OPSTARTSESSIE UKELELE GREET VAN CROMPHAUT
Opstartsessie ukelele In deze sessie leer je hoe je de sopraan- en concertukelele kan leren spelen. Dat zijn de twee kleintjes van de familie. Deze ukeleletjes hebben de volgende stemming:
Je kan dit als volgt onthouden: Good Chefs Eat Alot. (sol - do –mi –la) De eerste snaar klinkt hoger dan de tweede snaar - wat atypisch is - en dit zorgt voor de geheel eigen, vrolijke klank. Hier zie je de hele familie: sopraan, concert, tenor –en baritonukelele.
1
Het ontstaan van de ukelele We zijn 1879. Het schip ‘Ravenscrag’ voer van Madeira richting Hawaï. Aan boord waren Portugese immigranten op weg naar de suikerrietplantages. Onder deze Portugezen bevonden zich drie houtbewerkers (ofte luthiers) die op een virtuoze wijze het Portugese snaarinstrument de Cavaquinho bespeelden. Dit is een viersnarig tokkelinstrument.
Deze luthiers heetten Augusto Dias, José Do Espirito Santo en Manuel Nunes. Aangekomen in Hawaï maakten de instrumentenbouwers een viersnarig instrument van het hout van de plaatselijke boomsoort de Koa. Zij bespeelden dit instrument op een zodanig vingervlugge wijze dat de plaatselijke bevolking al gauw sprak over de ‘springende vlo’: de ukelele was geboren!
+
+
=
2
Waarom kiezen voor ukelele in de klas? - Je kan er makkelijk liedjes mee begeleiden - Het is klein en handig en past perfect in iedere handbagage - Het is sexy, cool én exotisch in één - Het is makkelijk te leren; natuurlijk vraagt ook dit discipline en herhaling - Het heeft een groot effect op kinderen - Het kan gebruikt worden voor al je huis-en tuin muzikale momenten - Het geeft vrolijkheid en lichtheid aan je klas en je leven - Het heeft maar vier snaren: 2 minder dan gitaar (dus makkelijker) - Je hoeft geen moeilijke partituren te kunnen lezen; wij gaan aan de slag met akkoorden. (uiteraard is een C een C, op ukelele of op gitaar) - Marilyn Monroe, Elvis, John Lennon en vele anderen speelden het
3
Zo houd je de ukelele vast Doe zoals George doet. Neem je een koffietje, relax en houd de ukelele vervolgens zo ontspannen mogelijk vast. In je linkerhand laat je de hals van de ukelele rusten op een zodanige manier dat je met je vingers snaren kan indrukken ter hoogte van fretten. Met je rechterhand druk je de klankkast of het lichaam van de ukelele tegen je aan: duidelijk maar niet dwingend. Je rechterhand kan op deze manier heen en weer bewegen over de snaren. De manier waarop je heen en weer beweegt, heet de strumming. In deze sessie houden we de strumming nog eenvoudig, maar je bent uiteraard vertrokken na deze les- voel je vrij om dit te proberen, zo lang je in het tempo en gevoel van een nummer blijft, is alles (of toch veel) gepermitteerd.
4
Zo stem je jouw ukelele Je kocht je ook een tuner of “stembakje”. Maak er een gewoonte van om voor het spelen altijd even te stemmen. Let er op dat je steeds de C (chromatisch) of ‘U’ (ukelele) selecteert, en niet ‘gitaar’ (G) of ‘bas’ (B) of viool (V) , omdat je dat nu eenmaal niet bespeelt. De tuner herkent vanzelf de frequentie van de snaar, en dit van ieder instrument. De juiste frequentie van de ‘A’ of ‘la’ is 440 Hertz, Wanneer je groen licht hebt, heeft je snaar de goede toonhoogte. Rood licht betekent dat je er nog niet bent. De snaren zijn als volgt gestemd: G C E A. Wat je nog moet weten bij het stemmen: een # (of hashtag ;-) staat in muziek voor een ‘kruis’ en geeft aan dat de snaar een halve toon hoger staat dan de aangegeven noot. Een b of mol geeft dan weer aan dat de snaar een halve toon lager staat dan de aangegeven noot. In dit geval dien je aan de stemsleutel te draaien totdat je op de juiste toonhoogte zit. Staat er bv bij de eerste snaar G# dan staat deze iets te hoog en moet je de snaar iets meer ontspannen. Hoe losser de snaar gespannen staat, hoe lager. Hoe vaster, hoe hoger; denk maar aan het geluid van een rekker. Hoe meer je deze opspant, hoe hoger de toon. Wat je best ook weet bij hevig ontstemde ukeleleetjes, is de letterbenaming van de toonladder, do re mi fa sol la si do, of:
5
Aan de slag met de linkerhand
Leg de hals van je geliefkoosde ukelele op een ontspannen manier in je hand. Beweeg je vier ‘speelvingers’ afwisselend.
Speel een akkoord door met één van de vingers van je linkerhand op een specifieke plaats een snaar in te duwen. Hoe weet je welke vinger? We noteren steeds 1 voor de wijsvinger, 2 voor de middenvinger, 3 voor de ringvinger en 4 voor de pink. Plaats je vinger zo dicht mogelijk tegen de fret en ook zo ‘recht’ mogelijk. Probeer niet té hard te duwen maar zoek naar het juiste evenwicht. Gebruik de top van de vinger In het begin zal je af en toe de indruk krijgen dat jouw vingers te kort, te klein, te groot of te krom zijn, weet dat dit slechts een indruk is. Oefening baart kunst!
6
Aan de slag met de rechterhand
Wij zullen niet met een plectrum spelen, maar met de blote hand. Je linkerhand bepaalt het akkoord, je rechterhand bepaalt het ritme en de ‘schwung’ van je lied. Uiteraard zijn er vele mogelijkheden op dit vlak, van tokkelen over kloppen en tikken en strummen… Probeer gerust uit wat het beste past bij de sfeer die je in een lied wil verkrijgen. Experimenteren is de leus! De ideale houding van je rechterhand: de pols voldoende hoog en zo stil mogelijk houden. De duim is gestrekt en kijkt naar links, de vingers staan boven het klankgat en ietwat naar rechts. We ‘strelen’ met de vier vingers van onze rechterhand over het de snaren. Het is belangrijk dat je hierbij je hand goed ontspant en dat je de vingers gesloten houdt (een kelk vormend). Je kan een allereerste keer de snaren ook met je duim ‘strelen’ maar zo kan je minder krachtig spelen.
Deze studenten hebben hun ukelele ‘gepimpt’: een ontwerp tekenen op kalkpapier, overgaan met houtskool en dan verven met acrylverf (en een laagje vernis) 7
Het allereerste akkoord: C
Dit is de weergave van een akkoord: je ziet hier welke vinger je op welke plaats moet indrukken – meer is er niet aan. Wij spelen als eerste het C akkoord of het akkoord van do. (= de opeenstapeling van de noten do mi sol si) Een akkoord wordt met een hoofdletter genoteerd, een noot met een kleine letter.
8
Het eerste lied: Broeder Jacob We spelen ons eerste lied met slechts één akkoord: C We spelen dit met een eenvoudige strumming: neerwaarts bewegen bij het begin van iedere maat. C
Broe C
C
C
C
C
C
C
FRANS Frère Jaques, frère Jaques. Dormez-vous ? Dormez-vous ? Sonnez les matines. Sonnez les matines. Ding ding dong. Ding ding dong.
AFRIKAANS Vader Jakob, Vader Jakob Slaap jy nog? Slaap jy nog? Hoor hoe lui die kerkklok. Hoor hoe lui die kerkklok. Ding dong del. Ding dong del.
ENGELS Are you sleeping? Are you sleeping? Brother John, brother John . All the bells are ringing. All the bells are ringing. Ding dang dong. Ding dang dong.
SPAANS Martinillo, martinillo donde esta, donde esta toca la campana, toca la campana din don dan, din don dan.
9
Het tweede akkoord: F
Het F akkoord is het fa-akkoord; op een gitaar een moeilijk akkoord om in de vingers te krijgen, met een ukelele heb je slechts twee vingers nodig; de wijsvinger en de middenvinger. Met deze twee akkoorden kunnen we reeds heel wat liedjes spelen. Het volgende wat je nu te doen staat is de eerste twee akkoorden inprenten in je motorisch geheugen. Dat doe je als volgt: herhalen herhalen herhalen. Sommige mensen hebben in deze fase meer herhaling nodig dan anderen. Hier geldt één principe: volharding! We wisselen akkoorden af met een neerwaartse strumming: d of down
10
De strumming Het ‘strummen’ is de manier waarop je de snaren aanraakt en in welke richting. Je kan de snaren neerwaarts raken, we duiden dit aan met d (down) of ¯ Je kan de snaren opwaarts raken, we duiden dit aan met u (up) of Je kan de snaren niet raken, we duiden dit aan met p (pauze) of Je kan op de snaren kloppen, w duiden dit aan met x = een chnk De strumming wordt bepaald door de maatsoort van het lied. Hou het zo eenvoudig als nodig en doe zo zot als mogelijk.
11
‘Goeiemorgen goeiedag’
Van zodra je enkele akkoorden kan spelen, kan je al vele liedjes spelen! Van zodra je enkele liedjes kan spelen, kan je er ook zelf maken! Ik maakte bv dit goedemorgenlied met de akkoorden C en F. (Indien je enkel C kan spelen, klinkt dit ook al) Strumming:
d
d
u
u
d
u
C C Goeiemorgen goeiedag C C Zet je lach op want dat mag C C Goeiemorgen, goeiedag F C Zet je lach op want dat mag! Parlando met call en response op C (met het uitbreiden van de talen): In het Engels zeggen ze ‘hello’: “hello!” (nu kinderen) “hello!” In het Turks zeggen ze “Merhaba’: “Merhaba!” (nu llr.) “Merhaba!” In het Frans zeggen ze ‘Bonjour’: “Bonjour!”, (nu llr.) “Bonjour!” In het Fins dan zeggen ze ‘Hej’: “Hej!” (nu llr) “Hej!”
12
Christine (Christine and the queens) C (4 tellen) G (4tellen) Je commence les livres par la fin Et j'ai le menton haut pour un rien Mon œil qui pleure c'est à cause du vent Mes absences c'est du sentiment Je ne tiens pas debout Le ciel coule sur mes mains Je ne tiens pas debout Le ciel coule sur... Ça ne tient pas debout Le ciel coule sur mes mains Ça ne tient pas debout Sous mes pieds le ciel revient Ils sourient rouge et me parlent gris Je fais semblant d'avoir tout compris Il y a un type qui pleure dehors Sur mon visage de la poudre d'or Je ne tiens pas debout… Nous et la man on est de sortie Pire qu'une simple moitié on compte à demi-demi Pile sur un des bas côtés comme des origamis Le bars tendu paraît cassé tout n'est qu'épis et éclis Ces enfants bizarres Crachés dehors comme par hasard Cachant l'effort dans le griffoir Et une creepy son en étendard qui fait: "J'fais tout mon make-up au mercurochrome Contre les pop-ups qui m'assurent le trône" Je ne tiens pas debout….
13
3 akkoorden op een rij: een veelgebruikte akkoordprogressie De meest basale akkoordenreeks is de "I-IV-V-I"-reeks. Van de eerste trap (I) naar de vierde trap wordt spanning opgebouwd: de vierde trap is als een 'vraag' na de eerste trap. Er wordt een gevoel opgeroepen van 'onderweg gaan'. Dan 'reist' de progressie naar de vijfde trap, om vervolgens 'op te lossen' naar de eerste trap. De toonladder van C-majeur (of C-grote terts, 'C-groot') luidt: "c-d-e-f-g-a-b-c". De bijbehorende toontrappen zijn resp. genummerd met de Romeinse cijfers: I II III IV V VI VII I.
Hound Dog – Elvis Presley C You ain't nothin' but a hound dog Cryin' all the time F You ain't nothin' but a hound dog C Cryin' all the time G Well, you ain't never caught a rabbit F C And you ain't no friend of mine
14
Greet Van Cromphaut bereiken: greet.vancromphaut@arteveldehs.be
15