Cursor 2 - jaargang / year 59

Page 1

2

22 September 2016 | year 59

@tuecursor @TUeCursor_news Biweekly TU/e Magazine

|

www.cursor.tue.nl

|

tuecursor

|

@tuecursor @TUeCursor_news

6 | Transgender aan de TU/e Sophia ging van student naar studente: “Mijn eerste college als vrouw ben ik helemaal achteraan gaan zitten�

BKO of 14 To not to BKO

Appels met peren vergelijken

18 Aatglance infinity

Gigantische radiotelescoop biedt blik in ver verleden

beauty 20 The of Maths

on 22 Living campus

Expositie Wiskunst op TU/e

Luna and Aurora not off to a flying start


2 | Vooraf

CURTOON

22 september 2016

Colofon Hoofdredacteur Han Konings

Eindredacteur Brigit Span

Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij Monique van de Ven (online)

Fotografie

Vliegende feedback

Sophia

Bij geboorte is niet iedereen al voorzien van het talent om op enthousiaste en onderhoudende wijze onderwijs te verzorgen. Wie het niet heeft, moet het leren. En ik spreek uit ervaring, want in een grijs verleden liep ik stage op Han Koning s, een middelbare school in Zevenaar om me te hoofdredac teur bekwamen in het geven van het vak Nederlands. Mijn zelf voorbereide les in de moderne vaderlandse poëzie kwam in de vorm van papieren vliegtuigjes weer om mijn oren gevlogen. Duidelijkere en directere feedback heb ik eigenlijk nooit meer gehad. En dat terwijl op mijn studentenkamer toch een vuistdik didactisch handboek lag, ook wel bekend als de Blauwe Bijbel.

Bart van Overbeeke

Coverbeeld Bart van Overbeeke

Opmaak Natasha Franc

Vertalingen Susie Day Benjamin Ruijsenaars

Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau

Aan de universiteiten hebben we sinds 2008 onze eigen Blauwe Bijbel, ook wel bekend onder de noemer Basiskwalificatie Onderwijs (BKO). Begin september werden per universiteit de percentages bekend van docenten met een BKO. Veel te weinig, vond het Interstedelijk Studenten Overleg. Onze universiteit bungelde onderaan de lijst met nog net geen vijftig procent. Maar mag je deze cijfers wel met elkaar vergelijken en is er een aanwijsbaar verband tussen een hoog percentage en studentenwaardering in bijvoorbeeld de Keuzegids of de jaarlijkse Elsevier-enquête? En moet iedereen aan de universiteit wel verplicht door die hoepel? In deze editie praat Cursor met betrokkenen. Maar prijs jezelf gelukkig als je de gave hebt en doe je stinkende best als het af en toe een worsteling is in de collegezaal. Want de feedback zoals ik die ooit kreeg van een groep verveelde havisten, is voor niemand leuk.

Journalist is het mooiste beroep dat er is - al is het maar omdat je je Monique va n de Ven nieuwsgierigheid de vrije loop kunt laten en alle denkbare (zelfs domme) vragen mag stellen. Toch stapte ik ietwat bedachtzaam in mijn gesprek met transgender Sophia. De fonkelnieuwe folder van het Transgender Netwerk Nederland voor hoger-onderwijsinstellingen had me immers nadrukkelijk gewaarschuwd: vraag niet naar iemands genitaliën of operaties, vermijd frases als ‘geboren als man/vrouw’, ben terughoudend met termen als ‘transseksueel’. Ja, zég. Maar TU/e-studente Sophia bleek, ondanks haar éigen zenuwen voor het interview, behoorlijk openhartig. Ruwweg veertig tot tweehonderd transgender studenten telt de TU/e volgens de statistieken. Hoeveel van hen ken jij? Ik nu één: Sophia. Lees meer over haar, haar keuzes en ervaringen op pagina 6 en 7.

Redactieraad prof.mr.dr. Jan Smits (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Willem van Hoorn Lucas Otten (studentlid) Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

Redactieadres TU/e, Matrix 1.90 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl

Cursor online www.cursor.tue.nl

Druk Janssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745

Clmn

Twee gescheiden werelden

Toen een ras-Helmondse docent een aantal jaar terug zijn college-reeks opende met ‘I hate you all welcome…’ kreeg ik spontaan last van nierfalen. Helaas bleef het daar niet bij en had ik aan het einde van mijn bachelor meerdere donororganen nodig. Hoewel Helmond-bashing mijn kerntaak is als Eindhovenaar, heb ik eigenlijk weinig zin om deze discussie over het Engels van docenten op te rakelen. Toch moet ik even peuren in deze oude, stinkende wond, want niet alleen worden er meer Engelse vakken gegeven, maar er wordt ook gestreefd naar een internationale community. Gestreefd, ja. Na een aantal jaren zieltjes in het buitenland werven, dribbelen er dan wel een heleboel expats over de TU/e-campus, maar vaak vormen zij slechts een gescheiden groep binnen hun opleiding of afdeling. In plaats van een internationale community, hebben we nu een expat-eiland in de Brabantse melting pot. Natuurlijk, een vereniging als Cosmos is ontegenzeggelijk succesvol,

maar haar bereik blijft beperkt tot de kustlijn van expat-eiland. Er vindt weinig interactie plaats tussen internationale en Nederlandse studenten en medewerkers, laat staan dat er vriendschappen ontstaan. Ik moet altijd denken aan de internationale studenten die doelloos op het gras zitten tijdens Alain Starke , de introweek, niet alleen ongelukHuman-Tec promovendus bij hology Inte raction kig met de broodjes kaas, maar ook verveeld omdat er een bezoek aan ongeïnteresseerde, Nederlandse studentenverenigingen op het programma staat. De onvrede over steenkolen-engels is slechts sympomatisch voor dit gebrek aan echte internationale integratie. De druk van bovenaf om steeds meer Engelstalig onderwijs aan te bieden, gaat dit niet verbeteren, dus waarom focust de TU/e zich niet op het aanbieden van meer taalcursussen? Waarom deelt een docent niet een keer projectgroepjes in? Waarom kijkt de TU/e niet naar het Sportcentrum, waar buitenlandse en Nederlandse sporters hand in hand gaan? Let’s stop feeding this discussion on the English of teachers and start fixing our community.


Nieuws | 3

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Zonnerace zonder snelheidsfactor noopt tot nieuwe keuzes Snelheid speelt volgend jaar geen rol meer in de Cruiser-klasse van de World Solar Challenge. Dat noopt tot andere strategische keuzes, ook voor het nieuwe Solar Team Eindhoven. Ook mogen deelnemende auto’s een halve meter langer zijn (5 in plaats van 4,5 meter), maar is

het maximale oppervlak aan zonnepanelen teruggeschroefd (5 in plaats van 6 vierkante meter). De studenten vinden het jammer dat snelheid volledig uit de beoordeling is gehaald. Teamlid Camiel Beeren: “Straks krijg je gewoon grote colonnes van

zonneauto’s die zo dicht mogelijk bij elkaar blijven om maar zo zuinig mogelijk te rijden. Ook kun je minder goed zien hoe de concurrentie het doet; het wordt allemaal ondoor­ zichtiger en daarmee ook voor het publiek minder spannend.”

Can just one battery charge carry Stella Lux a thousand kilometers? Solar Team Eindhoven aims to drive a thousand kilometers in Stella Lux powered by just one battery charge. With this world record attempt, on December 2nd in Texas, the Eindhoven students hope to surpass the past performance of their Australian colleagues (five hundred kilometers on one battery charge). Last year during the race in Australia, the Eindhoven team showed what Stella Lux is capable of achieving, by driving 1500 kilometers on just one battery charge. But, stresses team member Tom Selten, “We covered that distance over a three-day period and with the solar panel on the roof also generating energy. In Texas we will be powered solely by our battery and driving without interruption, stopping only briefly now and then to swap the driver.” The record attempt is taking place at the Uvalde Proving Grounds in Texas, a 14-kilometre test circuit where no fewer than 70 circuits must be completed.

Jarig Simon Stevin bouwt bierkrattendoolhof voor GLOW Van teleurstelling over een al geclaimd stukje TU/e-terrein naar een prominent podium met zo’n 750.000 toeschouwers. Zo verging het studievereniging Simon Stevin, die komend jaar haar zestigste verjaardag viert en nu onverwachts schittert als ‘side-project’ tijdens GLOW met een doolhof van bierkratten. ‘Het Oneindelicke Labyrint’, zoals het doolhof voluit heet, is één van de zogenoemde side-projecten die tijdens GLOW op de campus te zien zijn. Ruim 11.000 grote bierkratten zijn ervoor nodig, die op het KOE-veld tussen Vertigo en Auditorium samen een bouwwerk van 2.16 meter hoog en ruim 1.728 vierkante meter vormen.

Eind 2016 verwacht het team het aerodynamisch model van zijn nieuwe auto klaar te hebben; rond maart, april 2017 hopen de studenten het definitieve design te presenteren, vlak voor de zomer gevolgd door de auto zelf.

Vlamingen grote slokop bij SensUs-competitie Team KreaSensa van de KU Leuven is de grote winnaar geworden van SensUs, de internationale competitie voor biosensoren die 10 september haar apotheose beleefde in TU/e’s Auditorium. De Vlaamse studenten sleepten maar liefst drie van de vier prijzen in de wacht. De enige over­ gebleven prijs, die voor creativiteit, ging naar Team T.E.S.T. van de TU/e. In totaal deden vijf teams mee aan de competitie. De organisatie van SensUs maakte ook bekend dat de competitie volgend jaar wordt uitgebreid met teams uit Egypte, Schotland, de Verenigde Staten en Zwitserland. Dan zal de biosensorenstrijd zich concentreren rond het thema ‘hartfalen’.

Verhitte Mysterytour in tropische sfeer Een verhit debat in de ochtend en een middag met tropische temperaturen kenmerkten de Mysterytour dit jaar. Tijdens dit tweejaarlijks uitje bespreken studenten, de CvB-leden, decanen, opleidingsdirecteuren en diensthoofden actuele onderwerpen en leren ze elkaar kennen. Dit jaar deed de tour Den Bosch en Heusden aan. Gemakkelijke onderwerpen zijn het niet. Moet de TU/e doorgroeien om aan de maatschappelijke vraag aan ingenieurs gehoor te geven, of moet men op de rem gaan staan? Moet je voor bepaalde opleidingen een numerus fixus instellen? Moet de TU/e alleen nog studenten toelaten die een 8 of hoger hebben? Ook het aantrekken van meer internationale studenten ontpopt zich als een stekelige kwestie. Maar weinig studentenverenigingen kunnen zich vinden in de stelling dat minstens dertig procent van de leden internationaal moet zijn om nog steun van de TU/e te kunnen krijgen.

e

De 7 leden van het 60 bestuur van Simon Stevin (Werktuigbouw­kunde) zingen luidkeels het Simonlied. Dat deden ze 15 september tijdens de constitutie­borrel in hun bar de Weeghconst. Daarbij waren zo’n 300 personene aanwezig, waaronder ook de aller-1 voorzitter ooit van de vereniging. De penningmeester trok om 16.30 uur aan de bel en dat was het teken voor gratis drank. In totaal zijn er 21 fusten opgegaan. Simon Stevin viert dit jaar haar 12e lustrum onder andere met een bierkrattendoolhof tijdens GLOW.

Van oud naar nieuw

From old to new st

The 7 members of the 60 board of Simon Stevin (Mechanical Engineering) loudly sing the Simon Song. This performance took place on September 15 during the drinks party held to celebrate the new board’s appointment. Present in Simon Stevin’s bar the Weeghconst were some 300 persons, including st the 1 ever chair of the association. At 16.30 p.m. the treasurer rang the bell, signaling the opening of the free bar. In total 21 kegs of beer were consumed. Simon Stevin th is celebrating its 12 lustrum this year with, among other events, a beer crate maze during GLOW. Photo | de PaparaCie

More news on page 5 and www.cursor. tue.nl/en


4 | Universiteitsberichten

ALGEMEEN College van Bestuur | Benoemingen internationale samenwerking Het College van Bestuur heeft de volgende drie personen benoemd die verantwoordelijk zullen zijn voor internationale samenwerking: -Prof. dr. ir. Ton Backx, directeur van het Photonics Institute, is benoemd tot Director International Scientific Relations. Hij zal zich bezighouden met de EuroTech Alliantie en de samenwerking in China. -Dr. Laurent Nelissen, Managing Director Scheikundige Technologie, is benoemd tot Director International Scientific Relations. Hij zal zich bezighouden met de netwerken CLUSTER en CESAER en nieuwe internationale projecten. -Drs. Patrick Groothuis, Managing Director STU / International Relations Office, is verantwoordelijk voor onderwijsgerelateerde zaken, zoals studentenuitwisseling. Stembureau | Verkiezingen TU/e 2016 Dit jaar worden de verkiezingen gehouden voor de verkiezing van de geleding studenten van de universiteitsraad en de faculteits­ raden. De verkiezingen geschieden door middel van elektronisch stemmen. Op maandag 10 oktober t/m woensdag 12 oktober 2016 liggen de kiezersregisters ter inzage, zowel schriftelijk (in MF 3.075 van 9:00 tot 12:00 en van 14:00 tot 17:00) als elektronisch. Kiesgerechtigden zullen hierover een e-mailbericht ontvangen. De termijn van de kandidaatstelling is vastgesteld op dinsdag 25 oktober

UNIVERSITEITSBERICHTEN

t/m donderdag 27 oktober 2016. Het elektronisch stemmen vindt plaats op dinsdag 6 december en woensdag 7 december 2016. De stemmodule staat gedurende deze periode continu open, van 00:00 uur op de eerste dag tot 24:00 uur op de tweede dag (Nederlandse tijd). intranet.tue.nl/verkiezingen Elections TU/e 2016 This year elections will be held for the student sections of the University Council and the Department Councils. These elections will take place by means of electronic voting. On Monday 10 October thru Wednesday 12 October 2016 the electoral register is available for inspection in written (in MF 3.075 from 9:00 to 12:00 and from 14:00 to 17:00 hours) or electronic. Electors will receive an e-mail about this. The period of nomination has been set for Tuesday 25 October thru Thursday 27 October 2016. Electronic voting will take place on Tuesday 6 December and Wednesday 7 December 2016 and is continuously available, during the first day from 00:00 until 24:00 on the second day (Dutch time). intranet.tue.nl/elections

22 september 2016

Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Promoties Donderdag 22 september, 16:00 uur, CZ5: promotie H. Chen MSc (EE) Promotor: prof.dr. S. Weiland Voorzitter: prof.dr.ir. A.B. Smolders Titel proefschrift: “Game-Theoretic Solution Concept for Complete Vehicle Energy Management”

Woensdag 28 september, 16:00 uur, CZ5: promotie S. Cappelli MSc (TN) Promotor: prof.dr.ir. M.W.J. Prins Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: “Magnetic particles at fluid-fluid interfaces: microrheology, interaction and wetting”

Maandag 26 september, 16:00 uur, CZ4: promotie K. Gao MSc (W) Promotor: prof.dr.ir. M.G.D. Geers Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “Multiscale modelling of acoustic porous materials”

Donderdag 29 september, 15:00 uur, CZ4: promotie L. Hazelhoff MSc (EE) Promotor: prof.dr.ir. P.H.N. de With Voorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Titel proefschrift: “Automatic Recognition System for surveying of Traffic Signs and Road Markings from Street-level Panoramic Images”

Maandag 26 september, 16:00 uur, CZ5: promotie Y. Li MSc (EE) Promotor: prof.dr. K.G.W. Goossens Voorzitter: prof.dr.ir. J.H. Blom Titel proefschrift: “Design and Formal Analysis of Real-Time Memory controllers” Dinsdag 27 september, 16:00 uur, CZ4: promotie O.A. Bârsan MSc (ST) Promotoren: prof.dr. G. de With en prof.dr.ir. R. Tuinier Voorzitter: prof.dr. R.P. Sijbesma Titel proefschrift: “Towards polymer composites with ultimate conduc­tivity” Dinsdag 27 september, 16:00 uur, CZ5: promotie J.F.J. Janssen MSc (TN) Promotor: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Voorzitter: prof.dr. K.A.H. van Leeuwen Titel proefschrift: “Equilibrium and Transport in Molecular plasmas” Woensdag 28 september, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. M.F.J. Kremers (EE) Promotor: prof.dr. E.A. Lomonova MSc Voorzitter: prof.dr.ir. J.H. Blom Titel proefschrift: “Analytical design of a transverse flux machine”

Donderdag 29 september, 15:00 uur, CZ4: promotie I.M. Creusen MSc (EE) Promotor: prof.dr.ir. P.H.N. de With Voorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Titel proefschrift: “Automatic Recognition System for surveying of Traffic Signs and Road Markings from Street-level Panoramic Images” Donderdag 29 september, 16:00 uur, CZ5: promotie D.K. Singh MSc (W&I) Promotor: prof.dr. J.J.M Slot Voorzitter: prof.dr. J. de Vlieg Titel proefschrift: “Interaction of Sound with Vorticity” Intreerede professor Taylor Vrijdag 30 september, 16.00 uur, BZ: intreerede prof.dr. C.A. Taylor (BMT) - dhl Voorzitter: prof.dr.ir. F.P.T. Baaijens Titel: Patient specific computational modeling a game changer in coronary artery disease treatment

Maandag 3 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. F.A.J. Boeren (W) Promotor: prof.dr.ir. M. Steinbuch Voorzitter: prof.dr. L.P.H. de Goey Titel proefschrift: “System Identi­ fication for Feedforward and Feedback Control: With Application to Semiconductor Manufacturing” Dinsdag 4 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie A.I. Doban MSc (EE) Promotor: prof.dr.ir. P.M.J. Van den Hof Voorzitter: prof.dr.ir. J.H. Blom Titel proefschrift: “Stability domains computation and stabilization of nonlinear systems: implications fo biological systems” Dinsdag 4 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie F. Comaschi MSc (EE) Promotoren: prof.dr. H. Corporaal en prof.dr.ir. A.A. Basten Voorzitter: prof.dr. A.G. Tijhuis Titel proefschrift: “Robust Online Face Detection and Tracking” Woensdag 5 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. R.P.T. Kusters (TN) Promotor: prof.dr. H.J.H. Clercx Voorzitter: prof.dr. K.A.H. van Leeuwen Titel proefschrift: “From shape to function: Growth and physical regulation of dendritic spines” Woensdag 5 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. B. Macco (TN) Promotoren: prof.dr.ir. W.M.M. Kessels en prof.dr. R.E.I. Schropp Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: “Atomic Layer Deposition of Metal Oxide Thin Films for Si Heterojunction Solar Cells” Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar universiteitsberichten@tue.nl.

Advertentie

Uitnodiging kennisevent renovatie Hoofdgebouw TU/e TU/e Campus getransformeerd tot de City of Tomorrow? Hoe zou het zijn als de TU/e in 2020 door de hele wereld wordt gezien als de plek waar de technologie van morgen vandaag al wordt toegepast. Waar medewerkers, studenten en innovatieve bedrijven zelf onderdeel zijn van een groots experiment? Waar een krachtige synergie is tussen onderzoek, onderwijs, beheer en communicatie? De hoge ambitie op het gebied van duurzaamheid van de TU/e, heeft de Dienst Huisvesting en het ontwerpteam Team RSVP voor een uitdaging gesteld. Het is gelukt om met een slim ontwerp Atlas als BREEAM Outstanding te kunnen kwalificeren en daarmee het duurzaamste onderwijsgebouw van Nederland te ontwerpen.

Uitreiking ontwerpcertificaat BREEAM Outstanding voor duurzaam TU/e-gebouw Atlas Dinsdag 27 september 2016, 12.30 – 17.30 uur

Programma De ambities van de TU/e zullen worden toegelicht door onder andere Prof. ir. Elphi Nelissen (Bouwkunde), Dr. Rick Harwig (Strategic Area Energy) en Prof. dr.ir. Elke den Ouden (Living Labs). Vanuit het ontwerpteam spreken Team V Architectuur, Peutz en Valstar Simonis over de keuzes gemaakt om te komen tot het meest duurzame renovatieproject en gaan tevens dieper in op de verschillende technische hoogstandjes. Mr. Jo van Ham (College van Bestuur) zal namens de TU/e het BREEAMcertificaat gedurende het evenement in ontvangst nemen. Aanmelding Gelieve u aan te melden voor dit evenement via: https://www.dgbw.nl/content/hoofdgebouw-technische-universiteit-eindhoven Daar vindt u tevens het volledige programma. Wij verwelkomen u graag op dinsdag 27 september op de TU/e Campus.


Nieuws | 5

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Emiel Hensen new dean Chemical Engineering On 1 October, when Emiel Hensen becomes dean of the Chemical Engineering department (ST) of Eindhoven University of Technology, a former student will be taking over the reins. Hensen (1971) is professor of Inorganic Chemistry and Catalysis, and studies new catalysts for a more sustainable chemical industry and society. Hensen succeeds Jaap Schouten following the latter’s appointment as chairman of the new NWO domain Applied and Engineering Sciences.

University is going to tap a new flow of funds Karen Ali, formerly Director of STU, has been appointed Director of Private Fundraising. In this position she is going to tap a new flow of funds for the university, which is known as philanthropic funding. “For TU/e this is still unbroken ground, but we are going for it”, says Ali. “Not everything we try will succeed straight away. Then again, it may, and that would be a bonus.” At present there are two people supporting Ali and that number will increase.

Hensen views his new role as dean with ambition and sees opportunities to bring the department further. ST has two NWO gravitation programs and he feels this offers them good possibilities to break into the world’s elite.

Fundraising among wealthy private persons has been quite customary in the United States and the United Kingdom for a long time. TU/e is also going to examine what can be achieved in this area. No financial targets have been set for now, says Ali. “We must first devote energy especially to building solid relations and thereby establish a basis for philanthropic funding.”

Kinderopvang TU/e ziet kansen als living lab Korein Kinderplein zet zijn deuren open voor TU/e-studenten en -onderzoekers die hun ideeën of concepten gericht op kinderen bij de organisatie willen testen. Dit kan op het TU/e-terrein, bij de dagopvang (bekend als de Tuimelaar) die Korein afgelopen voorjaar overnam - maar ook op andere locaties. Onderzoeken, ontdekken, ontwikkelen. In het vervullen van deze kernwaarden zoekt Korein volgens Claudia Evers, clustermanager regio Oost bij Korein, graag de samenwerking met andere partijen. Die wens werd volgens haar afgelopen zomer opnieuw getriggerd door een mailtje van een masterstudent die onderzoek doet op het gebied van licht en de effecten ervan wilde toetsen op kinderen. Ook had ze een paar jaar terug al eens contact gehad met studenten Industrial Design, die in hun eerste jaar een spel voor kinderen moesten ontwikkelen en op zoek waren naar een testomgeving. Het kinderdagverblijf als living lab - Evers ziet het wel zitten. Dat wil zeggen: binnen aanvaardbare grenzen, “kinderen moeten er geen lást van hebben”.

Team Bar Potential can get underway The student team keen to set up a food service establishment in De Plint, the name given to residential tower block Luna’s

lower floors, has received the green light from the Executive Board. The presentation of their vision and business plan and the promise

of 50,000 euros from the University Fund gave the Executive Board sufficient faith to allow Team Bar Potential to proceed with its project.

The bar is due to open on April 1st, 2017. Over the next two months, efforts will be made to appoint a new management team responsible

for the bar’s day-to-day running.

De mens achter het nieuws Nic van Kooten (27) is naast student Technische Bedrijfskunde ook financieel directeur van studententeam Bar Potential. Dit team krijgt de kans een horecagelegenheid op te zetten in De Plint van Luna. April 2017 willen ze het openen.

Hoeveel tijd heb je in Bar Potential gestopt? “Ik ben er sinds juli 2015 heel druk mee, maar niet fulltime. Ik ben ook nog penningmeester bij SCOrE (de bar in de Bunker, red.), en zit bij Quadrivium in de raad van advies en zing er. Ik werk twee dagen in de week bij het Parktheater en heb een student-assistentschap. Bar Potential kost me meer tijd dan ik verwachtte. Er komt toch veel bij kijken als je een professionele horeca-onderneming wilt opzetten. Naast vergaderingen en werkdagen hebben we inmiddels meer dan honderd meetings met externe partijen gehad zoals de gemeente, leveranciers en financiers. En tot de opening in april zal daar nog wel wat bijkomen.”

Wat drijft je om er zoveel tijd in te steken?

Nic van Kooten

‘Ik wil iets wezenlijks achterlaten op de campus’

“We zien het als een goed doel: een levendige hotspot op de campus met goede koffie, borrels en maaltijden tegen eerlijke prijzen. Als wat oudere student besef ik hoe belangrijk het is dat er zoiets bestaat. Maar het is natuurlijk ook een heel leerzaam en interessant project. Hopelijk laten we iets wezenlijks achter op de campus.”

Heb je zelf ook nachten doorgehaald in de Bunker? “Meermaals heb ik er het ochtendgloren mogen aanschouwen. Natuurlijk met de Intro, zowel als kid als ouder. De laatste jaren zelfs als barverantwoordelijke. Soms met vrienden van de diverse verenigingen. Maar evengoed ter afsluiting van een mooi project na een concert van Quadrivium. En ja, dan blijkt het opstaan eventjes later soms wat lastiger. Zo was ik zondag ‘s ochtends wel eens te laat om het Parktheater te openen bij mijn bijbaan daar als receptionist.”

Is Bar Potential je kindje? Bar Potential is een werknaam, zeg je keer op keer. “Ons kindje. Nu we de financiering rond hebben en een go kregen van het CvB hebben we wel een mijlpaal bereikt. Maar het kindje is nog op weg naar volwassenheid. Als we een bestuur en bedrijfsleider hebben en de zaak goed loopt, dan kan ik het wel beschouwen als een kindje; iets dat we nalaten, dat nog zal groeien en hopelijk veel mensen en verenigingen op de campus raakt.”

Wil je dat kind dan niet zelf een naam geven? “Wellicht is dat iets voor het nieuwe bestuur dat we zoeken. Natuurlijk hebben we er wel ideeën bij. Dat het lekker in het gehoor ligt, ook voor internationals. Dat het een begrip wordt onder studenten. Als er mensen met geniale ideeën zijn, horen we dat graag op info@barpotential.nl.” Interview | Norbine Schalij Foto | Bart van Overbeeke


6 | Interview

22 september 2016


Interview | 7

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Studente Sophia is transgender

“Voor mij is testosteron vergif; daar word ik lelijk van” Interview | Monique van de Ven Foto | Bart van Overbeeke Nee, ze stond niet per se te springen om dit interview. Maar, zo zegt de 23-jarige Sophia: “Ik vind het wél belangrijk dat dit onderwerp aan de TU/e naar voren komt en was bang dat andere TU/e’ers zoals ik hier niet over durven praten.” De TU/e-studente is transgender. Maar boven alles: vrouw. “Het voelt niet als een geheim; ik vind het gewoon niet relevant.” “Doodsbang” was ze dat iemand zou ontdekken dat ze zich, vanaf haar tiende, stiekem soms als meisje kleedde - puttend uit de collectie van haar zus. Verder ging ze als kind naar eigen zeggen mee in de massa, in een omgeving waar voor gevoelens sowieso weinig ruimte was. “Ik probeerde gewoonweg de verwachtingen van anderen waar te maken. Van mij verwachtte iedereen dat ik een jongen was en dus deed ik mijn best om een jongen te zíjn.” De drang om zich als meisje te kleden, werd echter sterker - vooral toen ze op haar negentiende op kamers ging en meer vrijheid voelde. “Ik praatte ook liever met meiden, maar merkte dat ik bij bepaalde onderwerpen werd uitgesloten van het gesprek. Terwijl ik juist over die vrouwen­ onderwerpen wilde meepraten.” Naarmate ze er meer over ging nadenken en lezen, kwam het besef dat ze zich een vrouw voelde. “Het is moeilijk te benoemen, maar dat zat in heel veel kleine dingetjes - zoals de typische meidenspelletjes die ik op de basisschool altijd liever deed.” Het duurde echter een tijd voordat ze open kaart durfde spelen. “Het is heel eng om het anderen te vertellen. Als je stappen wilt gaan nemen om vrouw te zijn, kun je niet terug - terwijl het wel je hele leven overhoop kan halen. Maar ik voelde me niet gelukkig. Ik was constant bezig met hoe ik mezelf ‘moest’ gedragen, kijkend naar hoe andere jongens dat deden. Zo wilde ik niet verder.”

De psycholoog was de eerste met wie ze haar gevoelens deelde, gevolgd door haar moeder en zus. “Dat was heel heftig. Mijn moeder moest huilen, vooral omdat ze geen moeilijk leven voor mij wilde. Het voelde voor haar ook als een soort verlies. Maar ze steunt mij enorm.” Zelfs haar gelovige vader, met wie ze naar eigen zeggen nooit zo’n goede band heeft gehad, accep­ teerde haar keuze op het oog vlot. “Maar in de praktijk is het voor hem moeilijker dan voor mijn moeder.”

“Dit proces was al zwaar genoeg; de uni kon ik er even niet bij hebben” Op dat moment stond ze, vanwege de lange wachtlijst, al ingeschreven bij het centrum voor genderdysforie in Amsterdam. “Intussen heb ik het een aantal dierbaren kunnen vertellen en heb ik al, heel subtiel, geprobeerd om mezelf meer als vrouw te uiten - eerst door bijvoorbeeld wat meer uniseks kleding te dragen. Daar voelde ik me wel al beter bij, maar ik was ook ontzettend ongeduldig. Ik was klaar om met hormonen te starten, wilde verder met mijn leven als vrouw.” Geleidelijke stapjes naar het openlijk dragen van vrouwenkleding volgden. “De eerste keer dat ik zo naar buiten ging, was na het eten.

Student Sophia is transgender

“For me, testosterone is poison; it makes me ugly” No, she wasn’t exactly eager to do this interview. But, in the words of 23-year-old Sophia: “I think it is important that this subject is raised at TU/e, and I was worried that other TU/e students like me dare not speak about it.” This TU/e student is transgender. But above all: a woman. “It doesn’t feel like a secret; to me, it’s simply not relevant.”

“Terrified” was how she felt. Terrified that someone would discover that since the age of ten she had been dressing up, now and then, as a girl - plundering her sister’s wardrobe. That feeling grew, especially when she left home at nineteen and experienced more freedom. A psychologist was the first person she shared her feelings with, followed by her mother and sister. “That was really intense.

Op een tijdstip dat het wat rustiger is op straat, ging ik een stuk fietsen. Dat gaf meer zelfvertrouwen.” De eerste keer dat haar familie en beste vrienden haar als vrouw zagen, was vooral vréémd, herinnert Sophia zich. “Mensen deden alsof het er niet was, vonden het lastig om er iets over te zeggen.” Maar verder ging ze nog steeds als man door het leven, ook aan de universiteit. “Dan had ik het hele weekend als vrouw geleefd en moest ik me op maandag weer als jongen kleden. Dat werd steeds zwaarder.” Vlak voor het eind van haar bachelor besloot ze tot een time-out: “Dit proces was al zwaar genoeg; de uni kon ik er even niet bij hebben.” Gesprekken met een psycholoog van de TU/e hielpen haar om de draad langzaam weer op te pakken - als vrouw. “Ik ben één vak gaan volgen, puur om weer naar de universiteit te gaan. Daar ben ik de eerste keer helemaal achteraan gaan zitten als vrouw - zo overwon ik langzaam mijn angst.” Maar haar openlijke start als vrouw was moeilijk, vertelt ze - vooral bij de start van het medisch traject. “Je krijgt onder meer laserbehande­ lingen tegen gezichtsbeharing. Binnen twee weken is er veel haar weg, maar daarvan komt in eerste instantie ook veel weer terug. De ene keer kun je goed over straat, de andere keer niet.” Ze herinnert zich het eerste etentje met vrienden als vrouw, “de dag waarop ik eindelijk echt durfde.

My mother couldn’t help crying; she didn’t want me to have a difficult life. But she supports me fully.” At university, she was still going through life as a man. “At that stage, I would spend all weekend living as a woman and on Mondays I had to start dressing as a guy again. That became increasingly difficult.” Shortly before the end of her Bachelor’s she decided to take a time-out. Discussions with a psychologist at the TU/e helped her to pick up the threads of her life again - as a woman. “I took one course, just so I could come back to university. The first time I attended, I sat way back in the

Een ober vroeg heel expliciet: ‘Wilt u nog wat drinken, menéér?’. Ik reageerde niet, maar toen vroeg hij het nog een keer, hárder. Iedereen om ons heen keek om. Dat vond ik ontzettend moeilijk.” Toch ging de metamorfose daarna snel. “In drie maanden ging ik van een jongen in vrouwenkleding naar een echte vrouw. Ik voelde me ook veel rustiger met minder testosteron in mijn lijf. Testosteron is veel krachtiger dan oestrogeen, het zorgt voor een nadrukkelijke drive - ook seksueel. Ik miste dat niet, was juist blij dat het weg was.” Dat ze haar hele verdere leven vastzit aan pillen of pleisters om de hormonale vrede te bewaren, neemt ze graag voor lief. “Voor mij is testosteron vergif. Daar word ik lelijk van.”

In Thailand hoopt Sophia af te rekenen met haar laatste stukje lichamelijke mannelijkheid Medio volgend jaar hoopt ze, in Thailand, af te rekenen met haar laatste stukje lichamelijke manne­ lijkheid. “De Nederlandse chirurgen gebruiken een andere methode waarin ik niet zoveel vertrouwen heb.” Zo’n dertienduizend euro kost de hele onderneming, waarvan slechts een deel wordt vergoed. “Daar ben ik voor aan het sparen; ik heb er de hele zomervakantie voor gewerkt.” Hoe eng ze de ingreep ook vindt; het naderende afscheid van het geslachtsdeel waarmee ze geboren

lecture hall, dressed as a woman that’s how I slowly overcame my fear.” The metamorphosis was rapid. “In the space of three months, I went from being a guy in woman’s clothing to being a real woman. And I felt much calmer with less testosterone in my body. For me, testosterone is poison. It makes me ugly.” In the middle of next year she hopes, in Thailand, to say goodbye to the last part of her male anatomy. The whole undertaking is costing about thirteen thousand euros, only some of which is covered by insurance. “I worked the whole summer vacation; I’m saving up for this.”

is, doet haar weinig: “Ik denk dat het geweldig zal zijn als dat weg is als ik bijkom - ondanks de enorme pijn die ik waarschijnlijk ga hebben.” Ze vervolgt: “Ik kan op dit moment al een redelijk normaal leven leiden, al ben ik wel constant bezig om het te verbergen. Voor een strakke broek bijvoorbeeld moet ik wel een pijnlijk trucje uithalen.” Sinds bijna vier maanden heeft ze een vriend, die ze leerde kennen via een datingsite. “Hij steunt mij all the way.” Haar kersverse ‘schoonfamilie’ weet niets van Sophia’s transformatie, op de moeder van haar vriend na. “Ik wil niet dat hij bepaalde dingen niet met zijn moeder kan delen. De anderen hoeven het niet te weten; zijn vader zal er waarschijnlijk sowieso niet voor openstaan.” Ook op de premaster die ze, een jaar na het afronden van haar bachelor, net is gestart, weten mensen van niets. “Het voelt niet als een geheim, ik vind het gewoon niet relevant. Ik identificeer me niet met ‘transgender’, maar met ‘vrouw’.” Wel praat ze erover met enkele andere transgenders aan de TU/e, maar “die leven nog niet in het geslacht dat ze zich voelen. Ik probeer hen advies te geven - over praktische dingen, maar ook over hoe ze kunnen omgaan met negatieve reacties”. De universiteit heeft goed gereageerd op haar situatie, vindt Sophia. “Ik heb goede steun gekregen van de psycholoog. Ook was er tijdens mijn transformatie bijvoorbeeld de mogelijkheid om naar een toilet te gaan dat voor iedereen openstaat. Dat zijn belangrijke dingen.” Pestgedrag heeft ze hier niet meegemaakt, op een wat ongemakke­ lijke opmerking tijdens een borrel na. “De mensen aan de uni gaan er over het algemeen goed mee om.”

On the Pre-Master’s program she has just started, a year after completing her Bachelor’s, people know nothing of her situation. “It doesn’t feel like a secret; to me, it’s simply not relevant. I identify with the term ‘woman’, not with ‘transgender’.” Still, she does talk regularly with a couple of other transgender students at TU/e, but “they are not yet living in the gender they feel they are. I try to give them advice - about practical matters, but also about how they can deal with negative reactions.”


8 | Student

22 september 2016

Binnenkijken bij

Huize Hector Hoezee Hectorlaan 6 Hoeveel personen: zes. Meest trots op: discolicht in de keuken. Schamen zich voor: het afgesloten deel van de schuur. Studentenhuis sinds: jaar of vijftien (gokt Gaby). Huurprijs: van 230 euro voor 9 vierkante meter tot 385 euro voor 21 vierkante meter. Bijzonderste bewoner: Paul Andrei, een B-boy die zich heeft gespecialiseerd in handbalance. Deze masterstudent BMT heeft een internationale tv-carrière. Wij zagen zijn balanceerskills al bij ‘Holland’s got talent’, de Duitsers krijgen ze binnenkort te zien bij ‘Das Supertalent’. Interview | Norbine Schalij

De Hectorlaan, op vijf minuten fietsafstand ten noorden van de uni, ligt niet echt in een studentenwijk. In de straat wordt nog één ander rijtjeshuis bewoond door studenten. Achter deze deur leven zes TU/e’ers samen. De buren zijn niet vervelend, maar behulpzaam.

Kim Blezer (derdejaars Medische Wetenschappen en Technologie) telt het aantal flesjes speciaalbier die uit de tijd stammen dat dat nog heel speciaal was. “Tachtig stuks.”

Photos | Bart van Overbeeke

En hoe is het in ...?

Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

Buenos Aires | Argentina, un país que está en mi corazón, ofwel

Argentinië, een land naar mijn hart. Nadat ik een kleine drie jaar geleden een vriend had opgezocht die een halfjaar in Buenos Aires studeerde, wist ik het zeker: hier wil ik een halfjaar studeren. Een keuze waar ik nog geen moment spijt van heb gehad. Wat een stad en wat een land! Om een zo compleet mogelijk beeld te scheppen van mijn leven hier is het van belang te beseffen dat er een groot verschil bestaat tussen Buenos Aires en de rest van Argentinië. Buenos Aires is in alles het centrum van Argentinië, dé plek waar het gebeurt. De stad heeft veel Zuid-Europese invloeden, hanteert een westerse standaard en heeft alles wat een bourgondiër zich kan wensen. Het leven is zeer sociaal georiënteerd, er is veel gezelligheid, lekker eten, goed weer en veel knappe mensen (lees: vrouwen). Ik heb mijn vakken zo gekozen dat ik maar drie dagen in de week naar de universiteit hoef. Mijn vakken zijn niet erg moeilijk, al kost het vaak veel energie alles te volgen omdat de colleges in het Spaans zijn en drie uur onafgebroken duren. Iets dat je echter snel weer bent vergeten als op

Bart bij de Cerro de los Siete Colores in Salta, de berg met de 7 kleuren.

woensdagavond je weekend begint met een mals biefstukje en een prevía (een soort pre-party waar iedereen samenkomt voor het stappen). Omdat Argentinië zo groot is, heeft het vrijwel alle (bio-)diversiteit te bieden die je je kunt voorstellen. Van gletsjers en walvis spotten in het zuiden, de zoutvlaktes, wijnstreken en afgelegen bergdorpen in het oosten, tot aan de jungles en watervallen in het noorden. Mocht je hierheen komen, dan is rondreizen een must! Na Iguazu en Uruguay al te hebben bezocht, ben ik twee weken geleden met de andere TU-studenten naar Salta gevlogen en zijn we acht dagen gaan roadtrippen. Salta is een gebied dat bekendstaat om zijn koloniale stadjes, uitgestrekte landschap, kleurrijke rotsformaties en zoutvlaktes. Zelden heb ik zo’n onherbergzame natuur gezien. Houd je dus van een bourgondische levensstijl, rondreizen en ben je niet bang een duik in het diepe te nemen betreffende de Spaanse taal, dan is studeren in Argentinië het beste dat je kan overkomen. Bart van Dinther, master-student Operations Management & Logistics

Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.


Student | 9

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

De drie EE’ers van het huis (Tim Slangen, Jules Verhaeren, Meerten Versluis, allen derdejaars) hebben voor twaalf euro led-lampjes aangebracht boven de keukenkastjes die voor sommigen alleen te gebruiken zijn vanaf een stoel.

Heel graag kijken ze op de kamer van Jules (links op de bank) via de beamer naar series als Under the dome. Naast hem (vlnr): Meerten, Kim, Tim en Gaby Kleijn (master Sustainable Energy Technology). Voor hem: Paul.

Kim durft hier wel soms een fietspomp uit te pakken (die staat op tien centimeter van de ingang), maar verder gaat ze niet. Zodra de deur opengaat, komt de muffe geur je tegemoet. We begrijpen je, Kim!

Het enige dat ex-bewoner Sander Walstock op facebook zette, was een foto van deze bonsai, zó trots was hij er op. Maar dat was toen de ‘boom in pot’ nog blad had. Tim moest op zijn kijkavond een reddingsplan voor de plant opstellen. Dat kon hij niet (maar hij kreeg toch de kamer).

Living on campus

With the opening of the student tower blocks Aurora and Luna there will from now on be many hundreds of students and employees living on campus. Time to make a tour.

“Don’t sit back and wait, but do something about it” If anyone, PhD candidate Daniel Vakulov (24) is the person to tell you the difference between living in a space cabin and in Aurora. Six weeks ago he moved into the new residential tower block, whereas before that time he lived in such a metal container dwelling for a year. “In Aurora I get to know people much faster than I did in the space cabins, as there are more shared facilities directly in the building. Like the bicycle shed and the washing area.” Daniel comes from Taganrog, a Russian place by the Black Sea. He is in the second year of his doctorate phase at the Photonics and Semiconductor Nanophysics group. The main reason for his daring venture to the West is the fact that science in Russia often has a strong theoretical orientation. Daniel is now conducting research into nanowires and intends to make devices with them as well. Two years ago he was doing a traineeship at Jülich Research Centre, which is just across the border near Kerkrade. Daniel says that Jülich is riddled with students and researchers, so he ended up boarding with a German couple. Fortunately the husband could speak English well. When Daniel had already moved to Eindhoven, he still went back to celebrate Christmas with them. In Aurora he lives on the tenth floor and has a magnificent view. Being close to his workplace he considers to be a great advantage, even more so when in December he broke his leg after a fall from his bike. “Colleagues helped me out as well as the girl-friend I had then.” Unfortunately their relationship broke up and Daniel secretly hopes that he will find a new love in Aurora. In the past few weeks he has acted as spokesman for the residents to voice complaints about the accommodation and the facilities. The obligation to pay for washing did not sit well with many residents. Daniel: “My motto in such a case is: Don’t sit back and wait, but do something about it.”

Interview | Han Konings Photo | Bart van Overbeeke


10 | Interview

22 september 2016

? De Vragenbank

Astrid van Dun (24) studeert Bouwkunde. Ze zat onder meer in de Centrale Introductie Commissie en het bestuur van CHEOPS. Momenteel studeert ze af bij bouwbedrijf Hurks in Eindhoven. De zeer persoonlijke vraag ‘Wat is in gesprekken jouw gevoelige snaar?’ laat ze aan zich voorbijgaan.

Geloof je in leven na de dood?

Als je zou moeten verhuizen naar een ander continent, waar ging je dan heen?

Welk boek zou iedereen moeten lezen?

Wie bewonder je het meest?

Van welke fout heb je het meest geleerd?

“Nee. Als je dood bent, houdt het op, denk ik. Ik geloof niet dat er een plek is waar je geest doorleeft als je lichaam kapot is. Lichaam en geest zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ik moet ook zeggen dat dit een vraag is die me nooit veel bezig heeft gehouden; ik ben ook niet religieus opgevoed. Ik snap dat het houvast kan bieden om te geloven dat er een leven na de dood bestaat, maar bij mij gaat dat er niet in.”

“Dat zou Azië zijn. Ik heb de eerste helft van dit jaar in Taiwan gestudeerd. De mensen daar waren de vriende­ lijkste mensen die ik ooit heb ontmoet. Ze glimlachen naar je in het voorbijgaan, en geven geld terug als ze te veel hebben gekregen - terwijl ze soms niet veel hebben. De natuur vond ik erg indrukwekkend. Niet alleen in Taiwan, maar vooral ook in de Filipijnen. Dat land zit vol met achtergronden voor op je computerscherm, met zijn helder­ blauwe water, prachtige witte stranden en koraalriffen.”

“Oei, dat vind ik moeilijk. Ik lees veel boeken, voornamelijk fictie, maar als ik ze uit heb, onthoud ik de titels niet eens. Voor de boeken op mijn e-reader laat ik me adviseren door mijn moeder, en dat pakt meestal prima uit. Nicci French bijvoorbeeld; dat zijn spannende boeken die je in twee dagen uitleest als je tijd hebt. Ook als je eigenlijk geen tijd hebt, overigens. Met Het Puttertje van Donna Tartt had ik meer moeite. Maar ik lees zo’n boek wel uit, hoor. Afhaken doe ik niet.”

“Nog zo’n lastige. Ik heb geen idolen, of mensen die ik in alles volg. Geen muzikanten, sporters of politici die er echt uitspringen. Al mijn vrienden hebben wel eigenschappen die ik bewonder, want anders zouden het mijn vrienden niet zijn. In het algemeen bewonder ik mensen die zich helemaal in kunnen zetten voor een bepaald doel. Zelf zit ik eigenlijk ook wel zo in elkaar. Op dit moment heb ik maar één doel, en dat is afstuderen. Dat mag ook wel na zes jaar.”

“Ik kan er nu maar één bedenken, en dat is het feit dat ik bijna ben gezakt voor het eindexamen van de middelbare school. Ik moest herexamen doen en kwam toen vier tiende uit boven het cijfer dat ik moest halen om te slagen. Als ik nog één vraag fout had beantwoord, was ik misschien wel gezakt. Daar ben ik van geschrokken, en dat heeft er zeker toe bijgedragen dat ik in het eerste jaar van mijn studie meteen hard ben gaan studeren. Ik heb ervan geleerd dat als je iets wilt bereiken, je daar ook echt je best voor moet doen.”

Interview | Tom Jeltes Photo | Bart van Overbeeke

? The Hot Seat Do you believe in life after death? “No. I think that when you die, it’s all over. I don’t believe there is a place where your spirit lives on once your body has ceased to function. Body and mind are inseparable. By the way, this is a question that has never really occupied me; nor did I have a religious upbringing. I understand that believing in life after death can offer a sense of security, but it’s not a belief I hold.”

Astrid van Dun (24) is studying Architecture, Building and Planning. She has been a member of the Central Introduction Committee and has sat on the board of CHEOPS. She is currently completing her studies at the construction company Hurks in Eindhoven.

If you had to move to another continent, where would you go?

What book should everyone read?

Who do you admire the most?

What is the mistake you have learned the most from?

“That would be Asia. I spent the first six months of this year studying in Taiwan. The people there were the friendliest I have ever met. They smile at you as you pass by, and give you back money if they have received too much - even though they themselves might have very little. Taiwan’s nature is really impressive and the natural world in the Philippines is even more awe-inspiring. That is a country full of great backgrounds for your computer screen, with its clear blue water, magnificent white beaches and coral reefs.”

“Ah, that’s a difficult one. I read a lot of books, mainly fiction, but once I have finished them, I don’t even remember the titles. When it comes to the books on my e-reader, I take advice from my mother, and she is usually spot on. Nicci French for example; books full of suspense that you can read in two days if you have the time. Or actually even if you have no time. I found The Goldfinch by Donna Tartt harder going. But I finished it! I never give up on a book.”

“Another tricky one. I don’t have any idols, or people whose every move I follow. No musicians, athletes or politicians who spring to mind. All my friends have qualities I admire, but then if they didn’t they wouldn’t be my friends. Generally, I admire people who can apply themselves wholeheartedly to a particular cause. I’m the same way too, actually. At the moment I have just one aim, and that is to graduate. And after six years that seems pretty appropriate.”

“Right now I can think of only one, and that is the fact that I nearly failed the school-leaving examination. I had to resit one of my subjects and the mark I got meant I had passed - but only by four-tenths of a percent. If I had given the wrong answer to one more question, I might have failed. That was a shock, and it certainly motivated me in my first year of university to work hard right from the get-go. It taught me that if you want to achieve something, you really have to do your best.”


Mens & Mening | 11

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TUssen de oren

In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het weten­schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology.

Keuzes in een keuze-systeem Zelfs mensen die afgelopen week onder een steen lagen is het ongetwijfeld niet ontgaan. Een meerheid in de Tweede Kamer stemde voor het veranderen van het Nederlandse orgaandonatiesysteem. Dat dit geschiedde met slechts één stem verschil merkte je: De discrepantie tussen voor- en tegenstander was immens, variërend van enorme euforie bij patiënten op orgaanwachtlijsten tot woede bij liberale tegenstanders die D66 typeerden als malafide orgaanhandelaren.

Kort gezegd verandert er het volgende: Nu kent Nederland een ‘opt-in’ systeem, waarbij iemand geen donor is tenzij hij of zij anderszins aangeeft. De Tweede Kamer heeft echter ingestemd met een wet die het tegenovergestelde stelt: Je hebt standaard geen bezwaar om donor te zijn, tenzij je aangeeft dat wél te hebben (of juist niet); een zogenaamd ‘opt-out’ systeem. De effectiviteit van het veranderen van deze ‘keuze-architectuur’ gaat verder dan het feit dat iemand nu ‘moeite moet doen’. Beschouw het maar als een familie-verjaardag

Brain matters

waar men ervan uit gaat dat je komt, tenzij je je afmeldt. Buiten de moeite van het afmelden, spelen er ook andere sociaal-psychologische factoren mee. Ten eerste werkt de ‘wel gaan default’ als een sociale norm, en denk je zodoende al snel dat andere familieleden ook gaan. Ten tweede is ‘wel gaan’ als standaardkeuze een soort aan­be­veling, waardoor hiervan afwijken nog lastiger wordt. Dergelijke ‘defaults’ worden door de overheid ook voor andere beleidsonderdelen gebruikt; zo sparen werknemers automatisch

voor hun pensioen, in plaats van dat zij dit zelf moeten aangeven. Toch zijn de bezwaren tegen de invoering van het orgaansysteem begrijpelijk. Ook al heeft iemand nog alle vrijheid om een keuze te maken, een opt-out knaagt in dit geval aan een grondrecht, namelijk de zelfbeschikking over iemands lichaam. Daarom zijn er andere opties beschikbaar die minder radicaal zijn, die de overheid zeker moet proberen mocht het wetsvoorstel in de Eerste Kamer stranden. Zo vraagt men in een aantal Amerikaanse staten aan

haar inwoners om een donorkeuze te maken bij het verlengen van iemands paspoort, en verleidt de Engelse overheid haar inwoners om een keuze te maken na het doen van een online-belastingaangifte. Deze opties ontwijken de ‘controversiële’ standaardkeuze, maar zijn een vrij effectieve manier om passieve burgers te motiveren om een keuze te maken. Want de meeste mensen zijn nog altijd liever lui dan moe.

Alain Starke | Promovendus bij Human-Technology Interaction

In every Cursor staff from the human-oriented program Psychology & Technology Cursor will be taking a closer psychological look at students, teachers, labs, technical artifacts, the workplace, the scientific business, campus, education, and websites.

Choices in a system of options Even people who were hiding under a rock last week cannot have missed it. A majority in the House of Representatives voted in favor of a change in the Dutch organ donation system. It was clearly noticeable that the majority was obtained by merely one vote: the discrepancy between supporters and adversaries was immense, ranging from great euphoria among patients on waiting lists for organs to anger among liberal adversaries who qualified D66 as rogue organ dealers.

In short, the change boils down to the following: at present the Netherlands has an ‘opt-in’ system, whereby somebody is not a donor unless they indicate otherwise. However, the House of Representatives has consented to a bill that states the opposite: the standard is that there is no objection to being a donor, unless you indicate that you do object (or not); a so-called ‘opt-out’ system. The effectiveness of changing such a ‘choice architecture’ extends well beyond the fact that somebody now has to make an effort. Think of it

as a family birthday where it is assumed that you will show up, unless you say you will not. Apart from the effort involved in opting out, other social and psychological factors come into play. Firstly the default choice of ‘going’ works like a social standard, so you soon assume that other family members will go to the birthday as well. Secondly, ‘going’ as a standard choice is a kind of recommendation, which makes it even more difficult to opt out. Governments use such defaults also for other parts of the policy; for example, employees are

automatically saving up for their pensions, instead of having to indicate this themselves. Nevertheless the objections to the introduction of the organ donation system are understandable. Even if everybody is totally free to make a choice, an opt-out in this case is gnawing away at a basic right, namely the self-determination over one’s own body. That is why there are other, less radical options available which the government should certainly try out if the bill should fail in the Senate.

Thus, in a number of American states the inhabitants are asked to make a donor choice upon the extension of their passports, and the English government tempts its inhabitants to make a choice after filing their electronic tax returns. Although these options evade the ‘controversial’ standard choice, they are a rather effective way of motivating passive citizens to make a choice. For most people are still born tired. Alain Starke | PhD at HumanTechnology-Interaction


12 | Focus

22 september 2016

Text | Norbine Schalij Photos | Bart van Overbeeke Afgelopen weekeinde werd het twaalfde Tunafestival gehouden in Eindhoven. Wat de Eindhovenaren daarvan meekregen varieerde van onverwachte serenades op straat tot geplande optredens in de grote tent op de Markt. Tuna Ciudad de Luz (Eindhovens mannentuna) en La Tuniña (Eindhovens damestuna) nodigden groepen over de hele wereld uit. Twaalf tuna’s streden om prijzen die zaterdagavond werden uitgereikt in de tent op de Markt.

Tunafestival 2016:

Zwierig zingend over straat

Deelnemers | Dit jaar kwamen tweehonderd tuno’s (leden van een tuna) uit Spanje, Portugal, Puerto Rico en Maastricht naar Eindhoven. Er zijn twaalf groepen (acht herentuna’s, vier tuna femenina) uitgenodigd om mee te doen aan het festival. Tuno’s die op eigen houtje willen komen, zijn van harte welkom, maar moeten zelf hun onderdak regelen.

Tuna-traditie | Dat studenten al zingend rondtrekkend is een middeleeuwse traditie uit Spanje. Ze reisden in vriendengroepen tussen de ene en de andere leermeester, of later tussen woonplek en universiteit en haalden met hun tamboerijn geld op om van te leven. In 1964, de Technische Hogeschool van Eindhoven stond nog in haar kinderespadrilles, is die Spaanse cultuur naar Eindhoven gehaald door leden van het Eindhovens Studenten Corps die er toevallig mee in aanraking kwamen op een korte vakantie.

Pasa Calles en Pasa Bares | Bij het ‘passeren in de straten’ en het ‘passeren in de kroegen’ kunnen de deelnemende tuna’s punten krijgen van juryleden voor een originele serenade, het zingen van een Nederlands lied of -refrein en het verhogen van de sfeer in straat of kroeg. De jury verdeelt ook punten bij het optreden in de grote tent op de Markt en voor een bijzondere groepsfoto. Organisatoren Tuna Ciudad de Luz en La Tuniña doen niet mee met de wedstrijden. Wel entertainen zij het publiek in straat en kroeg. Ze kunnen niet anders…


Focus | 13

See for news www.cursor.tue.nl/en

Serenades | De vroegste schriftelijke opmerking over de tunatraditie stamt uit 1400 en gaat over een man die een klacht indient dat een tuno zijn dochter versierde met een serenade. Eén serenade die iedere Spanjaard kent, is Clavelitos. Vertaald betekent dat ‘Anjeliertjes’ en het gaat over de bloemen die je in het haar van een meisje steekt om haar schoonheid te onderstrepen.

In de blote kont | Wie lid wil worden van een Tuna wordt een novato (nieuweling) genoemd. Deze persoon krijgt één of anderhalf jaar de tijd om de gebruiken en de liedjes onder de knie te krijgen. In die periode wordt hij ook gedoopt, desnoods meerdere malen. Tijdens het festival gebeurde deze initiatierite op het Wilhelminaplein. Poedelnaakte mannen en vrouwen in bikini (drie Eindhovense studenten en een stuk of veertig andere eerstejaars) gleden via een glijbaan recht het opblaasbadje in.

Wollen pak | Om een of andere reden zijn de pakken van de Tuno’s gemaakt van zwarte wollen stof. “Ze lijken gemaakt om te overleven in de nachten van Hollandse winters, maar zijn in de zomer ernstig heet”, zegt tuno Janick Janssen. De capa (cape) en beca (sjerp in V-vorm) zijn versierd met logo en eventueel linten die verdiend zijn bij het brengen van serenades. De kleur van de beca zegt iets over de studierichting. Rood staat voor technische opleidingen. La Tuniña heeft bij haar oprichting in 1982 voor geel gekozen om zich te onderscheiden van de jongens.

Waar staat Eindhoven bekend om in de tunawereld? | Aan het lied La Banda wordt de Eindhovense tuna herkend. Het is niet zelfgeschreven, maar is hen wel op het lijf geschreven. Het gaat over het drinken van rumcola’s. Verder wint Tuna Ciudad de Luz in het buitenland geregeld de prijs Tuna más Tuna, voor de groep die zich het meest als tuna gedraagt. Het Eindhovense festival staat bekend als een groot en goed georganiseerd festival, zeggen leden Janick Janssen en Kasper Knuijt. Volgens hen zeggen ze in Spanje: “Je moet als tuna eenmaal in je leven in Eindhoven geweest zijn.” Tip: zoek op youtube op La Banda.

Last weekend the twelfth Tuna Festival was held

Tuna Festival: Eindhoven’s streets alive with flamboyantly dressed singers Gemaakt in Mexico of Spanje | De instrumenten die gebruikt worden zijn accordeon, bandurria, cuatro, guitarron, laúd, gitaar en pandareta. En natuurlijk is iedereen vocalist. De instrumenten worden meestal in Spanje of Mexico gekocht omdat ze daar beter of goedkoper zijn. Wie begint als novato hoeft niet meteen een topper te zijn in het bespelen ervan. Er is tijd om te leren, net als noten lezen (wat niet eens per se hoeft, veel wordt geleerd op gehoor) en Spaans zingen.

in Eindhoven. What this had to offer the residents of Eindhoven ranged from unexpected serenades in the street to planned performances in the big tent on the Market Square. Tuna Ciudad de Luz (Eindhoven’s men’s tuna) and La Tuniña (Eindhoven’s women’s tuna) invited groups from all over the world to attend. Twelve tunas competed for prizes that were awarded on Saturday evening in the tent on the Market Square.

The tradition of wandering students who sing is one that dates back to medieval Spain. Groups of friends travelled from one teacher to another, or later between their homes and university, playing their tambourines to earn enough to live on. In 1964 when the Eindhoven Technical High School as it then was - was still in its infancy - wearing baby espadrilles - this aspect of Spanish culture was brought to Eindhoven by members of the Eindhoven Student Corps who happened to come across it on a short holiday. The Eindhoven tuna is instantly recognizable from the song La Banda. While the group did not write it, it is eminently suitable as it is all about drinking rum and coke. What’s more, when performing abroad Tuna Ciudad de Luz regularly wins the Tuna Más Tuna award, for the group that conducts itself most like a tuna. The Eindhoven festival has a good reputation as a large and well-organized event, say members Janick Janssen and Kasper Knuijt. According to them, there is a saying in Spain: “As a tuna, you have to visit Eindhoven at least once in your lifetime.” Tip: search La Banda on YouTube.


14 | Uitgelicht

22 september 2016

Stand Basiskwalificatie Onderwijs in universitair Nederland:

BKO-appels met BKO-peren vergelijken

Drie van de tien Nederlandse universitair docenten staat onbevoegd voor de klas. Zo kopten verschillende media onlangs, omdat uit een telling van het Interstedelijk Studenten Overleg bleek dat veel docenten hun Basis­ kwalificatie Onderwijs (BKO) nog niet hadden gehaald. In het lijstje dat per universiteit het percentage docenten met een BKO vermeldde, bungelde de TU/e ook nog eens onderaan. Maar het is appels met peren vergelijken, stellen de BKO-experts aan onze universiteit. Waarom vinden ze dat en wat valt er nog te winnen aan de TU/e? En ben je zonder dit certificaat wel een goede docent?

Tekst | Judith van Gaal en Han Konings Illustraties | Roel Venderbosch

“Je kunt die cijfers niet vergelijken.” Voor Aafje De Kuyper (manager unit Professional Development), Angela Tops (coördinator Programmaleerlijn Onderwijsvaardigheden) en Harry van de Wouw (contactpersoon en trainer BKO) staat dat als een paal boven water. Ze doelen op de cijfers die het ISO uit de jaarverslagen van de universiteiten haalde en begin september naar buiten bracht. Die deden heel wat stof opwaaien. Volgens Van de Wouw zijn er door het ISO appels met peren vergeleken. “De universiteiten hebben uiteen­lopende afspraken met de minister gemaakt. De percentages die moeten worden gehaald verschillen en de instellingen mogen zelf bepalen op welke gronden ze vrijstellingen geven. Sommige universiteiten tellen de vrijstellingen wel mee en andere weer niet.” Het is een constatering die ondersteund wordt door het rapport ‘De BKO in de praktijk’, dat net voor de zomervakantie werd gepubliceerd door het Expertise­netwerk Hoger Onderwijs (EHON). In de inleiding zeggen de opstellers dat ‘de BKO was bedoeld als een kwaliteitsimpuls, maar percentages van docenten met BKO zeggen niet zoveel zonder inzicht in de universitaire BKO-regelingen’. Het overgrote deel van het rapport maakt duidelijk dat er op hoofdlijnen wel overeen­komsten zijn, maar dat er ook zeker veel verschillen zijn in de uitwerking. Alle veertien universiteiten, waaronder ook de Open Universiteit, werken met verschillende competenties, richten de trajecten anders in en hebben hun eigen toetsingsvormen. Over dat laatste onderdeel zegt het rapport: ‘Het verdient aanbeveling dat instellingen de opzet en aanpak van de BKO-toetsing met elkaar vergelijken om de kwaliteit te verbeteren en te waarborgen’. Het begon allemaal in 2008. Toen spraken de universiteiten af dat zoveel mogelijk docenten een didactische training moesten krijgen: de Basiskwalificatie Onderwijs (BKO). In 2012 maakten de universiteiten prestatieafspraken met het ministerie van OCW. De BKO was er onderdeel van en de TU/e beloofde de minister dat eind 2015 minstens een kwart van de docenten het certificaat op zak moest

hebben. Dat percentage is ruimschoots gehaald: eind vorig jaar lag het op 47,1. Dat het aanzienlijk hoger is uitgevallen dan de beloofde 25 procent, is onder meer te danken aan het feit dat het College van Bestuur extra middelen aan het traject heeft toegekend. Zo is voor ervaren en competente docenten de mogelijkheid gecreëerd om in drie dagen een portfolio samen te stellen en op die manier de BKO in de wacht te slepen (het zogeheten IPP-traject). Dat neemt niet weg dat er aan de TU/e nog het een en ander te winnen valt. Nu, peildatum 5 september 2016, heeft 49 procent van de TU/e-docenten de compe­tenties aangetoond die bij de BKO horen. In absolute aantallen uitgedrukt: van de 657 docenten hebben 322 het certificaat. Dat is overigens exclusief vrijstellingen. Tel je die wel mee, dan kom je op 48 procent (peildatum 31 december 2015) en op 50 procent (peildatum 31 augustus 2016).

“Het aantal notoire nee-zeggers is afgenomen” Wie zijn degenen die het nog niet gehaald hebben en wat is daar de reden van? “Het aantal notoire nee-zeggers is de afgelopen jaren wel afgenomen”, concludeert Aafje De Kuyper. Daarmee doelt ze op de ervaren docenten die weigeren om hun certificaat te halen, omdat ze vinden dat ze hun sporen inmiddels wel verdiend hebben. Maar de nee-zeggers van nu doen dat vooral uit tijdsgebrek, aldus Van de Wouw. Terwijl het niet altijd veel tijd hoeft te kosten, gezien het verkorte traject van slechts drie dagen. “Er is veel laaghangend fruit, maar dat heeft niet de tijd om te worden geplukt. Docenten hebben er vaak een sabbatical voor nodig”, zegt Van de Wouw. Voor docenten zonder een gerichte ambitie is er niet direct een externe prikkel om het traject in te gaan. Wil je echter voor promotie in aanmerking komen, dan

moet je je BKO hebben gehaald. Aan de capaciteit ligt het ook niet. Coördinator Angela Tops: “Met meer trainers zouden we meer kunnen doen, maar het is zeker niet gezegd dat meer docenten het certificaat dan halen. We hebben op dit moment bijvoorbeeld geen wachtlijst voor het verkorte traject.” Wat ook nog van invloed is op het al dan niet afronden van het BKO-traject is of de faculteit een bepaald streefcijfer hanteert. Zo ligt het aantal behaalde BKO-certificaten bij Wiskunde & Informatica naar verhouding net wat hoger, omdat de vroegere decaan Emile Aarts daar de ambitie nastreefde dat binnen duizend dagen iedereen van het toenmalige docentencorps het certificaat moest hebben. Volgens Van de Wouw is het percentage de afgelopen maanden wat minder hard gegroeid omdat veel oude docenten met een BKO de TU/e via natuurlijk verloop hebben verlaten en er veel nieuwe docenten, nog zonder BKO, zijn aangenomen. Nog een reden waarom de TU/e achterblijft in percentages: voor promovendi aan onze universiteit is het relatief moeilijk om het certificaat te halen. Een kandidaat moet aantonen in zes competenties bekwaam te zijn. Van de Wouw: “De afgelopen jaren hebben drie of vier promovendi het traject afgerond. Je moet namelijk al ruime onderwijservaring hebben opgedaan om aan de eisen te voldoen, maar aan onze universiteit hebben promovendi relatief weinig onder­wijstaken.”

“De TU/e is het meest recht in de leer in de uitvoering” De universiteiten hebben nog geen nieuwe afspraken met de minister gemaakt, maar in 4TU-verband wordt al wel gesproken over de mogelijkheid om het traject voor meer ervaren docenten minder tijdrovend te maken. Hoogleraar Douwe Beijaard van de Eindhoven

School of Education (ESoE) maakt namens de TU/e deel uit van de Commissie van Toezicht van de drie technische universiteiten en Wageningen University. Dit gremium beoordeelt eens per jaar BKO-portfolio’s van elkaars instelling. Beijaard: “Volstrekt willekeurig worden er per instelling twee portfolio’s van jonge docenten voorgedragen. Deze ‘interne audit’ moet het niveau van de BKO-certificering waarborgen.” Beijaard moet bekennen dat de vier instellingen in de uitvoering van de BKO nog wel eens anders handelen. “De TU/e is daarbij het meest recht in de leer”, aldus de hoogleraar Professional Learning. “De andere instellingen zijn er meer mee aan het experimenteren. Dat overigens wel met inachtneming van de gevraagde competenties.” Twee weken terug is in de Commissie verkennend gesproken over aanpassingen in de uitvoering van de BKO. Beijaard: “We hebben het gehad over een gedifferentieerde aanpak voor verschillende groepen van docenten. Zo zouden we promovendi en postdocs een BKO Light willen aanbieden. Deze mensen hebben vaak nog te weinig onderwijservaring om het hele BKO-traject af te ronden. Maar het is zonde als ze de universiteit zouden verlaten zonder enig bewijs van hun onderwijskundige vaardig­heden. Zoals dat nu wel het geval is. Nieuwe beginnende docenten zouden gewoon het reguliere BKO-traject moeten doorlopen. Voor docenten die al zo’n vijf à tien jaar ervaring hebben in het onderwijs, is een variant denkbaar waarbij het bewijsmateriaal dat ze voorleggen, in een gesprek wordt doorgenomen. Het schrijven van een portfolio zou dan niet meer nodig zijn. Want het motto luidt toch: ‘Schrijven leidt niet altijd tot openbaringen’. De rol van de beoordelaar komt hier dan wel meer op de voorgrond.” Maar waar praten we nu precies over als we het over het BKO-traject hebben en hoe verloopt het? De docent zelf of de opleidings­ directeur kan het initiatief nemen om met BKO aan de slag te gaan - met de kanttekening dat die laatste de docent er niet toe kan


Uitgelicht | 15

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

verplichten. Je zult wel je BKO moeten halen om in aanmerking te komen voor een vaste aanstelling, om te kunnen promoveren en als uit evaluaties blijkt dat je onvoldoende presteert.

Aan de slag met BKO Het traject start met een zelfevaluatie door de docent, gevolgd door een gesprek tussen docent, opleidingsdirecteur en een BKO-trainer. Daarin wordt besproken wat goed gaat, waar de lacunes zitten en wat voor de docent de meest geschikte weg is naar het BKO-certificaat. Het volledige traject beslaat in totaal tweehonderd uur, waarbij ongeveer de helft opgaat aan on the job coaching. In deze

BKO-leergang leren docenten onder meer hoe ze een onderwijsproject en cursus kunnen ontwerpen, hoe ze studenten kunnen beoordelen, hoe ze kunnen doceren, coachen en evalueren. Lang niet iedereen hoeft alle cursussen te volgen; al naar gelang de ervaring kunnen sommigen volstaan met enkele toegesneden cursussen inclusief werkbegeleiding bij het maken van een portfolio. Dan is er dus ook nog het Intensief Portfolio Programma (IPP), waarbij ervaren docenten in drie dagen tijd hun portfolio samenstellen. Onderwijzend personeel aan de TU/e krijgt een vrijstelling als ze een eerstegraads lerarenopleiding hebben gehaald en een aanvullende reflectie hebben geschreven. Overigens worden de trainingen in het Engels aangeboden, maar docenten worden niet op

hun kennis van het Engels beoordeeld. Buitenlandse docenten gaan op eenzelfde manier het traject in - ook al hebben ze soms een vergelijkbaar certificaat in het buitenland gehaald. Volgens het EHON-rapport heeft de Erasmus Universiteit ‘voldoende beheersing van de Engelse taal’ wel als een vereiste toegevoegd aan het BKO-certificaat. Hoog­ leraar Beijaard denkt dat het vooral iets is dat getoetst moet worden bij het aannemen van nieuwe docenten, maar hij ziet het niet direct als een extra competentie die nodig is voor het behalen van de BKO. Voor zittende docenten die worstelen met hun Engels en daar slecht op beoordeeld worden door studenten, moeten volgens Beijaard extra taalcursussen georganiseerd worden. Maar hoe erg is het dat een deel van de docenten het certificaat nog niet in bezit heeft? Ben je een betere docent met je BKO op zak?

Volgens De Kuyper, Tops en Van de Wouw zijn de meeste docenten gebaat bij het traject. De Kuyper: “Tien procent is als docent geboren, tien procent zal nooit een excellente docent worden en tachtig procent kan zich op een aantal punten verbeteren.” Dat gebeurt overigens niet alleen binnen het traject, maar ook door andere trainingen die het onder­wijzend personeel kan volgen.

Voor- en tegenstanders van BKO Het al dan niet hebben van de BKO lijkt in ieder geval niet van invloed op hoe studenten het onderwijs aan de TU/e ervaren en waarderen. Het percentage met BKO mag


16 | Uitgelicht

dan relatief laag zijn aan de TU/e, de student­tevredenheid is hoog, zo blijkt al jaren uit de beoordelingen die zijn terug te vinden in de Keuzegids Hoger Onderwijs en de jaarlijkse Beste Studies-special van het weekblad Elsevier. Docenten kijken uiteenlopend aan tegen het traject en de toegevoegde waarde ervan. Een van de critici is Daniël Lakens, universitair docent bij IE&IS. “Het BKO is een enorme tijdsinvestering. Die investering moet je rechtvaardigen met data. Maar er is geen data die laat zien dat een BKO halen de kwaliteit van onderwijs verhoogt boven geen BKO halen. Het is niet aan mij om te bewijzen dat het geen effect heeft: de mensen die in totaal duizenden docenten extra werk bezorgen moeten laten zien dat het nut heeft. Bijvoorbeeld door vak-evaluaties van studenten. Er zijn natuurlijk altijd docenten heel enthousiast over alles, ook over een BKO.

22 september 2016

Maar we doen op een universiteit niet aan anekdotes, maar aan data. Mijn vader, directeur op het voortgezet onderwijs, zei altijd: ‘Je kan lesgeven, of je kan het niet’. Wat je een goede docent maakt, is je verplaatsen in je studenten. Daarnaast heb je natuurlijke autoriteit nodig. Kun je dat trainen? Volgens mijn vader dus niet heel erg, en bij gebrek aan wetenschappe­lijke data vertrouw ik op zijn ervaring. Een BKO kost zoveel tijd dat je altijd wel iets leert. Zet tien docenten in een ruimte en ze wisselen tips en trucs uit. Maar het wel of niet hebben van een BKO verklaart denk ik geen, of bijna geen, variatie in hoe goed een docent het doet.” Een mening die daar haaks op staat is die van Boudewijn van Dongen, universitair docent bij W&I en voorzitter van de personeelsfractie PUR in de universiteitsraad. “Je kunt het docentschap wel degelijk leren. Een groot deel van onze docenten is niet van nature een

goede docent. Er is genoeg dat je kunt leren. Bijvoorbeeld dat je niet tegen het bord met je rug naar de zaal moet praten. Het is altijd goed om te reflecteren. En ja, de werkdruk is hoog, maar je moet de tijd er voor maken. Bij onze faculteit mogen we er binnen een jaar tweehonderd uur aan besteden. Doe je dat aan iets anders, ja, dan komt het er later bovenop.”

te veranderen. Ze betreuren het dat in de media vooral de cijfers zijn benadrukt. Wout de Ruiter (Groep-één): “Het ISO wil landelijke normen voor de kwalificatie van docenten. Alleen dat nieuws lijkt te zijn ondergesneeuwd.”

Gelijke normen voor alle universiteiten

Rector Frank Baaijens presenteerde maandag nog een mogelijke verklaring waarom het percentage BKO’ers aan de TU/e relatief laag is. “We hebben de afgelopen vijf jaar ons onderwijs stevig op de schop genomen met de vorming van het Bachelor College en de Graduate School. Dat heeft veel inspanning gekost en veel druk gelegd op onze organisatie en docenten. Ook dat zou een reden kunnen zijn.”

Het onderwerp is afgelopen maandag ook besproken tijdens de universiteitsraads­ vergadering. Wat betreft Groep-één, de Eindhovense Studentenraad en personeelsfractie PUR hoeft er niets aan het TU/e-beleid

De fracties willen dat het College van Bestuur met de andere universiteiten probeert te realiseren dat er gelijke normen komen. Dat is ook een duidelijke aanbeveling die in het EHON-rapport is terug te vinden.


Zoom in | 17

See for news www.cursor.tue.nl/en

Status of University Teaching Qualification in the Netherlands:

Comparing BKO apples and BKO oranges

“You cannot compare those figures.” For Aafje De Kuyper (manager Professional Development unit), Angela Tops (coordinator Teaching Skills Program Learning Trajectory) and Harry van de Wouw (contact person and BKO trainer) there can be no two ways about that. They are referring to the figures that the ISO derived from the annual reports of the universities and published early in September. They caused a great deal of controversy. According to Van de Wouw the ISO has been comparing apples and oranges. “The universities have made different agreements with the Minister. The percentages that must be obtained differ and the institutions are free to decide for themselves on what grounds they can grant exemptions. Some universities do count the exemptions while other don’t.” It is a finding that is supported by the report ‘De BKO in de praktijk’, which was published shortly before the summer holidays by the Higher Education Expertise Network (EHON). In the introduction it is stated by the authors that ‘the BKO was intended as a quality incentive, but percentages of lecturers holding a BKO do not mean so much without an insight into the BKO arrangements per university’. The largest part of the report does make it clear that there are broad similarities, but that there are also many differences in the elaboration. All fourteen universities, including the Open University, work with different competences, organize their tracks differently and have their own test formats. It all began in 2008. Then the universities agreed that as many lecturers as possible should receive didactic training: the University Teaching Qualification (BKO). In 2012 the universities made performance agreements with the Ministry of Education, Culture and Science. The BKO formed part of these agreements and TU/e promised the Minister that by the end of 2015 at least 25% of its lecturers would have obtained the certificate. That percentage was obtained amply: at the end of last year it was 47.1. One reason why this figure is considerably higher than the 25% promised, is that the Executive Board has allocated extra funds to the trajectory. Thus, a possibility has been created for experienced and competent lecturers to compose a portfolio within three days and in that way to obtain the BKO

(the so-called IPP trajectory). Nevertheless, this does not alter the fact that TU/e can still up its game. Now, on the reference date of September 5, 2016, 49% of the TU/e lecturers have demonstrated the competences belonging to the BKO. In absolute numbers: out of 657 lecturers there are 322 who possess the certificate. That figure is exclusive of exemptions, by the way. If you do include the exemptions, you get to 48% (reference date December 31, 2015) and 50% (reference date August 31, 2016).

“The number of notorious nay-sayers has decreased” Who are the ones that have not obtained their qualifications yet and what is the reason? “Over the past few years the number of notorious nay-sayers has decreased”, Aafje De Kuyper concludes. By that she is referring to experienced lecturers who refuse to obtain their certificates, because they think that they have won their spurs by now. But the nay-sayers of today do so especially from a lack of time, says Van de Wouw. “There is a lot of low-hanging fruit, but there is no time to pick it. Lecturers often need a sabbatical to do so”, says Van de Wouw. For lecturers lacking a focused ambition there is no direct external incentive to enter the trajectory. However, if you wish to qualify for a PhD, you must have obtained your BKO.

“TU/e is the most orthodox in the implementation” Whilst the universities have not yet made any new agreements with the Minister, in a 4TU context the possibility of making the trajectory less time-consuming for more experienced lecturers is already being discussed. Professor Douwe Beijaard from the Eindhoven School of Education (ESoE) on behalf of TU/e forms part of the Supervisory Committee of the three universities of

Three out of ten Dutch Assistant Professors are teaching without the required qualifications. That was the headline of different media recently, because a count by the Inter-city Student Consultation showed that many lecturers had not yet obtained their University Teaching Qualification (BKO). In the list stating the percentage of lecturers with a BKO per university, TU/e was ranking at the very bottom. However, this is comparing apples and oranges, as the BKO experts at our university state.

technology and Wageningen University. Once a year this forum assesses BKO portfolios of each other’s institutions. Beijaard has to admit that the four institutions occasionally act differently in their implementation of the BKO. “TU/e is the most orthodox in this respect”, says the Professor of Professional Learning. “The other institutions are experimenting more with this. They do so with due regard for the requested competencies, though.” Two weeks ago there was a tentative talk within the Committee about adjustments in the implementation of the BKO. Beijaard: “We have discussed a differentiated approach for different groups of lecturers. For instance, we would want to offer PhD candidates and postdocs a BKO Light. These people often have too little teaching experience to complete the whole BKO trajectory. But it would be a waste if they left the university without any proof of their teaching skills.”

Setting to work with the BKO Still, what exactly are we talking about when we discuss the BKO trajectory and how does it proceed? The lecturers themselves or the Program Director can take the initiative to set to work with the BKO - with the caveat that the latter cannot oblige lecturers to do so. You will need to obtain your BKO to qualify for a permanent appointment, to get a PhD and if evaluations show that your performance is unsatisfactory. The trajectory starts with a self-evaluation by the lecturer, followed by a discussion between the lecturer, the Program Director and a BKO trainer. Here it is discussed what is going well, where the gaps are and what would be the most suitable route for the lecturer to obtain the BKO certificate. The full trajectory covers a total of two hundred hours, about half of which is devoted to on-the-job coaching. In this BKO course lecturers learn among other things how they can design an educational project and a course, how they can assess students, how they can teach, coach and evaluate. Not everybody needs to follow all the courses; depending on the

experience some can make do with several tailor-made courses including work moni­ toring in making a portfolio. Then there is also the Intensive Portfolio Program (IPP), whereby experienced lecturers compose their portfolios within three days. Educational personnel at TU/e are granted an exemption if they have obtained a grade-one teaching qualification and have written an additional reflection. Although the training is offered in English, lecturers are not assessed for their knowledge of English. Foreign lecturers enter the trajectory along the same line - even if sometimes they have obtained comparable certificates abroad. For current lecturers who are struggling with their English and get poor assessments of that from students, extra language courses must be organized, according to Beijaard. At any rate, the possession or not of the BKO does not appear to have an impact on how students experience and evaluate the education at TU/e. While the percentage of lecturers with a BKO is relatively low at TU/e, the student satisfaction is high, as has been shown for many years by the assessments that can be found in the Keuzegids Hoger Onderwijs and the annual Beste Studiesspecial of the Elsevier weekly.


18 | Onderzoek

22 september 2016

Interview | Tom Jeltes Photo | Sjoerd van Belkum

Blik op oneindig De komende vier jaar verrijzen in de Zuid-Afrikaanse woestijn 133 schotels met een doorsnede van vijftien meter, en worden meer dan honderdduizend antennes geplaatst in de Australische outback. Samen vormen de bouwsels de eerste fase van de Square Kilometre Array (SKA), de grootste radiotelescoop op aarde. En dat is nog maar het begin; uiteindelijk is voorzien in zo’n tweeduizend schotels, gerangschikt langs spiraalarmen met een spanwijdte van honderden kilometers, en een miljoen antennes, variërend van enkele tientallen centimeters tot zo’n anderhalve meter hoog. Samen zullen al deze radio-ontvangers een ongeëvenaarde blik bieden op het verre verleden van het heelal, meer dan dertien miljard jaar geleden; de SKA-telescoop (budget voor de eerste fase alleen: 650 miljoen euro) moet namelijk gevoelig genoeg zijn om straling op

te vangen uit het eerste miljard jaar na de Big Bang, de periode waarin de eerste sterren zijn gevormd. Astronomen en kosmologen hopen hieruit te leren hoe sterren en sterrenstelsels ontstaan, wat de aard is van de mysterieuze donkere materie en energie, en wellicht zelfs of er buitenaards leven bestaat.

Een super­ computer met de rekenkracht van honderd miljoen pc’s is nodig Om alle meetgegevens van de SKA-telescoop (maar liefst tienmaal het wereldwijde internetverkeer) te verwerken, is een supercomputer

nodig met een rekenkracht van honderd miljoen pc’s: goed voor een astronomische miljard miljard (1018) berekeningen per seconde. Zo’n computer verbruikt nogal wat stroom, vertelt promovendus Rik Jongerius. “En die stroom is in de woestijn uiteraard niet zomaar beschikbaar, nog afgezien van de kosten.” De alumnus van TU/eopleiding Electrical Engineering onderzocht daarom hoe het energieverbruik van het benodigde computersysteem zo laag mogelijk gehouden kan worden. Jongerius voerde zijn promotie­ onderzoek uit in dienst van IBM in samenwerking met ASTRON, het Nederlands instituut voor radio­ astronomie. Vanuit de TU/e werd hij begeleid door promotor Henk Corporaal van Electronic Systems. “IBM heeft destijds de super­ computer geleverd voor LOFAR, een voorloper van SKA gebouwd

De Square Kilometre Array (SKA), een gigantische radiotelescoop die in Zuid-Afrika en Australië wordt gebouwd, belooft het grootste wetenschappelijke instrument ter wereld te worden. Het hanteren van SKA’s ongeëvenaarde datastromen vereist een zo efficiënt mogelijke supercomputer. In het Drentse Dwingeloo, hart van de nationale radioastronomie, onderzocht promovendus Rik Jongerius hoe je dat het best aan kunt pakken.

door ASTRON. Zelf ben ik bij IBM Research in Zürich afgestudeerd en zo ben ik bij ASTRON in Dwingeloo terechtgekomen.” Daar dragen tientallen ingenieurs, astronomen en andere wetenschappers zorg voor het onderhoud van de bestaande Nederlandse radiotelescopen, en werken ze aan internationale radioastronomische projecten zoals SKA. ASTRON is gevestigd op een bijzondere locatie, midden in Nationaal Park Dwingelderveld. “Tijdens de lunch zie je er nog wel eens een ree voorbij komen, en verdwaalde toeristen kloppen soms aan om te vragen naar het pannenkoekenhuis.” Toch is het niet eenzaam op de hei, legt Jongerius uit. “Er werken zo’n honderdvijftig mensen bij ASTRON. Alleen al binnen mijn project, DOME, zijn zo’n vijftien mensen betrokken, waaronder vier promo­ vendi. Bovendien zitten twee deuren verderop de mensen die direct bij SKA betrokken zijn.” Dat is handig, legt hij uit, aangezien DOME formeel geen onderdeel van het SKA-project is. “We moeten dus zelf actief contact onderhouden met SKA en onze bevindingen bij hen promoten.” Bij zowel SKA als voorloper LOFAR (een serie antennevelden met Drenthe als centrum, maar met uitlopers tot in Groot-Brittannië, Zweden en Polen) worden metingen aan de talloze antennes elektronisch gecombineerd, waardoor in de praktijk een meetgevoeligheid en nauwkeurigheid wordt behaald die overeenkomt met die van een veel grotere schotel. SKA heeft aan dat principe zijn naam te danken: de Square Kilometre Array zal het equivalent vormen van een schotel met een oppervlakte van meer dan een vierkante kilometer.

Het gaat om meer data dan bij versneller­ instituut CERN Een artist’s impression van een te bouwen antenneveld. Illustratie | SKA Organisation.

We hebben het kortom over een gigantische detector die een dito stroom meetgegevens uit zal spuwen. Het gaat om meer data, aldus Jongerius, dan bij versnellerinstituut CERN in Geneve - toch ook geen kleine jongen. “Een belangrijk verschil is dat bij CERN de data in bursts binnenkomt, zodat ze tijd hebben om die data op te slaan. SKA zal continu meten over periodes van twaalf of vierentwintig uur”. Noodgedwongen moet de datastroom van de megatelescoop daarom real-time worden gereduceerd: alleen de relevante gegevens worden voor latere analyse opgeslagen. “De eerste stap vindt plaats zo dicht mogelijk bij de meetstations; hier wordt de data van alle losse antennes bij elkaar opgeteld, bundelvorming wordt dat genoemd.” De gedachte is dat in de som van alle signalen de ruis grotendeels wegvalt, terwijl de daadwerkelijke radiostraling uit het heelal juist wordt versterkt. “Als je de data van honderd antennes zo combineert, verklein je de hoeveelheid data met een factor honderd.” Maar dat is nog maar het begin. De gereduceerde datastroom gaat vervolgens naar de centrale signaalprocessor, waar alle data wordt samengevoegd en naar correlaties tussen verschillende meetstations wordt gekeken, alvorens de data terechtkomt bij de science data processor, waarmee bijvoorbeeld afbeeldingen van de sterrenhemel worden vervaardigd.

“Uiteindelijk zou een kleine zonnecentrale genoeg energie moeten leveren” Aan Jongerius de taak om te analyseren hoe de benodigde programmatuur zich gedraagt op verschillende processorarchitecturen, zoals hij het zelf formuleert. De ene computerchip is namelijk de andere niet, legt hij uit. “In principe heb je de keuze uit wel duizend verschillende soorten chips, en welke het best presteert, hangt af van welke bewerkingen ze precies


Research | 19

See for news www.cursor.tue.nl/en

Rik Jongerius bij een van de antennes in Dwingeloo.

moeten uitvoeren.” Voor het eerste stuk - de bundelvorming - is het rendabel om de chips op maat te laten maken, aldus de promovendus. In die fase moet namelijk zo vaak dezelfde bewerking worden gedaan, dat hiervoor geoptimaliseerde chips

A glance at infinity The Square Kilometre Array (SKA), a gigantic radio telescope that is being built in South Africa and Australia, promises to be the largest scientific instrument in the world. The processing of the SKA’s unparalleled data flows calls for the most efficient supercomputer conceivable. In the Drenthe village of Dwingeloo, the heart of Dutch radio astronomy, PhD candidate Rik Jongerius investigated what would be the best way to go about this.

die taak tot wel achtmaal zo energiezuinig kunnen uitvoeren. In het oorspronkelijk door SKA voorgestelde ontwerp zou het energieverbruik in 2018 neerkomen op zo’n 120 megawatt, zo volgde uit de analyse. Dat komt overeen

met een kwart kolencentrale onacceptabel volgens Jongerius. “Mede op basis van mijn bevindingen is er daarom voor gekozen om iets bescheidener te beginnen. Dan kom je op 30 megawatt met de huidige technologie, maar moet nog wel

In the next four years 133 dishes each 15 meters in diameter will arise in the South African desert and more than 100,000 antennas will be installed in the Australian outback. Together these structures will form the first stage of the Square Kilometre Array (SKA), the world’s largest radio telescope. And that is just the beginning; in the end some 2,000 dishes have been provided for, arranged along spiral arms with a width of hundreds of kilometers, and a million antennas, ranging from several dozens of centimeters to some 1.5 meters in height. Together all these radio receivers will command an unparalleled view of the distant past of the universe, more than thirteen billion years ago; indeed, the SKA telescope (budget for the first stage alone: 650 million euros) must be sensitive enough to detect radiation from the first billion years after the Big Bang, the period in which the first stars were formed. Astronomers and cosmologists hope to learn from this how stars and galaxies are born, what is the nature of the mysterious dark matter and energy, and perhaps even if there is any extraterrestrial life.

een stuk zuiniger kunnen.” De ingenieur krijgt in ieder geval nog tot medio 2017, wanneer zijn contract met IBM afloopt, de tijd om naar een zuinigere oplossing te zoeken. “Uiteindelijk zou je aan een kleine zonnecentrale genoeg

how the energy consumption of the required computer system can be kept as low as possible. Both SKA and its precursor LOFAR (a series of antenna arrays with Drenthe as the center, but extending to stations in Great Britain, Sweden and Poland) are used for electronically combining measurements at the numerous antennas, which makes it possible in practice to achieve a measuring sensitivity and accuracy commensurate with those of a much larger dish. SKA owes its name to that principle: the Square Kilometre Array will form the equivalent of a dish with a surface or more than one square kilometer.

It takes a supercomputer with the computing power of one hundred million PCs

The processing of all the measurement data of the SKA telescope (no less than ten times the worldwide Internet traffic) takes a supercomputer with the computing power of one hundred million PCs: it can make as many as an astronomic billion billion (1018) calculations per second. Such a computer does consume a fair amount of power, as PhD candidate Rik Jongerius explains. “Of course, that power is not just readily available in the desert, and let’s not forget about the costs involved.” For that reason the alumnus of the TU/e program of Electrical Engineering investigated

moeten hebben voor de eerste fase. Dat is een uitdaging, maar niet onmogelijk.”

In short, we are talking about a gigantic detector which will spit out a similarly gigantic flow of measurement data. Out of necessity the data flow of the mega telescope will therefore be reduced real-time: only the relevant data will be stored for later analysis. It was up to Jongerius to analyze how the requisite software behaves on different processor architectures.

In the original design proposed by SKA the energy consumption in 2018 would boil down to some 120 megawatt, as the analysis showed. That matches a quarter of the consumption of a coal-fired power station - which is unacceptable, according to Jongerius. “In part on the basis of my findings it has consequently been decided to start on a more modest scale. That brings us to 30 megawatt with today’s technology, but we should be able to make it significantly more economical. In the end a small solar power plant should be enough for the first stage.”


20 | Uitgelicht

22 september 2016

Expositie in Metaforum

Imaginary: de schoonheid van wiskunde Tekst | Dylan Stek Foto’s | Bart van Overbeeke Een tentoonstelling waarbij kunst en wiskunde elkaar ontmoeten. Dat is de beste omschrijving voor Imaginary, dat te zien is in MetaForum. Als bezoeker kun je kijken naar moderne en historische wiskundig gegenereerde patronen en 3D-modellen, die je laten zien dat wiskunde niet alleen wordt gebruikt voor het oplossen van praktische problemen, maar ook intrinsiek mooi kan zijn. De tentoonstelling is ontstaan in het (onder wiskundigen) befaamde Duitse onderzoeksinstituut Oberwolfach in 2008 en is inmiddels te zien geweest in meer dan 140 steden zoals Israël, Uruguay en Uganda. De tentoonstelling opent in Nederland op de TU/e, waarna hij tot juli 2017 langs zeven verschillende locaties zal reizen. Volgens Wil Schilders, directeur van Platform Wiskunde Nederland en TU/e-hoogleraar: “Terwijl we hier op de universiteit constant bezig zijn met toepassingen van de wiskunde, moeten we de schoonheid ervan ook niet uit het oog verliezen. Met de combinatie tussen interactieve elementen en tentoonstelling van bestaande werken, de verschillende wiskundige benaderingen en de spanning tussen modern en historische kunst is Imaginary een tentoonstelling waar iedere technische student wel iets van zichzelf in kan herkennen.” Imaginary wordt tentoongesteld in zaal MF11-12 en is deze week open van 9.45 tot 16.15 uur. Na deze week is de tentoonstelling nog op 24 september en 1 en 2 oktober te bezoeken tussen 10.00 en 16.00 uur. Middelbare scholen kunnen tot en met 7 oktober terecht.

Exhibition on the crossroads of art and mathematics The exhibition Imaginary is now opened in the Metaforum, an exhibition on the crossroads of art and mathematics. Visitors will be able to see both contemporary and historical mathematically generated patterns and 3D-models, showing that mathematics can not only be applied solving practical problems, but can also be of intrinsic beauty. The theme, ‘Beauty in mathematics’, is weaved through the exhibition in a multitude of ways; by use of an interactive touchscreen you can bring formula’s to life and vary different parameters to see what happens to your visualization in real-time. With different puzzle pieces you can design your own tiling, which you can compare to the tilings designed by Islamic masters in the centuries before 800 AD and used in mosques. Plaster-made models from the early 20th century are placed next to equivalent ones produced in 3D-printing. In addition, you can dive into the visualization of a Mandelbrot-set, in which we can infinitely zoom in and out to find repeating patterns. The exhibition Imaginary can be visited in rooms MF11-12. It is open till September 23 between 9:45 and 16:15. After this week, you can still visit on September 24 and October 1 & 2 from 10 to 16.


Onderzoek/Research | 21

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Sluitstuk In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders en promovendi over hun (afstudeer)onderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.

Eenvoudiger veilig communiceren tussen netwerken Hij stapelde bestuursjaar op bestuursjaar, vertegenwoordigde de TU/e jarenlang op voorlichtingsbijeenkomsten in het land, en hield de Eindhovense eer hoog in het Nederlands kajakteam. Na tien mooie jaren was het voor Tom Vrancken echter tijd om af te studeren. Voor zijn master Information Security Technology koppelde hij twee veelgebruikte systemen voor internetveiligheid aan elkaar. Twintig tot dertig uur per week sporten, zoals in de tijd dat hij uitkwam voor het Nederlands kajakteam, dat doet hij al enkele jaren niet meer. Maar dat betekent niet dat Tom Vrancken sindsdien al zijn tijd in zijn studie heeft gestopt. Naast het besturen (twee jaar bij kanovereniging Okawa, een jaar bij sportkoepel ESSF, en afgelopen jaar voor de landelijke stichting Studentenwintersport) moest er natuurlijk ook brood op de plank komen - zeker als je twee keer zo lang studeert als je studiefinanciering reikt. Om tijd over te houden om erbij te werken, studeerde hij dan ook parttime af. Vrancken deed de brede master Information Security Technology van het Kerckhoffs Instituut, een

samenwerking tussen de TU/e en de universiteiten van Twente en Nijmegen met - naast de technische inhoud - aandacht voor juridische, ethische en beleidsmatige aspecten. Zijn afstudeeropdracht, voor stichting ARPA2, was overigens zeer technisch van aard. “De naam ARPA2 is een knipoog naar ARPA, de Amerikaanse overheidsinstelling die mede de basis heeft gelegd voor het internet”, vertelt hij. “Het web is niet zo veilig als het zou moeten zijn, omdat het niet is ontworpen om te functioneren in een omgeving met mensen die kwaad willen doen. ARPA2 maakt daarom software voor een veiliger internet, met meer respect voor de privacy van de gebruiker.” Voor veilige digitale communicatie heb je twee dingen nodig, legt Vrancken uit: “Een verbinding die niet kan worden afgeluisterd, en een manier om te bewijzen dat degene aan de andere kant van de lijn daadwerkelijk de persoon is die hij beweert te zijn: de authenticatie.” Het belangrijkste verbindingsprotocol is TLS, dat voor talloze internet­ toepassingen wordt gebruikt, onder meer voor internetbankieren. Een voornaam pluspunt van TLS is de optie van Perfect Forward Secrecy:

Home Stretch Simpler safe communi­ cation between networks He stacked committee year on committee year, represented TU/e at information meetings throughout the country for many years, and upheld Eindhoven’s honor in the Dutch kayak team. However, after ten magnificent years it was time for Tom Vrancken to graduate. For his Master’s program Information Security Technology he coupled two widely used systems for Internet security.

Spending twenty to thirty hours a week on sports, as he used to do in the days when he was on the Dutch kayak team, has not been on his agenda for several years now. Still, it does not mean that Tom Vrancken has since then devoted all his time to studying. Apart from doing committee work (two years at canoe association Okawa, one year at sports umbrella organization ESSF, and last year for the national Student winter sports foundation) he had to earn a living as well especially if you study twice as long as your student grant lasts. In order to save time for a sideline, he graduated part-time. Vrancken did the broad Master’s program Information Security Technology of the Kerckhoffs Instituut, a joint venture between TU/e and the universities of Twente and Nijmegen which - apart from

Tom Vrancken. Op het scherm de output van respectievelijk de TLS-client en de server tijdens Kerberos-authenticatie.

hierdoor is het niet mogelijk om een eventueel onderschepte boodschap achteraf te ontcijferen indien een wachtwoord uitlekt. Dat gevaar bestaat echter wel voor veel bedrijfsnetwerken, waaronder dat van de TU/e, die gebruikmaken van het authenticatieprotocol Kerberos. “Als je inlogt met je NT-account, dan gaat dat via Kerberos. Ik ben er nu in geslaagd om dat systeem zodanig met TLS te koppelen dat Perfect Forward Secrecy voor Kerberos-netwerken beschikbaar wordt. Daarnaast kun

je met mijn software straks veel eenvoudiger veilig communiceren tussen verschillende van deze netwerken.” Of Vranckens oplossing een succes wordt, hangt in eerste instantie vooral af van goedkeuring door de beheerders van de open source software GnuTLS - de student heeft zijn software namelijk geschreven als uitbreiding op dat platform. “Daarmee zou onze oplossing automatisch worden ingepast in diverse internetsystemen.

Dat zou natuurlijk geweldig zijn.” In ieder geval stort Vrancken zich in februari (na een welverdiende ‘vakantie’ als snowboardleraar in Oostenrijk) op het voltooien van master nummer twee: de leraren­ opleiding. Want aan een definitief afscheid van het studentenleven is hij nog altijd niet toe.

Interview | Tom Jeltes Photo | Bart van Overbeeke

In Home Stretch, graduate students and PhD students talk about their thesis. Would you like to feature in this item, let us know at cursor@tue.nl

the technological contents devoted attention to juridical, ethical and policy aspects. The subject of his final project, for the ARPA2 foundation, was admittedly rather technical though. “The name ARPA2 is a wink at ARPA, the American government institution that helped to build the foundation for the Internet”, he says. “The web is not as safe as it should be, because it was never designed to function in an environment with people who want to do harm. This is why ARPA2 makes software for a safer Internet, with more respect for the privacy of the user.” For safe digital communication you need two things, as Vrancken explains: “A connection that cannot be intercepted, and a way to prove that the person on the other side of the line is actually the person they claim to be: the authentication.”

The chief connection protocol is TLS, which is used for countless Internet applications, including Internet banking. A strong plus of TLS is the option of Perfect Forward Secrecy: rendering it impossible to decipher a message afterwards if a password has been intercepted.

the approval by the managers of the open source software GnuTLS - indeed, the student has written his software as an extension of that platform. “Thereby our solution would be automatically integrated into various Internet systems. Of course that would be great.”

However, that risk does exist for many business networks, including that of TU/e, which use the Kerberos authentication protocol. “When you log in with your NT account, this runs via Kerberos. I have now succeeded in coupling that system with TLS in such a way that Perfect Forward Secrecy becomes available for Kerberos networks. In addition, my software will soon make it much simpler to communicate safely between a number of these networks.” Whether Vrancken’s solution will be successful depends first of all on

In any case Vrancken will in February (after a well-earned ‘holiday’ as a snowboard teacher in Austria) focus on completing Master’s program number two: the teacher-training study program. For he is still not ready for a final goodbye to student life.


22 | Zoom in

22 september 2016

Luna and Aurora not The first steps on the path of permanent residence on campus have not unrolled without a hitch. Both in Aurora and in Luna residents are complaining about unforeseen costs, lacking facilities, sudden discount actions and the efforts required to get in touch with the housing organization. The tenants, who are mostly foreign Master students and PhD candidates, are doing their best to be united in order to stand up for their rights. Early in August the residents of Aurora, the new residential tower block managed by Vestide, raised joint protests against the fact that they had to pay for washing and drying. Many of them think that these costs should

come under the service charges. For the tenants of the space cabins, some one hundred of whom have moved to Aurora, the use of washing machines and dryers always used to be free.

That is why many of them assumed that this would also be the case in their new accommodation. Some claim that they were informed accordingly. However, Vestide charges three euros for washing and two for drying. Also, the residents have misgivings about the question whether five washing machines and three dryers will be enough for more than three hundred potential users. For that matter, as early as in May Cursor featured an on-line article reporting the fact that washing and drying would be charged for separately. Even then there were doubts about the number of machines. It is typical of the problem of the residents of the tower block. They are all new and often do not know each other yet. This makes it difficult to join forces in order to enter into a dialog with the housing organization. Vestide has tackled this problem by putting up two student managers in Aurora. Maria Scholten, a third-year student of Psychology and Technology, is one of them and she thinks that this has proved to be an excellent

solution. “With their contract all the residents were given a letter, in which I and my fellow-manager Jeffrey Schijns were presented along with our photos. Residents know where to find us and put questions to us every day. It also happens that somebody’s bike breaks down. Then I can lend them mine as long as necessary. Every day I try to get acquainted with residents I have not spoken to earlier yet. What works best, though, is our Facebook group. It’s really working smoothly and at present 220 residents have joined in. Before long we are going to sit round the table with nine residents and somebody from Vestide to see how we shall furnish the common room in Aurora.” Vestide pays Scholten and Schijns a remuneration for volunteers. Scholten spends about five hours a week on her management duties and in principle the position is for an indefinite period of time. Vestide has meanwhile promised to monitor the power consumption of the machines in September and October. In addition, it will be checked how often they are used. The residents will be given insight into the actual costs of water and electricity for those months. On the basis of the findings a real price will be determined for washing and drying and until November the residents will not be charged for this. Vestide will also take the request from residents to be allowed to use their own detergents into conside­ration. So far they had to use the detergent that was automatically added by the washing machine.

Small refrigerators and no bicycle racks Other complaints concerned the heat in the washing facility, the absence of bicycle racks for visitors and ashtrays to put out cigarettes. In the units where four people share the kitchen and the bathroom, the refrigerators were found to be too small. Vestide promises to try and find solutions as soon as possible. Whether the TV connection for which a monthly charge of 13 euros must be paid now will also become optional is another thing that Vestide will look into. At Luna, the tower block that was born within less than a year from the building formerly occupied by Electrical Engineering and that is managed by Camelot, a temporary discount action is the bone of contention. Kevin Steijn, a third-year student of Computer Science, who has profited from the discount himself as well, has put himself forward as spokesman for complaining residents. At the beginning of September an officer from Camelot told Cursor that her company had temporarily reduced the rent by two hundred euros so as to get the tower block still as fully occupied as possible. According to Steijn especially international students who had registered for rooms in Luna at a very early stage, feel disadvantaged by this. “Understandable, for they now have to pay two hundred euros more for the same room per month for a whole year.” A student’s mother who has to pay the full rent reacted furiously online when she got wind of the discount action. She calls it incomprehensible and says that this way the vulnerable position of foreign students who have to look for suitable accommodation in

Luna


Zoom in | 23

See for news www.cursor.tue.nl/en

off to a flying start a foreign country is taken advantage of. She adds that in her contacts with Camelot she was given the impression that she had to be quick in deciding whether or not she was going to take the room. Otherwise it could be gone. That extra costs were charged subsequently for the management of the common areas and for washing and drying was the limit for her. She claims that the site of Camelot said that the costs for washing (four euros) and drying (two euros) would be inclusive. Disappointed she concludes by stating that she had expected that the offer of accommodation on the TU/e campus would not be all about making money. Steijn by now has met more residents who are angry about the discount action and will soon start a petition so as to be able to discuss this issue with Camelot. The 9 euros per month that must be paid for the management of the common areas, and paid washing and drying are also a thorn in his side, which goes for more residents. “Those costs are supplementary to the 99 euros of service charges that we pay. If you do the washing once a week, it implies that will cost you another 24 euros a month as well. They may seem like small amounts, but if you add them all up it comes to a sizeable sum altogether.”

when you rent a room elsewhere. Then you also have to pay for a washing machine, or you take your washing to the laundry. Which is considerably more expensive than what we charge.” Luna, too, has a point of contact for complaints in the tower block, De Vilder informs us. “We have a concierge, who is present some four hours every day, and residents can also use their own codes to log in on MyCastle. That is our internal system where all complaints can be submitted. It works fine.” Patrick Groothuis, Director of the Education and Student Service Center (STU), says that TU/e has concluded a contract with Camelot, as well as with Vestide, regarding the construction of the student tower blocks and that the contract includes agreements regarding the type of tenants for whom the rooms are intended. Groothuis: “However, Camelot is a market player that determines its pricing policy itself and concludes tenancy contracts with residents. TU/e does not get involved with the amount of the rents. The

Camelot is not going to reverse the high rents Bob de Vilder, business development director at Camelot, can easily imagine the disappointment among the residents who pay the full price, but indicates that his company was suddenly faced with a stark choice when it turned out by the middle of July that TU/e would only need 70 of the 270 rooms that had been reserved. “TU/e was contractually bound first to refer foreign students to Aurora, the residential tower block of Vestide. Apparently fewer foreign students have come to Eindhoven this year than expected and as a result we threatened to face considerable vacancy levels in Luna. We thought that would do nobody any good, which is why we decided to offer the rooms for 400 euros instead of the customary 600 euros. This made the rooms affordable for Dutch first- and second-year students, who are now lucky in being able to pay a lower rent for six months. After that period they will have to leave. This was a one-off discount action which will definitely not be repeated in the future.” Camelot is not going to reverse the high rents, says De Vilder. “These rents are in line with the market and you could compare it with the price for a seat on an airplane: if you want to make sure of your seat at an early stage, you will pay more than in case of a last-minute booking.” The general costs for the maintenance of the common areas and the obligation to pay for washing and drying he also regards as normal additional charges. “It is impossible that our site should have said that washing and drying would be inclusive, because we don’t do so either in the other accommodations that we manage. I do find it odd, by the way, that students seem to expect that washing and drying is free of charge, for it is not free either

Aurora

university regards the pricing by suppliers such as Camelot and Vestide as part of regular market forces.” Groothuis adds that TU/e refers the students on to the different market players that rent out rooms to students in Eindhoven, “but TU/e itself does not take up any rooms. The university does always try to make an estimate of the number of international students expected. The residential tower blocks Aurora and Luna are not reserved for international students alone, though. In the end it is the students themselves who determine where they are going to live, on the

basis of the supply - type of room, facilities, long or short stay - and the pricing.” The mother who reacted angrily to the discount action in Luna was referred on to this organization by TU/e at the request of Camelot itself, according to Groothuis. “Of course, this is also a discussion between the lessor and the tenant”, says the STU Director.

Text | Han Konings Photos | Bart van Overbeeke


De TU/e is een mini-universum. 729.651 vierkante meter vol weten­ schappelijke dromen, maar ook 729.651 vierkante meter vol met mensen met hun mensen-dingen. Rare dingen, dagelijkse dingen, opmerkelijke dingen, dood­normale dingen, uitzonderlijke dingen. We zien deze dingen, we lopen voorbij deze dingen, en wij, wij documenteren deze dingen. Een gevonden voorwerpje hier, een terloopse obser-­ ­vatie daar, wij spotten het, foto­gra­ feren het, becommen­ta­riëren het.

Ook iets gespot? Mail naar cursor@tue.nl

Bijzondere bijbanen

Wessel bouwt feestjes Wessel Manders (24) leerde thuis in Gemert de kneepjes van het vak in het dans- en feestcentrum van zijn ouders. Nu verhuurt de masterstudent Bouwkunde zichzelf als dj, lichtman en/of geluidsman. Maar hoe leuk het ook is om mensen een leuke feestavond te bezorgen, het is fysiek zo zwaar dat hij het niet zijn hele leven fulltime wil doen. Jazeker past dit drukke bijbaantje bij zijn karakter. Wessel kan niet stil zitten, wil altijd doorgaan en houdt ervan lange dagen te maken. En lange dagen zíjn het voor de licht- en geluidsman, die ook in te huren is om plaatjes te draaien en de boel op te bouwen en af te breken. Afgelopen weekend heeft hij in drie dagen veertig uren gewerkt - en het is dat hij nu afstudeert, maar anders had hij maandagochtend om half negen weer in een collegezaal gezeten. Soms is hij om vier uur in de nacht pas klaar met afbreken. Jammer dat dan de cafetaria’s dicht zijn. De zomerperiode is heel druk voor Manders Licht en Geluid. Wessel draait het hele jaar door op studentenfeestjes, 25-jarige bruiloften, Sarah- en Abrahamfeesten, maar in de kermisperiode wordt hij vooral vaak gevraagd. Op de foto’s zie je hoe hij in het dorp Zeeland het licht in de feesttent van de kermis organiseerde. Hij verdient voor draaien 35 euro per uur, als lichttechnicus 25 euro per uur en voor opbouwen en afbreken 15 euro per uur. De afgelopen maand heeft hij zijn collegegeld verdiend. Dat hij afstudeert bij Constructief Ontwerp (groeten aan KOers!) komt best van pas bij het ophangen van de lampen. “Die moeten niet naar beneden vallen.” Zelf is Wessel trouwens wel eens naar beneden gevallen. De ladder waarop hij stond (zes meter hoog!) gleed weg over de gladde gymzaalvloer. Hij (de ladder) brak doormidden omdat die op een kist vol eigen apparatuur viel. “Ik heb veel geluk gehad.” Na even bijgekomen te zijn van de schrik ging Wessel weer verder. “The show must go on.” En dat moet altijd. In de achtenhalf jaar dat hij deze bijbaan heeft, heeft hij zich nog geen moment ziekgemeld. “Ik heb wel geleerd om door te zetten. Het werk móet af komen. Als iets tegenzit, moet ik oplossingen verzinnen.” Wessel vindt het mooi werk, maar wil het beslist niet zijn hele leven doen. Wat hij zich wel kan voorstellen, is dat hij later constructieve berekeningen maakt voor licht en geluid bij concerten zo groot als in het PSV-stadion. Laat dat Constructief Ontwerp-diploma maar komen. Interview | Norbine Schalij Foto’s | Bart van Overbeeke

Waaro: the Wild, Wild West [51.448768 NB 5.497332 OL] Wattie: Ghosttown….. Ik zou ‘t wel weten als ik het afscheidnemende-bestuur van een studie­ vereniging zou zijn en de nieuwbakken bestuursleden zou moeten ‘inwijden’. Naast overdracht inzake notulen, protocol et cetera, hoort daar ook een ‘ludieke’ opdracht bij. Doen we toch gewoon een ‘dropping’, en wel hier. Doe je blinddoek af en zoek de weg terug naar het bestuurshok. En mind you, deze foto is gewoon overdag genomen, laat staan dat je je blinddoek des nachts af doet en hier belandt. Ja, dit is gewoon op onze campus, in het uiterste westen (zie coördinaten hierboven). Een half vergaan huis, overwoekerd door vegetatie, viezig. Wat doet dat hier op onze campus? I bet my ass dat het ’n Bouwkundeproject is. Er staan daar meerdere bouwsels en lege huizen op ‘n rij, vreemd verlaten en super spookachtig. Een verborgen ghosttown, of, zoals The Specials destijds zongen: “This town is coming like a ghost town. Why must the youth fight against themselves? This place is coming like a ghost town.” Maar for real; go check it out tijdens een pauzewandeling. Of ga daar vrijen met je lief, weer eens wat anders. Maar de eerste keer dat ik daar kwam, kon ik maar aan één ding denken: Marc Dutroux, Ardennen, wildernis, bah, vies, wegwezennnnnnn! Maar ik ben dan ook een schijterd, waarvan akte.

Hoe kom jij aan je geld? Misschien mag je het innen bij paps en mams, misschien schraap je het zelf bij elkaar met uren werk. Werk je in de horeca, geef je bijles, vul je vakken. Of heb je een baan die anders is dan anders? In deze serie vertellen TU/e-studenten over de bijzondere bijbanen die zij hebben.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.