g r e n ze n aan d e g ro e i
E
ven wat harde feiten: de mens is de wereld al honderden jaren aan het veranderen. Maar de snelheid waarmee dit de laatste 60 jaar gebeurt, is ongezien. Sinds de tweede wereldoorlog is het bevolkingstotaal verdrievoudigd en het economisch systeem aan het exploderen. Onze toenemende honger naar natuurlijke grondstoffen en de stijgende vervuiling verhoogt de druk op de ecosystemen wereldwijd. En het ziet er niet naar uit dat daar verbetering in komt. We vangen nu al meer vis, cultiveren meer land en zijn verantwoordelijk voor de uitroeiing van meer planten- en dierensoorten dan ooit tevoren. We plegen - met andere woorden - voortdurend terroristische aanslagen op de veerkracht van onze planeet. Toch is er hoop.
Een vreemde zaak: nu andere landen in de wereld zich beginnen te ontwikkelen, maken we ons hier plotseling zorgen over onze levensstandaard. Zijn er dan toch grenzen aan de groei? Of is de aarde definitief om zeep zoals veel doemdenkers ons willen doen geloven? In dat geval is dit misschien wel de laatste çava? die je nu in handen hebt …
Het voortbestaan van de aarde
Doemdenken of doendenken? Tekst: Willem-jan Van Ekert, fotografie: shutterstock
6
“Het is geen ‘groenejongens-’ of ‘geitenwollensokkenverhaal’ meer” Peter Tom Jones is burgerlijk ingenieur Milieukunde, doctor in de Toegepaste Wetenschappen en werkzaam als onderzoeksmanager aan de KU Leuven. Hij is coauteur van Terra Reversa, een veelbesproken boek dat haalbare oplossingen aanreikt voor de milieu- en klimaatcrisis. Eindelijk! Hoeveel meer kan de aarde nog verdragen? “Niet veel meer, daar moeten we eerlijk in zijn. Op een aantal vlakken is het tipping point, het punt waarop terugkeer niet meer mogelijk is, al overschreden. Ik gebruik vaak een metafoor van een Boeing. Die zit zodanig vol met schroeven en bouten dat, als er daar een aantal uitvallen, er op het eerste gezicht niets gebeurt. Maar als je de cruciale schroef eruit haalt, heb je een crash. Neem nu de opwarming van de aarde. Er zijn al heel wat klimaatconferenties geweest. Helaas hebben zij tot weinig concrete resultaten geleid. Het blijft een pijnlijke realiteit dat de uitstoot van gassen over de wereld sinds 1990 gewoon in ijltempo is blijven toenemen, ondanks het bestaan van het Kyoto-verdrag. Bovendien loopt dit verdrag af eind december 2012 en zal een nieuw
wettelijk bindend wereldklimaatakkoord ten vroegste in 2020 in werking treden. Er ontstaat dus een gat van acht jaar. Een klimaatopwarming van 2 °C kunnen we sowieso niet meer tegenhouden. Gevaarlijke klimaatveranderingen zijn dus onvermijdbaar geworden. Ik wijt dat vooral aan het vrijbuitersgedrag van de afzonderlijke landen: niemand wil als eerste verplichtingen aangaan.” Zijn we dan echt zo dom of gewoon egoïstisch? “De westerse mens kent een vooruitgangsoptimisme dat geen grenzen kent. We denken het altijd te kunnen oplossen door vooruit te gaan, door te groeien. Terwijl het nu geen vijf voor twaalf meer is, maar vijf na twaalf. We moeten ons voorbereiden op turbulente tijden. In 2050 zijn we met 9 miljard, het huidige consumptie-patroon handhaven is onmogelijk. De enige oplossing die nog rest is die van de deeloplossingen. We moeten het heft in eigen handen nemen en niet wachten op internationale milieuakkoorden.” Hoe pakken we dat aan? “Het is geen ‘groenejongens-’ of ‘geitenwollensokkenverhaal’ meer: het gaat nu om de economie, nu beginnen we het te voelen in onze portemonnee. Schijnbaar worden we dan pas echt wakker. Daarom moeten we een nieuw concept uitdenken. ‘Bottom up’: steden nemen wereldwijd het voortouw. Waarom? Omdat de strijd tegen de klimaatveranderingen gewonnen of verloren zal worden in de stad. De meeste grote wereldsteden zullen als eerste de gevolgen dragen van de opwarming van de aarde. Zij staan in de frontlinie: ze krijgen als eerste te maken met grote temperatuurstijgingen, hevige stormen en orkanen en, omdat de meeste wereldsteden aan zee liggen, ook met de stijging van de zeespiegel.” En hoe moet dat dan? Door minder te vervuilen? “Sowieso, de uitstoot van broeikasgassen moet omlaag. Maar we moeten ook onze systemen aanpassen om grotere klimaatschokken te kunnen opvangen. Een goed voorbeeld is de opgang van klimaatneutrale steden en gemeenten, ook hier in België. Uiteraard heeft wat wij hier doen op wereldvlak weinig invloed, zelfs als Europa daarin slaagt heeft dat relatief weinig resultaat als de rest niet meedoet. Daar gaat het ook niet om. Ambitieus stedelijk klimaatbeleid zorgt voor lagere energiekosten, minder afhankelijkheid van grondstoffen uit de rest van de wereld, nieuwe jobs en lagere gezondheidskosten. Een slim klimaatbeleid verhoogt de veerkracht van steden, waardoor 7