Cursor 15 nl

Page 1

15 3 april 2014 | jaargang 56

@tuecursor

Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven Voor het laatste nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op

en

14 | “ De Nederlandse rechtstaat is in de prullenbak beland�

Nog voordat het NSA-schandaal de wereld opschudde, presenteerden de hoogleraren Jan Smits en Bert-Jaap Koops de resultaten van een studie naar metadata. Sindsdien houdt Den Haag zich muisstil over het onderwerp.

12 Even 2000 bellen

Achter de schermen bij de helpdesk

16 Groeien binnen de Graduate School

De master gaat op de schop

22 Moving On

When Expats Go Home

Check out our English section on pages 21-28


2 | Vooraf

CURTOON

3 april 2014

Colofon Hoofdredacteur Han Konings

Eindredacteur Brigit Span

Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij Freke Sens (stagiaire) San van Suchtelen Monique van de Ven

Medewerkers Nicole Testerink

Fotografie Rien Meulman Bart van Overbeeke

Coverbeeld iStockphoto

Opmaak Natasha Franc

Vertalingen Annemarie van Limpt (p.21,26,27) Benjamin Ruijsenaars (p.24,25)

Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau

Stenen voor auto’s Blijkbaar is het onze bestuurders heel wat waard om de al tijden voortslepende discussie rondom het betaald parkeren op de campus te beëindigen. Sterker nog, we kunnen er nu een prijskaartje aan hangen: driehonderdduizend euro. Dat bedrag kost het om een ruig stukje grond op vijftien minuten lopen van de campus te bestraten, er een slagboom voor te zetten en het zo mogelijk te maken dat we daar van 2015 tot vooralsnog 2019 onze heilige koeien voor noppes kunnen stallen. Op dit moment is dat mysterieuze MMS-terrein -want daar hebben we het over- namelijk alleen geschikt voor koeien van vlees en bloed. Ik kan me voorstellen dat mensen de wenkbrauwen fronsen bij het horen van dit bedrag. Drie ton, da’s een mooi bedrag waar je ook hele leuke andere dingen voor zou kunnen doen. Maar laten we eerlijk zijn, die fervente autoliefhebbers die niet willen betalen voor parkeren, krijgen we zo dagelijks wel aan het bewegen en dat zorgt ongetwijfeld voor meer productiviteit en minder

Poll De Eindhovense Studentenraad (ESR) betitelt de verplichte, 60 euro kostende clicker als onwettig, maar voor het CvB is de clicker studiemateriaal, vergelijkbaar met boeken of een labjas. 173 mensen lieten weten hoe zij er tegenaan kijken.

Han Koning s

ziekteverzuim. Tel uit je winst. Het acroniem MMS staat overigens voor de Middelbare Meisjesschool, die in het verleden op dit lapje grond gehuisvest was. Op de site van Eindhovenin-Beeld vond ik een foto uit begin jaren zestig met op precies deze plek een groep meisjes in frisse zomerjurkjes. U raadt nooit wat er zich onder hun penny loafers bevond: straatstenen! In het verleden was dit hele terrein al van klinkers voorzien, maar die zijn ooit verwijderd en afgevoerd en maken nu dus hun comeback. L’histoire se répète, al moeten we daar wel stevig voor in de buidel tasten.

Redactieraad prof.dr. Cees Midden (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Angela Stevens- van Gennip Thomas Reijnaerts (studentlid) Arold Roestenburg Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

Redactieadres TU/e, Laplace 0.35 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl

Cursor online www.cursor.tue.nl

Druk Janssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745

1 april De verwachte verplichting om in het buitenland ervaring op te doen tijdens de master vanwege de invoering van de Graduate School ontlokte fikse uitspraken van voor- en tegenstanders. Te lezen onder het bericht op onze site, cursor.tue.nl. Er werd zelfs gedacht aan een 1-aprilgrap, maar ik kan je verzekeren dat het de plannenmakers ernst is. Ik snap de bezorgdheid, maar aan de andere kant: geef het een kans. Nee, een verplichting klinkt niet leuk en zelfs in tegenspraak met de vrijheid die tegelijkertijd wordt geboden binnen de Graduate School, maar -en ik spreek uit

Een meerderheid (49,1 %) sluit zich aan bij de ESR en daarvan wil 31,2 % de centen terug. 17, 9 % vermoedt dat er nog meer onwettige kostenposten zijn.

Een leensysteem met borg zou 26 % van de respondenten een goede oplossing vinden en 8,1 % wil het zo laten, omdat men het beschouwt als een terechte investering in beter onderwijs.

Nu vragen we op www.cursor.tue.nl n Gaal

Judith va

ervaring- een buitenlandervaring levert je echt een hoop op. Wil je niet te ver? Antwerpen is ook buitenland... Lees meer op pagina’s 16 en 17

Het CvB wil drie ton steken in het aanpassen van braakliggend terrein, zodat medewerkers die niet willen betalen voor parkeren op de campus dáár gratis kunnen parkeren. Zonde, ik weet een betere besteding voor dat bedrag.


Nieuws | 3

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Meer nieuws vind je op www.cursor.tue.nl

CvB: clicke

rs niet in s

Woensdag 2 april – Het Co llege van Bes van mening tuur is dat een clicke r studiemater net als stud ia ieboeken, w itte jassen en al is, books. De ve noterplichte aan schaf van cl door studen ickers ten is dan o ok niet in st de wet. Tijd rijd met ens de U-raa d van maan reageerde h dag et CvB op de brief die het weken geled een paar en van de Ei ndhovense S Raad (ESR) tudenten ontving. In d ie brief schre ESR dat de ve ef de rplichte aan schaf van cl in strijd met ickers de wet is om dat de zestig die studente euro n betalen vo or een clicke onder het in r niet stellingscolle gegeld valle n.

trijd met d

e wet Drie ton voor terrein om gratis te parkeren

DE ESR droeg oo een borgrege k alternatieven aan zoal s ling waarbij studenten h aankoopbed et rag na het b ehalen van bachelor of hun master krijg en terugges Het CvB bel tort. ooft binnen kort met een schriftelijke toelichting te komen.

Proef met ‘cashless’ betalen in sportcentrum TU/e Woensdag 2 april – Het Studentensportcentrum start maandag een pilot met ‘cashless’ betalen. Duizend veelgebruikers van de sportfaciliteit krijgen gratis een betaalsleutel in de vorm van een telefoonsticker uitgereikt. Met een activatiecode op de sticker kunnen de sporters een MyOrder-account aanmaken, een soort digitale portemonnee waar de gebruiker vanaf zijn reguliere bankrekening zelf geld op moet storten. De pilot loopt tenminste tot de zomer, met waarschijnlijk een uitloop

tot het begin van het nieuwe collegejaar. Het doel is de hoeveelheid cash geld binnen het Sportcentrum terug te brengen en het betalingsverkeer sneller te maken. Als het systeem een succes blijkt, zijn ook andere betaalsleutels denkbaar, zoals sleutelhangers of polsbandjes. De TU/e verkent intussen de mogelijkheden voor een campusbreed nieuw betalingssysteem, onder meer met het oog op het einde van de chipknip in januari 2015.

Eigen hap opwarmen in magnetron MetaForum Maandag 31 maart - Op de eerste verdieping van MetaForum wordt waarschijnlijk eind deze week een magnetron geplaatst waarin gebruikers van het gebouw hun zelf meegebrachte hap kunnen opwarmen. Dienst Interne Zaken heeft, op verzoek van de Eindhovense Studentenraad, ingestemd met een pilot met de magnetron. Volgens Susanne Schouten van de ESR is er vooral in tentamentijd behoefte aan een alternatief voor de kantine. De magnetron krijgt een plek bij de bestek- en bordenbalie bovenaan de trap vanuit de kantine. Na twee maanden gaan Dienst Interne Zaken en de Eindhovense Studentenraad het gebruik van de magnetron evalueren.

Zonnetechnologie testen op laagbouw Vertigo Woensdag 26 maart - Op de laagbouw van Vertigo is begonnen met de constructie van een gebouwtje waarbij in de daken zonnecellen en zonnecollectoren zijn verwerkt. Het gebouw maakt onderdeel uit van SolarBEAT, een project van de faculteit Bouwkunde en het Solar Energy Application Centre (SEAC), dat als doel heeft verschillende faciliteiten te testen waarin zonnetechnologie is geïntegreerd. De komende maanden worden nog vijf testfaciliteiten gebouwd. Iedere opstelling blijft een jaar staan en bij elk gebouw worden materialen en toepassingen van verschillende bedrijven getest. Dit is de eerste onderzoeksfaciliteit in Nederland die zich

specifiek richt op gebouw-geïntegreerde zonnetechnologie. De opgewekte energie zal na ingebruikname van de testfaciliteiten Vertigo worden ingeleid.

Dinsdag 1 april - Het MMS-terrein aan de Celebeslaan wordt dit jaar nog geschikt gemaakt voor parkeren. Het wordt verhard en er komen een slagboom, verlichting, cameratoezicht en fietsenstalling. Deze maatregelen moeten tweehonderd extra parkeerplaatsen op zo’n tien minuten lopen van de campus opleveren. Alleen TU/e’ers mogen er parkeren en dit is voor hen gratis. Het College van Bestuur trekt drie ton uit voor het ‘parkeerrijp’ maken van het terrein, dat in bezit is van de universiteit. De gratis parkeerplaatsen vormen een alternatief op het moment dat TU/e-medewerkers twee euro per dag moeten gaan betalen voor het parkeren. Deze maatregel moet januari 2015 ingaan. Uitgezonderd hiervan zijn degenen die van een invalidenparkeerplaats gebruikmaken. Iedere TU/e-medewerker krijgt in principe twaalf gratis parkeerdagen.

Rubicon-beurzen voor twee onderzoekers TU/e Dinsdag 1 april - TU/e-onderzoekers Peter Korevaar (Scheikundige Technologie) en Adrie Mackus (Technische Natuurkunde) hebben een Rubicon-beurs toegekend gekregen. In totaal negentien veelbelovende Nederlandse wetenschappers kunnen dankzij deze beurs van onderzoeksfinancier NWO ervaring opdoen in het buitenland. Korevaar houdt zich bezig met het ontwerpen van materialen -middels een slimme combinatie van chemische reacties en kunststoffen die hierop reageren- die een brandstof omzetten in een continue beweging. Hij gebruikt zijn beurs om twee jaar onderzoek te doen aan Harvard University. Adrie Mackus gaat het groeien van nanolagen bestuderen met infrarood licht en synchrotronstraling. Hiermee hoopt hij betere zonnecellen te kunnen ontwikkelen. Hij gaat voor twee jaar aan de slag aan Stanford University.

opo k r e v ren eken e c n a l aars e-studiebo j kan een vraagprijsn j e t s r e E TU/ s De verkopendveerpdaertiverkoopdeaakl mmoaekteen. r o o v en. O fspra en Ba site aangev lf een a neens an Rijn - Joris v trial rtijen ze n de eve

a aart Indus ite en zie beide p ag 26 m ars studenten Schleijp pgezette webs n e n ij Woensd ja , R o s te e n n rs c a e n te V e ls n ie , a e c S en /e-stud ndelen.nl niet Schleijp g & Innovation pen website e door TU or rin e e tw e it n ieboeke deze sit in s o g e n n tu E ww.s d omdat het bij . Op d oor he w d rd m e e o e d c r n n a e nti , ma hebbe n.nl gela tudieboeken te concurre op en verkoop eboeke n o e k k e m www.tu /e-studenten s o o b t TU eboden p boek- nie raait. kunnen ieden en aang rhuur d en o e k v e o b z n n a ne koop a ten kun ummer. Studen n ISBN-n e e d o kopen. c k teur, va titel, au

Ludieke actie tegen laaghangende borden collegezalen Dinsdag 25 maart – Onder de noemer ‘bord voor je kop’ voerden leden van de faculteits­ raad van Wiskunde & Informatica actie tegen de laag hangende smartboards en krijt­ borden in de collegezalen van MetaForum. In diverse collegezalen werden smartboards behangen met afzetlint en plakkaten met de tekst ‘Do not place information below this line’. Hoewel het volgens de initiatief­ nemers een ludieke actie betrof, is de ergernis over de laaghangende borden niet nieuw. Met de naar aanleiding van de actie verzamelde digitale steunbetuigingen willen de actievoerders naar het College van Bestuur stappen om aan te dringen op een oplossing.


4 | Gelinkt

3 april 2014

Bruggen bouwen tussen De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds twee van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.

Eind april krijgt Norman Fleck -hoogleraar Micromechanics aan de University of Cambridge- tijdens de Dies Natalis een eredoctoraat van de TU/e uitgereikt door Werktuigbouwkunde-professor Marc Geers. Naast veelvuldige samenwerking op onderzoeksvlak weten de beide heren elkaar ook op bourgondisch gebied te vinden. Het eerste treffen dateert nog uit de vorige eeuw en mag dus bijna historisch genoemd worden, zegt Marc Geers lachend. De luchtigheid is kenmerkend voor de manier waarop hij en zijn collega Norman Fleck elkaar bejegenen - voor de gelegenheid via een ietwat haperende Skype-verbinding. Fleck: “Het was tijdens een conferentie in Delft, waar ik oorspronkelijk maar een dag aanwezig zou zijn. Maar de bijeenkomst was zo leuk dat ik besloot te blijven en Marcs verhaal meekreeg. Erg interessante materie waar ik graag mijn vliegtuig voor miste.” Geers en Fleck zijn beiden werkzaam in de micromechanica. Daarbij wordt de microstructuur van een materiaal op numerieke, experimentele en theoretische wijze geanalyseerd. Anders dan de naam doet vermoeden is de schaal -van het momenteel populaire nano tot de kilometerrange- heel divers, legt Fleck uit. “We willen graag weten hoe de interne structuur van een materiaal zich gedraagt, waardoor je de eigenschappen van dat materiaal beter kunt voorspellen. We proberen de lengteschalen te koppelen; informatie uit de microschaal toepassen op grotere schaal of vice versa. Wat we doen, is in die zin ook uitgegroeid tot multi scale mechanics. Uiteindelijk draait het allemaal om het zoeken naar buitengewone materiaaleigen-

Marc Geers

schappen, met zowel het doel een nieuwe generatie materialen te ontwikkelen als het toepassen ervan in extreme omstandigheden.” Om in de micromechanica succesvol te zijn, moet je kennis hebben van materialen maar ook een sterke mechanical engineering focus hebben, vervolgt hij. En waar Eindhoven meer rekenkundig en procesmatig sterk is, is Cambridge meer actief op het experimentele vlak. Al is de experimentele kant nu ook sterk geworden in Eindhoven, met het nieuwe state-of-the-art multi-scale lab. Op deze manier vullen de groepen elkaar perfect aan en heeft de samenwerking meer dan eens geresulteerd in een geslaagd paper.

“We delen meer dan onderzoeks­ interesse” De afgelopen vijftien jaren zijn de contacten tussen de onderzoeksgroepen van Geers en Fleck intenser geworden. Geers: “Norman is één van de geestelijk vaders van een belangrijk micromechanisch model uit midden jaren negentig, dat we in die tijd veel gebruikten. Het begon met discussies op conferenties, vervolgens stuurden we medewerkers op uitwisseling en ondertussen doen we steeds meer aan kruisbestuiving.” Zo is TU/e-deeltijdhoogleraar Vikram Deshpande afkomstig uit het Cambridge Centre for Micromechanics en zijn verschillende onderzoekers uit Eindhoven tijdelijk in Cambridge werkzaam geweest. En omgekeerd. “Ik laat nieuwe onderzoekers vaak enkele maanden bij Geers meekijken om hun kennis en vaardigheden op het gebied van computational mechanics te vergroten. Een goed voorbeeld van een succesvol partnerschap waar


Gelinkt | 5

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Cambridge en Eindhoven tijdens de diverse congresborrels en -diners al meermaals een goed glas op is geheven”, vertelt Fleck enthousiast. “Als geboren Belg is Marc bekend met wijn en spijs op niveau. Ook ik heb ‘wijnkenner’ op mijn cv staan, we delen dus niet alleen onderzoeksinteresse, maar ook een stukje bourgondisch genieten.” Naast de samenwerking met de TU/e is Fleck -soms gezamenlijk met Geers- ook actief betrokken bij projecten met het Nederlandse bedrijfsleven. Het ontwerp van een dubbelwandige scheepshuid in opdracht van scheepswerf Royal Schelde is daar een treffend voorbeeld van en laat tevens zien dat micromechanica ook groot kan zijn. Deze schepen moeten vanwege het transport van licht ontvlambare stoffen zo veilig mogelijk zijn, collision-proof zoals dat heet, waaraan Fleck bijgedragen heeft met het ontwerp en optimalisatie van de Y-core dubbelwandige structuur. Voor soortgelijke materialen verwijst Fleck naar het onderzoek uit 2000 voor het metaalbedrijf Corus -Geers schaart het al bij het ‘oude onderzoek’waarbij gekeken werd naar de schademechanica van metaal voor het gebruik in opentrekbare blikjes. “Een huis-tuin-en-keuken-voorbeeld van hoe scheurvorming soms gewenst kan zijn, maar dan wel op een gecontroleerde manier. In de meeste gevallen doe je er alles aan om schade en breuk te voorkomen, soms is het meer dan welkom. Het werken met die twee uitersten maakt de micromechanica zo’n uitdagend vakgebied.” Bang voor een te grote invloed van het bedrijfsleven zijn beide onderzoekers niet. Geers: “We zijn niet voor niets actief in mechanical engineering, en dan is de link met toepasbaarheid en daarmee de industrie dus onontbeerlijk. En uit de discussies met het

bedrijfsleven komen tal van fundamentele vraagstukken naar voren, die wij voor hen kunnen oplossen. We helpen elkaar op een vruchtbare manier vooruit.”

“We helpen elkaar op een vruchtbare manier vooruit” Dat Fleck dit jaar het eredoctoraat van de TU/e uitgereikt krijgt, verbaast Geers -die hem voor deze titel voordroeg- niet. “Norman is wereldwijd één van de meest vooraanstaande experts op het gebied van de micromechanica, en hij leidt één van de beste, al dan niet het beste lab op dit vlak. Daarnaast heeft hij ook zijn leeftijd in het voordeel. Met zijn 55 jaren is Norman een fantastisch ambassa­ deur; nu al zo’n staat van dienst en nog flink wat professionele jaren te gaan. Dat is zeker gezien het bouwen van bruggen tussen beide universi­ teiten niet onbelangrijk, dat neemt nu eenmaal tijd in beslag.” Fleck is vereerd met het eredoctoraat, maar ziet vooral nieuwe kansen om de banden met de TU/e en andere Nederlandse universiteiten aan te halen. “Het is niet zozeer een start van een samenwerking, meer een versterking. Het biedt mogelijkheden om frequenter in Eindhoven langs te komen en te kijken op welke onderzoeksgebieden we nog meer kunnen samenwerken. Dat kan al tijdens het symposium ‘Future Directions in Micromechanics’, een dag voor de uitreiking van het eredoctoraat, waar we diverse experts bij elkaar brengen en laten vooruitkijken.” Ook vindt Fleck het essentieel de pijlers te richten op de toekomstige generatie ingenieurs. “We moeten studenten het belang van technologie

Het symposium ‘Future Directions in Micromechanics’ met onder meer de eredoctoraatlezing van Norman Fleck vindt voorafgaand aan de Dies Natalis plaats op woensdag 23 april, van 9.30 uur tot 17.00 uur in de Blauwe Zaal van het Auditorium TU/e. De toegang is gratis, wel is registratie vereist via avl@tue.nl.

Norman Fleck

laten zien en hun verbeelding prikkelen. Wat dat betreft loopt Nederland voor op de UK, mede dankzij de banden die jullie met het bedrijfsleven hebben. Dat kan voor ons heel nuttig zijn. Door student­ uitwisselingen op te zetten kunnen we van elkaar leren, trekken we

meer studenten en verbetert het onderzoek.” De sterke industriële ruggengraat -met onder meer Philips, ASML en de High Tech Campus- is inderdaad een van de positieve aspecten die we te bieden hebben, beaamt Geers. Daarna, met een knipoog: “Zie dat dan maar als

compensatie voor het ontbreken van een historische, culturele binnenstad zoals Cambridge dat heeft.”

Interview | Nicole Testerink Foto’s | Bart van Overbeeke en Phil Mynott


6 | Onderzoek

3 april 2014

De groeistuipen van een stalen verzorger Zorgrobot SERGIO is het verbeterde en vooral leniger broertje van zijn voorganger AMIGO, die in het lab van de faculteit Werktuigbouw­ kunde tegen zijn beperkingen opliep.

Ooit moet hij de hulpbehoevende senior een mechanisch handje toesteken bij het buitenzetten van het vuilnis, een kopje thee kunnen voorschotelen of een gevallen pen van de grond oprapen. Maar dat alles is voorlopig nog toekomst­ muziek voor SERGIO (voluit Second Edition Robot for Generic Indoor Operations), de opvolger van zorgrobot AMIGO. In het lab van Tech United wordt het snel duidelijk: het zou onverantwoord zijn om AMIGO of SERGIO nu al in een zorgflat los te laten. Hij mag dan een verstopt blikje kunnen opsporen en dat zelfs ook nog in een vuilnisbak kunnen deponeren. Nog te vaak zou hij met al zijn goede bedoelingen struikelen over zijn eigen wieltjes, een glas laten vallen of gewoon niet begrijpen wat de om hulp roepende oudere van hem verwacht.

Je zou als oudere, gewend aan je betrouwbare verzorger, van minder in de war raken. Eerst nog maar eens flink testen en verbeteren dus. Met zo’n ‘opgroeiende’ robot is het als met zijn menselijke soortgenoot: het gaat met vallen en opstaan. Tien studenten, vier promovendi en een kwartet medewerkers van TNO staan AMIGO in dat proces bij. Student Janno Lunenburg schetst de tekortkomingen: “Bij een oneffen vloer komen de wieltjes van de grond en gaat AMIGO slippen. Daarvan raakt hij gedesoriënteerd waardoor hij ongevraagd tegen kastjes rijdt”. Voor de oplossing van dit wiel­ probleem bleek een compleet nieuw onderstel nodig. En nu ze ‘m toch op de operatietafel hadden liggen, verlosten ze ‘m direct maar van zijn stijve torso, dat van AMIGO een wat

‘oude man’ maakte. Na zijn operatie kan de robot zijn schouders buigen, verder over een tafel reiken en met meer controle iets oppakken en loslaten. SERGIO heeft met zijn verstelbare schouderpartij een wat menselijkere motoriek gekregen dan zijn voorganger.

Van een robot heeft SERGIO nog niet veel weg De gewenste verbeteringen werden eerst op papier uitgetekend, daarna via computersimulaties tot leven gewekt. Bij TNO voorzagen ze ‘m van elektronica, waarop hij ten slotte met schroefjes en moertjes naar iets tastbaars werd vertaald. Maar van een robot heeft SERGIO op dit moment nog niet veel weg. Torso en onderstel zijn namelijk nog niet op elkaar aangesloten. Deze 2.0-versie is met opzet

modulair opgebouwd. Lunenburg: “Dan hoeven we niet steeds het hele ding opnieuw uit elkaar te schroeven als er iets mis is.” Binnenkort wacht een eerste testrit en zal blijken of de nieuwe wiel­ constructie doet wat ervan verwacht wordt. Tussendoor moet het team ‘project SERGIO’ even laten rusten omdat met voorganger AMIGO nog een internationale robotwedstrijd moet worden bekampt; de German Open. Hoewel er misschien nog wel tientallen verbeterrondes en evenzoveel opvolgers van SERGIO volgen tot de robot in het wild kan worden losgelaten, is Lunenburg positief. “We zijn weer wat opgeschoten. Het onderstel is een stuk stabieler, de kans op valpartijen een stuk kleiner. Maar hij is nog onvoldoende in staat om in te spelen op onverwachte gebeurtenissen. Er moeten nog veel meer acties en reacties worden geprogrammeerd. Een software-verhaal.”

Lunenburg rekent voor de volgroeiing van SERGIO ook op het buitenland, dat vanwege de open sourcebenadering van dit project volop kan meedoen en -denken. Voorlopig lijkt het profijt behoorlijk eenzijdig in het buitenland te worden genoten. Chinese collega’s bouwden de AMIGO inmiddels bijna één-op-één na. Het maakt Lunenburg en zijn medestudenten alleen maar trots. “We zijn collega’s en geen concurrenten van elkaar. Het gaat ons er niet om de eerste te zijn, een patent te bemachtigen of er financieel bij te winnen. Uiteindelijk gaat het er om dat de verzorgers in de ouderencentra weer toekomen aan werkelijk contact met hun cliënt. Met het groeiende personeelstekort en de vergrijzing kan onze robot dankbaar werk uit handen nemen. Wij denken dat we dat in een open community sneller voor elkaar krijgen dan solistisch onder de grond te gaan zitten en de gordijnen dicht te trekken.”

Tekst | San van Suchtelen

Het onderstel van SERGIO met -in het midden- Janno Lunenburg. Foto | Bart van Overbeeke


Onderzoek | 7

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders over hun afstudeeronderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.

Sluitstuk

Karin Niemantsverdriet met FLEX. Foto | Rien Meulman

Een beetje meer houden van de spullen om je heen Wat zorgt ervoor dat je aan bepaalde spullen gehecht bent? Tijdens haar afstudeerproject kon de recent afgestudeerde ID-masterstudente Karin Niemantsverdriet eindelijk met de vraag die haar al jaren bezighield aan de slag. Vele gesprekken en brainstormsessies met designers en gebruikers resulteerden uiteindelijk in het ontwerp van FLEX - een concept van een mobiele telefoon waarmee je een band opbouwt. Al tijdens eerdere projecten -waaronder die bij een ontwerp­ bureau- viel het Karin Niemantsverdriet op dat je als ontwerper steeds minder tijd hebt om een goed product te maken omdat producten zo snel weer vervangen worden. Niet goed voor de steeds maar groeiende afvalberg, maar ook niet voor de rol van de ontwerper die zo steeds meer verdwijnt. Karin ging op zoek naar de trigger voor emotionele binding en probeerde

die uiteindelijk in een product te verwerken. “Het is op meerdere fronten jammer dat producten soms maar zo kort gebruikt worden. Het lijkt een beetje alsof we de hechting aan het verliezen zijn met de dingen om ons heen. Mensen weer een beetje van de spullen om zich heen laten houden was dan ook een van mijn drijfveren in mijn onderzoek naar product attachment.” Ze liet een groep mensen spullen meenemen waaraan ze verknocht waren en bekeek of er overeenkomstige elementen in hun verhalen aanwezig waren. “Je komt de standaardproducten tegen: een oude knuffel of speciale foto’s. Maar een van de mooiste verhalen vond ik die van de knikker. Een meisje had een doodnormale knikker meegenomen, gekregen van een vriend toen ze in een dip verkeerde. Ze moest de knikker altijd bij zich dragen; op momenten waarop ze zich down voelde kon ze ernaar

kijken zodat ze wist dat er mensen om haar heen waren die van haar hielden. Heel ontroerend.” Uit de gesprekken kwamen vier belangrijke factoren naar voren die met emotionele binding te maken hebben: herinnering -het product weet wat je hebt meegemaakt-, het product moet je helpen beter te worden, het moet weten hoe het je moet benaderen en ten slotte moet het je laten zien wie je bent en wat jullie relatie is naar de buitenwereld.

Een telefoon die écht bij je hoort “In de tweede fase ben ik gaan focussen op het ontwerp van een product met een grotere bindings­ waarde aan de hand van deze factoren. Ik ben heel breed begon-

nen, maar uiteindelijk heb ik me toegespitst op consumer electronics zoals de mp3-speler of mobiele telefoon. Dat is het schoolvoorbeeld van producten die je veel gebruikt en dicht bij je hebt; maar ook zo weer weggooit als er een nieuwe versie uit is.” Karin pakt de telefoon die ze naast zich heeft liggen. Het is haar ontwerp FLEX, een telefoon die je niet zo snel inruilt, maar die écht bij je hoort. Opvallendste detail is de buigbare rand. “Alle hardware -microfoon, gps, speaker, camera- zit aan de buitenkant en door de buigbare rand te bewegen kun je deze activeren. Daardoor worden apps zichtbaar die hiermee te maken hebben. Ook kun je combinaties maken, zo is het tegelijk induwen van speaker en microfoon bijvoorbeeld de functie bellen. Omdat het buigbare materiaal in de tijd vervormt, toont het welke keuzes je maakt. Mensen kunnen zien: hee, een echte fotograaf of

iemand die veel bezig is met sociale media. Maar het geeft je zelf ook inzicht in je telefoongebruik en daagt je uit tot exploratie van nieuwe functies.” Het is nog maar de vraag of de FLEX ook echt op de markt komt, want Karin heeft haar ontwerp vooral gebruikt om een vraagstelling te onderzoeken. “Ik ben meer geïnteresseerd in de vraag erachter dan in het daadwerkelijk ontwerp van een marktklaar product. Ik heb een passie voor onderzoek, en daarom ben ik heel blij dat ik nu bij het Intelligent Lighting Institute als promovendus aan de slag kan.” Vol enthousiasme begint ze te vertellen over haar nieuwe onderzoek naar voorkeuren van gebruikers in geïntegreerde lichtomgevingen. Pas een paar weken begonnen, en nu al legio ideeën.

Tekst | Nicole Testerink


8 | Onderzoek

3 april 2014

4 brandende vragen

Youri van de Burgt | Werktuigbouwkunde

Minuscule buisjes van koolstof

1 we op n e i z Wat er van v o c de hrift? c s f e je pro

2 Ho op f e leg j waa eestj e e r je ond s uit e ove r ga rzoek at? 1 | cover

3 Welke persoon, techniek of apparaat is onmisbaar geweest voor je onderzoek?

Op de cover staat een foto van koolstofnanobuisjes, gemaakt met een elektronenmicroscoop. Deze buisjes hebben een diameter tussen de 5 en 100 nanometer. Daarnaast zie je een laserstraal omdat de nanobuisjes gegroeid zijn onder invloed van deze laserstraal.

2 | feestjes Het onderzoek richt zich op het maken van een uniek materiaal en dan specifiek op een unieke manier van het maken van dit materiaal (de koolstof­nanobuisjes, red.). Dit nano-materiaal heeft uitzonderlijke eigenschappen die gebruikt kunnen worden in bijvoorbeeld flexibele elektronica. Mijn onderzoek omvatte voornamelijk het optimaliseren van de productie van dit materiaal met behulp van een laser.

3 | onmisbaar

4 eft

e Wat h

ing

lev men

de sa uw werk? aan jo

(Onder redactie van Tom Jeltes) Foto’s | Bart van Overbeeke

Een beetje een dubbele vraag. Uiteraard is de laser voor mijn onderzoek cruciaal geweest, zo bleek ook des te meer toen hij stuk raakte. Maar nog meer dan dat is mijn begeleider Yves Bellouard onmisbaar geweest voor alle discussies, suggesties en brainstormsessies. Zonder hem zou ik hier nu niet staan.

4 | samenleving Uiteindelijk is onderzoek naar nieuwe technieken en materialen essentieel voor het doen van nieuwe ontdekkingen. Ik denk dat mijn onderzoek niet alleen bijdraagt aan het optimaliseren van het productieproces maar ook aan het beter begrijpen van het materiaal zelf. Beide zijn ontzettend belang­ rijk om het materiaal uiteindelijk in toekomstige toepassingen te kunnen verwerken. Dit soort funda­ menteel onderzoek staat altijd aan de basis van nieuwe technieken en toepassingen.


Onderzoek | 9

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Mayuri Goswami | Werktuigbouwkunde

Elektriciteit uit schoon gas 1 | cover Mijn proefschrift gaat over waterstof- en syngasvlammen. Deze gassen verbranden schoon; dat wil zeggen dat ze geen of weinig uitstoot en vervuiling veroorzaken. Vandaar de blauwe en groene vlammen op de cover.

2 | feestjes De meeste elektriciteit wordt in centrales opgewekt door brandstoffen te verbranden. Syngas is een gasvormige brandstof die uit biomassa kan worden gewonnen en nu wordt gebruikt in de nieuwste lichting gascentrales, waar dit gas bij hoge druk wordt verbrand. Voor een efficiënte verbranding, met minder uitstoot en een hoge opbrengst, moeten dergelijke brandstoffen bepaalde eigenschappen hebben bij hoge druk. Een van de eigenschappen die bepalen hoe snel een brandstof verbrandt, is de zogeheten laminaire verbrandings­ snelheid. Die eigenschap heb ik onderzocht bij hoge druk.

3 | onmisbaar De ruggengraat van mijn onderzoek wordt gevormd door een experimentele techniek die de ‘Heat Flux Method’ genoemd wordt. Dit is een betrouwbare en nauwkeurige methode om de laminaire verbrandingssnelheid van brandstoffen te bepalen. In mijn proefschrift wordt deze techniek voor het eerst bij hoge druk toegepast.

4 | samenleving De meetgegevens, de gebruikte techniek en de modellen uit mijn proefschrift kunnen worden toegepast bij het verbeteren van gasturbines. Met een efficiënter verbrandingssysteem kun je goedkoper elektriciteit produceren en met minder uitstoot.

Arya Adriansyah | Wiskunde & Informatica

Het verschil tussen model en werkelijkheid 1 | cover In de achtergrond zie je een kaart van de TU/e, van Google maps. De onderste helft is een plattegrond waarop alleen de straten en locatie van gebouwen te zien zijn, terwijl ik voor de bovenste helft een satellietbeeld heb gebruikt met alle details waar je in werkelijkheid mee te maken hebt. In mijn proefschrift heb ik iets vergelijkbaars gedaan voor bedrijfs­ processen - ik vergelijk procesmodellen met echte gebeurtenissen.

2 | feestjes Bij de claimafhandeling van een verzekeraar, bijvoorbeeld, wordt in het algemeen een specifiek stappenplan gevolgd. Aan de andere kant wil je ook flexibel kunnen zijn en van het protocol kunnen afwijken. Tegenwoordig worden dergelijke bedrijfsprocessen ondersteund door ict-systemen en worden alle stappen opgeslagen in zogeheten ‘event logs’, waardoor je kunt zien waar de werkelijkheid afwijkt van het model. Wij hebben een methode ontwikkeld waarmee je niet alleen de afwijkingen kunt zien, maar ook kunt achterhalen waardoor deze worden veroorzaakt.

3 | onmisbaar Ik heb zogeheten Petrinetten gebruikt om bedrijfsprocessen te modelleren. Hierdoor kun je de zoektocht naar de meest waarschijnlijke afwijkingen van de werkelijkheid vrij eenvoudig formuleren als een optimalisatieprobleem. Ik heb laten zien dat je dat probleem kunt oplossen door Petrinet-theorie te combineren met algoritmen waarmee je de kortste afstand kunt vinden tussen twee knooppunten.

4 | samenleving Als je alleen maar naar procesmodellen kijkt, kun je een vertekend beeld krijgen van wat er in werkelijkheid gebeurt. Het is daarom belangrijk om te onderzoeken waar de werkelijk­ heid afwijkt van het model. Onze methode kan worden gebruikt om gegevens van bijvoorbeeld ziekenhuizen en gemeenten te analyseren, om te zien hoe hun processen beter kunnen.


10 | Universiteitsberichten

Algemeen Alumnidag | Alumnidag Smart Mobility Ben je afgestudeerd aan de TU/e? En wil je zelf ervaren waar zes faculteiten aan werken binnen de strategic area smart mobility? Kom dan naar de jaarlijkse alumnidag op zaterdag 12 april 2014. Hoor over slimme manieren om pakketpost te plannen. Neem een kijkje binnenin de motor van een auto. Bewonder de raceauto van URE. Of ontdek welke firewall je binnenkort op je auto moet installeren om te voorkomen dat hij wordt gehackt. Per alumnus of alumna is 1 introducee welkom. Meer informatie en aanmelden via www.tue.nl/alumni. DPO | Trainingen ‘loopbaan in eigen hand’ in april: geef je nu op! Ben jij OBP-er en wil je een impuls geven aan je (loop)baan? Tijdens deze tweedaagse training denk je na over wat je als medewerker te bieden hebt, welke competenties je nog verder wilt ontwikkelen en welke stap je wilt zetten op werkgebied. Aan het eind van de training ga je naar huis met een concreet actieplan om sturing te geven aan je eigen loopbaan. Er start een nieuwe training op 10 april 2014 (voor medewerkers vanaf schaal 9) en op 17 april 2014 (voor medewerkers tot schaal 8). De training wordt dit voorjaar vergoed vanuit de decentrale arbeidsvoorwaardengelden en niet doorbelast aan de faculteit of dienst. Dus stem af met je leidinggevende, en geef je snel op via de intranetpagina’s van DPO. Voor meer informatie over de training kun je terecht op intranet of bij Marijke Schobben: i.m.f.schobben@tue.nl Studentensportcentrum | Tai Chi introductie workshops onder lunchtijd Het Studentensportcentrum Eindhoven organiseert op 3 en 10 april twee introductie workshops Tai Chi voor studenten en medewerkers. Deze twee workshops gaan plaatsvinden in de Energy zaal van het Metaforum (achter de receptie). Speciaal aan deze workshops is dat ze tijdens lunchtijd plaatsvinden (12h30-13h15 uur). Tai Chi is een manier van ontspanning, juiste ademhaling en je lichaam in de juiste balans plaatsen. De introductie workshops zijn gratis. Opgeven via n.degroot@tosport.nl Human Technology Interaction | How do humans listen? Modelling auditory perception in the TWO!EARS project The goal of the Two!Ears project is to improve computer models of human hearing, and thereby advance our understanding of human auditory information processing. The project tackles this problem with a new approach: the human listener is seen as a multimodal agent who develops a world model through interactive listening and viewing. In this approach, the prediction of human understanding and action will be improved by including hypothesisdriven processing next to signaldriven evaluation. The project received 3 million Euro funding from

UNIVERSITEITSBERICHTEN

the European Commission. The TU/e participates in this project via its group Human Technology Interaction (IE&IS) with Professor Armin Kohlrausch as principal investigator. The international consortium comprises nine research institutes from the EU and the US. www.twoears.eu

MENS Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Oproep voordrachten Koninklijke Onderscheidingen Jaarlijks kunnen er medewerkers van de TU/e voorgedragen worden voor een Koninklijke Onderscheiding die ter gelegenheid van Koningsdag (Lintjesregen) wordt uitgereikt. Aanvragen vanuit de TU/e t.b.v. Lintjesregen 2015 verlopen via het College van Bestuur en moeten voor 1 mei as. bij het College zijn ingediend. Wanneer u iemand wilt voordragen wordt u verzocht om eerst contact op te nemen met mevrouw Nicole Ummelen, Secretaris van de Universiteit (m.m.n.ummelen@tue.nl). Promoties Donderdag 3 april, 16:00 uur, CZ4: promotie A.J. Schellekens MSc (TN) Promotoren: prof.dr. B. Koopmans en prof.dr.ir. H.J.M. Swagten Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: “Manipulating spins Novel methods for controlling magnetization dynamics on the ultimate timescale” Donderdag 3 april, 16:00 uur, CZ5: promotie A. Adriansyah MSc (W&I) Promotor: prof.dr.ir. W.M.P. van der Aalst Voorzitter: prof.dr. E.H.L. Aarts Titel proefschrift: “Aligning Observed and Modeled Behavior” Maandag 7 april, 14:00 uur, CZ4: promotie S. Rahimi MSc (TN) Promotor: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Voorzitter: prof.dr. H.J.H. Clercx Titel proefschrift: “Modelling of Microwave Induced Deposition Plasmas” Maandag 7 april, 16:00 uur, CZ4: promotie M. Goswami MSc (W) Promotoren: prof.dr. L.P.H. de Goey en prof.dr. A.A. Konnov Voorzitter: prof.dr.ir. M.G.D. Geers Titel proefschrift: “Laminar Burning Velocities at Elevated Pressures using the Heat Flux Method” Maandag 7 april, 16:00 uur, CZ5: promotie E.H. Kemaneci MSc (TN) Promotor: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Voorzitter: prof.dr. H.J.H. Clercx Titel proefschrift: “Modelling of Plasmas with Complex Chemistry: Application to Microwave Deposition Reactors” Woensdag 9 april, 16:00 uur, KH: promotie ir. J. Ploeg (W) Promotor: prof.dr. H. Nijmeijer

3 april 2014

Voorzitter: prof.dr.ir. C.J. van Duijn Titel proefschrift: “Analysis and design of controllers for cooperative and automated driving” Donderdag 10 april, 16:00 uur, CZ5: promotie T. Cardoso de Souza MSc (W) Promotoren: prof.dr.ir. B.J. Geurts en prof.dr. L.P.H. de Goey Voorzitter: prof.dr.ir. M.G.D. Geers Titel proefschrift: “Modulated Turbulence for Premixed Flames” Maandag 14 april, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. R. Magielse (ID) Promotoren: prof.dr.ir. J.H. Eggen en prof.dr.ir. C.C.M. Hummels Voorzitter: prof.dr.ir. M.J.W. Schouten Titel proefschrift: “Designinig adaptive lighting environments embracing complexity in designing for systems” Dinsdag 15 april, 15:00 uur, CZ4: promotie ir. M.M.R. Peeters (ID) Promotoren: prof.dr.ir. A.C. Brombacher en prof.dr.ir. C.C.M. Hummels Voorzitter: prof.dr.ir. M.J.W. Schouten Titel proefschrift: “Experiential Design Landscapes How to design for behaviour change, towards an active lifestyle” Dinsdag 15 april, 15:00 uur, CZ4: promotie ir. C.J.P.G. Megens (ID) Promotoren: prof.dr.ir. C.C.M. Hummels en prof.dr.ir. A.C. Brombacher Voorzitter: prof.dr.ir. M.J.W. Schouten Titel proefschrift: “Experiential Design Landscapes How to design for behaviour change, towards an active lifestyle” Dinsdag 15 april, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. R.J.M. Janssen (W) Promotor: prof.dr.ir. M. Steinbuch Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Centralized Learning And Planning For Cognitive Robots Operating In Human Domains” Woensdag 16 april, 16:00 uur, CZ5: promotie P.G.E. Lumens MSc PDEng (TN) Promotoren: prof.dr. H.C.W. Beijerinck en prof.dr. L.P.H. de Goey Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: “Fibre-optic sensing for application in oil and gas wells”

DIVERSEN Nationale Denktank | Meld je aan voor de Nationale DenkTank De inschrijvingen voor de Nationale DenkTank 2014 met als thema ‘Big Data’ zijn geopend! Ben jij een creatieve, onafhankelijke en ondernemende WO student, afgestudeerde of promovendus? Ben jij in staat om te werken in een multidisciplinair team en wil je graag bijdragen aan de maatschappij? Kun jij de vertaalslag maken van abstracte theorie naar concrete oplossingen? Ben jij van 18 augustus tot 8 december full time beschikbaar? Meld je dan voor 27 april aan voor de Nationale DenkTank 2014 via www.nationale-denktank.nl!

In memoriam Willem van der Ploeg,

eerstejaars student Software Science. Ons bereikte het droeve bericht dat student Willem van der Ploeg op 17-jarige leeftijd is overleden. Toen Willem zich inschreef aan de TU/e wist hij dat het van korte duur zou zijn. Hij was ongeneeslijk ziek, maar vastberaden om nog iets van het studentenleven mee te maken. Hij wilde zo lang mogelijk een gewoon leven leiden al was hij toen al gebonden aan een rolstoel. Hij heeft genoten van de intro, werd lid van studievereniging GEWIS en roeivereniging Thêta. Hij ging graag naar de universiteit, en heeft ook nog daadwerkelijk vakken afgerond. Meer was deze veelbelovende en positief ingestelde jongen niet gegund. Wij bewonderen de manier waarop hij met zijn ziekte omging, en wensen zijn ouders, broer, zus, familie en vrienden alle sterkte toe bij dit zware verlies. Namens de faculteit Wiskunde en Informatica, prof.dr. Emile Aarts, decaan drs. Patrick Groothuis, directeur bedrijfsvoering dr.ir. Marloes van Lierop, opleidingsdirecteur

En ik vind Laat mensen zelf nadenken Vanochtend kwam ik in mijn lab aan, waar ik werd verwelkomd door fruitvliegjes. De boosdoener? Mijn bananenschil van afgelopen woensdag, in de prullenbak. Ik herinnerde me dat de schoonmaakster van GOM vrijdag langs was gekomen. Ze keek in de prullenbak en liep door. Ik schonk er toen geen aandacht aan. Vandaag liep ze weer langs zonder de vuilniszak te vervangen. Verbaasd vroeg ik haar of ik de zak in haar kar mocht deponeren. Haar antwoord? “Eigenlijk niet.” Over de schoonmaakster geen slecht woord. Ze voert haar werk uit volgens de regels, zo blijkt. Ze mag de vuilniszak alleen vervangen als deze ten minste halfvol zit. Het is daarbij onbelangrijk wat erin zit. Dit betekent dat een prullenbak met een bananenschil van vorige week niet geleegd hoeft te worden, tenzij deze ten minste tot de helft aangevuld is. De grondslag van de regel is duidelijk. Er wordt bezuinigd op schoonmakers, dan moeten ze soms prullenbakken laten staan. De regelgeving schiet echter het doel zo wel voorbij. Het baart me eerlijk gezegd zorgen dat de TU, een instelling gefundeerd op het menselijk vermogen om na te denken, haar werknemers blijkbaar behandelt als robots. Ze hoeven slechts de voorgeschreven regels te volgen. Waarvan het schrijven over het algemeen (ik werk zelf met robots) maanden kost om te perfectioneren. Zou het niet mooi zijn als dat niet nodig was? Als een schoonmaker zelf kon bepalen of een prullenbak geleegd moest worden? Misschien moeten we ze die kans eens geven. Rokus Ottervanger | masterstudent Mechanical Engineering

Advertentie

Proefpersonen Gezocht Voor wetenschappelijk onderzoek zijn wij op zoek naar vrijwilligers (regio Eindhoven) voor een

Cardio Fitness onderzoek Wij zijn op zoek naar gezonde vrijwilligers in de leeftijd van 25 tot en met 50 jaar die Engelse taal begrijpen en kunnen lezen.

Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar universiteitsberichten@tue.nl.

Bij volledige deelname aan de studie wordt u beloond met 100 euro aan VVV-bonnen, reisvergoeding bedraagt € 20,- per bezoek. Ga naar: http://cardiofitness.irsresearch.nl

cursor-brs 140328.indd 1

31-03-14 09:46


Mens & Mening | 11

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TUssen de oren

Besloten feestjes zijn zó 2013

In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het weten­ schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology. Illustratie | Sandor Paulus

Recent opperde een politiechef om Stratumseind af te sluiten met hekken. Dat zou de beste oplossing zijn om overlast te verminderen. Met 800 incidenten per jaar is Stratumseind natuurlijk een zorgenkindje van onze wetshandhavers, maar daar tegenover staat ook dat het met zo’n 20.000 bezoekers per weekend één van de belangrijkste trekpleisters van Eindhoven is. En ook onze studenten -en docenten- beleven er geweldige avonden. Het nut van hekken om een uitgaansgebied met de schaal van Stratumseind is bijzonder discutabel, maar de nadelen ervan zijn klip en klaar, voor bezoekers en bewoners. Naast de talloze praktische bezwaren zendt zo’n hek heel negatieve signalen uit. Anno 2014 moet dat anders kunnen. Gelukkig zijn er ook binnen gemeente, politiecorps en kroegbazen mensen met een meer verlichte geest: zij slaan de handen ineen met industrie en de TU/e en werken samen aan nieuwe oplossingen. Een mogelijke oplossing wordt verkend: het De-escalate-project. In dit onderzoek van het Intelligent Lighting Institute (ILI) met Philips, de gemeente en andere partners worden lichts­ cenario’s getest voor het voorkomen en ontzenuwen van potentieel agressieve situaties. Interactief licht zou bijvoorbeeld door middel van kleur, intensiteit en dynamiek aandacht kunnen sturen, een atmosfeer kleuren, werken als een sociale cue, of bijdragen aan zelfcontrole. Heel subtiel, maar sterker dan we misschien beseffen kleurt context ons gedrag.

UR-podium Oma’s heerlijke stamppot met rookworst, je eigen home-made pasta à la studentikoza, of een simpele stoommaaltijd van de Appie: binnenkort is het allemaal mogelijk deze op de TU/e verwarmd en wel te verorberen. Het wondermiddel: een openbare magnetron in het MetaForum! Afgelopen tentamenperiode zat menig student van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat te zwoegen boven zijn boeken in de bieb. Al dat leren vraagt natuurlijk om goede, gedegen voeding. Waar sommige studenten het aandurfden om de kookkunsten van Eurest te verkennen, zagen

Licht dat gedrag pro-socialer maakt klinkt wellicht onwaar­schijnlijk, maar wees niet té sceptisch. Wellicht was u zelf wel één van de ‘proefkonijnen’ in een eerste verkenning door Marigo Heijboer, afstudeerder bij HTI. Zij manipuleerde het licht - nog niet op straat, maar in het Auditorium op onze campus. Observaties ter plekke leerden ons dat u daardoor: de caissières in het Auditorium vriendelijker toelachte, frequenter groette bij het komen en gaan, en dat u vaker netjes aangaf dat u met pin wilde betalen voordat het pasje in het apparaat verdween.

Licht maakt socialer

Naast licht kunnen talloze technische innovaties maatschappelijke uitdagingen het hoofd bieden. Met onze unieke combinatie van technologie, psychologie en design, en nauwe banden met de regio en industrie zou sociale innovatie een nieuw speerpunt van de TU/e moeten worden.

Yvonne de Kort | Universitair hoofddocent Omgevingspsychologie bij Human Technology Interaction, faculteit IE & IS

Magnetron in het MetaForum

anderen zich genoodzaakt een pizza te bestellen óf…dan toch maar naar huis te gaan voor een fatsoenlijke maaltijd. Eurest is echter in het weekend niet open en levert bovendien niet altijd het gewenste menu. Het beperkte aanbod van warme maaltijden op de TU/e is ook veel buitenlandse studenten en medewerkers een doorn in het oog. Zij zijn immers vaker dan Nederlanders gewend om ’s middags warm te eten. Tel daarbij op alle kosten, moeite en eventuele teleurstelling omdat het tóch niet smaakt zoals je eigen ‘pasta-rooie-saus’, en de frustratie is compleet.

Ook de Eindhovense Studentenraad (ESR) kon het gebrek aan mogelijkheden op de TU/e om je eigen warme maaltijd te verzorgen niet meer aanzien. Op vraag van de partij heeft Dienst Interne Zaken na verder overleg besloten om een pilot te draaien met een openbare magnetron in het MetaForum. In de aankomende tentamenperiode zal er bij de bestek- en bordencounter bovenaan de trap een magnetron worden geplaatst. Een testperiode van twee maanden moet uitwijzen of het plan een succes is. Eurest kijkt met argusogen toe; concurrentie van AH-stoommaaltijden en culinaire studenten is natuurlijk wel een

stapje verder dan een paar thuis-gesmeerde bammetjes voor de lunch. Ook de schoonmaakdienst siddert en beeft; hoe blijft het schoon na aanslagen van ontploffende soepkommen en broodjes gesmolten kaas? Hopelijk zijn schoonmaakmiddel, doekjes naast de magnetron en het fatsoen van de gebruikers om daarmee schoon te maken genoeg. De ESR wil dan ook benadrukken: het MetaForum is níet je studentenkeuken. Houd het schoon, dan kunnen we nog lang blijven genieten van onze eigen kookkunsten op de TU/e. Eet smakelijk!

Susanne Sc houten, fractielid Ei ndhovens e Studente nraad


12 | Focus

3 april 2014

Tekst | Tom Jeltes Illustratie | Sandor Paulus Voor medewerkers van de Centrale Diensten is het vaste prik: als er iets aan de computer hapert, of aan de digitale huisvesting van een nieuwe collega blijkt nog iets te ontbreken - dan bel je gewoon even 2000. Vaak zijn de geruststellende klanken van Juliette, Boy, Jeroen, Jonne, Tom of Minou voldoende om de eerste stress uit de lucht te halen. En anders staat er binnen mum van tijd een LGO’er (lokale gebruikersondersteuner) naast je bureau. Samen vormen zij de frontoffice van Dienst ICT. Wat doen zij eigenlijk allemaal en hoe is die digitale hulpverlening georganiseerd?

Het elftal | Het hulpteam bestaat uit zes servicedesk-

medewerkers (student-assistenten) en vier lokale gebruikers­ ondersteuners, aangestuurd door manager Anki Visscher. De servicedesk en -telefoon wordt bemand door zes studentassistenten, die ieder een dag per week voor hun rekening nemen. Op vergadermomenten is er altijd een dubbele bezitting, zodat er altijd iemand aanwezig is. De servicedeskmedewerkers zijn beslist niet allemaal studenten informatica. Meer dan een beperkte basiskennis van ict is dan ook geen vereiste; communicatieve vaardigheden zijn veel belangrijker. De optimale teamsamenstelling bestaat zelfs uit studenten van zoveel mogelijk verschillende studies, vertelt coördinator van de servicedesk (en gebruikersondersteuner) Maurice de Turck. “Dat voorkomt dat iedereen op hetzelfde moment tentamen heeft.” De Turck zorgt ook voor de roosters en houdt vanuit de achtergrond een oogje op de studenten. In zijn werk als gebruikersondersteuner wordt hij bijgestaan door drie collega’s die ieder van alle markten thuis zijn. Alleen voor complexe problemen worden de specialisten van de ‘backoffice’ ingeschakeld.

Even 2000 De calls | Voor sommigen is 2000 bellen het laatste redmiddel,

2000 - voor wie eigenlijk? |

De Informatie- en Servicedesk (‘2000’) is bedoeld voor medewerkers van de Centrale Diensten van de TU/e. Medewerkers van de faculteiten kunnen terecht bij hun facultaire Bureau Automatisering, en voor studenten zijn er de facultaire servicecentra en het centrale Notebook Service Centrum.

Digitale evolutie | Het aantal

hulpvragen neemt de afgelopen jaren af. De digitale infrastructuur van de TU/e is behoorlijk stabiel en het serversysteem valt slechts zelden uit. Daar komt nog bij dat de huidige besturingssystemen beter functioneren dan die van pakweg tien jaar geleden. De vragen die overblijven, worden daardoor wel gecompliceerder, zegt De Turck. “Je merkt duidelijk dat het oppervlakkige deel beter is ingeregeld dan vroeger, zodat de problemen die overblijven lastiger zijn dan voorheen. Toch vangen we tegenwoordig meer af aan de voorkant, waardoor er minder door hoeft naar de Backoffice.”

voor anderen het eerste dat ze doen zodra ze op iets onverwachts stuiten. “Niemand belt voor de lol de servicedesk”, zegt Anki Visscher. Met die mindset worden de meldingen dan ook benaderd. Zelfs als iemand tien keer met hetzelfde probleem komt, zullen de medewerkers -als het goed is- nooit uitstralen dat het krediet op is. De ‘klant’ wordt hoe dan ook geholpen. Maurice de Turck: “Sommigen hebben genoeg aan een URL, anderen durven niet eens http in te tikken, maar het kastjemuur-verhaal stopt sowieso bij ons.” De voornaamste bezigheden van de frontoffice op een rijtje: • configureren van besturingssystemen • mailproblemen oplossen • gastaccounts aanmaken • melding telefonie (Lync, mobiel, vast) • nieuwe bestellingen (hardware zoals desktops en monitoren) • netwerkproblemen • printers installeren • Outlook-problemen Daarnaast betreft een flink deel van de aangemaakte calls externe meldingen van copyright infringement, meestal als medewerkers illegaal films downloaden. Deze meldingen worden standaard doorgesluisd naar de gedragscodecommissie die de TU/e hiervoor heeft ingesteld. Het configureren van pc’s is de meest voorkomende taak van de Frontoffice, maar die routineklussen vallen uiteraard niet in de categorie ‘probleem’. De meeste echte problemen worden veroorzaakt door Outlook. Een verkeerde instelling in Outlook (en daar zijn er nogal wat van) kan er bijvoorbeeld toe leiden dat een folder leeg is of lijkt. Ook het gebruik van mobiele apparaten (tablets, smartphones), die net als Outlook e-mail en agenda’s synchroniseren met een exchange mailbox, kan tot ingewikkelde problemen leiden - zeker als er ook nog secretaresses in het spel zijn. Tot voor kort ontstonden nog regelmatig verbindings­ problemen omdat de ‘domain controllers’ niet in staat waren om de enorme hoeveelheid inlogpogingen vanaf alle apparaten te verwerken.


Focus | 13

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

bellen

De statistieken |

Aantal meldingen per maand sinds 1-12-2012. Januari 2014 is de topmaand.

Spoed | Wanneer iemand door een probleem niet meer

kan werken, wordt de melding met spoed aangepakt. Gebruikers­ondersteuner De Turck: “Als iemand een belangrijk document voor een vergadering niet kan printen, of problemen heeft met zijn laptop als hij bijna weg moet naar een conferentie, dan proberen we meteen langs te komen.” Soms staat de Frontoffice ook met meerdere personen paraat om in te grijpen, vertelt hij. “Er wordt altijd vooraf gewaarschuwd voor overlast na server­onderhoud. Bij uitzondering gaat er ook echt iets mis. Dan wordt de servicedesk overspoeld met meldingen, die we in nauw overleg met de Backoffice proberen op te lossen.”

Meldingen per categorie in januari 2014

Meldingen voor de gebruikersondersteuners

Verzoeken Centrale Services

De balie (in het Laplacegebouw, LG 1.94) is op werkdagen geopend van half negen tot vijf. Klachten die buiten openingstijden via de mail binnenkomen (servicedesk.dienst. ict@tue.nl) worden de volgende werkdag verwerkt. Dagelijks komen er enkele tientallen meldingen binnen. Tweederde hiervan wordt dezelfde dag nog afgehandeld. Calls die langer openstaan, betreffen vaak medewerkersaccounts. Na het vertrek van een medewerker blijven die tegenwoordig standaard nog drie maanden functioneren, alvorens ze definitief worden afgesloten. Januari is de drukste maand, omdat dan de bestellingen moeten worden verwerkt die in december nog op de valreep zijn gedaan. Omdat er vaak nog budget over blijft, worden in december tweemaal zoveel ictbestellingen geplaatst als in een gemiddelde maand.

Ook virussen zijn reden tot snelle actie. Gelukkig zijn dat tegenwoordig meestal geïsoleerde gevallen. De laatste keer dat Dienst ICT massaal aan de bak moest om beveiligings­ updates te installeren was tijdens de uitbraak, in mei 2000, van het beruchte ILOVEYOU-virus. Sindsdien is gevoeligheid voor computervirussen aanzienlijk afgenomen. Spam valt niet onder de verantwoordelijkheid van de Frontoffice. Het meeste wordt afgevangen door een spamfilter van Surf en de rest mag direct naar abuse@tue.nl.

De servicedeskmedewerker | Tom Bloemen (24)

zit in het eerste jaar van zijn master Real Estate Management & Development. Hij werkt al drie jaar een dag per week als student-assistent voor de Frontoffice, sinds hij door een studiegenoot op de vacature werd gewezen. Hij bemant de balie en neemt de telefoon op. Veel kennis van ict had hij niet, en eigenlijk nog steeds niet. Maar dat is ook niet nodig, zegt hij. “Je moet vooral goed kunnen uitvragen en de call naar de juiste afdeling kunnen doorzetten. In het begin heb je nog geen idee, maar na een paar dagen krijg je het wel door.” Bloemen vindt het een prettige, relaxte baan. “En als student-assistent krijg je goed betaald.” Bovendien is het ook nog eens heel gezellig met de gebruikersondersteuners. Met zijn collega-telefonisten heeft hij minder contact, omdat ze zelden gelijktijdig werken. Als het rustig is, wordt er nog wel eens met een strandbal gevoetbald in het kantoor in het Laplacegebouw, vertelt hij. Dat tekent volgens hem de sfeer. Van sommige mensen vraag je je af hoe ze de dagelijkse omgang met computers overleven, zegt Bloemen. “Het is opvallend hoe weinig ze weten van hun computer. Ze hebben nooit van de startbutton gehoord of weten het verschil tussen een netwerk­kabel en elektriciteitssnoer echt niet. Dat zijn dan ook de mensen die het vaakst bellen.”


14 | Uitgelicht

3 april 2014

“De Nederland in de prullen Tekst | Enith Vlooswijk Nog voordat het NSA-schandaal de wereld opschudde, presenteerden de hoogleraren Jan Smits en Bert-Jaap Koops bij het ministerie van Binnenlandse Zaken de resultaten van een studie naar verkeersgegevens (metadata). Sindsdien houdt Den Haag zich muisstil over het onderwerp. Volgens TU/e-hoogleraar Smits is het hoog tijd dat zowel politici als ingenieurs hun verantwoordelijkheid nemen voor de rechtstaat. Voor hem op tafel liggen een smartphone en een tablet. Zodra hij zich even niet kan herinneren wanneer een bepaalde wet ook alweer inging, glijden zijn vingers snel over een van de schermen. “Ik kan het niet laten, ik vind het uiteindelijk toch te leuk’, zegt hij bijna verontschuldigend. ‘Maar ik begin wel steeds meer paranoïde te worden.” We zitten in een Utrechts café dat ons gratis wifi aanbiedt. Prof.mr.dr. Jan Smits, hoogleraar Recht en Techniek aan de TU/e, legt uit waarom hij zich zorgen maakt: “Wij maken allebei verbindingen via wifi. Als opsporingsambtenaren dat willen, kunnen ze uitzoeken dat wij ons op deze dinsdagochtend beiden in dit café bevonden. Ik ben als hoogleraar verbonden aan de TU Eindhoven, jij bent wetenschapsjournalist. De kans is groot dat we hier samen zaten te praten over mijn onderzoek.” Wat hij maar wil zeggen, is dat niet-inhoudelijke gegevens over onze communicatie vaak wel degelijk kunnen leiden tot inhoudelijke informatie. Zulke ‘niet-inhoudelijke’ gegevens worden ‘verkeersgegevens’ genoemd, sinds het Snowdenschandaal beter bekend als metadata. Met wie we waar, wanneer en hoe lang bellen, welke websites we bezoeken, waar we ons bevinden, wie we mailen en met welk onderwerp: allemaal verkeersdata.

Wat is inhoud, wat is vorm? Los van elkaar geven ze misschien niet zoveel informatie, maar de combinatie van allerlei metadata zegt vaak meer over ons leven dan een lange handgeschreven brief aan een verre tante zou doen. Dat is reuze handig voor opsporings­ ambtenaren, die deze gegevens momenteel vrijelijk kunnen opvragen bij de telecomproviders.

De vraag is of sommige verkeers­ gegevens wellicht niet beter als ‘inhoud van communicatie’ kunnen worden beschouwd, net zoals de inhoud van een brief of een telefoongesprek. In een studie naar verkeersgegevens hebben Smits en zijn Tilburgse collega prof.dr. Bert-Jaap Koops deze vraag proberen te beantwoorden. De aanleiding was een conceptwetsvoorstel waarin verkeers­ gegevens zouden worden uitgesloten van bescherming onder artikel 13 over briefgeheim (zie kader). Overheidsambtenaren mogen het briefgeheim alleen schenden als de rechter dat toestaat. “Juristen zijn altijd bezig met het onderscheid tussen inhoud en vorm”, legt Smits uit. “Of iemand nu een computer hackt, of een bordje met ‘verboden toegang’ negeert, dat is voor een jurist gewoon een strafbaar feit. De vraag was dus of verkeersgegevens de inhoud van de communicatie betreffen, of alleen de vorm.” Die vraag kwam van juristen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De studie vond plaats in 2012 en de bevindingen verschenen begin 2014 in het boek ‘Verkeersgegevens en artikel 13 Grondwet; een technische en juridische analyse van het onder­scheid tussen verkeersgegevens en inhoud van communicatie’. Kort door de bocht luidt de conclusie dat een groot deel van de verkeersgegevens volgens de hoogleraren inderdaad moeten vallen onder artikel 13 (briefgeheim). Dat geldt niet voor alle verkeers­ gegevens. Het e-mailadres van een verzender of een ontvanger beschouwen de heren bijvoorbeeld als ‘vorm’, terwijl de onderwerp­ regel als ‘inhoud’ geldt. Ook een IP-adres is ‘vorm’, maar een URL-regel gaat door voor ‘inhoud’. Met veel tijd en moeite vallen alle verkeersgegevens in te delen in deze verschillende categorieën. Toch is dat niet wat de hoogleraren de wetgever aanraden te doen.

Foto | iStockphoto

‘Het probleem is dat elke indeling die de wetgever maakt, vermoedelijk gaten of onduidelijkheden openlaat die in de praktijk om interpretatie vragen’, legt Bert-Jaap Koops uit per e-mail. ‘Daarom is nadere reflectie nodig, die de wetgever zou moeten uitvoeren.

‘Kunnen we nog wel achter terroristen aangaan?’

Voor de wat langere termijn komen we dan op de suggestie dat het vermoedelijk geen zin meer heeft om überhaupt nog verkeers­ gegevens te onderscheiden van inhoud, en de wetgever zou idealiter het wettelijk kader daarop moeten aanpassen.’


Uitgelicht | 15

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

dse rechtstaat is nbak beland” Het boek van Smits en Koops valt te lezen als een goed onderbouwde waarschuwing tegen het ongebrei­ delde gebruik van metadata door opsporingsambtenaren. Sinds het NSA-schandaal staat dat onderwerp erg in de belangstelling, maar de studie was al een jaar geleden afgerond. “Dit boek hebben we geschreven voordat het Snowden-verhaal begon”, zegt Smits. “Binnenlandse zaken heeft de studie eind januari 2013 gekregen, in februari gaven we een presentatie aan alle ambtenaren bij de inlichtingendienst. Hun reactie was er vooral een van bezorgdheid: zouden ze hun werk nog wel kunnen doen, achter terroristen aangaan? Met dat werk heb ik helemaal geen probleem, maar wel als ze van alle burgers terroristen maken.” Als het gaat om het verzamelen en doorspelen van telefoongegevens door de binnenlandse veiligheids­ diensten naar de VS, heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken volgens Smits nogal wat boter op het hoofd. “Dat ze nu voortdurend het woord ‘metadata’ gebruiken, maakt mij zo boos. Dat is een nieuw woord dat geen wettelijke bescherming impliceert. Als ze bij Binnenlandse Zaken ‘verkeersgegevens’ hadden gezegd, was meteen duidelijk geweest dat daarvoor een wettelijk kader bestond. Ze wisten het!” In mei 2013 ontving de Raad van State de studie. Dat er sindsdien nog altijd geen advies naar de Tweede Kamer is gegaan, is volgens Smits een teken dat de politiek met de conclusies van de studie in de maag zit. De manier waarop de Nederlandse overheid omgaat met de rechten van haar burgers, zint de hoogleraar allerminst. “In 2012 zaten in Nederland 12.000 mensen onterecht in de gevangenis, daar is 20 miljoen euro aan schadevergoeding voor uitgekeerd. Als dit zo doorgaat, neemt dat aantal alleen maar toe. Wat zijn we aan het doen? Nederland was het eerste land dat de doodstraf afschafte en levenslang als alternatief daarvoor in de wet opnam. Nu zijn we het strengst straffende land in Europa. Het zijn allemaal tekenen van hetzelfde fenomeen: de rechtstaat is in de prullenbak terechtgekomen.” Niet alleen de politiek heeft schuld aan het afbrokkelen van de rechtstaat. Ook ingenieurs moeten hun verantwoordelijkheid nemen, vindt Smits. “Het is de verantwoor­ delijkheid van ingenieurs om mee te ontwerpen met het recht.

Bij de toepassing van technologieën moeten ze in een heel vroeg stadium rekening houden met de mensenrechten. We kunnen niet meer vertrouwen op overheden die alleen maar gulzig op zoek gaan naar data.”

‘We kunnen niet meer vertrouwen op overheden die gulzig op zoek gaan naar data’ “Het kost nu bijvoorbeeld 0,13 dollarcent om iemand af te luisteren, omdat systemen zo open zijn. Als het duurder wordt, moeten veiligheidsdiensten gaan kiezen. Een ander voorbeeld: wat voor auto heb je, een Skoda? Daar zit een motormanagementsysteem in dat precies bijhoudt waar, hoe hard en hoe lang je rijdt. Als auto’s die informatie eenmaal met elkaar gaan uitwisselen, zijn die gegevens voor het grijpen. De TU/e is intensief betrokken bij dit onderwerp, ‘car to car communication’. Maar ik ben al zo vaak tegen de lamp gelopen met het aankaarten van dit onderwerp, dat ik bijvoorbeeld Maarten Steinbuch van Automotive niet eens bel. Niet omdat ik onvriendelijk word bejegend, maar omdat het niets uithaalt.” Steeds meer voorwerpen in onze directe omgeving zijn uitgerust met elektronica om het leven gemakke­ lijker te maken. Gevraagd naar zijn mening over het ‘internet of things’, zucht de hoogleraar diep. “Er zijn verschillende integriteits­ rechten. In oplopend belang is dat het recht op privacy, briefgeheim, huisrecht en lichamelijke integriteit. Internet of things heeft betrekking op al die rechten. Binnenin ons lichaam hebben we straks nano­ pillen, we kleden ons in slimme kleren, we wonen in een slim huis met eromheen een tuin vol slimme zaken. Ook de publieke ruimte waarin we ons bewegen, zit vol met slimme apparatuur. Eigenlijk is deze studie een soort schaamlapje als je alleen artikel 13 over briefgeheim aanpakt. Als je niets doet aan de andere integriteitsrechten, heeft het geen zin.” De aanpassing van artikel 13 blijkt al behoorlijk complex, laat staan een integrale herziening van de integriteitsrechten volgens de voortschrijdende technologie.

Sterker nog, je kunt je afvragen of de snelle ontwikkelingen op dit gebied wel zijn te vatten in waterdichte wetsontwerpen. Bert-Jaap Koops ziet het echter optimistisch in. ‘Deze vraag wordt mij altijd gesteld. Ik antwoord meestal: ja, tot op zeker hoogte kan dat wel, als je tijdig nadenkt over mogelijk toekomstige ontwikkelingen en intelligente formuleringen gebruikt in de wet. Wetsaanpassing zal altijd nodig blijven, maar de techniek gaat nu ook weer niet zo snel dat je die nooit ziet aankomen.’

Het boek ‘Verkeersgegevens en artikel 13 Grondwet; een technische en juridische analyse van het onderscheid tussen verkeers­ gegevens en inhoud van commu­ nicatie’ (2014) van Jan Smits en Bert-Jaap Koops is voor medewerkers en studenten gratis te verkrijgen als PDF via het Informatie Expertise Centrum. Jan Smits. Foto | Bart van Overbeeke

Nederlandse grondwet: geen brieven openen, wel e-mails onderscheppen Nieuwsgierige opsporingsambtenaren mogen niet zomaar hun neus in onze brieven steken. Artikel 13 (briefgeheim) van de Nederlandse grondwet is er glashelder over: 1. Het briefgeheim is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, op last van de rechter. 2. Het telefoon- en telegraafgeheim is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, door of met machtiging van hen die daartoe bij de wet zijn aangewezen. Natuurlijk hadden de auteurs van het artikel nog nooit gehoord van smartphones, memory sticks of internet. Toch geldt dit artikel voor elke manier waarop burgers met elkaar communiceren: de overheid mag niet zomaar afluisteren of meelezen. Een prettige gedachte, maar sinds 2009 geldt tegelijkertijd de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens, ook wel de Data-retentiewet genoemd. Deze bepaalt dat telecomproviders verplicht zijn tot het bewaren van onze verkeers- en locatiegegevens voor een periode van twaalf maanden. De overheid mag deze gegevens zonder tussenkomst van de rechter gebruiken voor de opsporing en vervolging van daders van ernstige misdrijven. Dit wil niet zeggen dat de overheid onze mails uitgebreid kan doorlezen. Wel heeft zij onbeperkt toegang tot de zogenaamde metadata. Denk aan de geadresseerde van een mail, de tijd waarop het bericht werd gestuurd, de plaats waarop dat gebeurde en het onderwerp van de mail. Deze vallen weliswaar onder de Wet bescherming persoonsgegevens, maar opsporingsambtenaren kunnen er zonder tussenkomst van een rechter over beschikken. Daarnaast wordt momenteel gewerkt aan een wet die het Nederlandse Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten mogelijk moet maken om ook de inhoud na te pluizen van al onze communicatie via de kabel. In dat geval mogen opsporingsambtenaren dus ook onze e-mailberichten (of Whatsapp-berichten, Facebookgesprekken enzovoorts) bestuderen. Welke voorwaarden hieraan verbonden moeten zijn, is nog onderwerp van discussie.


16 | Uitgelicht

3 april 2014

Groeien binnen de Tekst | Judith van Gaal Foto | Bart van Overbeeke Verplicht naar het buitenland. Alleen nog vakken van 5 of 2,5 studiepunten volgen. Wie in 2015 of later aan de master begint, heeft veel kans dat dit op zijn/haar pad komt. Achter de schermen wordt volop gewerkt aan de inrichting van de Graduate School, waarbinnen alles na de bachelor op de TU/e bij elkaar wordt gebracht. Meer keuzevrijheid, ‘de student centraal’, internationale ervaring opdoen en een betere doorstroom naar een ontwerpers­ opleiding, promotietraject of een baan zijn de belangrijkste ingrediënten. “We gaan ons met z’n allen inzetten om de ingenieurs van de toekomst af te leveren. Door de invoering van het Bachelor College is de instroom naar de master veel diverser en daar moeten we ons onderwijs op inrichten. Studenten hebben eigen profielen en we willen een betere aansluiting op de master faciliteren.” Dit stelt prof.dr.ir. Jan Fransoo, sinds eind 2013 de dean van de Graduate School en daarnaast hoogleraar Operations, Planning and Control. Hij werkt twee dagen per week aan de inrichting van de nieuwe onderwijsvorm en stapt in op een moment dat al heel wat voorwerk is gedaan en de focus is bepaald.

De eerste, en meteen de meest urgente, is de herziening van de masteropleidingen. Fransoo: “De eerste bachelorstudenten zullen september 2015 met hun master starten. Dat wil zeggen dat deze zomer de contouren van de masterprogramma’s moeten staan, zodat er nog voldoende tijd is om alles te verroosteren en de inhoud van de vakken vast te stellen.”

Binnen de Graduate School valt ál het onderwijs na de bachelor, een binnen Europa minder gangbare opzet. Fransoo: “We betrekken de master erbij, omdat we die anders willen positioneren: dichter bij de promotietrajecten en ontwerpers­ opleidingen dan bij de bachelor. We moeten de master gaan zien als de eerste stap in de carrière in plaats van de laatste stap van de studie.”

Masterstudenten en docenten krijgen met verschillende verande­ ringen te maken. Hieronder de belangrijkste punten op een rij, waarbij Jan Fransoo toelichting geeft: Meer keuzevrijheid. “We willen afgestudeerden met een breder profiel opleiden voor de industrie. Het uitgangspunt van de Graduate School is dat een student zelf keuzes moet maken - en dan wel onder begeleiding. De student staat centraal. Alle andere keuzes voor de Graduate School zijn hiervan afgeleid. Het aantal vaste vakken gaat maximaal 30 studiepunten worden. Maximaal, dus dat mag ook 0 zijn - zoals nu bij enkele opleidingen het geval is. Het is de bedoeling dat tenminste 15 studiepunten worden gereserveerd voor een vrije keuzeruimte, in te vullen met een stage of vrije keuzevakken. Zij-instromers, zoals studenten uit het buitenland van wie de vooropleiding niet helemaal aansluit, kunnen deze ruimte ook benutten om op het juiste niveau te komen.”

De belangrijkste punten uit de onderwijsvisie voor de Graduate School zijn het streven naar excellentie, internationalisering, een coachende rol van docenten en breder opgeleide ingenieurs afleveren. In 2013 heeft een taskforce, bestaande uit studenten en medewerkers, een opzet gemaakt van de invulling van de Graduate School. Uit een eerder decanenoverleg volgde een lijstje met prioriteiten waarmee Fransoo aan de slag kon gaan.

Alle vakken bestaan uit 5 of 2,5 studiepunten en worden in één kwartiel gegeven. “We willen beter aansluiten op het Bachelor College, waarbinnen al op deze manier wordt gewerkt. We willen duidelijkheid scheppen voor nieuwe studenten en het gemakkelijker maken om bij andere faculteiten vakken te volgen. Er zijn studenten die nog enkele bachelorvakken moeten volgen. Dan is het wel zo praktisch als die even groot zijn als de mastervakken.

“Master eerste stap in carrière in plaats van laatste stap studie”

Om versnippering te voorkomen, zullen de meeste vakken vijf studiepunten worden. Aan de andere kant willen we een beperkt aantal vakken van tweeënhalve studiepunt toestaan om tegemoet te komen aan deeltijd-docenten en zeer specialistische gebieden.” Vakken van drie EC’s worden toegestaan tot september 2017. Alle masterstudenten moeten ervaring opdoen in het buitenland. “We vinden het heel belangrijk dat de TU/e studenten met internationale ervaring aflevert. De opleidingen mogen hier zelf invulling aan geven. Of het nu om een buitenlandse stage gaat of om vakken volgen in een ander land, dat staat ze vrij. We zullen er zeker in het begin coulant mee omgaan, zeker als een student een goede reden heeft om niet te gaan - bijvoorbeeld als er iets op persoonlijk vlak speelt. Maar niet willen is onvoldoende reden om niet te gaan.” Internationale studenten hoeven overigens niet naar het buitenland, omdat ze de internationale ervaring in Nederland al opdoen. Docent als mentor. “Het idee is dat elke masterstudent aan het eind van het kwartiel of semester aan een mentor wordt gekoppeld. Die persoon is vaak dezelfde als de afstudeerbegeleider. Docenten krijgen een bredere rol, gaan studenten begeleiden richting de carrière. Een deel van de docenten doet dat al, maar een deel nog niet en houdt zich daar bewust weg van. We willen docenten daar zo goed mogelijk in faciliteren. De begeleidende rol wordt anders dan de coachingsrol in het Bachelor College; veel sterker inhoudelijk gekoppeld en met primaire verantwoordelijkheid voor de student. Het is overigens niet de bedoeling dat docenten zich ook met professional skills gaan bezighouden.” Aandacht voor ontwikkeling van skills. “We hebben een set van zo’n dertig skills gedefinieerd, maar we gaan met ongeveer zeven beginnen. Denk aan vaardigheden als schrijven, presenteren, overleggen en beïnvloeden. We willen via een assessment kijken hoe ver studenten zijn en wat ze nog nodig hebben. We werken een en ander uit met het Onderwijs- en Studenten Service Centrum. We zitten met zeer beperkte budgetten en kunnen geen twintig trainers neerzetten. We denken erover om bijvoorbeeld PDEng’s studenten te laten trainen in samenwerken en zo doen zij weer ervaring op met leiderschap. Ook kijken we naar online trainingen.”

Betere aansluiting op promotie­ traject en ontwerpersopleiding. “Het moet gemakkelijker worden om vanuit de master naar een PhDof PDEng-traject door te stromen. Over verkorte promotietrajecten is wel nagedacht , maar daar zijn we nog niet uit. Waar we het wel over eens zijn, is dat kwaliteit de norm is. Het zou goed kunnen zijn dat excellentie­trajecten eruit bestaan dat je alvast wat vakken voor je promotie kan gaan volgen, zodat je daar minder lang over doet.”

Op naar 1.000 studenten in 2020 Fransoo staat verder voor de taak ervoor te zorgen dat er meer internationale studenten komen. “Nu stromen er jaarlijks zo’n 250 internationale masterstudenten in. Dat moeten er 1.000 worden in 2020. We werven tot nu toe vooral via ons netwerk. We zijn als universiteit nog niet zo oud als bijvoorbeeld Delft, dat we via alumni de groei van internationale studenten en medewerkers kunnen realiseren. We blijven ons netwerk wel goed benutten - denk aan het verschaffen van beurzen, het bezoeken van instituten en nu en dan op onderwijsbeurzen staan. Maar we gaan vooral meer aan online marketing doen om zo meer studenten uit het buitenland te trekken.” Het Communicatie Expertise Centrum werkt momenteel aan een campagne voor de internationale werving. Fransoo gaat verder de ‘community­ vorming’ opstarten. “Dat wil zeggen dat iedereen zich meer verbonden gaat voelen met de universiteit. Niet alleen studenten, maar ook ontwerpers, promovendi en alumni. Denk aan gezamenlijke activiteiten. Dat is wel een proces van een aantal jaren.” De laatste prioriteit ligt bij wat Fransoo de governance noemt. “Wie gaat zich waarmee bezighouden en waarmee niet en wie heeft welke bevoegdheden”, verklaart de dean. “We moeten het bestuurlijk verankeren.” Voor veel opleidingen betekent de invoering van de Graduate School dat de structuur en invulling van de masteropleiding verandert. Fransoo: “Enkele opleidingen kiezen ervoor met een leeg blad te beginnen en andere opleidingen voeren marginale aanpassingen door.” Prof.dr.ir. Bart Smolders is opleidingsdirecteur Electrical Engineering en directeur van het


Uitgelicht | 17

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Graduate School gelijknamige Graduate Program. “We zien dat we een steeds diversere instroom hebben en dat we in de master meer flexibiliteit nodig hebben en individuele coaching van studenten. We zullen met docenten opnieuw naar de invulling van vakken moeten kijken. We hebben namelijk alleen maar vakken met drie studiepunten en geen van vijf. Onze deadline voor het nieuwe curriculum is februari 2015 en volgens mij is dat haalbaar. Maar ja, het is nog wel een hoop werk.”

“Er ligt nog een hoop werk” “De meeste van onze masterstudenten gaan al op een internationale stage. Het lijkt me alleen lastiger om ook onze studenten met een hbo-achtergrond te verplichten naar het buitenland te gaan. Die kunnen hun tijd beter besteden aan onderzoekvaardig­ heden. Verder hebben we al behoorlijk wat internationale studenten, maar het mogen er natuurlijk altijd meer worden. We merken dat zij vooral op het niveau van professional skills hulp kunnen gebruiken. Leidinggeven is vaak lastig voor ze, net als samenwerken. We bieden ze al een traject aan en dat gaan we verder uitwerken”, zegt Smolders. “Ons afstudeertraject is al vrij strak georganiseerd. We werken met een afstudeercontract, waarin afspraken tussen student en begeleider worden vastgelegd. We willen in de toekomst ook excellentie-trajecten in de master invoeren voor studenten die daarna een PhD of PDEng gaan doen.” Prof.dr. Mark de Berg is opleidingsdirecteur van het Graduate Program Computer Science. Bij deze opleiding gaan andere zaken een rol spelen. “Twee jaar geleden hebben we al kwartielen en vakken van vijf studiepunten ingevoerd. Dat werkt praktischer, is handzamer voor de planning en voor studenten is het overzichtelijk om zich elk kwartiel op drie vakken te kunnen concentreren. Bij onze multidisciplinaire masteropleiding speelt wel dat studenten met verschillende achtergronden instromen. Die wil je eenzelfde basis geven en dat kan lastig worden met een klein aantal vaste vakken. Een andere grote uitdaging betreft de verplichting om in het buitenland ervaring op te doen. Dat gebeurt nu bij ons heel weinig. We kunnen daarbij wel van andere opleidingen leren. Bij Automotive Systems hebben ze bijvoorbeeld een mooi systeem

waarbij de opleiding faciliteert en er tegelijkertijd veel verantwoorde­ lijkheid bij de student wordt gelegd. Verder hebben we al zo’n zes jaar een honors program in de master en zijn we bezig met een systeem waarbij de student beter wordt begeleid in het maken van keuzes. Een onderdeel daarvan is dat we stromen hebben gedefinieerd die studenten helpen een samenhangend pakket samen te stellen. We bekijken nog hoe we met de ontwikkeling van de professional skills moeten omgaan.”

Buitenlandverplichting roept vragen op De universiteitsraad heeft afgelopen maandag zorgen over de invoering van de Graduate School geuit. Met name de buitenlandverplichting en de invoering van vijf studiepunten per vak riep vragen op. Zo wil Groep-één weten of het voor elke opleiding toegevoegde waarde heeft om in het buitenlandervaring op te doen. De perso­neels­fractie vreest dat studenten de verwachting gaan hebben dat de faculteiten alles gaan regelen, vanwege het verplichte karakter. De Eindhovense Studentenraad vraagt zich af hoe de kwaliteit van de opleidingen wordt gewaarborgd en alle fracties zijn ook bezorgd over de extra werkbelasting. Rector prof.dr.ir Hans van Duijn reageert dat alles nog in de steigers staat en zegt toe dat het onderwerp later uitgebreider wordt besproken.

Meepraten?

Op onze site lopen de reacties al binnen over dit onderwerp. Ook meepraten? Ga dan naar www.cursor.tue.nl/nieuwsartikel/ artikel/masters-op-de-schop-voorgraduate-school-tue/


18 | Student

Clmn

3 april 2014

Aanschuiven bij

Wat is dat voor een huis? Sinds Iknoria in 1981 werd opgericht als vrouwendispuut van het Eindhovens Studenten Corps, zijn er 120 leden geweest. Op twee na hebben ze allemaal wel een moment in het dispuutshuis gewoond. De laatste twee decennia is het gevestigd aan de Grote Berg in Eindhoven. Op steenworp afstand van de kit (Sociëteit Ilium) dus. Voordeel: “Je kunt kruipend naar huis”. Nadeel: “Dispuut Audumla plast hier ’s nachts door de brievenbus”.

Alain Starke masterstudent Innovation Scien ces

Wat eten ze? Tijdens het koken door Desirée Rademaekers (TU/e, Technische Bedrijfskunde) en Renou van der Laar (Fontys, technische bedrijfskunde) gaat het brandalarm drie keer af. Ze proberen tien schnitzels te bakken in drie pannen en tegelijk in een vierde pan gebakken aardappelen onder controle te houden. Voor de broccoli is er geen kookpan groot genoeg, daarom koken ze slechts de helft. “We kunnen nog een salade maken van sla, komkommer, tomaatjes enzo.” Dit klinkt relaxed, maar de koks rennen erbij door de keuken. Door de gaten van het vergiet dat Desirée pakt voor de groente zit een touw. “Oh ja, dat is gebruikt als feutenpetje.” Renou roept: “Nooit meer schnitzels!”, terwijl ze er een van de vloer raapt.

Het burger­ lijke bestaan Ik ga samenwonen. Zo, dat is eruit. Geen 1-aprilgrap hier. Voor vele studenten is het schijnbaar een taboe, terwijl het voor anderen slechts het einde van hun leven is. Hun leuke leven althans, want het burgerlijke bestaan roept zodra je gaat samenwonen. Het bestaan zonder feestjes, flexibiliteit en frivoliteiten. Qua reacties kun je samenwonen vergelijken met een terminale sociale ziekte: “Ja jongen, dit was het dan: je wordt een burger!”, “Nou, geniet er dan nog maar eventjes van hè!” en -echt waar- “Huh, daar heb jij toch geen aanleg voor? Had ik nooit bij jou gedacht.” Maar wie of wat is die burger dan? Ik hoor dan wel eens: “Ik kom niet bij de McDonald’s want daar zijn burgers.” Maar hoewel maximaal bijlenende prominente pikken anders pretenderen, ligt het dedain rondom de burger niet aan geld maar aan tijdsbesteding. Burgers moeten op zaterdag boodschappen doen, de hond uitlaten en op tijd naar huis. Zo zag ik laatst een advertentie voor een kamer dat dit onderstreepte. Buiten het standaardgeleuter over samen eten en ‘niks moet en alles mag’, trok de volgende zin de aandacht: “we zijn tijdens de tentamenweken [..] in het MetaForum te vinden om de opgelopen schade in te halen.” De opgelopen schade… als student ben je dus slechts acht weken per jaar productief. Volgende week beginnen de tentamenweken weer. Als rancuneuze, bijna-belastingbetalende burger heb ik geen medelijden meer. Nee, jullie zakken er allemaal maar in studentjes. Met jullie luizenleventjes. Terwijl jullie studeerden voor schlemielige toetsjes had ik afgelopen weekend 20% kluskorting bij de Gamma, repte ik met Zweedse vrienden over ‘Villa, Volvo, vovve’ -huisje, autootje en beestje- en moest ik kiezen tussen een inbouwkookplaat en gasfornuis. En verdorie, ik ben er trots op! Toch; het is wel een beetje raar, pas 24 jaar. Nu al trillend op mijn benen, het studentenleven bijna verdwenen. Op www.cursor.tue.nl vind je meer columns. De volgens de redactie beste column plaatsen we hier.

TU es

Wat doe je het liefst in je vrije tijd? Voetballen. Ik heb relatief hoog gespeeld, maar nu de studie meer tijd vergt, doe ik het minder intensief, ik speel alleen de wedstrijden. Wanneer ik tijd heb, zit ik op een mountainbike of loop ik hard. Dat doe ik om fit te blijven en ook om mijn hoofd leeg te maken. Verder speel ik graag gitaar. Waarom heb je gekozen voor deze master? Tijdens mijn werktuigbouwkundeopleiding ben ik verliefd geworden op industrieel ontwerpen. Toch heb ik die hbo-opleiding eerst afgemaakt omdat ik er belangrijke en onmisbare kennis opdeed die je hier aan de TU/e niet krijgt. Als je jezelf een keer kon -laten- teleporteren, waar zou je dan naartoe gaan? Naar de maan. Om de aarde te zien vanuit de ruimte. Wat had je van te voren niet verwacht over Eindhoven? Het is een gezelligere stad dan ik dacht. Ik zag Eindhoven als een koude stad, maar nu ik zelf betrokken ben bij Glow en de Dutch Design Week zie ik dat er veel te doen is. Het bruist, zogezegd. Wat zou je na je bachelor willen gaan doen? Ik weet niet of ik mijn master hier ga doen. Ik wil graag bij een ontwerpbureau gaan werken. Als dat op mijn pad komt, probeer ik dat. Met wie zou je graag een biertje willen drinken? Met mijn oom Eus. Hij is anderhalf jaar geleden overleden en ik mis hem ontzettend. Mijn peetoom was mijn grote voorbeeld en ik kon enorm met hem lachen.

Bastiaan van Hout (25 jaar) Tweedejaars bachelorstudent Industrial Design. Hiervoor deed hij Werktuigbouwkunde op een hbo in Venlo.

Foto | Bart van Overbeeke

Welke bachelor was je gaan doen als jouw keuze niet bestond? Dan was ik waarschijnlijk begonnen aan de TU/e-master Mechanical Engineering.

Bas wil d e laatste vraag vervange n door ‘A ls je één supe rkracht z ou kunnen h ebben, w at zou het d an waarom? zijn en ’ (NS)


Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Student | 19

Wat is het verschil met een mannenhuis? “Wij zijn netter”, zegt Charlotte Rademaekers (Fontys, commerciële economie) direct. “We zijn streng met huisbeurten en maken elke week schoon.” Alenka Beckers (Fontys automotive) weet nog iets: “Wij vrouwen gaan beter met elkaar om. Mannen gaan altijd bij elkaar in bed liggen of met blote ballen de kamer in waar een huisgenoot ligt te vrijen. Wij lopen niet met blote tieten bij elkaar naar binnen, wij laten elkaar met rust.” Wat zijn de belangrijkste huisregels? -Wie eet voordat ‘smakie’ is gezegd, ruimt af en doet de afwas. Als iedereen zich heeft gedragen, wordt er met een dobbelsteen beslist. Ander jargon in huize Iknoria: dankie, weltie en alstie. -Als je een jongen hebt meegenomen mag je die niet in je bed laten liggen als je zelf weggaat. Ze zouden zomaar nog een keer hun dispuutsteken kunnen taggen op de Iknoriamuur in de woonkamer. Waarom hangen drie coupletten van het Iknorialied aan de muur? De studenten hebben geen idee. Wat ze wel weten, is wanneer ze het voor het laatst gezongen hebben. Dat was op 11 februari in Sociëteit Ilium toen aspiranten Isabel Stavenuiter (TU/e, Biomedische Technologie), Nicky Pluijmers, (in-between-studies), Desirée en Renou lid werden van Iknoria. “Vrouwen mogen niet zingen op de kit. Daarom zijn we natgegooid met emmers water.” De meiden hebben lef: ze wisten van die emmers -hadden zich er ook op gekleed- maar wisten ook dat het niet alleen water is dat daar in zit. “Ze pissen er ook in.”

Interview | Norbine Schalij Foto’s | Bart van Overbeeke

Wil jij ook met je culinaire huisgenoten in deze rubriek? Mail dan naar cursor@tue.nl

En hoe is het in Stellenbosch? Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

Een datastroom tien keer zo groot als het internet geproduceerd door één vierkante kilometer aan antenne-oppervlakte. Een vliegtuigradar op een planeet tien lichtjaren ver weg kunnen waarnemen. Genoeg glasvezel om twee keer de aarde mee te omwikkelen, gekoppeld aan de computerkracht van honderd miljoen pc’s. Het zijn een aantal van de vele indrukwekkende specificaties van het Square Kilometre Array (SKA) project: ’s werelds grootste radiotelescoop die de komende tien jaar in Zuid-Afrika en Australië gebouwd zal worden Voor dit project ben ik voor mijn stage afgereisd naar Stellenbosch in Zuid-Afrika. Hier verbeter ik het ontwerp van een antenne waarvan de komende jaren miljoenen exemplaren in de Zuid-Afrikaanse woestijn geplaatst zullen worden. Dit doe ik op de Stellenbosch University in een kantoor waar menig TU/e-medewerker jaloers op zal zijn, met indrukwekkend uitzicht op de bergen. Dit komt omdat een master hier alleen voor de beste Zuid-Afrikaanse studenten is weggelegd: als ik in de kroeg vertel dat ik masterstudent Electrical Engineering ben, word ik vaak met open mond aangekeken. Daarnaast is er veel competitie tussen de studenten onderling. Er hangt bijvoorbeeld een groot bord op de faculteit met daarop de beste afgestudeerden per generatie, iets wat je op TU/e niet zo snel zult vinden. Afgezien van deze verschillen lijkt de sfeer op Stellenbosch University erg op die van de TU/e. Zo kun je ook hier bij een professor op elk moment van de dag binnenstappen en maakt het niet uit hoeveel je aanwezig bent, zolang je je werk maar gedaan krijgt. Deze prettige sfeer en het prachtige land geven me een mooi vooruitzicht voor de komende maanden in Stellenbosch.

M studaernk Kleijnen EngitneElectrical ering Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.

Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl


20 | Mens

3 april 2014

Han Meijer | “ Ik heb een grote bek, en kom ermee weg omdat ik goed ben” De carrière van prof.dr.ir. Han Meijer, hoogleraar polymeer­ technologie, zit er op. Na een kwarteeuw min twee weken (“dat gouden horloge dat ik net misloop is niet alleen lelijk, maar ook een anachronisme”) verlaat hij de TU/e. En weg is weg, zo heeft de altijd uitgesproken Meijer zich stellig voorgenomen. “Ik zie in de wereld te veel collega’s die blijven hangen om als oude mannen over de schouders van hun opvolgers mee te kijken. Dat is het slechtste wat je kunt doen. Iedereen heeft het recht om zijn eigen fouten te maken.” Meijer, die sinds zijn aantreden in 1989 het polymerenonderzoek bij de faculteit Werktuigbouwkunde heeft vormgegeven, geeft geen afscheidscollege. “Dat is voor losers”, zo formuleert hij op geheel eigen wijze. “Voor deeltijdhoog­ leraren die zichzelf belangrijk vinden. Of je moet grappig zijn, zoals Piet Lemstra. Dan zit de collegezaal vol met mensen die hopen dat je iets lelijks zegt.” Hij kijkt met tevredenheid terug op zijn loopbaan. Meer dan zestig promovendi begeleidde hij in de afgelopen decennia. Zijn groep Polymer Technology behaalde bij elke visitatie de maximale score. “En ik ben er erg trots op dat alle universitair docenten onder mijn leiding zijn doorgegroeid tot hoofddocent, en sommigen zelfs tot hoogleraar. Ik heb een neus voor talent en weet het beste uit mensen te halen. Daar ben ik pas echt goed in.”

“Ik koos altijd voor de gemakkelijkste weg” Zijn professionele succes heeft hem de vrijheid gegeven om te doen wat hij wil en te zeggen wat hij vindt, legt de oud-columnist van Cursor uit (in de jaren negentig schreef hij tientallen prikkelende stukjes voor dit blad). “Ik heb een grote bek”, zegt hij zonder schroom. “En je moet goed zijn om daarmee weg te komen. Onze groep is niet alleen internationaal beroemd, maar heeft ook meer dan dertig miljoen euro aan onderzoeksgeld binnengehaald. Dat brengt een zekere onafhankelijkheid met zich mee.” Als je Meijer beluistert, is het eigenlijk toeval dat hij aan de TU/e is geëindigd als autoriteit op het gebied van de polymeereigenschappen. Zelden koos hij op zijn carrièrepad doelgericht voor een bepaalde afslag. Eigenlijk is hij gewoon lui en koos hij altijd voor de gemakke­ lijkste weg, zegt hij nu. Neem zijn

studiekeuze: veel vrienden in Meijers geboorteplaats Amsterdam gingen politicologie of sociologie studeren, maar zijn vader vond dat geen goed idee voor Han. “Hij zei dat je de Amsterdamse grachten kon dempen met werkloze sociologen en wilde dat ik ingenieur zou worden. Maar uit een beroeps­keuzetest -die hem honderd gulden kostte, een rib uit zijn lijf- bleek dat ik psycho­ logie moest gaan studeren.” Uiteindelijk luisterde Han braaf naar zijn vader en ging naar Twente om daar ingenieur te worden. Lekker ver weg van huis en comfor­ tabel op een nieuwe campus met allerlei voorzieningen. Hij genoot van zijn vrijheid, haalde lage cijfers, en koos na de algemene propedeuse voor werktuigbouw. Ook die keuze kwam weer niet bepaald tot stand vanuit een gerichte ambitie. “Het natuurkundepracticum was vreselijk schools, scheikunde kon ik niet omdat dat vak was uitgeloot voor het eindexamen gymnasium, wiskunde vond ik saai en dat solderen van elektrische schake­ lingen vond ik maar onzin. Toen bleef werktuigbouwkunde over.” Gaandeweg kreeg hij toch de smaak te pakken, en dat resulteerde in de latere jaren van zijn studie ook in aanzienlijk hogere cijfers. De daaropvolgende promotie was voor hem niet meer dan een middel om onder militaire dienst uit te komen. “Anders had ik geweigerd en was de gevangenis ingegaan. Ik ben een kind van de Vietnam­ oorlog en wilde absoluut niet dat iemand mij ooit naar een oorlog zou sturen.” Eenmaal gepromoveerd bleek hij goed in de markt te liggen. Van chemiereus DSM kreeg hij een brief met het verzoek om langs te komen, inclusief eersteklas treinkaartjes en hotelreserveringen - het vervolg laat zich raden. Na de jaren tachtig door te hebben gebracht bij DSM, kwam hij samen met eerdergenoemde Piet Lemstra -die hoogleraar werd bij Scheikundige Technologie- naar de TU/e. Alweer min of meer bij toeval. “Bij DSM kon ik doorgroeien en manager worden, maar ik wilde doen waar ik goed in was. Eigenlijk wilde ik liever naar Delft, maar Piet had al een toezegging gedaan aan de TU/e.” En dus belandde Meijer ook in Eindhoven, zonder geld en met slechts één promovendus -betaald door DSM- als ondersteuning. Die bescheiden uitgangspositie weerhield de polymeerexpert, inmiddels getooid met de karakte­ ristieke snor, er echter niet van in korte tijd de bloeiende groep, Polymer Technology, op te bouwen waarvan hij nu afscheid neemt. Wat hij gaat doen met de zee aan vrije tijd die voor hem openligt, zegt Meijer niet te weten. “Ik heb er eerlijk gezegd nooit zo over nagedacht. Voor mij is het de

eerste keer dat ik met pensioen ga en in mijn familie werd nooit iemand ouder dan 65. Ik heb altijd met de dag geleefd.” Hij heeft geen gebrek aan hobby’s; schildert, houdt van lezen. “Maar dat doe je geen hele dagen. Ik ben in ieder geval van plan een paar weken per jaar op bezoek gaan bij mijn vriendje Paul Smith, die aan de ETH werkt in Zürich. Daar wil ik nog wel wat leuke ‘maakdingen’ doen. Hier heb ik me vooral beziggehouden met modelleren en het fundamentele werk.” Hoewel hij zich van niemand iets aan lijkt te trekken, blijkt erkenning voor Meijer toch belangrijk. Zijn groep behaalde drie keer op rij de maximale score bij onderzoeks­ visitaties. Expliciete waardering voor die prestatie bleef echter uit,

vertelt hij. “Geld is op zich niet belangrijk, maar ik eindig met het salaris waarmee ik hier als hoogleraar begon. En mijn slechtst presterende collega verdient dat ook. Zo werkt dat hier.”

“Dat gelobby is zo’n gezeik” Voor ‘prijsjes’ haalt hij echter zijn neus op. Hij is blij dat hij geen chemicus is, al heeft hij, doordat zijn werkterrein op het snijvlak van chemie en werktuigbouw ligt, wel veel te maken met scheikundigen. “Vooral in Amerika geven chemici elkaar continu prijzen. Daar hangen kantoren van hoogleraren vol met van die vreselijke plakkaten. Je telt niet mee als niet je hele

wand volhangt. Voor elke scheet die je laat, krijg je een prijs. Ik heb er zelf ook wel gekregen, maar ik gooi ze weg. Onder werktuig­ bouwers speelt dat veel minder. Je hebt gelukkig ook geen Nobelprijs voor werktuigbouwkunde. Dat is zo’n gezeik, al dat gelobby.” De enige prijs waar Meijer echt aan hecht is de Performance Materials Award van zijn voormalige werkgever DSM. “Maar daar zat dan ook een geldbedrag van vijftigduizend euro aan vast. Belastingvrij en vrij te besteden. Daar heb ik twee badkamers en een keuken van bekostigd.” Glimlachend vanachter zijn snor: “Een Ferrari was helaas net te duur.” Interview | Tom Jeltes Foto | Bart van Overbeeke


us U/e-camp

g

Donderda

3

bT uur, Gasla 0 .3 3 2 0 april, 20.0

ederland

s van N leine prij

ds entenban ense stud leet met jury, v o h d in E omp voor ieboom. C wedstrijd ekken. n dé band ur Zero en Stip & Kziekhelden te ontd a v e d n o rr o u o H o m , v 2 e 0 e w y d ieu rida Twee kans om n r andere F met onde eter en voor jou de decibelm s ten: grati Entreekos

K

don’t TU/e and Eindhoven so you Cursor collects all events at , and nts eve ic dem aca athletic and have to. Symposiums, films, can notify You nl. ue. or.t urs w.c ww at parties: you can find them all ail to website, please send an em us of new events through our here will ine gaz Ma sor Cur so. do cursor@tue.nl if you want to ing happenings. publish a selection of upcom

Vrijdag

4 april, 21.00-23

Pubquiz

in Movie

.00 uur, Ve stdijk 9, E in

s De eeuwig dhoven Geschiede e roem! En leuke pri n jz is e , entertain n voor de Formeer e top 3 team ment, s zijn te w actualiteit en team van maxim actualiteit, sport, TV innen aal 5 mens svragen zo en. Geluid , film en politiek ko tijdens de quiznigh rgen voor me een afwiss t. sfragmente elende qu n, foto’s, mn allemaal aan bod Entreekos iz. . ten: 3 euro uziekfragm per persoo enten en n

nsdag g en woe a d s in d , Doos, Maandag is de Zwarte u h m il F r, u 20.00 u s TU/e campu

8

7

9 april,

Axesjazzpow

er Radian

èle La vie d’Ad

Adèle nge, volkse n 2013. De jofd op de vrijgevochten va r aa n in ie n m-w Gouden Pal r eigen verbazing verl et geluk en verdriet va er h ov . lm rt fi o e wordt tot haa o d h daar bij ontroeren Emma. Een ote liefde en alles wat gr te rs ee n ee euro anderen 7,50 n 3,50 euro, te en d tu S : Entreekosten

Maanda g woensd ag de Zwar te D

14, dinsdag 16 april, Fil 15 en m

La gran

huis e-campu s

oos, TU/

de bell

e

zza Jep Gam plots ha berdella wordt existentird geconfronte na zijn 65e verj prachtig ële leegte van erd met de groteaardag naar zin e façades van het bestaan. A als de b geving. Door veRome gaat hij ochter de este film p le van 201 n beschouwd zoek 3. Entreek osten: S tudente anderen n 3,50 euro 7,50 euro

Friday

11 April 20.30, P

Greg Sha

piro & int

arktheate

r, Elzentla

ernationa

an 50 Eind

l comedia English co n Award win medy with Greg Sh a ner Brend on Burns. piro and Edinburgh Comedy Event lang Entrance feuage: English e: 13,50

7

Monday Ap ril, 2 Café Wilhelmin 1.00 uur, a, Wilhelmina plein 6, Eindhoven

hoven

Radian is an Au Brandlmayer dr strian experimental band. Norman Martin ummer, bassist and guita Martin post-rock, jazz Siewert play instrumentalrist John hypothermia w and electronics. Usually exrock, to the school ofith the use of beats, they betreme music’. Their so the IDM, the ‘intelligent da long Crystal, ethere und is similar to Trapist, Snnce al and hypnotic and with abstra , extremely m oww afraid of beau ct structures. And ... they inimalist ty. are not Entrance fee: students 7 euro , others 11 euro


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.