Cursor 4 - jaargang 57

Page 1

4 16 oktober 2014 | jaargang 57

@tuecursor

Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven Voor het laatste nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op

en

14 | S tratumseind 2.0: naar een veilige en leefbare uitgaansstraat

TU/e’ers helpen mee om de Eindhovense stapstraat veiliger te maken.

4 Op stage bij LEGO

“Als je van systeem­ ontwerpen houdt, is lego de porno”

11 Is blauw

wel groen?

Vinding Nobelprijswinnaar niet per se duurzamer

18 Zonnestroom

langs de snelweg

Geluidsschermen van plexiglas leveren groene stroom op

Check out our English section on pages 22-28


2 | Vooraf

CURTOON

16 oktober 2014

Hoofdredacteur Han Konings

Eindredacteur Brigit Span

Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij San van Suchtelen Monique van de Ven

Medewerkers

Fotografie Rien Meulman Bart van Overbeeke

Coverbeeld Bart van Overbeeke

Opmaak Natasha Franc

Vertalingen Annemarie van Limpt (pag. 22,23) Benjamin Ruijsenaars (pag. 26,27)

Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau

Redactieraad prof.dr. Cees Midden (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Angela Stevens- van Gennip Thomas Reijnaerts (studentlid) Arold Roestenburg Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)

Redactieadres TU/e, Matrix 1.90 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail: cursor@tue.nl

Cursor online www.cursor.tue.nl

Druk Janssen/Pers, Gennep

Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745

Maar wil je als universiteitsblad zo’n hooggeplaatste oase wel als columnist? Begin september werd ik voorzichtig gepolst of ik er been in zag om Jan in te lijven als nieuwe onbezoldigde medewerker voor Cursor. Ik moet eerlijk bekennen dat binnen de redactie wel enige kanttekeningen werden geplaatst toen ik meedeelde dat ik dat eigenlijk wel zag zitten. “Strookt dit wel met onze onafhankelijke status?” “Wat nu als hij in z’n column iets helemaal de hemel in prijst, waarna wij het in een kritisch stuk volledig afbranden?”

Poll Onlangs verkozen studenten in de onderwijsspecial van Elsevier de TU/e voor het tweede jaar achtereen tot beste universiteit van Nederland. Logisch toch? Van de 130 mensen die reageerden, beantwoordde een ruime meederheid (62,3%) die vraag bevestigend.

Han Koning s

“Worden we hiermee niet gebrandmerkt als de spreekbuis van het bestuur, als een soort Pravda?” Na een gesprek met Jan was ik daarover gerustgesteld. Zijn intentie is om via dit podium directer in contact te komen met de TU/e-gemeenschap. Hij wil iets meer van zichzelf laten zien, dan enkel de kant van bestuursvoorzitter. Zijn stijl is beschouwend en hoever hij gaat in het opzoeken van de grenzen en de scherpe kantjes, moeten we afwachten. Ik vind het zeker het proberen waard. Dus volg zijn maandelijkse bijdragen en als je vindt dat hij toch iets meer weg heeft van Ivo Opstelten dan van Frans, moet je hem dat ook laten weten.

Van uitstel komt…? Het internationale evenement ‘Connect with my culture’ vindt toch niet deze maand plaats. Er komt voorlopig geen onbemande pakketautomaat op de campus. De bewegwijzering voor fietsers volgt wat later dan gepland. De uitslag van de enquêtes onder internationale studenten en medewerkers laat nog op zich wachten, net als die over de doorgeluste colleges in Meta­ Forum. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Voor de meeste zaken zijn plausibele redenen voor het

n Gaal

Judith va

later opleveren dan gepland. Ik hoop alleen dat van uitstel geen afstel komt…

Ja natuurlijk, we hebben hier fantastische docenten

19.2%

Zeker, want hier is de keuzevrijheid echt het grootst

3.1%

Dacht het wel, de TU/e is klein maar daardoor ook fijn

40%

EENS

Angela Daley Freke Sens Nicole Testerink

Of hij naast zijn moerstaal nog vijf of zes talen vloeiend beheerst weet ik niet, maar feit is wel dat onze nieuwe columnist Jan Mengelers in een reactie op zijn eerste bijdrage een week geleden op onze site werd betiteld als de Frans Timmermans van de TU/e. ‘Een oase van rust en degelijkheid’, zo reageerde een lezer van zijn column. Ik ga er vanuit dat dit een oprechte beoordeling is, want het is ook de indruk die onze bestuursvoorzitter in het eerste half jaar van zijn functioneren bij mij oproept.

NIET EENS

Colofon

Our masters voice

3.8%

Ben verbaasd, ik vind de studiedruk hier té hoog

10%

Onbegrijpelijk, bege­ leiding en facili­teiten laten te wensen over

23.8%

Geen idee, dit soort ranglijsten interesseert me totaal niet

Nu vragen we op www.cursor.tue.nl Onlangs laaide op onze site de discussie op of de TU/e wel zichtbaar genoeg is in de media. Heb jij het idee dat de rest van Nederland de TU/e nog steeds over het hoofd ziet?


Nieuws | 3

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Bouwkunde krijgt eigen windtunnel 15 oktober - Op de plek waar voorheen De Hal stond -het gebouw waar voor enige jaren de universiteitsbibliotheek in was ondergebracht- komen op afzienbare termijn parkeerplaatsen én een windtunnelhal. Het College van Bestuur stelde onlangs de middelen beschikbaar zodat voor de faculteit Bouwkunde een hal gebouwd kan worden voor het uitvoeren van wind-engineeringonderzoek. De vijf meter hoge hal die voor de windtunnel wordt gebouwd neemt twintig procent van het totaal beschikbare oppervlak in beslag. De rest gaat Dienst Huisvesting al snel gebruiken voor het aanleggen van circa zeventig parkeerplaatsen en een ventweg langs de Dorgelolaan. Prof. Bert Blocken gaat onderzoek doen in de windtunnel.

uws van de ie n e n li n o t e h g Een greep uit ee weken. Kijk voor nol tw afgelopen s op www.cursor.tue.n meer nieuw

Automotiveteams TU/e snel onder één dak 13 oktober - De automotiveteams van de TU/e krijgen gezamenlijke huisvesting. De universiteit hoopt de in totaal zes studententeams op korte termijn onder te brengen in het gebouw H3, nu nog eigendom van Fontys. Het gaat om University Racing Eindhoven, Solar Team Eindhoven, InMotion, TU/ecomotive, CADE (voorheen het ATeam) en STORM Eindhoven. H3 ligt aan De Horsten, achter de nieuwbouw van FOM aan de oostkant van het terrein. Het onderkomen is in principe voor drie tot maximaal vijf jaar.

Laatste eindje naar Flux 13 oktober - Vanuit de kantine in Gemini was deze week tijdens lunchtijd te zien dat de loopbrug vanaf Flux met zijn laatste meters bezig was. We moeten nog wel wachten tot 2015 voor we deze hoofdverbinding op vloer 1 tussen Flux en de rest van de TU/e-gebouwen kunnen gebruiken. In Flux komen de faculteiten Electrical Engineering en Technische Natuurkunde.

1200 ‘proefkonijnen’ gezocht voor akoestiekmeting 10 oktober - Een volle concertzaal ofwel 1.200 mensen zijn nodig voor een akoestiekmeting, die twee TU/e-wetenschappers op maandag 20 oktober uitvoeren. Remy Wenmaekers en Constant Hak meten voor het eerst het effect van orkest én publiek op de akoestiek van de grote zaal van Muziek­ gebouw Eindhoven. De meting is het hoogtepunt van Architectural Acoustics, een avond vol muziek en wetenswaardigheden over architectuur en akoestiek in de Dutch Design Week. Rondom de meting is er een avondvullend programma over architectuur, akoestiek en muziek.

Eerste afgestudeerde Regenerative Medicine & Technology 8 oktober - TU/e-faculteit Biomedische Technologie heeft deze week de eerste alumnus Regenerative Medicine and Technology (RMT) geleverd. Sergio Spaans rondde de mastertrack, die in september 2012 van start ging, als eerste af. De multidisciplinaire opleiding is opgezet in samenwerking met de faculteiten Geneeskunde en Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht. Het doel is om een nieuwe generatie ingenieurs en wetenschappers op te leiden in de regeneratieve geneeskunde en technologie.

jftien i v r o o v s r Beu nten e d u t s e d agmiddag n hebben vrijd /e TU e scheiku d n va oeld estudenten rzen zijn bed ars scheikund euro ontvangen. De beu tien eersteja ijf V r n 2.000 be to 10 ok ter waarde va rs eu b gs in een STimuler ntal om van het aa om de instro te n te tuden scheikundes treiking Tijdens de ui . en er d or bev Peter e tt Doos lich in de Zwarte teur ec ir d leidings Janssens, op het e, gi lo no ch e Te Scheikundig e. to de beurzen waarom van endheid e naamsbek d “We willen het eit vergroten, van de facult n zien te la e nd ku hei ten belang van sc en ud dat onze st en we willen ebben.” er iets aan h

Eindhoven Europese ‘Smart City’ 8 oktober - Eindhoven is één van de ‘Smart Cities’ die geld krijgen van de Europese Commissie om slimme en duurzame projecten op te starten. Een Eindhovens consortium, waarin ook de TU/e is vertegenwoordigd, krijgt in totaal ruim zes miljoen euro en gaat samenwerken met onder meer het Britse Manchester en Stavanger in Noorwegen.

TU/e’ers koppelen gezondheidsapps met GameBus 3 oktober - Onderzoekers van TU/e-faculteit IE&IS gaan een app maken die bestaande gezondheidsgerelateerde apps aan elkaar koppelt: GameBus. Verschillende generaties familieleden kunnen met GameBus de competitie aangaan met andere families, via bestaande apps. Elk van de familieleden verzamelt punten met zijn eigen favoriete bezigheid, van e-tikkertje spelen tot kruiswoordpuzzels oplossen. GameBus geeft je ook punten als je fysiek bij elkaar op bezoek gaat. Dat is het sociale aspect van gezondheid waar de geldschieter, EIT ICT Labs (onderdeel van het recent opgerichte European Institute of Technology) nadruk op legt, naast de fysieke en cognitieve of mentale gezondheid.


4 | Gelinkt

16 oktober 2014

“Als je van systeemontwerp De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds twee van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.

Maanden mochten ze rondneuzen in het heilige der heiligen voor bouw­ lustige boys (and girls, obviously). Voor hun opleiding Industrial Design liepen Joch Jansz (21) en Tijs Duel (22) stage bij LEGO in het Deense Billund. Het achterste van hun tong mogen ze wegens geheimhoudingsplicht niet laten zien, maar de enthousiaste verhalen rollen in het Auditorium desondanks moeiteloos over tafel. Experimenteren. Uitproberen. Opnieuw beginnen. Push the limit. Dat is volgens ID-student Joch de kern van het spelen met lego. “Lego heeft bij mij het creatief nadenken aangewakkerd.” Tijs vult aan: “Kinderen die lego leuk vinden, hebben vaak echt de engineering spirit. Ze zoeken steeds naar oplossingen, naar consensus. Lego straft ook niet; je kúnt het eigenlijk niet verkeerd doen”. En ja, zo durft hij zelfs te stellen: “Ik denk dat lego er wel voor heeft gezorgd dat ik ontwerper wil worden”. Toen bleek dat studiegenoten de weg van Eindhoven naar het Deense Billund al enigszins hadden geplaveid, waren ze dan ook snel

om. Joch: “Ik wilde sowieso naar het buitenland voor mijn stage en LEGO is natuurlijk een grote naam.” Niet dat het hem om dat laatste te doen was, benadrukt hij, “het leek me vooral een vette ervaring. Bovendien wil ik me als ontwerper vooral richten op spontaniteit, speelsheid, vrolijkheid. Daar past LEGO goed bij”. Welgeteld twee mailtjes gingen er over en weer tussen Eindhoven en Billund - en Joch was binnen. “Mijn uiteindelijke baas belde opeens om te zeggen dat ze een kamer voor me hadden.” Tijs hoefde sowieso nauwelijks na te denken toen LEGO opdook als stagemogelijkheid. De student is “een echte AFOL”, bekent hij: een Adult Fan of lego. “Ik heb een

Joch Jansz

acht jaar jonger broertje, dus op de leeftijd dat de meeste mensen een beetje afhaken, was ik nog volop aan het bouwen.” Vurig: “I had to teach him the ropes, man!” Overigens knutselt de student ook voor zijn opleiding graag met de bekende genopte steentjes. “Ik bouw vaak prototypes uit lego; daar kan ik veel beter mee uit de voeten dan met bijvoorbeeld CAD.”

“Alles wat je daar ziet of vertelt, is eigendom van LEGO” Hoe groot en aansprekend de Deense speelgoedfabrikant ook mag zijn - niet iedereen staat direct te juichen bij een stage daar. Onder andere de non-disclosure agreement die een stagiair -samen met zijn coach en beoordelaarmoet ondertekenen, schrikt sommige studenten af, weten Joch en Tijs. Drie jaar lang mogen ze niets zeggen over wat ze precies bij LEGO hebben gedaan; ook in hun portfolio mogen ze er voorlopig

niet mee pronken. Zodra Joch in het gesprek met Cursor een slip of the tongue dreigt te begaan, zit Tijs erbovenop om hem daarop te wijzen. Samengevat: “Eigenlijk alles wat je daar ziet of vertelt, is eigendom van LEGO”. Tijs draaide zes maanden mee bij LEGO, meer specifiek binnen de Education-divisie. Deze poot ontwikkelt lego gericht op het basisonderwijs, inclusief tools voor extended learning. “Niet echt een standaardafdeling”, vertelt de student. “Drie maanden zou te kort zijn geweest om het werk daar echt goed door te krijgen.” Tijs hield zich er onder andere bezig met concept­ ontwikkeling en het ontwerpen van modellen en interfaces. “Eigenlijk heb ik alles gedaan, behalve blokjes ontwerpen.” Hij vervolgt: “Bij LEGO zit ontzettend veel educatieve kennis. Wat kúnnen kinderen op een bepaalde leeftijd, hoe zit de psychologie van een kind in elkaar en hoe kun je daar als ontwerper op inspelen? Dat vond ik enorm leerzaam”. Joch vult aan: “Ik heb vooral geleerd hoe je professioneel een ontwerpproces doorloopt. LEGO kijkt bovendien nadrukkelijk naar de gebruiker en dat sluit goed aan bij wat we hier bij


Gelinkt | 5

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

pen houdt, is lego de porno” ID leren.” Ook vond de student het interessant om te ontdekken “hoe het framework van zo’n groot bedrijf in elkaar zit. En om te ontdekken dat het niet alleen maar prachtig mooi werk is, maar dat er ook veel politiek achter schuilt”. Zelf werkte hij in het kader van zijn bachelorstage drie maanden op de afdeling Product Technology & Development, die alle lego met elektronica erin ontwerpt. “Alle divisies zijn in feite klant bij elkaar en werken voor de andere”, verduidelijkt de student, die zich onder andere bezighield met low-level programmeren, het maken van prototypes en met robotica.

“Over een paar jaren ligt er lego in de winkel waar ik aan bijgedragen heb” Open en speels, zo omschrijven de ID’ers de sfeer en manier van werken binnen LEGO - met immer taart binnen handbereik. Tijs: “Het werk kwam soms neer op het met z’n allen kijken van een Disney-film

en dan intussen spelen met lego. Gewoon om te zien op welke manier zo’n film inspireert en wat dat doet met hoe je bouwt.” “Maar soms zat ik ook gewoon acht uur per dag achter een pc te 3D-modelleren, hoor”, nuanceert Joch. Hárd werken is niet zozeer het devies bij LEGO; efficiënt werken wél, leerden de twee. Al kunnen ze niet uitweiden over wat ze nu precies bij LEGO hebben gedaan, “ik weet wel dat er over een paar jaren dingen in de winkel zullen liggen waaraan ik significant heb bijgedragen. LEGO heeft ook patent aangevraagd op iets wat ik ontwikkeld heb”, vertelt Joch. Over het stadje Billund zouden ze wél mogen uitweiden - ware het niet dat ze daar snel over zijn uitgepraat. Joch: “Onze eerste indruk was echt: ‘We gaan hier een serieuze alcoholverslaving ontwikkelen’.” Het pretpark LEGOland (met hotel) is er weliswaar gevestigd en daar komen ’s zomers de nodige toeristen op af, maar verder valt er volgens de ID’ers bar weinig te beleven in het plaatsje. Het is LEGO all over the place, “zelfs in de bossen vind je kleine blokjes lego terug. Onze Britse roommate Alex verbleef er een jaar en de lego kwam hem op een gegeven moment echt de strot uit”, weet Joch.

Tijs Duel

Toch zijn de ID-studenten lego na hun stage verre van beu. Tijs: “Ik ben het juist nog meer gaan waarderen. Als kind bouw je ermee om je fantasieën uit te leven, als student maak ik er prototypes van - maar nu heb ik echt meer inzicht in het speelgoed als systeem. Alles zit zó slim in elkaar en wordt eindeloos getest. Kinderen moeten er alles mee kunnen maken, zonder dat het ergens nét niet past.” Glunderend vat hij samen: “Als je van systeem­ ontwerpen houdt, is lego de porno”.

Koffers vol lego brachten ze mee naar huis Tijs ging dan ook uit zijn dak toen hij na een paar weken bij LEGO ontdekte dat zijn leidinggevende ooit de bedenker was van zijn

geliefde lego Bionicle, een productserie die aanvankelijk begon onder het thema lego Technic. “Toen ik tien was, was dat spul mijn léven.” De student zou maar wat graag bij LEGO werken. Hij solliciteerde er dan ook al, maar het behalen van zijn masterdiploma lijkt toch een verstandigere eerste stap. Koffers vol lego brachten de twee -in hun nopjes met de fikse medewerkerskorting- trouwens mee terug naar Nederland. Tijs bouwt er het liefst grote, lopende robots van: “Die bouwde ik als kind al, maar toen zakten ze altijd door hun knieën”. Als het maar beweegt en uitnodigt tot reactie, dan is Tijs content. Joch niet. Die grijnst: “Ik zou het liefst een prachtig bonsaiboompje willen maken. En het dan gewoon neerzetten en ernaar kijken.” Interview | Monique van de Ven Foto | Bart van Overbeeke


6 | Student

Clmn

16 oktober 2014

Aanschuiven bij Wat eten ze? Kok Tim Noldus (masterstudent TB en huisoudste) kookt elke keer iets anders en is niet te verwaand daar een receptkaart uit de supermarkt voor te gebruiken. Vandaag: Pasta met courgette en tonijn.

Jessica Vermee r studente Sche ikundige Techno logie

Alternatief

Pasta met courgette en tonijn

Al scrollend door mijn tijdlijn stuitte ik op de link ‘Brief van het LAKS aan alle scholieren’. Deze was gedeeld door mijn neefje, zelf nog middelbare scholier. In de brief worden alle scholieren opgeroepen om 14 november op het Malieveld te demonstreren tegen het leenstelsel. Of dit zinvol is, gezien het feit dat het wetsvoorstel allang is aangenomen, was niet de enige vraag die de link bij mij naar boven bracht.

• Kook 600 gram fusilli • snij 2 uien in halve ringen, 3 courgettes in blokjes en fruit die in olie met 2 blikjes ansjovisfilet en 1 potje kappertjes. • voeg 500 gram rode pastasaus (AH basic) toe en de inhoud van 4 blikjes tonijnstukken. • giet de pasta af. • serveer pasta onder een laag saus op borden en breng ze naar een kamer waar plaats is voor zes personen.

Zonder er verder over na te denken, stelde ik mijn neefje de volgende vraag. Als je één ding zou moeten kiezen waar de overheid flink op kan bezuinigen, wat zou het dan zijn? Zonder alternatief blijft het probleem immers bestaan. Nadat nog eens benadrukt was dat bezuinigen op de toekomst toch echt niet slim is, moest hij toegeven dat hij het eigenlijk niet wist. Als je niet verantwoordelijk bent voor de gevolgen is het natuurlijk makkelijk klagen.

TU es

Ik ben geen politiek genie, maar één ding is voor mij duidelijk. Het is veel makkelijker (lees: laffer) om te bezuinigen op de mensen die in een periode zitten die jij al lang voorbij bent. Waarom wordt de ouderen een hand boven het hoofd gehouden? Misschien omdat dat een levensfase is die de huidige politici dichterbij zien komen. De vraag “Wat als ik straks oud ben?” is veel belangrijker dan “Hoe gaat deze investering zich terugverdienen?”.

Wat had je van tevoren niet verwacht over Eindhoven? Ik woon in Bergeijk, dus dichtbij Eindhoven en daardoor wist ik al veel van de stad. Waar ik wel van stond te kijken op de TU/e is dat er zoveel studenten bij een vereniging zitten. Met wie zou je graag nog een biertje of wodkaatje drinken? Met medestudente Anne. We zeggen steeds dat we een keertje iets gaan drinken, maar dat komt er maar niet van. Als je iets aan de TU/e zou mogen veranderen, wat zou dat dan zijn? Het MetaForum. Ik vind het moeilijk om te begrijpen hoe dat in elkaar zit. Ik ben altijd verdwaald daarboven.

Het ergste is dat de (toekomstige) ouderen er ook geen profijt van hebben. Ik kende iemand die negen jaar wenste om zijn dood, terwijl hij elke maand €900,- aan pillen vergoed kreeg om hem in leven te houden. De technologie en gezondheidszorg zijn in staat iemands leven eindeloos uit te rekken, dus waar leg je de grens? Ethische dilemma’s oplossen is lastiger dan studenten korten. Voor mij is het wachten op een politicus die écht moeilijke vragen durft te stellen.

Als je jezelf terug in de tijd kon verplaatsen, waar zou de reis dan naartoe gaan en waarom? “Ik wil helemaal niet terug in de tijd! We leven nu in een betere tijd en ik heb het zo wel prima.” In welke tv-serie zou jij wel eens willen meespelen en in welke rol? Pfff, dat vind ik een moeilijke hoor. Mag het ook een film zijn? Dan wil ik graag een keer de hoofdrol spelen in een romantische film. Dat lijkt me wel mooi, dat je het zo moet aandikken.

Lieke van den Wildenberg (19 jaar) Tweedejaars Biomedische Technologie Op www.cursor.tue.nl vind je meer columns. De volgens de redactie beste column plaatsen we hier.

Wat doe je het liefst in je vrije tijd? Ik heb een leuke vriendengroep op de uni en we koken vaak bij iemand thuis. Ik houd er wel van om te koken en nieuwe dingen uit te proberen. Zo heb ik gisteren voor het eerst pasta met pestosaus gemaakt. Ik woon niet op kamers en ga elke dag naar huis. Dan vind ik het heerlijk om te relaxen en tv te kijken.

Tekst | Judith van Gaal Foto | Bart van Overbeeke

Lieke wil de vraag over de tv -serie gra ag vervange n door de vraag: ‘In welk D isney-sp rookje wil jij gra ag een h oofdrol spelen en waarom? ’

Als je weet dat de aarde over precies één jaar vergaat, wat zou je dan nog allemaal willen doen? Dan wil ik graag nog een wereldreis maken, het liefst buiten Europa. Naar Australië of Amerika, binnen Europa heb ik inmiddels het meeste wel gezien. En met wie ik dat wil doen? Met mijn vriend dan. We hebben toch vergelijkbare interesses.


Student | 7

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Wat is dat voor een huis? In een knusse jarendertigstraat in Woensel staat aan de Mussenbroeckstraat 13 Huize Hobbit. Het is een studentenhuis voor zes personen, verhuurd door een particulier. Kenmerkend voor de goede sfeer zijn de huisvakanties en de legendarische kerstdiners. Voor huisfeesten is het huis te klein. Hoe het huis aan zijn naam is gekomen, weet niemand van de huidige bewoners. Waarom eten ze in Marjoleines kamer? De ‘woonkamer’ van Huize Hobbit is gewoon te klein; het -net nieuwe- zeil meet drie bij twee meter. Alle basisbehoeften voor een studentenleven zijn er aanwezig (bank, koelkast vol bier, acht kratten, een kast vol spelletjes , een wasrek aan de deur en een tv op die koelkast), maar er met zijn zessen eten lukt niet. Marjoleine Boersma, derdejaars ID, heeft tenminste een fatsoenlijke tafel op haar kamer. Als zij mee-eet, en dat doet ze minstens vier dagen in de week niet omdat ze dan volleybalt, haar buik, borsten en billen traint of aan cardiocore doet, eten de studenten in haar kamer. Waarom gaan ze met het toetje (een bak vla) toch naar boven naar dat onvolwassen woonkamertje? Om daar tv te kijken. Expeditie Robinson nu. Ook kijken ze naar ‘Wie is de mol?’ of ‘Ik heb het nog nooit gedaan’. Dat laatste is leedvermaak en het slechtste programma ooit, volgens Lex Lagendijk, vierdejaars Bouwkunde.

Huisvakantie? Ieder jaar gaan ze een kleine week met elkaar op pad. Dublin bezochten ze in 2012, Krakau in 2013 en afgelopen zomer waren ze naar Brussel. Ze dragen dan hun speciaal voor dat jaar ontworpen huispolo. Kosten noch moeite worden daarvoor gespaard. Met borduursel staat er het logo HH en ieder jaar een ander symbool op. Vorig jaar was het een spin vanwege de fobie van Marjoleine voor deze huisdieren, dit jaar bereklauwen omdat de tuin er vol mee zat (en Lex’ armen maandenlang last daarvan hadden). Yvons voorstel is om volgend jaar naar Boedapest te gaan. Waarom vinden ze het kerstdiner belangrijker om te vermelden dan huisdrankje Hauki (zakje fisherman’s friends opgelost in fles wodka en geroerd met veel liefde) of het huislied? Het kerstdiner is legendarisch. Ieder jaar komt er een gang bij. Dit jaar zitten ze op veertien gangen. Het koppel dat kookt (dit jaar Marjoleine en Esther Maas, derdejaars BMT, nu bestuurslid Protagoras), probeert al het servies dat in huis is te gebruiken. Het gevolg is dat de rest tot diep in de nacht bezopen staat af te wassen. Het is echt een big happening in Huize Hobbit.

Hoe zijn de eerstejaars Yvon Geurts (TB) en Jeroen van Willigen (W) binnengekomen? Ze zijn gekozen uit dertien personen die naar de laatste kijkavond kwamen. Hoewel Tim vermoedt dat de beslissing in beschonken staat is genomen, is het idee blijven hangen dat ze werden gekozen omdat ze goede ideeën hadden voor de huisvakantie.

Tekst | Norbine Schalij Foto’s | Rien Meulman

Wil jij ook met je culinaire huisgenoten in deze rubriek? Mail dan naar cursor@tue.nl

En hoe is het in Kanpur? Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.

Toen ik begin augustus vertrok voor mijn stage in Kanpur (India), had ik wel een cultuurshock verwacht, maar niet zo’n gigantische als deze! Werkelijk álles gaat hier anders. Eten gebeurt hier met blote handen, er wordt water in plaats van toiletpapier gebruikt, overal zijn formulieren en pasfoto’s voor nodig en van in een rij staan hebben ze hier nog nooit gehoord. Tijdens mijn onderzoeksstage verblijf ik op de campus van de IIT (Indian Institute of Technology), wat een erg prestigieuze universiteit is. Ik werk hier samen met een professor aan een project in de numerieke analyse. De professor gebruikt zijn studenten als simpele loopjongens, wat wel een beetje zielig is. Omdat hier slechts een handjevol internationale studenten zijn, dreigt er gelukkig geen aandachttekort voor ons te ontstaan. Zo ontmoet ik na ruim twee maanden nog bijna elke dag nieuwe, erg vriendelijke, studenten en heb mezelf al ruim 200 keer voorgesteld! Het verkeer in India is erg chaotisch en gevaarlijk; het eerste wat opvalt is het constante claxonneren. Vrachtwagen en busjes hebben veelal geen (bruikbare) spiegels en hebben op de achterkant de tekst ‘Blow horn’ staan. Hiervan wordt met alle plezier gebruikgemaakt. In de weekenden ga ik vaak met de internationale studenten een stad in de buurt verkennen. Voor het reizen met de trein is het belangrijk een goede trein te kiezen. Zo hebben we voor ons weekend naar Delhi een trein met dertien (!) uur vertraging gehad. Ik heb gemerkt dat Indiërs buiten de campus erg nieuwsgierig zijn en je minutenlang aanstaren. Op de toeristische plaatsen lijkt het net alsof je een filmster bent; iedereen wil namelijk met je op de foto. Mijn stage in India is een unieke, erg leuke en leerzame ervaring waar ik nog steeds van de ene verbazing in de andere val!

Marco mastetren Eikelder stud , I Applniedustrial aennt d Math d ematics Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar cursor@tue.nl.

Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl


8 | Student

16 oktober 2014

Kracht/en/veld Ultimate frisbee: Vertigo

Facts and figures Opgericht in: 1990 Beste prestatie: Het eerste team van Vertigo hoorde in 2012 bij de beste 8 van Nederland. Aantal leden: 30, waarvan 10 vrouw. Doel van dit jaar: Drie indoor teams maken en groeien naar veertig leden. Bijzonderheid: Op de campus staat een -jonger- gebouw met dezelfde naam als deze vereniging. Geen familie. Trainer: De Australiër Chris Lee. Training: woensdag 20.00-21.30 uur bij het Studentensport Centrum. www.facebook.com/ultimate.eindhoven Pieter Overgoor in een cut-actie.

Ultimate frisbee als wedstrijd? Hoe ziet dat eruit? Op een grasveld, zo lang als een voetbalveld en de helft zo breed, proberen twee teams van zeven personen zo vaak mogelijk te scoren in tweemaal vijfendertig minuten tijd. Er zijn geen doelen, maar wel twee endzones over de hele breedte van het veld. Scoren doe je als je de schijf vangt in die endzone. Je mag overal lopen, maar nooit met de schijf in je handen. Een frisbee onderschep je door hem te vangen, naar beneden te slaan of door ervoor te zorgen dat het samenspel van de tegenstander onderbroken wordt en het ding valt. Het is een non-contact sport, zonder scheidsrechter. Je mag de schijf slechts tien seconden in je hand hebben, dat maakt het een snelle sport.

Kunnen jullie wel zonder scheidsrechter? Rolf Gaasbeek, bestuurslid Vertigo en promovendus bij Werktuigbouwkunde, vindt dat juist het mooie van ultimate frisbee. “De cultuur spreekt mij erg aan. Het gaat om fair play. Mooie acties van de tegenstander worden ook geapprecieerd. Frisbeeërs evalueren elke wedstrijd met elkaar. Op een papiertje (dan leveren we de spirit score in bij competitie- of toernooileiding) of mondeling meteen na de wedstrijd. Wie het laatste punt heeft gescoord, mag beginnen. Hij of zij zegt dan bijvoorbeeld wie zich niet sportief gedragen heeft. Of juist wel.”

Hoezo kennen jullie drie seizoenen? “Er is een landelijke competitie waar in de zomer vier outdoor competitiedagen zijn, in de winter vier indoor competitiedagen en in de herfst vier mixed competitiedagen. Mixed slaat op de man/vrouw-verdeling, deze wedstrijden worden buiten gespeeld. Elke competitiedag speel je vier wedstrijden. En elke dag heb je de kans te promoveren of te degraderen. Dat is mooi, want zo voorkom je dat je boven of onder niveau speelt”, zegt Bart Welling, bestuurslid en net afgestudeerd bij Werktuigbouwkunde.

Heet het nou frisbee of ultimate frisbee? “Frisbee is een bepaald merk van schijven. Die overigens nooit gebruikt worden”, zegt Bart. “Wij gebruiken het merk Discraft. Die schijven wegen 175 gram. De sport heet ultimate frisbee.”

Wat doen handlers en cutters en wanneer maak je een Callahan? Rolf: “Een handler kan extreem goed gooien. Een cutter maakt een scherpe sprint om een schijf te ontvangen. De eerste cutter vangt van de handler. Wie als verdediger een schijf in de endzone van de tegenstanders onderschept, maakt een Callahan. Dat is een zeldzame prestatie.

Lukt het de fotograaf een lay out op de foto te krijgen? Nee. Het is de bedoeling dat iemand al duikend de schijf vangt en dan dus zonder armen en knieën, zeg maar op de borstkast, neerdaalt op het veld. Enkele mannen proberen dat telkens opnieuw, maar het lukt niet goed om het geforceerd te doen. Bart : “Als het nodig is, gaat een lay out vanzelf, maar je moet er niet over na gaan lopen nadenken.”

Hello... world?

Comic | Elles Raaijmakers

Tekst | Norbine Schalij Foto’s | Bart van Overbeeke


Student | 9

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

“Op je vijftiende word je niet uitgenodigd voor een kijkavond” Geboren in Maastricht, opgegroeid onder de rook van het Belgische Luik. Zijn moeder is Nederlands, zijn vader is in Rwanda geboren. Victor Habiyaremye is het wel gewend om zich in uiteenlopende sociale kringen te begeven en dat is een handige eigenschap - zeker als je op je vijftiende al op de universiteit rondloopt. Zelf vindt de Bouwkundestudent dat intussen de normaalste zaak van de wereld. Relaxed zit Victor tussen tientallen andere studenten in Vertigo. Laptop open voor hem. Hij is wat kleiner dan de anderen en zijn gezicht verraadt zijn leeftijd. Maar verder is hij een student als ieder andere. De Bouwkundestudent is nog net 15; op 20 oktober wordt hij 16. Een uitzonderlijk jonge leeftijd. Hij is daarmee de jongste die op dit moment op de TU/e rondloopt, zo bevestigt het Onderwijs en Studenten Service Centrum. Niet de jongste ooit overigens, een aantal jaren geleden nog begon een veertienjarige aan haar studie op deze universiteit. Victor was slechts 9 toen hij naar de middelbare school ging in Visé. Op de basisschool in het Belgische plaatsje Oupeye sloeg hij de derde en vijfde klas over- een beslissing waar de school eigenlijk niet achter stond, maar waar Victor en zijn ouders erg gelukkig mee waren.

Concurrentie tussen twee universiteiten én broers

“Ik verveelde me, wist alles al. Ik lette niet op, waardoor ik geen goede punten meer haalde”, blikt hij terug. Hoewel de school ‘moeilijk deed’, kregen Victor en zijn ouders de beslissing er wel door. Zijn geteste IQ van 149 bevestigde zijn bovenmatige intelligentie. Victor kreeg zijn plezier in school terug en maakte nieuwe vrienden. Dat die wat ouder waren, maakte hem toen al niet uit. “Met sommige mensen klik ik wel en met anderen niet”, zegt hij nuchter in het herfstzonnetje op een bankje bij MetaForum. “Ik spreek met mensen die me aardig lijken en ik kijk daarbij niet naar hun leeftijd.” De middelbare school was voor Victor ‘een goed niveau’. Hij blonk in alle vakken evenzeer uit. Al snel wist hij dat hij architect wil worden. “Het mooie aan architectuur is dat

het tussen technisch en artistiek in zit. Het is niet compleet abstract.” De keus viel op de TU/e, omdat zijn oudere broer Romain -bij wie hij de hele middelbareschooltijd in de klas had gezeten- naar Delft ging om daar werktuigbouwkunde te studeren. Lachend: “Dat vond ik wel leuk, die concurrentie tussen de twee universiteiten en dan ook tussen ons.” De overgang naar de universiteit valt tot nu toe reuze mee, vindt Victor. “De stof is niet moeilijk. Het is wel wat meer werk, dat betekent beter plannen.” Ook over de overstap naar Nederland is de jonge student positief. “Ik had verwacht dat ik meer moeite zou hebben om in Nederland te aarden, maar dat is niet zo. De mensen zijn hier erg aardig, ze komen sneller met je praten dan in België. Ik heb mijn hele leven

op een Franstalige school gezeten, ik kan mijn Nederlands hier verbeteren - vooral het schrijven.” Buiten zijn studie houdt hij ook nog genoeg tijd over voor zijn hobby’s: tafeltennissen, fietsen en de natuur fotograferen.

zoekt, vinden ze het gek dat je 15 bent en word je niet uitgenodigd voor een kijkavond.” Doordeweeks logeert hij nu bij een kennis in Eindhoven om elke vrijdag met zijn broer door te reizen naar hun ouders in Oupeye.

Stappen met studiegenootjes zit er niet in

Geregeld wordt hij nog aangesproken op zijn jonge leeftijd, maar dat vindt ie alleen maar leuk. “Ik vind het zelf niet meer speciaal, andere mensen verbazen zich er nog over. Het heeft ook wel iets om op die manier mensen te ontmoeten.” Op de vraag of hij nog wat extra ondersteuning krijgt vanwege zijn leeftijd, antwoordt hij rustig maar resoluut: “Ik verwacht geen begeleiding en dat zou ik ook niet willen. Het is mijn eigen keus geweest om twee jaar over te slaan.”

Hoogst zelden merkt hij in de praktijk iets van het leeftijdsverschil. Stappen met studiegenootjes zit er bijvoorbeeld niet in, omdat hij de kroegen meestal niet in mag. En Victor heeft moeite om een kamer te vinden. “Voor een kamer via een woningcorporatie moet je minstens 17 zijn. En als je op internet zegt dat je een kamer

Tekst | Judith van Gaal Foto | Rien Meulman


10 | Universiteitsberichten

ALGEMEEN Dienst ICT | Dienst ICT verhuisd naar Matrix Onze dienst is verhuisd van het Laplacegebouw naar Matrix. De informatie- en servicedesk is gehuisvest in Matrix 1.25, het secretariaat bezet kamer 1.18. Voor de rest van de medewerkers geldt dat ze flexwerkplekken hebben. Dit betekent dat ze veelal te vinden zijn in ruimte 1.80, maar ook in de andere ruimtes op de eerste verdieping in Matrix. Centraal Stembureau | Kandidaat­ stelling Verkiezingen TU/e 2014 Dit jaar vinden verkiezingen plaats voor de verkiezing van de geleding studenten van de Universiteitsraad en de Faculteitsraden. Deze verkiezingen geschieden voor beide geledingen door middel van elektronisch stemmen. Van dinsdag 21 oktober t/m donderdag 23 oktober a.s., van 9.00-12.00 uur en van 14.00-17.00 uur, kunnen kandidaatstellingsformulieren ingeleverd worden bij het Centraal Stembureau. Het Centraal Stem­ bureau stelt in haar vergadering d.d. maandag 03 november ’14 de kandidatenlijsten vast en publiceert deze vervolgens op haar webpagina’s (www.tue.nl/verkiezingen). Dinsdag 04 november t/m donderdag 06 november ’14 bestaat de mogelijk­ heid om tegen het betreffende besluit schriftelijk bezwaar aan te

tekenen bij het Centraal Stembureau. In haar zitting d.d. maandag 10 november ’14 stelt het Centraal Stembureau de verzamellijst van alle kandidatenlijsten vast en kent daarbij de lijstnummers toe. Deze verzamellijst wordt eveneens gepubliceerd op genoemde webpagina’s. Omstreeks woensdag 19 november ‘14 worden de kennisgevingen van de stemming verzonden.

MENS Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Promoties Donderdag 16 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. L.P.J. Vosters (EE) Promotor: prof.dr.ir. G. de Haan Titel proefschrift: “Efficient Enhancement and Extraction of Depth for 3-D Video”

16 oktober 2014

UNIVERSITEITSBERICHTEN

Maandag 20 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie B.N. Vasilescu MSc (W&I) Promotor: prof.dr. M.G.J. van den Brand Titel proefschrift: “Social Aspects of Collaboration in Online Software Communities”

Donderdag 16 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. S. Schampaert (BMT) Promotor: prof.dr. N.H.J. Pijls Titel proefschrift: “Computational and experimental characterization of intra-aortic balloon pump support”

Dinsdag 21 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. G.C.M. Vinken (TN) Promotoren: prof.dr.ir. G.J.F. van Heijst en prof.dr. P.F. Levelt Titel proefschrift: “From ships to soil microbes: NOx emission estimates using OMI satellite retrievals and an improved modelling framework”

Maandag 20 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie V.S. Sutkar MSc (ST) Promotor: prof.dr.ir. J.A.M. Kuipers Titel proefschrift: “Spout Fluidized Bed Granulator: an Experimental and Computational study”

Dinsdag 21 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie L. Wu MSc (EE) Promotor: prof.dr.ir. E.F. Steennis Titel proefschrift: “Impact of EHV / HV Underground Power Cables on Resonant Grid Behavior”

Woensdag 22 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. D. Bera (W) Promotoren: prof.dr. H. Nijmeijer en prof.dr. K.M. van Hee Titel proefschrift: “Petri nets for Modeling Robots” Donderdag 23 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie N. Salimi MSc (IE & IS) Promotoren: prof.dr. K. Frenken en prof.dr. A.G.L. Romme Titel proefschrift: “Collaborative Ph.D. Projects between University and Industry: Proximity, Governance, Success” Donderdag 23 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie A. Kappatou MSc (TN) Promotor: prof.dr. A.J.H. Donné Titel proefschrift: “Investigations of helium transport in ASDEX Upgrade plasmas with charge exchange recombination spectroscopy” Maandag 27 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. N.H. Vrijsen (EE) Promotor: prof.dr. E.A. Lomonova MSc Titel proefschrift: “Magnetic Hysteresis Phenomena in Electromagnetic Actuation Systems” Maandag 27 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie N. Noroozi MSc (W&I) Promotoren: prof.dr. M.R. Mousavi en prof.dr.ir. J.F. Groote Titel proefschrift: “Improving Input Output Conformance Testing Theories”

Dinsdag 28 oktober, 14:00 uur, CZ4: promotie Dipl.-Phys. C. Köhn (TN) Promotor: prof.dr. U.M. Ebert Titel proefschrift: “High-energy phenomena in laboratory and thunderstorm discharges” Dinsdag 28 oktober, 16:00 uur, CZ4: promotie J.C.A.M. Buijs MSc (W&I) Promotor: prof.dr.ir. W.M.P. van der Aalst Titel proefschrift: “Flexible Evolutionary Algorithms for Mining Structured Process Models” Dinsdag 28 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie A.M.J.W. ScheepersHoeks MSc (EE) Promotoren: prof.dr. H.H.M. Korsten en prof.dr. C. Neef Titel proefschrift: “Alert methods as success factors influencing effectiveness of a clinical decision support system in clinical practice” Woensdag 29 oktober, 16:00 uur, CZ5: promotie S. Anand (ID) Promotor: prof.dr.ir. J.H. Eggen Titel proefschrift: “Personalizing Steering Experience Using Steerby-Wire Systems” Intreerede Vrijdag 24 oktober, 16:00 uur, BZ: intreecollege prof.dr. P. Marti (ID) – dhl Titel: “The subtle body”

Advertenties

Studeren met autisme Theorie en handvatten voor professionals in het hoger onderwijs Wanneer 4 Dinsdag 16 december 201

1 OP 5 KORTING

Waar ersfoort Leerhotel Het Klooster, Am n Programma en inschrijve HO me utis l/a medilexonderwijs.n

T. 030-6575157 | info@medilexonderwijs.nl

MEDI14115 ADV LB_131x100mm.indd 1

29-09-14 09:54


Mens & Mening | 11

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

TUssen de oren

Is blauw wel groen?

In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het weten­ schappelijk bedrijf, de campus, het onder­ wijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology. Illustratie | Sandor Paulus

Dit jaar ging de Nobelprijs voor de natuurkunde eens niet naar ongrijpbare zaken als kwantumfysica of Higgs-bosonen, maar naar een heel tastbare en praktische uitvinding: de blauwe led. Ik moest meteen terugdenken aan de Holst Memorial Lecture van twee jaar geleden, toen Shuji Nakamura, één van de drie Nobelprijswinnaars, in onze eigen Blauwe Zaal de Holstmedaille ontving. Zelden zoveel humor en relativeringsvermogen gezien bij een laureaat. Op de ontwikkeling van de blauwe led werd lang gewacht: al decennia lang waren er de bekende rode en groene leds, maar zonder blauw geen wit licht - de heilige graal in lichtland. De blauwe led maakte tal van ontwikkelingen mogelijk, omdat plots iedere lichtkleur te maken was. We genieten er dagelijks van in onze tv’s, computerschermen, iPADs en smartphones. Maar de reden dat deze heren in aanmerking kwamen voor de Nobelprijs -een prijs voor hen die de mensheid goeddoen- lijkt voornamelijk te liggen in de belofte dat led als reguliere lichtbron tot een geweldige reductie van ons energieverbruik zal leiden. En juist dáár moeten we misschien wat kanttekeningen bij plaatsen. Leds zijn zuiniger dan gloeilampen en dit zal de komende jaren nog sterk verbeteren. Maar dat wil niet zeggen dat wij ook minder energie gaan verbruiken: de kans is groot dat we in plaats daarvan juist méér licht gaan gebruiken. In de psychologie staat dit fenomeen bekend als het rebound-effect. Tim Worstall stelde het dit weekend ook aan de kaak in The Register, een Britse

UR-podium De TU spreekt al enkele jaren de wens uit meer studenten naar de campus te trekken buiten collegetijden: de verruiming van de openingstijden is daarin een eerste stap. Wat echter vaak wordt vergeten, is dat hier meer bij komt kijken dan het later sluiten van de universiteitsbibliotheek. Immers, een student (of een medewerker) wil méér dan alleen een plek om te zitten. Het is dan ook verwonderlijk dat er met name in het weekend zeer weinig faciliteiten zijn voor de gemiddelde student: hoewel de openingstijden van de gebouwen

nieuws- en opiniewebsite over technologie. Gedurende de afgelopen eeuwen nam ons gebruik van licht enorm toe. Wat constant bleef, was de hoeveelheid geld die we aan licht uitgaven - volgens Worstall een stabiele 0,7 procent van ons inkomen. Met de spaarlamp verlichten wij nu rijkelijk tuinen en gevels; met led komen wellicht onze huiskamers en kantoren aan de beurt. Het punt is dat de impact van technologie op onze maatschappij (opnieuw) niet te voorspellen is wanneer we daar de menselijke factor niet in meewegen. Of de led ons energieverbruik drastisch gaat verminderen, laat ik daarom blauwblauw. Daarmee wil ik echter allerminst afdoen aan het belang van deze uitvinding. Als digitaal aanstuurbaar medium maken led-lichtbronnen een scala aan innovaties mogelijk en ook in ontwikkelingsgebieden biedt led ongekende kansen. Loopt het Nobelcomité dus toch geen blauwtje.

Zuiniger betekent niet dat we minder energie verbruiken

Yvonne de Kort | universitair hoofddocent Omgevingspsychologie bij Human Technology Interaction, faculteit IE & IS

Food for thought

de afgelopen jaren verruimd zijn, is er nog steeds weinig gelegenheid te eten in de avonduren. Het Metaforum heeft zich ontpopt tot de voornaamste studieplek op de campus, maar de enige plek waar je in de avonduren een maaltijd kunt krijgen is elders, in het voor de gemiddelde student net te dure Auditorium. Zeker nu avondcolleges door de week steeds gebruikelijker worden, is dat voor de TU geen overbodige luxe. In het weekend kun je -zelfs voor een kopje koffie dat niet uit de automaat komt- überhaupt nergens op de campus terecht.

Het probleem dat hier ontstaat, is er niet zozeer een van ‘terecht kunnen’, maar van ‘welkom voelen’. Nu verlaten studenten tegen etenstijd massaal het terrein, terwijl de TU ook zou kunnen faciliteren in een mensa of een andere plek om goedkoper te eten. En zou het nieuw te openen cultuurverenigingen­ gebouw hier niet de ideale plek voor zijn? Zo kan de woontoren op het terrein meer worden dan de Bunker de afgelopen jaren geweest is. De TU-campus 2020 is groter dan alleen de universiteit en zou

meer dan studeren alleen moeten faciliteren. Door er op in te zetten de losse delen van de campus elkaar te laten versterken, kunnen we een universiteitsterrein realiseren dat een aantrekkelijke plek is voor zowel de student die tot laat de boeken in wil duiken, als de student die samen met vrienden goedkoop een hapje wil eten. En dat laatste liefst ook na half acht. Bor de Kock

, fractielid

Groep-één


12 | Focus

16 oktober 2014

Tekst | San van Suchtelen Foto’s | Bart van Overbeeke Illustratie | Sandor Paulus Of ze nou gloedjenieuw zijn of in verschillende gradaties van ontbinding, of ze nou geruisloos of luid rammelend door het leven gaan, dik of dun bewield zijn, onaangetast of gepersonificeerd met een dikke laag stickers of bagagerek: vanuit alle windstreken koersen duizenden varianten van de fiets dagelijks in de richting van de campus. Ze strijden allemaal om een plekje in één van de fietsenrekken. Cursor sprong bij een aantal van hen achterop, onderzocht hoe de TU/e hen bedient en ontdekte terloops dat er nog meer raakvlakken tussen de universiteit en de fiets bestaan.

De bierkratfiets Sven van der Hulst (Bouwkunde 3e jaars) “Ik heb dit Bavaria-krat erop gezet omdat ik graag anders ben dan de rest. Een zwart krat of rieten mand zie je al genoeg. Een fietstas is jatgevoeliger en was daarom nooit een optie voor mij. Ik heb de meeste vakjes aan de binnenkant uitgezaagd. Daar kan ik mijn boodschappen mooi in kwijt of mijn jas als het warm is. In de vakjes die niet zijn weggezaagd, kan een flesje bier of water staan, zonder dat het omvalt. Het grootste voordeel van zo’n fiets is dat je ook dingen mee kunt nemen die niet onder de snelbinder passen. Nadeel is dat het vaak lastig is om deze fiets te parkeren. Onder het 18 Septemberplein in de binnenstad hebben ze speciale plaatsen voor kratfietsen. Dat zou op de TU/e ook handig zijn.”

De elektrische fiets Krista van den Boogaart, secretaresse Dienst Interne Zaken.

“Ik heb deze fiets nu ruim een half jaar. In maart aangeschaft via de e-bikeregeling. Hiermee lukt het me om de afstand tussen de school van mijn kinderen en het werk op tijd te overbruggen. Met een gewone fiets ging dat niet. Over de afstand -een kilometer of tien- doe ik nu 22 minuten. Ik zet ‘m meestal op standje ‘middel’ van de trapondersteuning; de lichtste schiet niet op, de zwaarste zorgt niet voor een hogere snelheid en bovendien vind ik het fijn om zelf ook wat te doen te hebben. Zo heb ik mijn dagelijkse portie beweging, zonder met klotsende oksels op het werk aan te komen. Op één volle accu kan ik ongeveer twee keer op en neer naar het werk. Ik ben tot koop overgegaan omdat ik daarmee het milieu spaar en er financieel ook nog wat mee opschiet. Ik heb inmiddels 250 euro aan brandstof bespaard en hoef straks natuurlijk geen parkeer­ kosten te betalen. Bovendien is het gezonder en best lekker, zo met je kop in de wind en de zon. Alleen als het met bakken uit de hemel kom, pak ik de auto. Maar die gaat nu wellicht de deur uit.”

De vouwfiets Yin Pan, Electrical Engineering

“Omdat ik veel met de bus en de trein moet reizen, zocht ik naar een fiets die ik ook dáárin kon vervoeren. Dan kom je in Nederland al snel uit bij een vouwfiets. Heel handig! Je klapt ‘m in een seconde of twintig in elkaar en neemt ‘m zo mee, een drukke trein in. Nou ja, ‘zo’?..... Een lichtgewicht kan ik het niet noemen. Als je er lang mee moet lopen, is ie zo licht niet meer. Wat dan wél weer handig is: je hoeft er niet extra voor te betalen in de trein, iets wat met een gewone fiets wél moet.”

De weesfiets

Of de eigenaren hem nou vergeten, kwijt zijn of er gewoon vanaf willen; in de fietsenrekken van de TU/e blijft nog wel eens een fiets staan waar niemand nog naar omkijkt. Omdat ze de soms schaarse stallingscapaciteit toch onnodig belasten, haalt de TU/e deze weesfietsen na verloop van tijd weg. Thijs Mooren van Dienst Huisvesting: “We plakken er eerst een gele sticker op, waarna we de eigenaar nog een maand de kans geven zijn fiets mee te nemen. Gebeurt dat niet, dan brengen we ‘m naar een depot bij Traverse, waar de fietsen nog drie maanden blijven staan. Daarna gaan ze naar Stichting De Slappe Band op het terrein van ggz-instelling de Grote Beek. Dit is een sociale werkplaats waar de fietsen worden opgeknapt en verkocht.”


Focus | 13

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Fiets, fietser, fietst “Ik heb deze racefiets nu een jaartje of vier. Ik kreeg ‘m van een oom met het idee mij aan ‘t wielrennen te krijgen. In de praktijk gebruik ik ‘m juist voor het alledaagse verkeer. Waar ik ook naartoe ga in de stad; ik pak altijd mijn racefiets. Als je eens vijf minuten te laat van huis wegrijdt, kun je de verloren tijd met zo’n model zó inhalen. Door zijn lage gewicht til je ‘m ook eenvoudig een trap op. Nadeel is dat je bij natte wegen een natte rug oploopt en nooit iemand achterop kunt nemen. Bagage vervoeren met zo’n ding is sowieso lastig.

De racefiets Collin Wagenmakers, Technische Wiskunde

Ik ben ‘m laatst bijna kwijt geweest. Kwam ik na een weekend terug op het station; slot kapotgeknipt. Weg fiets! Lopend onderweg naar mijn kamer zag ik ineens mijn eigen fiets aankomen, met een of andere junkie erop. Ik ben ervoor gesprongen, heb het stuur beetgepakt en die kerel eraf geschud. Daarna heb ik snel een dikker kettingslot aangeschaft.”

De Groene Fietser

De verleidelijke fiets Waar de studentenpopulatie zich massaal per fiets naar de campus vervoert, komt het personeel het liefst nog met de auto naar het werk. Gevraagd naar hun vervoers­ middel, gaf 41 procent van hen in 2012 aan met de auto te komen, tegenover 38 procent dat de fiets verkoos. Natuurlijk speelt de afstand tussen wonen en werken -meer dan de helft gaf aan op meer dan 7 kilometer van het werk te wonen- een belangrijke rol. De TU/e probeert het aandeel fietsenden met financiële prikkels te verhogen. Na de recente e-bike-actie schaften ‘slechts’ 25 werknemers een fiets met trapondersteuning aan. Bepaald niet hoog voor een universiteit die binnenkort overschakelt op betaald parkeren. De TU/e nuanceert, bij monde van hoofd Dienst Interne Zaken Martin Boers: “Het werkelijke aantal e-bikers ligt vermoedelijk hoger. Wij houden namelijk niet bij wat mensen buiten onze regeling aanschaffen.” De TU/e blijft nieuwe kopers van e-bikes voorlopig met voorfinancieringen steunen. Ook het ‘normale’ fietsenplan blijft van kracht. En er staat meer op de rol, de komende tijd: het aantal stallings­ plekken wordt uitgebreid, onder meer bij Helix en Flux. Ook komen er extra oplaadpunten voor elektrische scooters en broedt de TU/e op de aanleg van douche­ faciliteiten voor fietsers.

Eigenlijk zit bedrijfsleider Joop van Odenhoven in deze drukke tijden niet zo te wachten op publiciteit voor fietswerkplaats De Groene Fietser: hét adres voor TU/e’ers met kapotte fiets. Zijn personeel kan de toestroom aan defecte fietsen nog maar nauwelijks verwerken. Aan het plots gegroeide klantenbestand is goed te merken dat de campus met een flinke groei te maken heeft. De Groene Fietser streek in 2010 neer in een voormalige garage aan het Eeuwsel, op een steenworp afstand van het TU/e-sportcentrum. Daar worden gemiddeld 8 tot 10 fietsen per dag gerepareerd. De klant komt vooral langs met lekke banden, kapotte remkabels en kettingen, die Joop en zijn mannen voor een relatief zacht prijsje repareren. Met dank aan de gemeente, die fietswrakken en weesfietsen ‘doneert’ die het her en der in de stad oppikt. Joop: “Daar halen wij de onderdelen vanaf die we voor de reparatie nodig hebben. Zodoende kunnen we de prijs laag houden.” Behalve fietsen repareren, verkoopt de zaak ze ook, ondermeer aan buitenlandse studenten, die tijdelijk hier zijn. Als ze er zuinig op zijn, kunnen ze hun bezit aan het eind van hun verblijf weer aan de werkplaats terugverkopen.

Wie Bouw-, Werktuigbouwkunde of Industrial Design studeert, loopt verhoogd risico zich ’s ochtends een ongeluk te zoeken naar een legale fietsparkeerplaats. Met name de rekken bij het Hoofdgebouw, Gemini en Vertigo stromen geregeld over. Studenten parkeren hun tweewielers daarom noodgedwongen tegen een boom, lantaarnpaal of steunloos in het wilde weg. De vraag dient zich aan of de stallingscapaciteit van de TU/e wel op orde is. Thijs Mooren van Dienst Huisvesting: “Over de hele linie beschouwd hebben we genoeg plekken. Die sluiten alleen niet goed aan op de vraag per gebouw. Door alle verhuisbewegingen van dit moment is de capaciteit scheef komen te liggen. We zijn druk bezig om dat te verbeteren.” Zo wordt de capaciteit bij Helix uitgebreid en krijgt Flux een eigen beveiligde stalling. Fietsers worden straks met nieuwe rode zuiltjes naar hun plek gewezen.

De geparkeerde fiets


14 | Uitgelicht

16 oktober 2014

Stratumseind 2.0: naar een veilige en leefbare uitgaansstraat Tekst | Freke Sens Foto’s | Bart van Overbeeke Stappen veiliger maken en de sfeer tijdens het uitgaan verbeteren. Niet door toegangspoortjes of een hek, zoals eerder dit jaar geopperd werd, maar door de inzet van licht of geur. Dat is wat er gebeurt op Stratumseind. De Eindhovense kroegenstraat is namelijk omgevormd tot een ‘living lab’. Daarin wordt onderzoek gedaan naar het gedrag van bezoekers, maar ook geëxperimenteerd. Volgende maand vinden de eerste lichtexperimenten plaats. Ook de TU/e levert een bijdrage.


Uitgelicht | 15

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Het is even na middernacht. In de uren daarvoor is Stratums­eind langzaam volgestroomd met studenten. In een zijstraatje vindt een verhitte discussie plaats tussen een lid van Rhetoricadispuut Tau en twee agenten. De jongeman, in overhemd en colbert, is vlak daarvoor betrokken geweest bij een opstootje en probeert de agenten ervan te overtuigen dat er niks aan de hand was. “Een of andere gast zocht ruzie. Het stelde niks voor“, verduidelijkt dispuutsgenoot Mike Hu, die vanaf een paaltje zit toe te kijken. “Normaal gesproken kan iedereen hier heel goed met elkaar opschieten.” Dat het bovenstaande een incident betreft, blijkt uit de reacties van het uitgaanspubliek. Wie je het ook vraagt, je krijgt hetzelfde antwoord: tijdens de donderdagse stapavond voor studenten is de sfeer op Stratumseind prima. Daarmee verschilt de donderdag van de twee andere uitgaansavonden, aldus Ralf Uittenhout (Operations Management & Logistics) en Paul Bloembergen (Biomedical Engineering). “Als op donderdag iemand je biertje omstoot, haalt hij een nieuwe voor je. Op zaterdag word je al raar aangekeken als je een overhemd aan hebt.” Ook het groepje TU/e-studenten voor café Santé noemt de specifieke sfeer van de zaterdagavond. “Dan komt hier een ander type mensen”, vertelt Rick Staals, masterstudent Technische Wiskunde. “Bovendien is het dan drukker, waardoor het ook drukkender wordt. Mensen reageren agressiever als je ze per ongeluk aanstoot.” Op donderdagavond mag het nog zo gezellig zijn, dat neemt niet weg dat er jaarlijks zo’n achthonderd incidenten plaatsvinden op Stratumseind, variërend van vernieling en uitschelden tot zware mishandeling. Zo besloot de gemeente Eindhoven afgelopen weekend om Café Salute op het Stratumseind één maand te sluiten vanwege herhaalde incidenten. Afgelopen zaterdagnacht moest daar een politiemacht van negentien personen aan te pas komen om de rust te herstellen na opstootjes en vechtpartijen.

Het zijn onder meer deze incidenten die de gemeente Eindhoven twee jaren geleden deden besluiten de uitgaansstraat aan te pakken. Onder de noemer Stratumseind 2.0 wordt sindsdien gewerkt aan een meer aantrekkelijke, veilige en leefbare straat. “Zonder de herrie, het vuil en de vechtpartijen”, aldus Tinus Kanters van de gemeente Eindhoven. Inmiddels heeft de gemeente diverse projecten aangetrokken die de sfeer in de straat positief moeten beïnvloeden. Ook de TU/e levert een bijdrage. Zo doet het Intelligent Lighting Institute onderzoek naar de invloed van licht op de gemoeds­ toestand van het uitgaanspubliek. Om na te gaan wat het effect van dergelijke experimenten is, besloot de gemeente tot een bijzondere maatregel: het koppelen van Stratumseind aan een ‘living lab’. Vier jaren lang worden 24/7 gegevens over de uitgaansstraat en haar bezoekers verzameld. Terwijl slimme camera’s en gegevens van mobiele telefoons informatie verschaffen over het aantal bezoekers, hun bewegingen en herkomst, registreren geluids­ meters zowel het volume van muziek als het geschreeuw dat mogelijk voorafgaat aan een vechtpartij. Ook worden weer­ gegevens, bieromzet per kwartaal en uitingen op social media bijgehouden. In een later stadium worden deze data met politiecijfers gecombineerd.

monitoren de verzamelde data voorbijkomen. Die vormen volgens Kanters ‘een thermometer voor Stratumseind 2.0’; een meetinstrument dat aan relevantie wint als er eenmaal geëxperimenteerd wordt in de stapstraat. Eind november vinden de eerste lichttests van het ILI plaats (zie pagina 16). In de loop van 2015 wordt ook met geur geëxperimenteerd. Daarvoor is geurbedrijf SmartNose aangetrokken. Dit bedrijf testte eerder bij de politie Rotterdam-Rijnmond de invloed van geuren op arrestanten. Daar leidde het verspreiden van een lichte sinaasappelgeur ertoe dat de vraag naar kalmerende tabletten vijf tot tien procent afnam. Ook vinden in de toekomst waarschijnlijk experimenten met apps en geluid plaats.

Stappen in een sinaasappelgeurtje “Wat wij uiteindelijk willen, is het gedrag van mensen op allerlei manieren en op allerlei momenten beïnvloeden”, aldus Kanters.

Vier jaar lang worden 24/7 gegevens op Stratumseind verzameld “Op den duur hopen we trends te zien. Zodat we bijvoorbeeld op basis van de temperatuur kunnen zeggen: dan zullen er weer vecht­ partijen zijn”, vertelt Kanters. Hij geeft sinds vorig jaar leiding aan het tweekoppig team achter het Living Lab. Vanuit de controlekamer op de bovenverdieping van grand café De Oude Rechtbank, in het hart van Stratumseind, zien hij en zijn collega Jorrit van Hoof op zeven De controlekamer van het Living Lab.

“Mensen in een positieve stemming zijn niet alleen zelf minder geneigd tot asociaal gedrag, maar zullen ook anderen sneller op hun gedrag aanspreken.” Hij plaatst echter een kanttekening. “Ik ben ervan overtuigd dat als iemand met een staaf ijzer naar Stratumseind komt, geen lampje of geurtje helpt. Daar moet je gewoon de politie op af sturen.” Kanters geeft verder toe dat privacy nog een grijs gebied vormt. “Het heeft onze aandacht, maar we weten nog niet goed hoe we ermee moeten omgaan.” Het uitgaanspubliek op de donderdag­avond kijkt er overigens niet van op dat hun gegevens verzameld worden. “Tegenwoordig zet iedereen toch alles op Facebook”, aldus Staals. Ook op de wetenschap lijdend voorwerp te zijn van experimenten wordt gelaten gereageerd. “Zolang het voor minder overlast en ruzie zorgt vind ik het geen probleem.” Hoewel het op donderdag eigenlijk niet nodig is, vult Rik Hagelaars (Technische Bedrijfskunde) aan. “Behalve dan op avonden dat PSV gespeeld heeft. En dan vooral als ze verloren hebben.” Ook de kroegeigenaren steunen de experimenten, zegt Tom van Brussel.

Hij is eigenaar van café ‘t Lempke en voorzitter van Vereniging Horeca­ belangen Stratumseind (VHS). “Voor mijn kroeg is het niet nodig, maar voor de hele straat is het een goede zaak. Het algemene beeld is dat hier het een en ander gebeurt. Dat is niet onterecht.” VHS draagt dan ook financieel bij aan Stratums­ eind 2.0. Hoewel Van Brussel positief is over de mogelijke effecten van de geur- en lichttests, benadrukt hij het nog grotere belang van politie-inzet. “De preventieve werking die daarvan uitgaat, is onmisbaar. Een straat zonder politie zou het ideaalbeeld zijn.” Maar juist de aanwezigheid van politie wordt door veel uitgaanders als storend ervaren. “Als er veel politie rondloopt, heb je het idee: hier is iets aan de hand”, vinden Bloembergen en Uittenhout. “Het creëert vaak meer onrust dan het tegengaat. Helemaal als ze rond sluitingstijd op paarden komen aanzetten. Dus als techniek ervoor kan zorgen dat er minder politie nodig is, is dat helemaal mooi.”


16 | Uitgelicht

16 oktober 2014

Vriendelijker door licht Het voorkomen of verminderen van agressieve incidenten door middel van licht. Dat is het doel van het De-escalate-project van het Intelligent Lighting Institute (ILI) in samenwerking met Philips en de gemeente Eindhoven. Met Stratumseind als proeftuin. “Uit diverse studies blijkt dat agressief gedrag samenhangt met opwinding, een kortere aandachtsspanne, verminderde zelfcontrole en een sterke focus op het object van agressie”, vertelt dr. Yvonne de Kort, universitair hoofddocent Omgevingspsycho­ logie aan de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences en verbonden aan het ILI. “Van licht is juist bekend dat het emoties kan beïnvloeden, de aandacht kan verleggen en het zelfbewustzijn vergroot. In theorie zou licht dus van invloed moeten zijn op alle deelaspecten van agressie.” Bovenstaande kennis vormt het uitgangspunt van het De-escalateproject van het ILI: de inzet van licht om potentieel agressieve situaties te voorkomen of ontzenuwen.

Daarbij wordt niet alleen in het lab getest, maar ook op Stratumseind. Ideaal, aldus projectleider De Kort, vooral vanwege de extra informatie die onderzoek in de publieke ruimte biedt. “In een lab is heel weinig afleiding waardoor personen bijna altijd op veranderingen reageren. Het is de vraag of dit effect hetzelfde is een omgeving als Stratumseind waar niet alleen veel indrukken zijn, maar ook veel gedronken wordt.” Daarnaast kunnen de onderzoekers gebruikmaken van de meet­ apparatuur van het Living Lab. “Dat is voor ons een fantastische onderzoekstool. We kunnen zo zien hoe een menigte reageert.”

meer het effect van gekleurd licht, felheid, patronen en veranderingen onderzocht. De afgelopen maanden is in de Markthal van MetaForum op kleine schaal op locatie getest. Zo speelde een groep studenten ‘Wie ben ik?’ waarbij licht in cirkels naar buiten en binnen geleid werd. Wanneer het licht naar binnen ging, gingen mensen dichter bij elkaar staan. “Dat kan als gezellig ervaren worden, maar die nabijheid kan ook agressie

veroorzaken”, aldus De Kort. Net als Tinus Kanters verwacht De Kort niet dat agressief gedrag volledig uitgebannen kan worden. “Als iemand vastbesloten is rotzooi te schoppen op Stratumseind kunnen wij dat niet voorkomen. Wel hopen we bezoekers een positievere interpretatie te geven van de dingen om hen heen.” Als voorbeeld van de invloed van licht noemt ze het experiment dat vorig jaar in de kantine van het Auditorium plaatsvond. Daarbij

werd gekeken naar de interactie tussen caissières en kantinebezoekers bij afwisselend warm en koel licht. Bij warm licht maakten bezoekers vaker een praatje met de caissière, vroegen ze netjes of ze mochten pinnen en lachten ze meer. “Als je zo’n effect al met een simpel peertje kan bereiken, belooft het wat als je met dynamisch licht in een grote omgeving aan de slag gaat.”

“Bezoekers een positievere interpretatie geven met licht”

Het onderzoek duurt vier jaren en is afgelopen januari gestart. Dit voorjaar is op de lantaarnpalen in de uitgaansstraat een prototype getest van de armaturen die straks geplaatst zullen worden. De Kort: “Stratumseind is een rommelige omgeving met veel verlichting. We moeten heel sterke armaturen gebruiken om voldoende effect te sorteren.” Volgende maand vinden tijdens GLOW de eerste grootschalige tests op Stratumseind plaats. In latere stadia wordt onder Yvonne de Kort

Stratumseind in cijfers Het is de langste kroegenstraat van Nederland; over een lengte van 225 meter bevinden zich meer dan 50 cafés en snackbars. Wekelijks bezoeken zo’n 20.000 mensen de straat voor een avondje uit. Maar de stapstraat kent ook een keerzijde. Jaarlijks vinden er zo’n 800 incidenten plaats, waarvan er 300 te maken hebben met agressie. De geweldsincidenten variëren van schelden en duwen tot zware mishandeling. Daarnaast is er sprake van ‘lichtere’ incidenten zoals fietsendiefstal en vernieling. In reactie hierop stelde de Eindhovense politiechef Gerard Goossens eerder dit jaar nog voor om een hek of toegangspoortjes rondom de uitgaansstraat te plaatsen.


Uitgelicht | 17

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Het gedrag van de meute Iedereen wil hetzelfde: de sfeer op Stratumseind positief beïnvloeden. Maar wat is die sfeer nu eigenlijk? En waardoor wordt deze veroorzaakt? TU/e-promovenda Indre Kalinaus­ kaite bracht de sociale structuren van de uitgaansstraat in kaart. Meisjes die ‘ik haat je!’ in hun telefoon schreeuwen, mannen die haantjesgedrag vertonen door overdreven breed te lopen en tegen anderen aan te stoten. Indre Kalinauskaite zag het allemaal voorbij komen tijdens de weekenden die ze op Stratums­ eind doorbracht. De promovenda bij Industrial Engineering & Innovation Sciences onderzocht in het kader van het De-escalateproject het gedrag en de beleving van het uitgaanspubliek. Naast eigen observaties sprak ze met

bezoekers, café-eigenaren, politie en beveiliging. Sfeer wordt bepaald door interactie tussen mensen, aldus Kalinauskaite. “Soms is er sprake van geïrriteerd gedrag bij individuen. Maar pas als de meerderheid zich zo gedraagt, is er sprake van een gespannen sfeer.” De onderzoekster merkte dat een aantal factoren van grote invloed is op de algehele stemming, zoals evenementen. Kalinauskaite was op Stratumseind gedurende de wedstrijden van Nederland tegen Spanje en Costa Rica tijdens het afgelopen WK. “Na de overwinning op Spanje waren mensen heel huggy en relaxt.” Maar na afloop van de moeizaam gewonnen kwartfinale tegen Costa Rica was de stemming compleet anders. “Mensen zeiden dat ze blij waren,

maar de sfeer was extreem gespannen.” Kalinauskaite’s observaties werden bevestigd door het aantal bij de politie gerapporteerde incidenten. Daarnaast speelt drukte een rol. “Drukte wordt enerzijds als een van de positieve kanten van Stratumseind gezien: het staat voor het ontmoeten van vrienden en leren kennen van nieuwe mensen. Maar een grote hoeveelheid mensen op een kleine oppervlakte kan ook als bedreigend ervaren worden.” De stemming wordt eveneens beïnvloed door de demografie van een menigte. De samenstelling van het uitgaanspubliek op Stratums­ eind verschilt per avond. Bezoekers van de donderdagse studenten­ avond zijn over het algemeen jong, hoog opgeleid en tolerant. Kalinauskaite: “Ze vertonen meer verantwoordelijk gedrag naar anderen en hun omgeving toe. De donderdag kent ook relatief weinig incidenten.” De vrijdagavond trekt veel werkende mensen, vooral

“Stratumseind kan zoveel meer zijn” Hoe zorgen we ervoor dat Stratums­ eind weer net zo bruisend wordt als vroeger? Studenten Paul Jansen en Marco Baetsen ontwikkelen het online platform ‘Stratumse Poort’ waarop Eindhovenaren kunnen meedenken over de toekomst van de straat. Wie wel eens op een doordeweekse middag op Stratumseind is geweest, kan het beamen: uitnodigend is anders. De meerderheid van de ruim vijftig cafés en snackbars houdt zijn deuren tot laat op de dag gesloten, de meeste bezoekers zijn passanten op weg naar de Demer of Markt. Dat was tien jaar geleden wel anders. Toen zaten de terrassen ook ’s middags vol, werd er gewinkeld en trok de jeugd na schooltijd massaal naar de bekendste straat van Eindhoven. “Dat beeld herkennen wij helemaal niet”, aldus Paul Jansen (TU/e Real Estate Management & Development) en Marco Baetsen (Fontys Vastgoed en Makelaardij). “Tegenwoordig bestaat Stratums­ eind vooral uit kroegen. Daar is niks mis mee, maar het kan zoveel meer zijn.” Via hun opleiding kwamen Jansen en Baetsen in contact met Polyground, een bureau voor stedelijke vraagstukken dat de gemeente Eindhoven meehelpt met de organisatie van Stratumseind 2.0. Hier presenteerden de studenten hun strategie voor een imago­ verbetering van de straat. In eerste instantie bestond deze uit een fysieke poort. Toen de bouw hiervan niet haalbaar bleek, ontwikkelden

ze het online platform ‘Stratumse Poort’. Het doel hiervan is tweeledig, vertellen de twee. “Allereerst is het bedoeld om mensen te informeren over Stratumseind 2.0. Daarnaast is het een platform voor startende ondernemers die ideeën hebben over de revitalisatie van de straat.” Zij kunnen hun idee pitchen op de website. Vervolgens zoeken Baetsen en Jansen naar organisaties of personen die de ondernemer kunnen helpen bij het realiseren van zijn idee. “Denk aan een gesprek met een vastgoedeigenaar om ervoor te zorgen dat een ondernemer in een leegstaand pand terecht kan.” Overigens staat de Stratumse Poort niet alleen open voor ondernemers en creatieve geesten, maar voor iedereen die de straat een warm hart toedraagt. De bedoeling is dat er op die manier een community rondom Stratumseind ontstaat. “Met een gevoel van betrokkenheid zoals dat ook in een dorp bestaat”, aldus Baetsen. Het idee is dat die gemeenschap op den duur ook meehelpt met de crowdfunding van projecten. In mei wonnen Jansen en Baetsen met dit project de Samenwerkings­ prijs tijdens de BRAINS Awards 2014. Naast het afronden van hun studie werken ze fulltime aan de ontwikkeling van de Stratumse Poort. Hun einddoel? “Eraan bijdragen dat Stratumseind weer net zo levendig wordt als vroeger.” www.stratumsepoort.nl/

Marco Baetsen en Paul Jansen

uit Eindhoven en omgeving. Zaterdag is de drukste avond met ook de grootste verschillen in herkomst, culturele achtergrond en opleiding van het uitgaanspubliek. Bovendien zijn er veel incidentele bezoekers. “Die zijn vaak minder goed op de hoogte van de heersende gedragsnormen.” Als laatste noemt Kalinauskaite de katalyserende rol van alcohol. “Naarmate er meer alcohol

gedronken wordt, zie je de blikken van mensen versmallen. Aan het einde van de avond beginnen mensen tegen elkaar aan te lopen. Maar in tegenstelling tot wat veel mensen denken is alcohol niet de veroorzaker van agressie. Wel zorgt het ervoor dat mensen minder rationeel reageren in het geval van drukte en evenementen. Hoe meer mensen gedronken hebben, hoe groter de kans dat een situatie escaleert.”


18 | Onderzoek

16 oktober 2014

Zonnestroom langs de snelweg Het Nederlandse (spoor)wegennet wordt geflankeerd door zo’n vijf miljoen vierkante meter aan geluidsschermen. Als we die schermen massaal vervangen door doorzichtig gekleurd plexiglas zouden we hiermee een gigantische hoeveelheid groene stroom kunnen opwekken. Binnenkort worden bij Den Bosch testschermen geplaatst die moeten uitwijzen of die droom van TU/e-onderzoeker dr. Michael Debije, expert op het gebied van luminescent solar concentrators (LSC’s), ooit in vervulling kan gaan. Al jaren probeert Debije geld los te krijgen voor een serieuze praktijkstudie naar de toepassing van deze alternatieve zonnepanelen om energie op te wekken in de openbare ruimte. Dat is lastig gebleken: aan de ene kant omdat zo’n project precies valt in het gat tussen chemie en bouwkunde, en anderzijds omdat al snel de vergelijking wordt gemaakt met de uiterst succesvolle silicium­ zonnecellen. “Die hebben onder ideale omstandigheden een hoger rendement, dat is waar”, zegt de Amerikaan met Nederlandse voorouders. “Maar die vergelijking gaat mank. Je moet de zonnegeluidsschermen vergelijken met gewone geluidsschermen. En die hebben een rendement van nul.”

“Gewone geluidsschermen hebben een rendement van nul”

Michael Debije. Foto | Bart van Overbeeke

Maar nu gaat het er toch van komen: met een subsidie vanuit de Topsector Energie worden onder leiding van bouwbedrijf Heijmans langs de westring van Den Bosch twee schermen van vijf meter breed en vier meter hoog geplaatst, gemaakt van oranje en rode semi-transparante platen van PMMA (beter bekend onder de merknamen plexiglas en perspex). Behalve de alternatieve plastic zonnepanelen van Debije, worden ter vergelijking ook geluidsschermen met ‘conventionele’ siliciumcellen geïnstalleerd. Bij dit zogeheten ‘Living Lab’, dat de naam ‘Solar Noise Barriers (SONOB)’ heeft meegekregen, zijn behalve de TU/e en Heijmans ook geluidsschermfabrikant Van Campen Industries, ruimtevaart­ onderneming Dutch Space en kennisinstellingen ECN en SEAC betrokken. Vanuit de TU/e wordt voor het project, dat begin 2015 van start gaat en minimaal een jaar zal lopen, een PDEng-student aangesteld in het programma Smart Energy Buildings & Cities. Deze ontwerper-in-opleiding zal niet alleen kijken naar de energie­

opbrengst van de schermen, maar ook naar de acceptatie van de weggebruikers en omwonenden. Die acceptatie is essentieel, legt Debije uit: “Siliciumzonnecellen zijn inmiddels rendabel, maar je ziet ze minder dan je zou hopen. Dat komt deels omdat ze gevoelig zijn voor externe invloeden, maar ook doordat lang niet iedereen ze mooi vindt staan op hun dak.” Of de zonne-geluidsschermen een succes worden, is dus niet alleen afhankelijk van het (financiële) rendement. Betrokkenen zoals wegbeheerders, landschaps­ architecten, omwonenden en weggebruikers moeten ze ook vinden passen in het landschap. Een groot voordeel van de nieuwe, modulaire zonne-geluidsschermen is volgens de Amerikaan dat ze van vrijwel hetzelfde materiaal zijn gemaakt als veel van de huidige geluidsschermen. “Er zijn nauwe­ lijks aanpassingen nodig in de constructie. Er moet alleen wat elektra aangelegd worden aan de randen van de platen en in het frame.” Want alleen langs de -twee centimeter dikke- randen van de schermen worden strips van zonnecellen aangebracht. Het zonlicht dat op de schermen valt, wordt namelijk door de fluorescente kleurstofmoleculen in het plastic opgevangen en omgezet in oranje of rood licht, dat naar de randen van de solar concentrator wordt weerkaatst. Die bundeling van zonlicht maakt het zonne-geluidsschermen naar verwachting relatief goedkoop, legt Debije uit. “Het oppervlak aan zonnecellen dat je nodig hebt, is een fractie van de totale grootte van het scherm. Je bent maar een paar euro aan kleurstof kwijt per scherm van vijf bij vier meter. En omdat je licht van een specifieke kleur overhoudt, kun je bovendien zonnecellen kiezen die precies bij die kleur een hoog rendement hebben.”

De zonnegeluids­ schermen kunnen tegen een stootje


Onderzoek | 19

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Sluitstuk

Daarnaast is PMMA een beproefd bouwmateriaal, dat tegen een stootje kan. Opspattend grind, maar ook vogelpoep, graffiti en beschaduwing zijn voor LSC’s een minder groot probleem dan voor siliciumcellen. Als een klein deel van een serie siliciumcellen bedekt is, heeft dat namelijk gevolgen voor het rendement van de hele serie. “LSC’s zijn daar veel minder gevoelig voor. Je vangt uiteraard wat minder licht als een scherm ondergespoten wordt met graffiti, maar dat effect blijft beperkt tot alleen die plek. Daar komt bij dat LSC’s naar verhouding ook goed werken als het zonlicht er niet loodrecht opvalt of als er alleen diffuus licht is, zoals op een bewolkte dag.” Debije wijst naar een stuk rood plexiglas in de hoek van zijn werkkamer, voorzien van kabeltjes en stekkers. “Veertig bij zestig centimeter. Dat is ongeveer het formaat waarmee in het lab tests worden gedaan. Of veel grotere platen ook goed werken, is nog nergens aangetoond. Daarom is de praktijktest die we nu gaan doen ook zo belangrijk.” Als de tests een succes blijken, en de markt vervolgens bereid is om grootschalig in zonne-geluids­ schermen te investeren, dan komen direct ook allerlei andere toepas­ singen binnen handbereik, hoopt Debije. Dan wordt het rendabel om bijvoorbeeld de wanden van afgelegen bushokjes te bekleden met LSC’s en zo genoeg energie op te wekken om de hokjes

In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders over hun afstudeeronderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.

’s avonds te verlichten. Of om iets voor de Derde Wereld te doen: “Mijn oorspronkelijke plan was om LSC’s te maken voor op daken in Afrika. Met de overdag opgewekte energie kun je ‘s avonds een kamer verlichten. Met siliciumcellen kan dat ook, maar het blijkt dat die vaak gestolen worden: ze zien er te waardevol uit. Ook in Nederland hebben we slechte ervaringen met zonnepanelen op afgelegen plekken, zoals langs wegen. Die blijven in het algemeen niet lang staan.” Het principe van de luminescent solar concentrator is al decennia bekend, vertelt Debije. “Tijdens de energiecrisis in de jaren zeventig is er veel onderzoek gedaan naar LSC’s, maar toen de olieprijs weer daalde, is dat nagenoeg gestopt.” En toen de belangstelling naar zonne-energie weer toenam in de jaren negentig, kwamen de siliciumcellen vooralsnog als winnaar uit de strijd. “Vanwege die voorgeschiedenis zijn er op dit moment niet zo veel groepen in de wereld die aan LSC’s werken, maar in Nederland is relatief veel kennis aanwezig.” En een paar groepen in het buitenland, waaronder van MIT, hebben ook plannen om deze technologie op de markt te brengen, weet Debije. “Op het gebied van siliciumcellen hebben we de strijd van China verloren. Het zou zonde zijn als we hier ook met LSC’s de boot missen.” Tekst | Tom Jeltes

Wervelende kleuren in de waterbak

Antoon van Hooft

Wie op vakantie wel eens bij een kabbelend beekje heeft gezeten, weet dat de effecten van een flinke tak of steen op de bodem goed te zien zijn aan de stromingen in het water. Student Technische Natuurkunde Antoon van Hooft ruilde de kabbelende beek om voor een draaiende waterbak en bestudeert hierin het ontstaan van wervelingen bij scherpe randen. Het is een imposante constructie. De grote rechthoekige waterbak draait met een constante snelheid rond - volgens masterstudent Technische Natuurkunde Antoon van Hooft snel genoeg om er draaierig van te worden als je er maar lang genoeg mee bezig bent - en erboven hangt aan stalen balken een meedraaiende camera, verzwaard door gewichten voor de stabiliteit. In de waterbak staat een plaat met scherpe randen, cruciaal voor het afstudeeronderzoek van Antoon. Hij bekijkt namelijk hoe er langs deze randen wervels ontstaan die de aanwezige stroming kan beïnvloeden. In eerste instantie fundamenteel onderzoek, maar ook van belang voor bijvoorbeeld het verbeteren van de weersvoorspelling, legt Antoon uit. “De lage- en hogedrukgebieden op de satellietbeelden bewegen als wervelende vloeistofstromen. Een bergketen - ook een scherpe rand - kan veranderingen in de wervels veroorzaken, en daardoor een verandering in het weerbeeld. Door mijn waterbakexperimenten heb ik een model kunnen maken dat de stromingen kan simuleren. Dat kan gebruikt worden door weerdeskundigen, maar ook op andere vlakken zoals het in kaart brengen van drijvende verontreiniging in oceanen of transport van plankton in de zee.” Ondertussen toont Antoon een filmpje van een eerder experiment. Uit een cilinder in de waterbak stroomt een groene vloeistof, recht op de plaat af die met een oranje kleurstof is omgeven. Al snel ontstaat er een kleurstofbol in de vorm van een draaikolk - Antoon noemt het een vortexstructuur - en eenmaal dichtbij de scherpe rand deelt de draaikolk zich in tweeën: een dipoolvortex. Hij wijst op de oranje vloeistof, die is opgesloten in de groene wervel en zich langzaam voortbeweegt. “De twee kleurstoffen in de bol kunnen samen aan de wandel gaan, zonder dat er een externe stroming is opgewekt. Een efficiënte manier van transport voor vervuilende plasticdeeltjes of plankton in een oceaan.”

Zijaanzicht van een luminescent solar concentrator (LSC): zonlicht (groene pijl) wordt door fluorescente kleurstofmoleculen omgezet in licht met een langere golflengte (in dit geval rood), dat binnen de transparante plastic plaat naar een zonnecel aan de rand wordt geleid.

De kleurstofstromingen hebben een hoog kunstgehalte en zijn prachtig om te zien. Volgens Antoon is het een prima methode om het proces globaal te volgen, maar om te zien wat er precies gebeurt, gebruikt hij kleine plastic bolletjes. Met speciale software kan hij de deeltjes volgen en er allerlei berekeningen op loslaten, zoals het bepalen van de snelheid op verschillende punten in de wervel. Naast het experimentele werk in de waterbak - “een van de weinige TN-onderzoeksvelden die zich op grote schaal afspeelt en met het blote oog te zien is” - heeft Antoon ook numerieke simulaties op de computer uitgevoerd. Na een jaar resulteert dit nu in een publiceerbaar model voor wervelstromingen bij scherpe randen, een mooie opsteker. Maar voordat hij met schrijven kan beginnen, zijn er nog een paar experimenten die finetuning behoeven. En dat betekent gelukkig extra bedenktijd, want Antoon is er nog steeds niet uit wat hij na zijn afstuderen wil gaan doen. “Technische Natuurkunde is heel breed en ik vind eigenlijk alles superleuk. Best lastig.” Tekst | Nicole Testerink Foto | Rien Meulman


20 | Onderzoek

16 oktober 2014

4 brandende vragen

Negin Salimi | IE&IS

Gezamenlijke promotieprojecten

1 we op n e i z Wat er van v o c de hrift? c s f e je pro

2 Ho op f e leg j waa eestj e e r je ond s uit e ove r ga rzoek at?

1 | cover De twee overlappende cirkels op de omslag staan voor de samenwerking tussen universiteit en bedrijfsleven. De tulpen verwijzen naar Nederland, het land van de tulpen. Het onderwerp van dit proef­schrift is de samenwerking tussen de TU/e en bedrijven, voornamelijk Philips. Als je ‘TU’ en ‘Philips’ samentrekt, krijg je ook ‘Tulips’.

3 Welke persoon, techniek of apparaat is onmisbaar geweest voor je onderzoek?

2 | feestjes Mijn proefschrift moet inzicht bieden in hoe universiteiten en hun samenwerkingspartners omgaan met gezamenlijke promotieprojecten en welke factoren belangrijk zijn voor succes. Sommigen hebben hun bezorgdheid geuit over de kwaliteit van dergelijke promotieprojecten. Ik laat zien dat die zorg ongegrond is.

3 | onmisbaar

4 eft

e Wat h

ing

lev men

de sa uw werk? aan jo

(Onder redactie van Tom Jeltes) Foto’s | Bart van Overbeeke

Ik heb twee verschillende datasets gebruikt voor mijn onderzoek. Ten eerste een grootschalige enquête onder alle voormalige promovendi van de TU/e die samen hebben gewerkt met het bedrijfsleven of publieke organisaties als TNO. Ten tweede heb ik veel bibliometrische data verzameld (patenten, publicaties, en citaties van die patenten en publicaties). Deze gegevens heb ik gebruikt om de prestaties van promovendi in gezamenlijke projecten te vergelijken met die van ‘gewone’ promovendi.

4 | samenleving Samenwerken is een kostbare en riskante bezigheid, waarin beide partners tijd, geld en andere middelen moeten investeren - die allemaal ook voor andere dingen gebruikt hadden kunnen worden. Daarom is het voor zowel de universiteit als de partners uit het bedrijfsleven essentieel dat ze maximaal resultaat halen uit deze samenwerking door die goed te organiseren en bege­leiden.


Onderzoek | 21

Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl

Luc Vosters | Electrical Engineering

Betere diepte in 3D-video 1 | cover Op de cover is een stereoscopische foto te zien van een boomstronk in anaglyph 3D. Deze foto kun je in 3D bekijken met het bekende rood-cyaanbrilletje (dat ik bij het proefschrift heb gevoegd). Een 3D-foto op de cover past goed bij mijn promotieonderzoek, waarvoor ik veel 3D-foto’s en video’s heb bekeken.

2 | feestjes De afstand tot verschillende elementen in een 3D-beeld kan worden vastgelegd in een zogeheten dieptesequentie. Deze informatie is onder meer nodig om verschillende aanzichten te berekenen voor autostereoscopische 3D-televisie (‘3D zonder bril’) en voor het geschikt maken van bijvoorbeeld IMAX 3D-films voor het scherm van mobiele telefoons. Dieptesequenties kun je maken met dieptecamera’s, maar je kunt ze ook automatisch genereren uit bestaande twee- of driedimensionale beelden. Ze bevatten dan echter veel fouten. Mijn promotieonderzoek gaat over het verwijderen van deze fouten en daarmee het verbeteren van de kwaliteit van dieptesequenties.

3 | onmisbaar Voor het efficiënt implementeren, parallelliseren en vergelijken van algoritmes om het diepte-effect te verbeteren, heb ik veelvuldig gebruikgemaakt van een graphics processing unit (GPU).

4 | samenleving In mijn proefschrift worden verschillende algoritmes voorgesteld om dieptesequenties te verbeteren. 3D-video’s die hiermee zijn bewerkt, hebben een betere diepte dan 3D-video’s waarvan de dieptesequenties onbewerkt zijn. Hierdoor krijgt de kijker dus een prettigere en meer meeslepende 3D -kijkervaring.

Geert Vinken | Technische Natuurkunde

Luchtvervuiling gezien vanuit de ruimte 1 | cover We zien een kaart met de gemiddelde luchtvervuiling door stikstofdioxide (NO2), die ik gemaakt heb door vijf jaar satellietmetingen te middelen. NO2 ontstaat bij verbrandings­ processen (of bacteriële activiteit), en in deze kaart zijn gebieden met hoge NO2-concentraties (warme kleuren) dan ook herkenbaar als sterk geïndustrialiseerd (bijv. West-Europa of Oost-Azië). ‘Hotspots’ zoals Moskou en Parijs zijn ook zichtbaar in deze kaart, evenals de drukbevaren handelsroutes tussen Europa en Azië. De cover laat ook scheepvaart en bodem (met bacteriën) zien; twee bronnen van stikstofoxiden die ik tijdens mijn promotie in detail onderzocht heb.

2 | feestjes We weten heel goed hoeveel NOx er uit bijvoorbeeld een auto komt, maar van scheepvaart en bacteriën in de bodem was dit nog niet goed bekend. Tijdens mijn promotie heb ik gekeken naar hoe scheepvaartemissies (en bodememissies) van stikstofoxiden de luchtkwaliteit beïnvloeden, en hoe we de sterkte van deze bronnen beter kunnen bepalen met behulp van satellietwaarnemingen.

3 | onmisbaar Zonder satellietmetingen weten we niks van luchtkwaliteit boven afgelegen gebieden en zeeën. Om emissies van zowel scheepvaart- als bodembronnen beter te kunnen afschatten zijn daarom de NO2-waarnemingen van het Nederlands-Finse satellietinstrument OMI van cruciaal belang.

4 | samenleving Mijn werk zorgt voor een beter begrip van de mate waarin natuurlijke emissies en emissies door menselijk toedoen bijdragen aan luchtvervuiling. Aan uitstoot van natuurlijke bronnen kunnen we weinig veranderen, maar aan de uitstoot van mensen kunnen we wel iets doen. Mijn schattingen kunnen helpen om de beste strategie te kiezen om luchtvervuiling en klimaatverandering tegen te gaan.


4

Biweekly magazine of the Eindhoven University of Technology

16 October 2014 | year 57

For the latest news: www.cursor.tue.nl/en and follow @TUeCursor_news on

Cursor welcomes Executive Board Chairman as new columnist

Flux nearly connected 13 October - Those who were having lunch at the Gemini cafeteria this week could see the walkway from Flux only has a few meters left to go. We’ll still have to wait until 2015 before we can use the main connection on the first floor between Flux and the rest of the buildings at TU/e, though. The departments of Electrical Engineering and Applied Physics will move into FLux together.

Major grant Do CHANGE for project 3 Oct

7 October - Considering he’s hardly in direct contact with the TU/e community at all throughout the year, Executive Board Chairman Jan Mengelers was looking for a platform to share his thoughts with that very community more often. Cursor was more than happy to recruit him as their new columnist. His monthly column on the Cursor site is a way for Mengelers to be more visible for TU/e students and staff. “Throughout the year there are only a few moments I’m in touch with the university community directly. Examples are the opening of the academic year, and the New Year’s reception. I do try to meet with as many people I can, but due to my schedule those opportunities are limited.”

Built Environment gets own wind tunnel facility

ober - The Euro pean Commissi Do CHANGE pr on is allocatin oject, in which g 4.7 million eu designers from ros to the Euro Design depart Designed Inte pean ment are invo lligence in the lved. The Taiw of 1 million eu Industrial anese governm ros through th en t is also providin e participation The project is g funding of the ITRI inst intended to gi itute and a ho ve people with a better unders spital in Taipei heart problem tanding of the . s and high bloo composition of d pressure their diet. This will enable them to monitor what they eat and drink usin g an ICT system containing portable measu ring and scanning instru ments. PhD candidate ir. Idowu Ayoo la and ir. Sander van Berlo (bot h of the Industria l Design depa rtment) have no w developed th e first prototype smart beakers and a salt-sens ing spoon through their start-up ventur e Onmi.

Clmn

and tuecursor on

October 14th - Shortly, the location where De Hal once stood - the building that housed the university library until several years back - will see a parking lot as well as a wind tunnel hall. The Executive Board recently allocated funds for the construction for a hall to conduct wind engineering research, meant for the Department of Built Environment. The hall will be five meters high and take up twenty percent of the available surface area. The other eighty percent will be made into approximately seventy parking spaces by DH soon, and a frontage road alongside Dorgelolaan. In the wind tunnel, Professor Bert Blocken hopes to be conducting research that’s commercially viable for the department. Think of the positioning of wind turbines, or cycling teams that want to know exactly what effect wind has on their athletic performances. According to Blocken, the preliminary design for the wind tunnel is advancing rapidly, and he hopes the hall can be completed by mid October 2015. The department will be financing the hall interior, including measuring equipment, and has 750,000 earmarked to that end.

More news on www.cursor.tue.nl/en

My own shower or the group’s shower?

Hussein is from Turkey and has been studying at TU/e for about more than a year now. I met him the other day and asked him how he is experiencing our campus and Community. To cut a long story short (indeed!), he mentioned what struck him most were the showers at the sports center. He described them as large and open halls where representatives of the same sex stand there naked. Just a little bit too much for him to happily join the other Adams in this collective freshening up process! What can he/we do about this? Take the 4 recommendations towards reconciling a dilemma a.k.a. the 4 Rs I mentioned in my previous columns, and apply them to this case. Difficult to realize. If Hussein wants to adapt to the local context of the group showers, he will stand there naked and feel uncomfortable. If he wants to be just himself like at home, he will put on his swimming suit and the others will stare at him and most likely laugh at him for this. So again an awkward situation. His solution? Quickly go back to his apartment and take his shower there in his safe personal environment. And then quickly go back to class on time, if possible. No real reconciliation of values, more something like a practical compromise. This has to do with the physical environment of our campus, the first stage in developing a truly international Community. Take an onion and peel it

layer per layer. We are now touching on the external layer. Entering our campus via the Diversity Lane (we used to call that path het Limbopad years ago, yes, it’s my current dream…), someone’s 5 senses will detect the truly international atmosphere of our science park. A few examples: All signposting will be bilingual and in correct English (please, don’t turn the lights off while on the toilets…). Food in the cafeterias will be reflecting the cultural diversity of our Community members. There will be a silent room dedicated to praying, meditation, mindfulness, etc. Publications like Cursor and SG-programs will be more and more bilingual and diverse. Both local and international students will live on campus in mixed units and buy their food from the local supermarket (can’t wait to see it in Flux!). The TU/e-website will also further reflect a sense of inclusiveness. And finally guess what? Yes, there will also be some individual shower cabins for those who need some privacy. Values dealing with your own body, your intimacy cannot be ignored in an international Community. Sports unify, they say, but what about the aftermath? The next layer is about education and communication, and that is quite some peeling. Keep your tears for next time.

Vi advisor in ncent Merk, ternationa l commun ity


Research | 23

See for more news www.cursor.tue.nl/en

4 burning questions 1 ’s on What f your o r e ov ? the c ation t r e s dis

2 Wh a peo t do yo ple u te a whe t par ll ties n abo ut y they a sk our rese arch ?

4

3 What person, technology, or device has been essential for your research?

Negin Salimi | IE&IS

Collaborative PhD projects

1 | cover

3 | essential I used two different data sets in my study. First, I asked all former PhD students at TU/e who have worked with the industry or public research organizations like TNO to fill out a questionnaire . Second, I collected bibliometric data (patents, publications, and citations to patents and publications). I used these data to compare the performance of PhD candidates involved in collaborative projects with others who did a regular PhD project.

The two intersecting circles on the cover symbolize collaboration between university and the industry. The tulips refer to the Netherlands, the country of tulips. The specific topic of this dissertation concerns the collaboration between TU/e and companies, mainly Philips. So we decided to combine “TU” and “Philips” into “Tulips”.

2 | parties The aim of my thesis is to generate a better understanding of how universities and their collaborative partners manage their collaborative PhD projects, and of the success factors underlying such collaborative projects. Some have raised concerns about the quality of PhD projects done with the industry. I show that this concern is unfounded.

Luc Vosters | Electrical Engineering

does How efit n e b ty socie ur work? yo from

4 | society benefit Collaboration is inherently a costly and risky activity, in which both partners need to invest time, money and resources, all of which could be used for other activities. Therefore, it is vital for both university and industry to maximize the benefits of collaboration by means of effective management and governance.

Improved depth in 3D video

1 | cover The cover shows a stereoscopic photograph of a tree trunk 3 | essential in anaglyph 3D. You can see the picture in 3D using the well-known red and cyan glasses (included with my dissertation). Since I studied tons of 3D photos and videos, a 3D cover image fits my research project.

2 | parties The distance of various elements in a 3D image can be

recorded in a so-called depth sequence. The information is necessary in order to calculate various views for autostereoscopic 3D television (3D without the glasses), and for modifying 3D IMAX movies for mobile phone screens. Depth sequences can be made with the help of depth cameras, but they can also be generated automatically from existing 2D or 3D images. However, especially the latter approach results in lots of errors in the final product. My dissertation focuses on removing those errors and so improving the quality of depth sequences.

In order to implement, parrallelize, and compare the algorithms that should improve the depth effect efficiently, I used a graphics processing unit (GPU) all the time.

4 | society benefit My dissertation presents several algorithms that might improve depth sequences. 3D videos that have been edited with those algorithms show a better depth than 3D videos of which the depth sequences have not been edited at all. And that means viewers get a more enjoyable and compelling 3D experience.

Geert Vinken | Applied Physics

Air pollution as seen from space

1 | cover What you see is a map showing the average nitrogen dioxide (NO2) air pollution, which I made by averaging five years of satellite measurements. NO2 is created in combustion processes (or bacterial activity), and so the areas on the map with a high concentration of NO2 are heavily industrialized (Western Europe, East Asia). Hot spots like Moscow and Paris are visible on the map as well, as are the heavily used waters between Europe and Asia. The cover also shows ships and soil (containing bacteria): two sources of nitrogen dioxide I’ve studied for my PhD research project.

3 | essential Without satellite observations we’d know nothing about the air quality over remote areas and oceans. In order to assess emissions of shipping as well as soil sources more accurately, the NO2 observations from the Dutch-Finnish satellite instrument OMI have been indispensable.

2 | parties We know how much NOx is emitted by cars, for example, but that information was not yet readily available for shipping and soil bacteria. For my PhD, I studied the emission of nitrogen oxides in shipping (and soil) that influence the quality of the air, and how we might determine the impact of these sources using satellite observations.

4 | society benefit My work leads to a greater insight into the

extent to which natural emissions and emissions caused by humans contribute to air pollution. Natural emission is hard to limit, but we can definitely do something about our own emissions. My assessments can help in deciding on the best strategies to prevent air pollution and climate change.


24 | Zoom in

16 October 2014

Cricket, Curry and Collectivism:

A brief guide to TU/e’s Indian community “We are the proudest people in the world about our culture”, says Bhaskar Patil, 28, a Phd candidate in the Chemical Engineering Department. “There’s so much variety and diversity in our culture and our ideas along the length and width of India. Most Indians are very proud of their culture, like meditation and yoga, which are followed by people all over the world.” Take a stroll across campus and it won’t be long before you spot a student like Patil. TU/e’s Indian population has drastically increased during the past several years and today these students comprise the largest population of internationals on campus. Who are your fellow Indian students? And how do they feel about being an Indian student at TU/e? As part of a new series profiling some of the university’s international students, Cursor begins with our most populous group - the rich, colorful and highly diverse world of India.

How does an Indian student find his way to Eindhoven? And what is it about the university that attracts students from the world’s second most populous country? Some students learn about TU/e through word-of-mouth, following in the footsteps of Indian students who’ve come before them. And for others, TU/e’s programs offer a perfect fit with their personal ambitions. “I had been looking to do a master’s in the US”, explains Hrishikesh Salunkhe, a Pune native and doctoral researcher in the Mathematics and Computer Science Department. “And, in fact, I was finalizing my application for the University of Texas at Austin when an Indian student here convinced me to look at the Embedded Systems program. I immediately decided to come to Eindhoven. It was exactly what I had been looking for.” According to Nuffic, a Dutch organization for professionals in international education, approximately 900 Indian students are currently studying in the Netherlands and that number is expected to increase sharply during the coming years. Internationally, Indian student enrollment is expected to rise from 88,000 in 2012 to 209,000 by 2024 and a portion of that student population will undoubtedly find its way to the Netherlands and to our campus. The number of Indian students enrolled at Dutch institutions has been increasing by 10-15% per year over the last 5 years. India boasts a massive and young population - over 1.2 billion people or 17% of the Earth’s population are Indian and more than 50% of those people are below the age of 25. Many of those young people will look outside India’s borders to further their education. One reason many Indians are interested in

studying abroad is that none of the country’s 950 universities are listed in the recently published Times Higher Education (THE) World University Rankings. In contrast, the Netherlands has eight univer­ sities in the top 100. (TU/e was ranked 106.) “When I came here, there were four of us in my program and we were all from the same area of India. As the years have gone by, I’ve noticed more and more individual Indian students coming to TU/e instead of groups coming from one particular university, for example.” Sindhuja Ajith, 24, from Chennai is a first year master’s student in the Mathematics and Computer Science Department and was pleasantly surprised when she began her program: “I had spoken to people who had done their masters here and they said I would probably be lonely. But I immediately saw so many Indians! We even have three Indian girls in Embedded Systems.”

A quick guide to strike up a conversation Who is your fellow Indian student on campus? What’s his or her background, values and personal life like? Of course, Indian students are in many ways similar to their Dutch counterparts -they’re worried about deadlines, miss their families and wonder what their futures will be like- but there are also some significant cultural differences between the average Dutch and Indian student. So, in the spirit of community building, here’s a quick guide to just a few of those differences. Think of it as a good way to strike up a conversation the next time you meet an Indian student.

Like many Asian cultures, Indian culture values the collective above the individual, which is precisely the opposite from our way of thinking in Western Europe. Family, social ties and contributing to society are placed above individual ambitions in India so the independence of Dutch culture is one of the first things Indian students notice. “Dutch women are very independent”, says Sindhuja Ajith, explaining her own situation:

divorce rate is just 1.1% and the majority of Indians strongly believe that marriage is for life.

“My parents have to pay the interest on a daily basis on a loan that they took for my education. If your parents are paying for everything, you have to study really well. I have a little more pressure than other students. As soon as I’m done with my studies, I have to go get a job so that I can help my parents.” Bhaskar Patil has also noticed a difference: “From Day 1, you’re expected to be independent. We Indians are always asking for approval. For us, it’s out of respect. But in the Dutch way of working, the Indian way seems like you’re not taking initiative or you’re denying your responsibilities.”

Unlike Hrishi, Bhaskar and Sindhuja’s spouses were picked for them (but with their ultimate approval), “I was always looking for an arranged marriage because it’s more comfortable for me and my family”, explains Bhaskar about his contentment with a spouse chosen by his parents. “In India, a marriage is always more than just two people getting married; it’s two families getting married. My family knows the people from my area much better than I do so they could make a good choice for me. With an arranged marriage, you know that you’ll get a person with a good education and a good family.”

Dating and arranged marriages Though it may sound incredibly old-fashioned and even bizarre to many Westerners, the tradition of arranging a marriage is still very much the norm in India, where dating and even talking to a girl like in Patil’s small home villageare almost completely forbidden And for many Indians, finding a spouse through an arrangement made by family (and sometimes with the help of a matchmaker) works incredibly well. India’s

“My marriage is a love match but I had a bit of difficulty arranging it”, explains Hrishikesh Salunkhe. “I have many family members from the countryside and they were worried that if I married someone from a different caste, it would affect the matches they could make for their children.”

“We wear this when we’re married in India”, explains Sindhuja as she points to a smudge of red turmeric powder in her hairline. “My Chinese friends asked me ‘Did you get hurt. Did you fall down?’ I said no, it’s religious. It just means I’m married and that I hope my husband lives a long life.” When asked about her marriage, she replies “It’s going so well - even better than either one of us expected! Now, when we see a couple with children, we get a longing feeling to have a baby of our own.” To be an Indian means to be a person who celebrates - a lot. Festivals are an integral part of Indian cultural life and, indeed, each calendar month includes

multiple festivals with various social and religious significances. And for TU/e’s Indian students, like Sindhuja, missing out on these celebrations is a main cause of homesickness: “Of course, I miss my family and friends. But we also have a lot of occasions and I miss being a part of those. In India, it might be a festival but here I just have an exam.”

Indian festival life One of the most important, Diwali, will be celebrated on 23 October and represents the start of the Hindu New Year. It’s commonly known as the ‘Festival of Lights’ for the fireworks, small clay lamps, and candles that are lit during the celebrations. These lights are said to represent the victory of good over evil, and light over darkness. Though the university’s Indian student population is making its mark on campus, the reverse is also true - each Indian student will take a bit of TU/e with them to their next destination, whether it’s here in the Netherlands or back to India. “My dream is to go back to do research and teach so I can help people the way I’ve been helped”, says Bhaskar Patil of his plans after his PhD program. Sindhuja Ajith wants to take away something more practical from her years in Eindhoven: “I’m going to take riding a bike back to India. Before I came here, I hadn’t been on a bike since I was in 7th grade. Now, I ride a bike all the time.”

Text | Angela Daley Photo | Bart van Overbeeke


See for more news www.cursor.tue.nl/en

Zoom in | 25


26 | Research

16 October 2014

Michael Debije. Photo | Bart van Overbeeke


Research | 27

See for more news www.cursor.tue.nl/en

Solar power along the motorway The Dutch road and railway network is flanked by some five million square meters of noise barriers. If we were to replace the bulk of those barriers by transparent colored Plexiglas we could generate a huge amount of green power. Before long test barriers will be put up near Den Bosch which will have to show whether that dream of TU/e researcher dr. Michael Debije, expert in the area of luminescent solar concentrators (LSCs), can ever become reality.

For many years Debije has tried to raise funds for a serious case study into the application of these alternative solar panels for the generation of energy in the public space. This pursuit has proved to be difficult: on the one hand because such a project comes exactly in the gap between chemistry and architecture, and on the other hand because the comparison with the successful silicon solar cells is soon made. “Under ideal circumstances the latter have a higher yield, it must be admitted”, says the American with Dutch ancestors. “However, that comparison won’t hold. You should compare the solar noise barriers with ordinary noise barriers. And the latter have a zero yield.”

“Ordinary noise barriers have a zero yield” Still, at last things are about to be realized: thanks to a subsidy from the Energy Top Sector, construction company Heijmans is going to put up two five-meter-wide-and-fourmeter-high barriers along the west ring road of Den Bosch, made of orange and red semi-transparent sheets of PMMA (better known under the brand names of Plexiglas and Perspex). In addition to the alternative plastic solar panels of Debije, noise barriers with ‘conventional’ silicon cells will also be installed for the purpose of comparison. In this so-called ‘Living Lab’, which has been given the name of ‘Solar Noise Barriers (SONOB)’, TU/e and Heijmans are involved as well as noise barrier manufacturer Van Campen Industries, space company Dutch Space and knowledge institutions ECN and SEAC.

For the project, which is to begin early in 2015 and is to run for at least one year, TU/e will appoint a PDEng student in the Smart Energy Buildings & Cities program. This trainee design engineer will not only look at the energy yield of the barriers, but will also investigate the acceptance of road users and neighbors. That acceptance is essential, as Debije explains: “Although silicon solar cells are profitable now, you still see them less than you would hope. This is due partly to their sensitivity to external influences, but also to the fact that not everybody thinks they look nice on their roofs.” So whether the solar noise barriers will be successful does not only depend on the (financial) yield. Parties involved, such as road managers, landscape architects, neighbors and road users must also accept them aesthetically in the landscape. The American mentions as one big benefit of the new, modular solar noise barriers that they have been made of almost the same material as many current noise barriers. “Hardly any adjustments need to be made to the construction. You only need to install some electricity at the edges of the barriers and in the frame.” For it is only along the two-centimeter-thick edges of the barriers that strips of solar cells must be applied. The sunlight falling onto the barriers is caught by the fluorescent dye molecules in the plastic and converted into orange or red light, which is reflected to the edges of the solar concentrator. That bundling of sunlight is expected to make the solar noise barriers relatively cheap, Debije explains. “The surface of solar cells required is a fraction of the total size of the barrier. It only costs a few euros for dye per five-by-four-

meter barrier. Moreover, since light of a specific color is left, you can choose solar cells that produce a high yield at precisely that color.”

The solar noise barriers can stand hard wear In addition, PMMA is a tried and tested construction material, which can stand hard wear. Splashing gravel, bird droppings, graffiti and shade are less of a problem for LSCs than for silicon cells. Indeed, when a small portion of a series of silicon cells is covered, this affects the yield of the whole series. “LSCs are far less sensitive to that. Of course you will catch less light when a barrier is sprayed with graffiti, but that effect is limited to just that spot. Besides, LSCs also work relatively well when they do not catch the sunlight at a right angle or when there is merely diffuse light, for instance on a cloudy day.” Debije points at a piece of red Plexiglas in the corner of his study, fitted with cables and plugs. “Forty by sixty centimeters. That is about the size used in the laboratory for tests. It has not yet been shown anywhere whether larger sheets also work well, which is exactly why the field test conducted at present is so important.” If the tests are successful, and the market is subsequently prepared to invest in solar noise barriers on a large scale, this will immediately bring various other applications within easy reach, Debije hopes. Then it will be profitable, for instance, to clad the walls of remote bus shelters with LSCs and thereby to generate enough power to illuminate the shelters at night. Or to do something for the Third

World: “My original plan was to make LSCs to be used on roofs in Africa. The power generated in the daytime can be used at night to illuminate a room. You can also do that with silicon cells, but it has turned out that those often get stolen: they look too valuable. In the Netherlands, too, we have bad experiences with solar panels in remote areas, along lonely roads. They don’t last long in general.” The principle of the luminescent solar concentrator has been known for decades, says Debije. “During the energy crisis in the 1970s a lot of research was conducted into LSCs, but once the oil price started going down again, this came to a virtual standstill.” And when the

interest in solar power increased again in the 1990s, the silicon cells were the first to win the battle for then. “Because of that previous history there are not so many groups worldwide working on LSCs at present, but in the Netherlands there is a lot of knowledge available, relatively speaking.” And Debije adds that a few groups abroad, including one at MIT, are also intending to put this technology on the market. “In the area of silicon cells China has beaten us. It would really be a pity if we also miss the boat here with LSCs.” Text | Tom Jeltes

Side-view of a luminescent solar concentrator (LSC): sunlight (green arrow) is converted by fluorescent dye molecules into light of a longer wavelength (in this case red), which within the transparent plastic sheet is led to a solar cell at the edge.


16

Thursday s TU/e campu

os, al Zwarte Do a z m il F , h 0 :30-20:0 October, 16

Lectures

of . On behalf d in Swedents in the field to ce n u o n an s are ch. exper Nobel Prize invite local inning resear of this year’s. (Bert) Meijer, we will cance of the award-w ximately s er n in w e ifi W Th prof.dr. E. und & sign :30 to appro the chairmanrmation on the backgro(Zwarte Doos) from 16 al fo in za e e Film provid will be in th est buffet The meeting uring the break a mod ed. d rv 20:00 and ed. First come, first se e.nl to will be serv an e-mail to icms@tu Please send register. l/icms http://tue.nage: English u g n la t Even none Entrance fee:

es 2014 Nobel Priz

18 26

Zaterdag tot en met zondag oktober, Klokgebouw S trijp-S en op diverse locaties in Eindhoven

Dutch Design

Monday

20

Week

don’t TU/e and Eindhoven so you Cursor collects all events at , and nts eve ic athletic and academ have to. Symposiums, films, notify can You nl. ue. or.t urs w.c at ww to parties: you can find them all ail em an d sen website, please e us of new events through our her will ine gaz Ma sor Cur do so. cursor@tue.nl if you want to ing happenings. publish a selection of upcom

De TU/e gaat di Week. In het Kl t jaar voor het eerst de campu afstudeerwerk okgebouw toont de universite s af tijdens de Dutch Design workshops. Er van studenten Industrial Desi it in Mind the Step onder m zijn 81 projecte ee Learn, Live en M n te zien in zesgn en Bouwkunde, lezingen enr thema’s : Make, www.tue.nl/ddwove. Care, Sense, Entree: studen de DDW bezoekten en medewerkers van de TU kun je maximaa en. Via www.ddw.nl/tue (pro /e kunnen met korting motiecode TUEl zes kaarten be DDW14) stellen.

20

Monday October, 20:0 0-21:40h, Filmhuis De Z warte Doos, T U /e campus Blue Ruin

This sweaty po a lurid reveng rtion of strip-mall noir is sensibility, pe e story but filtered throug essentially h ppered with st violence. illness and dean arthouse glamourised Event langua Entrance fee:ge: English with Dutch subt pay 3,50 euro 7,50 euro (Plazapas is validitles after showing ), their college pastudents ss

hoven hilips Eind P ts ri F w u iekgebo 0 hrs, Muz .3 3 -2 0 :0 0 ouw Muziekgeb usic October, 2 m usic hall in

riment

stic expe Live acou

r acoustic is needed foe Eindhoven le p o e p 0 nce of 1,20 ntists of th A live audie nducted by two scie ober 20th, Remy co ct , O h n rc e first time gy. O resea xplore for th of Technolo University rs en Constant Hak e udience on the Wenmaeke f the orchestra ánd a the effect o

y m rrounded b f the main acoustics o. The experiment is sus and architecture. Eindhoven s, all about acoustic and lecture nts: 5 euro euro, stude n.nl 50 7, : e fe Entrance ekgebouweindhove www.muzi

Donder da o Blauwe g Zaal Au ktober, 20:30d 23:0 i tor Try-ou t Came ium, TU/e-camp 0 uur, rette us

23

n

5 uur, oktober, 12:40-13:3 Woensdag m, TU/e-campus Blauwe Zaal Auditoriu week

22

De kracht van de

Dutch Design

en weer Dit jaar staat Eindhovn het va l bo g lan ek een we bezoekers design. Met 300.000 s grootste nd rla is de DDW Nede rtijn Paulen, designevenement. Ma gaat met W, DD de n va r directeu over de rek sp ge in het publiek eden arh ba ets krachten en kw week. e eld jub be ze de n va Entreekosten: geen

Camere van het tten is de toon bij Cam cabarettalent kamer, kweek Zorg daeretten de kansvan de toekomvijver en sprin hun talet je er bij bent zich te profilerest. Beginners gplank k als 3 de nten ton elneme n en te ontwikkrijgen en. rs van e ele Voertaa d itie 201 n. 4 Entreek l: Nederlands osten: S tudente n gratis , andere n betale n 5 euro

Monday 27, Tues 28 and Wednesday 29 October, 20:00da-2y2:4 0h,

Filmhuis De Zwarte Doos

Boyhood

, TU/e campus

Filmed over 12 years with HOOD is a groundbreakingthe same cast, Richard Linklater’s BOYthe eyes of a child named story of growing up as seen through Ellar Coltrane), who literallMason (a breakthrough performance by y grows up on screen bef ore our eyes. Event language: English wit Entrance fee: 7,50 euro (Pla h Dutch subtitles students: 5 euro (after sho zapas is valid), wing college pass)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.