19 6 juni 2013 | jaargang 55
Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven Voor nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op enmm
12 | D e proefkonijnen van het Bachelor College 6 Een elektronische huid
11 Keuzestress
20 Het nieuwe racemonster van URE
Flip for English
2 | Vooraf
6 juni 2013
Leonardo en Lex
Colofon Hoofdredacteur Han Konings
Eindredacteur Brigit Span
Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Frits van Otterdijk Norbine Schalij Monique van de Ven
Medewerkers Nicole Testerink Gerard Verhoogt
Fotografie Rien Meulman Bart van Overbeeke
Coverbeeld Bart van Overbeeke
Opmaak Natasha Franc
In deze editie veel aandacht voor het Bachelor College, dat er bijna het eerste jaar op heeft zitten. Je zou het de maiden voyage van het BC kunnen noemen. Dean Lex Lemmens werd in 2011 geronseld als kapitein en kreeg de taak dit onderwijsschip in korte tijd in elkaar te timmeren en het op 1 september 2012 te water te laten. Afgelopen jaar moest hij het splinter nieuwe vaartuig op koers zien te houden. In het verleden zijn nogal wat maiden voyages slecht afgelopen. Het schip zonk of explodeerde, de kapitein bleef tot het bittere eind aan boord, een groot deel van de bemanning en passagiers ging letterlijk naar de haaien. De eerste en tevens laatste reis van de Titanic is het meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld van zo’n desastreuze onderneming. Hoogmoed kwam voor de val en zelfs Leonardo di Caprio kon in de film het tij niet keren. Wie het interview met Lemmens leest, ziet de ijsbergen voorbij drijven die
Rewwwind www.cursor.tue.nl Han Koning s
MetaForum wint Gulden Feniks voor beste transformatie het BC voortijdig tot zinken kunnen brengen. Zo bestaat bij de opleidingen de neiging zelf weer wat meer aan het roer te trekken. Soms stond er plotseling een tussen(toets)schot open waar water door naar binnen spoot, wat de boot uit balans bracht. Lemmens houdt het roer echter stevig in handen en wist bijtijds de schotten te dichten. Van hoogmoed is geen sprake; hij is reëel over wat er fout is gegaan en wat volgend jaar beter moet. Laten we hopen dat de ijsbergen het komend jaar niet te groot worden. Zie pagina 12 tot en met 19.
Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau
Redactieraad prof.dr. Cees Midden (voorzitter) prof.dr. Hans Niemantsverdriet Angela Stevens- van Gennip Thomas Reijnaerts (studentlid) Arold Roestenburg Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)
Redactieadres TU/e, Laplace 0.35 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl
4 juni 2013 - Het TU/e-gebouw MetaForum heeft de Gulden Feniks gewonnen in de categorie Transformatie. In totaal 92 projecten werden ingediend voor deze ‘prijs voor de bestaande voorraad’.
MetaForum, van Ector Hoogstad Architecten, is tevens genomineerd voor de internationale LEAF Award die in het najaar wordt uitgereikt.
ID-student beleeft succes met kussencontroller Pillo 4 juni 2013 - Ard Jacobs, masterstudent Industrial Design, is met zijn kussen controller Pillo genomineerd voor de Future of Health Award. Op 21 juni
wordt de winnaar bekendgemaakt, die 200.000 euro in ontvangst mag nemen. “Een mooie financiële injectie om mijn product verder te ontwikkelen.”
TU/e gaat markthal MetaForum weer ‘Forum’ noemen
Dikke pret Promovendus Rob Tieben probeert pubers meer te laten bewegen. Daarvoor zet hij op scholen de leukste installaties neer. “Maar liever niet in de aula”, hoort hij vaak, “daar is het al zo druk.” Hij kwam erachter dat op veel scholen niet meer gevoetbald mag worden. Schooldirecties willen leerlingen graag rustig houden en laten zitten. Op pagina 8 zegt Tieben: “Niemand lost het obesitasprobleem in zijn eentje op.” Zeg dat wel.
In Rewwwind ‘spoelen’ we kort terug naar de afgelopen weken. Welk nieuws is na het verschijnen van de laatste papieren Cursor op de Cursor-site verschenen?
4 juni 2013 - De TU/e gaat de markthal van MetaForum in haar officiële uitingen ‘Forum’ noemen. Geen nieuwe naam, benadrukt universiteitssecretaris dr. Nicole Ummelen: het plein heet
al zo sinds de naam voor de nieuwe W-hal bekend werd. Maar in de wandelgangen blijkt ‘markthal’ sterk - en dat is wat Ummelen betreft ook “geen enkel probleem”.
Thêtaan Lisa Scheenaard pakt zilver op EK
Norbine Sc halij
Cursor online
3 juni 2013 - Op de Europese kampioen schappen roeien in Sevilla was er zondag 2 juni zilver voor de dubbel vier van de Nederlandse vrouwen.
Thêta-roeister en Bouwkundestudente Lisa Scheenaard maakte deel uit van de succesvolle equipe.
www.cursor.tue.nl
Presentatie racewagen URE niet geheel vlekkeloos
Druk Janssen/Pers, Gennep
Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745
© 2013. Auteursrechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming van de hoofdredacteur. De redactie behoudt zich het recht voor om aangeboden artikelen te wijzigen.
31 mei 2013 - De presentatie van de URE08, de nieuwste bolide van University Racing Eindhoven, verliep vrijdag niet geheel vlekkeloos. Tijdens een
demonstratierondje op de Groene Loper schoof een van de voorgangers -de URE07- van de baan in de dranghekken. Het publiek kwam met de schrik vrij.
De mens achter het nieuws Robbin van Hoek | “Nog geen tijd voor vakantie” Robbin van Hoek (21) behaalde vorig jaar zijn bachelor Werktuigbouwkunde en is dit collegejaar fulltime in dienst bij University Racing Eindhoven als suspension manager. Vorige week donderdag, bij de presentatie van URE08, zat hij achter het stuur van dit nieuwe paradepaardje van URE. Je twee voorgangers wisten de demonstratierondjes niet helemaal zonder kleerscheuren af te leggen. Reed je daarom zo voorzichtig? “Nee hoor. Het was al de bedoeling om het heel voorzichtig aan te doen; we hadden de auto maar net op tijd af. Vijf minuten voor de presentatie hadden
we nog een probleem met de batterij opgelost. Vooraf hebben we alleen de remmen kunnen testen; dat was uiteraard een vereiste. Maar verder waren het de eerste meters van de URE08. Dan doe je het rustig aan.” Dat klinkt alsof het nog flink aanpoten is geweest. “Dat kun je wel zeggen. We hebben maandenlang tot ’s avonds laat doorgewerkt. De laatste maand hebben wij als fulltimers zelfs in ploegendienst gewerkt tot drie uur ’s nachts. De ene ploeg werkte door tot in de nacht en de volgende ochtend stond de nieuwe ploeg weer om acht uur klaar. De vijf uur
dat er niemand was, gebruikten we om lijm te laten drogen of onderdelen af te bakken.” En nu? Tijd voor vakantie? “Absoluut niet. Ik ben een van de aangewezen coureurs voor de wedstrijden die we deze zomer op de circuits van Catalunya en Hockenheim zullen rijden. We gaan nu hard trainen en kijken wie goed is in welk onderdeel van de Formula Student-competitie. Vorig jaar heb ik in Duitsland het onderdeel Skidpad gewonnen, dan moet je achtjes rijden om het bochtgedrag van de auto te demonstreren. Mijn vakantie begint als ik in september aan mijn master begin. (TJ) Zie ook pagina’s 20 en 21.
Robbin van Hoek. Foto | Bart van Overbeeke
Vooraf | 3
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Vox Academici Dr. Heiner Friedrich, UD Materials and Interface Chemistry, faculteit Scheikundige Technologie
Hoe belangrijk zijn supercomputers bij het ontrafelen van eiwitstructuren? Voor het eerst is de chemische structuur van de HIV-1 eiwitmantel in detail blootgelegd, een legpuzzel van zo’n 64 miljoen atomen. Amerikaanse wetenschappers beschreven afgelopen week in Nature hoe de 216 zeshoeken en 12 vijfhoeken precies gerangschikt zijn. Een spectaculaire vinding en belangrijk voor het ontwikkelen van nieuwe medicatie tegen het virus dat aids veroorzaakt. Toch is het ook vooral de inzet van supercomputer Blue Waters die de aandacht van veel media trok. Hoe bijzonder is het rekenwerk van deze computer en gaat hij nu standaard ingezet worden bij de ontrafeling van ingewikkelde eiwitstructuren?
“Het gebruik van supercomputers in dit veld is niet geheel nieuw”, zegt Heiner Friedrich, universitair docent bij de afdeling Materials and Interface Chemistry aan de faculteit Scheikundige Technologie. Als één van de onderzoekers van de Soft Matter Cryo TEM Unit maakt hij veel gebruik van hightech elektronenmicroscopie. “Er worden al langere tijd simulaties gemaakt aan de hand van hoge-resolutie cryoelektronenmicroscopische beelden. Maar de enorme dataset -er werden meer dan 60 miljoen atomen gemodelleerd- maakt het onderzoek bijzonder, voor zulke berekeningen kun je niet zonder supercomputer. En die zal in de toekomst alleen maar vaker gebruikt gaan worden: we willen steeds grotere en complexere structuren modelleren. Computers zijn dan al snel de beperkende factor. Gelukkig gaan de ontwikkelingen
Heiner Friedrich. Foto | Bart van Overbeeke
Beleving voor de ‘burgerij’ 4.500
Zo’n grote en kleine belangstellenden bezochten zondag 2 juni de TU/eXperience-Publieksdag. Op locaties op de campus konden ze kiezen uit in totaal activiteiten. Zo kon er onder meer worden geknuffeld met robot-dino’s, werden doe-het-zelfrobotjes gesoldeerd, gingen naar schatting tubes zelfgemaakte tandpasta mee naar huis, bezoekers een 3D-foto gemaakt en schoot werd van zo’n URE 500 polaroids van kinderen in hun raceauto’s. Het record dat werd gevestigd bij de wedstrijd ‘wie maakt de langste nylondraad’ (uit het grensvlak van twee vloeistoffen) kwam op meter.
200 300 260
4 26 5
30
‘Burgerijdagen’ heetten de open dagen van de Technische Hogeschool vroeger. Later werd de Publieksdag in het leven geroepen, die nu al jaar wordt gehouden.
22
386
Maar liefst studenten en medewerkers waren zondag in touw om de dag in goede banen te leiden. (MvdV)
Foto’s | Bart van Overbeeke
razendsnel. Je moet je bedenken: de computer die nu op je bureau staat, was de supercomputer van de jaren tachtig...” “Daarnaast blijft het feit dat het om het hiv-virus gaat natuurlijk niet onopgemerkt. Maar ook puur technisch gezien is het een knap staaltje werk, vooral de stap in resolutie die ze gemaakt hebben.
“Hier gaat je onderzoekshart wel even sneller van kloppen” Waar eerst met dergelijke structuren een resolutie gehaald kon worden van zo’n 1,6 nanometer tonen ze nu beelden met een resolutie van 0,8 nanometer. En een verlaging met een factor twee is wel tien keer ingewikkelder. Als je dan zo’n reconstructie beschreven ziet, daar gaat je onderzoekshart wel even sneller van kloppen - schitterend.” “In de wereld van de materiaalwetenschappen maken we ook gebruik van simulaties, maar op een ander niveau.
Cellen hebben als groot voordeel dat ze eiwitten en eiwitcomplexen kunnen synthetiseren; die kunnen dan in detail bestudeerd worden. Maar polymeren zijn niet met atomische precisie te maken. Bovendien zijn we meestal ook juist geïnteresseerd in de grotere aggregaten. Hoewel we best wat rekenkracht nodig hebben, kunnen we nog prima zonder de hulp van supercomputers. Onze uitdaging zit op een ander vlak. De meeste materiaalwetenschappers hebben ‘droge’ materialen onder de elektronenmicroscoop liggen die redelijk ongevoelig zijn voor de elektronenstraal. Daardoor kun je ze uren achtereen bestuderen. De nanodeeltjes waar wij mee werken zitten in een oplossing en die zijn juist heel gevoelig en kunnen ook nog eens verschillende vormen hebben. Des te uitdagender om daar een mooi model van te maken. Want daar draait het uiteindelijk om, zoals ook geldt voor het betreffende artikel: het levert een structureel model dat als handvat dient voor hypothese-gebaseerd onderzoek. Je krijgt een beeld in handen van hetgeen je onderzoekt, vervolgens kun je gerichter vragen gaan stellen. En dat is een belangrijke stap vooruit in de wetenschap.” (NT)
4 | Gelinkt
6 juni 2013
Verrijkt door het same De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds twee van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.
Toen een collega zei: ‘Ga je terug naar je eigen land?’ was de Italiaanse docente Irene Curulli verbaasd. “Ik woon en leef in Nederland, naar Italië ga ik op vakantie”, dacht ze bij zichzelf. Curulli en haar Franse collega bij Bouwkunde Sophie Rousseau over hun ervaringen als buitenlandse docent aan de TU/e.
Rousseau (Frankrijk, 1957) werkt sinds 1999 aan de TU/e, Curulli (Italië, 1964) sinds 2003. De overgang naar de TU/e viel ze mee. Ze waren een van de vele buitenlanders en beiden studeerden eerder in Nederland. Toch ging het niet allemaal vanzelf. Curulli: “In het begin moet je alles uitzoeken, wil je alles begrijpen. Een houding van ‘mijn cultuur is de beste’ werkt niet. Juist als je de goede dingen van beide culturen samenvoegt, word je verrijkt.” Rousseau bevestigt: “Je moet nieuwsgierig zijn en relativeren. Toen ik als student voor het eerst naar Nederland kwam, voelde ik me in het begin meer Française dan tevoren. Alles was anders en ik deed zelf ook alles anders. Naast andere ervaringen, onder andere in Oostenrijk en Engeland, heb ik nu hier inmiddels ook een verleden, dus ik weet nu niet meer in hoeverre ik nog een echte ‘Froggy’ ben. Anderzijds, dé Fransman bestaat toch niet. Dat hangt af van sociale klasse,
inkomen, achtergrond, lokale omstandigheden. Net als hier.” Curulli: “Je krijgt al gauw een cultuursticker opgeplakt: over eten, politiek, enzovoort. Ik herken me niet in die stereotypen, maar het is wel je image. Studenten en collega’s zijn zich daar vaak niet bewust van, maar door dingen te vergelijken gebeurt dat alsnog. Ik bevraag studenten daar ook naar in hun ontwerpopdrachten.” Rousseau studeerde in Parijs, waar docenten studenten wilden klonen: “Ze reproduceerden wat de grote ster, de atelierleider, dacht. Hier help je studenten hun eigen weg te vinden. Het is goed dat iemand zich bewust wordt van wat hij doet en waarom.” Curulli: “Ik was verrast door het aantal studenten. In Italië zitten de klassen overvol en heb je een ‘publiek’; hier werk je 1 op 1. Ik push studenten om zichzelf te bevragen en initiatieven te nemen.”
“Je krijgt al gauw een cultuursticker opgeplakt” Taal en cultuur, merkten ze, is meer dan een communicatiemiddel. Rousseau: “De Nederlandse cultuur lijkt niet hiërarchisch, maar hiërarchie is er natuurlijk wel. Het lijkt wel een kunst om niet te laten zien wie de baas is.
Sophie Rousseau komt al tijdens haar studie in Parijs naar de TU Delft om daar onderzoek te doen naar sociale woningbouw in Nederland. Onderzoek voor het Franse ministerie en de Europese Federatie van Volkshuisvesting bracht haar terug naar Nederland. Op 1 december 1999 was haar eerste werkdag op de TU/e. Onlangs was de universitair hoofddocente van de faculteit Bouwkunde een van de winnaars van het Onderwijsinnovatiefonds 2012-2013 met een aanvraag voor ‘Film als eindtoets’.
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Gelinkt | 5
envoegen van culturen Als ik voor een excursie een groep Nederlanders ophaal, zie ik niet wie de baas is. Bij Fransen weet ik dat binnen enkele seconden.” Curulli: “In Italië ook.” “Nederlanders zeggen vaak en makkelijk ‘je’”, zegt Rousseau. “Maar ze gebruiken ‘je’ ook voor ‘u’. Als iemand je tutoyeert, denk dan niet dat je meteen gelijkwaardig of een vriend bent. In Frankrijk past iemands taalgebruik meer bij iemands status. Ondanks dat ik hier al lang woon, raak ik mijn Franse accent nog steeds niet kwijt.” Curulli: “’s Avonds lees ik Italiaans, om die taal fris te houden. Maar talen lopen soms door elkaar. Als ik met vrienden Engels praat, zeggen we niet meer ‘municipality’ maar ‘gemeente’.” De taal blijft een handicap, ook nu nog. Het moeilijkste is niet de woorden, grammatica of de uitspraak leren, wel de subtiliteit van de taal. Rousseau: “In het woordenboek staat niet hoe sterk, pijnlijk, agressief of leuk een bepaald woord is. Een zin als ‘wordt hier vandaag nog gewerkt?’ kan ironisch, grappig of agressief bedoeld zijn. Geweldig moeilijk voor buitenlanders. Zeker omdat Nederland een onder handelingscultuur kent. Als je niet goed met taal kunt spelen, kost het je meer energie om die handicap te overbruggen.” Curulli: “Nederlands is erg pragmatisch. In het Italiaans draait men er meer omheen, we gebruiken meer woorden, meer non-verbale communicatie. Als Nederlandse vrienden een grapje maken, snap ik dat lang niet altijd.
De betekenis ervan zit zo in de geschiedenis en de cultuur, dat kan ik soms niet helemaal begrijpen.” Rousseau: “Pas nu docenten in de master Engels moeten praten, ontdekken ze dat je sommige woorden niet kunt vertalen of dat ze in de vertaling een andere betekenis krijgen. Dat probleem kenden wij al.”
“De subtiliteit van het Nederlands is het moeilijkst” Terwijl Rousseau regelmatig teruggaat naar Frankrijk voor haar werk, bezoekt Curulli Italië enkel met kerstmis en in de zomer. Ze vond het raar toen een collega vroeg: ‘Ga je terug naar je eigen land?’. “Want ik woon en leef hier en ga op vakantie naar Italië. Soms mis ik de blauwe mediterrane zee wel. En het eten.” Rousseau: “Eten is in Frankrijk een manier om te zeggen dat je van iemand houdt, of iemand bewondert. In Nederland niet.” Curulli: “Voor sommige dingen, zoals koffie, kan ik geen vervanging vinden. Maar Nederlandse friet is fantastisch.”
Interview | Gerard Verhoogt Foto’s | Rien Meulman
Irene Curulli -universitair docent bij Bouwkunde- studeerde architectuur in Reggio di Calabria, haalde haar master aan het Berlage Instituut (Amsterdam) en was PhD aan Universita’ Federico II in Napels. Ze gaf in Amerika les aan Cornell University en University of Oregon en begon in 2003 aan de TU/e. Ze won in 2010 de eerste prijs voor beste masterdocent.
6 | Onderzoek
6 juni 2013
Johan Hoefnagels voor de elektronenmicroscoop met daarin de nanotrekbank. Foto | Bart van Overbeeke
Onderzoek | 7
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Als een tweede huid State-of-the-art elektronica, geïntegreerd in een oprekbaar materiaal, dat je als een soort elektronische huid kunt aanbrengen rondom hart, hersenen en zenuwbanen, of als een kunstmatig netvlies op de oogbol. Daarmee worden allerlei futuristische medische toepassingen mogelijk, hoopt dr.ir. Johan Hoefnagels. Hij kreeg afgelopen maand een Vidi-subsidie om die droom waar te maken. De ontwikkelingen in de halfgeleider industrie leiden tot steeds kleinere, snellere en geavanceerdere elektronica. Nadeel van deze siliciumchips is echter dat ze zijn aangebracht op harde, nauwelijks buigzame printplaten. Dat is een van de redenen dat er hard gewerkt wordt aan flexibele, plastic elektronica - een ontwikkeling die oprolbare beeldschermen mogelijk moet maken. Flexibel is echter niet hetzelfde als oprekbaar, zegt Johan Hoefnagels. “Kijk maar naar dit vel papier. Ik kan het prima oprollen, maar niet in meerdere richtingen tegelijk vervormen. Papier is wel flexibel, maar niet oprekbaar, zoals rubber.” Alleen met oprekbare materialen kun je goed oppervlakken bekleden die in verschillende richtingen gekromd zijn, zoals een (oog)bol of onregelmatige vormen zoals een hart of andere organen. Bovendien kan oprekbare elektronica naadloos meebewegen met vervormingen zoals het kloppen van een hart. De mogelijkheden van oprekbare elektronica zijn eindeloos, denkt Hoefnagels, vooral in de biomedische hoek. “Je kunt het zo gek niet bedenken. Een oprekbare, elektronische huid zou je bijvoorbeeld om een hart heen kunnen trekken. Op die manier kun je een pacemaker maken, of het hart zelfs therapeutisch trainen. Ook kun je de hersenen wellicht bekleden met een elektronische huid. Men denkt dat je zo epileptische aanvallen kunt voorspellen en zelfs voorkomen. Of je zou er zenuwen mee kunnen omwikkelen en aansluiten op een bionische armprothese.”
Gelukkig zijn de werkzame componenten van siliciumchips inmiddels zo klein, niet groter dan tientallen micrometers, dat ze moeiteloos kunnen meebewegen met de vervormingen van een rubber printplaat. Hierdoor komen de starre stukjes elektronica echter wel verder uit elkaar te zitten. En daar zit volgens Hoefnagels het probleem: “Dat betekent dat de elektrische verbindingen tussen die componenten extra moeten oprekken om de starheid van de siliciumchips te compenseren. En omdat er slechts weinig ruimte beschikbaar is voor deze verbindingen, betekent dit dat die extreem oprekbaar moeten zijn.”
De mogelijk heden van oprekbare elektronica zijn eindeloos Die oprekbaarheid valt te bewerkstelligen door de draden te laten ‘meanderen’ als een kronkelige rivier. Het materiaal van de bedrading -bijvoorbeeld koper- is nauwelijks rekbaar. Maar als de draad dun genoeg is, is hij wel flexibel. Door de structuur gedraagt de bedrading zich dan als een soort springveer. Als je het geheel te ver oprekt, meer dan vijftig procent van de oorspronkelijke lengte, komt de bedrading los van de rubberen ondergrond. Om een vlak device als een ballon op te blazen tot een bolvorm, zoals Hoefnagels zou willen, moet de
bedrading tot wel vijfhonderd procent oprekbaar zijn. Om dat probleem aan te pakken, kreeg Hoefnagels -opgeleid aan de TU/e-faculteit Technische Natuurkunde en na een uitstapje naar het buitenland neergestreken bij Werktuigbouwkundeeerder al een Veni-subsidie. “In mijn Vidi-onderzoek wil ik micro-elektronica integreren voor oprekbare toepassingen op heel kleine schaal, maar de Veni draaide om grotere structuren. Dan moet je denken aan een oprekbare druksensorarray voor in autostoelen, om automatisch de juiste tegendruk te kunnen geven. Of toepassing op vliegtuigvleugels, om te zien waar beschadigingen ontstaan.” Zoals gezegd bleken deze oprekbare structuren kapot te gaan bij de aanhechting met de rubberen ondergrond. “Tijdens mijn Veni-onderzoek bleek dat het gunstig kan zijn om een soort semi-elastische bufferlaag tussen het rubber en de elektronica aan te brengen. Maar ik bedacht dat het misschien nog veel beter zou werken als je de bedrading zo veel mogelijk los houdt van de ondergrond.” Hoefnagels’ intentie is om de bedrading als het ware op te hangen aan minuscule paaltjes die uit het rubber omhoog steken, een beetje als elektriciteitskabels aan hoogspanningsmasten. “Die oplossing vormt de kern van mijn Vidi-voorstel.” Hoefnagels zal nauw samenwerken met Ronald Dekker, onderzoeker bij Philips en deeltijdhoogleraar aan de TU Delft. Dekker ontwikkelde bij Philips een ultrasounddetector van enkele millimeters groot, bedoeld voor kijkoperaties (zie afbeelding linksonder). Die detector zal volgens Hoefnagels dienst doen als zogeheten ‘demonstrator’ voor het Vidi-project. “Momenteel is de ultrasounddetector gemaakt met flexibele elektronica, aangebracht op een rigide behuizing. Het idee is om die elektronica oprekbaar te maken, zodat je het detectorvlak op kunt blazen tot bijna een bol. Dan kun je er gelijktijdig in alle richtingen mee kijken.” Een van de grote voordelen is dat je de detector in niet-opgeblazen staat kunt inbrengen via een klein sneetje in de huid. Pas als de detector bijvoorbeeld via een ader vlakbij het orgaan is gebracht dat de arts wil bekijken, kun je de 3D-optie activeren door het membraan met de detectorchips op te blazen tot een bolvorm. “Als eerste stap zou je met deze detector al via de slokdarm achter het hart kunnen kijken. Dan hoef je zelfs helemaal niet te opereren.”
De ‘demonstrator’ van het Vidi-project: een ultrasounddetector van Philips.
Toekomstdroom van Johan Hoefnagels: een netvlies bekleed met een oprekbare CCD-detector.
Om dat mogelijk te maken, wil Hoefnagels de vele tientallen microchips waaruit de
Schematische weergave van een opblaasbare detector van oprekbare elektronica. In donkerblauw de detectorchips, in geel de oprekbare bedrading op nanopilaartjes (net zichtbaar in lichtblauw).
ultrageluiddetector is opgebouwd met elkaar verbinden via heel dunne, kronkelende draadjes van heel zuiver koper, niet dikker dan een honderdtal nanometers. “Bij die afmetingen zou de draad ongeveer de juiste mechanische eigenschappen moeten hebben”, licht hij toe. Microfabricage van dit soort kleine structuren is alleen mogelijk met lithografische technieken in een plat vlak. De bedrading wordt echter zo ontworpen dat hij bij het oprekken uit het vlak zal bewegen.
Bij Mechanics of Materials is een speciale, ultragevoelige nanotrekbank ontwikkeld De kunst is om de siliciumondergrond te verwijderen en de microchips met bedrading over te brengen op een rubberen ondergrond, inclusief de pilaartjes voor de bedrading. Bij deze stap zal Ronald Dekker van Philips nauw betrokken zijn, vertelt Hoefnagels. “Philips levert een belangrijke bijdrage aan het project; we mogen ook voor bijna twee ton gebruikmaken van hun cleanroom. Dat komt bovenop de acht ton van NWO.” De geplande werkwijze is internationaal uniek, denkt hij. De concurrentie richt zich volgens hem vooral op grotere structuren. “Er is in Amerika wel een groep die ongeveer hetzelfde doet als wij, maar die werken al vanaf de eerste fabricagestap op rubber en daar kleven veel nadelen aan.” Met de Vidi kan Hoefnagels een
promovendus aanstellen die de rekbaarheid van de bedrading mechanisch moet testen. Dat is een zeer specialistisch werkje, aangezien de draden zo dun zijn dat je ze zelfs met een lichtmicroscoop niet kunt zien. Binnen Hoefnagels’ vakgroep Mechanics of Materials is daarom een speciale ultragevoelige nanotrekbank ontwikkeld, waarmee onder de elektronenmicroscoop gemeten kan worden. Een andere promovendus zal de metingen op de computer simuleren. In de eindfase van het vijfjarige project wordt nog een postdoc aangenomen die de oprekbare elektronica daadwerkelijk moet inpassen in de ultrasounddetector. Zelf zal Hoefnagels, expert op het gebied van materiaalmechanica, vooral fungeren als de spin in het web, die de verschillende onderdelen van het project met elkaar moet verbinden. Dat moet leiden tot een uniek product, met zoals gezegd talloze potentiële toepassingen. Als een soort afscheidsboodschap noemt hij er aan het eind van het gesprek nog een paar. “Bijvoorbeeld een elektronische huid vol sensoren voor druk, temperatuur, nabijheid, rek, en dergelijke, om robots een stuk handiger te maken. En met een oprekbare CCD-detector kun je een kunstmatig netvlies maken dat je kunt aanbrengen op de oogbol. Dat heeft ook niet-medische toepassingen. Voor hoogwaardige camera’s heb je dure lenzen nodig die corrigeren voor zogeheten lensfouten. In je oog is dat niet nodig, omdat je netvlies geen plat vlak is, maar deel van een bol. Met een gekromde CCD van oprekbare elektronica zou je dus heel makkelijk veel betere camera’s kunnen maken voor mobiele telefoons.”
Interview | Tom Jeltes
8 | Onderzoek
6 juni 2013
Tieners onbewust in beweging krijgen Hoe lok je sociaal en fysiek spel uit bij tieners? Voor veel schooldirecteuren en gemeentebestuurders een belangrijke vraag, waarop ID-promovendus Rob Tieben volgend jaar een antwoord hoopt te kunnen geven. Hij weet dan hoe je een interactief systeem ontwerpt waar je twaalf- tot achttienjarigen mee in beweging brengt. Grootste uitdaging: hoe houd je het levend? Tiebens promotie is onderdeel van het Play Fit-project, het vierjarig programma waarin hogescholen, universiteiten en het bedrijfsleven samenwerken om tieners meer te laten bewegen door gamen. “Ons streven is kinderen dertig maal per dag een minuut minder te laten zitten”, zegt Tieben. Tieners zitten veel; tijdens de lessen en na school achter de computer of voor de tv. Niemand kan het hierdoor veroorzaakte obesitasprobleem in zijn eentje oplossen, maar de inzichten die Play Fit met onderzoek opdoet, helpen wel. Tieben heeft twee van de vier installaties onder zijn hoede: de Wiggle Bench en de Walk of Fame. Deze twee testobjecten komen voort uit meer dan twintig prototypes. De eerste twee jaren van zijn promotie heeft Tieben besteed aan exploreren, iets wat hij de leerlingen ook graag laat doen. Samen met collega’s en studenten gingen ze aan de slag bij een zwembad, ontwierpen ze kleding en bouwden ze onder andere een pasfotohokje en een bankje. “In het zwembad stimuleerden we de tieners om bommetjes te maken. Deze werden gefilmd en kort geprojec teerd op een scherm. De kleding nodigde uit tot bewegen doordat er bij de gewrichten plooien waren gestikt waar witte stof uitpiepte bij buigen en dat was erg leuk onder blacklight. Het pasfotohokje werkte met lachspiegeleffect.
Als leerlingen een bepaalde code kraakten werd er een foto gemaakt. Dat was lachen voor andere leerlingen. Je zag dat ze met groepjes rond dat hokje hingen.”
“We stellen geen regels, kinderen ontdekken het zelf” Tieben herinnert zich zijn eerste wow-moment. “Leerlingen zagen zichzelf in een spiegel met een bepaald effect en dat werd op een muur geprojecteerd. Een jongetje droeg een T-shirt met een tekst erop en kreeg een idee. De keer erop kwam hij terug met een papiertje met ‘Het is pauze’. Daarna zette hij de tekst ‘Mohammed is verliefd op Sandra’ voor de camera. En toen ging iedereen los met papiertjes. Zo leuk dat ze op hun eigen manier een spel gingen maken.” Minder leuk was dat in dezelfde pauze Tieben zijn eerste baal-moment kreeg. “Toen de bovenbouw erbij kwam dachten zij leuk te zijn met obscene gebaren. Middelvingers en seksuele bewegingen. Dat toont de complexiteit. Hoe zorg je dat het niet uit de hand loopt? Geen regels; dat geeft kracht, maar ook risico. Net als bij de camera
onder water in dat zwembad. Je kon er dansen, maar er was ook een jongen die zijn zwembroek naar beneden trok, terwijl Hart van Nederland ernaast stond te filmen.” Zo is bij alle Play Fit-projecten zelfexpressie en sociale interactie heel belangrijk. “Ze kunnen zich lekker stoer tonen.” Tieben heeft ook te maken met pubers die zich niet willen laten zien. “Dat lost zich heel mooi op. Je zag bij dat pasfotohokje dat het heel druk was in de pauze, de haantjes voorop. Maar ’s ochtends vóór de lessen kwamen de stillere kinderen er in hun eentje naartoe.” Industrial Design noemt dit ‘Open ended play’. Heel veel verschillende kinderen moeten er op een eigen manier mee omgaan. “We stellen geen regels. Kinderen ontdekken ze zelf en vertellen elkaar. Het is een bewust ontwerp: complex, niet teveel minuten achter elkaar leuk, want het moet een maand lang elke dag leuk zijn. Daarom verandert er ook elke dag iets.” Zo gaat het ook met Tiebens Walk of Fame, een installatie in een schoolgang. Leerlingen lopen langs camera’s, hun lijven worden in drie delen geknipt en vermengd met andere lijven geprojec teerd op de muur. En hopelijk bij de Wiggle Bench. Vijf houten bankjes op metalen springveren staan in contact met elkaar en met een camera. In juni kunnen leerlingen van de Rooi Pannen in Eindhoven hier naar hartenlust mee spelen. Tieben zal hun gedrag van een afstandje gadeslaan. Negentig procent van je inzichten krijg je door observaties, weet hij. “De techniek is het makkelijkst, daarna begint het pas.” In september 2014 hoopt Rob Tieben te promoveren. (NS)
4 brandende vragen
Rob Tieben op de Wiggle Bench. Foto | Bart van Overbeeke
Saskia Bakker (ID) Aandachtsloze interactie met techniek
(Onder redactie van Tom Jeltes)
1 2 3 4
efschrift?
Wat zien we op de cover van je pro
Hoe leg je op feestjes uit waar je onderzoek over gaat?
2 | feestjes
We zien een bovenaanzicht van een tafel, met hierop diverse alledaagse attributen en twee interactieve lampjes, de FireFlies, die ik heb ontwikkeld. Berry (Eggen) en Elise (van den Hoven) zijn mijn promotor en copromotor. Normaal staan op de FireFlies de namen van de basisschoolleerlingen die meewerken aan mijn onderzoek.
Veel alledaagse dingen, zoals een kopje thee drinken, doe je bijna onbewust. De meeste interactieve producten, zoals mobiele telefoons, vragen daaren tegen juist veel aandacht. Ik probeer te kijken of je technologische interfaces zo kunt aanpassen dat je ze kunt gebruiken zonder dat ze te veel afleiden. Daarvoor heb ik de FireFlies uitgetest op basis scholen. Docenten kunnen deze lampjes van kleur doen veranderen om een boodschap over te brengen, zoals een compliment uitdelen of een beurt geven.
3 | onmisbaar
at is Welke persoon, techniek of appara oek? onmisbaar geweest voor je onderz
Wat heeft de samenleving aan
1 | cover
jouw werk?
De docenten die belangeloos hebben meegewerkt aan het onderzoek waren voor mij onmisbaar. Dergelijke proefpersonen zijn vaak moeilijk te vinden. Gelukkig zijn basisschooldocenten snel enthousiast, vooral als de leerlingen het ook leuk vinden.
4 | samenleving Uit mijn onderzoek blijkt dat mensen ook zonder aandacht interactieve technologie kunnen gebruiken. Met die wetenschap kunnen ontwerpers hun producten aanpassen zodat mensen gemakkelijker technologie in hun dagelijkse routine kunnen opnemen.
Onderzoek | 9
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Promoties
Maandag 10 juni, 16.00 uur, CZ4: promotie drs. W.J.T. Hulshof (W&I) Promotor(en): prof.dr. R.W. van der Hofstad Voorzitter: prof.dr. E.H.L. Aarts Titel proefschrift: ‘The high-dimensional incipient infinite cluster’
Maandag 10 juni, 16.00 uur, CZ5: promotie ir. A.J.M. Mackus (TN) Promotor(en): prof.dr.ir. W.M.M. Kessels Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: ‘Atomic Layer Deposition of Platinum from surface reactions to nanopatterning’
Woensdag 12 juni, 16.00 uur, CZ4: promotie drs. P.J.B. Gorissen (ESoE) Promotor(en): prof.dr. W.M.G. Jochems Voorzitter: prof.dr. D. Beijaard Titel proefschrift: ‘Facilitating the use of recorded lectures: Analysing students’ interactions to understand their navigational needs’
Woensdag 12 juni, 16.00 uur, CZ5: promotie ir. M.M.H.P. van den Heuvel (W&I) Promotor(en): prof.dr. J.J. Lukkien Voorzitter: prof.dr. E.H.L. Aarts Titel proefschrift: ‘Composition and synchronization of real-time components upon one processor’
Donderdag 13 juni, 14.00 uur, CZ4: promotie A. Krzyzaniak (ST) Promotor(en): prof.dr.ir. A.B. de Haan Voorzitter: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: ‘Extractant design for fermentative production of bio-based chemicals’
Donderdag 13 juni, 16.00 uur, CZ4: promotie ir. S. Bakker (ID) Promotor(en): prof.dr.ir. J.H. Eggen Voorzitter: prof.dr.ir. A.C. Brombacher Titel proefschrift: ‘Design for Peripheral Interaction’
Donderdag 13 juni, 16.00 uur, CZ5: promotie ir. G.P. Naaijkens (W) Promotor(en): prof.dr.ir. M. Steinbuch Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: ‘Reticle side wall clamping’
Maandag 17 juni, 16.00 uur, CZ4: promotie M. Irmscher MSc (TN) Promotor(en): prof.dr.ir. M.W.J. Prins Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: ‘Mechanics of the contact interface between cells and functionalized surfaces’
Maandag 17 juni, 16.00 uur, Filmzaal: promotie ir. F.P. van den Heuvel (IE & IS) Promotor(en): prof.dr. P.W. de Langen en prof.dr.ir. J.C. Fransoo Voorzitter: prof.dr.ir. J.W.M. Bertrand Titel proefschrift: ‘Co-location in Logistics Geography, Synergy, Policy’
Maandag 17 juni, 16.00 uur, CZ5: promotie S. Almutairi BSc (ST) Promotor(en): prof.dr.ir. E.J.M. Hensen Voorzitter: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: ‘The role of Lewis and Brønsted acidity for alkane activation over zeolites’
Dinsdag 18 juni, 16.00 uur, CZ4: promotie X.Y. Quek (ST) Promotor(en): prof.dr.ir. E.J.M. Hensen en prof.dr. R.A. van Santen Voorzitter: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: ‘Structure Sensitivity in Nanoparticle Catalysis For FischerTropsch and other Hydrogenation Reactions’
Dinsdag 18 juni, 16.00 uur, CZ5: promotie Y. Jiao MSc (EE) Promotor(en): prof.dr.ir. M.K. Smit en prof.dr. S. He Voorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Titel proefschrift: ‘Towards a monolithically integrated swept-source optical coherence tomography system in the 1.7 μm wavelength region’
Dinsdag 18 juni, 16.00 uur, ZD: promotie ir. I.A.C. Soute (ID) Promotor(en): prof.dr. P. Markopoulos en prof.dr.ir. J.-B.O.S. Martens Voorzitter: prof.dr.ir. A.C. Brombacher Titel proefschrift: ‘Head Up Games On the design, creation and evaluation of interactive outdoor games for children’
Woensdag 19 juni, 16.00 uur, CZ4: promotie O.O. Olaofe MSc (ST) Promotor(en): prof.dr.ir. J.A.M. Kuipers Voorzitter: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: ‘The Dynamics of Dense Pseudo-2D Fluidized Beds Experimental and Modelling Studies’
Woensdag 19 juni, 16.00 uur, CZ5: promotie M. Nabi Najafabadi MSc (EE) Promotor(en): prof.dr.ir. T. Basten Voorzitter: prof.dr.ir. R.H.J.M. Otten Titel proefschrift: ‘Wireless Sensor Networks for Pervasive Health Applications’
Intreeredes
Vrijdag 14 juni, 16.00 uur, BZ: intreerede prof.dr.ir. H. Butler (EE) - dhl Voorzitter: prof.dr.ir. C.J. van Duijn Titel: ‘De nanometer onder de duim’
Vrijdag 21 juni, 16.00 uur, BZ: intreerede prof.dr. M.E. Flatté (TN) - dhl Voorzitter: prof.dr.ir. C.J. van Duijn Titel: ‘Magnetism for Nanoelectronics’
Donderdag 20 juni, 16.00 uur, CZ4: promotie ir. R.M.W. van Bijnen (TN) Promotor(en): prof.dr. K.A.H. van Leeuwen Voorzitter: prof.dr. H.J.H. Clercx Titel proefschrift: ‘Quantum Engineering with Ultracold Atoms’
Donderdag 20 juni, 16.00 uur, CZ5: promotie ir. A.A.G. Sponselee (IE & IS) Promotor(en): prof.dr. D.G. Bouwhuis en prof.dr. B.A.M. Schouten Voorzitter: prof.dr. A.G.L. Romme Titel proefschrift: ‘Acceptance and Effectiveness of Telecare Services from the End-User Perspective’
Agnieszka Krzyzaniak (ST) Bio-chemicaliën uit bacteriën
Tim Hulshof (W&I) Rivierdelta’s en tegeltjeswijsheden
1 | cover
2 | feestjes
1 | cover
2 | feestjes
We zien wat er gebeurt als je een glas water neemt, een scheutje chili-olie toevoegt, een plastic pipet vult met dezelfde olie en die olie vervolgens door beide vloeistoflagen heen ‘schiet’. Klinkt eenvoudig, maar je bent een hele avond bezig om het perfecte beeld te krijgen. Aan de andere kant kun je het wel gewoon thuis doen: ‘try this at home!’
Ik gebruik graag de woorden van mijn echtgenoot. Die legde mijn onderzoek als volgt uit aan zijn ouders: “Je hebt van die bacteriën die een of andere kostbare substantie uitpoepen, maar dat is gemengd met allerlei ander spul, en zij probeert er achter te komen hoe je het kostbare goedje er uit krijgt”. Ik voeg daar meestal aan toe: “Het lijkt erg op proberen zout uit soep te verwijderen, zonder de soep al te veel te veranderen.”
Je ziet een ingekleurde satellietfoto van een rivier delta (de Lena in Siberië). Rivierdelta’s zijn natuur lijke voorbeelden van fractals, en mijn onderzoek gaat over fractals. Fractals zijn objecten die er vanaf elke afstand bekeken ongeveer hetzelfde uitzien. Dat zie je op de foto ook goed: als je inzoomt op een deel van de foto, dan lijkt dat weer op het geheel.
Ik onderzoek wiskundige modellen voor fractals die door toeval gevormd zijn. Het model dat ik gebruik is simpel uit te leggen met een verhaaltje: stel je wil een nieuw tegelwandje in je badkamer met een patroon van rode en groene tegels, dus je koopt de tegels en huurt een tegelzetter in. Maar de tegelzetter is kleurenblind en denkt dat alle tegels bruin zijn. Hij zet de tegels lukraak op de wand: er is geen patroon, maar wanorde. Die wanorde is voor een wiskundige erg interessant: wat is bijvoorbeeld de kans dat er een pad van groene tegels is van de vloer tot het plafond? Hoewel het model heel simpel is, zijn dit soort vragen ontzettend moeilijk. In mijn model is de wand oneindig, en niet tweedimensionaal maar zevendimensionaal. Dat klinkt lastig, maar het maakt de wiskunde wat makkelijker.
3 | onmisbaar Mijn technicus was beslist onmisbaar voor me. Hij heeft het zelfs geschopt tot de stellingen bij mijn proefschrift. Na enige tijd kom je overigens tot de conclusie dat je zelf je eigen technicus moet worden als je op een effectieve manier onderzoek wilt doen.
4 | samenleving Er komt een dag dat je koffie bij Starbucks in een afbreekbare beker van bio-plastic wordt geleverd (hetgeen betekent dat het kan worden afgebroken door dezelfde bacteriën die dat materiaal, indirect, ook geproduceerd hebben). Wellicht heeft mijn werk daar dan aan bijgedragen.
3 | onmisbaar Een beetje fantasie.
4 | samenleving Het tegeltjesmodel kan gebruikt worden om van alles en nog wat te modelleren: de verspreiding van ziektes, aardbevingen, ondergrondse olie reservoirs, moleculaire structuren, de vorming van melkwegstelsels, et cetera. Mijn werk is te abstract voor directe toepassingen, maar het biedt misschien wel wat inzichten om dit soort toepassingen beter te maken.
10 | Mens & Mening
6 juni 2013
CURTOON
nl r.tue. curso . w w w
er Me o: f n i
En ik vind
er Me o: f in
ue.nl rsor.t ww.cu
6p
nb6
2 m/n
o rl.c nyu
w
u iny
://t
http
kr
2g /lzo
om rl.c
/ti tp:/
ht
En ik vind
Geen misverstand: bedrijfsleven wil dat mastertrack blijft
Opheffing master Building Technology, een historische fout
Met stijgende verbazing heb ik het artikel ‘Elco Brinkman bijgepraat over Building Technology’ gelezen. Het artikel is tendentieus, eenzijdig en bevreemdend in de zin dat men de indruk wekt dat alleen Elco Brinkman op bezoek was bij de decaan en de rector. In werkelijkheid was er een hele delegatie uit de bouw- en toeleverende industrie op bezoek. We hebben onverkort duidelijk gemaakt dat het bedrijfsleven wil dat de succesvolle mastertrack Bouw- en Uitvoeringstechniek wordt gecontinueerd en dat we graag met de faculteit meedenken over een solide onderzoeksprogramma.
Het besluit om de master Building Technology te beëindigen, leidt tot teleurstelling en onbegrip. Bij studenten (zij roerden zich stevig vorige week), collega’s in de faculteit en in de markt. Op grote schaal en van prominente organisaties ontving de universiteit brieven vol verbazing en bezorgdheid. Bouwend Nederland en de toeleverende industrie (NVTB), samen een jaarlijkse omzet van zo’n 50 miljard (!) vertegenwoordigend, en ook grote internationaal opererende branches en bedrijven, zijn ‘not amused’. Zij worden niet langer bediend met jonge ingenieurs die specifiek zijn voorbereid om de bouw te transformeren. Juist dat op sectorale verandering gericht zijn maakt deze master speciaal.
Hoe vreemd is het om zo’n bericht in Cursor te lezen, waarin wordt verzwegen dat behalve Elco Brinkman en senior beleidsmedewerker Marieke van der Post van Bouwend Nederland ook algemeen directeur Geert Hurks van de Hurks Groep aanwezig was, evenals Willem Olthof, directeur van de Nederlandse timmerindustrie en ondergetekende, Peter Fraanje, directeur van het Nederlands Verbond Toelevering Bouw (NVTB). Samen vertegenwoordigen we bijna de hele Nederlandse bouwindustrie. Directeur Geert Hurks stelde dat zijn bedrijf behoefte heeft aan de afstudeerders van de mastertrack Bouw- en Uitvoeringstechniek; de studenten hebben een brede bouwtechnische vakkennis en beschikken ook over vaardigheden die van essentieel belang zijn in de moderne bouwwereld. Bij Hurks werken diverse directeuren en projectleiders die de mastertrack ooit met succes hebben afgerond. Zelf geef ik met plezier al zo’n vijf jaar gastcolleges aan de masterstudenten over lean bouwen, over de grote verduurzamingsopgave van de bouw, over nieuwe verdienmodellen in de bouw en over de innovaties die er toe leiden dat bouwen steeds meer assembleren wordt. Elk jaar tref ik gemotiveerde en geïnteresseerde masterstudenten.
Precies op het moment dat de inmiddels bijna stilgevallen motor van de economie om deze innovators schreeuwt, trekt het faculteitsbestuur rücksichtsloos de stekker uit de master. Een master die in Nederland 80% van de bouwtechnologie-studenten aflevert. Maar liefst 45 studenten per jaar die allen snel een passende baan vinden. Het versnipperen van de master is een onomkeerbare voor de BV Nederland dramatische en daarmee historische fout. Voor de faculteit ook slecht, want afgezien van het feit dat Building Technology een fundament is onder de integrale ontwerpbenadering die Bouwkunde Eindhoven vanaf haar oprichting als unique selling point claimt, zal naast de verwachte terugloop van eerstejaars studenten ook de zijinstroom nog eens met zo’n 30 studenten terugvallen. De inkomsten zullen dus teruglopen en daarmee is een begin gemaakt met wat Prahalad (1994) ‘corporate anorexia’ noemde.
Nog is Bouw- en uitvoeringstechniek niet verloren. Het voorgenomen besluit kan ook gewoon niet worden uitgevoerd: zowel studenten als bedrijfsleven willen dat de mastertrack in zijn huidige vorm blijft bestaan. Dat kost geen geld, integendeel, het zal de TU/e veel goeds brengen als deze studierichting wordt versterkt en uitgebouwd. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.
De decaan houdt vol dat alles gewoon doorgaat. Mij ontgaat volledig waarop dat is gebaseerd. Ik zie intern in overzichten alleen maar vakken sneuvelen, maar nog belangrijker is dat een master zijn kracht natuurlijk bij uitstek uit de samenhang van het curriculum haalt. Een productontwikkelaar of procesvoorbereider is echt wat anders dan een bouwfysicus die een in het programma geperst 2 ECTS bouwtechniek-vakje heeft gevolgd. De kritiek met betrekking tot de vermeende slechte onderzoekkansen is te weerleggen. Er zijn wel degelijk kansen en het zou meer voor de hand hebben gelegen een onderzoek-stimulerend zetje te geven. De mogelijkheden daartoe liggen voor het oprapen. Even vooraf overleg over het voorgenomen besluit (dat is niet gebeurd) zou een heel ander licht over de zaak hebben laten schijnen. Opmerkelijk dat een wetenschappelijk instituut concludeert over wetenschappelijk onderzoek zonder zelf behoorlijk onderzoek te doen. Sterker nog: wel uitgevoerd onderzoek (met een positieve uitkomst) naast zich neerlegt. Vooraf was er geen overleg, ook achteraf is er nauwelijks debat. Onderbouwd protest wordt niet bestreden maar genegeerd. Het CvB en bestuur sloegen een uitnodiging af om komende week aan een door externe partijen georganiseerd openbaar debat deel te nemen. Het is voor iedereen slecht, op argumenten volstrekt onlogisch, en toch gebeurt het. Concludeer zelf.
Dr.ing. Peter Fraanje | Directeur Nederlands Verbond Toelevering Bouw
Prof.dr.ir. Jos Lichtenberg | hoogleraar Productontwikkeling, voorzitter master Building Technology
Er is ons door rector Hans van Duijn en decaan Elphi Nelissen verzekerd dat het idee om bouw- en uitvoeringstechniek op te heffen niet voortvloeit uit de wens om te bezuinigen. Daarop heb ik meteen gepleit voor het instandhouden en versterken van de bestaande en voor de studenten en bedrijven herkenbare mastertrack. Gelukkig kunnen ook komend jaar weer nieuwe studenten instromen. Ook hebben we aangeboden om samen met de overheid te bekijken wat de mogelijkheden zijn om het onderzoek te versterken. In de laatste alinea van het artikel in Cursor erkent Elphi Nelissen dat er op communicatief gebied fouten zijn gemaakt. Datzelfde artikel maakt het er niet beter op en geeft ons te denken.
Mens & Mening | 11
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
TUssen de oren Psychologie wordt steeds belangrijker aan de TU/e. Technische systemen en artefacten, of het nu games, auto’s, robots, lichtsystemen of gebouwen betreft, zijn uiteindelijk bedoeld voor een menselijke eindgebruiker. Kennis over hoe die gebruiker waarneemt, denkt, voelt en handelt is onontbeerlijk. De nieuwe mensgerichte opleiding Psychology & Technology beschouwt elk technisch ontwerp in dat psychologisch perspectief. In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het wetenschappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd.
Keuzes,
keuzes
Mijn lokale Albert Heijn biedt keuze uit 16 verschillende varianten eieren. Naast kwarteleitjes in slechts 1 variant nog 15 soorten kippeneieren - uiteenlopend van scharreleieren, vrije-uitloopeieren, EKO-eieren, ‘Blije Kip’-eieren (met 2 sterren uit 3 - hetgeen gelijk de vraag opwerpt welk type kip 3 sterren uit 3 zou verdienen: extatische kip?), maïsscharreleieren, viergranenscharreleieren, graseieren, biologische (!) eieren, witte eieren, enzovoort. En dan heb ik het nog niet eens over de eiertreetjes die uiteenlopen van 6 tot 30 stuks, in verschillende vormen en materiaalsoorten, waaronder plastic, gerecycled karton en bio-afbreekbaar materiaal.
die bijna wel ‘moeten’ tegenvallen. Wijnand IJs Mensen die genoegen nemen met selsteijn, ho ogleraar Co Human-Tec gnition an hnology In opties die ‘goed genoeg’ zijn, d Affect in teraction. Foto | Bart van Overb de zogenaamde ‘satisficers’, eeke hebben minder stress tijdens het keuzeproces, en hebben minder spijt achteraf. Dit alles is goed beschreven in het boek ‘The Paradox of Choice: Why More Is Less’ van de Amerikaanse psycholoog Barry Schwartz.
Ofschoon de aanname is dat meer keuzevrijheid tot grotere blijdschap van de consument leidt (tenminste twee sterretjes, zou ik zeggen), weten we inmiddels dat teveel keuze verlammend kan werken. Met simpelweg ‘eieren’ op mijn boodschappenlijstje sta ik ineens te wikken en te wegen voor het schap. Onderzoek heeft uitgewezen dat overmatige keuzevrijheid niet leidt tot meer tevredenheid, maar tot een knagend gevoel van spijt over de opties die men niet heeft kunnen verwezenlijken. Dit geldt vooral voor zogenaamde ‘maximizers’ mensen die zeker willen weten dat ze de beste optie gekozen hebben. Maximizers hebben daarnaast veelal zeer hooggespannen verwachtingen van hun keuzes, zodat
Morgen, vrijdag 7 juni, worden bachelorstudenten geacht de invulling van hun vrije keuzeruimte door te geven. Als coach binnen de major Psychology & Technology probeer ik met studenten mee te denken over hun studiekeuze, maar met keuze uit 87 coherente pakketten, 10 USE-lijnen, en een veelheid aan losse vakken valt dit nog niet mee. Veel keuzes vallen om programmatische of logistieke redenen al af, maar er blijft nog genoeg over om onzeker over te zijn. Mijn advies: maak je hier niet al te druk over. De perfecte keuze bestaat niet (want hoe zou je moeten weten dat je die had gemaakt zonder alles te proberen?); goed genoeg bestaat wel. En daar word je uiteindelijk blijer van - zeker twee sterretjes, en misschien wel drie!
Teveel keuze kan verlammend werken
Twissue
@tuecursor
Ruim 1.800 volgers heeft Cursor op Twitter, allemaal met hun eigen bezigheden, interesses, frustraties en vragen. In maximaal honderdveertig tekens vullen ze er onze timeline mee, dag en nacht. Elke twee weken hengelt Cursor er een tweet uit om te horen wat er loos is en antwoord te geven op eventuele kwesties.
@tuecursor ‘Reorganisatie IEC balanceerde op het randje van het toelaatbare’ @bartlaarhoven @tuecursor Ja, dat was in 2007 tijdens de UR-vergadering al niet veel soeps. […] Ben ook benieuwd naar meningen en gevolgacties @GroepEen en @EHVStuRaad hierover Twitteraar Bart Laarhoven zat in 2007 in de universiteitsraad als voorzitter van de Progressieve Fractie, haalde in 2012 zijn master Business Information Systems, is nu consultant bij softwarebedrijf Grexx.
Twissue Laarhoven stelde in de U-raadsvergadering van 21 mei 2007 veel vragen over het reorganisatieplan van het Informatie Expertise Centrum. Hij miste destijds in het plan doelstellingen en ambities en motieven om de structuur ingrijpend te wijzigen. Ondanks dat stemde de U-raad er toch mee in. Laarhoven: “Voor ons was destijds wel een harde voorwaarde dat een commissie van de Dienstraad de reorganisatie al die jaren goed zou begeleiden.” Die begeleidingscommissie, waar tevens vakbondsleden deel van uitmaakten, kwam er ook en maart jongstleden publiceerde de commissie een zeer kritisch evaluatierapport over het verloop van de reorganisatie. Laarhoven is benieuwd naar de reactie van de huidige U-raad op dit rapport en vond het teleurstellend dat het College van Bestuur er niet inhoudelijk op inging.
En nu? Lars Beke, voorzitter van Groep-één, zegt dat in het Presidium uitvoerig gesproken is over het rapport van de Dienstraad en bonden, “maar mijn fractie en de Eindhovense Studentenraad (ESR) vinden het in eerste instantie een zaak voor de personeelsfractie PUR.” Rianne van Eerd, voorzitter van PUR, ziet dat nog iets genuanceerder. “Natuurlijk is het ook binnen de PUR uitvoerig besproken, maar mijn fractie wil eerst afwachten hoe zich dit nu verder ontwikkelt tussen de Dienstraad en het CvB. We houden dat nauwlettend in de gaten, overleggen erover met de Dienstraad, en mocht het in onze ogen niet goed verlopen, kunnen we altijd nog actie ondernemen.” Over de reactie van het CvB op het rapport zegt ze: “Ik denk dat in de hoofden van de CvB-leden wel iets anders omgaat dan uiteindelijk op het papier terecht is gekomen.” (HK)
UR-podium Meesterlijke medezeggenschap De Haagse prestatieafspraken leggen niet alleen steeds meer druk op de instellingen, maar ook op de studenten. De rol van medezeggenschap wordt daarmee steeds belangrijker, zowel binnen de faculteiten als in de universiteitsraad. De vraag is alleen: wordt die rol altijd even goed ondersteund en groeit de kwaliteit van de medezeggenschap mee? Begin mei kwam de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) met enkele opmerkelijke feiten op dit vlak. Uit onderzoek bleek dat tussen het hbo en wo grote verschillen bestaan als het gaat om de faciliteiten die medezeggenschapsfracties krijgen. En dat is ook zo tussen universiteiten onderling. De tijd die een student in de medezeggenschap kan steken, varieert op nationaal niveau van acht tot veertig uur per week. Is de kwaliteit aan de ene instelling dan niet wezenlijk beter dan aan de andere? De aanwezigheid van studenten geledingen in medezeggenschaps raden is dan weliswaar bij wet verplicht, maar niet iedere geleding kan het werk doen dat zij zou moeten doen. De TU/e mag blij zijn dat haar twee studentenfracties hun werk wel naar behoren kunnen uitvoeren. Samen met Groep-één trekt de
Eindhovense Studentenraad geregeld aan de bel als dat nodig is, en dat willen we blijven doen. Aan alle instellingen waar de medezeggenschap nog te wensen over laat, zou ik willen zeggen dat de stem van de student niet ongehoord mag blijven. De 680.000 studenten in Nederland kun je niet negeren en samen zorgen we voor een onderwijsklimaat dat bij ons past.
Lucas Otten , Eindhovens e Studente nfra
ctie
12 | Bachelor College
6 juni 2013
Lex Lemmens. Foto | Bart van Overbeeke
Bachelor College | 13
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Lex Lemmens, dean van het Bachelor College:
“Tien varianten van een basisvak willen we niet” Interview | Han Konings Foto | Bart van Overbeeke Al bijna twee jaar is hij de kartrekker en het boegbeeld van het Bachelor College. Het eerste jaar van deze ingrijpende onderwijsvernieuwing zit er bijna op. Dean Lex Lemmens is tevreden. “Alle betrokkenen hebben een enorme prestatie geleverd en de koers voor de komende twee jaar ligt ook vast.” Dat het nieuwe model een schoolsere aanpak van het onderwijs heeft opgeleverd, noemt hij onvermijdelijk. Het morrelen aan de uitgangspunten ervan, acht hij onwenselijk. “Tien varianten van een basisvak willen we niet.” Lex Lemmens verwacht dat het Bachelor College ook het komend collegejaar zal bijdragen aan de groei van de instroom, “al zal dat wat verborgen zitten tussen de cijfers, omdat dit jaar minder scholieren
een tussenjaar opnemen in verband met de komst van het sociaal leenstelsel in 2014.” De instroom zal wederom vooral uit de regio afkomstig zijn. Lemmens: “Maar in Brabant en Limburg hebben
we meer jongens én meisjes weten te overtuigen van het feit dat je aan deze universiteit in de bachelor veel meer je eigen weg kunt bepalen en dat je niet direct in een fuik loopt.” Flexibiliteit is daarbij het sleutelwoord. Zelf bepalen of je de diepte in wilt of dat je breder gaat. Volgens Lemmens een uniek concept, “maar toch ook niet heel eenvoudig uitvoerbaar, want je moet telkens kijken wat mogelijk is. Niet alles kan, heeft dit jaar ons geleerd. Vakken kunnen elkaar in de weg zitten in het rooster. Voor wie nominaal wil studeren, zijn de mogelijkheden beperkter. Er is flexibiliteit tot op zekere hoogte. Tijdens de keuzemarkt en bij de introductie van de keuzeapp zien we dat studenten nu echt aan het plannen gaan en zich serieus afvragen wat ze willen gaan doen. Dat was ook de opzet: bepaal in een vroeg
stadium wat je wil en kijk zelf of dat mogelijk is. Wie later alsnog iets wil veranderen, zal dat duidelijk gemoti veerd doen en moet dan zelf ook uitpuzzelen of het kan.”
“Er is flexibiliteit tot op zekere hoogte” Het rooster stelt daarbij grenzen, maar ook de manier waarop de vakken worden aangeboden. “We vragen aan de docenten om bij een studiepakket dat uit drie vakken bestaat, het laatste vak in minimaal twee kwartielen aan te bieden. Bij de USE-vakken (User, Society, Entrepreneurship, red.) is dat zelfs
een verplichting. Daarmee proberen we de beloofde flexibiliteit in te bouwen. We gaan na dit eerste jaar kijken of dat genoeg is. Mocht dat niet zo zijn, dan moeten we serieus nadenken over aanvullende maatregelen om die flexibiliteit toch te garanderen.” Lemmens is dit jaar ook aangelopen tegen wat hij het kip-of-het-ei-probleem noemt. “Eerst stel je vast in welk kwartiel je de vakken gaat aanbieden. Die informatie belandt in de vakkengids en met die informatie gaan studenten aan de slag. Mocht blijken dat iets niet past, dan kun je kijken of je een bepaald vak in een ander timeslot kunt aanbieden. Daar zul je echter weer andere studenten mee treffen, die zich hadden ingesteld op het bestaande rooster. Hiermee moeten we de komende jaren nog meer ervaring opdoen.” Lees verder op pagina 14 >
“Die vijf studiepunten na het eerste kwartiel waren best een klap” Jorine de Koning, eerstejaars Psychology and Technology (Technische Innovatiewetenschappen / IE&IS) “Ik heb heel lang over alles getwijfeld. Ik ben altijd een bètameisje geweest, op het vwo neigde ik vooral naar geneeskunde, biomedische technologie en dergelijke, maar ik ben ook gaan kijken bij opleidingen als Media & Cultuur en Theater-, Film- en Televisiewetenschappen. De combinatie van technologie en psychologie bij Technische Innovatiewetenschappen gaf de doorslag.” “De ruimte voor keuzevakken binnen het Bachelor College vind ik positief. Het lijkt me dan ook leuk om elders het een en ander mee te pikken, maar niet té veel. Deze opleiding is al redelijk breed; ik ben bang dat het een beetje los zand wordt als ik er teveel aan andere faculteiten bij ga doen.” “De basisvakken zijn misschien niet altijd de leukste of makkelijkste vakken, maar ze horen wel aan een TU thuis. Als die vakken niet verplicht zouden zijn, zou niemand ze volgens mij nog kiezen. Ik weet niet zo goed wat ik moet verwachten van de USE-vakken (User, Society en Enterprise, red.), maar het nadenken en praten over bijvoorbeeld ethiek vind ik wel een basis die elke ingenieur nodig heeft.” “Na het eerste kwartiel had ik in eerste instantie maar vijf van de vijftien studiepunten gehaald. De TU is écht even wennen; de colleges waarbij je zelf maar moet zien wat je met de informatie doet, het hoge tempo, het feit dat alles in het Engels is… Ik had echt zó mijn best gedaan, dus die vijf studiepunten waren best een klap.” “Het is fijn dat je in het eerste jaar nu standaard maar drie vakken per kwartiel hebt -voorheen vijfwaarop je je kunt focussen. De tussentoetsen zijn ook prettig, die hebben mij echt wel geholpen. En ze tellen voor een groot deel mee in je eindscore; niet alles hangt af van het laatste tentamen.” “Je merkt wel dat nog niet alles helemaal loopt en dat ook docenten nog zoekende zijn. Binnen de major kun je bijvoorbeeld kiezen uit een aantal leerlijnen, maar hoe dat precies zit, is me nog steeds niet helemaal duidelijk. Ook merk je dat docenten bijvoorbeeld nog moeten wennen aan het werken met clickers tijdens een college.”
14 | Bachelor College
6 juni 2013
Vervolg interview Lex Lemmens >
Een ander belangrijk streven bij het Bachelor College is om studenten direct aan het studeren te krijgen. “Kijkend naar het aantal studiepunten dat ze halen, gaat dat goed”, aldus Lemmens. “De studenten merken dat ze direct hard aan de slag moeten en zien daar ook het voordeel van in. Het helpt ze en maakt de overstap van vwo naar universiteit makkelijker. Maar sommige studenten noemen het hiermee ook schoolser dan ze hadden verwacht. Maar het is nu eenmaal nodig. Bij de niet-schoolse aanpak haalde 45 procent van de studenten hun bachelor binnen vier jaar en we moeten naar 70 procent. Dan moet je drastische dingen durven te doen. Als het in de toekomst niet meer nodig is, moeten we de verantwoordelijkheid voor het studeren weer bij de student neerleggen.”
“Coachen is iets anders dan informatie verstrekken” Docentcoaches hebben studenten dit eerste jaar nadrukkelijk bijgestaan bij het bepalen van de richting die ze op willen. Volgens Lemmens zijn de docenten over het algemeen enthousiast over deze
nieuwe vorm van begeleiding. “Dat is niet zo vreemd, want ze hebben zich er zelf voor aangemeld. Ze waarderen het persoonlijke contact met studenten en zeggen zo ook beter zicht te hebben op het hele onderwijsprogramma. Maar we horen ook dat het veel extra tijd kost en dat het bovenop het al bestaande werk komt. Wat ze ook merken is dat coachen toch iets anders is dan informatie verstrekken. Docenten mopperen soms over een gebrek aan informatie, maar daarover zouden eigenlijk de studenten moeten klagen. Die moeten op zoek naar informatie en aan hun coach uitleggen waarom ze bepaalde keuzes hebben gemaakt en hoe ze daartoe gekomen zijn. Aan dat proces werken we nog, maar ik vind dat de coaches het dit eerste jaar al uitstekend hebben gedaan.” De studentmentoren, waar de ene opleiding al ervaring mee had en de andere dit jaar voor het eerst mee ging werken, hebben een divers takenpakket. Van wegwijs maken op de faculteit tot het aanleren van studievaardigheden. “Maar ze zorgen er ook voor dat deze nieuwe generatie studenten zich hier direct thuis voelt, ze bouwen voor hen een community. Dat is een heel belangrijke taak van de studentmentor.” Over de tussentoetsen en de kwaliteit van het onderwijs is het afgelopen jaar ook veel gediscussieerd. Lemmens: “Het effect dat we met de tussentoetsen
wilden bereiken, pakt uit zoals de adviesgroep had bedacht. Ze zetten studenten sneller aan het werk, geven de studenten sneller feedback en hebben tot hogere rendementen geleid. Bij sommige vakken werd echter zeer slecht gescoord bij de tussentoetsten. Als dat zich voordoet, moet je er direct iets aan doen, want anders missen ze hun doel. Docenten moeten daar nog het precieze gevoel voor ontwikkelen.” Bij de vijf basisvakken, zoals Calculus en Toegepaste Natuurwetenschappen, wordt gewerkt met een toegepaste en een formele variant. Volgens Lemmens was het op zich al een enorme klus om in minder dan een jaar tijd voor een heel grote groep studenten, die allemaal verschillend zijn, vijf basisvakken te maken. “Bij het opstellen en het kiezen van de juiste variant is het dit jaar nog zoeken geweest. Komend jaar moeten de kinderziektes eruit zijn.”
dat de niet-technische vakken, die vroeger in de minor zaten, nu over de hele bachelor verspreid zitten. Je komt ze dus ook tegen in het eerste jaar. Maar dat heeft geen effect aan het eind van de opleiding. Ook dit eerste jaar moet een selectieve werking hebben voor de rest van de bachelor. Iemand die hier niet thuishoort, moet zich niet inschrijven voor het tweede jaar. En wie denkt dat wiskunde moeilijk is en psychologie makkelijk, moet eens naar de slagings percentages van die vakken kijken. Die doen niet voor elkaar onder.”
Ook de buitenwacht heeft dit jaar wel eens kritisch geoordeeld over het Bachelor College. De TU/e zou er het onderwijs mee willen versimpelen om zo de rendementen te kunnen verhogen. Lemmens meent dat aan die opvatting veel onbegrip ten grondslag ligt. “Je zou zelfs het tegenovergestelde mogen beweren. Met het basisvak Calculus voor alle studenten hebben we in eerste instantie zelfs een slachting aangericht onder de eerstejaars. Het is nu wel zo
Met de inzet van de clicker werden de eerstejaarsstudenten dit jaar nauwer betrokken bij de lesstof. Volgens Lemmens is er bij de studenten veel waardering voor. “Het enige kritiekpunt is dat hij te weinig is ingezet. De studenten vinden de clicker namelijk best duur. Docenten die hem gebruiken zijn er ook enthousiast over. Het houdt studenten ook tijdens het zevende en achtste uur betrokken bij het college. Maar zoals gezegd werkt nog lang niet
“Wie betrapt wordt op fraude, wordt streng gestraft”
“Breng de basisvakken onder bij de faculteiten zelf” Marc Vervuurt | eerstejaars Medische Wetenschappen en Technologie (Biomedische Technologie) “Dit is een heel gecombineerde studie, met onder andere wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie. Dat vind ik interessanter dan dat je je vijf jaar lang met hetzelfde bezighoudt.” “Door het Bachelor College heb je als student meer inbreng in je studieprogramma en dat is natuurlijk altijd goed. Het hele curriculum is daar nu voor omgebouwd, maar of alles uit de oude structuur in het nieuwe systeem in gelijke mate terugkomt, zal moeten blijken. Zelf ga ik wel wat verbreding zoeken, ik wil mijn opties openhouden. In het tweede kwartiel heb ik bijvoorbeeld mijn OGO-project bij BMT gedaan, evenals het vak Bio-informatica.” “Het algemene probleem met de basisvakken is enerzijds dat ze te massaal zijn, anderzijds dat er zoveel varianten van zijn dat het eigenlijk al niet echt een basisvak meer is, zoals bij Modelleren. Daarbij lijkt de controle op het vak kwijt te zijn. Er zijn hoorcolleges, specifieke colleges, groeps opdrachten en individuele opdrachten en tussen die vier heb ik nog nergens een verband kunnen ontdekken. Ik zou zeggen: breng die basisvakken onder bij de faculteiten zelf.” “We hebben redelijk wat gedoe gehad met de OGO’s in het tweede kwartiel. In het oude systeem ging daar het vak Bio-informatica aan vooraf. Dit vak is nu, in het Bachelor College, verplaatst naar het derde kwartiel, waardoor BMT-studenten voor hun gevoel totaal onvoorbereid aan hun OGO moesten beginnen. De problemen waar studenten zo nu en dan tegenaan lopen, zijn allemaal niet onoverkomelijk; het meeste wordt met wat aanpassingen wel opgelost. Maar ik denk wel eens dat het Bachelor College misschien te snel is ingevoerd, het is niet allemaal even goed doordacht. Studenten, begeleiders, coaches, het bestuur - iedereen moet er duidelijk zijn weg nog in vinden en vooral bij BMT heb ik het idee dat veel mensen het gevoel hebben dat het systeem een beetje aan hen is opgedrongen. Er straalt soms weinig plezier vanaf.”
iedereen ermee. Gelukkig oriënteert een grote groep docenten zich er op dit moment wel op.” Clickers worden ook ingezet bij toetsen. Als daarbij gefraudeerd wordt, vindt Lemmens dat de fraudeurs keihard moeten worden aangepakt. “Degenen die we betrappen, moeten we direct streng straffen. Je kunt ze in het uiterste geval een jaar uitsluiten van het volgen van onderwijs. Dan laat de rest het wel uit hun hoofd om het ook te doen. Ook zijn we een app aan het ontwikkelen die een scan maakt van de clicker en die een foto van de betreffende student laat zien. Steekproefsgewijs zou je dan per toets zo’n twintig studenten kunnen controleren.” Studenten hebben binnen het Bachelor College ruim de mogelijkheid om keuzevakken buiten de eigen opleiding te kiezen. Lemmens is tevreden over de wijze waarop dat dit jaar plaatsvindt. “Het is goed om te zien dat toch het merendeel kiest voor verdieping binnen de eigen opleiding. De verhouding ligt nu op 80 procent verdieping, 20 procent verbreding. Ik verwacht dat het op termijn nog zal wijzigen in 70-30 tot 60-40 en dan vind ik het ook wel genoeg. Het is belangrijk dat nog altijd een flink deel van de studenten kiest voor verdieping.” De verhoging van de norm van het bindend studieadvies komend jaar van 30 naar 40 studiepunten, en een jaar
Bachelor College | 15
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
later naar 45 punten, zal volgens Lemmens geen problemen opleveren. “Maar we moeten wel goed in de gaten houden of studenten dan nog tijd hebben voor het doen van activiteiten bij een vereniging. Want die zijn belangrijk om ervoor te zorgen dat een student zich onderdeel voelt van een gemeenschap. Dat gevoel kan heel bepalend zijn voor het studiesucces. Zeker voor mensen die nog thuis wonen.”
“Er bestaat de neiging terug te schieten in de oude vorm” Het eerste jaar overziend is Lemmens over het algemeen tevreden over het verloop. “Ook de middelbare scholen zijn enthousiast, de decanen daar zijn vaak verrast over onze nieuwe aanpak, en er is veel lof.” Bij de faculteiten bespeurt Lemmens wel de neiging om terug te schieten in de oude vorm. “Die krachten zijn sterk aanwezig binnen de TU/e. Neem bijvoorbeeld de vijf basisvakken. Die zijn bedoeld als basis van het ingenieurschap, zowel voor de major als voor de keuzeruimte. Veel faculteiten willen die vakken echter vooral zien als de basis voor hún major.
Daarmee dreigen we tien verschillende varianten van de basisvakken te krijgen. Dat moet niet. Ook zijn er opleidingen waarbij men zich afvraagt wat hun studenten moeten met een bepaald basisvak. Industrial Design stelt die vraag in verband met Calculus, en bij Technische Bedrijfskunde betreft het Toegepaste Natuurwetenschappen. Dat leidt tot spannende discussies, maar we moeten wel vasthouden aan de uitgangspunten van het Bachelor College en ook blijven uitleggen waarom we dat doen. Want als opleidingen bepaalde vakken negatief gaan benaderen, zullen de studenten ze uiteindelijk ook minder waarderen. Ook bij de USE-vakken speelt dit probleem. Daar gaat het om vragen als ‘zijn die wel technisch genoeg?’, of ‘waarom kan ik niet alleen mijn eigen vakken geven?’.” Voor Lemmens breken spannende tijden aan. “Ik ben heel benieuwd wat de studenten voor de komende jaren gaan kiezen en of ze daar dan ook gelukkig mee zijn. Een andere belangrijke vraag is: gaan ze het tempo van het eerste jaar volhouden? Want de neiging om in het tweede jaar de teugels wat te laten vieren, ligt levensgroot op de loer. Daar moeten we alert op zijn.” Dat in 2014 de eerste twee jaren van de oude bacheloropleiding komen te vervallen, zal heel wat druk van de ketel halen bij de docenten, verwacht
Lemmens. Want nu moet naast het Bachelor College ook dat oude onderwijsprogramma nog in de lucht gehouden worden.
Het Bachelor College en Industrial Design Vanuit de faculteit Industrial Design was de weerstand tegen het Bachelor College het hevigst. Volgens Lemmens komt dat omdat er aan de TU/e eigenlijk twee onderwijssystemen bestaan: het model van ID en dat van de rest. Lemmens: “In het Bachelor College komen die twee systemen elkaar nu tegen. ID heeft gelijk als ze stellen dat voor hen nog heel wat zaken beter geregeld moeten worden, met name rond de basisvakken. Maar anderszins zijn ze deel van onze universiteit en gelden voor hen dezelfde regels. Eerst was men vooral tegen, maar in de tweede helft van het jaar is men meer gaan meedenken aan oplossingen. Dan moeten wij van onze kant ook bereid zijn om na te denken over hoe bijvoorbeeld een vak als Calculus geschikt gemaakt kan worden voor hun studenten. Dat is een kwestie van passen en meten.” “Het grootste probleem bij ID was dit jaar terug te voeren op hun voorlichting in aanloop naar het Bachelor College. Ze zijn de studie kiezers heel lang blijven vertellen dat hun onderwijsmodel wezenlijk afwijkt van dat van de rest van de TU/e. Geen tentamens, geen colleges. Daar zijn uiteindelijk heel wat studenten in teleurgesteld. Die waren daar specifiek op afgekomen en kregen toen iets wat ze niet verwacht hadden. Dit jaar gaat dat gelukkig veel beter, maar we zullen er binnen diverse gremia nog goed over moeten praten. Want, eerlijk is eerlijk, ooit is besloten om ID met een eigen onderwijsmodel aan de slag te laten gaan. Als je daar nu vanaf wil, zou ID weer helemaal vanaf de grond moeten worden opgebouwd.”
“Docenten nu wel geprikkeld door stroomversnelling Bachelor College” Eveline van Wijnen, eerstejaars Biomedische Technologie, stapte over van Bouwkunde “Vanaf mijn veertiende, vijftiende wilde ik architect worden. Ik ben uiteindelijk dan ook Bouwkunde gaan studeren aan de TU/e, maar dit bleek uiteindelijk niet helemaal wat ik ervan verwachtte. Ik bleek zelf ook gewoon minder creatief dan ik altijd had gedacht. Het menselijk lichaam heeft me ook altijd geïnteresseerd. Vorig jaar heb ik voor mijn minor een half jaar bij Biomedische Technologie in Enschede gestudeerd; niet lang daarna heb ik de knoop doorgehakt om hier aan de TU/e over te stappen naar BMT.” “De keuzeruimte in het Bachelor College spreekt me wel aan. Zelf vind ik kennelijk veel verschillende dingen leuk, dat blijkt wel uit mijn overstap - dan is het goed om ook aan andere faculteiten vakken te kunnen volgen. Ik denk dus dat ik wel wat verbreding ga zoeken, vooral met wiskundige en natuurkundige vakken. Extra kennis op die gebieden is nooit weg.” “Het idee van de basisvakken is wel goed. Het is belangrijk om een bepaalde basiskennis te hebben en daarop als ingenieur te kunnen voortborduren. Vooral bij Natuurwetenschappen merkte je wel dat het allemaal erg grootschalig is opgezet, er is weinig ruimte voor flexibiliteit. En met 350, 400 man in een collegezaal zitten, is écht niet chill, het is heel rumoerig. Eerstejaars moeten vaak ook nog een beetje wennen aan zo’n college; het was soms echt een beetje kinderlijk hoe een docent de zaal tot de orde moest roepen.” “Ik weet nog niet zo goed wat ik moet verwachten van de USE-vakken. Ik snap dat ze er moeten zijn, voor de maatschappelijke relevantie. Maar ik denk dat de gemiddelde student denkt: ‘wat móet ik ermee?’.” “Je merkt wel dat er nog kinderziektes zijn in het Bachelor College, dat ook docenten en coaches vaak nog niet helemaal op de hoogte zijn, dat niet helder is wat verschillende leerlijnen bijvoorbeeld inhouden. Of we proefkonijnen zijn? Zelf schiet ik niet meer zo snel in de stress, maar ik kan me voorstellen dat nieuwkomers dat wel een beetje zo ervaren, ja.”
“De universiteit had kunnen wachten met de invoering van het Bachelor College, maar eigenlijk denk ik dat docenten -net als studenten- deadlinewerkers zijn en dat ze volgend jaar tegen hetzelfde tijdgebrek waren aangelopen. Nu zijn ze een beetje geprikkeld door de stroomversnelling waarin het Bachelor College is gekomen.”
16 | Bachelor College
6 juni 2013
Stimuleren van mooie onderwijsinitiatieven mag wat kosten De TU/e heeft wat over voor het verbeteren van haar onderwijs. Er zijn drie verschillende potjes waarop docenten aanspraak kunnen maken: het Advanced Academic Teaching programma voor de ontwikkeling van de individuele docent, het Innovatiefonds voor docenten die willen pionieren en het Disseminatiefonds waarmee ict-oplossingen in het onderwijs toegankelijk worden gemaakt voor alle docenten. Zo wordt het mogelijk studentenverslagen minder subjectief te beoordelen, gaming een wezenlijk onderdeel te maken van de leerstof en clickers veilig te gebruiken als toetsinstrument.
Het Onderwijs Management Team -met daarin rector Hans van Duijn, dean Lex Lemmens, dr. Karen Ali en prof.dr. Hans Niemantsverdriet- heeft voor 2013 een budget van 500.000 euro voor het zogenoemde Disseminatiefonds. Het is beschikbaar voor de uitrol van bestaande ideeën van docenten, binnen het programma ict in onderwijs (PICTO). Een voorbeeld hiervan is het idee van Werktuigbouwkundedocent Joris Remmers.
Onderbuikgevoel is passé Om een objectieve beoordeling te kunnen geven aan verslagen van Werktuigbouwkundestudenten in plaats van het onderbuikgevoel om te zetten in een cijfer, heeft Joris Remmers samen met Sonja Gomez van TEACH de methode ‘Rubrics’ van stal gehaald. Het is een bestaande standaard voor moeilijk te beoordelen vaardigheden. Universitair docent Remmers: “Het is eigenlijk heel simpel: je zet op een A4’tje criteria, niveaus en beschrijvingen en je vult behaalde waarden in. De drempel is dat iedere docent zijn eigen rubric moet ontwerpen. Voordeel is dat je adequate feedback kunt geven aan studenten en dat eerstejaars de rubric zelfs als checklist kunnen gebruiken vóór ze iets inleveren.” Rubrics zijn tabellen waarbij vier kolommen vier niveaus aangeven en de rijen een deelaspect behandelen. Iedere cel bevat een beschrijving in woorden. Het is mogelijk om aan iedere cel een aantal punten toe te kennen, waarbij uiteindelijk het totaal behaalde punten omgerekend kan worden tot een cijfer in percentages (gebruikelijk in de VS) of een tienpunts schaal. Het voordeel van rubrics is dat dit digitaal is en dat het docenten veel tijd scheelt bij het nakijken en iedere beoordelaar dezelfde systematiek gebruikt. In het Bachelor College moeten studenten een dossier ‘professionele vaardigheden’ aanleggen. Remmers ziet een rol voor rubrics. “Het mooiste is het wanneer iedere docent deze kan invullen via een app”, zo hield Remmers zijn collega’s en STU-medewerkers voor op de onderwijsdag van Werktuigbouwkunde. STU-medewerker Lieke Bezemer laat desgevraagd weten dat er binnenkort zo’n applicatie wordt aangeboden door PICTO (programma ict in onderwijs). Dan kan het TU/e-breed worden gebruikt.
“Sommige docenten hebben het Bachelor College onderschat” Lucas Otten, eerstejaars Technische Bedrijfskunde “Ik wist al vroeg dat ik iets in de logistiek wilde gaan doen. Dat wil zeggen: ik wilde altijd vrachtwagenchauffeur worden, totdat ik erachter kwam dat ik met het vwo nog veel méér dingen kon doen. De Universiteit Twente was voor mij, komend vanuit de Achterhoek, dichterbij geweest, maar bij Technische Bedrijfskunde aan de TU/e ligt meer nadruk op het logistieke aspect. En ik vind de sfeer hier gemoedelijker.” “Aan het begin van het jaar waren er veel onduidelijkheden. We moesten bijvoorbeeld onze keuzevakken voor het tweede en vierde kwartiel al kiezen, maar nog niet alle keuzevakken waren op dat moment bekend - of het was in elk geval nog niet duidelijk hoe die vakken eruit zouden gaan zien. Sommige docenten hebben een en ander misschien ook wel een beetje onderschat; hebben zich verkeken op hoeveel tijd het hervormen van een vak kost. En ze zijn misschien ook niet optimaal voorgelicht. Maar in grote lijnen is de uitvoering volgens mij wel goed gegaan. Ik vind het ook goed dat de TU/e met het Bachelor College is gestart; er móest iets gebeuren, onder meer kijkend naar de afspraken met de overheid over hogere studierendementen.” “De globale opzet van het Bachelor College vind ik goed, wel had er van mij nog wel iets meer keuzeruimte in het eerste jaar mogen zitten - ook om studenten te triggeren om goed na te denken over de inrichting van hun studie. Zelf heb ik vooralsnog vooral gekozen voor verdieping. In het tweede kwartiel heb ik bijvoorbeeld het keuzevak Inleiding Technische Bedrijfskunde gedaan, eigenlijk een overview van de opleiding. Het leek me bij de start verstandiger om eerst wat meer te weten te komen binnen mijn eigen faculteit.” “Op zich is het goed dat studenten meteen wat breder worden opgeleid, maar aan de inhoud van de basisvakken kan hier en daar nog wel wat worden verbeterd. Je hebt bijvoorbeeld Calculus A en B; voor een deel van de studies heb je de ene variant nodig, voor het andere deel de andere. Maar er zou ook nog wel een tussenvorm kunnen komen.” “Het is wel prettig dat je als student in het Bachelor College goed wordt begeleid en niet meteen in het diepe wordt gegooid. Minpunt daarvan is dat je eigenlijk ook niet echt wordt losgelaten. Betuttelend zou ik het niet willen noemen, maar het neemt het universitaire karakter wel een beetje weg.”
Interviews | Norbine Schalij
De onderwijsmaker Universitair hoofddocent Richard Engeln wist niet goed waar hij aan begon toen hij toezegde om Toegepaste Natuurwetenschappen (TNW) te organiseren voor 1.350 eerstejaars. Hij kijkt er met plezier op terug “het docententeam heeft vanaf het begin goed geopereerd”, maar drie maanden lang heeft hij bijna niets aan onderzoek kunnen doen, was hij zeven dagen in de week op organisatorisch vlak bezig met TNW. Terugkijkend vindt hij dat het vak in te grote groepen gegeven werd aan te heterogene groepen. Zelf gaf hij les aan studenten van vier verschillende faculteiten. Heel duidelijk weet hij wat er volgend jaar anders moet: “Er moeten twee docenten bij. Dan krijg je kleinere én homogenere groepen. Ook zijn er twee faculteiten die een andere variant zouden moeten kiezen. Technische Bedrijfskundestudenten deden dit jaar de formele variant, terwijl dat te zwaar was. De studenten Software Science en Web Science zaten bij de conceptuele variant en dat was eigenlijk te makkelijk voor ze.” Een aanpassing heeft hij al na een collegeweek doorgevoerd. Na drie uur college was het de bedoeling dat studenten in de zaal een toets zouden maken over de stof. Hiermee wilde Engeln de voorbereiding stimuleren. Maar het bleek te veel gevraagd. Na die eerste week is besloten dat de toets thuis kon worden gemaakt en dat daar een week tijd voor was. Deze wijziging gaf veel stress bij de studenten waar Engeln wijze lessen uit trekt. Twee tips voor collega-docenten: “Een: Communiceer niet per mail met grote groepen studenten. Zet het in Oase, dan worden studenten automatisch geattendeerd. Twee: Maak de studeerwijzer niet langer dan een A4.” Zuchtend: “Hoe vaak ik studenten niet terug heb moeten mailen dat het antwoord op hun vraag op pagina 4 staat.”
Bachelor College | 17
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Het programmateam PICTO (een samenwerking van DPO/TEACH, Dienst ICT, STU, ESoE, BC en CEC) houdt zich dit en komend collegejaar bezig met de onderwijsvernieuwingen op het vlak van ict. Hun doel is één loket te vormen voor docenten waar zij terecht kunnen voor ict in onderwijs en ict-vernieuwing. Dat loket komt er in digitale vorm en indien nodig ook in fysieke vorm met een helpdesk en een persoon die de telefoon opneemt. Het is de bedoeling dat de website van PICTO deze zomer in de lucht is. Momenteel houdt PICTO zich onder andere bezig met clickers en weblectures.
Het Advanced Academic Teaching (AAT-)programma is een stimulering vanuit Dienst Personeel en Organisatie ter stimulering van docentontwikkeling. Hier heeft het College van Bestuur 200.000 euro voor uitgetrokken. Henk Schellen is een van de indieners van een AAT-voorstel.
Dertigduizend euro voor gamification
Van moeizame start tot waardevolle interactie Het werken met de clickers vergde wel wat oefening, erkent UHD Bouwkunde Henk Schellen. “De software werkte in eerste instantie niet naar behoren, wat in het begin tot de nodige hilariteit leidde, zeker bij het gebruik van de clickers als toetsmedium. Mijn conclusie nu: clickers moeten niet gebruikt worden bij toetsen, maar ze zijn fantastisch om interactie met studenten te krijgen. Vroeger had ik ook wetenschapsquizzen in mijn colleges bouwfysica. Dat ging met hand opsteken. Nu kunnen we veel uitgebreider bevragen. Van de honderdtachtig studenten geeft negentig procent respons. Omdat we het linken aan powerpoint komen er grafieken met de verdeling van de antwoorden. Het is interessant wanneer veel studenten hetzelfde foute antwoord geven. Dan kun je dat terugkoppelen en bespreken.”
Clickers als digitaal toetsinstrument In de U-raadsvergadering van 25 april vroeg Groep-één ‘of het maken van toetsen met een clicker niet fraudegevoelig is’. Zij denkt dat af (laten) kijken heel makkelijk is en dat het mogelijk is een clicker van een ander/door een ander te laten gebruiken. Dean Lex Lemmens antwoordde dat hij twee gevallen kent waarbij een docent kon zien dat er meer clickers in de zaal waren dan studenten. Die tussentoetsen werden afgelast. Lemmens: “Met clickers kun je zorgen dat iedere student een ander tentamen krijgt. We zijn aan het kijken of we een app of scanner kunnen ontwikkelen om te zien of de clicker die de student gebruikt ook van hemzelf is. Frauderen bij tussentoetsen met een clicker kan uitsluiting betekenen van de rest van de studie.” Floris Verhagen is projectleider ‘Clickers als digitaal toetsinstrument’ bij PICTO. “We hebben inmiddels, door gesprekken met docenten, goed zicht op wat nodig is. Momenteel zijn we bezig met marktonderzoek, eind juni is er meer duidelijk heid of we iets kunnen kopen of dat we zelf iets bouwen. We denken aan een scanner waarmee docenten of studentenassistenten steekproefsgewijs controleren. Dat kan met een app in diens mobiele telefoon of met een handheld scanner.” In het project weblectures worden de videocolleges die de TU/e kent op totaal nieuwe wijze gemaakt en ingezet. Er komt een script van een heuse regisseur en docenten krijgen mediatraining alvorens zij voor de camera kruipen. “De filmpjes worden niet gemaakt tijdens een college in een volle zaal maar er worden korte filmpjes opgenomen van twee tot vijftien minuten waarin een theorie verduidelijkt wordt of een moeilijke formule aan de hand van een opgave wordt uitgelegd”, zegt onderwijskundige Hanneke Duisterwinkel. “Studenten kunnen die filmpjes thuis zien en de docent kan in het college verder gaan met de stof. Zo wordt het onderwijs echt anders.” De colleges die tot nu opgeslagen zijn op videocollege.tue.nl zijn weergaven van complete collegereeksen die de TU/e opneemt met zes camerasets. STU overlegt samen met opleidingsdirecteuren welke colleges geschikt zijn. Ze moeten in ieder geval drie jaar houdbaar zijn en er worden alleen hoorcolleges opgenomen, geen instructies of werkcolleges.
Dr.ir. Henk Schellen, UHD Bouwfysica monumenten, ontving begin dit jaar een mail van het College van Bestuur met een ‘call for proposal’ voor het Advanced Academic Teaching-programma in 2013. Docenten werden uitgenodigd hun eigen professionalisering een impuls te geven en subsidie ter grootte van twintig- tot vijftigduizend euro aan te vragen voor individuele voorstellen. Geen haar op Schellens hoofd die twijfelde of hij daaraan gehoor moest geven. “Daar moet ik aan meedoen, wist ik meteen. Vanaf 1983 werk ik aan de TU/e en ik heb al heel wat onderwijsvernieuwingen meegemaakt. Je deed ze altijd voor je eigen studenten, in je eigen tijd en het betekende altijd extra werk. Nu is het de eerste keer dat ik meemaak dat er geld voor is en dat mijn plan wat kan betekenen voor meer dan Bouwkundestudenten alleen.” Wat Schellen erg charmeert is de beloning in de vorm van een SKO-certificaat. Wie zijn plannen succesvol uitvoert, heeft daarna waarschijnlijk een Senior Kwalificatie Onderwijs op zak. Er zijn dertien voorstellen ingediend en zes daarvan zijn direct gehonoreerd. Het goedgekeurde voorstel van Schellen is tweeledig. Samengevat: “Ik wil de webapplicatie die we bij Toegepaste Natuurwetenschappen gebruiken inzetten bij Bouwfysicavakken om zo dezelfde leerlijn te creëren. En ik wil studenten zelf experimenten laten doen. Dat is moeilijk met elfhonderd personen tegelijk en daarom wil ik onderzoeken of het experiment als spel-element via digitale weg kan worden ingebracht. Samen met onder wijskundigen van de TU/e zoek ik een onderwijskundige evaluatie van deze ‘gamification’.” De dertigduizend euro die de UHD daarvoor mag gebruiken gaan op aan vervanging van hemzelf voor een dag in de week, salaris voor een student-assistent, cadeaubonnen voor pilotstudenten en reiskosten voor bezoeken naar ervaringsdeskundigen. “Het heeft iets van een sabbatical.” Naast het voorstel van Henk Schellen zijn direct gehonoreerd: • Hans Cuypers: ACTION, activerende casts in technisch onderwijs. • Hans Sterk: Constructie van kennis. • Michel Westenberg: Informatica interactief. • Kees Huizing: Diversificatie van programmeeronderwijs. • Koo Rijpkema: You R so you are. Na aanvulling en toelichting zijn in tweede instantie ook gehonoreerd: • Faas Moonen: Activerende werk-, toets- en begeleidingsvormen bij OGO. • Niek Lopez Cardozo: A professional competence development tracking system.
“Bachelor College werd bij ID een beetje weggewuifd” Sven Ebens, eerstejaars Industrial Design “Tijdens de ‘intake’ hier is wel iets gezegd over het Bachelor College, maar dat kwam neer op: ‘je krijgt misschien iets meer wiskunde en natuurkunde, maar maak je daar maar geen zorgen over’. Ik kreeg het gevoel dat het om een uurtje in de week extra ging; het werd eigenlijk een beetje weggewuifd.” “ID is een beetje een aparte opleiding, met een afwijkend onderwijssysteem waarvoor jaren gevochten is. Je kunt zo’n systeem in mijn ogen dan ook niet ‘zomaar even’ veranderen. Het Bachelor College lijkt daar een beetje náást te zijn gezet; voor veel studenten voelt het als iets op zichzelf staands, niet als deel van de opleiding waarvoor ze hebben gekozen. Dat wordt versterkt doordat er weinig tot geen link is tussen de basisvakken van het Bachelor College en de opleiding.” “Vooral bij Calculus hadden veel studenten moeite met het tempo van de colleges; er werd echt snel door de stof heen geramd en dan ook nog in het Engels. Dat lukt wel, maar je bent toch met een nieuw vak bezig en dan is het best even pittig. Natuurwetenschappen was beter te doen, maar ik vond die colleges een beetje onnodig. De grote openingscolleges in de kantine waren leuk, maar de rest van de colleges zaten we alsnog een beetje naar het bord te staren; het was een beetje eenrichtingsverkeer. Op een gegeven moment kwamen de clickers in beeld - op zich leuk, dat geeft wat meer interactie, maar in de praktijk leidde het tot een gigantische chaos en veel rumoer.” “Ook voor de coaches bij ID is het Bachelor College nieuw; voor mijn gevoel wisten ze hier weinig van wat het nieuwe systeem zou gaan inhouden. Er is dan ook veel miscommunicatie; ook krijgen we wel eens informatie die niet lang daarna weer verandert. Met een groep studenten hebben we daarom de P-raad (propedeuse-raad, red.) opgezet in een poging om, in gesprekken met het faculteitsbestuur, meer informatie en opheldering te krijgen over het Bachelor College.”
Interviews | Monique van de Ven Foto’s | Bart van Overbeeke “De druk bij ID is hoog, er wordt veel van studenten verwacht. Er gaat veel tijd zitten in projecten en assignments, intussen schrijf je reflecties en daarnaast werk je aan je showcase: een portfolio, eigenlijk de belangrijkste opdracht hier tijdens je studie, waarin je laat zien hoe je jezelf ontwikkeld hebt. De vakken van het Bachelor College zijn daar eigenlijk gewoon bovenop gekomen. Ik geloof dat er in het kader van het Bachelor College één assignment per jaar vanaf is gehaald, maar dat staat niet in verhouding tot de tijd die het nieuwe systeem méér kost. Ik ben vol gas aan het werk om alles te halen, eigenlijk vooral om maar zo snel mogelijk van het Bachelor College verlost te zijn.”
18 | Bachelor College
6 juni 2013
t n he is va ijn s a b z n de ten en aste rme n | Vo e varia Toegep n l lus, en e nke in e : Calcu ntwerp ven, r e s n r O e j rij i a , z h elijk p, teja elleren eer sc app scha lle eers h d Basisvakken m r c o u r s e e ,M ni ra ten nd inge cht voo happen den (o met we e c li s h n p n a g r i e a e v et ard mg urw e va n en o Natu sionel e n n s la e Prof teren, p c e . fl ) e e r ti rma info
B E A D C F I H J G L K N M AANPO
T
EN | Het om het Bach vormings elor Colle proces na ge heeft plaatsge ar onder gro vonden. te tijdsdru C o ll e gevoorzit juni 2012 k ter Arno : “Daar h Peels in ebben we want als bewust vo we het m or gekoze et nog ee tot septe n, n jaar ha mber 2013 dden uitg , had me e de urgen s te ld n in de org tie veel m anisatie inder ste rk gevoeld .”
chelor n het Ba nt binne e d ch. a tu o s c | Elke jgt een COACHok de excellente, krie kant je op wil, ,o agt welk ndere College ij een a d die vra n a m ie f je al b o t, d euzeHet is k in dv aalde itdagen . Op bep n e k wat je u le e e k h e et de g hebt g coach m e opleidin d t k le e e u divid ten spre n ook in momen er vinde r a a m , groep ats. ken pla gesprek
EEN LEKKE GEBAKJE | R Da
van de N | Een innen het G I S DE isvakken b t s . Word zes ba ollege C eiten r lt lo e facu Bache d r o o ld d erktuig ingevu sign, W unde. e D l tria uwk Indus en Bo kunde w u o b
armee werd op 10 septem ber 2012 het begin van het Bach elor College ge vierd.
aan het udenten die llege e Bachelor Co en voeren di kegesprekk ta in 14 n. 20 f ge vana eeloopda orden aan m gekoppeld w
INTAKE | St willen beginnen, moeten
FOKKE EN S
zagen het wel zit
UKKE |
ten…
’ e oestrogeen | ‘Een vleugj
’ | In het BC ligt de ‘JOUW KEUZEen. Met keuzevakken
N s, HORMONE st Alain Starke aan de campu
wens nadruk op eigen n het of verdieping va ng di re rb ve n ee is ruimte ije vr realiseren. De studiepakket te staat be n lle vu in lf mogen die bachelors ze in het ten, waarvan 10 uit 45 studiepun eerste jaar.
lumni es zijn bespeurde co t meer meisj fst 53 procen lie r en de aa eg m st er al omdat jaar. In tota ocent. de TU/e dit n pr 2 aa 9, en et nn m 11 bego eken met 20 el rg ve en aanmelding
GRADU
A
TE SCH op het Ba OOL | Het chelor Co vervolg llege. Wo sinds apri rdt aan g l onder le ewerkt, iding van verdriet d Hans Nie ie we ken mandsnen als o Scheikun ud-decaa dige Tech n nologie.
LEX
e het | Zo noemd en doordat die ontstond en em bl aantal ro CvB de p jn dan het ten groter zi en n de ud va st al en za groep college de grootste . in n) n le se oe at st la 0 zitp 30 orium met it ud A 3 l TU/e (zaa
N
IEKTE KINDERZ
baas LEMM va ENS wel d n het Ba | Hoo chelo ean g gste r Col e krok lege, etten noemd. o L lunch ok iefhe met bber es m hen e v over het B t student an en om C te prate n.
NIEUW
E
MIS
K
UND onda E |H nks i nt et ba gevo sisva el on ensieve i nze k Cal de het e cu erste r docente t van tut ors e lus leverd n ma tenta nodi n een gere e men g om resu . Een goed stud bete ltate pakk ente r te l n n e o aten t p bij b score ij de her maatreg elen kans n. was ing i n jan uari
VAKKE ingenieu N | Om een r te word veelzijdig en is het inzicht te e g oed enig verkrijge psycholo n, denkt gisch hebben d de TU/e. an ook d Alle eers e mogeli tejaars psycholo jkheid om gievakke te kiezen n a ls en ‘Cons ‘Brain, bo voor umer beh dy and b avior and ehavior’ door IE& social ps IS worde ychologie n verzorg ’ die d.
J
Bachelor College | 19
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Tekst | Norbine Schalij Illustratie | Sandor Paulus
O Q R P U T S V X W Y Z ue.nl rsor.t u c . w ww
zen,
iz ren t qu IJS NG | Me ken probe les W ij de DER WI lse za ON RNIEUdere spee tudenten b lors n an VE
at Alles lezen w or el ch Ba eef over het r Cursor schr aa m n ze le nen en College? Scan ge lle Co or el r Bach in het dossie -site. or rs Cu de op
QR-CODE |
e e ers bach click ten de 7. n e en 1 doc n. ’s 16 ude a o n h i te pag ook Zie
PR
er Me o: f in
IJS | De Be am your die was o Dream-ca pgezet o mpagne m het Ba promoten chelor Co , won de llege te C ommunic 2012 in d atieprijs e categori Brabant e m eest effect Eind mei ieve cam kwam da pagne. ar een SA Naward b ij.
ar e ja erst e t i d d n | In in nde EN igt het Bi nten die l T N ege l e a d U n P Stu ete ll DIE helor Co punten. nen, mo jaar later U T c n 0 e i S het Ba s op 3 r beg colleg t jaa er een van e Advie n di i e a d v u St en w . ber tem n halen punten p e s e 5 t 4 n u p 40 p t BSA o e h t i z
RECLAM
E
OP TV | O reclame w ok via tvierf de TU /e deelne Bachelor mers voo College. r het Items van werden u een halve itgezond m inuut e n op jong Comedy erenzend Central e ers MTV, n TeenNic k.
l ent a e doc volgen: d e j j oet e arbi rker m een van d ak wa , Een v n hoogwe n | e p e TNWrend aan ee wetenschap ln gaf voor d tie. e ur Enge nstra sling Natu hard demo c aste i e p R r e i . g a n cul Toe akke pecta asisv een s k zes b a a ges v colle
VERHO
de Clickers. jes nden stemkast Persoonsgebo uk st n ee s llege waarmee de co r heeft n. Iedere BC’e zij r ve ie ct ra te in ro. eu 60 chaft voor er een aanges
GI
NG REN Het is de DEMEN bedoelin T| g dat in 2 procent va 0 15 tenmin n de stud ste 55 enten bin is met de nen vier bachelor. jaar klaa In 2011 la r op 41. g dat perc entage
X | Dikke kus voor
WEL TIJ
D
VOOR C Dit colleg OMMISS ejaar hee ft de Curs IES | verenigin or-redacti gen niet e de stud horen mo aan comm ie p p eren ove issielede r een tek n. “De ee actief”, ze o rt rs te jaars zijn ggen oud lekker erejaars verenigin bij meerd gen. ere
tig
a twin
| Circ te UBE Tube
T u YOU s zijn er op Yohelor College je Bac filmp r het n ove e d n i v e. e TU/ van d
|
EN e
D OR
O ied die d r W eb E cto ND derwijsg akt.” Re aar E G n a j WE lutie op ot meegem en vorig R d eef AA revo oor ZW grootste historie het deze w College. r “De in haar af m achelo ijn g B e TU/ van Du an het a s Han ewicht g i jun
USE | User, Socie ty and Enterprise. Er zijn tien leerlijnen ontw ikkeld waaruit studenten kunn en kiezen. Op 25 april we rden ze op de Keuzemarkt ge presenteerd.
Zo’n 1.300 eerstejaars zijn dit jaar begonnen aan het Bachelor College van de TU/e. Meer dan zesduizend ouderejaars hebben echter niets van doen met dit model. Voor hen leggen we deze ‘parel van onderwijsvernieuwing’ uit door 26 woorden op hun plaats te zetten.
20 | Focus
6 juni 2013
Tekst | Frits van Otterdijk Foto’s | Bart van Overbeeke en URE Het was de laatste weken non-stop werken, tot diep in de nacht. Maar het is het studententeam University Racing Eindhoven (URE) toch gelukt om de deadline te halen. Op donderdag 30 mei kon de nieuwste elektrische racewagen aan een groot publiek worden gepresenteerd in MetaForum: de URE08. Het belangrijkste kenmerk van de snelle bolide is zijn lage gewicht. Volgens de constructeurs weegt de bolide minder dan honderdtachtig kilo. Dat is in tegenstelling tot zijn elektrisch aangedreven voorgangers een gewichtsbesparing van ongeveer zestig kilo. Teammanager Bram van de Schoot van het University Racingteam Eindhoven (URE): “Het gewicht is in het verleden nooit onze grootste zorg geweest omdat de racewagen dat op andere punten meer dan voldoende compenseerde. Dit jaar hebben we ons vooral gefocust op het bouwen van een lichtere versie. Iedereen van ons team heeft de opdracht gekregen om -waar mogelijk- gewicht te besparen. En daar zijn we aardig in geslaagd.” Volgens simulaties moet de wagen binnen drie seconden kunnen accelereren van nul naar honderd km/u. Met de overgenomen elektromotor uit de URE07 (100kW en 136 pk) is een topsnelheid mogelijk van 135 km/u. De URE zal van 1 tot en met 4 augustus deelnemen aan een wedstrijd voor studententeams op het Duitse circuit Hockenheim. Van 29 augustus tot en met 1 september verschijnt de URE08 op de baan van het Circuit de Catalunya bij Barcelona. Het is na al het noeste werk de kers op de taart voor de studenten van diverse faculteiten van de TU/e, Fontys Hogescholen en HAN Hogeschool in Nijmegen/Arnhem. http://universityracing.tue.nl/
Chassis | Door slim gebruik te maken van de sterke kanten van de materialen, kan URE een ontzettend licht, maar toch veilig chassis bouwen. Deze methode wordt al jaren door het team gebruikt, alleen dit jaar is het gehele chassis gemaakt van carbonfiber met een aluminium honingraatstructuur.
URE08: weinig
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Focus | 21
kilo’s, veel temperament Ophanging | Dit jaar is URE overgestapt van
Accu’s | Het team is overgestapt op andere batterijcellen. Deze leveren meer energie per kilo. Schoon aan de haak levert dat circa veertien kilo gewichtsbesparing op.
Wielen | De afslankoperatie heeft voor een groot deel te maken met sponsor en bandenleverancier Apollo. Vredestein is afgelopen jaar overgenomen door Apollo. Dit gaf URE de mogelijkheid om hun eigen ontworpen banden te verkleinen naar 10 inch. De keuze voor kleinere banden levert totaal een besparing op van zo’n twintig kilo. De eigen ontwikkelde Apollo R&D-banden maakt URE legendarisch in de competitie. Wereldwijd zijn er maar twee teams met eigen racebanden.
een zeer complexe multilink suspension naar een iets minder complexe double wishbone suspension. De reden hiervoor is om meer studenten kennis te geven over de suspension. Daarnaast heeft URE dit jaar Formule 1-schokdempers op zijn auto.
22 | Universiteitsberichten
6 juni 2013
Algemeen CEC | Vacature Studententeam Voorlichting Ben jij bachelorstudent aan de TU/e en kun je enthousiast vertellen over je studie en onze universiteit? Dan is een bijbaan bij het Communicatie Expertise Centrum (CEC) misschien iets voor jou. Er zijn weer plaatsen beschikbaar in het Studententeam Voorlichting. Studenten uit dit team bezoeken regelmatig middelbare scholen om ervaringen te delen over studeren aan de TU/e. Ook helpen studentvoorlichters bij diverse voorlichtingsactiviteiten op de TU/e. De bijbaan is op oproepbasis en verdient ongeveer tien euro per uur. Het CEC is vooral op zoek naar eerstejaarsstudenten uit het Bachelor College. Meer informatie is verkrijgbaar via studievoorlichting@tue.nl of via Marjan van Ganzenwinkel, telefoon 040 - 247 2226. DPO / TEACH: teaching support for TU/e staff | Courses next academic year Activating Teaching Methods ; Coaching Students; Competing for a Research Grant - your Presentation; Course Design; Creativity Techniques; Designing DBL projects; Evaluation and Reflection on Teaching; Follow Up Performance Skills; Performance Skills: Master Class (Eng); Personal Grants; Setting up and Giving Interactive Lectures to Large and Small Groups; Stemgebruik (NL); Subjective Assessments using Rubrics; Supervising Master Students; Supervising Students in DBL groups (maatwerk); Supervising Students in FBP; Supervising Students in Independent Learning; Supervising Students in Tutorgroups (maatwerk W&I); Supervision of PhD Students; Teaching across Cultures; Teaching and Learning in Higher Education; Theatervaardigheden in het Onderwijs (NL); Using Clickers in Teaching; Using Technology in Teaching; Voice Training; Written Examinations. For all DPO/ Teach training More information at the website DPO ‘Career and Development’. Registration is possible at tue.inschrijfportal.nl. Participation by teaching staff of the TU/e is free of charge. Registration is open as from now! DPO / PROOF: PROviding Opportunities For PhD students And for all PROOF courses see the website www.tue.nl/proof
CantaTU | Concert/open repetitie TU/e medewerkerskoor CantaTU Het koor CantaTU bestaat momenteel uit circa 25 leden, over het algemeen (ex-) medewerkers van de TU/e. Nieuwe leden zijn van harte welkom; je hoeft geen ervaren zanger te zijn om deel te nemen. CanaTU is op zoek naar uitbreiding van zangers in alle stemgroepen. Onder deskundige leiding van de dirigent Ruud Huijbregts wordt iedere maandag tijdens de lunchpauze gerepeteerd. Het afgelopen jaar bestond het repertoire uit liederen uit de bundel ‘Songbook Europa Cantat XVII’. Op maandag 24 juni houdt CantaTU van 12.45 tot 13.15 uur de Blauwe Zaal van het Auditorium een open repetitie. Meer informatie over het koor is te krijgen bij Jos Coenen (p.j.e.m.coenen@ tue.nl) CantaTU | Concert / Open rehearsal TU/e employee choir CantaTU The choir CantaTU have 25 members all (former) employees of the university. New member are very welcome; you don’t have to be an experienced singer to participate. The choir can use singers in all voice types. The director Ruud Huijbregts helps us to sing each Monday at lunch time a varied programme. Last year the repertoire consisted of music from the “Songbook Europa Cantat XVII”. Monday June 24, CantaTU will perform an open rehearsal in the Blauwe Zaal of the Auditorium from 12.45 till 13.15 o’clock. The open rehearsal will be scheduled 12.30 - 13.30 o’clock. For more information about CantaTU please contact Jos Coenen p.j.e.m.coenen@tue.nl
STUDENT Footloose | Showcase E-motion De strijd van een schrijfster die zich in een writer’s block bevindt, is het onderwerp van de showcase ‘E-motion’ van Footloose, de Eindhovense Studenten Dans Vereniging. De schrijfster zal terechtkomen in een wervelwind in de vorm van dansen die haar en het publiek door allerlei emoties heen sleurt. De show zal bestaan uit verschillende acts, opgezet door zowel docenten als
voorrondes plaats, daarna de eindronde (tot ongeveer 21.00 uur). Dit evenement wordt gehouden tijdens de Dutch Technology Week in Eindhoven. Meer informatie vindt u op: http://www.ccm.nl/nl/trofee/edition-2013.
UNIVERSITEITSBERICHTEN
leden, met dansers van alle niveaus en stijlen die samen de schrijfster weer in beweging willen krijgen. Plaats: Blauwe Zaal, TU/e Datum: 9 juni 2013 Tijd: middagvoorstelling om 14:30 uur; avondvoorstelling 19:30 uur Kaartverkoop: reserveren via reservering@esdvfootloose.nl of op 9 juni aan de deur Kosten: 4,00 euro voor (PhD-)studenten, 6,00 euro voor niet-studenten IAESTE Nederland | Studenten gezocht voor Eindhovense tak IAESTE IAESTE Nederland is onderdeel van de ‘International Association for the Exchange of students for Technical Experience’, een studentenorganisatie die al vanaf 1948 stages in het buitenland faciliteert voor bèta- en technische studenten. De organisatie bevindt zich wereldwijd in 85 landen en sinds twee jaar is IAESTE Nederland weer terug van weggeweest. IAESTE is in Utrecht opgezet door vier studenten. Inmiddels zijn we met ruim 25 studenten die het bestuurs- en commissiewerk op zich nemen. Maar IAESTE gaat uitbreiden! Ben jij geïnteresseerd in het opzetten van IAESTE Eindhoven samen met drie andere studenten? Kom dan maandag 10 juni naar de informatielunch op de TU/e. Voor meer informatie kun je mailen naar partner@ iaestenederland.nl of onze site bezoeken: http://iaestenederland.nl/.
DIVERSEN SPAFF | Science Park Amsterdam Film Festival zoekt korte studentenfilms Van 12 t/m 15 september aanstaande vindt op Science Park Amsterdam de Advertenties
tweede editie plaats van SPAFF (het Science Park Amsterdam Film Festival). De organisatie van SPAFF nodigt bètastudenten, die aan een Nederlandse universiteit studeren, uit om korte, zelfgemaakte wetenschapsfilms in te zenden. Uit de inzendingen zal de SPAFF organisatie een 15 à 20-tal films selecteren voor vertoning op het festival (12 t/m 15 september). Tijdens het festival zal een vakkundige jury twee films honoreren met een oorkonde en een geldprijs van respectievelijk 250,- en 100,- euro. Inzendingen dienen te voldoen aan de volgende criteria: • Een bèta-wetenschappelijke inhoud (natuurwetenschappen, wiskunde of informatica). Zowel documentaire als fictie is toegestaan. • Maximale lengte: 5 minuten. • Aantoonbaar gemaakt door één of meerdere student(en) die in het studiejaar 2012-2013 staan ingeschreven bij een Nederlandse universiteit. • Aanmelding via een email vóór 1 juli 2013, naar competition@spaff.nl CCM | Techniek dient de mens… En is uitdagend! Donderdag 6 juni 2013 gaan 10 studententeams van technische hogescholen en universiteiten de strijd aan om de CCM Mechatronica Trofee. De teams hebben elk een robot ontworpen, gebouwd en de meest vernuftige ideeën bedacht om de mens te dienen. De robot gaat flessen bier ophalen en bezorgen op de juiste tafel. Het team waarvan de robot het bier het snelst en zonder morsen op tafel zet, wint! Het evenement zal plaatsvinden tussen de terrassen op De Markt in het centrum van Eindhoven. Van 18.00 uur tot 20.00 uur vinden de
EEN | Duurzame Introductie Stunt Ben jij lid van een studenten/studie vereniging, een IntroCIE, of anderszins (feest) commissie? En wil je de bestuurskas spekken? Tijdens de introweken in augustus houdt campagne bureau EEN de ‘Duurzame Introductie Stunt’. Maak jullie intro-activiteit ‘duurzaam’ en win tot 2.250 euro cash! Early Birds ontvangen sowieso gratis Duurzame Goodiebags. Meld je nu aan! Stuur een mail naar info@een.nl met daarin de naam van jouw club, en in het onderwerp ‘Aanmelden DIS2013’. Kijk voor meer info op www.een.nl/dis Symfonieorkest Eindhoven | Familieconcert in het Auditorium Op zondag 16 juni om 11.00 uur verzorgt het Symfonieorkest Eindhoven onder leiding van Johan Olof het jaarlijkse Familieconcert (6+) in het Auditorium van de TU/e. Het verhaal gaat over de vuurvogel en de vos en wordt gespeeld door Hidde Brouwers, Marjolein van der Meer en Maarten van der Velden. Het sprookje wordt omlijst met de schitterende muziek uit de Ballades en Slavische dansen van Antonin Dvorák. Het Tsjechische sprookje ‘De vuurvogel en de vos’ gaat over een prins, die op zoek gaat naar de vogel die elke nacht de gouden appel steelt uit de tuin van zijn vader, de koning. Alleen met hulp van de vos, die kan toveren en altijd raad weet, lukt het de prins om de moeilijke opdrachten die hij krijgt, uit te voeren. Na afloop van het concert in samen werking met CKE-muziekschool mogen de kinderen zelf de instrumenten van het orkest uitproberen in de instrumentengalerij. De CKE-muziekschool geeft ook informatie over het volgen van muzieklessen. Het concert is gratis.
Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar universiteitsberichten@tue.nl.
Mens | 23
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Diederik de Boorder | “ Talent zit overal”
De weg naar olympisch Rio is nog lang. Maar dat tijdens de zomerspelen in 2016 meer dan één roeier van Thêta meedoet, staat vast volgens Diederik de Boorder. De nieuwe hoofdcoach van de studentenroeivereniging over zijn gedrevenheid en de constante zoektocht naar verbetering.
Dat gaat mij niet gebeuren.” Diederik is vader van drie dochters. In december werd de jongste geboren, zijn vrouw en hij hadden al een tweeling van vier jaar. “Het gezin is voor mij het allerheiligste.” Van zijn woonplaats Weesp naar Brabant is voor hem na alle omzwervingen bijna ‘om de hoek’.
Met veel ambitie en confetti trapte rector Hans van Duijn twee weken geleden af in het boothuis aan het Eindhovensch Kanaal. De TU/e is een ambitieuze weg ingeslagen naar Rio. Binnen drie jaar moet in Brazilië minstens één roeier of roeister van Thêta tot de olympische equipe behoren. Het plan is vanaf april met een financiële injectie gaan groeien. Op dat moment stapte namelijk Diederik de Boorder (44) aan boord. Hij is sinds 1993 wereldwijd actief als professioneel bondscoach en boekte veel succes met onder meer China, Indonesië en uiteraard Nederland. De keuze van de wereldburger voor het bescheiden, kleine Eindhoven wekt verwondering. “De belangrijkste afweging? Ik hoef niet meer naar het buitenland. Als bondscoach ben je met trainingstages acht maanden van huis. Zelfs verleden jaar, als bondscoach voor junioren en -23 jaar was ik honderd dagen weg. En niet België, maar Australië of Korea. Veel van mijn collega-coaches zijn gescheiden, alleen ellende.
“Je moet studenten verliefd maken op de roeisport” Diederik is vier dagen in de week hoofdcoach van Thêta, de Tilburgse zustervereniging Vidar en het Rowing Talent Center in Tilburg (RTC). Aan hem de schone taak om in zuid-Nederland roeitalent te ontdekken en naar de absolute top te loodsen. Maar de poel waaruit hij kan vissen lijkt erg klein. “Je kunt net zo goed zeggen dat die poel waanzinnig groot is. Er staat een geweldige universiteit achter ons met alle middelen en studenten. Talent zit overal. Maar je hebt massa nodig. Je moet studenten verliefd maken op de roeisport. Thêta heeft de zaken waanzinnig goed op orde. En ze hebben het mooiste en beste boothuis van Nederland. Daar spreekt zoveel ambitie
uit. Tel daarbij op de synergie met Vidar, dan is de weg geëffend voor het creëren van succes. Ik heb vanaf dag één een goed gevoel hierover.” Als roeier stelde Diederik niet zoveel voor. Hij geeft dat ruiterlijk toe. Dat had ook een beetje te maken met zijn turbulente jeugd. Als student koerste hij in Amsterdam vergeefs op rechten, kunstgeschiedenis en bouwkunde. “Niets afgemaakt doordat ik totaal verliefd werd op roeien. Geprikkeld door mijn oom die zelf een goede roeier en coach was. Ik wilde natuurlijk de beste roeier worden, maar ik was onwijs slecht”, lacht hij. Maar hij bleek wel een uitstekende coach met een passie waar de vonken vanaf vliegen. Die gedrevenheid heeft hij van zijn opa, ook zo’n ‘passionate guy’, meent Diederik. “Opa had het tegen mij altijd over de heilige 24 uur. Waar het op neer komt: probeer wat je doet, goed te doen en anders doe het niet. Dat heb ik van jongs af aan meegekregen, heel speels. Ik heb boven mijn bed het Japanse woord ‘kaizen’ hangen. Dat staat voor ‘contious self improvement’. Zo sta ik in het leven.” Als coach is hij naar eigen zeggen gevormd door zijn ‘tweede vader’, de Pool Kris Korzeniowski, toenmalig bondscoach van de Nederlandse roeibond KNRB. “Ik had mazzel. Hij nam me aan als assistent. ‘I see the passion
in your eyes’ en dat was voor Kris voldoende. Ik ben twee jaar bij hem in de leer geweest. Omdat ik van een beurs alleen niet kon leven, zat ik ’s nachts post te sorteren en werd ik ’s ochtend om zeven uur alweer verwacht op De Bosbaan, de roeibaan waar Kris werkte. De opleiding was zeven dagen per week. Hij heeft me alles geleerd.” Door de jaren heen heeft Diederik zichzelf wel een eigen stijl aangemeten. “Ik geloof in situationeel leiderschap. Er is niet één vorm van leiderschap. Ik observeer en pas me aan. Ik geloof in samenwerking. Ik heb een rugzak met bagage. Die open ik op gedoseerde wijze. En blijf altijd mezelf. Ik bezit, denk ik, een interpersoonlijke intelligentie.
“Ik was zelf een onwijs slechte roeier” Ik voel andere mensen goed aan. Daar stuur ik mijn leiderschap op aan. Soms een aai over de bol, soms een schop onder de kont.” Een andere voorwaarde voor de coach is dat doelen duidelijk zijn gemarkeerd. “Ik kan alleen werken -ook privé- met een ‘crystal clear goalsetting’. Zo ben ik opgevoed en opgegroeid. Mensen
komen met een vraag of probleem. Maar wat is het doel? Wat wil je en waarom? Die vragen moeten eerst helder worden beantwoord.” De Boorder is gewend zijn eigen ‘arena’ te creëren om als coach te kunnen functioneren. Het trainingscomplex aan het Eindhovensch Kanaal vindt hij idyllisch. “Prachtig kanaaltje, ondergaande zon en kwakende ganzen. Maar dat heeft niets met wedstrijdroeien te maken. Dat is geen arena waarin je traint. Het kanaal is te smal om naast elkaar te roeien, zoals je in echte wedstrijden doet.” Reden voor de nieuwe coach om ook in Tilburg en Rotterdam te gaan trainen. Want het competitieve element gaat voortaan in alle oefeningen meespelen. “Dan creëer je racers en geen trainers.” Is er nog tijd voor een dolletje? “Natuurlijk, happy rowers are fast rowers. Maar het moet wel altijd in balans zijn.” Dat er meer dan één roeier van Thêta naar Rio gaat, is voor hem een feit. “Dat baseer ik op de zaken die ik hier aantref. Halen we het niet, dan hebben we zelf een ongelooflijke fuck up gemaakt. Mijn missie is geslaagd als we een aantal dingen veranderd en verankerd hebben bij Thêta. Als hetgeen we opzetten, ook in de toekomst zonder mij blijft staan.” Interview l Frits van Otterdijk Foto l Bart van Overbeeke
24 | Student
6 juni 2013
Clmn
Activiteitenkalender Dinsdag 12 juni, 11.45-13.00 uur, Blauwe Zaal Auditorium: | Talkshow: De Grote Roboshow De ontwikkelingen in de wereld van de robotica gaan razendsnel. Robots kunnen steeds meer en volgens experts gaan ze geleidelijk maar zeker ons leven veranderen. Robots zijn al lang geen science fiction meer, maar worden op steeds meer andere terreinen dan de industrie ingezet. Robots gaan deel uitmaken van ons dagelijks leven, ons huishouden en ons werk. De opkomst van robots heeft ook een diepe impact op de manier waarop we naar onszelf kijken.
Bor de Kock Student Softw are Science en Web Science
Vrouwenquota De geringe hoeveelheid vrouwen bij technische bedrijven en universiteiten is de laatste tijd nogal een aandachts punt: zeker sinds de recente uitspraken van de rector hebben Omroep Brabant, PowNews en anders media zich op de TU geworpen. Dat resulteert in koppen als ‘Mannelijke rector wil meer vrouwen’. Hoewel dat vooral sensatiejournalis tiek is, hebben de bladen gelijk. Wil je met een vrouwenquotum gaan werken, dan is het gevolg al snel dat faculteiten alleen nog maar vrouwen aan kunnen nemen. Het gevolg lijkt me voorspelbaar: mannen solliciteren niet meer op de TU/e - want ze maken toch geen kans. Zou ik een vrouw zijn dan zou ik overigens ook van sollicitatie afzien, want weten dat je aangenomen wordt om je dubbele X-chromosoom en niet om je kennis lijkt me heel frustrerend.
Van 24 tot 30 juni wordt Eindhoven overspoeld met robots. Dan vindt namelijk de RoboCup 2013 -het wereldkampioenschap robotica- in Eindhoven plaats. Deelnemende teams van wetenschappers uit tal van landen gaan met hun voetbalrobots, reddingsrobots, zorgrobots en andere machines de strijd aan om te laten zien wie de meest functionele robot in huis heeft. Het achterliggende doel van het toernooi is om wetenschappers kennis met elkaar te laten delen en van elkaar te laten leren. Op die manier gaat de robottechnologie enorm hard vooruit.
Overige gasten zijn natuurkundige en politicoloog dr.ir. Rinie van Est (TU/e en Rathenau Instituut) en Marcel Heerink (hoofd lectoraat Robotica aan de Hogeschool Windesheim Flevoland en universitair hoofddocent aan de LaSalle University Barcelona/Almere). In tegenstelling tot eerdere aankondiging zal Lieven Scheire het programma niet presenteren.
In aanloop naar de RoboCup 2013 organiseert Studium Generale De Grote Roboshow. Wetenschappers van de TU/e en andere robotica-experts vertellen in deze talkshow over de ontwikkelingen in robotland.
Wat is de meest bijzondere gebeurtenis sinds je in Eindhoven studeert? Mijn functie als penningmeester van Interactie. Hierdoor heb ik niet alleen de kans gekregen om over heel Europa te reizen en mensen te ontmoeten, maar ook om mede-organisator te zijn van een evenement voor driehonderd internationale studenten.
TU es
Dinsdag bij TEDxBrainport begon de dag ook met twee talks van vrouwen die zich onderdrukt voelden in techniekbedrijven. Volgens het eerste verhaal weigerden mannen onbewust consequent om vrouwen managersfuncties te geven, omdat 72% van de mensen onbewust voorkeur geeft aan een man als leidinggevende. Het argument was niet overtuigend. Het tweede verhaal kwam van twee studentes Werktuigbouwkunde. Zij vonden het belachelijk dat mannen deden alsof alle vrouwen slecht in techniek waren. Daarnaast, vervolgden ze, hebben mannen vrouwen nodig in een bedrijf om wat over communicatie bij te leren, omdat alle mannen slecht zijn in communiceren en een normaal gesprek voeren. Ik denk niet dat ik de enige man in het publiek was die zich op dat moment enigszins geschoffeerd voelde. Wat zijn we nu precies aan het doen als TU en als maatschappij zijnde? Het lijkt erop dat we door allerlei kunstgrepen uit te halen ervoor gaan zorgen dat het aantal vrouwen met een technische baan toeneemt. Maar is dat echt wat we willen? Is het niet veel beter om kinderen, zowel jongens als meisjes, tijdens hun opvoeding en schooltijd te laten zien dat werken in de techniek ontzettend leuk is, en dan gewoon op kwaliteit
Het team van de TU/e-onderzoeksgroep Tech United is de huidige wereldkampioen Robo Soccer. Dat willen ze natuurlijk blijven. Oprichter van het team, René van de Molengraft, vertelt over de ontwikkeling van de voetbalrobot door de jaren heen en waarom de autonome humanoid robotvoetballers in 2050 van de menselijke FIFA-wereldkampioen voetbal zullen winnen.
Wat moet je als student in Eindhoven zeker hebben gedaan? Het Honors Program, actief zijn bij een studenten-/studie-/sportvereniging, een cantus en in de Dommel zwemmen. Als je jezelf een keer kon -laten- teleporteren, waar zou je dan heen gaan? Grüner See. Als het ijs smelt, dan wordt dat Oostenrijkse park gevuld met water en verandert dan in een soort onderwaterpark. Daar wil ik ooit eens gaan duiken. Wat is de grootste blunder die je ooit hebt begaan? Uitstellen van mijn werk voor plezier.
ue.nl rsor.t u c . w w
w
pje Filmner Grü : See
zhs
c3t
/l om rl.c
nyu
//ti
: http
Wat is het spannendste dat je ooit hebt gedaan? Een vliegtuig besturen. Als verjaardagscadeau heb ik ooit vliegles gekregen van mijn familie. Welk onderwerp/probleem zou je als eerste aanpakken als je op de stoel van de minister-president zit? We zitten in een crisis, daarom zou ik me eerst focussen op verspilling in de zorg en de ontmoedigende studiefinanciering. Ultieme kijk-, lees-, luister-, of doe-ervaring? Sporten in teamverband. Er is weinig leukers en meer bevredigend dan jezelf helemaal kapot te sporten met vrienden.
Yorick Heidema (20) Derdejaars student Technische Bedrijfskunde, volgt het Honors Horizon Program. Yorick woonde acht jaar in Haïti en spreekt daardoor vloeiend Engels, Frans en Nederlands
Foto | Bart van Overbeeke
Waar heb je jezelf afgelopen week ontzettend aan geërgerd? Mijn te volle to-do lijst. Wie is jouw grootste held, en waarom? Mijn oom, Junior Thebaud, die in Haïti woont. Ik waardeer hem om zijn charisma, vastberadenheid en idealen.
Yorick go oit de vra ag ‘Wat is de groots te blunde r die je o hebt beg oit aan?’ eru it en wil in plaats da arvan we ten: ‘Wat je na je b zou achelor w illen doe (TJ) n?’
Student | 25
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
In the picture
Honderddertig aankomend studenten Werktuigbouwkunde mochten zich dinsdag aan de faculteit uitleven met spaghetti. Maar liefst 26 bruggen stonden na twee uur intensieve arbeid klaar om getest te worden. De meest solide brug kon 3,8 kilo aan gewicht hebben. Facultair communicatiemedewerker Pascal Appel, die de activiteit had georganiseerd, had tachtig pakken spaghetti, driehonderd paperclips en zesentwintig rollen plakband ingeslagen. Volgens hem bleken de bruggen die dik waren en waarbij de scholieren flink wat plakband hadden gebruikt, het stevigst. Dinsdag was er aan de TU/e een matchingsdag, waarbij scholieren die zich hebben aangemeld alvast konden kennis maken met de TU/e en hun faculteit. Appel over de keuze voor deze activiteit bij Werktuigbouwkunde: “We wilden ze iets voorschotelen wat ze nog niet op een open dag hebben gezien. Ook zijn we niet heel uitgebreid op zaken ingegaan. Dat doen we al tijdens de Intro. Op deze manier konden de scholieren alvast praktisch met het vak aan de slag.” (JvG) ? Volgende keer jouw foto op deze plek l ue.n or@t curs naar ‘m Mail
Met spaghetti een brug slaan En hoe is het in Tampere?
Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat weken twee iedere kunnen ers Cursorlez verplicht is of omdat ze het leuk vinden. n. meekijke d buitenlan het in dent TU/e-stu over de schouder van een
Een Erasmus-periode in Finland zal niet voor iedereen de eerste keus zijn. Het is dan ook een uithoek van Europa, met koude winters en stille inwoners. Allemaal waar. Met -28 krijgt wachten in de rij voor een club een heel nieuwe dimensie. Die club is ook de enige plaats waar je de Finnen echt ziet losgaan. Geef ze wat alcohol, bij voorkeur zelf geïmporteerd uit Rusland of Estland, en ze veranderen in dansende karaokebeesten, maar verder zijn ze erg rustig. Een Fin kent geen ongemakkelijke stiltes, samen zwijgen is ook gezellig. Gelukkig staan de meeste Erasmusstudenten wat anders in het leven, en waren mijn vijf maanden in Tampere onvergetelijk. Tampere is de tweede stad van Finland, 150 kilometer ten noorden van Helsinki. Er zijn twee
universiteiten, en daarmee is er ook een druk studentenleven. Vrijwel alle Fuksi’s (eerstejaars en Erasmusstudenten) doen mee aan allerlei activiteiten om badges te verzamelen, die ze op een overall naaien. Een volle overall betekent een goede studententijd. Hoogtepunt is Vappu, op 1 mei, wanneer alle Fuksi’s in de ijskoude rivier in het centrum worden gedoopt. De twee weken hiervoor staan al in het teken van feesten. Ik studeer sinds januari Architectuur aan Tampere University of Technology. De universiteit ligt in een suburb tien kilometer buiten het centrum, omringd door bos en meren. Vrijwel alle studenten wonen hier, op loopafstand van de campus. ’s Avonds is er altijd wel ergens een preparty, een naam die suggereert dat er nog een party volgt, maar wat net
zo goed kan betekenen dat je met zestig personen tot diep in de nacht bij iemand in het appartement staat te dansen. Naar goed Fins gebruik neemt iedereen zijn eigen drank mee, en het statiegeld is voor de gastheer die de volgende dag mag opruimen. Onderwijs aan de TUT is redelijk vergelijkbaar met dat aan de TU/e. Er is alleen meer vrijheid gedurende het semester, je bent nog meer dan in Eindhoven zelf verantwoordelijk voor je werk. Een harde deadline is eigenlijk een zeldzaamheid. Voor mij betekende dat veel activiteiten en trips in de eerste drie maanden, en keihard doorwerken in april. Aan de faculteit hadden we de ‘glass box’, een soort glazen kooi waarin je 24/7 kunt werken, inclusief keukentje, comfortabele banken en een plotter. Samen doorwerken tot diep in de nacht is veel gezelliger, afgewisseld met een filmpje op de beamer en gratis koffie. Na de kou en de sneeuw is het nu al sinds half april zonnig en vrij warm. Met de zon die vrijwel niet meer ondergaat, is het ideaal weer voor reizen, barbecues, en zwemmen in de meren die begin mei nog bevroren waren. Ik kom al weer bijna terug van een onvergetelijke tijd. Folkert Hofstra, student Bouwkunde
Folkert met zijn vriendin Maureen Quanjel in Lapland.
Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij vanaf september in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.
Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl