Cursor 16 - jaargang 56

Page 1

16 17 april 2014 | jaargang 56

@tuecursor

Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven Voor het laatste nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op

en

24 | Making the leap to Eindhoven as a couple Sixty per cent of the international staff didn’t come here alone - they packed up their luggage and their love lives and made the leap to Eindhoven as one half of a couple. We talked to couples about what life is like for the partner who isn’t working for the university and what sort of impact moving abroad has on a relationship.

6 Ontwerpen voor een hoger doel

Dubbele promotie primeur voor Industrial Design

14 BKO halen met

duwtje in de rug

Doe-het-zelven of aan de slag met coach

20 De duim

in de lucht

TU/e’ers verhalen over hun liftavonturen

Check out our English section on pages 23-28


2 | Vooraf

CURTOON

17 april 2014

Colofon Hoofdredacteur Han Konings

Eindredacteur Brigit Span

Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij Freke Sens (stagiaire) San van Suchtelen Monique van de Ven

Medewerkers Angela Daley Nicole Testerink

Fotografie Rien Meulman Bart van Overbeeke

Coverbeeld Bart van Overbeeke

Opmaak Natasha Franc

Vertalingen Annemarie van Limpt

Aangesloten bij

Zondvloed Be careful what you wish for. Dit gezegde schoot me te binnen toen ik bezig was met een artikel over onze vooraanmeldingscijfers. Begin februari verdienden ze het predicaat astronomisch: ze waren maar liefst 55 procent hoger dan het jaar daarvoor. Eind maart was de groei afgevlakt tot 38 procent, maar begin april was er weer een opleving en kwamen we uit op een groei van dik 44 procent. Is techniek opeens sexy geworden, wil niet iedereen meer als econoom of jurist zijn geld verdienen, of lokt rattenvanger Lex Lemmens met zijn Bachelor College de kinderen naar Eindhoven? Het is hoe dan ook iets waar we ooit op gehoopt hadden: vijftig procent meer eerstejaars in 2020. Groei zorgt echter ook voor problemen. Is er nog voldoende ruimte? Bijvoorbeeld in het nieuwe Flux, waar volgend jaar twee faculteiten, die nu ook stevig lijken te gaan groeien, gezamenlijk intrekken. Zijn er voldoende goede docenten te vinden? Welke impact heeft dit op de kleinschaligheid waarmee

Poll

Han Koning s

we zo graag te koop lopen? Een taskforce heeft de mogelijk­ heden onderzocht om colleges te gaan verzorgen in de stad. Ik heb de Effenaar en het Parktheater al voorbij horen komen als mogelijke locaties. Hiermee realiseren we dan mooi die al lang nagestreefde connectie met de stad Eindhoven. Blijft de vraag: is deze groei een zegen, of zet het teveel druk op het systeem? Op dit moment draait in de bioscoop een film die laat zien hoe stressvol de voorbereiding op een mogelijke vloed kan zijn: ‘Noah’. Wellicht kunnen de leden van de taskforce daar nog wat tips & tricks vergaren.

Hoger Onderwijs Persbureau

Redactieraad prof.dr. Cees Midden (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Angela Stevens- van Gennip Thomas Reijnaerts (studentlid) Arold Roestenburg Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

Redactieadres TU/e, Laplace 0.35 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl

Cursor online www.cursor.tue.nl

Druk Janssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745

Liftkind ‘Wie de massa volgt, komt niet verder dan de massa. Wie zijn eigen weg volgt, komt op plaatsen waar nog nooit iemand is geweest.’ Aldus sprak Einstein. In wat minder mooie woorden van dezelfde strekking had mijn moeder hetzelfde kunnen zeggen. Ooit trok ze in haar eentje al liftend de hele wereld over, met slechts een schone onderbroek en een tandenborstel op zak. Het leverde haar plakboeken vol herinneringen én uiteindelijk zelfs een man op. Die -zo mag ik nu als zoon zeggengodzijdank op dát moment voorbij kwam rijden. Want stel je voor: ze

Op onze oproep of het College van Bestuur geen betere besteding zou moeten bedenken voor de drie ton die men wil steken in een gratis parkeerterrein voor medewerkers, reageerden 211 mensen.

Een kwart (25,6 %) vindt eigenlijk dat die drie ton zo prima besteed gaat worden. Zo hebben ze keuzevrijheid. Een op de vijf respondenten (19,9 %) is van mening dat het geld gestoken moet worden in onderwijs en onderzoek. Degenen die het willen steken in beter wifi (16,6 %) en de groep die een supermarkt op de campus wil (16,1 %) houden elkaar in evenwicht. Een boekwinkel wil maar 4,7 %.

Nu vragen we op www.cursor.tue.nl San van

n Suchtele

was een autootje vroeger opgepikt… Hoe had ik dan ooit bij Cursor terecht kunnen komen? Lees de liftersverhalen van TU/e’ers vanaf pagina 20.

Masterstudenten aan de TU/e moeten in de toekomst wellicht verplicht ervaring opdoen in het buitenland. Moet dat nu echt zó dwingend worden opgelegd?


Nieuws | 3

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

College va eerste tien n Bestuur benoem t ‘Fellows’ Woensdag 2 april - Het C ollege med

van Bestuur ewerkers ben heeft tien oemd tot TU ship is een /e Fellow. H nieuwe funct et Fellowie, bedoeld een bijzond voor mense ere rol innem n die en in hun va Fellows moet kgebied. TU en een prom /e in ente rol gaan de strategisc he samenw spelen bij erking met h De titel zal al et bedrijfslev leen bij hoge en. uitzonderin worden. Kan g toegekend didaten mo et en topdesku hun vakgeb ndige zijn in ied en er wo rdt van ze ve een wezenlij rwacht dat ze ke bijdrage leveren aan van nieuwe de ontwikke onderwijs- o ling f onderzoek benoeming, sgebieden. die wordt ge D e to etst door het Promoties, is voor de p College voo eriode van vi r er jaar.

AMIGO wordt tweede in Duitsland en ontmoet Merkel Maandag 7 april - Zorgrobot AMIGO van de TU/e is verdienstelijk tweede geworden tijdens de German Open in Magdeburg. Dat is een stuk beter dan vorig jaar, toen AMIGO nog zevende werd. Na afloop moest de robot direct door naar de Hannover Messe waar hij verkleed als Frau Antje optrad als gastvrouwe van het Holland High-Tech House. Onder de bezoekers waren premier Mark Rutte en zijn Duitse ambtgenote Angela Merkel. Komend jaar probeert Tech United ook met AMIGO’s opvolger SERGIO aan een robotcompetitie mee te doen. Of dat opnieuw in Duitsland is of in Nederland -waar mogelijk een Dutch Open wordt georganiseerd-, is nog onbekend.

Millennium Technology Prize voor ‘distinguished professor’ Woensdag 9 april - De Britse natuurkundige Stuart Parkin, ‘distinguished professor’ aan de TU/e, heeft de prestigieuze Millennium Technology Prize 2014 gewonnen. Met een bedrag van één miljoen euro is het één van ‘s werelds grootste technologieprijzen. Dankzij het pionierswerk van Parkin zagen magnetische harde schijven eind jaren negentig een radicale toename in opslagcapaciteit. Parkin, werkzaam bij het IBM Almaden Research Center in Californië en directeur van het IBM-Stanford Spintronic Science and Application Center, kreeg in 2008 een eredoctoraat van de TU/e. In datzelfde jaar werd hij de eerste ‘distinguished professor’ van de universiteit, een aanstelling voor vier jaar die in 2012 werd verlengd.

Vooraanmeldingen TU/e blijven significant stijgen Donderdag 10 april - Gaande richting 1 mei, de datum dat studiekiezers zich ingeschreven moeten hebben voor een opleiding, laten de vooraanmeldingen voor een studie aan de TU/e nog altijd een aanzien­ lijke groei zien ten opzichte van een jaar eerder. Ook Bouwkunde lijkt zich te herstellen na de enorme teruggang van vorig jaar. De groei voor alle TU/eopleidingen bij elkaar opgeteld lag begin deze week op 44,1 procent. Koploper is de opleiding Technische Innovatie­ wetenschappen met een groei van 105 procent.

Meer nieuws vind je op www.cursor.tue.nl

Afstudeerproject Bouwkunde­student wordt werkelijkheid Vrijdag 4 april - Bouwbedrijf Heijmans gaat twee prototypes bouwen van een verplaatsbare woning voor eenpersoonshuishoudens, ontworpen door Bouwkundestudent Rudy van Beurden. Van Beurden ontwikkelde als afstudeerder bij Heijmans een totaalconcept waarbij tijdelijke, energieneutrale woonunits gebouwd worden op braakliggende terreinen. Hoewel Heijmans enthousiast was over het concept, dreigde het na het afstuderen van Van Beurden, in augustus vorig jaar, op de plank te belanden. Mede door de vasthoudendheid van Van Beurden gaf Heijmans onlangs groen licht voor de bouw van twee prototypes onder de naam ‘Heijmans ONE’.

Stevige impuls voor funderend energieonderzoek Maandag 7 april - De TU/e en Stichting FOM gaan nauw samenwerken op het gebied van energieonderzoek. Op technologiebeurs Hannover Messe tekenden zij hiervoor een samenwerkingscontract. Centraal in het contract staat een nieuwe onderzoeksgroep die de TU/e inbrengt in het Dutch Institute for Fundamental Energy Research (DIFFER) in Eindhoven. Ook hebben de TU/e en FOM afspraken gemaakt over het intellectueel eigendom en het gezamenlijk gebruik van grootschalige faciliteiten. De groep staat onder leiding van FOM-werkgroepleider en TU/e-hoogleraar prof.dr.ir. René Janssen. Daarnaast wordt nog een internationale topwetenschapper op het gebied van energieonderzoek geworven.

n, e m a r sche nders i r t k e l E a n a d r for­ er trans maa nkrabb t

olke moe - Een w centrale. Dat 7 april s g it unnen a e k d i it r n ic Maa osche elektr B n n e a e ti t to t Cris raan hij meren -studen nnecellen waa e / U aalde T s t zo ge zo n idee h gy volgen ij ti z h t ic e isten ne . z r M doo Ener erkt. rland w ld le w e e b d r n a e e e r met de in N w e d hele , een en uit t Susta n afstu eas360 ere inzending n uit de m de studen e r Id g voor zij te n in s a a d v e o d zen aan, m de rond twee an strijden et 94 in de Itali de twee Slechts petitie aan m Eco-marathon , . y ll g e lo h o S Techn de com ens de Shell tie van jd competi scheri gaat nu ideeën ic. 5 mei ti o B en op 1 nal Geograph men. g o o k m te n r a o v ve ti r a ie N h t vijf ie me De beste : een expedit s ij r p hoofd

Alumni komen af op slimme mobiliteit Maandag 14 april - Zo’n tweehonderdtwintig TU/e-alumni bezochten zaterdag de jaarlijkse Alumnidag. Dat was meer dan de voorgaande twee jaren. De oud-studenten kwamen dit jaar vooral voor het thema ‘Smart Mobility’. Het was de laatste Alumnidag in deze vorm; vanaf volgend jaar gaat de dag samen met de TU/e Publieksdag. Tijdens zijn welkomstspeech gaf ook bestuursvoorzitter Jan Mengelers aan de banden met de alumni te willen aanhalen. Dit onder meer door oprichting van een zogeheten Alumnisociëteit met daarin ‘VIP-alumni’ zoals Gerard Kleisterlee en John Körmeling.


4 | Gelinkt

17 april 2014

Osinski’s met De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds twee van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.

Het valt niet erg op en toch is het heel opmerkelijk. TU/e’ers die in Outlook in het adressenbestand kijken zien het: er zijn twee Osinski’s aan de TU/e. Een Poolse naam, maar er horen twee mannen bij die op en top Brabants zijn. Carnaval, harmonie, zachte g en joviale lach. Wat hen bindt, is dat hun vaders broers zijn; Poolse broers die hun kinderen grootbrachten in Budel-Dorplein. Stefan (56) en Leon (59) zien elkaar nu elke dag bij het Informatie Expertise Centrum. “De meeste mensen denken dat er maar één Osinski is”, zegt Stefan (afdelingshoofd Service Centrum Ondersteuning Administratieve Organisatie) lachend. Zelfs de receptioniste vergiste zich eens toen ze bezoek uit Maastricht, dat met Stefan had afgesproken, naar Leons kamer stuurde. In die kamer was niemand, want Stefan wachtte in zijn eigen kantoor. Hun jeugd brachten ze door in Budel-Dorplein, de plaats waar de zinkfabriek staat waar hun vaders na de oorlog werkten. Vrij snel na de inval van Duitsland in Polen, in september 1939, werden zij te werk gesteld als landarbeider in Duitsland. Na de oorlog dienden ze in het Poolse leger in Engeland. “De Polen die aan het eind van de Tweede Wereldoorlog in Engeland verbleven, konden kiezen tussen teruggaan naar Polen of werken in Nederland bij de Staatsmijnen Geleen. Van de groep die naar Nederland ging, kwamen er 21 terecht in BudelDorplein om te werken bij de Kempensche Zinkfabriek. Onder hen dus ook de broers Osinski”, legt Stefan uit. “Daar leerden ze de moeders kennen en de rest is geschiedenis”, vat Leon, data librarian, samen.

Vele vakanties werden in Polen doorgebracht. Leons vader heeft zijn leven lang heimwee gehad. De neven herinneren zich boerenland, water uit putten en soberheid, maar geen armoe. “Daar zorgden de broers wel voor. Ze brachten altijd kledingpakketten en geld mee.” Het IJzeren Gordijn hing nog tussen Duitsland en Polen en Stefan denkt grinnikend terug aan ome Joerek die bij de geheime dienst werkte. “Hij woonde in Warschau en bij hem mochten we niet overnachten in verband met het eventueel doorgeven van staatsgeheimen.” Leon weet nog dat hij zich als jongen verbaasde over ome Fellek die toch -in intieme kring- durfde te mopperen over de Russen. Na een maand zomervakantie sprak Stefan al goed Pools. “Ik heb iets met talen.”

“Oh, was jij hier eerder dan ik?” Behalve taalgevoel heeft Stefan naar eigen zeggen een ijzersterk geheugen. Leon weet niet meer precies hoe hij erachter kwam dat ze dezelfde werkgever hadden. Na de middelbare school hadden ze een periode weinig contact (Leon studeerde psychologie in Nijmegen en Stefan Engels in

Stefan Osinski


Gelinkt | 5

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

een zachte g Tilburg) en zagen ze elkaar slechts bij familiefeesten. Stefan: “Toen ik al een paar jaar aan de TU/e werkte (vanaf december 1985, red.), reeg ik op een gegeven moment een envelop met L. Osinski. Ik dacht eerst dat het een tikfoutje was, maar toen ik de week erop weer zo’n envelop kreeg en de week daarop twee of drie stuks, had ik het snel door. Ik keek in het TU/e-adressenbestand en zag dat mijn grote neef ook hier was komen werken.” Leon is verbaasd: “Oh, was jij hier eerder dan ik?” Ze zien elkaar iedere dag, want ze werken beiden in MetaForum achter dezelfde klapdeuren. Bij de trap of de koffieautomaat groeten ze elkaar en gaan ze weer door met eigen werk. Sporadisch hebben ze zakelijk overleg. Leon zou dat graag wat intensiever zien. “Het archief is bij de bibliotheek gekomen, omdat daar synergie uit zou moeten komen en ik zou willen dat er nog meer goeds uit voortkomt.” Stefan vindt dat dat al genoeg gebeurt. “Niet zeuren Leon, de integratie heeft al opgeleverd dat we TU/epublicaties en dergelijke maar op één plek opslaan en op meerdere plekken beschikbaar stellen. Ik moet wel toevoegen dat we in het digitale werken nu pas echt de eerste stappen zetten.” “Ja, ik ben een beetje ongeduldig.” “Leon is buiten het werk heel anders dan binnen het werk. Dat weet niemand.” Eerst bakke­ leien de neven even over wie het wel of niet weet en dan komen de carnavalsverhalen. Leon: “Ik heb tweeëntwintig maal in de Budelse optocht meegelopen met mijn tweelingbroer Edjoe, die overigens aan de TU/e gepromoveerd is. Dan buiten we uit dat we tweeling zijn. Eens hadden we een ‘hoofdgerecht’. Ik duwde een eetkarretje en Edjoe zat daaronder verstopt, maar zijn hoofd was

zichtbaar op een serveerplateau onder een stolp. En we gingen als Siamese tweeling met een bordje ‘gelukkig gescheiden’. Dit jaar hebben we een creatief sabbatical en de laatste keer zinspeelden we daar al op in houthakkerstenue: ’We kappen ermee’.” Steevast zagen de neven elkaar -en hun vrouwen- na de optocht in Het Wapen van Budel. Ze lachen nu nog als ze eraan terugdenken. Wat Leon met carnaval heeft, heeft Stefan met sport en vroeger met muziek. “Het gaat mij om de prestatie. Met voetbal heb ik jaren tweede klasse KNVB gespeeld. Bij tennis speel ik nog steeds op hoog niveau competitie in de regio Zuid.” Met het Tamboerkorps Les Echos de Dorplein werd hij tweemaal Nederlands kampioen en behaalde hij tweemaal goud op het Wereldmuziekconcours in Kerkrade.

“Zeven mannen kregen dankzij onze vaders uiteindelijk vrouwen” Al snel volgen de prestaties van hun vaders. Zo goed zingen dat in Londen een platencontract werd aangeboden, de derde grootste vis van Nederland vangen, een rondleiding geven door Dorplein voor Omroep Brabant. Maar de leukste prestatie vindt Stefan dat de mannen ook nog als huwelijksmakelaars fungeerden. “Ze zorgden ervoor dat de vrijgezelle Dorpleiners toch nog een vriendin uit Polen kregen. Wel zeven mannen kregen uiteindelijk vrouwen. Dat was zonder onze vaders niet gebeurd.” Interview | Norbine Schalij Foto | Bart van Overbeeke

Leon Osinski


6 | Onderzoek

17 april 2014

Ontwerpen voor een hoger doel Tekst | Jan Ligthart Hoe te ontwerpen voor een actievere maatschappij, die daardoor ook een gezondere maatschappij wordt? Daar komt het proefschrift van Carl Megens en Michel Peeters in een notendop op neer. Een dubbele promotie dus en dat is een primeur voor de faculteit Industrial Design. De twee onderzoekers pakken hiermee niet een specialistisch, afgebakend onderwerp aan, maar een groot maatschappelijk thema. “Ambitieus? Ja, maar waarom niet? Ook als ontwerper heb je een maatschappelijke verantwoordelijkheid.”

Tijdens hun studie hielden Carl Megens en Michel Peeters zich vooral bezig met ontwerpen die gericht waren op het verbeteren van sportprestaties. Maar gaandeweg verlegden ze hun focus en mikten ze op een hoger doel: het maatschappelijk belang. Ze bleken beiden meer geïnteresseerd te zijn in ontwerpen waarmee op brede schaal gedragsveranderingen te realiseren zijn, zodat bijvoorbeeld voor iedereen een actievere levensstijl in beeld komt. Peeters: “Wij zitten met zijn allen heel veel. Achter de computer, op de bank, in de auto of trein, aan tafel. Dat heeft grote gevolgen voor de volksgezondheid. Alleen weten we nu nog niet welke gevolgen precies en hoe verstrekkend die over een paar decennia zullen zijn. Tot nu toe houden designers daar weinig rekening mee. Neem bijvoorbeeld de lift hier in het Hoofdgebouw: die staat nog voor de trap.”

“Als ontwerper heb je een maatschappe­ lijke verantwoordelijkheid” Volgens zijn promotiegenoot Megens wordt fysieke activiteit tegenwoordig ‘wegontworpen’ uit de maatschappij. “Dat is trouwens niet het juiste woord”, haast hij zich te zeggen. “Op die manier klinkt het alsof het een bewuste keuze is. Terwijl het erom gaat dat men bij het ontwerpen gewoon geen rekening houdt met wat de gevolgen ervan zijn voor ons gedrag. Het is een gevolg van hoe de maatschappij zich heeft ontwikkeld. Ons huidige beeld van comfort is rustig aan doen, zitten of liggen. Van oudsher zien we fysieke activiteit als iets wat afneemt als je het beter hebt. Het gaat echt om een groot maat­ schappelijk probleem. Ook als ontwerper mag je je bewust

zijn van je verantwoordelijkheid en die ook nemen.” Peeters: “Aan de TU/e zijn we daar trouwens ook vanaf het begin in opgevoed: dat je een maatschappe­ lijke verantwoordelijkheid hebt.”

“Het knetterde af en toe wel” Hoewel het een dubbele promotie betreft, hebben de twee onder­ zoekers wel elk hun eigen insteek gekozen. Megens werkte in zijn afstudeerperiode bij de Franse sportwinkelketen Decathlon en ontdekte daar hoe interessant breedtesport is als het gaat om ontwerpen die mensen in beweging krijgen. “Daar hebben we al heel veel ideeën over. Maar we weten volstrekt niet of en hoe die in de maatschappij werken. Of wat de rol van design daarbij is.” Ook Peeters had baat bij het werk dat hij tijdens zijn afstuderen deed, in zijn geval voor Adidas. Daar verbaasde hij zich over de manier waarop dit soort grote bedrijven informatie verzamelt. “Ze krijgen pas feedback op een ontwerp als het al op de mark is gebracht. Dat duurt te lang, dat zou al veel eerder moeten gebeuren. Daar zit vooral mijn insteek: hoe krijg je stake­ holders zover dat zij in en met de maatschappij gaan ontwerpen?” Megens: “Daarover hebben we veel en vaak gesproken. Op den duur was duidelijk dat we dit promotie­ onderzoek samen moesten doen. Daarnaast kenden we elkaar al lang en hadden we al een aantal projecten samen gedaan. We wisten vooraf dat we goed met elkaar konden samenwerken.” Peeters: “Al knetterde het af en toe wel.” Megens: “Ja, het is wel een behoorlijk heftig en stressvol proces.” Peeters: “Maar van knetteren is het wel sprankelen geworden.” Aanvankelijk richtten de promo­ vendi zich vooral op het uitvoeren van experimenten. Voor wie het

Carl Megens (links) en Michel Peeters. Foto | Bart van Overbeeke

gemist heeft: het duo bouwde daar al enige naam en faam mee op. Met het project ‘Social Stairs’ werd het duffe trappenhuis van het Hoofd­ gebouw omgetoverd tot een interactieve ‘muziektrap’. Degene die de trap oploopt, gebruikt daarbij de treden als toetsen of trommels en hoort het geluid dat hij daarmee maakt ook terug. Een ander project is Bouncers. Deze app maakt op een smartphone via ringen die sneller of langzamer stuiteren, de lichamelijke activiteit van de gebruiker, maar ook van zijn of haar vrienden zichtbaar.

Beide experimenten werden door het duo gebruikt als gereedschap om een methode te kunnen definiëren waaruit uiteindelijk driekwart jaar geleden Experiential Design Landscapes (EDL) is ontstaan. “Let vooral ook op de ondertitel van ons proefschrift: ‘How to design for behaviour change’”, zegt Megens. “Dat ‘how’, daar gaat het vooral om. Neem Social Stairs: wij gebruikten muziek, maar het kunnen net zo goed lichtsignalen zijn. Bij Bouncers hebben we na het ontwerpen veel tijd en energie gestoken in de

promotie en distributie. Maar bij Social Stairs konden we vooral dieper in de analyse duiken.” Peeters: “En dat heeft aangetoond hoe je invloed kunt uitoefenen op gedrag. We weten alleen niet of dat ook langdurig beklijft. Al gaan we daar misschien wel achter komen nu KPN onlangs in het hoofdkantoor in Den Haag een variant op die trap in gebruik heeft genomen.” Toch benadrukken de onderzoekers dat de twee experimenten slechts een eerste aanzet zijn voor datgene waartoe EDL uiteindelijk moet


Onderzoek | 7

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

leiden. Peeters: “Het gaat om een veel complexer en groter geheel. We willen het lab niet in de maatschappij plaatsen, maar in de maatschappij exploratief onderzoek gaan doen. Bij EDL weet je niet eens wát de gedragsverandering is waarmee je aan de slag gaat. De oude metafoor is zoeken naar een speld in een hooiberg. Wij gebruiken hierbij liever het beeld van zeven naar goud. Je weet niet wat je gaat vinden of hoeveel, maar je hebt wel een sterk vermoeden dat er iets is.”

“Maat­schappij bepaalt mede wat jij ontwerpt en hoe” Megens: “Tot nu toe is het zo dat de ontwerper bepaalt wat er ontworpen wordt. Maar als je intelligente producten wilt ontwerpen waarmee je gedragsverandering en daarmee maatschappelijke problemen wilt aanpakken, dan doe jij dat niet als ontwerper alleen. Nee, de maatschappij bepaalt dan mede wat jij ontwerpt en hoe.” Daarmee klinkt hun werk bijna

filosofisch van aard. Iets wat ook in de algemene contouren van hun proefschrift is terug te vinden. Megens: “Nee, ons werk is niet filosofisch. Maar de opleiding Industrial Design bevat natuurlijk wel filosofische, psychologische en sociale elementen. Dat is ook onze rol als ontwerpers: dat we al die kennis integreren.” Peeters: “Onze focus ligt ook niet op de vereisten. Want de meeste mensen weten helemaal niet wat ze precies willen. Dat blijkt in de praktijk pas. Dat maakt ons werk inderdaad weer wel deels filosofisch: het gaat om de theorie, het denken, de visie. Alleen wel continu vanuit het doel om te ontwerpen. We gaan hier komend jaar verder met onderzoek en daarnaast ook lesgeven. We gaan nieuwe manieren bedenken en betekenis vinden voor een gezondere levensstijl. Waarbij ik het vooral interessant vind om te zien of die actievere levensstijl ook overdraagbaar is.” Megens: “De vraag is: ben je in staat om kort-cyclisch in en met de maatschappij te exploreren en ook nog in een richting die het collectief wenst? Wij hebben nu in ieder geval aanknopingspunten gevonden om daarmee aan de slag te kunnen.”

In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders over hun afstudeeronderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.

Sluitstuk

Curves en rondingen dankzij unieke glasverbinding Een gebouw zoals de Eindhovense ‘Blob’, maar dan zonder de zichtbare verbindingen en met gekromd glas. Dat is de ultieme toepassing van het werk van Bouwkundestudent Teun van Dooren. Tijdens zijn afstudeerproject ontwierp hij in samenwerking met glasspecialist Brakel Atmos een transparante, frameloze glasverbinding. Onder architecten is het gebruik van glas voor moderne gevelbouw een hot topic. En daarbij proberen ze de grenzen op te zoeken: steeds groter, transparanter en organischer. Maar om een stevig gebogen glazen vlak te construeren, is een frameloze glasverbinding onontbeerlijk. Iets wat tot op heden nog niet mogelijk was. Teun van Dooren, recent afgestudeerd aan de faculteit Bouwkunde, dook na een grondige literatuurstudie het lab in om te experimenteren met een dergelijke verbinding. “Ik was al snel gebiologeerd door de mogelijkheden die glasbouw biedt -mede door het enthousiasme van mijn begeleider Arno Pronk- en zag een enorme uitdaging in de transparante glas-glasverbinding. Maar voordat ik echt aan de slag kon, moest een heel lijstje afgewerkt worden. We hadden een investeerder nodig, informatie

over polymeren, speciale UVlampen om de acrylaat te laten uitharden en ruimte om de verbindingen te testen. Je kunt wel zeggen dat ik goed gebruik heb gemaakt van de TU/e-campus.” De eerste resultaten waren veelbelovend. Vervolgens werd de stap van gecontroleerde lab-omgeving naar de werkplaats gezet met de bouw van een glazen piramide. “Je loopt tegen heel andere problemen aan, vaak gaat het om kleine slimmigheidjes die je even moet doorhebben. En een kwestie van duidelijk communiceren, zo bleek ook bij het leveren van het glas. De speciale wensen die wij hadden, kwamen in eerste instantie bij de glasleverancier niet goed door. Na een presentatie en een rondleiding door de glasfabriek wisten we meer van elkaars bedoelingen. Het uiteindelijke resultaat is, na verdere uitwerking, hopelijk het begin van de opmars van de frameloze glasverbinding. Ik bedacht me net op tijd dat ik gek was als ik niet, naast de naam van de samenwerkingspartners, ook mijn eigen naam op de piramide zou laten zandstralen. In een half uurtje heb ik nog snel een logo in elkaar geknutseld - en nu sta ik tussen de TU/e en Brakel

Teun van Dooren. Foto | Rien Meulman

Atmos ‘vereeuwigd’, als tastbare herinnering aan mijn afstudeer­ project.” De bijzondere piramide dient nu als visitekaartje en moet architecten warm maken voor toekomstig

gebruik van de transparante glasverbinding. Teun wil daar graag aan verder werken; hoewel er nog niets concreet is, zijn de gesprekken met Brakel Atmos positief verlopen. Maar eerst wacht een wereldreis van vijf maanden,

die over enkele weken van start gaat. Tot die tijd prijkt het glazen huis, met elke avond een kleurige lichtshow, naast de afstudeervlag tegen de ouderlijke gevel in Uden. Tekst | Nicole Testerink


8 | Onderzoek

17 april 2014

4 brandende vragen

Remco Magielse | Industrial Design

Intelligente verlichting

1 we op n e i z Wat er van v o c de hrift? c s f e je pro

2 Ho op f e leg j waa eestj e e r je ond s uit e ove r ga rzoek at? 1 | cover

3 Welke persoon, techniek of apparaat is onmisbaar geweest voor je onderzoek?

2 | feestjes Vaak vertel ik dat ik me bezighoud met het ontwerpen van intelligente verlichting, die zich -door middel van intelligente algoritmes- kan aanpassen aan de omgeving. Het ontwerpen van zulke systemen is een complexe opgave, omdat je met veel verschillende factoren te maken hebt. Zo heb je natuurlijk de technologische complexiteit: hoe maak je dit soort systemen, hoe maak je ze intelligent? Daarnaast heb je ook sociale complexiteit: dit soort lichtsystemen wordt gebruikt door mensen, wat betekent dat ze invloed hebben op het gedrag van mensen.

3 | onmisbaar

4 eft

Op de voorkant zie je een van de ontwerpen die ik heb gemaakt: een plafondtegel met geïntegreerde LED-verlichting die draadloos aangestuurd kan worden. Maar veel mensen zien er ook een UFO in.

e Wat h

ing

lev men

de sa uw werk? aan jo

(Onder redactie van Tom Jeltes) Foto’s | Bart van Overbeeke

Behalve een heel scala aan collega’s en begeleiders die onmisbaar waren, had ik dit alles niet kunnen doen zonder de prototyping tools (lasercutter/3dprinter) van de faculteit Industrial Design. Uiteinde­ lijk heb ik ongeveer zestig tot zeventig lichttegels gemaakt en gebruikt in diverse installaties.

4 | samenleving Hoewel mijn werk zich heeft toegepast op lichttoepassingen, is de ontwerpkennis breder toepasbaar dan alleen het lichtdomein. In mijn project heb ik op een holistische manier ontworpen, waarbij ik heb geprobeerd diverse aspecten van het systeem (technologische-, sociale-, en interactiefactoren) te integreren.


Onderzoek | 9

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Laurens Lindenburg | Biomedische Technologie

Bacteriën die sensoren maken 1 | cover In elk van de 96 vaatjes van 2 milliliter op deze plaat produceren bacteriën een aparte variant op een fluorescent sensoreiwit. Dit eiwit verandert van fluorescente kleur als het bindt aan een antilichaam tegen het HIV-virus. Het eiwit bestaat uit twee varianten op de Green Fluorescent Protein (GFP) en daarom lichten de bacteriën groen op als we ze aanstralen met blauw licht. Ik zocht naar een efficiënte manier om nieuwe sensoren te ontwikkelen die andere antilichamen herkennen. De rode bacteriën poseren hier voor een mooi contrast.

2 | feestjes Ik ontwikkel fluorescente eiwitsensoren die binnen de cel verschillende kleine moleculen -zoals magnesium, zink of galzuren- kunnen detecteren en ook eiwitsensoren die antilichamen kunnen opsporen. Met onze nieuwste rood-fluorescente sensoren kunnen we in één cel tegelijk meerdere stoffen meten, doordat we de rode en groene fluorescentie van elkaar kunnen onderscheiden.

3 | onmisbaar Met de nieuwste confocale fluorescentiemicroscoop van het Cell and Tissue Engineering-lab konden we onze cellen met hoge resolutie meten, en met bijna elke gewenste golflengte voor het aanstralen en aflezen van de fluorescentie.

4 | samenleving De sensoren helpen om de werking van de cel te doorgronden. Bovendien kunnen we ze gemakkelijk delen door simpelweg het DNA van de bacteriën per post te versturen. Met onze sensoren kan snel worden getest of een beoogd medicijn een probleem met bijvoorbeeld de zinkhuishouding van de cel kan verhelpen.

Efe Kemaneci | Technische Natuurkunde

Plasma’s optimaliseren voor optische vezels 1 | cover Elke gekleurde lijn vormt een abstracte representatie van een belangrijk onderwerp of begrip in mijn proefschrift: optische vezels (wit) - de ruggengraat van de moderne communicatie; controlevolumes (licht turquoise) - een van de meest gebruikte concepten in computationele plasmafysica en vloeistofdynamica; microgolfvelden (donker turquoise) - een manier om energie over te dragen met plasma’s; en laagdimensionele ‘manifolds’ in de dichtheidsruimte (blauw) - wiskundige structuren die nodig zijn om de chemische complexiteit te hanteren.

2 | feestjes Ik heb gewerkt met een variëteit aan wiskundige technieken waarmee je het aantal elektronen, atomen en moleculen in een plasma en hun temperatuur, kunt berekenen. Deze technieken heb ik voornamelijk gebruikt om meer inzicht te krijgen in de plasma’s, om de plasmaprocessen te verbeteren waarmee je optische vezels kunt maken.

3 | onmisbaar Ik zie mijn proefschrift als een ondeelbaar geheel, waarvan iedere bijdrage van personen en technieken een essentieel onderdeel vormt. Als ik één ding moet kiezen, zou ik Plasimo noemen, de code die ik voor de computersimulaties heb gebruikt.

4 | samenleving Dit proefschrift draagt bij aan het begrijpen en verbeteren van een van de belangrijkste processen bij de productie van optische vezels; in die zin vormt het een stap in de richting van snellere communicatie. Tegelijkertijd zijn de technieken uit mijn proefschrift ook van toepassing op het maken van micro-elektronica of voor de studie van kernfusie.


10 | Universiteitsberichten

Algemeen Peace Centre Foundation | Elective Course Technology, Peace and Security Elective Course Technology, Peace and Security at Eindhoven University of Technology will start again this quarter on Thursday April 24. The course consist of 8 guest lectures by experts who each focus on a particular aspect of warfare and technology like cyberwar and security, nuclear weaponization and chemical and biological warfare. For a complete schedule, see OW Info/Oase or http://www. stichtingvredescentrumeindhoven. nl/page11/page9/index.html. The meetings are held in Auditorium Room 1, Thursdays 13.45-15.30. On April 24 Dutch former Minister of Defense Eimert van Middelkoop will give the opening lecture, entitled: ‘From the Fall of the Wall to Afghanistan and Beyond. The Dutch Military in a Changing World, 1989-2014’. Stan Ackermans Institute | Invitation diploma award ceremony 3TU.School for Technological Design, Stan Ackermans Institute (SAI) invites you to the diploma award ceremony on Thursday 22 April 2014. During this ceremony the SAI design engineers from the Process and Product Design programme will receive their diploma, a Professional Doctorate in Engineering (PDEng) degree. The festive presentation of diplomas will take place in the Blauwe Zaal in the Auditorium at Eindhoven University of Technology at 15:00 hrs. The presentation will conclude with a reception. Dienst ICT | Gartner-research beschikbaar voor hele TU/e Sinds 1 maart zijn de onderzoeksgegevens van Gartner voor de hele TU/e, medewerkers en studenten, beschikbaar. Gartner is het toonaangevende ict-research- en advieskantoor dat adviezen en trendanalyses levert binnen een ict-context. Het onderzoek dat door hen gedaan wordt, gaat van rapporten op directieniveau tot aan gedetailleerde toolkits en templates. De onderzoeken kunnen een bron van informatie zijn voor docenten en studenten in onderwijs en onderzoek. Ook kunnen (beleids)medewerkers baat hebben bij de publicaties van Gartner vanwege de mix van strategisch onderzoek met specialistische onderwerpen. Voor toegang tot dit onderzoek: http://www.tue.nl/ gartner - u kunt inloggen met uw TU/e-account en wachtwoord. Gartner research available for TU/e community Since the first of March research by Gartner has been made available for the TU/e community, meaning students as well as employees. Gartner is a widely respected and often cited research and consulting firm that delivers advisories and trend analyses within an ICT context. Their research spans a wide range from C-level reports to detailed toolkits and templates. The research can be a source of information for professors and

students in education and their research. Also employees can benefit from Gartner’s publications due to the mix of strategic research and specialist topics. Gartner is accessible through the following URL, using your TU/e username and password: http://www.tue.nl/ gartner. Eindhovens Studenten Symposium | Always connected: zegen of zonde? Het Eindhovens Studenten Symposium vindt dit jaar plaats in de Lichttoren op 21 mei, middenin de Dutch Technology Week. Het symposium begint met drie sprekers over het thema ‘Always connected: zegen of zonde?’. Jort Kelder zal onder andere komen spreken over de invloed van sociale media. Vervolgens is het de tijd om twee bedrijven beter te leren kennen door middel van het volgen van twee workshops. We sluiten af met een exclusief recruitmentdiner waar je bij twee bedrijven aanschuift. Selectie van het diner gaat op basis van je cv. Mis het niet en schrijf je in via www.ess2014.nl. AEGEE | Summer Universities Ieder jaar organiseert AEGEE in de zomer zogenoemde Summer Universities. Dit zijn meestal tweewekelijkse reizen georganiseerd door één van de ruim 180 AEGEE-locals. Of je nu wilt leren duiken in Turkije, wodka drinken in Polen, je fotografiekunsten verbeteren in Hongarije, het cyrillisch alfabet leren in Rusland of rondreizen langs de westkust van Portugal en Spanje - er is altijd een Summer University die bij jou past. Tijdens een Summer University (SU) word je rondgeleid door de lokale AEGEE-leden die je altijd naar de leukste plekjes van de stad brengen en je meenemen naar de leukste discotheken en mooiste strandjes. Bij de meeste SU’s reis je in 2 weken met 20 tot 25 studenten uit alle hoeken van Europa door een gebied. Je leert nieuwe mensen kennen uit de vreemdste gebieden en je houdt er een onvergetelijke ervaring aan over. Voor meer informatie zie www. projects.aegee.org/suct/su2014/ of stuur een mailtje naar board@aegee-eindhoven.nl.

MENS Promoties Donderdag 17 april, 14:00 uur, CZ4: promotie I. Dencic MSc PDEng (ST) Promotor(en): prof.dr. V. Hessel en prof.dr. J. Meuldijk Voorzitter: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: “Ex-ante process design intensification and cost benefits enabled by smart supported chemical and enzymatic catalysis” Donderdag 17 april, 16:00 uur, CZ4: promotie W. Weymiens MSc (TN) Promotor(en): prof.dr. A.J.H. Donné Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: “Bifurcation theory of the L-H transition in fusion plasmas” Dinsdag 22 april, 16:00 uur, CZ4: promotie S.M. Gómez Puente MSc (ESoE)

17 april 2014

afgestudeerde of promovendus? Ben jij in staat om te werken in een multidisciplinair team en wil je graag bijdragen aan de maatschappij? Kun jij de vertaalslag maken van abstracte theorie naar concrete oplossingen? Ben jij van 18 augustus tot 8 december fulltime beschikbaar? Meld je dan voor 27 april aan voor de Nationale DenkTank 2014 via www.nationale-denktank.nl.

UNIVERSITEITSBERICHTEN

Promotor(en): prof.dr. W.M.G. Jochems Voorzitter: prof.dr. D. Beijaard Titel proefschrift: “Design-based learning: exploring an educational approach for engineering education” Dinsdag 22 april, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. I. Lampropoulos (EE) Promotor(en): prof.ir. W.L. Kling en prof.dr.ir. P.P.J. van den Bosch Voorzitter: prof.dr.ir. A.C. Brombacher Titel proefschrift: “Energy Management of Distributed Resources in Power Systems Operations” Woensdag 23 april, 16:00 uur, CZ4: promotie G.A. van Swaaij MSc (TN) Promotor(en): prof.dr.ir. M.C.M. van de Sanden en prof.dr. W.J. Goedheer Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: “Studies of impurity transport in high-density, low-temperature plasma with the ERO code” Woensdag 23 april, 16:00 uur, CZ5: promotie L.H. Lindenburg MSc (BMT) Promotor(en): prof.dr.ir. L. Brunsveld Voorzitter: prof.dr. P.A.J. Hilbers Titel proefschrift: “Engineering genetically encoded FRET sensors” Maandag 28 april, 16:00 uur, CZ4: promotie H.L. Romero MSc (IE & IS) Promotor(en): prof.dr.ir. P.W.P.J. Grefen en prof.dr. A.J. van Weele Voorzitter: prof.dr. A.G.L. Romme Titel proefschrift: “The Role of Contextual Factors in Process Harmonization” Maandag 28 april, 16:00 uur, CZ5: promotie Dipl.-Ing. W. Schmidt (B) Promotor(en): prof.dr.ir. H.J.H. Brouwers Voorzitter: prof.dr.ir. B. de Vries Titel proefschrift: “Design Concepts for the Robustness Improvement of Self-Compacting Concrete - Effects of admixtures and mixture components on the rheology and early hydration at varying temperatures” Dinsdag 29 april, 14:00 uur, CZ5: promotie V.F.C. Ramos MSc (W&I) Promotor(en): prof.dr. P.M.E. De Bra en prof.dr. G.B. XeXeo Voorzitter: prof.dr. E.H.L. Aarts Titel proefschrift: “Adaptive Hypermedia Courses: Qualitative and Quantitative Evaluation and Tool Support” Dinsdag 29 april, 16:00 uur, CZ4: promotie D. Dzibrou MSc (EE) Promotor(en): prof.dr.ir. M.K. Smit Voorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Titel proefschrift: “Building blocks for control of polarization in photonic integrated circuits” Dinsdag 29 april, 16:00 uur, CZ5: promotie Dipl.Eng. M.V.A. Florea (B)

DIVERSEN

James Dyson Award 2014 | Inschrijving geopend Met een prijzenpot van meer dan £100,000 worden ’s werelds slimste jonge ingenieurs uitgedaagd om iets te ontwerpen dat een probleem oplost. Studenten en net-afgestudeerden kunnen tot 7 augustus meedoen. “Een slim idee is het begin. Het ontwikkelen en vercommercialiseren van nieuwe technologie is het lastige gedeelte. We moeten jonge ingenieurs aanmoedigen en financieel steunen die de problemen van vandaag en morgen willen oplossen. Ik ben op zoek naar mensen die niet alleen een briljant idee hebben, maar die ook echt de wens hebben om het te realiseren”, aldus James Dyson. www.jamesdysonaward.org/nl

Nationale Denktank | Meld je aan voor de Nationale DenkTank De inschrijvingen voor de Nationale DenkTank 2014 met als thema ‘Big Data’ zijn geopend! Ben jij een creatieve, onafhankelijke en ondernemende WO-student,

Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar universiteitsberichten@tue.nl.

Promotor(en): prof.dr.ir. H.J.H. Brouwers Voorzitter: prof.dr.ir. B. de Vries Titel proefschrift: “Secondary materials applied in cement-based products - Treatment, modelling and environmental interaction” Woensdag 30 april, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. C. Nugteren (EE) Promotor(en): prof.dr. H. Corporaal en prof.dr. H.E. Bal Voorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Titel proefschrift: “Improving the Programmability of GPU Architectures”

In memoriam Juan Enrique López Carcelén On Thursday 3 April we were confronted with a terrible event when it emerged that our colleague Juan Enrique López Carcelén had passed away at just 24 years of age. Since September 2013 Juan had been working as a trainee in the post-Master design program ICT within the department of Electrical Engineering of Eindhoven University of Technology. He was no stranger to the department, having previously been part of the Erasmus MSc exchange project in 2011-2012. Juan was born in Madrid and studied Industrial Engineering at the University Carlos III in Madrid. In his non-academic pursuits, Juan was a talented skater; he was a trainer for a number of years and an active player in the student ice-hockey team E.S.IJ.V. Icehawks. His passing came as an enormous shock to everyone within the department of Electrical Engineering. At the reception area of the Potentiaal building on Floor 1, there is a condolence register for everyone who wishes to leave a personal message. There is also a condolence register online (www.condoleanceregister.nl/ Condoleance-juan-enrique-lopez-carcelen.html). We remember Juan as a warm personality, friendly and sociable. We are grateful for all his cooperation and creative contributions. We will miss him dearly. On behalf of the Board of the Department of Electrical Engineering, Eindhoven University of Technology Alfons Bruekers, Managing Director


Mens & Mening | 11

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TUssen de oren

In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het weten­schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van de TU/e-opleiding Psychology & Technology.

Sociale Acceptatie van de Star Trek Transporter Illustratie | Sandor Paulus

Na tablets, virtual reality en stembesturing voor computers is het waarschijnlijk slechts een kwestie van tijd voordat ook de Transporter uit Star Trek werkelijkheid wordt. Maar willen we dat wel? Toegegeven, het is nog een beetje toekomstmuziek om na te denken over de sociale acceptatie van de Transporter-techniek uit Star Trek, zolang collega’s op de afdeling Human Technology Interaction nog onderzoeken of mensen een zelfrijdende auto wel zouden vertrouwen. Aan de andere kant denken sommige experts dat we misschien al binnen honderd jaar een Transporter kunnen bouwen. Maar willen we dat wel? Overschrijdt zulke techniek niet wat ons ‘ons’ maakt? In Star Trek werkt een Transporter als volgt: de Transporter vernietigt je lichaam, zet het om in data en bouwt je ergens anders weer exact hetzelfde op. Je bent dus feitelijk dood, ware het niet dat een identieke kopie van jezelf op hetzelfde moment tot leven komt op een andere plek. Dit gaat natuurlijk wel eens fout. Soms wordt iemand niet meer opgebouwd (een soort Transporter auto-ongeluk) en heel soms (TNG: Second Chances) worden twee versies van dezelfde Luitenant Riker gemaakt. Los van de vraag of het ooit technisch mogelijk is, kunnen we ons afvragen of mensen zo’n techniek wel zouden gebruiken.

UR-podium Onlangs kwam het Jaarverslag Bestuurscommissie Voorzieningen Gehandicapten 2013 beschikbaar. Een kort, maar duidelijk jaarverslag waarin de commissie verslag doet van de (on)toegankelijkheid en de (on)veiligheid van de campus. Veiligheid en toegankelijkheid zijn echter niet alleen van belang voor studenten en medewerkers die een beperking van welke aard dan ook hebben. Een opvallend punt in dit jaar­ verslag gaat over de belijning van de traptreden van MetaForum. Simpel gezegd: die trappen zijn

Vraag het eens aan je vrienden. Je zult zien dat sommigen vinden dat hun essentie (wat dat ook is) verdwenen is als hun lichaam afgebroken is en dat ze nooit in een Transporter zouden stappen. Je kunt zeggen: wat maakt het uit, je leeft toch voort? Maar dat is net zoiets als zeggen dat wanneer er toevallig twee Rikers tot stand zijn gekomen, eentje maar vrijwillig moet ophouden te bestaan. Ik denk niet dat één van de twee zich opwerpt als vrijwilliger. Andere vrienden zullen er geen probleem mee hebben: ze stappen vrolijk in een Transporter en zien hun ‘zelf’ niet als een materieel iets.

“Overschrijdt zulke techniek niet wat ons ‘ons’ maakt?”

Wat maakt het dat mensen zo verschillend reageren? Ik weet het niet, maar gelukkig hebben we nog wel even voordat het uitgezocht moet zijn. Daniël Lakens | Universitair docent Toegepaste Cognitieve Psychologie bij de afdeling Human Technology Interaction De columnist is geïnspireerd door aflevering 42 van de podcast Very Bad Wizards: http://verybadwizards.com/.

Architectuur belangrijker dan veiligheid?

niet veilig. ‘Kunnen nooit optimaal veilig betreden worden.’ Iedereen die -zeker vanaf de loopbruggennaar die trappen kijkt, zal dit kunnen beamen. Vooral het gekozen materiaal is opvallend onopvallend. Geen enkel streepje laat zien waar de ene tree eindigt en de andere begint. Met droog weer al een probleem, als het regent nog meer. Iemand in een rolstoel mag ‘raden’ waar het opritje zit en mensen die minder goed zien -óók zij die niet officieel slechtziend zijn- moeten hun weg zoeken met de blik naar beneden gericht om niet te vallen.

Er zijn al een paar mensen slachtoffer geworden van dit ontwerp, waarbij de Bestuurs­ commissie terecht concludeert dat de architect te weinig naar de functionaliteit heeft gekeken en teveel naar de esthetische aspecten. Nu kun je over die esthetische aspecten ook discussiëren, want zo mooi zijn al die grauwe stenen niet. Dienst Huisvesting heeft na veel klachten wat gele plakstrepen aangebracht, die echter al weer aan het verslijten zijn. Bovendien is slechts de helft van de opritten en treden van die strepen voorzien. Het gebruikte

goedkope knalgele materiaal doet daarbij afbreuk aan de oorspronke­ lijk bedoelde uitstraling. Is het niet droevig dat de TU/e architecten opleidt, maar dat die architecten blijkbaar niet geleerd wordt dat ‘mooi’ ook ‘veilig’ moet zijn? MetaForum wint architectuurprijs na architectuurprijs. Wellicht moet dat dienen als pleister op de wonde voor degenen die al blauwe plekken en gekneusde ledematen hebben opgelopen op die trappen. Echt helpen zal het niet. Jannelies Sm it, lid Person eelsfractie

UR


12 | Focus

17 april 2014

Tekst | San van Suchtelen Foto’s | Bart van Overbeeke Als ze niet opvallen, doen ze hun werk goed, vinden ze bij de dienst Onderhoud en Beheer van de TU/e. Al om zeven uur ‘s ochtends staan ze met schoffel en schroevendraaier klaar om de campus te verlossen van vuil, onkruid, stroomuitval of ander ongemak.

Onderhoud op afstand | De afdeling Beheer en Onderhoud valt onder

Dienst Huisvesting, dat kantoor houdt op de zevende verdieping van Potentiaal. Een werkplaats of opslag van gereedschap kom je daar niet tegen, evenmin ruikt het er naar gras, olie of cement. Deze ploeg pleegt met eeltvrije handen ‘onderhoud op afstand’ via een paar telefoons, computers en een whiteboard. Het heeft alles te maken met de goedkopere en vooral efficiëntere manier van werken die zes jaar terug is ingevoerd en het feitelijke onderhoud bij aannemers heeft ondergebracht. Rechtstreeks onder de TU/e vallen nog slechts tien accountmanagers, die ieder een groepje gebouwen onder hun hoede hebben. Afhankelijk van het werk sturen ze vijf aannemers aan, met elk een eigen specialisme. Wie erop let, ziet de uitvoerende diensten overal rondrijden op de campus met hun eigen wagentjes: Honeywell (automatisering), Imtech (comfort, warmtekoudeinstallaties), Strukton (elektrotechniek en energie), Heijmans (openbare ruimte en terreintechniek) en Complan (bouwkundig onderhoud; schilder-, hang- en sluitwerk, enzovoorts). Buiten al het werk dat deze aannemers verrichten, rukken de tien medewerkers van Onderhoud en Beheer uit als conciërge, bijvoorbeeld als er voor een college een beamer of whiteboard nodig is.

Schoon en veilig met

gestuurde handjes

Van defect tot reparatie | Het begint altijd met een melding van een

gebrek of defect dat al dan niet via een oplettende student of medewerker bij de beheerder van een gebouw terechtkomt. Die draait 2650, het interne nummer van de receptie van Onderhoud en Beheer. De receptionist van dienst beoordeelt de klacht op urgentie en duidelijkheid. Bij twijfel wordt storingsmanager Cor Smits nog even naar de plek des onheils gestuurd. Hoofd Onderhoud en Beheer Ronald van Nattem: “Soms hoeven we alleen maar een nuttig advies te geven om de klacht te verhelpen. Als bijvoorbeeld blijkt dat de airco niet kapot is, maar gewoon niet werkt omdat men even vergeten is het raam dicht te doen”. Ook de noodzaak tot repareren speelt een rol. Van Nattem: “Een lekkage of kapot lampje op het damestoilet heeft hoge prioriteit. Maar voor een gescheurd leertje in een kraan of een defecte tl-buis in een verder goedverlichte ruimte maken we natuurlijk minder haast.” Échte klachten leiden tot een opdracht aan één van de aannemers. Als die het probleem hebben opgelost, wordt dit opnieuw geregistreerd. “We bewaren de storingshistorie”, legt Van Nattem uit. “Die leert ons waar de zwakke plekken zitten en hoe we die kunnen verbeteren.”

De afdeling Beheer en Onderhoud.


Focus | 13

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Onderhoud groen: alleen hoogste norm | Bij Heijmans, dat het

snoei-, schoffel- en vuilniswerk verricht, ligt een dik boek in de la: ‘Onderhoudsbestek Buitenruimte TU/e’ staat erop. Het legt per taak uit aan welke eisen het werk moet voldoen. De TU/e heeft met Heijmans afgesproken dat er alleen topkwaliteit wordt geleverd. Deze spreekwoordelijke deur is minder open dan hij lijkt. Want voor wat minder geld had in plaats van een hoog, ook voor een basis- of laag onderhouds­niveau gekozen kunnen worden. Dat wilde de TU/e niet. En dus schrijft de norm voor dat per honderd vierkante meter slechts ‘één stuks hondenpoep’ mag voorkomen en één tot drie stuks zwerfafval. Heijmans-voorman Bart van Houtum: “Die norm controleren we zelf. We lopen iedere week met een apparaat over het terrein om steekproefsgewijs wat gerepareerde spots na te gaan. Vijfennegentig procent moet in orde zijn. Zitten we daaronder, dan volgt een boete. Hoe hoog die is, weet ik niet. Het is nog nooit voorgekomen.” De zwerver die vorige week door een medewerker van Heijmans slapend onder een zeil op de campus werd aangetroffen, is niet genormeerd in het onderhoudsbestek, maar volgens Van Houtum toch ‘opgeruimd’.

Toilet in de top-tien | In de top-tien van meest

voorkomende klachten, scoren de toiletverstoppingen erg hoog, weet Ronald van Nattem. “We hebben hier te maken gehad met urinesteen. De toiletafvoer bleek langzaam dicht te groeien met een hardnekkige koek van langzaam versteende urineresten. Wat normaal door een diameter van twintig centimeter gaat, moest nu ineens door een gaatje van hooguit vier centimeter. Maar daarmee was de ellende nog niet voorbij. Want toen kregen we ook nog te maken met een leverancier van ruw wc-papier. Dat hechtte zich in de bochtjes van de afvoer, wat ons ook een hoop werk bezorgd heeft.” Er was veel overredingskracht nodig om Dienst Interne Zaken te bewegen een andere wc-papierleverancier uit te zoeken.

Pappen en nathouden |

Het zal niemand ontgaan zijn. In sommige gebouwen gaat het licht niet meer aan overdag. Ze wachten op sloop of herbestemming, zoals Potentiaal. Van Nattem: “Het is daar een kwestie van pappen en nathouden. We sluiten ze zo nodig per verdieping af en verrichten geen onderhoud meer.”

Het gelijk van de strategie | Een bedrag wil Van Nattem niet noemen, maar de TU/e geeft volgens hem, vergeleken met andere universiteiten, relatief weinig geld per vierkante meter uit aan onderhoud. Het gelijk van de gekozen strategie, zegt het hoofd Onderhoud en Beheer overtuigd. “Ondanks de nog altijd grote hoeveelheid oudere gebouwen op het terrein en de jaarlijkse inflatie, is het budget voor onderhoud al jaren onveranderd. Er wordt vaak ten onrechte gedacht dat de huisvestingskosten flink omlaag gaan, na een verduurzamingsoperatie. Maar al die nieuwe gebouwen hebben hoge afschrijvings­kosten, die bij elkaar de helft van het budget voor huisvesting opslurpen. De verduur­zaming zorgt weliswaar voor besparing, maar voor de installaties moet ook een hoge energieprijs worden betaald. In de oude gebouwen geven we daar nagenoeg niets aan uit, maar daar zit je ’s zomers dan ook met dertig graden te werken.” Voor de nagenoeg uitgerangeerde gebouwen als Potentiaal en het Hoofdgebouw wordt geen cent aan afschrijving betaald.


14 | Uitgelicht

17 april 2014

BKO halen met Tekst | Norbine Schalij Illustratie | Sandor Paulus Een enkele docent doet het fluitend naast de dagelijkse bezigheden, velen zien er als een berg tegenop: het halen van de Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO). Voor die laatste groep heeft TEACH (de afdeling van Dienst Personeel en Organisatie die TU/e-docenten ondersteunt) het Intensive Portfolio Program bedacht. Hierbij kunnen universitair (hoofd) docenten en professoren in drie dagen -op een prettige locatie, ver weg van stoorzenders- werken tot het portfolio ingeleverd kan worden. Maar de ervaring leert dat ook hier huiswerk noodzakelijk is; op een uur of 45 moet de gemiddelde docent toch wel rekenen.

“Ik verzet me tegen de politieke opdracht” Al bij de introductie van het IPP-traject maakt Jom Luiten zijn bedenkingen kenbaar. Hij daagt Harry van de Wouw uit hem duidelijk te maken ‘waar dit goed voor is’. Als Cursor een week later vraagt of dat gelukt is, zegt hij: “Het is heel goed dat we hier de gelegenheid krijgen ons portfolio te maken en de manier van dit IPP is prettig. Maar ik verzet me tegen de politieke opdracht. Ik vind het raar dat de VSNU besluit dat alle docenten een BKO moeten hebben. Wij hebben het al zo druk. Het is wel goed voor nieuwe docenten, maar iedereen over één kam scheren, klopt wat mij betreft niet.” De reden dat de hoogleraar zich aansloot bij dit IPP: “Ton van Leeuwen, onze opleidingsdirecteur, zou het toch wel heel prettig vinden als ik mijn BKO haal. Bovendien hebben bijna alle docenten bij mij in de groep hun BKO al. Ik doe het uit goed fatsoen.”

Sinds 2010 zijn drie groepen aan de TU/e BKO-plichtig. Dat zijn nieuwe docenten -zij moeten binnen drie jaar hun diploma op zak hebben-, docenten die een bevordering wensen en docenten van wie de onderwijsvaardigheden knelpunten vertonen. Dit geldt niet voor de zespersoons club die begint op maandag 24 maart. Zij volgen het Intensive Portfolio Program (IPP) waarmee docenten in drie dagen begeleid worden naar het inleveren van hun pakketje waarmee ze bewijzen goede docenten te zijn. Om het meetbaar te maken voor een commissie -van de eigen faculteitmoeten zij met drie soorten evidenties aantonen dat ze over zes competenties beschikken. Ze moeten in een reflectie beschrijven hoe goed ze zijn in onderwijs­ ontwerpen, lesgeven, beoordelen, samenwerken met collega’s, zichzelf evalueren en zichzelf verbeteren - en dat onderbouwen met producten en meningen van derden, bijvoorbeeld studenten en collega’s. Al een halve week eerder heeft Harry van de Wouw van DPO/TEACH ze bijeengekregen in de Van Trierzaal in Traverse - voor een kennismaking met de persoonlijke coach en met elkaar en als voorbereiding op de drie dagen in de Sonnerie in Son. Van de Wouw ziet hen als ‘laag­ hangend fruit’. “Jullie zijn al competent en hebben de bewijzen daarvoor al beschikbaar - dat is de reden dat jullie faculteit jullie voordroeg voor dit IPP. Met een klein duwtje in de rug kun je je BKO bemachtigen.”

En dat is wat de mannen willen. Of moeten, zoals sommigen het verwoorden. UD Renato Kindt van Bouwkunde: “Het opzetten van nieuwe vakken in het Bachelor College kost enorm veel tijd. Ik wil mijn portfolio nu graag snel afronden.” Rob Fey, UD bij Werk­ tuigbouwkunde, vult aan: “Anders blijft het maar liggen.” Jom Luiten, hoogleraar bij Technische Natuur­ kunde, zegt dat hij zijn portfolio moet inleveren en dat hij ook wil leren “waar het goed voor is”. Hij waarschuwt zijn coach Van de Wouw dat dat misschien een moeilijke opgave is. Harry van de Wouw vindt het belangrijk zijn gehoor ‘de aanvliegroute’ naar het IPP te vertellen. Begin jaren negentig was Utrecht de eerste universiteit die docenten certificeerde. De onderwijskwaliteit van Utrecht werd daarna telkens hoger aangeslagen dan voorheen. Meerdere universiteiten volgden. In 2008 werden de universiteiten het eens over de criteria en sindsdien erkennen zij ook elkaars certificaten. Aan twee faculteiten aan de TU/e werd een pilot gedraaid: Schei­ kundige Technologie en Industrial Engineering & Innovation Sciences. De uitkomsten daarvan waren overwegend positief en voor het College van Bestuur reden om de BKO over de hele TU/e uit te rollen. Het CvB heeft de minister van Onderwijs beloofd in 2015 een kwart van alle TU/e-docenten BKO-gecertificeerd te hebben. Dat is geen grootspraak geweest: op dit moment zit de TU/e op 27 procent. Van de 618 WP’ers (wetenschappelijk personeel) die op 21 oktober 2013 in dienst waren, zijn 166 in het bezit van een BKO.

“Visitatie is altijd een heel gedoe” Meer ambitieus is het doel van de faculteit Wiskunde & Informatica. Op initiatief van decaan Emile Aarts besloot het faculteitsbestuur dat eind 2015 iedere docent bij W&I een BKO-certificaat op zak moet hebben. Dat streven is inmiddels een half jaar uitgesteld, maar blijft van kracht. Coach Rik Kaasschieter: “Iedere zes jaar wordt de TU/e beoordeeld door de NederlandsVlaamse Accreditatieorganisatie. Dat is altijd een heel gedoe. Als we bij zo’n visitatie nou gewoon onze BKO-certificaten kunnen laten zien, dat zou heel handig zijn. Bovendien is onderwijs bij W&I heel prominent en verzorgt ze veel serviceonderwijs aan andere faculteiten.”


Uitgelicht | 15

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

duwtje in de rug Op de eerste dag van het IPP zitten de zes deelnemers in een zaaltje in de Sonnerie in Son. De bedoeling is dat er eerst gebrainstormd wordt over een competentie. Daarna is er een uur de tijd om het bijbehorende hoofdstuk te schrijven. Vandaag zijn het ontwerpen van onderwijs, het uitvoeren en het beoordelen aan de beurt. Van de Wouw vraagt hoe de docenten de ontwikkeling van een nieuw vak aanpakken. Al snel staat zijn hele flipover vol met termen als doel, analyse van context, werkvorm, materiaal zoeken, beoordelingsvorm. Renato Kindt (Bouwkunde) vat het samen: “De vraag beantwoorden waar studenten vandaan komen en waar ze naartoe moeten”.

Even wordt gepraat over de clickertoets (“zo’n toets maken kost veel tijd”), de studentenenquêtes (“dan is het kalf al verdronken”) en tussentoetsen: “Jammer dat maar zeventig procent van de punten uit een eindtoets mag komen. Wie geen energie in tussentoetsen stopt, kan niet meer dan een zeven verwachten als cijfer.” Jom Luiten vraagt zich vervolgens hardop af waarom docenten hun studenten er steeds allemaal ‘bij moeten houden’. “De categorie student die pas op het laatst zijn boek erbij pakt, schuiven we zo aan de kant.” Meer mensen vinden dat de universiteit steeds schoolser wordt en dat daar voor- en nadelen aan kleven. “Honderd procent interactie is niet heilig”, vindt Luiten.

“On the fly pas ik aan door interactie met studenten” Dan gaat het verder over zelfevaluatie. Luiten houdt een draaiboek bij per kwartier college. “Ik schrijf alles met de hand uit en oefen formules tot het vlekkeloos verloopt. Na het college schrijf ik met rood bij mijn

aantekeningen wat anders moet.” Kindt doet dat anders: “Ik moet soms zesmaal hetzelfde college geven aan een groep van twintig studenten. On the fly pas ik aan door interactie met studenten. Ik kijk of ik de reservestof wel of niet haal en als dat bij de eerste twee groepen zo is, dan lukt dat ook bij de laatste vier. Het maakt trouwens sterk uit of ik op vrijdag­ ochtend college heb. Dan is het tempo echt lager.” “En wil ik vrijdagmiddag het achtste uur nog iets uit mijn studenten halen, dan doe ik dat met tussentoetsen”, vult Rob Fey aan. Herkenning alom. Van de Wouw vat de brainstorm samen en vraagt of de deelnemers er wat aan hebben gehad en nu hun hoofdstuk over onderwijs­ ontwikkeling kunnen schrijven. Ad Vermeltfoort (Bouwkunde) vraagt zuchtend naar de bekende weg: “Voor wie schrijf ik het en waarom moet het?”. Van de Wouw: “Voor de BKO-commissie en om er eens goed over na te denken hoe je nou onderwijs geeft.” Kindt zegt dat de moeilijkheid is de competenties los te koppelen en Lambert van Breemen (univer­ sitair docent bij Werktuigbouw­ kunde) vraagt zich af of dat wel zinvol is. Vermeltfoort laat niet los en zegt: “Ik heb een dun rood draadje dat bij dit gesprek past en een dikke draad in de vorm van tweeën­twintig jaar projectonderwijs. Wat schrijf ik uit?”. Van de Wouw

De doe-het-zelver Dr. Rob van der Heijden kreeg tijdens de nieuwjaarsreceptie van Technische Natuurkunde zijn BKO-certificaat in handen. Dat had hij zelfstandig voor elkaar gekregen “met behoorlijke input van Esther Vincken van TEACH”. Naar schatting was er vijftig tot honderd uur gemoeid met het samenstellen van zijn portfolio. “Het viel tegen hoeveel tijd erin ging zitten. Vooraf dacht ik; dat doe ik wel even zelf. Achteraf denk ik dat het misschien wel gezelliger en leerzamer was geweest om het in een IPP te doen. De tijd is moeilijk te schatten, omdat de uren verspreid over een half jaar liggen. Je zoekt je bewijsmaterialen, schrijft een stuk, laat het een paar weken liggen, zoekt weer andere spullen. Mijn eerste versie werd vriendelijk en kritisch bekeken, maar werd niet voldoende bevonden. Het herschrijven kostte ook weer tijd.” De tijd die Van der Heijden in zijn BKO stopte, komt overeen met drie á vier ECTS. “Dat is een tijd waarin we van onze studenten ook veel verwachten. Ik vraag me af of het niet nuttiger was geweest de tijd te besteden aan een cursus waarin ik nieuwe didactische kennis kon opdoen.” Van der Heijden gaf zich na het inleveren van zijn portfolio op voor een cursus over het maken van schriftelijke toetsen.

tipt op te schrijven hoe hij het vroeger deed en wat hij nu anders aanpakt. Vermeltfoort: “Ik begrijp jouw antwoord, maar met alle respect, ik kan er niks mee.” De tweede dag dat het groepje docenten bijeenkomt, blijkt dat het niemand gelukt is de eerste drie hoofdstukken af te hebben. Dat is geen probleem volgens Van de Wouw, daarvoor is dag drie ingepland. Lambert van Breemen: “Ik heb wel een goede aanzet tot het uiteindelijke product. De brainstorm heb ik alleen maar als nuttig ervaren om in de goede mindset te komen, het heeft mij niet echt geholpen bij het daadwerkelijke schrijven.” De dag begint met een uur feedback van coaches en heeft dan hetzelfde programma als dag één: driemaal gezamenlijk praten en aansluitend een hoofdstuk schrijven. Vermeltfoort is intussen een stuk positiever. In het weekend heeft hij met twee dochters gepraat die in het onderwijs werken. “Zij moeten een soortgelijk werkstuk maken en dat enthousiasmeert mij ook. Ik geef toe dat ik aanvankelijk met enige schroom aan dit IPP begon.” Coach Rik Kaasschieter geeft feedback op de door Ad ingeleverde hoofdstukken.” Ik zie jouw interactie met de zaal niet terug. Of je doet het niet en hebt daar een reden voor. Kun je daar reflectie op geven?” De universitair hoofddocent bij Bouwkunde verklaart het uit

negatieve ervaringen in het verleden. “Als ik interactie zoek en er reageert niemand, dan is dat geen uitnodiging om het nog eens te doen. Ik heb dit vak al tien keer gegeven en het sluipt erin hoe je dat doet. Maar ik voel me nu wel gestimuleerd om me straks, wanneer ik dit vak voor de laatste keer ga geven, te richten op de interactie met studenten.” En hij besluit opgewekt: “Past ook goed in mijn portfolio”. Na dag drie blikt Harry van de Wouw terug: “Ik zie niet veel verschil met andere IPP’s dit voorjaar. Harm Dorren (hoogleraar Electrical Engineering, red.) ging om één uur vanmiddag als eerste naar huis: klaar! De anderen bleven wat langer, maar zijn een heel eind. De meesten verwachten deze of volgende week hun laatste concept bij hun coach in te leveren.” TEACH bood afgelopen voorjaar vier keer een IPP aan. Ook was er een toegespitste uitvoering voor Wiskunde & Informatica. Er volgen nog uitvoeringen in mei en een in juni. Die zijn al volgeboekt. Het komend collegejaar biedt TEACH tien IPP’s aan. Aanmelding kan via de BKO-coördinatoren van de faculteiten. Die bepalen of een docent voldoet aan de toelatings­ eisen voor een IPP: al volledig competent en in het bezit van voldoende bewijsmateriaal.


16 | Student

Clmn

17 april 2014

Aanschuiven bij

Recept voor 11 man

Bor de Kock Student Softw are Science & Web Science

Snijd 16 sjalotjes klein en fruit ze even in een grote pan. Voeg 5 potjes kappertjes toe en 5 bakjes slagroom. Het geheel moet even opwarmen. Maak in de tussentijd een grote pan bouillon, om daar vervolgens ruim een kilo pasta in te koken. Voeg wat citroenrasp en citroensap van drie tot vijf citroenen, en in totaal een kilo zalmsnippers toe aan de saus met kappertjes. Goed roeren, de saus op de pasta scheppen en garneren met rucola, that’s it. “Net zo simpel als een pakje.”

Afkapgedrag Aan het einde van een kwartiel komen de mailtjes waarvan je wist dat ze zouden komen: de grote serie vak-enquêtes draagt weer bij aan het volraken van je magere 900MB aan postvakruimte. Toch zijn dat zinvolle berichten: de grote hoeveelheid antwoorden die elk blok weer binnenkomt, maakt docenten, opleidingscommissie en onderwijs­ directie gigantisch blij. Want hoe moet je een vak verbeteren als je niet weet wat eraan schort? Voor de nieuwe generatie aan bachelorvakken is men aan het overstappen op een nieuw vragen­ lijstsysteem. Het inmiddels redelijk gedateerde Pollweb maakt plaats voor EvaSys en naast de veranderingen in de interface kan ik als OC-lid ook zeggen dat de nieuwe reportages om te smullen zijn. Wat mij echter zorgen baart, is de verandering die aan het einde is doorgevoerd: menig student kijkt volgens mij het meest uit naar die twee grote, blanco tekstvelden. Dáár begint het aandragen van verbeterpunten en het geven van meningen pas echt. Menig essay wordt dan geschreven over dat onduidelijke tentamen dat je kreeg. Hele logopedische handleidingen worden uitgetypt voor die docent die niet helemaal uit zijn woorden kwam tijdens een college. Bij sommige vakken is de hoeveelheid opmerkingen langer dan de reader van het vak zelf en de reacties van de docenten zijn geweldig. Ze houden van tips, zijn over het algemeen niet te beroerd dingen grootschalig om te gooien en grijpen de feedback met beide handen aan. Niets verbaasde mij dan ook sterker dan die laatste pagina toen ik onlangs de vragenlijsten ‘nieuwe stijl’ mocht invullen: de limiet is nu een magere tweehonderd tekens. Tekens! Zelfs menig Whatsappje is langer dan dat; deze slotalinea bedraagt er tot en met hier al 264. Na een half jaar is er nog niets veranderd. Is dit gewoon een foutje van iemand? Is men vergeten de standaardinstellingen aan te passen? Of vindt men dat de docent het voortaan allemaal zelf maar moet bedenken?

TU es

Wat doe je het liefst in je vrije tijd? Een (Bollywood)filmpje pakken, reizen, chillen met vrienden en stappen. Daarnaast heb ik volgens mijn vrienden last van socialbesitas. Als ‘mayor’ van het Auditorium en MetaForum ben ik inderdaad vierentwintig uur per dag te volgen op Twitter. Ook check ik iedere week in bij mijn studentenvereniging Demos. Waarom heb je gekozen voor deze opleiding? De techniek in de gezondheidzorg sprak mij altijd al aan en ik ben gefascineerd door de combinatie van techniek en het menselijk lichaam. Ik wil graag mensen helpen. Als je jezelf een keer kon -laten- teleporteren, waar zou je dan naartoe gaan? Naar Amerika. Tijdens de middelbare school heb ik meegedaan aan een uitwisseling en ik zou graag nog een keer terug willen. Wat had je van te voren niet verwacht over Eindhoven? Geheel cliché, maar ik had niet verwacht dat ik zo snel zulke goede vrienden zou maken. Wat zou je na je bachelor willen gaan doen? Het gat tussen mijn bachelor en master wil ik graag opvullen met een uitgebreid familiebezoek in Suriname of met een backpackreis door India. Met wie zou je graag een biertje willen drinken? Met mijn opa. Hij is helaas tien jaar geleden overleden en ik heb nooit een pilsje met hem kunnen doen.

Shirodj Raghoenath (21 jaar) Tweedejaars Biomedische Technologie

Foto | Bart van Overbeeke

De laatste vraag wil Als je één superkracht zou kunnen hebben, Shirodj g ra a welke zou het dan zijn en waarom? door: “Als g vervangen je één din Gedachtenlezen, het zou mijn leven een stuk g verandere n op de T kon gemakkelijker maken als ik van tevoren wist U/e, wat zou h et dan zij wat mensen echt denken. n?”. (MvdV)


Student | 17

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Via een pleintje achter het Hooghuis aan de Keizersgracht kom je via een steile trap bij de voordeur van huize Casanova. Het dispuut Stropdas woont hier, een herendispuut van roeivereniging Thêta. Zeven mannen bewonen het huis samen met Friso de kat. Elke dinsdagavond dineren alle leden in de speciale dispuutskamer, die uitzicht geeft op de winkelstraat; op andere dagen wordt in de woonkamer gegeten. Damesdisputen waarmee geborreld wordt, worden ontvangen op de gang aan de grote statafel. Wat eten ze? Koken uit een pakje is uit den boze op huize Casanova. Zeker de pakjes van Knorr. “Huisfeuten onthouden dat niet altijd en krijgen gezeik - of de feut en zijn matras vliegen naar buiten”, zegt oud-huisbewoner Joost Aanen. “Er moet goed en gezond gegeten worden, want er wonen altijd wel (wedstrijd)roeiers op Casanova.” Vanavond dineert een deel van het dispuut in rokkostuum, omdat zij uitgenodigd zijn voor het Gemaskerd Bal van een damesdispuut uit Tilburg. Wat zijn de huisregels? Volgens Tim Aanhane, bachelorstudent Technische Innovatiewetenschappen, valt het eigenlijk wel mee hoeveel regels er zijn. “Je moet in ieder geval bereid zijn om af en toe ’s nachts wakker gemaakt te worden voor een biertje.” Verder heeft niemand een televisie op zijn kamer, want het is gezelliger om samen in de woonkamer te kijken. Waar je in sommige verenigings­ huizen je kamerdeur moet verdienen door seks, moet je in huize Casanova op dezelfde manier je huissleutel verdienen. Op zondagavond is het huisavond. Zo komt er volgens Joan Stip (premaster Operations, Management & Logistics) wat meer ‘bonding’ van de eerstejaars met het huis.

Wie is de baas? In ieder geval niet de nieuwste bewoner, dat is de huisfeut. Hij zorgt elke ochtend voor koffie en mag daarvoor wakker geschopt worden. Als er weer een nieuwe huisbewoner komt, organiseert de oude huisfeut een ‘Feut-Af-Diner’ van minstens negen gangen voor alle bewoners. “Maar er is niet echt een baas”, zegt Tom Engelbertink. “Alleen bepaalt de huisoudste de deadline voor het schoonmaken. Dat moet wel goed gedaan worden, voor het geval de huisbaas weer eens binnen komt zetten.” Ook kiest de huisoudste als eerst de taak die het minst vervelend is. Zo gaat dat van oud naar jong. De meest historische momenten… … ontstaan tijdens oud en nieuw en na een Feut-Af-Diner. Jaarlijks wordt tijdens de jaarwisseling een diner georganiseerd waarvoor damesdispuut Animo (ook van Thêta) en een roeiershuis worden uitgenodigd, samen met dates. Elke groep maakt een eigen gang. “Die avond zorgt altijd voor mooie verhalen”, zegt Tim Aanhane. Jim van der Kar (oud-huisbewoner) noemt als eerst zijn eigen Feut-Af-diner, waarna hij en Tim op het politiebureau zijn beland. Na het stappen besloten zij samen het dak van de Hartje Eindhoven-flat te bezoeken, die toen nog in aanbouw was, “om van het uitzicht te genieten. De politiemannen zeiden dat ze zich verveelden en hoopten op iets spannends, bijvoorbeeld koperdieven met wapens. De politiehonden vonden ons.” Maar de bewoners zijn het erover eens dat de meeste mooie momenten ontstaan op random avonden, “bijvoorbeeld wanneer iemand bedenkt om de inhoud van partypoppers te switchen met overgebleven aardappelpuree”. Interview | Caroline van Slobbe Foto’s | Bart van Overbeeke

Wil jij ook met je culinaire huisgenoten in deze rubriek? Mail dan naar cursor@tue.nl

En hoe is het in Pretoria? Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

Sinds januari studeer ik voor een halfjaar aan de Universiteit van Pretoria. Ik ben hier bezig met een project om de leefomstandigheden te verbeteren in de sloppenwijk Mamelodi, ongeveer een halfuur rijden vanuit Pretoria. Naast alle armoede, het afval en de ‘huizen’ -die meestal bestaan uit slechts wat plaatmateriaal- viel het vooral op hoe blij de bewoners zijn en hoe trots ze op hun sloppenwijk zijn. Belangrijk bij dit project is om de sociale netwerken niet te verstoren en om niet van bovenaf naar de problemen te kijken. Er moet met de inwoners worden gepraat om er zo achter te komen wat de echte problemen zijn. Mijn groep richt zich op de jeugd en daarom hebben wij twee dagen onderzoek gedaan op en rondom de middelbare school om erachter te komen wat de jeugd in haar vrije tijd doet. Treurig genoeg doet de jeugd amper iets en dit komt voornamelijk doordat er geen voorzieningen zijn. Samen met de kinderen en hun ouders gaan we de komende weken kijken welke voorzieningen wenselijk zijn en hoe deze voorzieningen de leefomstandigheden voor de jeugd kunnen verbeteren. De tweede dag op de school, die overigens zeer modern was, werd het pijnlijk duidelijk dat ik niet in Nederland was: de school werd vervroegd gesloten omdat een leraar een kind had verkracht. Iets waar de kinderen helemaal niet van opkeken, want ‘dat gebeurt wel vaker hier’… Naast de studie ben ik in mijn vrije tijd zoveel mogelijk aan het reizen. Zo ben ik al naar Durban, Port Elizabeth, Jeffrey’s Bay en Kaapstad geweest en kom ik net terug uit Mozambique. Over twee weken staat een tiendaagse safaritrip op de planning, met een 4x4 door Botswana naar de Victoria Falls. Een beter internationaal semester had ik me zo niet kunnen wensen.

Bram zit rechts op de foto.

Bram B Archite mastersottuterman, Physci-tcsuur anddeBnt and S uilding ervices Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.

Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl


Uitnodiging Meld je aan op: www.tue.nl/dies

uw visie

Dies Natalis

Donderdag 24 april 2014, 15.15 - 17.00 uur Paterskerk, Eindhoven

onze high tech systems

Jan Mengelers, Voorzitter College van Bestuur, TU/e

Jos Engelen Voorzitter NWO

Siep Weiland Hoogleraar TU/e faculteit Electrical Engineering

Norman Fleck Hoogleraar Cambridge Centre for Micromechanics, UK


Mens | 19

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Yvonne van Bokhoven | “Zet mij niet alleen op een kamer, want dan ga ik dood” Stap Potentiaal 1.21 binnen en je bevindt je op het Yfke van Bokhovenplein. Tussen de kleurrijke schilderijen in de stijl van Herman Brood hangt het straatnaambord dat collega’s haar gaven bij haar zilveren jubileum. Yvonne van Bokhoven (51), HR-medewerker bij Electrical Engineering en medewerker Backoffice internationalisering, staat ook wel bekend als het geheugen van de faculteit. De schilderijen op Yvonne’s werkkamer zijn van eigen hand. Haar werk is kleurrijk, in eigen woorden ‘grof’. “Ik hou niet van priegelen.” Sinds vijftien jaar zit ze op schilderles; voor haar een manier om te ontspannen. “Ontspanning is voor mij niks moeten. Als ik geen zin heb om te schilderen, loop ik wat door het atelier om te kletsen.” Ze schrok zich rot toen een collega ooit een schilderij van haar wilde kopen. “Daar doe ik het helemaal niet voor.” Dat geldt ook voor haar werk dat bij de faculteitsdirecteur op de kamer hangt. Naast haar HR-werkzaamheden voor de faculteit, werkt ze sinds een paar jaar ook voor de Back­ office internationalisering van Dienst Personeel en Organisatie. Ze begeleidt buitenlandse medewerkers bij hun ‘first steps’; de gang langs instanties, de aanvraag van vergunningen en het tekenen van contracten. “Daarna leveren wij ze bij de faculteit af. Als HR-medewerker bij Electrical Engineering zie ik een deel van hen weer terug.” Een functie waar ze in is gerold.

“Geen idee hoe ik moest omgaan met die gigantische tekstverwerker” “Vroeger dacht ik altijd: ik word dierenarts. Te laat bleek dat ik daarvoor wiskunde had moeten hebben. Toen viel mijn droom in duigen.” Na het behalen van haar vwo-diploma ging ze bij een accountantskantoor aan de slag. Ze wist niet wat ze wilde en volgens haar vader was boekhouden altijd handig. Ze inventariseerde de inboedel van bedrijven. “Het contact met de mensen vond ik heel leuk, maar het achterdochtige van het inventariseren was verschrikkelijk. Dat zit er bij mij niet in.” Na twee jaar stopte ze ermee. “Ik ben één dag in de WW geweest. De dag erop begon ik aan de TU.”

Het was september 1984 en ze kon tijdelijk aan de slag als secretaresse. “Ik had geen enkele ervaring op dat gebied. Op mijn kantoor stond een gigantische tekstverwerker. Ik had geen idee hoe ik daarmee moest omgaan.” Een paar maanden lang sprong ze aan verschillende faculteiten bij als secretaresse of administratief medewerker. Vlak voordat haar tijdelijke contract bij de faculteit Elektrotechniek zou aflopen, kwam daar de functie van assistent personeelszaken vrij.

“Mensen stappen eerder naar ons toe dan naar een hoogleraar” “Dat was voor mij dé baan. In het begin maakte ik vooral screentjes op basis waarvan anderen een besluit maakten. Maar dat was zo omslachtig dat ik die besluiten zelf ging maken.” De belangrijkste reden dat ze op haar plaats zat, was het persoonlijke contact. “Ik ben een mensenmens. Zet mij niet alleen op een kamertje, want dan ga ik dood. Soms zitten we hier met zeven mensen. Dat vind ik heerlijk.” Hoewel haar hart bij het personeels­ werk ligt, zou ze ook het werk met de internationale TU/e’ers niet willen missen. “Het doet me goed te zien hoe blij mensen zijn met onze hulp. Je hebt zoveel mailcontact voordat iemand überhaupt in Nederland is. Als die persoon hier eindelijk op de stoep staat, heeft hij mij nog nooit gezien, maar de naam Yvonne zegt hem iets.” Ze merkt dat zij en haar collega’s een eerste aanspreekpunt vormen. “Mensen stappen eerder naar ons toe dan naar een hoogleraar. Uiteindelijk heb ik de ideale baan. Op mijn zeventiende had ik geen idee dat dit soort werk bestond. Elke dag is anders. Ik vul steeds hetzelfde formulier in, maar het gaat altijd om een ander persoon.” Op een paar meter van haar kamer in het Potentiaal ligt het condo­ leanceregister voor de Spaanse trainee die een week daarvoor een einde aan zijn leven maakte. “Toen we ’s ochtends het gebouw niet in konden, had ik meteen zoiets van ‘Oh nee, toch niet…’ Hij was kort van tevoren nog bij mij geweest.” Het raakt haar; ze is ook naar de crematie geweest. “Ik zie ze allemaal voorbijkomen, dus er ontstaat toch een band.”

Normaal gesproken kan ze het werk gemakkelijk van zich afzetten. Ondanks het feit dat vriend Eric Verhees -met wie ze drieëndertig jaar samen is- sinds een paar jaar ook aan de universiteit werkt. “Ik zie hem nooit. We stappen ’s middags samen in de auto. ‘Hard gewerkt?’ vraagt Eric dan. ‘Dat doe ik toch altijd.’ Af en toe spuwen we even onze gal, maar voordat we thuis zijn, is dat alweer klaar.”

In haar vrije tijd reist ze graag. De laatste jaren ging ze onder meer naar Cuba, Australië, Zuid-Afrika en Alaska. Meestal met haar Helmondse jeugdvriendin Thea Weijers, HR-medewerker bij Werktuigbouwkunde, en hun partners. “Eric en ik gaan nooit met z’n tweeën op vakantie. Overdag zou dat geen probleem zijn, maar ’s avonds… Ik ben een gezelligheidsmens.” Volgend jaar viert ze haar dertig­

jarig jubileum bij Electrical Engineering. Ze staat bekend als het geheugen van de faculteit. Collega’s noemen haar liefkozend Yfke, Bokkie of -in het HelmondsBukske. De liefde is wederzijds. “Ik zou hier nooit weggaan, niet uit eigen beweging. Dit is mijn familie.”

Interview | Freke Sens Foto | Bart van Overbeeke


20 | Uitgelicht

17 april 2014

“Stel je op als parasiet voor vrije achterbanken” Tekst | Monique van de Ven Foto’s | Bart van Overbeeke Wie midden jaren tachtig de horrorfilm ‘The Hitcher’ had gezien, dacht wel twee keer na voordat ie een volslagen onbekende in zijn auto meenam. Sowieso waren de hoogtijdagen van het liften, in elk geval in Nederland, daarna wel zo’n beetje voorbij. Niet zozeer de schuld van Rutger Hauer (de moordlustige lifter uit de genoemde film), maar waarschijnlijk wel van de OV-studentenkaart, waarmee studenten -een belangrijke liftersgroep- vanaf 1991 gratis met het openbaar vervoer konden reizen. Toch steken reizigers, vooral in hun vrije tijd, ook in 2014 nog altijd graag de duim in de lucht, hopend op een rit. Ook studentenverenigingen sturen hun leden graag op avontuur. Cursor laat TU/e’ers aan het woord over hun liftervaringen.

“Zonder lach neemt niemand je mee”

Jelle Goertz, eerstejaars masterstudent Technische Natuurkunde

Liftdebuut: De LiXi, de liftwedstrijd van Van der Waals, in 2010. “Het doel was om in één dag van Eindhoven naar München te liften. De eerste lift was met een oud busje dat naar Köln moest. Daarna is het vervoer alleen maar luxer geworden en werden we vooral meegenomen door zakenlui in dikke Duitse auto’s. We lagen al snel voorop, maar vlak na Frankfurt konden we geen lift meer vinden. De avond viel en we hadden ons er al op voorbereid om een hotel op te zoeken. Totdat uit het niets een snelle Zuid-Duitser opdook die ons met 240 kilometer per uur naar München reed en ons voor het hotel afzette. Bestemming bereikt.” Sindsdien: Nog naar Hamburg en Pilzen in Tsjechië gelift. Waarom liften: “Het liften geeft elke keer weer een enorme kick. Vooral als er, na lang wachten, toch weer iemand zo aardig is om te stoppen en je mee te nemen.” Meest gedenkwaardige liftmoment? “Toen ik met Timmo Frankort richting Pilzen ging. Net voor de Tsjechische grens werden we afgezet; we waren er dus bijna. Helaas bleken de Tsjechen ons niet zo gunstig gezind. Niemand wilde ons meenemen en zelfs de politie had er geen vertrouwen in dat

we Pilzen gingen halen voor het avondeten. Uiteindelijk bleek er toch iemand te zijn die richting Pilzen moest; hij sprak zelfs een beetje Engels! Na een beetje aandringen dat we erg moe waren, zijn we voor ons hostel afgezet. We waren als eersten én voor het avondeten in Pilzen.” Waar zou graag nog eens (naartoe) liften? “Naar Marakech - helemaal van Eindhoven, door Frankrijk en Spanje en dan de oversteek proberen te maken naar Marokko.” Ultieme tip voor de beginnende lifter? “Spreek veel mensen aan en dan juist diegenen die een grote en snelle auto hebben. Dit zijn vaak zakenmensen die vroeger ook gelift hebben.” Wat moet je als lifter zeker bij je hebben? “Een glimlach, ander neemt niemand je mee.” Oh ja: “Toen ik in München was, speelde Bayern München tegen HSV Hamburg. Het stadion was uitverkocht, maar er waren mannen die nog een kaartje over hadden voor veertig euro. Toen ik zei dat ik helemaal liftend naar München was gekomen, hoefde ik nog maar twintig euro te betalen. Arjen Robben heeft die wedstrijd drie keer gescoord; ik had de tijd van m’n leven.”

“Ik had er echt vrede mee kunnen hebben als ik in die pick-up aan mijn einde gekomen was” Sjoukje Kastelein, onderwijscoördinator faculteit Werktuigbouwkunde Liftdebuut: In Honduras, 2005: in haar eentje van Esperanza naar Gracias a Dios (van ‘Hoop’ naar ‘Godzijdank’). “We reden in de middle of nowhere, ik zat alleen in de laadbak van een pick-up. Toen we vertrokken, scheen de zon - maar binnen tien minuten begon het ergste onweer dat ik ooit heb meegemaakt. De heftige bliksem en het feit dat ik kletsnat in zo’n metalen bak zat, maakten het niet erg relaxt. Het feit dat ik nooit zo goed had opgelet bij natuurkunde, en dus niet zeker wist hoe gevaarlijk het nou echt was, evenmin.” Sindsdien: Gelift in Nicaragua, El Salvador, Guatemala, Cuba en op Terschelling, opgeteld goed voor zo’n duizend kilometer. Waarom liften? “Vanwege de leuke ontmoetingen; van een sympathieke oude Terschellingse boswachter tot een louche Amerikaanse hardhouthandelaar of een alleenstaande Hondurese moeder met vier kinderen. Behalve dat je in dezelfde auto zit, heb je niks met elkaar gemeen. Toch heb je vaak de meest diepgaande gesprekken - misschien omdat je die persoon daarna toch nooit meer ziet.”

Meest gedenkwaardige liftmoment? “Te midden van al die inslaande bliksem in Honduras was ik heel bang, totdat ik ineens extreem rustig werd en ook een beetje om de situatie moest lachen. ‘Oké, hier zit ik dan. Eigenlijk wel een spectaculaire manier om dood te gaan.’ Heel gek - en uiteraard was ik erg blij toen we heelhuids ‘Godzijdank’ binnenreden, maar ik had er op dat moment echt vrede mee kunnen hebben als ik daar aan mijn einde gekomen was.” Waar zou graag nog eens (naartoe) liften? “In de VS. Ik hoop op leuke gesprekken met verknipte Amerikanen die fijne country-folk draaien in hun te grote auto’s.” Ultieme tip voor de beginnende lifter: “Met beleefdheid, een gezonde dosis vertrouwen en eenzelfde dosis wantrouwen kom je een heel eind.” Wat moet je als lifter zéker bij je hebben? “Een paraplu!”


Uitgelicht | 21

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

“Liften sleurt je uit je comfortzone”

Alain Starke, tweedejaars masterstudent Innovation Sciences Liftdebuut: “Eerder wel pogingen gedaan, maar mijn eerste succesvolle lift was in Zürich in juli 2010. Tijdens de studiereis van het Honors Program ben ik met een andere student van het hostel naar het centrum gelift.” Sindsdien: Een paar kleine tochtjes gelift, “zoals vorige zomer toen mijn trein vertraging had en ik mijn busaansluiting miste. Toch weer sneller dan met de bus en een leuk gesprek gehad - want met de buschauffeur mag je niet altijd praten volgens de regels”. Waarom liften? “Liften brengt je in contact met nieuwe mensen die je anders mogelijk nooit zou spreken. Daarnaast is vooral het gevoel dat alles niet gepland is, ideaal om jezelf uit je comfortzone te sleuren.” Meest gedenkwaardige liftmoment? “De liftwedstrijd van Intermate in 2012. Met mijn beste vriend liftte ik van Eindhoven naar Saint-Malo, bekend van die kastelen in zee. Een hele rit, 850 kilometer, en we lagen niet echt op schema. Allereerst kwamen we in de ‘Jupiler-bus’ terecht, het busje van een bierdrinkend Belgisch zaalvoetbalteam dat elk tankstation stopte om te roken. Ook werden we de verkeerde kant op gereden. Ik was de hoop al redelijk verloren toen we ’s avonds aankwamen op een tankstation in Le Mans, maar wonderwel werden we meteen meegenomen door een koppel uit Rennes, zo’n zeventig kilometer van Saint-Malo.”

“Geef nooit de hoop op”

Liftervaring om snel weer te vergeten? “Het vervelendste was toen we instapten in een dikke Hummer bij een uitgesproken VVD-stemmer (om maar even met wat stereotypen te smijten) en we de verkeerde kant op reden. Vervolgens zei hij: ‘Amiens? Wij gaan naar Parijs!’ - terwijl hij tien minuten eerder zei: ‘Ja, we gaan richting Amiens’. Toen we werden gedropt, stonden we op het laatste tankstation voor Parijs, een plek waar je nooit wil eindigen als je om Parijs heen moet.” Waar zou graag nog eens (naartoe) liften? “Het liefst zou ik nog een keer in onherbergzame gebieden (Scandinavië, Alpen, enzovoorts) liften, waarbij het niet uitmaakt waar je terechtkomt - samen met een tent en natuurlijk een vriend. Een beetje back to nature.” Ultieme tip voor de beginnende lifter: “Je moet niet teveel op je liftbordje vertrouwen als het ook mogelijk is een beetje de taal te spreken. Een gesprek aanknopen, vragen waar iemand heengaat en daarop inspelen is veel gemakkelijker dan hopen dat iemand je meeneemt. Daarnaast moet je, tijdens het liften over grote afstanden, nooit de suggesties van de chauffeur opvolgen. Je wilt niet bij een verlaten afrit langs de snelweg stranden.” Wat moet je als lifter zéker bij je hebben? “Een goed humeur. En als je als een zak hooi langs de weg staat, kom je er niet.”

Bart van Eijden, eerstejaars masterstudent Operations Management & Logistics

Liftdebuut: In 2009 in Thailand, “met een vijftigtal locals in de achterbak van een pick-up. Die blanke jongeman leverde veel verbaasde blikken, maar grote glimlachen op”. Sindsdien: In totaal zo’n 1.500 kilometer gelift, in Iran, India, Japan, Canada en Marokko. Waarom liften? “Ik lift vooral functioneel, bijvoorbeeld wanneer bussen uitverkocht zijn of pas over vele uren vertrekken. Een taxi neem ik nooit, omdat reizen zo veel te makkelijk én duur wordt. Liften is bovendien een uitstekende manier om contact te leggen met vriendelijke locals.” Meest gedenkwaardige liftmoment? “Ik stond in Iran te liften, toen een klein autootje met drie jongens stopte. Ik stapte in en kreeg vervolgens een complete rondleiding in een nabijgelegen stad. Uiteindelijk nodigden ze me uit bij één van hen thuis. We hebben muziek gespeeld en flink aan de wijn en wodka gezeten - iets wat je in Iran niet snel zou verwachten, aangezien dit officieel illegaal is.”

“Het leven is mooier is als je het onbevangen op je af laat komen”

Liftervaring om snel weer te vergeten? “Soms stopt er iemand die hoopt geld te kunnen vragen kort nadat hij of zij begint te rijden. Dit gebeurde een paar keer in Marokko. Ik bedank hem of haar en stap dan toch maar snel uit. Ik weet zeker dat deze mensen het concept van liften wel snappen, maar simpelweg hopen gewoon een dealtje te slaan.” Waar zou je graag nog eens (naartoe) liften? “De Noordkaap in Noorwegen.” Ultieme tips voor de beginnende lifter: “Geef nooit de hoop op. Lifters worden altijd door iemand opgepikt, vroeg of laat en in welk land dan ook. Positioneer jezelf wel op strategische startpunten!” Wat moet je als lifter zéker bij je hebben? “Als je echt lastige afstanden moet afleggen, is een kaart handig. Zo kun je je bestuurders aanwijzen wanneer je eruit wilt en begrijp jij waarnaar zij op weg zijn.”

Lars König, oud-student Technische Innovatie­wetenschappen König studeert en woont nu in Tilburg. Hij is betrokken bij het initiatief nederlandlift.nl, dat veilig liften als optie voor al het dagelijkse verkeer wil stimuleren. Daarnaast schreef hij ‘A Guide to Hitchhike Success’, gebaseerd op zijn eigen ervaringen.

Meest gedenkwaardige liftmoment? “Tijdens mijn reis van de Baltische Staten naar de Balkan zou ik in eerste instantie alleen een drankje doen met onze lift in Kieevo, Macedonië - maar uiteindelijk belandde ik op de Albanese bruiloft van zijn beste vriend.”

Liftdebuut: De liftwedstrijd van studievereniging Intermate naar het Zuid-Franse Carsac-Aillac in 2010. “Een avontuur van jewelste, met onder andere een lift van Luxemburg naar Lyon in een gestolen Mercedes en een stel dat driehonderd kilometer voor ons omreed.”

Liftervaring om snel weer te vergeten? “Tijdens de liftwedstrijd naar Triesen begon onze bestuurder bier te drinken achter het stuur. Gelukkig waren we maar enkele afslagen verwijderd van Liechtenstein en zijn we snel uitgestapt.”

Sindsdien: Inmiddels zo’n 35.000 kilometer op de liftteller. Het liften is niet meer uit Königs leven weg te denken, “het heeft voor mij zelfs een spirituele waarde gekregen. Zo ben ik op (lift)pelgrimages geweest naar Taizé (klooster in Frankrijk), naar Rome voor een gebed met de Paus en afgelopen winter helemaal naar Tbilisi (de hoofdstad van Georgië) om daar het orthodoxe kerstfeest te vieren”. Waarom liften? “Door de vriendelijke gebaren van vreemden zie je de goede kant van de mens meer dan anders, maar je bent ook in staat om anderen in te laten zien dat zij ook goed kunnen doen. Het heeft mij bovendien geleerd dat het leven veel mooier is als je het onbevangen op je af laat komen.”

Waar zou graag nog eens (naartoe) liften? “Moskou en Jakarta staan allebei op de planning. Komende winter zal ik tijdens mijn exchange in Seoul, Zuid-Korea proberen te liften naar Tokyo in Japan.” Ultieme tip voor de beginnende lifter: “Sta open voor onverwachte kansen tijdens het liften en ga eens lekker met je lift een kopje koffie drinken.”

Lees verder op pag. 22 >


22 | Uitgelicht (vervolg)

17 april 2014

“Zes uur wachten in de hel van Toul” Nick Peters, afstudeerder Real Estate Management & Development Liftdebuut: 2013, als team Het Goede Doel tijdens Route du Soleil: Europa’s grootste liftwedstrijd van Eindhoven naar Barcelona. Samen met Siv van Hegelsom haalde Nick de finale, ondanks hun schrale start: “De eerste lift die we in Eindhoven kregen, na tweeënhalf uur wachten, was goed voor de eerste driehonderd meter. Scheelde toch een stuk lopen met een tas van vijftien kilo, maar op een totale afstand van vijftienhonderd kilometer was het een tevergeefse actie”. Sindsdien: “Ik heb nog een enkele keer getracht te liften in Malaga. En vanaf Düsseldorf Airport zijn we weer naar Nederland gelift, toen we terugkwamen van Malaga.” In totaal vijftientot zeventienhonderd liftkilometers gemaakt. Waarom liften? “Door het liften ga je meer in je medemens geloven en ze meer waarderen. De verhalen die je onderweg te horen krijgt, zijn fantastisch. En met liften ben je een keer afhankelijk van anderen; mooi om te zien dat je ook dan je doel bereikt.” Meest gedenkwaardige liftmoment? “Het liften met een vrouw met wie we twee dagen achter elkaar konden meerijden, terwijl zij in een totaal andere stad woonde en sliep. De tweede dag had ze een afspraak in de Franse badplaats Cap D’Agde. Intussen hebben wij daar een cocktail gedronken aan de boulevard, om vervolgens door te rijden naar Spanje. ‘Ziekste’ liftervaring was met een man die ’s avonds om elf uur bij een tankstation kwam aanrijden om te gaan slapen, omdat hij al vierentwintig uur wakker was. Hij nam ons toch mee om ons, met 180 kilometer per uur, 250 kilometer verderop af te zetten…”

Liftervaring om snel weer te vergeten? “De hél van Toul: een tankstation waar we zes uur hebben moeten wachten met 35 graden, vol in de zon. Het is dé plek waar lifters stranden en niet meer wegkomen. Uiteindelijk konden we met een stel Nederlanders mee naar de volgende picknickplaats, waar we opnieuw drie uur vast stonden. Wat een kutdag.” Waar zou graag nog eens (naartoe) liften? “Liften is vooral leuk als spontane ingeving. Maar als ik moet kiezen, dan ga ik voor een lift-roadtrip door Amerika.” Ultieme tip voor de beginnende lifter: “Vraag nooit of mensen naar een bepaalde plek gaan; dan zeggen ze altijd nee. Vraag waar mensen heengaan en ‘dwing af’ dat je mee mag reizen. Stel je op als een parasiet voor vrije achterbanken; te lief zijn is een no-go. Verder moet je mensen blíjven aanspreken, enthousiast blijven en vooral schik hebben.” Wat moet je als lifter zéker bij je hebben? “Een Hollandse mond en gevoel voor humor. Een talenknobbel is ook handig.” Oh ja: Nick is betrokken bij de organisatie van Route du Soleil waar hij vorig jaar zelf aan meedeed. Kijk op routedusoleil.org voor meer informatie, de komende editie start op 11 juli.

Foto uit eigen collectie.

Advertentie

How do you make a lithography system that goes to the limit of what is physically possible? At ASML we bring together the most creative minds in science and technology to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms. So if you’re a team player who enjoys the company of brilliant minds, who is passionate about solving complex technological problems, you’ll find working at ASML a highly rewarding experience. Per employee we’re one of Europe’s largest private investor in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue pushing the boundaries of what’s possible.

www.asml.com/careers /ASML

@ASMLcompany


16 17 April 2014 | year 56

Biweekly magazine of the Eindhoven University of Technology For the latest news: www.cursor.tue.nl/en and follow @TUeCursor_news on

and tuecursor on

Electric windows, but different

Memorial for trainee EE department Friday 4 April - A memorial and a condolence register have been set up at the reception area of the Potentiaal building in memory of Juan Enrique López Carcelén, who died at TU/e campus on April 3rd. Juan (24) was a trainee in the post-Master design program ICT within the department of Electrical Engineering. Since September 2013 Juan had been working as a trainee in the post-Master design program ICT within the department of Electrical Engineering. He was no stranger to the department, having previously been part of the Erasmus MSc exchange project in 2011 and 2012.

AMIGO finish meets Merkel es second and in Germany Monday 7 April - TU/e’s care

robot AMIGO ca Magdeburg. That me second in th ’s much better th e German Open an last year, wh After competing in en AMIGO finishe in Magdeburg, d in seventh plac the robot was im nover Messe, wh e. m ed iately transferre ere he acted -as d to the HanFrau Antje- as th House. Among e hostess of the those Holland High-Te who visited the ch stand were Dutch prim e minister Rutte an d his colleague An gela Merkel. Next ye ar, Tech United will com pete with AMIGO’s su ccessor SERGIO. Whe ther this will be in Ge rmany again or at a po ssible Dutch op is yet unsure.

Monday 7 April - Transforming a skyscraper into a power station: it can be done, says TU/e student Cristian Boscheri, with the semi-transparent solar cells he’s working on for his thesis. With his idea, the Italian master student of Sustainable Energy Technology reached the second round of Ideas360, an idea competition initiated by Shell. There are only two other Dutch entries that made it that far. Boscheri will now be up against 94 other entries from around the globe. The five best ideas will be competing for the grand prize during the Shell Eco Marathon on May 15: an expedition with National Geographic.

Strong boost for fundamental energy research Monday 7 April - TU/e and the FOM Foundation will collaborate closely in the area of energy research. They signed a partnership agreement at the Hannover Messe trade fair. A key aspect of this is a new research group that TU/e will contribute to the Dutch Institute for Fundamental Energy Research (DIFFER) in Eindhoven. The two parties have also made agreements about intellectual property and the joint use of large-scale facilities. The group is under the leadership of FOM workgroup leader and TU/e professor René Janssen. In addition, another top international scientist in the area of energy research will be recruited.

More news on www.cursor.tue.nl/en

Clmn

What it takes to be a PhD

‘The longest horror story … PhD’ reads a Facebook meme. I partially agree with that, but a PhD also has its joyous and cheerful phases. It is a perfect combination of ecstatic moments and gloomy stages, though normally the painful times last a little longer. This four-year journey necessitates a high level of motivation. The voyage starts with a highly ambitious first year of ‘astonishing the world with novel ideas’ and ends with an attitude geared towards survival in the final dissertation writing phase of the PhD. There are numerous reasons for a drop in motivation. The lack of a clear research direction and getting stuck during research at some point are two vital causes of this decay. In such situations, good and effective communication with supervisor(s) and colleagues often alleviates the pain and helps keeping up the pace.

Travelling for conferences is one of the best parts of doing a PhD. Conferences are not discussed in terms of the quality of research projects presented there, but it’s rather about the beautiful locations the conference is going to be held. After a very painful process of writing a research paper and submitting it (after tons of iterations with supervisors), I feel PhDs deserve this freedom. Planning and organizing work, critical thinking, taking initiatives and working in a team are some virtues of a good PhD student. Everyone experiences this four-year journey differently. There are lucky ones, those who enjoy a smooth ride, while others have some rough patches in between, and the rest just has a bumpy ride. Although research is a solitary work, it helps to consider that you are not the only one suffering: there are a whole lot of crazy people going through the same thing, Patiently Hoping for a Degree (PhD).

Mohsin Si

raj is a PhD Engineerin at Electrical g


24 | Zoom in

17 April 2014

TU/e Together: Making the leap to Eindhoven as a couple Text | Angela Daley Photo | Bart van Overbeeke “I know this is very stressful for her and I really appreciate what she’s done. She didn’t complain about leaving her job and her life in the US. I know she misses her family. She says it… but then it’s done. She hasn’t made it a big problem for our marriage”, explains Furkan Baskurt (Electrical Engineering) with a quick, loving glance towards his young wife. Three months ago -just a short eight days after their December wedding- Seda Baskurt followed her husband to Eindhoven so he could further his academic career. His days were immediately filled with work, research, new colleagues and all the trappings of academia. But as the trailing -or more politically correct ‘accompanying’- spouse, Seda’s new life looks very different from her husband’s.

“I spend a lot of my time at home cooking Turkish food, experimenting with flavors so that Furkan doesn’t miss home too much”, says Seda. Like a lot of young newlyweds, Seda is learning to live independently and is busy creating a home with her partner. It’s a normal process and part of the transition for many to adulthood. But there’s one major difference - Seda’s doing all of this in a foreign country far away from her support network of family and friends. For better or for worse. For richer or for poorer. In our own country or abroad. Given the ever-increasing globalization of the employment market, it could be time to tweak the traditional wedding vows. Here’s a little history: baby boomers (the generation born after World War II, roughly between 1946-1964) valued loyalty and usually stayed with one employer for the entirety of their working lives. Their kids, Gen Xers (currently in their midthirties to late forties), changed all that and began to move around from company to company in search of the best career and compensation. Gen Y or Millennials -like many TU/e-ers between the ages of 20 and 34- will take it one step further. According to a recent article on Forbes.com, “Generation Y has multiple passions and is more global than any of its predecessors, as 70 per cent of them say they would like to work abroad sometime over the course of their lives”. It’s a trend easily spotted here on campus, where international

students and staff are a common sight. And sixty per cent of the international staff didn’t come here alone - they packed up their luggage and their love lives and made the leap to Eindhoven as one half of a couple. But what’s life like for the partner who isn’t working for the university? How do they find their place and fill their days? And what sort of impact does moving abroad have on a relationship? Australian Yolanda Smith remembers her first months in Eindhoven with her partner Muttalip Temiz (Mechanical Engineering) in 2013. “We arrived and it was snowing. I locked myself inside. It was an effort to even get dressed. I couldn’t look for work. I couldn’t do anything. Muttalip would come home and ask ‘What did you do today?’ and I would say ‘Don’t ask me that question. I have nothing to tell you. It makes me depressed to hear that question’.’” While the first few months can be rough for anyone immigrating to a new country, accompanying spouses face additional obstacles. Local expat psychologist Suzana Cvetkovic explains: “The trailing spouse, usually a woman, is immediately confronted with losses: often losing the opportunity to work in her profession, which as a consequence brings losing her social status, losing the opportunity to develop professionally and have that source of fulfilment, losing economical independence and professional contacts. It’s a huge burden she needs to carry without the support of family and friends.” Advisor Internationalization Willem

van Hoorn helps staff and their spouses adjust to life at TU/e and sees the problem first-hand. “Often there isn’t a big gap in education levels between the employee and his or her partner. And if an engineer brings an engineer, then chances are high that that person will be able to find a job. But when the spouse is a lawyer or doctor or something that doesn’t translate easily to the Netherlands, that’s when you have problems.”

“I was someone and now I’ m no one” Seda Baskurt is one such spouse who left behind a fulfilling job in mental healthcare. “I cried so much. I said to my co-workers ‘I don’t want to hand in my keys! I want to work here!’. I feel useless not working. I was someone and now I’m no one. No one needs me.” Her husband, Furkan, echoes her frustration, “it’s one of our biggest problems. She wants to study clinical psycho­ logy. But she needs to speak Dutch and we need to find tuition money for her”. “Accompany spouses face real obstacles in finding meaningful things to do”, explains Van Hoorn, “and that can raise identity questions. They can begin to think ‘Who am I if I can’t work and contribute something?’ People often say ‘Just give me something useful to do!’”.

So, what happens to a couple when they move abroad? If one partner is struggling with the transition, what sort of influence does this have on the relationship as a whole? Psychologist Suzana Cvetkovic outlines the process, “the trailing spouse needs to make a leap of faith for her partner, facing the insecurity of the unknown. She’ll have to do it with whatever opportunities she can still find for herself. It is uncertain if that will be enough to compensate for everything she left behind. Without peace and fulfilment, the relationship gets under pressure”. Yolanda Smith recalls her feelings soon after her move, “I started thinking about what would make me happy. I’ve always wanted to have children and I thought ‘This is the perfect time. I have nothing to do’. That was an interesting topic to bring up in such a new relationship!”. Muttalip says the stress of the first months was difficult for him too. “She had some hard times in the beginning. It, of course, affected me as well. At this point a man’s duty is to keep his wife or spouse happy because no man can be happy if his partner is not. I believe passing through this phase together made us see that we can overcome problems when we stick to each other.” According to researchers, “sticking to each other” is what can make or break an expat couple’s life abroad. One key study by Yvonne McNulty outlines some of the factors at play for couples when they move to a


Zoom in | 25

See for more news www.cursor.tue.nl/en

new country. According to her research, “‘a strong marriage’ was perceived by trailing spouses to be an important factor in coping with international life. A move abroad can either reconfirm the couple bond due to an increased reliance on each other for social and psychological support, or it can place a strain on a relationship that may lead to separation or divorce”. Christian and Corinna Ottmann (Department of Biomedical Engineering) might have only moved 150 kilometers away from their native Dortmund, Germany to come to TU/e but Corinna, who also has a PhD in Biomedical Engineering, left behind her support network and a job she liked for Christian’s associate professor position. Luckily, their marriage has also adapted to the strains of life abroad, “we’re working more together to organize everything”, explains Corinna. Christian concurs: “The most important thing is to be involved in the day-to-day life of your partner. Don’t do these 10-12 hour days and ignore what’s going on at home. Otherwise, there’s a real danger that it crashes”.

“If we were in Turkey or the US, I might not get to know him so well” Seda and Furkan Baskurt think coming to the Netherlands could even be a positive step for their new marriage. “If we were in Turkey or the US, I think I would spend more time with my family and friends and I might not get to know him so well”, says Seda. Furkan agrees: “We don’t have any relatives here and I think this makes us be more together and share things with each other”.

Seda and Furkan Baskurt.

So, where’s the happy silver lining in the dark, Dutch clouds for these trailing spouses? Can following your love to TU/e also be a positive step? Russians Nastya Redko and Anton Litke (Chemical Engineering) say yes. Though she’s had her ups and downs like any new expat, Nastya appreciates the freedom of life abroad. “I feel easier here than I did in Russia. Back home, I felt a lot of pressure from parents and friends. I heard ‘When will you

get married?’. And now I hear ‘When will you have kids?’. But I hear it less here. I think if I was back in Russia, I would have already had a baby. Here I can think for myself. I can plan what I want to do this year and next year.” “Being in another country presents lots of new opportunities”, says Cvetković. “Not being able to do what you’ve been doing in your home country opens the possibility to try new things. You are turning towards your talents and interests, exploring which occupation would satisfy you. That way you are expanding as a person and you are redefining, reinventing yourself.” Luckily, TU/e has also recognized that the accompanying partner’s happiness has a real impact on the success of its researchers. “After we had lost three promising scholars in one year, we realized we had to do something”, explains Willem van Hoorn. “We had to go beyond a Dutch taboo -our separation of work and private life- and find something to help the accompanying spouse.” Part of the solution has been to invite spouses to the university’s introduction days and to link them with Indigo Wereld’s ‘Get in Touch’ program: a local program created specifically for the spouses of international knowledge workers. Nastya Redko says it’s been vital to helping her create a more fulfilling life in Eindhoven. “Without the Get in Touch program, it would be much more difficult. When I first arrived, I thought ‘Everyone is so different culturally. I probably won’t get along with anyone but Russians’. But then we had a talk about what everyone does when they feel sad and I saw that we all have the same emotions and we do the same things. You see that our differences aren’t so big.” Her husband Anton sums up their strategy for adapting to their new lives in Eindhoven: “We came here to change something. So if you come here, you need to change. That’s the whole point of coming abroad - the point is to explore something new”. For her part, Seda Baskurt says that she tries to balance her dark days with a perseverance to find her place in Holland. “If you’re in a place of being negative, then it’s very hard to feel positive. But even though it’s hard, the best thing to do is to try. You just have to try.”


26 | Research

17 April 2014

4 burning questions 1 ’s on What f your o r e ov ? the c ation t r e s dis

2 Wh a peo t do yo ple u te a whe t par ll ties n abo ut y they a sk our rese arch ?

4

3 What person, technology, or device has been essential for your research?

Remco Magielse | Industrial Design

Intelligent lighting

1 | cover The front cover shows one of my designs: a ceiling tile with integrated LED lighting with a wireless control system. Many people see a UFO, though.

3 | essential Apart from a myriad of co-workers and supervisors

2 | parties I usually explain that I design intelligent lighting that adapts to the environment through intelligent algorithms. Designing such systems is a complex task, because it involves many different factors. There is, of course, technological complexity: how do you make these kinds of systems, and how do you make them intelligent? And there is also social complexity: these lighting systems are used by people, and influence people’s behaviour.

does How efit n e b ty socie ur work? yo from

who have all been essential, I could not have done all this without the prototyping tools (lassercutter/3d-printer) available at the Department of Industrial Design. In the end, I made between 60 and 70 luminous tiles for use in various installations.

4 | society benefit Even though my work focused on lighting

applications, the design knowledge can be applied more broadly. For my project, I designed holistically, trying to integrate various aspects (techno­ logical, social and interaction-related) of the system.

Laurens Lindenburg | Biomedical Engineering Sensors made by bacteria 1 | cover

In each of the 96 wells of this plate, bacteria express a distinct variant of a fluorescent sensor protein. ‘The protein changes its fluorescent properties the moment it binds to an HIV antibody. The protein consists of two variants of the Green Fluorescent Protein (GFP), emitting a green glow when excited by blue light. I was looking for an efficient way to test new variants capable of recognizing other antibodies. In this picture, the red bacteria serve a purely decorative role.

2 | parties I have been developing fluorescent protein sensors that detect various small molecules, like magnesium, zinc, or bile acids inside the cell, as well as sensors that can detect antibodies. Our latest red-shifted fluorescent sensors have enabled us to measure different molecules at once inside the same living cell, thanks to the spectral separation of red and green light.

Efe Kemaneci | Applied Physics

3 | essential The new confocal microscope in the Cell and Tissue Engineering Lab allowed us to measure cells with high spatial resolution and with a very flexible choice of fluorescence excitation and emission wavelengths. 4 | society benefit Our sensors will help anyone with a fluore­ scence microscope elucidate basic cell functions. As they are genetically encoded, they can be shared easily by mailing the DNA. Also, the sensors simplify the screening of potential drugs for effects on specific cell functions.

Optimizing plasmas to make optical fibers

1 | cover Each colored line is an abstract representation of a key subject or a notion in the dissertation: optical fibers (white), the backbone of the modern communication; control volumes (light turquoise), one of the most-used concepts in computational plasma physics and fluid dynamics; microwave fields (dark turquoise), a way of energy coupling with plasmas; and low dimensional manifolds in density space (blue), mathematical structures used to cope with the complexity of the chemistry. 2 | parties I worked with a collection of mathematical techniques that let you calculate the number of electrons, atoms or molecules within the plasma and their temperatures. These techniques are mainly used to better understand the plasmas and optimize the related processes in the fabrication of the optical fibers.

3 | essential I do accept the thesis as a whole and I think every part, technique and person has played an important role in the whole endeavor. However, if I were to pick one thing that’s been indispensable it would be Plasimo, the code employed for the simulations. 4 | society benefit The thesis helps understand and improve one of the most important processes in the production of optical fibers, so in this sense it is another step towards faster communication. At the same time the techniques in the thesis are also useful for similar processes employed in the fabrication of microelectronics or fusion studies.


People | 27

See for more news www.cursor.tue.nl/en

And how are things in Pretoria? More and more TU/e students go abroad for their studies to follow courses, internships or a doctorate path. What is it like to find your way in a new country? Students tell their stories.

In January I started my semester at the University of Pretoria. I’m working on a project to improve the living conditions in the Mamelodi slums, located at a thirty-minute drive from Pretoria. Apart from the poverty, garbage, and ‘homes’ -most are made of no more than some wooden or metal sheets- I was surprised to see the residents’ cheerfulness and the pride they take in their slum. For this project, it’s important to respect existing social networks, and be careful not to look at the problems from a superior viewpoint. It’s essential to talk to the residents in order to find out what the actual problems are. My group focuses on youth, and to that end we’ve conducted research at a secondary school to determine what young people do in their spare time. Sadly, they hardly do anything, and the main reason for that is a lack of facilities. With the help of the children and their parents, we’ll be looking into desirable facilities, and how they may improve the living conditions of the kids. The second day we spent at the school, which happened to be very modern, I came to the painful realization I wasn’t in the Netherlands: the school closed early because one of the teachers had raped a child. None of the children were very surprised, since ‘it tends to happen here’… When I’m not studying I try to travel as much as I can. I’ve already visited Durban, Port Elizabeth, Jeffrey’s Bay, and Cape Town, and just returned from Mozambique. Two weeks from now, I’ll be going on a safari with a 4x4, travelling through Botswana to the Victoria Falls. It’s the best semester abroad I could have hoped for!

Bram (right)

Bram Bo m Architeaster stutdterman, t of Physcitcsure and en and S Building ervices Would you also like to write an article about your time abroad? Please send an email to cursor@tue.nl.

Read more stories online: www.cursor.tue.nl/en

Life after TU/e

Name: Pu Li Place of Birth: Huzhou, Zhejiang Province, China Date of Birth: 28 May, 1985 Studied at TU/e: August 2007-August 2009. Master of Science, Electrica l Engineer Current position: I am working at ASML as a startup engineer in the Application & Business Support department What kind of job do you have now? As a startup engineer, I lead the project for ASML products and options in the customer site. Besides teaching the customer and local team the technologies of the tools and the analysis skills for solution searching, I am the bridge between custome r and ASML, and between the ASML local office and ASML Headquarters in Veldhov en. The work itself is exciting and challenging. I can travel to different countries to execute the project on-site, and most trips are quite long. So far I have conducted four projects in three regions (Singapore six months, Korea nine months and Taiwan twelve months). The trips are also a perfect opportunity to get to know the culture and people, which is a bonus that comes with my current job. How did you find your job? In 2010, I was doing a research project in Israel. A friend at ASML informe d me about the vacancy of my current position. She helped me by recommending me. I flew to the Netherlands for an interview. Two weeks later I got the offer. For the engineer work, I would say it is relatively easy to get a job, even for international student s. For other positions, language is often a problem for most non-Dutch people, even though it’s possible to work around that.

What happens to international students after they graduate from TU/e? Do they go job hunting in the Netherlands, pack their bags and explore the world, or return to their home countries? International TU/e graduates talk about their lives after TU/e.

How do you reflect on your time at TU/e? The best part of the time at TU/e is that there are always great opportu nities to gain experience in high-tech industries. But there was more to my time at TU/e than just study and work. Compared to Chinese students, Dutch students tend to enjoy life after work more. There is even a club in the basement of the Potentiaal Building (EE) that sells beer every week, which would drive most professors in China crazy. I got to know several good friends from other countries (including the Netherla nds), but I would have had more if I were given the chance to do my master study at TU/e again. What advice would you give to current students? Join the activities of the university and be part of them. That goes for Dutch students as well: you will get to know more interesting things from Chinese student s, much more than just Chinese food and ‘Hanky Panky Shanghai’. Mingle with the students from other countries. Most importantly, do not just stay in your own world, and do keep an open mind to all the new things. One useful suggestion to internat ional students who want a job in the Netherlands after graduation is: always make sure to use every opportunity to build your network outside of the class study. Possibly , the internship you did in the company or the alumni you knew during the beer drinking can help you to find a position which is not shown in the job board.


24

Donderdag april, 13.45 - 15 Auditorium co .30 uur, llegezaal 1, TU /e -c ampus Openingslez in

g college Tech nology, Peace and S ecurity

Lezing van voor van Middelkoo malig minister van Defens Afghanistan anp: ‘From the fall of the Wal ie Eimert in a changing d further. The Dutch milital to world, 1989-2 ry 014’. Entreekosten: gratis

don’t TU/e and Eindhoven so you Cursor collects all events at , and nts eve ic athletic and academ have to. Symposiums, films, notify can You nl. ue. or.t urs w.c at ww to parties: you can find them all ail em an d sen website, please e us of new events through our her will ine gaz Ma sor Cur do so. cursor@tue.nl if you want to ing happenings. publish a selection of upcom

tot uur (entree 0 .0 8 0 0 dhoven april, 22.0 traat 13, Ein s e g a H Donderdag n e T allenbak, 01.45 uur), B hockeypolo

17

O, in je

NTF 3, YOL

alle r open voor e TH 13 wee t ditmaal plaats op d n va n re gaan de deut het NaTentamenFees artiel samen dit erde kwartiel nd kw Ook na het dIn verband met Pasen vi et ESC organiseren dita ‘YOLO, in je hockeystudenten. dag. Don Quishoot en h te blijven, is het them een donder est. Om in deze sferen ’. grootsche fehte kak in de Ballenbak polo - als ec : gratis Entreekosten

22

Dinsdag en w Filmhuis De Zw oensdag a arte Doos, TU/e pril, 20.00-22.00 uur, -campus Only

23

lovers left ali

v

e Een charmante Dat is ‘Only lo , intrigerende en soms droo vers left alive’ nogal snobistis volgens cinem gkomische ode aan de kuns t. Vermomd al de wereld verv che bloedzuigers. Rode dr a.nl. De film draait om Adam s een vampier aa uilt en de men sheid verloederd is de wanhopige zoektochen Eve, twee kunstminnendenfilm. t steeds zeldza t naar puur bloe e en mer is geworde Entreekosten: d, dat naarmat n. 7,50 / 3,50 euro e voor studente n

Wedne sd Blauwe ay Zaal A

23 April, 1 2.

40 - 13.3 m , TU/e ca 5 uur, echan mpus ics: it’s a

Microm

uditoriu

23

30

Woensdag april - woensdag april, Studentensportcentrum, TU/e-cam pus

Sportkaartvrije introweek

Een week lang gratis de keuze heb sporten? Op het Studentensportcenben uit zeventig verschillende trum kunnen sportkaarthouders van 23 tot 30 april weer een medestu Fontys of Design Academy meenem dent of collega van de TU/e, natuurlijk ook mogelijk om op eige en om lessen te volgen. Het is n gelegenheid kennis te maken met de uitgebreide faciliteiten en mog elijkheden die het SSC biedt. Entreekosten: gratis (sportkaart nu verkrijgbaar voor 35 euro)

mei, onderdag 15 0 d l ri p a 3 tot 18.0 Woensdag 2 g van 09.00 vrijda maandag t/m w, TU/e-campus bou uur, Hoofdge

Collector’s

Items

ezen, rseleinen po ls, petjes, po nog veel fe uf kn n, pe En op ze G.I Joe-actiep s en wegwerpaanstekers. sultaat van on puntenslijperse verzamelingen. Het re acht door visueel br en ge m bijeen eerd meer im aatschappij, ij is gefascin consumptiem t van de Luijtgaarden. H n spullen. ‘Winkels kunstenaar Perditeit van de veelheid aawaar hebben we het door de absuds groter en voller. Maar worden stee nodig?’ allemaal voor : gratis Entreekosten

Foto: Pet van de Luijtga arden

Profess live! Giessenor Micromech mechan , group leade anics of Mate Materia ics at the The r of the resea rials Erik van challen ls (University Zernike Insti rch unit Microder materiages in the mic of Groningen tute for Advan ­ compo ls in contrast romechanics ), discusses thced in a trulysite materials to classical e of biological e may fin multidiscipli . By acceptingngineering and me d a new futur nary team effo these challen e in the r g to atten dicine. It is hig broad fit, micromecha es, d this le n h cture (c ly recommen eld of biology ics ded to h e c k tu registe Entranc e.nl/sg r e fee: n ). one


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.