Tulpia Actueel
Sluiertaal Het verbod op het dragen van de hoofddoek op Turkse universiteiten wordt binnenkort opgeheven. Studentes die tot nu toe weigerden zonder hoofddoek de universiteit te betreden, konden beter uitwijken naar het buitenland. Zo ook Ayşe Erkan en Aniş Halıcı. Ze kozen voor een studie in Nederland. “We werden in Turkije gezien als directe vijanden van de seculiere staat.” door SEDA ÖNCE
Inburgeringsdocente Ayşe Erkan (28) en juriste Aniş Halıcı (27) groeiden op in Nederland. Ze vertrokken vrijwel direct na het afronden van de basisschool in Nederland naar Turkije. Hun ouders, gestimuleerd door enthousiaste verhalen van andere Turken in Nederland, meenden dat hun dochters een betere opleiding en opvoeding zouden krijgen in het eigen land. Erkan en Halıcı doorliepen de middelbare schooljaren in Ankara. Ook al was het er officieel niet toegestaan, op school konden ze hun religie naar hartenlust belijden, met hoofddoek en al. Officieel is het dragen van een hoofddoek ook verboden op middelbare scholen, maar naar gelang de politieke kleur van de zittende overheid wordt dit verbod met straffe hand toegepast, of ziet men het oogluikend toe, weten de dames uit eigen ervaring. In die jaren dat ze ongemoeid hun hoofddoek konden dragen op de middelbare school had de islamitische Refah Partisi [‘Welvaartspartij’] van Necmettin Erbakan het voor het zeggen. Na een machtswisseling merkten Halıcı en Erkan het verschil meteen. Een seculiere coalitie onder leiding van Mesut Yılmaz nam het roer van Erbakan over. De nieuwe regering maakte gelijk korte metten met het gedogen van religieuze symbolen op scholen. Volgens Halıcı verliep de overgang in meer conservatieve steden als Konya en Kayseri nogal soepel. “Scholen in Ankara en Istanbul werden direct hard aangepakt,” vertelt Halıcı. “De sfeer op school veranderde, er werd meer gecontroleerd, er kwamen vaker inspecteurs langs, we voelden de druk.” Erkan zat toen in de laatste jaar van de middelbare school. “De controles werden strenger. Als het bericht ons bereikte dat de inspecteur van onderwijs zou langskomen, mochten leerlingen met een hoofddoek zich ziek melden.” Alle leerlingen zonder hoofddoek werden in de klas gezet die de inspecteur zou bezoe-
10
TULPIA voorjaar 2008
ken, rondslingerende boeken van Necip Fazıl Kısakürek, een religieuze schrijver en dichter, werden uit voorzorg veilig opgeborgen. Tijdens de muziekles zongen de leerlingen geen ilahi’s, religieuze liederen, maar ‘onschuldige’ moderne songs als de inspecteur op bezoek was. “We hadden zelfs een Atatürk-hoekje ingericht om de inspecteurs te laten zien dat we toch echt ‘Atatürk-gezind’ waren,” vertelt Erkan. Ook buiten de schoolmuren voelden Erkan en Halıcı de druk, zeggen ze. Angs-
Aniş Halıcı
ten werden op hen geprojecteerd, vertellen ze. Halıcı: “Men wil niet erkennen dat de hoofddoek uit religieuze overwegingen wordt gedragen. Velen geloven dat de hoofddoek een politiek doel dient, dat de islam voor politieke doeleinden wordt misbruikt.” Jammer, vindt ze, dat de wil van het volk niet wordt erkend. Blijkbaar wil het volk, meent Halıcı, recht op vrijheid van godsdienst, recht op onderwijs, voor iedereen. “Erdoğan is tot twee keer toe democratisch gekozen door het volk,