft in zijn agenda om bijvoorbeeld in de lunchpauze te gaan wandelen in een naburig park. Ook doet de app suggesties voor wat uitgebreidere uitstapjes in de omgeving. Bijvoorbeeld om een avond de route van Glow te wandelen. Het blijkt dat men vooral de laagdrempelige adviezen vaak opvolgt.

3 | onmisbaar

at is Welke persoon, techniek of appara oek? onmisbaar geweest voor je onderz

Wat heeft de samenleving aan

1 | cover

jouw werk?

De snelle opmars van smartphones met Android was voor dit onderzoek erg belangrijk. Toen ik in 2008 begon, waren die er nog nauwelijks en raakte de batterij snel leeg doordat de app elk kwartier alle gegevens checkte. Die technische problemen zijn voorbij.

4 | samenleving Buiten bewegen is gezond. Een app kan mensen eraan herinneren dat ze moeten bewegen en tips geven waar je dat kunt doen. Omgekeerd kunnen architecten ook de gegevens van zo’n app gebruiken voor een aantrekkelijkere inrichting van de gebouwde omgeving.


Onderzoek | 9

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Brombacher, zelf fervent hardloper: “Voor me brandt het rode lampje, daar kan ik mijn trainingspatroon neerzetten: 400 meter in x minuten. Maar dat is saai. Ik kan ook een sneller of langzamer patroon aanleggen of een interval. Dat kan ook met groepen: iemand loopt uit, valt weer terug, enzovoort. Het kan met topsporters, breedtesporters, amateurs of ouderen. Heel belangrijk met trainen is dat sporters er plezier in houden, zeker jongeren. Dat is de P van People. Maar er is nog geen trainer of ontwerper die ooit heeft nagedacht wat je hier allemaal mee kunt.”

“De TU/e is ontzettend sterk in het meten aan en van het menselijk lichaam”

je spieren mee,’ dan moeten we dat niet doen.” Door individuele en permanente monitoring van het hele proces kunnen ter plekke verantwoorde adviezen worden gegeven, afgestemd op de sporter. Want adviezen moeten op maat zijn: wie herstelt van een ziekte moet andere trainingsadviezen krijgen dan een gezonde sporter. Zo snijdt dit onderzoek aan twee kanten: enerzijds onderzoek naar betere trainingsmethoden met de nieuwste apparatuur, anderzijds naar de ledlijn en een experiential design landscape, waarin topsporters, breedtesporters, designers, psychologen samenwerken. (GV)

Promoties

Maandag 8 april, 16:00 uur, CZ4: Promotie N. Sotiropoulos MSc (EE) Promotor(en): prof.ir. A.M.J. Koonen Voorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Titel proefschrift: “Advanced Modulation Formats for Optical Access Networks”

Donderdag 11 april, 16:00 uur, CZ4: Promotie J.-W.E.M. Sels (BMT) Promotor(en): prof.dr. N.H.J. Pijls en prof.dr. G. Pasterkamp Voorzitter: prof.dr. P.A.J. Hilbers Titel proefschrift: “Markers of Inducible Myocardial Ischemia in the Systemic Circulation ”

Dat is het belang van EDL: er ligt een structuur en gebruikers, sporters, bewegingswetenschappers, psychologen, technici en designers kijken samen welke trainingsvormen het beste werken. Bewegingswetenschappers kunnen de data realtime interpreteren en aan de hand daarvan adviezen geven. Brombacher: “Het doel is om sporten leuker te maken én een betere kwaliteit van de training te krijgen. Het resultaat kan zijn dat iedereen zegt ‘Deze oefening is hartstikke leuk’. Maar als bewegings­ wetenschappers zeggen ‘Daar sloop je

Donderdag 11 april, 14:00 uur, CZ5: Promotie M. Emmert (BMT) Promotor(en): Prof.Dr.med.Dr.rer. nat. S.P. Hoerstrup en prof.dr.ir. F.P.T. Baaijens Voorzitter: prof.dr. P.A.J. Hilbers Titel proefschrift: “Translational cell based therapies to repair the heart”

Maandag 15 april, 16:00 uur, CZ4: Promotie ir. E. Tazelaar (EE) Promotor(en): prof.dr.ir. P.P.J. van den Bosch Voorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Titel proefschrift: “Energy Management and Sizing of Fuel Cell Hybrid Propulsion Systems”

Maandag 15 april, 16:00 uur, CZ5: Promotie ir. K. van de Ruit (TN) Promotor(en): prof.dr.ir. R.A.J. Janssen Voorzitter: prof.dr. H.J.H. Clercx Titel proefschrift: “The Influence of Structure on the Electronic Properties of π-Conjugated Systems”

Intreerede

Vrijdag 19 april, 16.00 uur, BZ: Intreerede prof.dr.ir. T.A.M. Salet (B) - dhl Voorzitter: prof.dr.ir. C.J. van Duijn Titel: “Grijs beton bestaat niet”

Dinsdag 16 april, 16:00 uur, CZ4: Promotie ir. R.T.M. Jakobs (ST) Promotor(en): , prof.dr. R.P. Sijbesma Voorzitter: prof.dr.ir. R.A.J. Janssen Titel proefschrift: “Catalysis and Luminescence in Mechanically Activated Polymers”

Dinsdag 16 april, 16:00 uur, CZ5: Promotie A. Katalenic MSc (EE) Promotor(en): prof.dr.ir. P.P.J. van den Bosch en prof.dr.ir. H. Butler Voorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Titel proefschrift: “Control of Reluctance Actuators for High-Precision Positioning”

Bram van Hoof (BMT) Bolletjes met moleculen

Gierri Waltrich (EE) Je elektrische auto opladen in een paar minuten

1 | cover

1 | cover

2 | feestjes

De omslag is eigenlijk een samenvatting van mijn proefschrift. De gele auto representeert een elektrisch voertuig (EV). Dit voertuig zit vast aan een elektriciteitskabel, die staat voor de verbinding tussen de EV en het elektriciteitsnet. Op de achtergrond is de omvormer getekend die wordt gebruikt voor het snellaadsysteem dat ik in mijn proefschrift beschrijf.

Momenteel kost het nog zes tot acht uur om de accu van een elektrische auto te laden voor een relatief korte afstand (ca. 160 km). Het is mogelijk om een accu veel sneller te laden, maar dan onttrek je een veel hogere stroom aan het elektriciteitsnet. In onze groep (Electromagnetics and Power Electronics, EPE) hebben we een snellaadsysteem voorgesteld waarmee een accu voor een elektrisch voertuig in een paar minuten kan worden geladen door een extra voeding aan het systeem toe te voegen. Hierdoor beperk je de stroom die aan het net wordt onttrokken.

We zien een olijfboomgaard aan zee in Zuid-Italië. Het hoofdbestanddeel van olijfolie, oleïnezuur, speelt een belangrijke rol in hoofdstuk 3 van mijn proefschrift.

2 | feestjes In veel cellen worden zogenaamde vesicles (kleine bolletjes gevormd door een omgekruld membraan) gebruikt om moleculen snel naar buiten de cel te

transporteren - bijvoorbeeld verteringsenzymen in de darmen en signaalmoleculen in zenuwcellen. Ik heb computersimulaties ontwikkeld om de vorming van vesicles en de insluiting van eiwitten in die vesicles te bestuderen. Daarnaast heb ik een nieuwe methode ontwikkeld om de modellen die bij dit soort simulaties gebruikt worden te ontwerpen.

3 | onmisbaar Zogeheten ‘coarse grained’ modellen, waarmee je de bewegingen van meerdere atomen beschrijft met een enkel deeltje, waren onmisbaar voor mijn simulaties van vesiclevorming. Voor die simulaties heb ik meer dan een miljoen processoruren nodig gehad; zonder coarse graining zou dat zeker duizend keer zo lang geduurd hebben en had ik nooit de volledige vorming van vesicles kunnen bestuderen.

4 | samenleving De in mijn proefschrift ontwikkelde methode is erg nuttig voor andere wetenschappers die coarse grained moleculaire simulaties gebruiken. Daarnaast helpen mijn simulaties om beter te begrijpen hoe vesicles gevormd worden en hoe eiwitten zo efficiënt mogelijk in vesicles ingesloten kunnen worden, bijvoorbeeld wanneer in vesicles ingesloten medicijnen worden gebruikt of voor de toepassing van vesicles als celmembranen voor kunstmatige cellen.

3 | onmisbaar Voor het voorgestelde snellaadsysteem heb je elek­ trische omvormers nodig voor een vermogen van zo’n 40 kiloWatt. Onze groep, EPE, beschikt over alle laboratoriumfaciliteiten, geavanceerde meetapparatuur en technische ondersteuning om experimenten te doen bij zulke hoge vermogens.

4 | samenleving Als je de accu van een elektrisch voertuig in korte tijd kunt opladen, vergroot je daarmee de actieradius. Omgekeerd kunnen elektrische voertuigen dan ook gedurende een korte periode energie afstaan aan het net. Dat komt de kwaliteit van het elektrici­ teitsnet ten goede.


10 | Mens & Mening

4 april 2013

CURTOON

UR-podium Vrouwen aan de top Al jaren is er in Nederland een probleem met vrouwen in topfuncties, ook binnen de universiteiten. Nederland scoort, vergeleken met de rest van Europa, erg laag in de hoeveelheid vrouwelijke hoogleraren. De technische universi­teiten in Nederland geven hier extra aandacht aan. Bij de TU/e is dit opgenomen in het Instellingsplan 2013-2016 en het Strategisch Plan 2020. In deze plannen staat dat 20% van de hoogleraren in 2020 vrouw moet zijn. Wat voor vrouwen natuurlijk een erg positief punt is. De TU/e probeert deze 20% te bereiken met een reeks aan maatregelen: betere communicatie, speciale tracks voor vrouwen naar de top en door verplicht te stellen dat naar inzicht van de faculteit de komende 2 jaar 50% van het aangenomen wetenschappe­ lijk personeel vrouw moet zijn. Deze maatregelen zijn nodig omdat het percentage vrouwen in topsectoren nu nog maar op 6% ligt, terwijl het percentage vrouwelijke promovendi op 45% ligt. Om aan de 20% vrouwelijke hoogleraren te komen, worden er mogelijk vacatures uitgeschreven waarop alleen vrouwen kunnen reageren. De kans op een baan wordt groter, maar wil je wel zo’n voorrecht hebben, wil je wel eerder aangenomen worden dan mannen? Wordt er dan nog wel voldoende op kwaliteit geselecteerd?

Algemeen Stan Ackermans Institute | Invitation diploma award ceremony SAI 3TU.School for Technological Design, Stan Ackermans Institute (SAI) invites you to the diploma award ceremony on Thursday 11 April 2013. During this ceremony the SAI design engineers will receive their diploma, a Professional Doctorate in Engineering (PDEng) degree. The festive presentation of diplomas will take place in the Blauwe Zaal in the Auditorium at Eindhoven University of Technology at 15:00 hrs. The presentation will conclude with a reception. Uitnodiging diploma-uitreiking SAI 3TU.School for Technological Design, Stan Ackermans Institute (SAI) nodigt u uit voor de diploma-uitreiking op donderdag 11 april 2013. Tijdens de uitreiking ontvangen de Technologische ontwerpers van het SAI hun diploma en de graad Professional Doctorate in Engineering (PDEng). De feestelijke presentatie van de diploma’s vindt plaats in de Blauwe Zaal in het Auditorium van de Technische Universiteit Eindhoven vanaf 15:00 uur. De diploma-uitreiking wordt afgesloten met een receptie. OOTI | Symposium ‘ICT for Smart Mobility’ On the occasion of her 25th Anniversary, the Software Technology programme (a.k.a. OOTI) organizes the symposium ‘ICT for Smart Mobility’ on April 17, 2013, at the TU/e. Speakers from industry,

Deze strenge maatregelen kunnen leiden tot positieve discriminatie. Voor mij blijft overeind dat de kwaliteit doorslag­gevend moet zijn, niet je sekse. Maar, zover zou ik het niet willen laten komen. Zoals de rector aangaf: “Er mag wel een beetje positief gediscrimineerd worden, vrouwen komen van ver.” Persoonlijk zou ik zo’n functie niet aannemen zodra er niet geselecteerd wordt op je kwaliteiten. Een eerlijke sollicitatieprocedure moet volgen. Mannen moeten net zo goed als vrouwen kunnen solliciteren. Vrouwelijke rolmodellen zijn echter essentieel, vooral in topfuncties. Hopelijk zijn maatregelen zoals nu in de toekomst niet meer nodig en stromen er meer vrouwelijke promovendi door.

Lenne van

ue.nl rsor.t u c . w ww

Schie, Gro ep

er Me o: f in

-één

government and TU/e will highlight the central theme from three different angles: the current state, the technology and the future. For the final programme and more information visit www.ooti.win.tue.nl/ 25Year/. Registration by email to: ooti@tue.nl.

UNIVERSITEITSBERICHTEN

The ST programme is part of the department of Mathematics and Informatics at TU/e and 3TU.Stan Ackermans Institute. Technische Natuurkunde | Inloopatelier heropend Op donderdag 21 maart is na een grootse verbouwing van gebouw Cascade het Inloopatelier van de faculteit Technische Natuurkunde heropend. Het mechanisch Inloopatelier zorgt voor technische ondersteuning van het onderwijs en onderzoek aan de faculteit. Het is gevestigd op de begane grond van gebouw Cascade en is dagelijks geopend van 8.00 tot 16.30 uur. Studenten Sportcentrum | Zwemcursussen voor sportkaarthouders Vanaf 22 april starten op het Studentensportcentrum Eindhoven (SSC) zwemcursussen. In 8 tot 10 weken kunnen deelnemers twee specifieke zwemtechnieken in één cursus oefenen; bv. borstcrawl & vlinderslag of schoolslag & rugslag. Vanwege het toenemend aantal buitenlandse zwemmers en om het niveau van de zwemlessen te verhogen, was een nieuwe zwemstructuur nodig. In deze

zwemcursussen kunnen beginners en gevorderden onder persoonlijke begeleiding gericht aan hun zwemtechniek werken. Een cursus kost 10,- euro en staat open voor alle SSC-sportkaart­ houders. Inschrijven is mogelijk vanaf 2 april 2013 via de SSC-website.

DIVERSEN The OudeRechtbank | Two hours of flamenco Esencia Flamenca is the name of the flamenco group performing on Saturday 20th April at the OudeRechtbank. Starting at 21.00 and ending at 23.00. Two hours of flamenco in the inspiring former Courtroom of The OudeRechtbank. 10 euros entrance including a drink or 5 euros and a drink if you have dinner before. More information also in Dutch www.ouderechtbank.nl. Address: Stratumseind, 32. Eindhoven

Techwatch | Bits&Chips Hardware Conference Op 12 juni 2013 houdt Techwatch de zesde editie van de Bits&Chips Hardware Conference (BCHC) in 1931 Congrescentrum Brabanthallen te ‘s-Hertogenbosch. www.hardwareconference.nl.

hightechbedrijven aanwezig. Daarnaast vinden er interessante lezingen plaats door organisaties als ASML, DLR, Mapper en Philips. Een compleet overzicht van de lezingen vind je op de website.

High-Tech Systems beurs 2013 in Klokgebouw Wil jij alles weten over mechatronica, precisietechnologie, systeem- en software engineering? Kom dan gratis naar de internationale beurs en conferentie High-Tech Systems 2013 op 24 en 25 april a.s. in het Klokgebouw, Eindhoven. Bezoek zowel High-Tech Systems als de Model-Driven Development Days op beide dagen. Op de beursvloer is een breed scala aan

Ga je bijna werken? Het recruitmentplaza op High-Tech Systems biedt recruiters en studenten de mogelijkheid met elkaar in contact te komen. Meld je aan via www.hightechsystems.nl.

Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar universiteitsberichten@tue.nl.

Advertentie


Mens & Mening | 11

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TUssen de oren Psychologie wordt steeds belangrijker aan de TU/e. Technische systemen en artefacten, of het nu games, auto’s, robots, lichtsystemen of gebouwen betreft, zijn uiteindelijk bedoeld voor een menselijke eindgebruiker. Kennis over hoe die gebruiker waarneemt, denkt, voelt en handelt is onontbeerlijk. De nieuwe mensgerichte opleiding Psychology & Technology beschouwt elk technisch ontwerp in dat psychologisch perspectief. In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het wetenschappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd.

Licht

in ‘t hoofd

Dat zul je altijd zien natuurlijk: roep ik in een column de lente aan, blijft het nog weken winter. En wij snakken zo naar die lente, en het meest nog naar het licht. Het Hollands licht wordt bejubeld in de schilderkunst, maar nauwelijks op waarde geschat in het alledaagse. Toch is het licht dat leven op aarde mogelijk maakt en is het licht dat alle levende organismen op aarde het 24-uurs ritme heeft opgelegd. Dat ritme is geprogrammeerd in ons DNA en we kunnen niet meer zonder. Sterker nog, dosering en timing hebben nog steeds een sterke invloed op ons cognitief en emotioneel functioneren en op onze gezondheid. Nu de lente meer licht brengt, schudden we de winterdepressie van ons af. Maar licht doet nog veel meer: het maakt gelukkig, alert en gezond, het redt zelfs levens. Het sterkste voorbeeld daarvan is wellicht het Canadese onderzoek van Beauchemin en Hays uit 1998. Zij onderzochten vier jaar lang het herstel na operatie op intensive care units cardiologie en rapporteerden consistent lagere sterftecijfers in kamers aan de zonnige zijde van het gebouw dan aan de schaduwzijde.

Licht redt zelfs levens

Twissue

Yvonne de Kort, univer sitair hoof Human Te ddocent O chnology In mgevingsp teraction, sychologie faculteit IE bij de afde & IS. Foto ling | Bart van Overbeeke

Vooral vrouwen bleken gevoelig voor de bezonning van hun kamer. We weten nog altijd niet precies waarom, mogelijk speelden synchronisatie van de biologische klok en slaapkwaliteit een rol, mogelijk was het mechanisme meer emotioneel van aard. Maar de cijfers spreken voor zich: het mechanistische beeld van gezondheidszorg moet worden afgeworpen. Genezen is meer dan een operatie en medicatie, herstellen doe je met lichaam en geest, in een gezonde omgeving. Met name licht laat zich daarin niet langer negeren. Maar ook als wij niet op het randje van de dood verkeren, is licht ons belangrijkste medicijn. Karin Smolders, onderzoeker bij HTI en het Intelligent Lighting Institute (ILI), liet jonge gezonde studenten en medewerkers dagenlang rondlopen met een lichtmeter bij het oog terwijl ze ieder uur hun stemming en alertheid rapporteerden. Opnieuw waren de resultaten overtuigend: hoe meer licht ieder in het voorafgaande uur had gekregen, hoe vitaler zij zich voelden. En er kan nog zoveel meer moois met licht, kom maar eens kijken in het ILI.

@tuecursor

Ruim 1.700 volgers heeft Cursor op Twitter, allemaal met hun eigen bezigheden, interesses, frustraties en vragen. In maximaal honderdveertig tekens vullen ze er onze timeline mee, dag en nacht. Elke twee weken hengelt Cursor er een tweet uit om te horen wat er loos is en antwoord te geven op eventuele kwesties.

Kom op TUeindhoven als je die onpraktische sleutelkluizen invoert in metaforum, zorg dan dat het ook werkt. Buitengesloten... #fail

Twitteraar Jeroen Keiren, promovendus Technische Informatica. Doet zijn werk op de zevende verdieping van MetaForum en is een vroege vogel.

Twissue Op 2 april kwam Jeroen Keiren om half acht in MetaForum en probeerde op de zevende verdieping zijn sleutel uit de kluis te halen. “Ik kreeg de melding ‘Geen toegang tot sleutel’. Daarop ging ik naar de receptie en daar heb ik tien minuten gewacht tot Frans tijd had om me te helpen. Het bleek dat de kluis niet doorhad dat wintertijd was overgegaan in zomertijd. Mijn thermostaat thuis weet dat trouwens wel automatisch! Normaliter is de sleutelkluis toegankelijk vanaf 07.00 uur, vandaag dus pas om 08.00 uur. Frans heeft de sleutel voor me gepakt.”

En nu? Het is al geen probleem meer. Het programma van de sleutelkast is aangepast. Maar Frans Goossens van de receptie heeft het er wel druk mee gehad. Hij heeft nauwelijks tijd om vragen te beantwoorden. Ondertussen moet hij schilders toegang verlenen, een alarm in een mindervalidentoilet checken en een docent die een lokaal wil reserveren doorverwijzen naar de receptie van de bibliotheek. Maar uiteindelijk weet Cursor dan toch dat hij vanochtend behalve de schoonmaakploeg ongeveer twintig medewerkers aan hun sleutel heeft geholpen. (NS)

En ik vind Groene campus en fietsen Onze campus moet een groene campus worden. Met bomen en een Groene Loper. Mooie gebouwen passen er ook in. Minder auto’s, dus meer fietsen. Mooie en vooral fatsoenlijke fietsenstallingen horen daar kennelijk niet bij… Tot mijn grote opluchting zag ik recent dat er gewerkt werd aan een grote fietsenparkeerplaats naast MetaForum. Voorbij is de tijd dat je je -met het risico een geparkeerde auto te beschadigen- een weg moest wurmen tussen deze auto’s door naar de fietsenstalling tegenover de noord-uitgang van het Hoofdgebouw, om daarna met gevaar voor eigen leven tussen deze auto’s door over te steken. Voorbij is ook de tijd- dacht ik in mijn optimisme- dat je over de grond moet kruipen om je fiets aan de stalling vast te maken. Een erg vrouwonvriendelijke start en eind van de dag. Overigens zijn ook mannelijke collega’s het met me eens dat dit geen optimale situatie is. De wens om nieuwe fietsenrekken te krijgen op de campus, had ik al eens her en der laten vallen. Eindhoven heeft veel designstudenten en een van hen heeft een prachtig fietsenrek ontworpen dat niet alleen mooi, maar ook nog super praktisch is: de Tulip (zie foto). Kun je je een beter ontwerp voorstellen voor op onze groene park-campus? Helaas: een blik op het terrein aan de Zaale maakt duidelijk dat deugdelijke fietsenrekken geen prioriteit hebben. En dat, ondanks de wens om fietsmobiliteit te bevorderen. In de ‘Mobiliteitsvisie’ lees ik: ‘….Door deze maatregelen zal de behoefte aan fietsparkeervoorzieningen toenemen’. Doe ons fietsers een lol en zorg dan voor mooie en goede fietsparkeer­ gelegenheid. Misschien kan er hier en daar ook nog een afdakje af? Connie Cantrijn | Eindhoven School of Education


12 | Focus

4 april 2013

Tekst | Monique van de Ven Foto’s | Bart van Overbeeke Hoe klein ook: van een Momic valt veel te leren. Over zwermgedrag (een stukje biologie), het gyroscopisch effect (natuurkunde), de energietoevoer en de werking van een transistor (elektrotechniek), om maar wat te noemen. En ieder bouwt weliswaar voor zichzelf, “maar toch déél je iets, maak je samen ergens deel van uit”. Ontwerper Willem Horsten, student Industrial Design, over het succes van zijn doe-het-zelfrobotjes en hun kansen op het vlak van techniekpromotie.

Doe-het-zelf | Momics zijn kleine robotjes die, met behulp van een soldeerbout en een beknopte instructie, redelijk eenvoudig in elkaar kunnen worden gezet. Een Momic bestaat uit een printplaat, zes weerstandjes, twee transistors, twee trilmotortjes, twee lichtsensoren, twee dioden, een ledlampje, een batterijhouder en twee knoopbatterijtjes. Als deze onderdelen (grotendeels gefabriceerd in China) aan elkaar zijn geknutseld, wordt de Momic voorzien van pootjes van rubberdraad.

Momics In beweging | Momics bewegen op trillingen. Hoe precies, dat ligt er maar net aan hoe zijn bouwer de rubberen pootjes heeft geknipt en bevestigd. Om vooruit te komen, moeten de achterpootjes bijvoorbeeld langer zijn dan de voorpootjes. Als de beide achterpootjes (of voorpootjes) niet even lang zijn, draait de robot rondjes. De robotjes sturen zichzelf door middel van de lichtsensoren waarmee ze zijn uitgerust. Elke Momic draagt een lichtje achterop, wat ervoor zorgt dat de robotjes -als ze samenkomenop elkaar reageren en kleine zwermen vormen.

nl r.tue. curso www.

on the

s mic Mo en in e uut: min

Willem Horsten


Focus | 13

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Zijn coach Mark de Graaf had volgens Horsten intussen “overal knikkers laten rollen” en één daarvan werd opgepikt door Marieke Kruithof van Studium Generale, betrokken bij het opzetten van het eerste Discovery-festival in Eindhoven. De organisatie zag in de doe-het-zelfrobotjes een interessante workshop en Discovery werd de launching customer voor de Momics. In nog geen anderhalve maand moest hij onderdelen voor tweehonderdvijftig Momics zien te regelen: honderd Momics voor nieuwsgierige knutselaars onder de festivalgangers ’s avonds en nog eens honderdvijftig voor het scholieren­ programma overdag. Hoewel de geschatte vijftien minuten assemblagetijd te kort bleek en de eerste bouwinstructie te omvangrijk, waren de workshops een succes: “De formule werkte goed, het was keidruk”, aldus Horsten.

Op ontdekking | Bij de slotexpositie van het thema Playful Interactions oogstte Horsten veel lof voor zijn Momic, vooral voor het kant-en-klare doe-het-zelfpakket dat hij had gemaakt. Tijdens zijn internship binnen hetzelfde thema aan zijn faculteit stortte hij zich verder op zijn concept, omringd door promovendi en andere experts ter ondersteuning.

Sinds Discovery is er veel interesse voor de Momics. Zo polste het Amsterdamse science center NEMO Horsten voor een activiteit in het zomerprogramma (waarvoor hij bedankte), is de student in gesprek met de Stichting Techniekpromotie over de mogelijke ontwikkeling van een leerpakket rond de Momics voor scholen en kreeg hij al vragen over de mogelijkheid van kinderfeestjes - niet Horstens cup of tea trouwens: “Ik ben bovenal ontwerper en ondernemer. Natuurlijk haal ik uit de workshops de nodige energie, maar het is gewoon wat minder mijn ding”.

move In den beginne | Bedenker van de Momics is Willem Horsten (20), derdejaars student Industrial Design. In zijn tweede studiejaar stortte hij zich -binnen het thema Playful Interactions- op het ontwerp van “een speels, goedkoop en makkelijk te produceren object”. Horsten was gefasci­neerd door Braitenberg vehicles, eenvoudige robotjes die zelfstandig kunnen bewegen. Van de wieltjes waarop de Braitenbergs zich veelal voortbewegen, was hij echter minder gecharmeerd. Interessanter vond hij de Bristlebot, eigenlijk niet meer dan een tandenborstelkop, uitgerust met een motortje en een batterijtje, die beweegt door trillingen. De student sloeg aan het experimenteren en kwam, gefascineerd door de onvoorspelbare bewegingen van zijn Bristlebots, bij het biologische fenomeen zwermen. Hij rustte zijn robotjes daarom uit met een lampje en lichtsensoren, waardoor ze gaan zoeken naar licht en dus naar elkaar. De eerste Momic kreeg een wit plastic kapje met haartjes, maar zijn nageslacht schudde dit jasje weer van zich af. “Met de robotjes van nu komen mensen letterlijk in aanraking met techniek. Ze zíen hoe de motortjes draaien, vóelen bij wijze van spreken hoe het werkt.”

De plannen | Horsten is trots op het succes van de Momics, maar ook nuchter. Zo zit hij “niet te wachten op duizenden particuliere bestellingen” en heeft hij ook -nog- geen internationale ambities. “Wat mij betreft mag dit voorlopig echt een bijbaan blijven, zodat ik echt student kan zijn. Want uit leren haal ik uiteindelijk de meeste energie.”

nl r.tue. curso . w w w

s mic Mo : in iness s u b

Meer Momics | Ruim achttienhonderd Momics werden er sinds hun introductie door jong en oud, “van 7 tot 85 jaar”, in elkaar gezet. Er waren ‘Braitenberg-workshops’ tijdens het Discovery-festival, de Dutch Design Week en STRP Biënnale. “Het is mooi om de gezichten van mensen te zien als ze het papiertje tussen de twee batterijtjes uit halen. Dan zijn ze zó trots, ze glunderen helemaal”, vertelt Horsten.


14 | Uitgelicht

4 april 2013

De thermometer gaat Interview | Frits van Otterdijk Illustraties | David Ernst Foto’s | Bart van Overbeeke Universiteiten kunnen de kwaliteitszorg van hun onderwijs sinds 2011 in kaart brengen met de zogeheten Instellingstoets. Op basis van kritische zelfreflectie stellen ze zelf een onderwijs­ rapport samen dat vervolgens door de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) wordt beoordeeld. De TU/e is al ruim een jaar bezig met de rapportage. Begin november wordt de eigen inventarisatie gewogen. “We zouden het zeker moeten halen”, klinkt het zelfverzekerd vanuit de bestuurskamer. Een waarschuwing vooraf voor mensen die in slaap vallen bij woorden zoals programmaplan, accreditatieprocedure, voortgangsrapportage, kwaliteitszorgsysteem of beslissingsstructuur. Ze kunnen in het volgende verhaal mogelijk de kop opsteken. Want hoe nobel ook bedacht; de Instellingstoets lijkt op het eerste oog vooral een bureaucratisch monster. Een tijdslurpende bezigheid die menig docent en hoogleraar aan de TU/e met afgrijzen op zich af ziet komen. Het tot in detail vastleggen van de eigen dagelijkse onderwijsroutine is immers geen sinecure. Maar juist door dit verplichte zelfonderzoek worden de geesten weer wakker geschud. Komen onvolkomenheden in het onderwijs bovendrijven. Je zou dus kunnen stellen dat de Instellingstoets een hoog zelfreinigend vermogen heeft. Hoewel. Als de slager zijn eigen vlees keurt, is het dan wel te vertrouwen? “De TU/e beoordeelt niet de TU/e. Dat doet de NVAO. Het is meer de bedoeling dat je kritisch naar jezelf kijkt. Want op dat kritisch vermogen word je afgerekend. Het is alleen maar vervelend als je zelf mooi weer speelt en de commissie van de NVAO daarna er doorheen prikt.” Universiteitssecretaris Nicole Ummelen weet waar ze over praat. Voor haar komst naar de TU/e werkte ze al aan de Instellingstoets voor de Technische Universiteit Delft en de Universiteit van Amsterdam. Als ervaringsdeskundige loodst ze nu de Instellingstoets door de burelen van de TU/e. In haar functie als programmamanager wordt Ummelen

bijgestaan door Lilian Halsema, opleidingsdirecteur van de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences. Dat het uitvoeren van de Instellingstoets extra bureaucratie met zich meebrengt, zal ze zeker niet ontkennen. “De meeste mensen in het universitaire land worden er zuchterig van”, lacht ze. “Ik kan me dat voorstellen, omdat het ook zo voelt. Deels verkoop je een impopulaire boodschap. Want waarom zou je opschrijven hoe de governance structure op de TU/e in elkaar steekt? En toch, als je het doet, komen er dingen boven water waarvan je moet erkennen dat ze niet goed geregeld zijn.”

“Je verkoopt deels een impopulaire boodschap” Nee, een janboel is het zeker niet. Integendeel, verzekert Ummelen. “Maar je moet met de Instellingstoets aantonen dat je centraal alles geborgd hebt. Dat het College van Bestuur (CvB) in control is. Er zijn heel veel zaken naar de faculteiten en de opleidingen gedelegeerd waar ze zelf verantwoordelijk voor zijn. Maar het is de laatste twee, drie jaar bij de universiteiten geland dat zoiets niet volstaat. Wil het CvB kunnen

sturen, dan moet je een aantal zaken centraal afspreken. En die afspraken ook helder vastleggen. Daaraan ontbreekt het momenteel soms. We bezitten bijvoorbeeld geen document waarin we expliciet beschrijven hoe ons kwaliteits­ zorgsysteem werkt. En we hebben geen centraal toetsbeleid op papier staan. Dat zijn twee speerpunten in ons programmaplan.” Bij de faculteiten en opleidingen zijn afspraken gemaakt over de betrouwbaar­ heid en een goed geordende toetsafname, vertelt Ummelen. En er zijn allerlei richtlijnen en instrumenten om de kwaliteit ervan te bewaken. Dat mogen de opleidingen zelf invullen op basis van mondeling overleg. “Maar het CvB heeft centraal geen papieren regels waaraan de toetsing in alle opleidingen minimaal moet voldoen. Die zijn we nu aan het formuleren. Zo laat je de NVAO zien dat je van bovenaf grip houdt op je kwaliteit.” Het is volgens haar voor de NVAO niet zozeer de vraag of het per opleiding goed geregeld is. Dat blijkt vanzelf wel uit de opleidingsaccreditaties die gewoon blijven bestaan in een lichtere variant. Het gaat er vooral om dat het CvB op de hoogte is wanneer er binnen de organisatie iets helemaal mis gaat. En dat het college een aantal zaken centraal kan afspreken en faciliteren. “En als we heel eerlijk zijn, moeten we tot de conclusie komen dat voor sommige zaken de docenten zelf nog een oplossing verzinnen. Ik sta daar voor in, hoor. We zijn niets tegen­ gekomen dat niet deugt. We hebben onderwijskwaliteit allemaal hoog in het vaandel staan, maar we moeten zoiets wel veranderen.” Kritische zelfreflectie is het basisdocument waarop de commissie van de NVAO de eerste beoordeling van de TU/e doet. Maar hoe gaat dat in zijn werk, die zelfreflectie? Ouafae El Fahmi, beleidsmedewerker van de faculteit Scheikundige Technologie, staat als projectleider aan het roer van deze zware opgave. Een karwei waarbij de inventarisatie van het verleden tot heden een voorname rol speelt. Zo ontstaat een soort tijdlijn waaruit

Nicole Ummelen

duidelijk moet worden wat de TU/e allemaal heeft gedaan om het eigen onderwijs continu te verbeteren. Heeft de universiteit voldoende gedaan om fouten op te speuren? “Het gaat niet om een momentopname. We moeten aantonen dat we gedurende al die jaren goed bezig zijn geweest met ons onderwijs. Als TU/e kijken we tien jaar terug en zoeken we of er een lijn valt te ontdekken. En die is er in onze ogen. Het onderwijsbeleid van nu is gebaseerd op de strategie 2020. Het plan is drie jaar geleden instellingsbreed bediscussieerd en vastgelegd.” Het is niet alleen spitwerk in de archieven waarmee El Fahmi een tijdlijn samenstelt. “We spreken ook met een klankbordgroep waarin alle partijen zijn vertegenwoordigd. Van medewerkers tot opleidingsdirec­ teuren. Studenten komen later aan bod omdat het in eerste instantie gaat om het beleid van de TU/e.” Volgens Ummelen en El Fahmi moet het rapport de NVAO duidelijk maken dat de TU/e in staat is om een gedragen

onderwijsvisie te formuleren. En daar het juiste beleid en maatregelen op los te laten. Dat vervolgens te kritisch te meten en bij te sturen. “Op het niveau van het CvB, de faculteit, zelfs de docent of het vak dat hij geeft. Op alle fronten.

“We moeten aantonen dat we goed bezig zijn geweest met ons onderwijs” Het gaat niet zozeer om wat we vinden tijdens dit zelfonderzoek, maar vooral wat we ermee doen en hoe snel. Plan, do, check, act. Alles verloopt volgens deze cyclus”, licht Ummelen toe. Niet iedere faculteit blijkt bij nadere zelfanalyse vlekkeloos te zijn. Zo zijn Bouwkunde en Electrical Engineering volop bezig met enkele zorgpunten die

Ouafae El Fahmi


Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Uitgelicht | 15

in de TU/e naar voren kwamen uit de Nationale Studenten Enquête. Beide faculteiten werken onder meer aan de spreiding van de studielast. Ummelen: “Dit is een concreet voorbeeld dat laat zien dat er een act volgt op een check, namelijk de uitkomsten van een enquête. Een goed kwaliteitszorgsysteem vereist dat je hier goed op reageert.” El Fahmi: “We hebben eigen zwaktes ontdekt, maar zien ook dat het wordt opgepakt. Tijdens gesprekken met de verschillende diensten merk ik een enorme gretigheid om mee te denken. Ze worden niet vaak betrokken in de discussie over de onderwijskwaliteit en kunnen nu direct input leveren. Zo heeft de Dienst ICT aangegeven dat ze graag een rol wil spelen in de ‘digitale universiteit’ als de studenten­ instroom toeneemt. Je proeft dat de Instellings­toets dit soort initiatieven in gang zet en een impuls geeft er ook daadwerkelijk wat mee te doen. Het opstellen van de onderwijsvisie is in dat opzicht ook zeker tweerichtings­ verkeer.” Omdat de TU/e druk in de weer was met de voorbereiding van het vernieuwde bacheloronderwijs, werd de Instellings­ toets vlak na de aanmelding in 2011 uitgesteld naar 2013. Een NVAO-commissie van ongeveer zes personen zal begin november tijdens een eerste ontmoeting in Eindhoven spreken met bestuurders en opleidingsdirecteuren. “The usual suspects”, grapt Ummelen. Een paar weken laten volgt een tweede bezoek en gaat de commissie ‘horizontaal en verticaal prikken’ in de TU/e. “Dat wordt een heel circus. De thermo­ meter gaat in de organisatie. De commissieleden gaan praten met docenten en studenten, ze willen documenten zien die onze beweringen staven. Ze vragen om cijfers die ons rapport onderbouwen. Iedereen moet beschikbaar zijn, dus alle agenda’s zijn die dag blanco.”

Niet geheel toevallig komt de Universiteit Twente zowat tegelijkertijd aan de beurt. Omdat het om twee specifiek technische opleidingen gaat, zal een deel van de commissie vermoedelijk uit dezelfde mensen bestaan. De TU/e overweegt om samen te werken met Twente en bij elkaar ‘proefvisitaties’ af te leggen.

“Het gaat niet om wat we vinden, maar vooral wat we ermee doen en hoe snel” Een soort generale repetitie met rollenspel waarbij ze over en weer elkaar het vuur aan de schenen leggen. Leuk als je eenmaal zo’n onderwijsvisie in huis hebt, maar verstoft het daarna net zoals veel andere jaarverslagen in een bureaula? Absoluut niet, verzekeren Ummelen en El Fahmi. “We willen de uitkomsten van het rapport borgen voor de toekomst. Het verslag moet op de agenda van het onderwijsmanagement komen te staan zodat er op de juiste plekken iets mee gebeurt. Zodat je studenten kunt garanderen dat, waar nodig, iets wordt gerepareerd. In zekere zin is het veel systematischer dan wij gewend waren te werken”, meent Ummelen.

De instellingstoets De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) is verantwoordelijk voor het waarborgen van de kwaliteit van de Nederlandse en Vlaamse hoger onderwijs opleidingen. In 2011 besloot het ministerie van Onderwijs het accreditatiestelsel aan te passen zoals dat werd uitgevoerd door de NVAO. Tot dat moment werd iedere opleiding afzonderlijk beoordeeld (soms in clusters) en moest de hele organisatie telkens overhoop worden gehaald. Deze visitaties trokken een zware wissel op de medewerkers. Vanaf 2011 krijgen de universiteiten de keuze om met de zogeheten Instellingstoets de kans om een aantal algemene onderwijszaken van de opleidingen te bundelen en in één keer te laten toetsen door de NVAO. Wanneer de universiteit of hogeschool de Instellingstoets heeft behaald, worden de opleidingen beoordeeld via de beperkte criteria en gelden de verleende accreditaties voor zes jaar. Wanneer de Instellingstoets niet helemaal naar wens wordt gemaakt door de universiteit, krijgt het een jaar de tijd om onvolkomenheden te herstellen. Dit heet dan ‘positief onder voorwaarden’. Mocht de instelling er alsnog niet in slagen om de gaten te repareren, dan valt het terug op het ‘oude regime’ en zal de NVAO de opleidingen volgens het zware accreditatiesysteem beoordelen. De hoger onderwijsinstellingen hebben zonder uitzondering ingetekend op de Instellingstoets. De universiteiten van Delft en Nijmegen gingen voorop als pilotproject en slaagden voor deze

nieuwe vorm van accreditatie. Inmiddels hebben diverse universiteiten en hogescholen dit voorbeeld gevolgd. Half maart maakte Tilburg University bekend dat het de Instellingstoets heeft behaald. Maar het is allerminst appeltje-eitje, zo blijkt uit de beoordeling van de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Hanzehogeschool in Groningen. Zij kregen in 2012 een ‘positief onder voorwaarden’. En vorige week legde de rector magnificus van de Vrije Universiteit zijn functie neer nadat een commissie eerder in januari al had geoordeeld dat de instelling nog niet klaar was voor de audit van de NVAO. De TU/e werkt sinds een jaar aan het rapport voor de commissie van de NVAO. Het wordt samengesteld volgens de vijf hoofdlijnen van de NVAO: • Brondocumenten • Onderwijsvisie en beleid • Resultaten en verbeteraanpak • Organisatie- en overlegstructuur • Draagvlak en communicatie Het is de bedoeling om het conceptrapport voor de zomer af te ronden en met alle partijen binnen de universiteit te bespreken. Het definitieve rapport moet eind september bij de NVAO in de bus vallen.


16 | Student

Clmn

Thomas Prevoo Masterstudent Innovation Ma nagement

4 april 2013

Activiteitenkalender 28 april, MetaForum Plaza | expositie: What you see = what you get

Ma 8, di 9, wo 10 april, 20.00 uur, filmhuis de Zwarte Doos. | Film: Le magasin des suicides

Soms zie je foto’s en vraag je je af: is dit nep, of toch echt? Natuurlijk is niet één beeld ‘echt’. Een foto is niet meer dan een grafische weergave van een opname. Tijdens de inkadering van een stukje werkelijkheid gebeurt er van alles, bedoeld en onbedoeld. We realiseren ons eigenlijk amper dat alle foto’s die we zien in feite gemanipuleerde uitsneden uit werkelijkheden zijn. We vergeten al gauw dat we kijken naar een selectie en een verwerking van de realiteit. Bij What you see = what you get, een expositie in het kader van het Reframe Festival, staat deze thematiek centraal. Laat je op het verkeerde been zetten door deze intrigerende werken.

In de winkel uit de titel schuift het echtpaar Tuvache welgemoed alle benodigdheden voor een geslaagde zelfmoord over de toonbank. Vader Mishima -inderdaad, vernoemd naar de Japanse literator die seppuku pleegde- geeft zijn clientèle opgewekt advies: “Je sterft maar één keer, maak er iets moois van.” Moeder Lucrèce -inderdaad, vernoemd naar de gifmengster der Borgia’s- zet in het grote kasboek vlijtig een stempel bij iedere goede afloop. Een klant die niet terugkomt, is tenslotte een tevreden klant. Het hagelt grafkistgeestigheden in deze zeer Franse Le magasin des suicides (Nederlands ondertiteld).

Afschuiven Briljant nieuws deze week over de Nederlandse Spoorwegen. De NS scoort namelijk niet zo goed op klanttevredenheid, en wordt hier jaarlijks -terecht- door de minister op aangesproken. Als bedrijfskundig ingenieur-to-be denk ik dan: “Hoogste tijd om je processen kritisch te analyseren en te verbeteren!” Maar niet bij de NS. Daar weten ze een betere oplossing: ze laten de mening van de consument gewoon lekker amper meetellen in de beoordeling. Geniaal! Toen ik het las, geloofde ik het eerst niet. Vooruit, de NS kan tegenwoordig weinig goed meer doen bij de altijd kritische Nederlandse forens of spoorstudent, maar zo ver heeft het vervoersbedrijf het zelf laten komen. Elk bedrijf dat de beschikking heeft over data over zijn prestaties, is dom als men dit compleet wil negeren omdat men denkt dat ze in werke­ lijkheid veel beter presteren. Iedereen weet immers ook: data liegen niet. Tenzij ze verzameld zijn door Diederik Stapel natuurlijk. Misschien is een baan bij de NS wel iets voor hem.

Foto | Jaap Scheeren

Foto | Filip Dujardin

Studium Generale zoekt studentassistenten voor het Gaslab Het Gaslab is dé plek op de campus waar Studium Generale regelmatig concerten, theatervoorstellingen, workshops en interviewavonden organiseert. Per 1 september is SG op zoek naar twee studentassistenten voor de technische voorbereiding van de programma’s: licht inhangen, technische begeleiding bands en theatergroepen, inrichten van de ruimte. SG zoekt handige, praktische en creatieve studenten met kennis van techniek (lichtapparatuur, audio en video, computer) die goed kunnen samenwerken en flexibel inzetbaar zijn. De aanstelling is voor een jaar, gemiddeld werk je zes uur per week. Meer info: www.tue.nl/sg

TU es

Beste gewoonte? Er niet alleen voor jezelf zijn, maar ook interesse tonen in andere mensen en dingen.

Ik vind het ook een typisch voorbeeld van een trend die ik steeds vaker zie en die in Nederland inmiddels tot kunst is verheven: het afschuiven van verantwoordelijkheid. Toen minister Jet Bussemaker onlangs te gast was aan onze universiteit deed ze een oproep aan het bedrijfsleven om “meer te investeren in het onderwijs”. Lekker makkelijk, zelf flink bezuinigen op de belangrijkste motor van de economie en vervolgens naar het bedrijfsleven wijzen om meer te investeren.

Als je jezelf één keer kon -laten- teleporteren, waar zou je dan heengaan? Naar Rio de Janeiro tijdens carnaval. Ik ben zelf actief voor een carnavalsvereniging, dus dat lijkt me erg leuk. Wat heb je de afgelopen week geleerd? De borrels van studievereniging SUPport zijn de gezelligste borrels! Wat is het spannendste dat je ooit hebt gedaan? Tijdens een vakantie in de Ardennen heb ik in een grot geklommen. Als je je dan door kleine ruimtes moet wringen, denk je toch wel even ‘Hoe kom ik hieruit?’ Als je één dag zou kunnen ruilen met iemand, met wie zou dat dan zijn? Met aanstaand koning Willem-Alexander tijdens koningsdag. Een dag speciaal voor jou, dat is toch tof?

Nee, dan de drie helden van de E.S.R. Thêta die vorig weekend allesbehalve hun verantwoordelijkheid afschoven. Toen ze iemand in het Eindhovensch Kanaal zagen spartelen, schoten ze hem te hulp en hielpen de man aan wal. Zo kan het dus ook! Ik hoop dat velen een voorbeeld nemen aan deze onvervalste heldendaad. Dus Bussemaker: niet meer naar het bedrijfsleven wijzen, maar zelf durven investeren in het hoger onderwijs! En NS, niet met slechte beoordelingen rommelen en gewoon zorgen dat iedereen op tijd op zijn of haar bestemming arriveert! Dat heet verantwoordelijkheid nemen.

Wat is de meest bijzondere gebeurtenis sinds je in Eindhoven studeert? Het organiseren van de Bouwkunde Bedrijvendagen ervoer ik als bijzonder. Dat is een groot evenement waarbij allerlei bedrijven komen om studenten te werven en workshops te geven.

Ultieme kijk-, lees-, web-, luister-, of doe-ervaring? Samen met een gids ver buiten de piste skiën. Maar dan ook echt in the middle of nowhere. Waar heb je je afgelopen week ontzettend aan geërgerd? Dit weer in maart kan echt niet. Die wind, brrrrr.

Pieter Deijkers (1990) Vierdejaars bachelorstudent Bouwkunde en actief in de reiscommissie van CHEOPS

Foto | Bart van Overbeeke

Waar hecht je het meeste waarde aan? Dat ik dit jaar mijn bachelor haal. Ik zet me daar echt voor in. (BZ)

Voor de v olgende kandidaa schrapt P t ieter de v ra ag: ‘Beste ge woonte?’ - die vind hij ‘niet o t ké’. De ve rvanger wordt: ‘W at moet je als stude in Eindho nt ven geda an hebbe n?’


Student | 17

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

In the picture

Ah ja. Dat zagen we natuurlijk meteen. Dat Sophie Brenny en Samantha Peeters daar op de grond palmboombladeren zitten te knutselen van Boomerang-kaarten. En dat mede­ studenten Industrial Design achter hen brainstormen over andere creatieve bouwwerken rond het thema ‘Robinson’s Island’. Zoals een rotspartij met waterval misschien, gemaakt van -doe eens gek- videobanddozen en cd’s! Eerlijk? We hadden geen idéé waar we naar keken. Maar intrigerend vonden we deze foto, gemaakt door Lucid-voorzitter Liza Blummel, zeker. Gelukkig wilde zesdejaars ID-student Ine Mols ons best even opheldering verschaffen. Over die dinsdag 26 maart in IJsselstein, om precies te zijn bij Pets Marktplaats: het heiligdom van collectioneur Pet van de Luijtgaarden die, ‘gefascineerd door de absurditeit van de veelheid aan spullen’, op Marktplaats complete verzamelingen opkoopt. Twintig eerste- tot en met zesdejaars ID lieten zich een dag inspireren door Pets immense ‘verzamelingenverzameling’: aanstekers, LP’s, kaarten, Barbies, luciferdoosjes, zeepjes, cassettebandjes, kikkers - you name it, het ligt er. Alles keurig gesorteerd, vooral op kleur. “Een fascinerende plek om rond te lopen”, stelt Ine. Zoals Lucid op Facebook formuleert: “Een speeltuin voor ID’ers”. De installaties van de ID’ers zijn in augustus te zien in de Utrechtse Jaarbeurs tijdens Pets ruilevenement ‘Ruilen met Robinson’. (MvdV) ? Volgende keer jouw foto op deze plek Mail ‘m naar cursor@tue.nl

Speeltuin voor ID’ers

En hoe is het in Singapore?

Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat weken twee iedere kunnen ers Cursorlez verplicht is of omdat ze het leuk vinden. n. meekijke d buitenlan het in dent TU/e-stu over de schouder van een

Een studietijd is natuurlijk niet compleet zonder een internationaal semester en ook voor mij was het een absolute must om een half jaar in het buitenland te gaan studeren. Sinds begin januari studeer ik daarom aan de National University of Singapore (NUS) en beleef ik een fantastische tijd! Bij mijn zoektocht naar de ultieme bestemming voor een internationaal semester wist ik dat ik graag buiten Europa wilde wonen en daarnaast ook graag aan een internationale topuniversiteit wilde studeren. Zo kwam ik uit bij NUS in Singapore. De strenge regels en wetten in deze stadstaat, de ijzeren Aziatische studiediscipline en de peperdure alcohol zouden je misschien doen vermoeden dat leven in Singapore

saai is, maar niets is minder waar. Het is bijzonder goed toeven in deze miljoenenstad. Het klimaat is uiteraard wel even wennen: het kwik stijgt hier vrijwel elke dag boven de dertig graden. De stad is ontzettend goed georganiseerd en is extreem schoon. Het is ongelooflijk hoe Singapore zich in de afgelopen vijftig jaren heeft ontwikkeld van een derdewereldland tot een rijk en welvarend land, onder andere door een gunstig vestigingsklimaat te creëren voor bedrijven. Ook veel Nederlandse bedrijven zoals Philips, Shell, DSM, Unilever en Arcadis investeren in Singapore. Het is indrukwekkend om te zien in wat voor tempo de stad zich blijft ontwikkelen.

Naast het prettige leven is Singapore ook een ideale uitvalsbasis om ZuidoostAzië te verkennen en mooie reizen te maken. Ik heb dan ook al menig weekend in een ander land vertoefd. De NUS is de oudste en grootste universiteit van Singapore. De univer­ siteit heeft een goede internationale reputatie en behoort tot de beste universiteiten van Azië. De NUS-campus is een enorm terrein in het westen van de stad, waarop de meeste faculteits­ gebouwen gevestigd zijn. Ik woon ook op deze campus, in een groot complex waar veel exchange studenten wonen. Ik volg vakken aan drie verschillende faculteiten, een mooie aanvulling op mijn master Innovation Management. Groepswerk met lokale studenten is een uitdaging, enerzijds door de onvermijdbare cultuurverschillen en anderzijds door het feit dat sommige (oudere) medestudenten het volgen van vakken combineren met een baan. Mijn periode hier in Singapore vliegt voor mijn gevoel echt voorbij. Begin mei starten de tentamens al en rond ik mijn internationale semester af. Daarna ga ik nog ruim een maand een rondreis maken door een aantal omliggende landen.

De combinatie van het prettig leven in een wereldstad, de goede universiteit en de reismogelijkheden naar landen in de buurt maken Singapore voor mij de ideale bestemming voor een internationaal semester. Wellicht ben jij wel de

volgende exchange student die de Eindhovense eer hier op NUS hooghoudt? Thomas Prevoo, masterstudent Innovation Management

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit voorjaar en/of zomer in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.

Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl


18 | Advertenties

4 april 2013

How do you make a lithography system that goes to the limit of what is physically possible? At ASML we bring together the most creative minds in science and technology to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms. So if you’re a team player who enjoys the company of brilliant minds, who is passionate about solving complex technological problems, you’ll find working at ASML a highly rewarding experience. Per employee we’re Europe’s second largest private investor in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue pushing the boundaries of what’s possible.

www.asml.com/careers /ASML

@ASMLcompany

Cells that smell diseases?

MASTER EVENT We kindly request that We kindly request that you register in advance and before April 22

you register in advance and before April 22 at:

QR code generated on http://qrcode.littleidiot.be

25 APRIL 2013 QR code generated on http://qrcode.littleidiot.be

QR code generated on http://qrcode.littleidiot.be


Uitgelicht | 19

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Op zoek naar een betere toekomst Dit jaar studeren er beduidend meer Grieken aan de TU/e dan in voorgaande jaren - 49 dit collegejaar tegenover 27 in het vorige. En dat is geen toeval. Ze ontvluchten hun land, op zoek naar een betere toekomst. Orfeas Lyras (bachelor Industrial Design) en Konstantinos Filippidis (master Business Information Systems) over de situatie in hun thuisland. Het is niet zo dat hun landgenoten de vuilnisbakken afstruinen op zoek naar voedsel. Maar erbarmelijk is het wel in Griekenland. En veel hoop op een goede toekomst voor hun thuisland hebben ze niet. Orfeas (25) kwam twee jaar geleden naar de TU/e. Hij wilde vooral goed onderwijs hebben, en het niveau van Industrial Design lag in Nederland hoger dan in Griekenland. Pas later realiseerde de jonge Griek zich dat het met het oog op de toekomst een goede keus is geweest. “De kans op een baan is hier vele malen groter. Weggaan is overigens niet gemakkelijk. Van vrienden hoor ik dat ze ook naar het buitenland willen, maar ze doen het lang niet allemaal. Je moet ook worden toegelaten. In Griekenland kun je bovendien gratis studeren. Alleen is het niveau niet altijd goed en je kans op een baan is uiterst klein”, zegt Orfeas. Konstantinos Filippidis (24) studeert sinds februari dit jaar aan de TU/e. “Ik kon geen baan op mijn niveau vinden in Griekenland en wilde graag verder studeren. De studie aan de TU/e heeft een goede reputatie en het voordeel is dat de studie in het Engels is. Ik zie in Nederland bovendien veel betere carrièremogelijkheden.”

“Weggaan is niet gemakkelijk” Beiden hebben de gevolgen van de crisis aan den lijve ondervonden. En nog. Orfeas: “Mijn moeder steunt me financieel, maar ik moet nog maar afwachten of ik mijn studie kan afronden. Ze is een zakenvrouw, maar vaak gaat ze naar haar werk zonder de hele dag ook maar iets te kunnen doen. De crisis heeft een praktische en emotionele impact. Je ziet het verdriet bij iedereen in Griekenland. Het zelfmoordcijfer is enorm gestegen.” Orfeas zag de crisis in 2006 al aankomen, vertelt hij. “Ik studeerde toen in Athene, en studenten merken vaak als eersten de financiële gevolgen. Zij zijn afhankelijk van de regering en van hun familie.” Konstantinos, opgegroeid in het dorpje Drama, heeft lang in het familierestaurant gewerkt en daar zag hij de inkomsten keihard teruglopen. “Er kwamen steeds minder mensen eten en ze bestelden kleinere porties. Je hebt wel een auto nodig, maar je hoeft niet per se buiten de deur te eten. Verder valt op dat alles duurder is geworden in Griekenland. Een kopje koffie kan je zomaar vierenhalve euro kosten. Dat kunnen mensen niet meer betalen.” Orfeas is hard in zijn oordeel over de politici in zijn moederland en hoe zij met de crisis omgaan. “Het land wordt bestuurd door terroristen. Ze maken er een zooitje van. De banken zijn de oorzaak van alles. Puur kapitalisme. De politie is corrupt. Ze pakken bijvoorbeeld immigranten te hard aan. Gebeurt er iets, dan krijgen zij de schuld en niet

de Grieken. Of uit de EU stappen een oplossing zou zijn? Ik denk het niet. Banken blijven zo.”

“Griekenland wordt geregeerd door terroristen” Konstantinos is iets milder gestemd. “Mijn land heeft het EU-geld niet altijd goed geïnvesteerd. Dat is zeker zo. Aan de andere kant vind ik dat de EU wel hard is naar ons toe. De afspraken

hadden best wat flexibeler mogen zijn.” Over de regering: “Onze politici volgen orders op, doen wat anderen ze opdragen. Wat dat betreft doen ze het wel goed op Cyprus, daar durven ze ook ‘nee’ te zeggen en te kijken naar andere oplossingen. In Griekenland gaat het salaris omlaag, en ze gooien het belastingtarief omhoog. Mensen worden arm, zijn ontzettend boos.” Beide studenten bestrijden ten stelligste dat Grieken luie, niet-hardwerkende mensen zijn, zoals soms in de pers wordt gesuggereerd. Konstantinos: “No way! Natuurlijk drinken we een kopje koffie op z’n tijd en houden we van gezelligheid. Maar veel mensen maken tien tot twaalf uur op een dag.” Orfeas: “We maken juist relatief gezien bijna het meest aantal uren in Europa.” Of ze ooit teruggaan naar hun nog altijd geliefde Griekenland weten ze nog niet. Ze doen eerst hun uiterste best een baan in Nederland te vinden. “Ik mis Griekenland heel erg. Vooral mijn familie en vrienden.

Maar ik wil wel goede kansen voor mezelf voor de toekomst kunnen creëren”, stelt Konstantinos. Hij heeft nog een sprankje hoop voor zijn moederland. “Met de huidige lonen en belastingtarieven gaat

het zeker niet lukken. Maar wie weet, over tien jaar.” Interview | Judith van Gaal Illustratie | Sandor Paulus

Grieken aan de TU/e De TU/e telde op 1 oktober 2012 9 Griekse bachelorstudenten en 40 master­ studenten. Ter vergelijking: op 1 oktober 2011 waren er 7 Griekse bachelor- en 20 Griekse masterstudenten. Het totaal aantal Griekse medewerkers is op het moment 58. Er zijn vooral veel TOIO’s uit Griekenland: 27. Vorig jaar waren er 50 Griekse medewerkers. De TU/e staat al enkele jaren op de Internationale Onderwijsbeurs in Athene en de Holland Education Fair bij Aristoteles University in Thessaloniki om de universiteit onder de aandacht te brengen. Dit jaar waren die evenementen in maart. Volgens Inge Adriaans van STU International Office is met name de belangstelling voor de masterstudies en het TOIO-traject erg groot. Verder promoten verschillende Griekse studenten die hier studeren de studiemogelijkheden aan de TU/e.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.