Een foto een herinnering - Marinus Van Rooy

Page 1


2


Tekst:

Marinus van Rooy

Foto’s: Foto’s omslag:

Archief Marinus van Rooy Jennifer Gumbs

Uitgever: Vormgeving:

Het Twentsche Land Jennifer Gumbs

Druk:

MOIRE Haaksbergen

De verhalen zijn eerder gepubliceerd in Hengelo Journaal Overname, reproductie e.d. alleen toegestaan met bronvermelding en na schrijftelijke toestemming.

ISBN: 97-89-0806483-8-8 © 2008 Uitgeverij Het Twentsche Land

3


inhoud i.

Introduction

ii.

collumns -Langestraat -Langestraat -Willenstraat -Deldenerstraat -Bataplein -Haakbergerstraat -Oldenzaalschestraat -Oldenzaalschestraat -Bornsestraat -Langestraat -Willemstraat -Thiemsbrug -Oldenzaalsestraat -Willemstraat -Deldenerstraat -Oldenzaalsestraat -Molenstraat -Belastingkantoor Anninksweg -Enschedeschestraat

4

6 8 10 12 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40

-Langestraat-Burgermeester Jansenstraat -Stadhuis-Langestraat -Markt -Paul Krugerstraat -Enschedesestraat -Steijnstraat -Twekkelerweg -Deldenerstraat

42 44 46 48 50 52 54 56


voorwoord ‘Een foto ... een herinnering’ is een rubriek in onze krant waarin een stukje geschiedenis van Hengelo aan de orde komt. Aan de hand van oude foto’s maakt Marinus van Rooy met u een wandeling door de stad, zoals die er in de eerste helft van de vorige eeuw heeft uitgezien. De foto’s komen uit het eigen, zeer uitgebreide archief van de heer Van Rooy. Hij is een geboren en getogen Hengeloër en heeft 43 jaar bij Holec gewerkt. Hij was 30 jaar voorzitter van de Historische Sociëteit van Oald Hengel en is archivaris van de VGO (Vereniging Gemeen-schappelijk Onderhoud) van de begraafplaats aan de Bornsestraat.

U heeft een boekje in handen waarvan de titel een diepere betekenis heeft. Waneer men wat ouder wordt is het een menselijk gegeven dat er regelmatig teruggeblikt wordt op datgene wat voorbij is. Daarbij komt het al gauw voor dat men het verleden gaat romanticeren want de mooie herinneringen blijven in het geheugen gegrift. De minderen verdwijnen naar de achtergrond. Veel van de gepubliceerde foto’s van voor 1944 is in de binnenstad bijna niets terug te vinden. Verdwenen tijdens het bombarde ment in october 1944, voeg daarbij de sloopwoede tussen 1950 en 1960 dan is het verklaarbaar dat veel van de architectuur historische cultuurhistorische panden van onze voorvaderen verdwenen zijn. Door middel van de in dit boekje gepubliceerde foto’s wil ik u laten zien dat Hengelo in het verleden veel heeft gehad op trots op te zijn. -Marinus van Rooy

5


Langestraat Het nieuwe jaar heeft zijn intrede gedaan en 2002 is verleden tijd. We beginnen allen vol goede moed aan 2003, ongewis wat dit jaar ons brengen zal, voor- of tegenspoed. Misschien van allebei iets. Het is maar goed dat we het niet weten. In vroeger tijd had je, ook in Twente, de zogenaamde ‘veurkiekers’. Dat waren mensen die vóór de tijd konden kijken en wisten wat er in de komende tijd met jou of de maatschappij te gebeuren stond. Als we dat nu willen weten, moeten we naar een waarzegster op de kermis. De foto is genomen in 1932, dus 70 jaar geleden. Sneeuw op straat en op de daken. Een aantal berijpte bomen en rechts wat kleumende toeschouwers op straat. Op de straat een beetje sneeuw, maar dat is gezichtsbedrog, want aan het wagenwiel links kunnen we zien dat het diep door de sneeuw is gegaan, gezien de sneeuwresten die er aan zitten. Een zwaar bewolkte lucht, die nog meer sneeuw voorspelt en geen spoor van licht. Dat kunnen we zien aan de kleding van de mensen op straat. Als er nl. wat licht in de lucht zit, is de kleding niet zo in-zwart als op de foto. We beginnen links met een klein stukje van het gemeentehuis, nog net zichtbaar. Het gemeentehuis is gebouwd in 1897 en gesloopt in 1962. Ook links een platte boerenwagen met lege melkbussen. Deze wagen is vermoedelijk van een boer uit Woolde, die de volle melkbussen vroeg, na het melken, bij de boeren uit Woolde heeft gehaald en de melk heeft afgeleverd bij de HCM (Hengelosche Coöperatieve Melkinrichting). De HCM was gevestigd aan de Parallelweg, tot het gebouw in 1980 gesloopt is. De boer is gestopt bij smid Brunnikreef rechts om zijn paard te laten beslaan met winterbeslag onder de hoeven, gezien de toestand van de wegen. De fotograaf stond in 1932 in de Langestraat met zijn rug gekeerd naar de Willemstraat. We kijken naar het Burgemeester Jansenplein en de Sint Lambertusbasiliek, gebouwd in 1890. Schuilgaand onde de berijpte boom links was rijwielhandel G.J. van Wezel, nu speelgoedwinkel Mickey. Vervolgens apotheek Venlet met het prachtige torentje, later Van Leent. Het pand waar de apotheek in gevestigd was, heeft een rijke historie, die in ca. 1900 begon. Bij de bouw stond dit pand bekend als hotel Mercurius. Een schoonzoon van de eigenaar luisterde naar de naam Prevo en noemde het hotel later ‘Snapop’. Lijkt mij een prachtige naam voor een zaak waar je een alcoholische versnapering kunt nuttigen. Snaps is afkomstig uit het Duits en betekent borrel, de rest laat zich raden. Prevo overleed zeer jong en in 1920 was het pand een bioscoop waar stomme films met ondertiteling vertoond werden. Verder links gaand was lunchroom Ten Hoopen, nu Stravinsky. Vervolgens de Weemenstraat en het punt waar Sint Nicolaas elk jaar half november zijn intrek neemt: het huis van Sinterklaas. Hier begint de Enschedesestraat met nummer 1. Rechts is niet zo veel te zien, behalve het wiel van een boerenwagen voor de bovengenoemde smederij, vermoedelijk ook een voerman met kar en paard om de winterse omstandigheden te kunnen overwinnen. Natuurlijk is er nog veel meer over deze prent te vertellen en zijn er vele herinneringen voor u op te halen. Maar genoeg deze keer, anders blijft er niet voldoende stof over voor het voor ons liggende jaar. Graag wil ik u alle goeds wensen, zoals het onderschrift onder de foto aangeeft. Veel dank voor de positieve reacties t.a.v. deze rubriek. Het doet mij goed te weten dat de rubriek in de smaak valt en dat ik u er een plezier mee doe uw herinneringen op te frissen.

6


Burgemeester Jansenplein en de Sint Lambertusbasiliek 7


Langestraat Een aantal opmerkzame lezers heeft mij gewezen op het feit dat ik in het stukje van 3 december 2002 een fout gemaakt heb. Die wil ik nu graag even herstellen. Mijn verhaal ging o.a. over de tonnetjeswagen, zoals op de foto was afgebeeld. Ik schreef dat de volle tonnetjes omgekiept werden in de wagen, maar dit was niet zo. Het zou ook nogal een gespetter hebben gegeven! De volle tonnetjes werden in de wagen gezet en een lege kwam ervoor in de plaats. Ongetwijfeld heeft u wel eens horen zeggen: “Wanneer ie niks doot kui ok nich wat verkeerd doon”. We gaan nu onze aandacht vestigen op de foto van deze keer, die genomen is in 1937. Afgebeeld is de Langestraat, waarbij we kijken in de richting van de Deldenerstraat. We zien een rustig straatbeeld, zoals gebruikelijk in de 30er jaren. Er zijn enkele aanwijzingen waaruit we kunnen afleiden welke tijd van het jaar het is. Gezien de lange schaduwen, de kleding van de mensen en de neergelaten zonneschermen zal het vermoedelijk zomer zijn, augustus of begin september. Links twee jonge jongens, waarvan één in een wit overhemd met stropdas, midden een vrouw in zomerjurk die net op de fiets stapt, met een rieten kinderzitje achterop. Rechts een bus van de TET (Twentsche Electrische Tramwegen) , die op het punt staat te vertrekken voor de lijndienst Hengelo-Enschede-Glanerbrug. De chauffeur, in zomerkostuum, kijkt eerst even of de weg veilig is voor hij vertrekt. De Langestraat begint hier op nummer 1 bij smederij Brunnekreef (niet zichtbaar), waar ik vorige keer over schreef. Wel zichtbaar links het eerste pand de Wolbaal, op de hoek Van Mook Herenkleding, die later naar de Marktstraat ging. Linksaf is de Willemstraat, die van de Burgemeester Jansenstraat tot het Willemsplein liep en hier de Langestraat kruist. Op de hoek van de Langestraat en de Willemstraat het grote pand van fotodrogisterij Fikkert.. Na 1950 kwam hier weer een fotozaak in, nl. Van Beurden-Hendrix. Vervolgens Wilms’ motorrijwielzaak, later gespecialiseerd in scooters. De winkel van Wilms was aan de Langestraat en de ingang van de werkplaats aan de Willemstraat. Voor zover mij bekend, kwam ca. 1950 kapper Boersma in het volgende pand met een dames- en herenzaak. De dameszaak werd gerund door mevr. Boersma. De heer Boersma was niet alleen een goed kapper, maar zijn voorliefde ging uit naar het schilderen van stillevens met olieverf. In diverse Hengelose huiskamers hangen werken van zijn hand. Wanneer je zijn zaak binnenkwam, kon je samen met de typische kapperszaakgeur de lucht van olieverf opsnuiven. Want wanneer er even geen scheer- of knipklanten waren, werkte hij verder aan een schilderij. Tot aan 1975 stond er een groot reclamebord op de gevel van zijn huis, waarop stond dat hij kapper was. Vervolgens komen we aan zadelmaker Nijhoff, hier gevestigd in 1958, nadat hij zijn zaak aan de Burgemeester Jansenstraat verlaten moest in verband met de nieuwbouw van het stadhuis. Dan Hotel Küsters en het huis dat bekend staat als het Lambooyhuis. Hier woonde huis- en decoratieschilder Lambooy, later kwam er de bekende Cobra-schilder Theo Wolvecamp te wonen, die er tot zijn dood verbleef. We gaan naar rechts naar het hoge pand, gebouwd in 1932, met op de gevel E.P.A. Dit was een winkel waar huishoudelijke zaken verkocht werden, van wasknijpers tot een straatbezem. Ik heb u al eens eerder verteld dat de Hengelose bevolking zeer goed is in het geven van bijnamen. Deze winkel stond bekend als ‘’Eerste Prut Artikelen’. Blijkens het witte bord aan de gevel gaat het niet zo goed met de E.P.A., want het pand is te huur. Later kwam hier antiekzaak Kees Eshuis. Naast Eshuis Radioko, een winkel met electro-onderdelen. Op die plaats is nu de toren van ons stadhuis gebouwd, waarvan de opening in 1963 is geweest. Het pand iets vooruit was bekend als Hotel Luijerink. Er werden dansavonden, bruiloften en partijen gehouden. Later werd het Hotel Royal, waar o.a. de heer B. Olde Olthof de uitbater was. Dan Ten Bokums banketzaak en boekhandel Peuscher (nu foto Bertelink). We steken over naar de Deldenerstraat, met rechts W. van Zalm stoffeerderij en zonneschermenhandel, nu Ros. Naar links slagerij De Leeuw. De witgepleisterde gevel was een woonhuis, later antiekzaak Horstink. Als laatste een klein stukje van de winkel van banketzaak Meijerink, waarvan de historie zo ver teruggaat, dat deze niet in een paar regels te vertellen is. Wanneer de winkel in vol ornaat op de foto staat, kom ik er op 8


terug. Het torentje van de Waterstaatskerk is nog net te zien op de foto.

Langestraat richting van de Deldenerstraat

9


Willemstraat Enige tijd geleden vroeg mij iemand: “Loat dee oale huuskes dee bie de Vischmarkt stun’n, nog es zeen.” Geregeld krijg ik dergelijke verzoeken. Dat het mij niet mogelijk is op alle verzoeken in te gaan, zal u duidelijk zijn, maar deze keer lukt het wel omdat het prachtig aansluit op de foto van 11 februari jl. Wanneer u die foto links naast deze foto legt, hebt u een goed overzicht van de rechterkant van de Willemstraat richting Burgemeester Jansenstraat. Alles wat hier op deze foto uit 1955 aanwezig is, moest gesloopt worden ten behoeve van ons nieuwe stadhuis. Deze plek wordt nu geheel door het stadhuis in beslag genomen. Het is voor u en mij een geruststellende gedachte dat de ambtenaren zich hier dag in, dag uit in het zweet werken om de Hengelose bevolking zo goed mogelijk te laten delen in hun welzijn. U begrijpt het al, over de Hengelose ambtenaren niets dan goeds. De naam Willemstraat blijkt al in 1877 voor te komen. De naam Vischmarkt is van latere datum, want deze plek werd in 1900 aangeduid als Geuversplein. Met Vischmarkt wordt hier bedoeld het vrije plein op de voorgrond. Vis werd hier al geruime tijd niet meer verkocht. In de jaren 40 werd dit plein ook wel het ‘bussenplein’ genoemd, omdat hier de bussen van de TET naar hun bestemming vertrokken en aankwamen. Op de foto is verkeer noch volk te zien. Mijn sterke vermoeden is dat de foto op een rustige zondagmorgen is gemaakt in de wetenschap dat alles spoedig ten prooi zou vallen aan de slopershamer en dat geschiedde in 1956. Zoals gebruikelijk begin ik links met wat er zoal te zien is. Eerst een klein stukje van de antiekzaak van Kees Eshuis, die zich hier na 1940 vestigde. Aan het witgepleisterde pand zullen veel oudere stadsgenoten goede herinneringen bewaren. Het droeg de naam ‘Twentse Taveerne’ of ook wel ‘T.T.Bar’. Bij het ronde poortje kon men naar binnen. Naar mij ter ore kwam was het een zeer gezellige bar met veel vrouwelijk schoon. Tot ver in de kleine uurtjes ging het er warm aan toe en er heersten in de bovenkamertjes paradijselijke toestanden. Het kleine pandje ernaast, gebouwd in ca. 1850, werd bewoond door koperslager Fransen, die hier in 1925 zijn zaak begon. Fransen had o.a. een zoon die luisterde naar de naam Corrie. Deze verwierf rond 1950 naam als stoere verdediger in het eerste voetbalteam van Achilles ’12. Het stopperspilsysteem was toen nl. pas uitgevonden. Ook was hij jarenlang werkzaam als wegenwachter. Hij doorkruiste Twente op een motor, op zoek naar gestrande ANWB-leden met motorpech. Vervolgens het dubbele hoge pand in het midden, gebouwd in 1938. Het linkergedeelte met opgetrokken zonnescherm was de winkel van Martinus van Wezel, die hier zijn klokkenhandel had. Daarnaast, voor zover mij bekend, tot ca. 1952 heilgymnastpraktijk Heukers. In de Tweede Wereldoorlog heb ik enkele jaren voor de assistenten van Heukers warme maaltijden gehaald uit de gaarkeuken aan de Marskant. En dan de zogenaamde ‘klopjeswoningen’. Regelmatig hoor ik dat Borne zulke mooie klopjeswoningen heeft, prachtig gerestaureerd. Op de foto kunt u zien dat Hengelo ze ook gehad heeft, tot de sloop in ca. 1956. Ik ben enkele keren in deze woningen geweest. Het is moeilijk om je nu in 2003 voor te stellen hoe eenvoudig deze woningen waren. Het waren er 6, met alle voordeuren aan de Willemstraat. Door middel van lange lage gangen kon je het achtergelegen woongedeelte bereiken. Deze huisjes dateerden uit de 17e eeuw. In één ervan woonde de weduwe Geuvers. Vermoedelijk is de naam Geuversplein van haar familienaam afgeleid. Boven deze oude bebouwing is het dak van het Anthoniusklooster aan de Burgemeester Jansenstraat zichtbaar. Het klooster is in 1973 afgebroken. Op deze plaats is nu het stadskantoor gevestigd. De ambtenaren verrichten hun dagelijkse arbeid hier dus op zeer historische grond.

10


Willemstraat richting Burgemeester Jansenstraat

11


Deldenerstraat Deze keer een foto van de Deldenerstraat. De fotograaf stond destijds, in ca. 1946, met zijn rug naar de Langestraat om deze prachtige opname te maken. Het straatbeeld wordt beheerst door fietsers en wandelaars. Er is geen auto te bekennen. Nu in 2003 zou dat ondenkbaar zijn, maar wel een verademing. Een grote groep mensen op de fiets schuift juist door het beeld van de fotograaf. Dit is kantoorpersoneel van de fabriek Hazemeyer uit de Tuindorpstraat. Men is onderweg naar huis voor de warme hap tussen de middag. Dat het midden op de dag is, kunnen we zien aan de wijzerplaat van de Ned. Hervormde Kerk, die 12.05 uur aangeeft. Ook kunnen we aan de schaduwen van de markiezen en aan de kleding van de mensen zien dat het zomer is. Misschien menen sommigen dat de groep fietsers kantoorpersoneel is van de firma Heemaf. Dit is niet juist, omdat dat personeel het bedrijf via de voorzijde aan de Bornsestraat verliet. Rechts vooraan zien we een spoorwegman die zijn dienst er op heeft zitten en huiswaarts keert. Het is een machinist van de NS, herkenbaar aan de gele rand om zijn pet en het bekende handkoffertje achter op zijn fiets gebonden. Hij steekt zijn hand uit om aan te geven dat hij linksaf wil. Dit gebaar was in die tijd een goede gewoonte in het verkeer. Zo wist je welke kant iemand op wou en kwam je niet voor verrassingen te staan. Laten we eens kijken wat er zoal te zien is om onze herinneringen op te frissen. We beginnen rechts met een stukje van een huis dat nog net zichtbaar is. Het werd eerst bewoond door loodgieter Bouwhuis, daarna door Wilmink Electra en nog later door de firma Ros. Dan komt het tweede pand, met een prachtige gevel en de reclame W.F.H. van Zelm op een marmeren plaat. Onder de naam staat nog vermeld: gordijnen, tapijten, linoleums, matrassen, markiezen. Erg jammer dat deze gevel verdwenen is. Het grote pand in het midden was voor ca. 1942 in gebruik door slagerij De Leeuw. In de Tweede Wereldoorlog was deze zaak een tijdje gesloten. De Leeuw was ondergedoken vanwege zijn Joodse komaf, maar na 1945 kwam hij heelhuids terug en zette zijn zaak weer voort. Ongetwijfeld kunt u zich herinneren dat in dit kleine stukje straat drie slagerijen gevestigd waren: de genoemde van De Leeuw, iets verder was Van de Berg en daar waar nu Innocent is, op de hoek van de Langestraat en de Deldenerstraat, was Van Gelder. Vervolgens zien we een woonhuis, in strakke lijn opgetrokken, dat bewoond werd door Lemperz. Later kwam daar antiekzaak Horstink in. Dan de brood- en banketbakkerij van Meijerink, die op deze plek 143 jaar zijn bedrijf heeft uitgeoefend. In 1835 begon Antony Meijerink in een boerderijtje op kleine schaal brood te bakken. In 1900 werd de boerderij verbouwd tot herenhuis en kwam de bakkerij aan de achterzijde en de winkel aan de voorkant. De bezorging van het brood gebeurde met de handkar tot ca. 1935. De handkar werd een aantal jaren geleden aan Oald Hengel geschonken. Wegens gebrek aan opvolging werd de zaak op 1 januari 1978 gesloten. Zo kwam na 143 jaar een einde aan een van de oudste Hengelose bakkerijen. Het parmantige torentje van de Waterstaatskerk steekt boven de zaak van Meijerink uit. Deze kerk is rond 1835 gebouwd. De bouw werd gegund aan G. Heerink, een timmerman uit Oldenzaal, voor de prijs van f 10.200,-. Architecten waren toen nog niet zo algemeen. Een vaktimmerman kon in die tijd de klus wel klaren. Over deze kerk is nog veel meer te vertellen, maar dat bewaren we voor de toekomst, wanneer ik u de kerk vol in beeld laat zien.Links achter vinden we op nummer 43 het woonhuis van B.S. Hiebendaal, gebouwd in 1930. Wanneer u daar in de buurt komt is het de moeite waard even van de fiets te stappen en de prachtige gevelsteen te bekijken aan de linkerzijde van het portiek. Het opschrift van de steen is ‘Kerkvoogdy der Nederlandsche Hervormde Gemeente Oct. 1930’.

12


Deldenerstraat met Ned Herv. Kerk

13


Bataplein Deze keer heb ik een foto uit mijn archief gekozen die uniek is, want deze is, voor zover mij bekend, nog niet eerder verschenen in een of ander boekwerk over Hengelo. Voor de kenners onder u doet het onderschrift van de foto wat vreemd aan: Bataplein met lunchroom hoek Weemerstraat. Er zit een schrijffout in, want Weemer-straat moet Weemenstraat zijn. De foto is genomen omstreeks 1935, de tijd van de crisis of de grote werkeloosheid vòòr de Tweede Wereldoorlog. De fotograaf stond in het begin van de Brinkstraat, ongeveer voor de deur van De Gruyter, die levensmiddelen verkocht. Zoals u dat van mij gewend bent, nemen we eerst het straatbeeld in ons op, voor we verder kijken. We zien een aantal wandelaars en fietsers. In het midden van de foto is een overdekt gedeelte. Dit is de bewaakte en overdekte rijwielstalling van de heer Kroeze, uniek in Hengelo. Voor 5 cent kon je je rijwiel hier in bewaring geven van ’s morgens 9 tot ’s avonds 6 uur. Na 1945 had de heer Kroeze zijn rijwielstalling nog jarenlang in het oude pand van De Halve Maan, nu de Hema. Zo te zien heeft de heer Kroeze een aantal fietsen in beheer en voldoende ‘praatvolk’, bestaande uit jonge mensen. De foto is genomen op een ochtend van een zomerse dag, want we zien jonge mannen in overhemd met stropdas. Het Bataplein (direct onder links) is genoemd naar de schoenenzaak Bata, die omstreeks 1930 aan dit plein gevestigd werd. Op deze plek was in vroeger eeuwen een zogenaamde ‘brandvijver’. Die werd door de brandweerlieden gebruikt om water uit te halen als er brand was. In die tijd had de brandweer uiteraard nog niet de beschikking over een brandbluswagen. Links zien we het pand van Rottinghuis, een zaak in witgoed en damesmode. We steken de Enschedesestraat over en zien een neergelaten zonnescherm van fietsenhandel Van Wezel aan het Burgemeester Jansenplein. Het pand rechts ernaast met het prachtige torentje was van apotheek Venlet, later Van Leent. Deze foto heb ik o.a. gekozen om het prachtige vooraanzicht op de banketbakkerij/lunchroom van G.J. ten Hoopen. Deze zaak is in 1933 op deze plek nieuw gebouwd. Na een nogal bescheiden begin kon de zaak tot een hotel uitgroeien door de afbraak van de apotheek in 1966. Aan de kant van de Weemenstraat kon Ten Hoopen in 1973 uitbreiden. Naast Ten Hoopen op nummer 9 was o.a. de herenmodezaak van Tielkes; ook vinden we hier de tabakszaak van Boekelder. Weet u nog dat de heer Boekelder zich op zijn stoel met wieltjes vliegensvlug achter zijn toonbank kon verplaatsen? En als een klant een bepaald merk sigaretten of sigaren vroeg, hij dit kon pakken zonder zich om te draaien? Hij kon alles feilloos vinden. Ook in 1935 hadden we hier het bloemenmagazijn Flora van W. Meijer en Zn. Na 1955 kwam er de electrazaak van Morsman. Op de plek waar nu Livera lingerie verkoopt, was het in 1935 een drukte van belang. Wagentjes op luchtbanden, bespannen met kleine paardjes, reden af en aan. Ze waren licht en makkelijk wendbaar in het verkeer. Ook bakfietsen en handkarren mengden zich ertussen. Hier was nl. Van Gend & Loos gevestigd, samen met de ATO (Algemene Transport Onderneming). Goed dat er toen nog geen ‘stadserf’ uitgevonden was, want dan had Van Gend & Loos de deuren wel kunnen sluiten. Vervolgens liep er een naamloos straatje tussen de moestuin van het Anthoniusklooster en de firma Voorhuis naar de nieuwe markt aan de Oldenzaalsestraat. Gelukkig is hier een stukje geschiedenis bewaard gebleven in de naam ‘Kloosterhof’. De zaak van Voorhuis kwam hier omstreeks 1925 en bleef tot enkele jaren geleden onder die naam bestaan. Rechts zien we, ongeveer voor de deur van de pastorie van de Sint Lambertus, een grote chevrolet, waar menigeen nu een goede prijs voor zou willen betalen.

14


Bataplein met Lunchroom Hoek Wemenstraat.

15


Haaksbergerstraat Na een onderbreking van enkele weken, waarin u ongetwijfeld van vakantie, zon en warmte genoten heeft, pakken we de draad weer op. Afgebeeld is de Haaksbergerstraat met r.k. kerk. De fotograaf stond ca. 1935 met zijn rug tegen het pand van slijterij Ter Braak op de hoek van de Loweg. U hebt ongetwijfeld al gezien dat dit de Industriestraat is en de afgebeelde St. Ludgeruskerk niet meer aanwezig is. Een rustig straatbeeld, passend bij de tijd die de torenklok aangeeft: 12.35 uur. Mijn vermoeden is dat de foto gemaakt is op een bewolkte zomerse dag, en juist tijdens de middagpauze van Stork en Dikkers. Links op de hoek van de Kerkstraat één wandelaar, in het midden een aantal kinderen en achter, in witte kiel, vermoedelijk een bakkersventer op een bakfiets, die nieuwsgierig achteromkijkt wat de fotograaf in zijn schild voert. Rechts voor een winkel wat winkelend publiek. Ook rechts een witte handwijzer die aangeeft dat men via de Kerkstraat en de Oelerweg naar Beckum en Haaksbergen kan. Na 1945 is de naam Haaksbergerstraat gewijzigd in Industriestraat. Dit leek beter te passen bij de bedrijven van Stork en Dikkers. De naam Haaksbergerstraat was voor 1900 zo gekozen omdat deze ietwat kronkelende weg via Beckum naar Haaksbergen liep. Links achter de boom woonde in 1935 de familie Lohuis, op de hoek van de Kerkstraat. Vervolgens op nummer 56 de pastorie die bij de kerk hoorde. De kerk had nummer 54 en is gebouwd in 1911, zonder toren, als tweede r.k. kerk, met 1000 zitplaatsen. Pastoor Van Rossum was de bouwpastoor. Het Hengelose aannemersbedrijf Ribberink bouw de de kerk voor f 53.000,-. De inwijding vond plaats in april 1912. In 1929 werd de toren vóór de kerk gebouwd; dit is duidelijk op de foto te zien. De toren was een schenking van o.a. de familie Lohuis, die in deze omgeving grote stukken grond bezat. Tot 1940 was Van Rossum de pastoor; hij werd opgevolgd door pastoor Pieper. De Ludgeruskerk was, zoals gezegd, de tweede r.k. kerk in Hengelo. De Lambertuskerk bleek te klein voor het aantal kerkbezoekers. En u weet: ‘regeren is vooruitzien’. Dit was ook bekend in r.k. kringen en met de bouw van het Tuindorp en de Nijverheid hoopte men dit zo op te lossen. Maar niet alles heeft het eeuwige leven, zo ook deze kerk niet. In 1985 werd de spits van de toren gehaald in verband met instortingsgevaar. In 1984 werd de kerk gesloten en afbraak volgde in 1993. Aan een periode van 72 jaar was een einde gekomen. Bouwvereniging Ons Belang kwam met cement en stenen en heeft er woningen gebouwd. Het iets vooruitstekende huis werd bewoond door de koster van de kerk, de heer Ter Beek. Het kosterschap was geen vetpot, wel een drukke baan: alle voorkomende werkzaamheden in de kerk en daarbij de assistentie bij huwelijken en uitvaarten. Daarom had de heer Ter Beek in zijn woonhuis een winkel gevestigd, waarin zijn vrouw boeken, sigaren en sigaretten aan de man en vrouw bracht. Na 1955 kwam op dit punt opticien J.J.M. ter Braak, die, na een aantal verbouwingen, nog steeds aan persoonlijke zichtsverbetering doet. Vervolgens ziet u een aantal bomen en de ouderen onder u weten dat hier in het verleden de Esreinschool was. Rechts in het woonhuis op nummer 33 woonde de familie Elst. De winkel op 31 was de ijzerhandel E.W. van de Broek, vervolgens op 29 A.G. Kleizen en op 27 vishandel Davina. Deze panden zijn allemaal nog aanwezig en bijna allemaal verbouwd tot winkels.

16


Haaksbergerstraat met R.K. Kerk

17


Oldenzaalsestraat Voorlopig de laatste foto van de Oldenzaalsestraat, waar voor u en mij vele herinneringen aan verbonden zijn. De fotograaf stond met zijn kiekkast aan het begin van de Deldenerstraat, met de lens in de richting Oldenzaal. Op de richtingaanwijzer kunt u zien dat links de Bornsestraat is en rechts de Burgemeester Jansenstraat. De opname is van 1935 en geeft een straatbeeld van wandelende en fietsende mensen. Middenin, rechts achter de lantaarnpaal, een autobus en twee auto’s. Op de voorgrond een rotonde midden op de Thiemsbrug. Door de aanleg van veel rotondes de laatste jaren kun je de indruk krijgen dat de rotonde een verkeersuitvinding van de laatste tijd is. Uit de foto blijkt dat dit niet het geval is. In 1930 had Hengelo al een rotonde, als één van de eerste Twentse gemeenten. Wat zal Enschede toen al jaloers geweest zijn. Kunt u nagaan wat een vooraanstaande functie Hengelo in 1930 al had in Twente, want o.a. Enschede volgde pas vele jaren later. Maar u weet vermoedelijk wel hoe het gegaan is: In 1955 verdween deze rotonde om plaats te maken voor verkeerslichten. Op de foto zien we dat het lichtbewolkt is en er zijn korte schaduwen. Aan het model fietsen en aan de kleding kunnen we het jaartal zien. Rechte sturen op de fietsen en één fiets met een jasbeschermer. Het hoge gebouw links is gebouwd in 1934 en was dus nog nieuw. Daarvoor, tot 1930, was er op deze plek een werkplaats van Hofstede Crull, de latere directeur van Heemaf. De werkplaats was gebouwd op een stuk grond dat bekendstond als ‘het eiland’. Het was laag gelegen en liep bij hoog water steeds onder. Dit was vrij logisch, want Hengelo werd doorsneden door beken. Tot aan 1960 was er veel overlast door overstromingen. Daarna werd het probleem opgelost door kunstmatig gegraven beken die het overtollige water om Hengelo heen leidden. Een voorbeeld is de beek bij de Leutinkveldweg bij het Lonnekermeer. Het hoge gebouw was in 1934 in gebruik als garage Nijhuis. Deze verzorgde een buslijndienst naar o.a. Oldenzaal, Borne en Almelo. Later kwam de familie Van Kleef de garage beheren. Deze familie kwam, naar ik meen, uit Noord-Holland. De zonen van Van Kleef hebben jarenlang op tankwagens gereden om zo de tankstations van brandstof te voorzien. De autobus rechts achter de lantaarnpaal was van de TADO (Twentse Autobus Dienst Onderneming), waar de familie Van Kleef het reparatie- en onderhoudswerk voor verrichtte. De twee grote etalageramen kwamen de VVV (Vereniging voor Vreemdelingen Verkeer) goed van pas, want na 1945 hield men hier kantoor. Het tweede pand links met het schuine dak was een handelsonderneming voor kleine machines. Vervolgens een rij hoge bomen, waarachter een aantal herenhuizen gebouwd was, die hier niet zichtbaar zijn. Hier woonde o.a. aannemer Ribberink, die een grote werkplaats bij zijn huis had. Deze aannemer had in Hengelo grote bekendheid, o.a. door de bouw van de O.L.Vrouwekerk en de school aan de Oude Postweg. Rechts zien we een stukje van een gebouw dat bij het kloostercomplex van St. Antonius hoorde. Dit is de plek waar nu het stadskantoor staat. Van het Antoniusklooster zijn een aantal mooie opnamen aanwezig. Die gaan we in de toekomst plaatsen, dus u houdt nog iets tegoed. De geschiedenis van het klooster begint in 1897, toen de zusters, behorende bij de orde ‘kostbaar bloed’, naar Hengelo kwamen. In 1916 werd de ulo-school voor meisjes geopend. Steeds volgden er uitbreidingen tot het beschikbare terrein was volgebouwd. Het gebouwtje rechts met het zadeldak stond bekend als het ‘veehuuske’. Op het terrein erachter werd iedere woensdag en zaterdag goederenmarkt gehouden en iedere vrijdag veemarkt, na 1932. Op dit terrein was tot 1930 de textielfabriek de ‘Twentse Bont’ gevestigd. Toen dit bedrijf afgebroken werd, kon men hier de markt houden, die voor 1933 verspreid was over de binnenstad van Hengelo. De opening van de goederenmarkt vond plaats op 29 september 1933. Het ‘veehuuske’ was het kantoor van de marktmeester en van de veearts. Deze laatste keurde het vee en bepaalde het gewicht, voor het ter handel werd aangeboden. Als u het vergrootglas erbij pakt, kunt u zien dat naast dit kantoor ijzeren palen in de grond staan, waaraan het vee vastgebonden werd. Deze palen deden ook dienst voor de schooljeugd om ‘kopje over’-kunsten te beoefenen. U ziet achter de bomen een spitse punt uitsteken. Dit is de ulo-school op de hoek van de Weemenstraat en de Oldenzaalsestraat, waarover ik u vorige keer verteld heb. 18


Oldenzaalsestraat

19


Bornsestraat Vanaf de Thiemsbrug kijken we de Bornsestraat op in 1950. Mijn gevoel en ervaring zeggen mij dat het begin mei is. Waaraan we dat kunnen zien wordt in het verhaal duidelijk. De fotograaf heeft een rustig moment afgewacht alvorens de foto te maken, want er is nog weinig autoverkeer. Dat zal over tien jaar anders zijn, want in 1960 werd de Thiemsbrug bestempeld als het drukste punt in Twente. Daar is een mooie foto van: het is dan net een grote mierenhoop. Als u het leuk vindt om deze foto te zien, laat het mij dan even weten, dan gaan we hem binnenkort plaatsen. We zien enkele wandelaars en fietsers links en in het midden drie auto’s. Twee daarvan zijn van het bekende model Volkswagen ‘kever’. Ook deze keer beginnen we links en zien een deel van het gebouw waar de fabriek Holland Signaal Apparaten haar arbeiders werk verschafte. Dit bedrijf stond hier tot ongeveer 1955, voor het verhuisde naar de Haaksbergerstraat achter de Oelerbrug. Dan volgt de ingang voor het kantoorpersoneel van Heemaf om de fietsen te stallen, want in die tijd kwamen alleen de directeur en de procuratiehouder per auto. Het grote gebouw met het monogram ‘HEEMAF’ boven in de gevel stond bekend als ‘de locomotief’. Het is gebouwd in 1941 en opgenomen op de monumentenlijst. Zo blijft er toch nog iets bewaard van dit bedrijf dat in de loop van haar bestaan aan veel mensen werk gegeven heeft. De naam ‘locomotief’ vindt zijn oorsprong in het feit dat de Heemaf (Hengelosche Electrische en Mechanische Apparaten Fabriek) onderdelen maakte voor de Nederlandse Spoorwegen. Onder leiding van directeur Henri Keus (1889-1971) kwam het gebouw tot stand. Over dit gebouw met de ronde neus gaan verschillende verhalen rond in Hengelo. Eén van de minder bekende verhalen zal ik u vertellen. De heer Keus had in zijn jonge jaren als student gevaren op de ‘wilde vaart’, alvorens hij in Hengelo neerstreek. Blijkbaar had hij goede herinneringen aan die tijd, want toen hij dit gebouw liet ontwerpen, wilde hij er een soort scheepsboeg aan gebouwd hebben. Hij had dan het gevoel dat hij op de boeg van een schip stond als hij in zijn kantoor was. Achter dit gebouw een langgerekte gevel, waarachter een kantoorruimte en tekenkamer van Heemaf. Gebouwd in 1908 heeft dit gebouw bijna 100 jaar het beeld van de omgeving bepaald. Deze zomer is het afgebroken. Dat verwonderde mij, want twee jaar geleden werd het hele gebouw nog van een nieuwe verflaag voorzien, waardoor het er weer prima uitzag. Voor die tijd oogde het jarenlang verwaarloosd. Soms vraag ik mij wel eens af of er geen overleg is over dit soort zaken. Of is het kapitaalvernietiging? We gaan naar rechts en zien een breed voetpad achter het hek. Dit is al lang weg, want onze ‘heilige koe’, de auto, heeft steeds meer ruimte nodig. Helemaal rechts hangt de vlag halfstok. Daaruit valt af te leiden dat het 4 mei is. Onder deze vlag was een monument voor de gevallenen van 1940-1945 geplaatst. Hier werd op 4 mei de stille tocht gehouden en er werden bloemen neergelegd. Dit monument is gelukkig bewaard gebleven en staat nu in de tuin van het Historisch Museum. Dan zien we het houten gebouw van de busonderneming TADO. Hier was dagelijks de heer Koenders aanwezig, die de leiding had. Het buspersoneel moest hier het geld afdragen en het dienstrooster in ontvangst nemen. Rechts naast het gebouw een bus van het merk ‘Crossely’, die vervaardigd werden bij Fokker en De Schelde. Dan een houten keetje, een omgebouwde woonwagen, die we tegenwoordig caravan noemen. Dit was in 1950 dè sensatie van Hengelo, want er werden gehaktballen en patat met en zonder verkocht. Dit was één van de eerste verkooppunten in de stad, geheel nieuw voor Hengelo. Het punt was volgens mij goed gekozen: twee fabrieken, een druk punt, opstapplaatsen voor busreizigers en hongerig buspersoneel. Niet zichtbaar, maar achter de bomen, stond tot 1970 de villa waar de oprichter van de textielfabriek Zender Traus in woonde. Deze fabriek heette de Hengelosche Bont. Ook niet zichtbaar zijn de ingangen van de Kastanjeweg en de Dennenbosweg. Geheel middenachter zien we de hoge woningen op de hoek met de Beukweg. Deze zijn nog aanwezig; er is een makelaar gevestigd. Dit zal de laatste ‘Een foto ... een herinnering’ zijn van het jaar 2003. Uit de reacties die ik geregeld in ontvangst mag nemen, merk ik dat de rubriek veel losmaakt bij mensen die het Hengelo van vroeger gekend 20


hebben. Ik hoop dat u er in 2004 weer zo veel plezier aan beleeft. Rest mij u te danken voor uw aanvullende opmerkingen. Ook wil ik graag mijn vaste informatieadres danken voor de hulp bij feiten die ik na zoveel jaar niet meer of niet zeker meer weet.

Bornsestraaat

21


Langestraat Deze foto met een winterse aanblik, passend in deze tijd van het jaar, is gemaakt door de heer Van Leent in 1950. We kijken de Langestraat in met links de Vischmarkt en de achterzijde van het oude stadhuis. De fotograaf stond op de viersprong Langestraat, Vischmarkt en Willemstraat. Rechts op de foto is de ingang van de Willemstraat. Een blik op de Lambertustoren zegt ons dat het 13.07 uur is op deze winterse dag in januari. De sneeuw midden op straat is al bijna weg en de toegang tot de winkels is vrijgemaakt. Het verkeer bestaat uit één rijdende auto, merk Opel, en één voetganger op de achtergrond. We kijken eerst links en zien aan de achterzijde van het stadhuis opgestapelde onderdelen ten behoeve van de goederenmarkt die hier op de Vischmarkt iedere woensdag en zaterdag gehouden werd. Met deze onderdelen bouwde de firma Wennink de marktkramen op. Ervóór twee geparkeerde auto’s, waarvan één een Volkswagen kever. Dat kon in die tijd nog: op deze manier de auto lukraak neerzetten. Van parkeergeld en meters hadden we nog niet gehoord. De autobezitters waren ook nog niet zo talrijk. Het hoge gebouw, met torentje, een klok en een grappig geval op hoge poten, is het stadhuis waarin de ambtenaren alle Hengelose zaken afhandelden. Tot 1940 heeft het eerste gebouw links beneden dienst gedaan als slagerswinkel. Ongetwijfeld zullen vele Hengeloërs zich nog de prachtige koeienkoppen herinneren die aan de gevel van de slagerij bevestigd waren. Hier vinden we nu de trap naar de bovenverdieping van het stadhuis. Op het besneeuwde dak zien we een sirene. Deze sirenes waren in de periode 1940-1945 op verschillende punten in de stad geplaatst, meestal op overheids- of openbare gebouwen en gaven een veilig of onveilig signaal. De sirenes komen dus uit de oorlogstijd en waren van 1945 tot 1990 weer wekelijks te horen. Iedere eerste maandag van de maand werden ze op bruikbaarheid getest. Enkele jaren geleden is men daar weer mee begonnen. Hoe het u vergaat weet ik niet, maar bij menige 60-plusser brengt dit gehuil de herinneringen aan de bange oorlogsjaren weer boven. Achter het stadhuis hebben we het Burgemeester Jansenplein, op deze foto niet zichtbaar. Het huis met het prachtige torentje en de uitgebouwde erker was van apotheek Venlet, later Van Leent. Dit in mooie stijl opgetrokken pand had een rijke geschiedenis. Het is gebouwd in 1895 en afgebroken in 1961 vanwege de bouw van het nieuwe stadhuis. Hier vinden we nu een speelgoedzaak en café De Apotheek. In het midden van de foto staat de Lambertusbasiliek als trotse wachter. In de winkel met de grote winkelruit rechts, op de hoek van de Willemstraat, zijn verschillende zaken gevestigd geweest. In het adresboek van Hengelo van 1933 staat de naam van kledingzaak Menko vermeld. De familie Zilverberg, ook een kledingzaak, blijft hier tot 1943 haar klanten bedienen en werd toen weggevoerd naar een concentratiekamp. De zaak wordt voortgezet door Offeringa, handel in bedrijfskleding. Na 1959 komen we de naam Zilverberg als eigenaar weer tegen. Op deze plaats vinden we nu eethuis Euro. Het huis met de naar voren geplaatste gevel was van kachel- en haardensmid Brunnikreef en werd afgebroken in 1960. Het was een prachtig pand, gebouwd in 1880, compleet met ornamenten aan de gevel en zandstenen dorpels. Het viel ten prooi aan de vernieuwingsdrang van Hengelo. Enkele jaren later vestigde zich hier de firma Merkenstein, handel in kijk- en luisterapparatuur. Wanneer u nu op het punt van de opname gaat staan, kunt u zien dat alles links op de foto verdwenen is, behalve de Lambertus. Op 2 september 1958 verrrichtte de waarnemend commissaris van de Koningin de eerste handelingen om de bouw van het nieuwe stadhuis mogelijk te maken, waarvan de opening in 1963 plaatsvond. De naam Vischmarkt zult u niet terug kunnen vinden in de omgeving van het stadhuis. Een gietijzeren bordje met de naam Vischmarkt, dat aan het stadhuis bevestigd was, is alles wat ons nog rest als herinnering. Dit bordje is in het historisch museum, van de sloop gered door iemand die van Hengelo hield. De bouw van het nieuwe stadhuis was een belangrijke gebeurtenis voor Hengelo. De ambtenaren kregen daarmee een onderkomen waarin alle diensten een plaats vonden. Nu, 41 jaar later, is het al weer veel te klein. 22


Langestraat in met links de Vischmarkt

23


Willemstraat Deze keer staan we stil bij een foto die waarschijnlijk begin 1940 gemaakt is. De fotograaf stond op het Willemsplein en richtte zijn camera op de Willemstraat. Links is de ingang naar de Pastoriestraat, rechts de ingang naar de nu aanwezige Marktstraat, maar die was er tijdens deze opname nog niet. De Marktstraat is ontstaan na 1950: alle winkels die er nu staan zijn gebouwd tussen 1950 en 1958. Eerst wil ik met u het straatbeeld opnemen en op ons laten inwerken, want hieraan kunnen we veel zien. Vermoedelijk is de foto eind maart, begin april gemaakt op een zonnige dag met lange schaduwen. Gezien de kleding van de mensen is de temperatuur nog niet hoog. Het straatbeeld met wandelende mensen en één fietser straalt rust uit. Echt een beeld dat veel voorkomt op foto’s uit de dertiger jaren. Uit alles spreekt rust, niet de gejaagdheid die ons nu eigen is. Een goed voorbeeld van die rust is de persoon die rechts in gesprek is met een man met een pet op zijn hoofd. De houding en zit van deze persoon zijn kenmerkend voor iemand die toen tijd voor een praatje had: de fiets iets schuin, het achterwerk op de stang en de hand losjes op het stuur. Dat zie je nu niet meer: iedereen verplaatst zich snel om op tijd te zijn voor de afspraak. Een ander voorbeeld is de man die met een bezem de straat schoonveegt. Dit was een lang soort bezem, bekend onder de naam ‘riesbèzem’. Dit soort bezems ziet men nu als decoratie bij de mensen aan de voordeur staan. De man die de goot schoonveegt was een straatveger in dienst van de gemeente. Geheel rechts op de foto ziet u een soort ton waar het vuil in geworpen werd. Dit was een soort wagentje op wielen dat door handbediening voortbewogen werd naar de plaats van bestemming. Met het bekijken van de panden beginnen we links. Alle panden van Pastoriestraat tot Langestraat zijn gebouwd tussen 1930 en 1940, dus waren toen nog vrij nieuw. Het eerste huis links was tot 1945 een hoedenzaak van G.G. Wolf, nu vinden we daar een eettent met de naam ‘Smulwereld ’t Centrum’. Daarnaast was de damesmodezaak van Adam Wilmimk. De volgende zaken herinner ik mij niet meer in de juiste volgorde, wel de winkels van Heeringa, later Wiegerink, en natuurlijk herenkleding B. Smit. Vervolgens een open ruimte die toegang gaf tot de motor- en rijwielzaak van Willems. Het hoekpand Willemstraat/ Langestraat was van fotograaf Fikkert, later Van Beurden-Hendriks, nu café Boulevard. Middenachter zien we de antiekzaak van Kees Eshuis, geheel achter de joodse synagoge. Op de plaats van Eshuis moet u nu het stadhuis zien. De Willemstraat liep tot ongeveer 1960 door tot de Burgemeester Jansenstraat. We kijken nu naar rechts en beginnen met een zeer bekende winkel voor rijwiel- en elektra-onderdelen. Het beheer van de zaak was bij de familie B.H.M. Adolfs in goede handen. De winkel heette ‘Het wonder van Hengelo’. Nu had Hengelo in die tijd niet veel wonderen, of het moesten de beken zijn die, wanneer het veel geregend had, buiten hun oevers traden en Hengelo gedeeltelijk onder water zetten. Maar deze winkel was toch wel iets bijzonders, want je vroeg er niet gauw iets tevergeefs. Als je naar deze winkel gestuurd werd voor een boodschap, werd dit aangeduid als volgt: “Goat evn vuur mie noar ’t wonder hen um een laampke te haaln.” Dan een zaak waar kinderen zich ieder jaar begin november voor de etalage verdrongen om hun verlanglijstje voor Sinterklaas op te stellen. Want dat was een speelgoedzaak met de mooie naam ‘Het Kinderparadijs’, gerund door de familie G.Floors. Na 1960 werd de zaak voortgezet aan de Enschedesestraat. Vervolgens een café –dat nu een bruin café zou heten- van J.C. Grevenstuk. Het volgende pand heeft in de loop der jaren verschillende eigenaren gehad, o.a. drogisterij J. Walhof. Na 1950 kwam hier slager J.B. Leying, die enkele jaren geleden zijn slagersmes aan de wilgen heeft gehangen.. Op deze plaats vinden we nu café The Oldies. Dit stuk Willemstraat was tot ongeveer 1975 een winkelstraat met een grote verscheidenheid aan zaken. Nu, ruim 25 jaar later, wordt de straat overheerst door cafés en eetgelegenheden.

24


Willemstraat. Links de Pastoriestraat, rechts de nu aanwezige Marktstraat

25


Thiemsbrug Deze keer een foto van de Thiemsbrug met viersprong en rotonde. De bekende fotograaf J. Bökkerink (Twentsche Courant) nam de foto in 1955. Dit punt stond in de 60er jaren bekend als het drukste verkeerspunt van Twente. Uit tellingen destijds bleek dat duizenden voertuigen per dag hier passeerden. Het verkeer vanuit Enschede, Delden, Borne en Oldenzaal kwam hier bij elkaar. Er was nog de E8, van de A1 was nog geen sprake. Het verkeer van rechts had steeds voorrang op de rotonde, met het gevolg dat alles regelmatig vastliep. Gelukkig is dit nu beter geregeld. De naam Thiemsbrug is historisch niet geheel duidelijk en er zijn verschillende lezingen over in omloop. De naam ‘Thiems’ kan zijn van een inwoner die zijn boerderij op dit punt had staan. De naam ‘brug’ is wat eenvoudiger. De Drienerbeek heeft namelijk zijn loop onder het maaiveld van de Thiemsbrug en daar lag een brug overheen. We bekijken de foto en zien een drukte die er zijn mag. De rotonde, aangelegd in 1930, verdween in 1960 om het verkeer een vlotter verloop te geven. Tijdens de spitsuren stonden er verkeersagenten met een verkeersbord. Deze borden waren voorzien van ‘stop’ en een groen vlak. Ik vertelde al eerder dat Hengeloërs goed zijn in het geven van namen en bijnamen. Dit verkeersbord kreeg de naam ‘het prentenboek’. De fotograaf nam de foto vanuit garage Van Kleef aan de Oldenzaalsestraat. Rechts is richting Borne, rechtdoor Delden, links Enschede. We nemen de mierenhoop goed in ons op. Links twee bussen van de TET (Twentsche Electrische Tramwegen) op weg naar Borne en Almelo. Ik vermoed dat het ongeveer 17.15 uur is, spitsuur dus. Glijdende werktijden waren een onbekend begrip. Ieder werkte tot 17.00 uur in de diverse bedrijven en de werknemers werden door bussen naar huis gebracht. Middenachter ziet u een bus van de firma Bloemendaal aan de Sloetsweg, die de werknemers ’s morgens haalde en ’s avonds weer thuisbracht. Op de voorgrond een vrachtwagen met ‘Joy’ als merknaam. Deze was van frisdrankenhandel Stegeman aan de Kotmansweg. Het verkeer wordt bepaald door fietsers, een aantal auto’s en een enkele voetganger. De mensen rechts op de foto kijken naar het verkeer. Op het bankje rechts ziet u een man zitten. Dit bankje was bij goed weer altijd bezet door gepensioneerden. Nu zie ik deze mensen alleen nog op bankjes zitten bij verzorgings- of bejaardenhuizen. Zouden onze AOWers nu wat anders te doen hebben? In dit plantsoentje was een gedenksteen geplaatst voor de gevallenen van 1940 tot ’45. Gedenksteen en plantsoentje moesten plaatsmaken om de bocht naar rechts te vergroten. De steen kunt u nog bekijken bij het historisch museum aan de Beekstraat. Wat mij ook opvalt zijn de gevaarlijke wendingen van de fietsers voor de eerste bus. Rechts zien we een man op een bakfiets, in die jaren een normaal verschijnsel in het verkeer. Links café Smithuis, daar gevestigd van 1910 tot 1960. Hier begint de Burgemeester Jansenstraat. Het eerste stuk van deze straat werd bewoond door verschillende families Smithuis. Er was ook nog stalhouderij Smithuis (later busondernemer) en brood- en banketbakkerij Smithuis. Café Smithuis was een gezellige tent met de bijnaam ‘’n Boen’. We vinden hier nu onderdelencentrum Nijhof. Naast het café is de ingang van de stalhouderij, vervolgens smederij Koopman. Albertus Koopman, afkomstig uit Tubbergen, had het goed gezien. Aan een doorgaande weg van Deventer naar Bentheim met veel passerende met paarden bespannen wagens, daar viel wat te verdienen. Er was altijd wel een paard dat nieuwe hoefijzers nodig had of een defect wiel (met ijzeren band). Hij begon in 1876 hier zijn smederij. Dit bleef zo tot 1960. Door de bouw van het nieuwe stadhuis en de wegverbreding week Koopman uit naar de Marskant. In 2003 hield de firma Koopman, na 125 jaar en vier generaties, het voor gezien en werd het smidsvuur voorgoed gedoofd. Een lange houten schutting, met daarachter de ijzeropslag en een waterkuil om de wielen in te laten zakken voor de krimp, liep door tot pompstation Olde Kalter. Hier hebben we nu assurantie vastgoed Driemansgroep. Naast het hoge pand achter het Lambooyhuis met werkplaats aan de Langestraat (nu nog aanwezig) zien we tevens het hoge pand dat toen bewoond werd door Sammie en Alex van Gelder, die hier hun slagerij hadden. Nu vinden we er Innocent. Het witte pand midden werd gebruikt als opslagplaats voor aannemer Thomasson, nu is het ‘het Klein Verschil’ aan de Pastoriestraat. Rechts zien we de bedrijfsschool van Holland Signaal Apparaten. Na de verplaatsing van Signaal naar de Oelerbrug vestigde zich hier garage Kempers, later 26


de Kijkshop. Het torentje van de Waterstaatskerk steekt er parmantig bovenuit. Deze hoek van Hengelo is de laatste 45 jaar onherkenbaar veranderd. Achter de verdwenen bedrijfsschool heerst een bedrijvigheid die voorlopig nog niet voorbij is.

Thiemsbrug met viersprong en rotonde.

27


Oldenzaalsestraat Deze keer een foto van de Oldenzaalsestraat, door mij gemaakt in januari 1975, bijna 30 jaar geleden. Een straat die normaal een drukke weg is, maar nu al enige tijd ‘op de schop’ vanwege de bekende werkzaamheden. De Oldenzaalsestraat heeft een groot historisch verleden, want deze weg was een onderdeel van de verbinding tussen Deventer en Bentheim. Ongetwijfeld zal u de naam Oude Postweg en –in de buurt van het vliegveld- Postweg bekend zijn. Tot na 1800 volgde men deze weg te voet en per postkoets via heidevelden en bossen naar Bentheim. Na 1800, toen Napoleon hier de baas was, werden al die kronkelende wegen veranderd in recht-toe recht-aanwegen en begon men onder zijn leiding de zogenoemde ‘Napoleonswegen’ aan te leggen. Een mooi voorbeeld daarvan is de weg van Denekamp naar Oldenzaal. Als u vanuit de toren van de r.k. kerk in Denekamp uitkijkt naar Oldenzaal, ziet u één rechte weg van de toren van Denekamp naar de Plechelmusbasiliek. Kijken we naar de foto, dan zien we links achter de twee auto’s de ingang van de Eikstraat en rechts achter de twee zichtbare fietsers de ingang van de Wemenstraat. We richten onze aandacht vooral op de rechterzijde, want die is in 100 jaar erg vaak veranderd. Op de plek waar nu parkeergarage Thiemsbrug is, stond tot 1928 de textielfabriek ‘Twentsche Bont’, gebouwd in 1870. Het ging niet best in de textiel en afbraak volgde in 1929. Hierdoor kwam een grote plek in het centrum vrij, die het gemeentebestuur aangreep om de nieuwe markt gestalte te geven. De veemarkt en de warenmarkt, gesitueerd op verschillende locaties in de binnenstad, werden op één centraal punt samengebracht. Reeds lang was het de winkeliers aan de Enschedesestraat een doorn in het oog dat de wekelijkse veemarkt voor hun zaken gehouden werd. Bij vee hoort hooi en stro; dit woei met de ‘Hengeler Weend’ de winkels in. Daarbij kleefde er ook nogal wat aan de voeten van de klanten. Het verplaatsen van die markt was niet zo eenvoudig. Er moesten een fabriek en een schoorsteen afgebroken worden en nieuwe bestrating en riolering aangelegd. Er moesten ijzeren palen in de grond om het vee aan vast te binden en een waaggebouw voor de veearts en de marktmeester was nodig. Verder moest de Drienerbeek verlegd worden Die liep langs de textielfabriek op de plaats waar u het bord Gulf ziet. De beekloop werd verlegd onder het maaiveld van de markt, nu nog aanwezig onder de parkeergarage, een prima oplossing. Enkele gebouwen van de textielfabriek bleven staan voor de overdekte markt (te zien op foto bij deze rubriek van 18-06-2002). In 1932 werd de ‘nieuwe markt’ onder veel vlagvertoon geopend. Lang heeft de Hengelose bevolking niet van deze markt kunnen genieten. Na de bombardementen van 6 en 7 oktober 1944, waarbij een groot deel van de binnenstad vernield werd, heeft men uit het puin van de vernielde winkels hier in 1945 de zogenoemde noodwinkels gebouwd. Die bleven hier tot 1965. De laatste was het koffiehuis waarvan de heer Vaanholt de uitbater was. Dit was eerst een café, maar werd de laatste jaren voor het afgebroken werd gebruikt als condoleanceplaats bij begrafenissen. Na 1970 deed het terrein dienst als parkeerplaats. Het tankstation Van Kleef (zie foto) werd gebouwd en na 1980 erachter de parkeergarage Thiemsbrug. Het tankstation is enkele jaren geleden verplaatst naar de A1. Het grote gebouw rechts op de hoek van de Wemenstraat is bekend als de Ariënsschool. De school is gebouwd in 1910 als u.l.o.-school. Vele Hengeloërs hebben hier hun uitgebreid lager onderwijs genoten Boven in de voorgevel is een gevelsteen te zien met het wapen van Hengelo. Op deze foto is het gedeelte goed te zien dat na de bombardementen van oktober 1944 nooit weer hersteld is (zie rubriek 21-10-2003). Van de vier zichtbare bomen is er nog één over, die achter het bord Gulf. De gebouwen aan de Wemenstraat, rechts van de vlaggen, zijn allemaal nog aanwezig. Zo rond 1940 was naast de beek café Nieuwenhuis (niet weer opgebouwd na 1944), dan groentewinkel A. ten Voorde, café Wilmink en schoenmaker Hodes. Naast de school aan de Oldenzaalsestraat vinden we een woning, die in 2003 is afgebroken. Deze woning was gebouwd in 1930, evenals het naastgelegen badhuis (hier nu niet zichtbaar), en bestemd voor de concierge van de u.l.o.-school. In het begin woonde hier de familie Leverink. Het tweede huis met schuin dak werd 28


gebouwd voor de beheerder van het badhuis en bewoond door badmeester Peze. Ook nog zichtbaar is de ‘Hunkerbunker’, afgebroken in 2003. Dit stuk Oldenzaalsestraat ondergaat nu een verandering die een jaar zal duren. De riolering wordt vernieuwd en er komt een busbaan. Over enige tijd kunnen we er weer gebruik van maken en is alle leed geleden. Met al het oude vertrouwde kunnen we niet blijven leven. We moeten mee in de ontwikkeling en de vaart der volkeren, of we willen of niet. Maar af en toe een oude foto bekijken en wegglijden in onze herinnering kan geen kwaad.

Oldenzaalsestraat, links de Eikstraat en rechts de Wemenstraat

29


Willemstraat Deze keer een foto waaraan vermoedelijk alleen degenen die voor 1945 geboren zijn, iets zullen herkennen. Het is de Willemstraat, genomen in de richting Willemsplein, in 1945. De straat is genoemd naar koning Willem III. Het is niet verwonderlijk dat er in 57 jaar veel veranderd is. Wat direct opvalt is de afbakening met paaltjes rechts, en wat daarachter aanwezig is. Dit is de Berflobeek, die komend van de Beekstraat langs de Willemstraat en de Helmerstraat uitkomt op de Deldenerstraat, zich samenvoegt met de Drienerbeek en langs de Bankastraat richting Borne stroomt. De loop van deze beek is in de Willemstraat verlegd om de straat breder te maken. U zult de beek hier dus niet meer vinden. Aan deze beek, iets verder naar rechts, woonde dr. Joseph Sylvester, beter bekend als Menthol. Hij woonde aan de Brugstraat 22 en zijn tuin grensde aan de Willemstraat. Beekstraat 22 is in 1953 afgebroken om de Marskant –zoals we die nu kennen- door te kunnen trekken tot aan de Deldenerstraat. Langs de beek zien we een eenvoudige afscherming van palen met een lange stang. Meermalen heb ik gezien dat deze eenvoudige afscherming bij hoge waterstand tot gevaarlijke situaties leidde. Hengelo had tot 1960 regelmatig last van overstromende beken die het nodige ongerief veroorzaakten. Met veel kracht stroomde hier het water door de beek met een haakse bocht naar de Helmerstraat. We zien een groot houten hek met een brug: de toegang tot twee firma’s die hier hun handel hadden. De firma links was de Twentse Fijnhout en Triplexhandel (TFT), rechts was de firma Vredenburg, groothandel in electra. Op deze plaats vinden we nu een leeg pand; tot voor kort bood het onderdak aan een biljartcentrum. Ook staat hier het gebouw van Mediant (geestelijke gezondheidszorg). Links van de houten poort een Engelse legerauto van het merk Bedford. Na de Tweede Wereldoorlog zijn hier veel legervoertuigen achtergebleven, omdat alles wat rijden kon gevorderd was en we weinig tot niets dat rijden kon bezaten. Naast deze Bedford zien we een paard met platte wagen. Ik heb zo het vermoeden dat dit paard wacht op Barend van Noord om de kar vol te laden. Hij had op deze hoogte zijn groente- en fruitzaak. Het witte huisje achter de Bedford, waarvan er meer in Hengelo stonden, was bedoeld voor heren met hoge nood. De naam ‘wildplasser’ was nog niet uitgevonden. Men deed het waar het zo uitkwam of in een urinoir als dit witte huisje. De stank er omheen was niet om over naar huis te schrijven, maar daar maakte niemand zich druk om. Er werd niet tegen geprotesteerd, men had in die tijd wel wat anders te doen. Het land moest weer opgebouwd worden. De afvoer was eenvoudig, dat ging via de beek. Rechts de ingang van de Beekstraat, genoemd naar de beek op de foto. Het pand met het schuine dak en de witte voorgevel was van drukkerij Schutte en Stroop. De drukkerij heeft hier dienst gedaan tot 1954, toen was de nieuwe zaak aan de Marskant klaar. Dan zijn we aangeland op het Willemsplein, dat na 1925 deze naam gekregen heeft. Door afbraak van een aantal onbewoonbaar verklaarde woningen, de zogenaamde ‘vinkenköuwkes’, ontstond er een plein. Achter het pand van Schutte en Stroop ging de pastorie van de Ned. Hervormde Kerk aan de Deldenerstraat schuil, afgebroken in 1951. Ook was daar het pastoriegebouw en catecheselokaal van deze kerk. De voorzijde hiervan is gesloopt, maar een groot deel is nog aanwezig. Wie dit wil zien, kan kijken achter Marktstraat 26 (Balkanrestaurant Joegoslavië). Hoog boven alles uit priemt de Lambertustoren. De panden eronder vormen de bebouwing van de Brinkstraat en de Enschedesestraat. Op de plaats waar ik u Schutte en Stroop beschreef, is nu Duthler. Links onder vinden we het wapen van Hengelo. Rechts in het wapen de bijenkorf met bijen, linksonder de korenschoof. Deze afbeeldingen symboliseren werkzaamheid en nijverheid. Rechtsonder zien we een man in lichte regenjas op zijn fiets. Na nauwkeurige bestudering meen ik de man te herkennen. Hij zit wat onwennig op zijn fiets, maar houdt hem stevig vast, alsof hij zeggen wil: ‘Ik ben blij dat ik hem nog heb.” Deze persoon reed op z’n nieuwe fiets die hij bijna twee jaar op zolder verstopt had. Er waren zo kort na de bevrijding maar weinig mensen die een fiets met luchtbanden bezaten. Onze bezetters hadden bij vele klopjachten bijna alle fietsen onvrijwillig in beslag genomen en namen ze, 30


met andere spullen, mee naar de Heimat. Hiermee zijn tevens de verhalen van vaders en grootvaders voor de jonge generatie duidelijk. Wanneer vader of grootvader terugkwam van een vakantie in Duitsland, klonk het steevast: “Ik heb nog naar mijn geleende fiets uitgekeken, maar heb hem niet gezien.�

Willemstraat

31


Deldenerstraat Deze keer een foto uit 1960 waarop veel te zien is. Het lijkt mij een zomerse dag, gezien de kleding van de mensen en het volle bladerdek aan de bomen. De fotograaf stond ongeveer aan het begin van de Javastraat. Op de voorgrond twee geparkeerde auto’s: links een Opel, rechts een Volkswagen Kever. In het midden een aantal mensen, vermoedelijk wachtend op de bus, want hier was een bushalte van de lijn Delden, Goor, Diepenheim. De halte was op het Mitchamplein. De naam Mitchamplein is rond 1950 ontstaan, toen er vriendschappelijke betrekkingen waren tussen het Engelse Mitcham en Hengelo. In het verleden was dit plein een plantsoen, nu is het al jaren beplant met stenen en een grote parkeermeter. Rechts op de foto een statig gebouw: Bureau Gemeentewerken. Het bureau is gebouwd in 1920 en was in Hengelo en omstreken bekend als ‘het Gemeentekasteel’. Dit woord was niet uitgevonden door de Hengeloërs, maar door onze buren uit Enschede. Men was daar jaloers omdat er voor de Hengelose gemeenteambtenaren zo’n riant bureau gebouwd was. Hengelo was in 1920 volop in ontwikkeling. Door de metaalnijverheid –we denken hierbij aan Stork, Dikkers, Heemaf en Hazemeyer- wilde een groot aantal mensen zich graag in Hengelo vestigen. Tuindorp ’t Lansink werd gebouwd, ‘t Wilbert volgde en de plannen voor de bouw van De Nijverheid werden ontwikkeld. In dit bureau werden de plannen vormgegeven met betrekking tot de aanleg van straten, water en elektra. In het gemeentekasteel zetelde als uitdenker van de plannen de heer ir M. Scheffer (1891-1936). Twee jaar na zijn vroege dood werd een deel van de Achterhoekse Molenweg naar hem genoemd. Het gemeentebureau is ontworpen door de heer A.K. Beudt. Als u het goed bekijkt, ziet u verwantschap met het gebouw van de ABN-AMRO bij het station en het Rijksmuseum in Enschede. Deze gebouwen zijn allemaal door Beudt ontworpen. Het houten torentje op het bureau verdween na 1970. Telkens als ik voorbij dit gebouw kom, krijg ik een gevoel van ergernis. Boven de hoofdingang voor de trappengalerij in de gevel stond in prachtige letters, enkele centimeters vooruitstekend: ‘Gemeentewerken’. Nu hangt er boven de ingang een bord met het opschrift ‘Markant’. Nu heb ik niets tegen de naam en het bord , maar dat de oude letters er bruut afgeslagen zijn om het bord ‘Markant’ vlak aan de gevel te krijgen, vind ik een schandaal. Mensen met weinig of geen historisch besef hebben hier iets gedaan dat onherstelbaar is. Het lijkt mij toe dat de Monumentencommissie Hengelo toch beter op moet letten dat dergelijke dingen in de toekomst niet meer gebeuren. Zorg is geboden, bijvoorbeeld in de Paul Krügerstraat waar in de gevel van de oude Schaepman-mavo de beeltenis van dr. Schaepman aanwezig is. Kijken we verder rechts, dan zien we een groot huis aan de Marskant, begroeid met klimop. Het werd toen bewoond door de familie Nijkrake. Dan een vrij stuk grond en vervolgens een groot hoekpand van slager Morskate, later slagerij De Turk. In 1990 is dit afgebroken om onze ‘heilige koe’ ruim baan te geven. Ongeveer op deze plek vinden we nu het pand van de Hypotheker. Ook hier is de Lambertustoren aanwezig, waarvan de klok de tijd 14.40 uur aangeeft. Deze tijd klopt ook met de bedrijvigheid op de foto. Het volgende pand aan de Deldenerstraat was van bakker G.L.M. ten Bokum. Het torentje van de Waterstaatskerk steekt tussen dit pand en de bomen uit. Links op de hoek Deldenerstraat-Bankastraat een wit gebouwtje, dat regelmatig klanten had van Heemaf-personeel en het passerend publiek. Maar dat bleef niet zo. De heer J.B. Erne ging op deze hoek een garage bouwen en zo moest deze patat- en gehaktballentent verplaatst worden naar de voorzijde van het Mitchamplein, ongeveer waar de dames in hun lichte kleding staan. De snackbar, zoals we nu zouden zeggen, heeft nog een groot aantal jaren de hongerige klanten bediend.

32


Deldenerstraat

33


Oldenzaalsestraat U kijkt naar een foto van de Oldenzaalsestraat, door mij gemaakt in 1984. Ik stond bij de ingang van de Paul Krügerstraat met de lens naar Oldenzaal gericht. De Oldenzaalsestraat, zo genoemd omdat hij ons naar Oldenzaal kon brengen, heeft niet altijd de huidige rechte lijn gehad. Omstreeks 1850 was er geen sprake van zo’n groot aantal wegen als nu. De weg richting Oldenzaal was belangrijk, want hij maakte deel uit van de postroute Deventer-Bentheim. Ook werd zo’n weg wel ‘hessenweg’ genoemd, omdat veel bespannen wagens als huifkarren er gebruik van maakten. Na 1863, toen de spoorlijn Almelo-Salzbergen gereed was, werd alles anders. Vòòr 1863 liep de route naar Bentheim via de Oude Postweg richting Driene. In de buurt van het vliegveld richting Oldenzaal en daar voorbij komt u de naam Postweg tegen. Dat is de oude route. Dat het vervoer in die tijd, lopend of in een postkoets, niet zo gemakkelijk was, zal u duidelijk zijn. Kronkelende zandwegen, ’s zomers redelijk begaanbaar, vol kuilen en gaten, heidevelden en moerassen begeleidden de reizigers naar hun doel. Ook het gevaar van struikrovers was niet denkbeeldig. We denken hierbij aan de beruchte rover Huttenkloas (1705-1775) en zijn vrouw en zoon, die deze streek onveilig maakten. In de oudheidkamer in Oldenzaal is de stoel nog te zien waarop Huttenkloas zijn einde vond. Ik ga met u de gebouwen op de foto langs en put daarbij uit mijn herinneringen. Links een winkel die geruime tijd gerund werd door G. Holtkamp, broer van fietsenmaker Holtkamp hoek Oldenzaalsestraat/Kortenaerstraat. Deze G. Holtkamp had een zaak in jachtartikelen; van patronen tot weitassen en geweren voor de jacht. Hij stond bekend als ‘geweermaker Holtkamp’. Na het vertrek van de geweermaker werd de winkel in gebruik genomen door de firma Knoef. Die familie had indertijd een groot aantal panden in gebruik voor haar handel. Er was steeds meer ruimte nodig om te voldoen aan de grote vraag van de Hengelose bevolking en de aannemers. Vervolgens zien we de grote winkel van Knoef met schroefjes en grasmachines tot kippengaas en muizenvalletjes toe. In de tijd dat de foto gemaakt is, werden de ijzerzaak en de naastgelegen smederij geleid door twee broers Knoef. Het donkere gedeelte, waar net een fietser oversteekt, is de smederij. Die is, voor zover mij bekend, het begin van de Knoef-geschiedenis. Vòòr 1890 was er al een smederij aanwezig. De plaats was goed gekozen aan een doorgaande weg. Boeren met paarden uit Driene en Hasselo, onderweg naar de veemarkt in Hengelo, bezorgden het nodige werk. De firma Knoef heeft veel belangrijk smidswerk afgeleverd. Het ijzerbeslag op de deuren van de Lambertusbasiliek bijvoorbeeld, is gemaakt door de firma Knoef. Aan de buitenkant van de smederij waren grote ijzeren ringen geplaatst. Daaraan konden de paarden worden vastgebonden die van nieuwe hoefijzers voorzien moesten worden. Als ik mij goed herinner, was naast de smederij een drogisterij, ook met de naam Knoef. Op de foto zien we vervolgens een onverhard pad, een soort verbindingsweggetje zonder naam, dat uitkwam op de Jan van Galenstraat. Dan ziet u een blok van twee woningen. In het eerste huis was in de vijftiger jaren een levensmiddelenzaak, ‘HENCO’, met als uitbater G. Meijer. Vaag kan ik mij nog herinneren dat er ook een winkel was met een bord in de etalage, waarop ‘wild en gevogelte’ stond. Geheel rechts (niet zichtbaar), de zaak van de familie Kiphardt. Deze zaak had o.a. een inpandige automatiek, waar je kon kiezen uit een gehaktbal en een zakje snoep. Dit pand is omstreeks 1965 afgebrand doordat het frituurvet vlam vatte, want men was ook in de patat gegaan. Naast deze zaak, tegen het Gerhardus Majella Ziekenhuis aan, was een verkooppunt dat vooral ’s zomers druk bezocht werd. Er werd ijs verkocht. Alles wat op deze 20 jaar oude foto staat is nu gesloopt om plaats te maken voor iets anders. Soms bekruipt mij het gevoel dat alles erg snel verandert en je goed bij de les moet blijven om het allemaal bij te houden. Maar af en toe ‘achteromkijken’ en denken “O joa, toen zag ter zo oet” kan geen kwaad.

34


Oldenzaalsestraat - ter hoogte van de Paul Kr端gerstraat

35


Molenstraat De ochtendnevel trekt op, een strakblauwe lucht komt tevoorschijn, het belooft een prachtige najaarsdag te worden. Hoog in de lucht formaties vliegtuigen, zwaar belast met bommen, bestemd voor de Duitse steden. We schrijven vrijdag 6 oktober 1944. Wat een mooie dag kon worden voor Hengelo, wordt een ware ramp. Deze vrijdag zal bij vele Hengeloërs een onuitwisbare indruk hebben achtergelaten. Dit gebeuren is nu 60 jaar geleden en het lijkt me goed om bij dit feit stil te staan. U ziet een foto, genomen in april ’45 door de bekende Hengelose fotograaf Fikkert, Langestraat 19. Hij stond met zijn camera op het dak van het station, althans wat er van overgebleven was. Wat gebeurde er vrijdag en zaterdag 6 en 7 oktober 1944? De klok wijst kwart voor 12, vliegtuiggeronk boven Hengelo. In de heldere lucht verschenen boven onze stad 36 Martin Maurauders B-26 van de 9e Bomb. Division van de 9e Luchtmacht USAAF. Van grote hoogte werpen deze hun bommenlast op Hengelo met het doel het station en rangeerterreinen te vernietigen. Door het afwerpen vanaf grote hoogte missen ze hun doel en een deel van de binnenstad wordt verwoest. Er worden 125 doden onder de burgerbevolking geteld. Er was geen luchtalarm gegeven. Dat bleek een gelukkige bijkomstigheid. Ongetwijfeld was het dodental hoger geweest als het fabriekspersoneel van o.a. Stork op de vlucht was geslagen. De ondergrondse strijdkrachten berichtten onze toekomstige bevrijders dat het doel gemist was. Op zaterdag 7 oktober om 12.30 uur kwamen 35 Martin Marauders terug om het karwei af te maken. In glijvlucht kwamen ze met zes tegelijk, niet van grote hoogte, nauwkeuriger hun werk verrichten. Het was goed raak: het station verwoest en de textielfabriek KWF aan de Spoorstraat bijna geheel vernield. Verspreid vallen bommen o.a. bij het politiebureau aan de Marskant, in de Bankastraat, in de Hengelose Es en aan de Paralleleweg l.s. Deze dag 25 doden. Het is niet bekend hoeveel doden er onder de Duitse bezetter zijn gevallen; men denkt ongeveer 100. Dit kwam omdat een groot aantal soldaten in diverse scholen was ondergebracht en een groot aantal villa’s voor diverse doelen door de bezetter gevorderd was. Op vrijdag de 6e vielen door het onnauwkeurig richten veel bommen verspreid in de binnenstad, o.a. op de Telgen, Molenstraat, Nieuwstraat, W. ten Catestraat, Enschedesestraat, Weemenstraat, Cronjéstraat, Abelenstraat en op de Grundel. Regelmatig lees ik in berichten dat op 6 en 7 oktober de gehele binnenstad vernield is. Dit is niet correct. Zeker, er was zeer grote schade, maar niet alles lag plat. Vanaf het viaduct bij Stork kon men zien dat de Molenstraat nagenoeg weg was. Ook de Nieuwstraat tot Mentink (ter hoogte van de Molenstraat) en de Telgen waren verdwenen. Van de Spoorstraat, waar o.a. café Weijschede en de Kleine van Dijk gevestigd waren, was weinig over. Op de foto zien we een stuk muur in het midden, dat is de voorzijde van het station. Na 1951 werd het station 150 meter naar links nieuw gebouwd. U ziet verder een grote kale vlakte, want het is april 1945. Rechts is aan de steigers te zien dat men al begonnen was met de herstelwerkzaamheden bij het Concertgebouw, nu Rabotheater. Rechts van het midden ziet u een smal spoortje; dit liep in het midden van wat over is van de Molenstraat. Het doel van dit spoortje was het afvoeren van puin en afval. Het liep van de binnenstad (Molenstraat) voorbij het Prins Bernhardplantsoen rechtsaf onder het viaduct door, langs de Hengelose Trijpfabriek, Golsweg, Bosmansweg en Adriaansweg tot de steenfabriek Overbeek. Daar ging het op de lijn van de steenfabriek naar de kleigaten bij de Oelerbrug, die er mee dichtgegooid werden. Ongetwijfeld zullen nu de geïnteresseerden hun oren spitsen, want hier valt in de toekomst grond te reinigen. De afgebikte en bruikbare stenen bleven liggen voor hergebruik. Want er waren geen nieuwe metselstenen en er moesten scholen en noodwinkels gebouwd worden. In een rap tempo werden de Kotteschool en o.a. de scholen aan de Colensostraat en de Floresstraat gebouwd. De noodwinkels kwamen aan de Oldenzaalsestraat en de Weemenstraat. Veel mensen vroegen zich af waarom genoemde gebouwen zo erg witgeverfd waren. Dit was om de littekens van de doorstane ellende weg te werken. Rechts midden was dus de Molenstraat. De nog overeind staande gevels waren neergehaald, want nu kreeg Hengelo de kans om het dorpse karakter met smalle straatjes te doorbreken. Een aantal namen van zaken wil ik u noemen: rechtsonder op de hoek van de Beursstraat en de Molenstraat was hotel Deters, rechtsachter, wat nog 36


overeind gebleven is, Hamburg Delicatessen en Stubbe Herenkleding. Ongetwijfeld kent u nog de reclame van de firma Stubbe ‘Weet wat je doet, koopt bij Stubbe je hoed’. Achter de gevel van het station was hotel Eulderink aan de Stationsstraat. Linksachter ziet u de watertoren en de schoorsteenpijpen van de KWF nog intact. Middenachter kunt u de koeltorens van de IJsselcentrale zien en –met een vergrootglas erbij- het dak van de Westerkerk aan de Bankastraat en nog veel meer. Links, waar twee mensen in de zon lopen, is de Stationsstraat, en linksachter hotel Weijschede. Dit gedeelte van de binnenstad heeft er behoorlijk van langs gehad. In de oorlog had het gemeentebestuur al plannen gemaakt voor de herinrichting van Hengelo. Door dit bombardement werd men een handje geholpen en kon alles in een keer groots opgezet worden. In het Historisch Museum kunt u vanaf 6 oktober een expositie bekijken over de bombardementen op Hengelo. Er hangen ook foto’s van 6 en 7 oktober 1944. In dit kader is er een dialezing op 27 oktober met als titel ‘Na het bombardement de bevrijding van Hengelo’. Spreker is de heer J.A.C. Pol. Kaarten hiervoor zijn vanaf begin oktober bij het museum verkrijgbaar.

Molenstraat april 1945

37


Belastingkantoor Anninksweg Wanneer we deze foto uit 1939 bekijken, blijkt dat alleen het meest rechtse gebouw nog aanwezig is; de rest is verdwenen.Dit stukje Hengelo was –en is nog steeds- een belangrijke ader in ons stadsverkeer. Op dit punt komen vijf straten bij elkaar: de Paul Krugerstraat (linksonder), de Oude Molenweg (tweede links), de Anninksweg (midden) en de Ziekenhuisstraat (rechts). De fotograaf stond aan de Drienerstraat, hoek W. ten Catestraat. Wat het verkeer betreft is het rustig. Maar er wordt aan de toekomst gewerkt. Dat kunt u zien aan de telefooncel, die blijkbaar kortgeleden geplaatst is. Onder flinke belangstelling is een monteur (man met PTT-pet) bezig voorbereidingen te treffen voor aansluiting, want zijn bakfiets is ernaast aanwezig. Centraal op de foto het belastingkantoor, gebouwd in 1939. Hier werd de hoogte van de belasting bepaald. De bovenste verdieping werd in de beginjaren voor andere doeleinden verhuurd, o.a. als kantoorruimte en voor het afnemen van beroepstesten. Links naast het belastingkantoor is de ingang van de Oude Molenweg, genoemd naar een molen die hier tot ca. 1850 heeft gestaan. De rechterzijde van deze straat is in 1980 afgebroken. Het verkeer eiste steeds meer ruimte. Deze weg werd één van de zogenoemde ringwegen, waarmee je het verkeer om het centrum heen kon leiden. Ook is toen de Markteschool uit 1890, een ‘school met de bijbel’, afgebroken. Voor het belastingkantoor was tijdens kantooruren een heer aanwezig die op je fiets paste en bij regenweer een blikken dekje op je zadel plaatste. Wanneer je je boodschap in het kantoor gedaan had en hij je fiets aangaf, hield hij zijn hand op. Je was niet verplicht om iets te geven, maar de meeste mensen deden het wel. Er waren ook zuinige Hengeloërs die zeiden: “Disse fiets kan wal op zichzölm pas’n”. Deze man kreeg al gauw de bijnaam ‘engelbewaarder’. Het belastingkantoor is in 1994 afgebroken en kwam vlak bij het station, in De Bolder. Daar kreeg het al snel de naam ‘de wasknijper’, gezien de vorm van het gebouw en het soort werk dat er verricht werd. Op de vroegere plaats van het belastingkantoor vinden we nu ’t Annink. Wanneer we verder de Anninksweg inkijken, zien we slijterij-café Beltman. Dit was een oude uitgaansgelegenheid, waarvan de beginperiode voor 1900 ligt. Een steen die de gevel sierde, met de initialen G.J.B. Nov. 1895, is bewaard gebleven en te zien in de tuin van het Historisch Museum. Veel bruidsparen hebben hier hun bruiloft gevierd. Na Beltman heeft de familie Kolner hier nog een groot aantal jaren een café-bowlingcentrum gehad onder de naam ‘Anninkshook’. Ook werden hier de schriftelijke rijexamens afgenomen. Naast Beltman een rijtje woningen waar je zo ‘met de voordeur in huis viel’. Men noemde dat toen zo omdat er geen intrede of gang aanwezig was. Rechts op de foto het grote pand van kapper H. Giesbert, later schoonzoon J. Siebelt. Blijkbaar is de straatnummering veranderd. Met een vergrootglas kan ik zien dat boven de winkeldeur Drienerstraat 68 staat. Nu vinden we daar Hypotheek-Visie met huisnummer 2. Blijkbaar begint de Anninksweg nu daar. Men heeft een zeer toepasselijke tekst op het raam gezet: ‘Je woont toch om te leven’. Links van dit pand ziet u een stenen muurtje. Dit was voor de veiligheid, want de Drienerbeek gaat hier onder de weg door richting Hertzogweg. Tot 1900 lag er een houten brug. De boeren uit Driene die naar de markt gingen met hun boerenkarren, noemden de brug ‘de brug der zuchten’. Want de brug was in slechte conditie en steunde en kraakte onder het gewicht van hun volgeladen wagens.

38


Nieuwe Belastingkantoor.

39


Enschedeschestraat Deze keer heb ik gekozen voor een foto die goed bij dit jaargetijde past. Het huis van Sint Nicolaas is ingericht, de koopavonden voor de Sint en de kerst zijn in aantocht en de feestverlichting is ontstoken. Of het het in 1939, toen deze foto gemaakt werd, ook een koopavond was, is mij niet bekend. Ik denk dat koopavonden toen nog niet bestonden. Als ik de foto goed bekijk, lijkt het me een rustige zaterdagavond, gezien de geparkeerde auto’s en fietsen aan de rechterkant. Ook de samenscholing van een aantal jongemannen links achter de lantaarnpaal is een aanwijzing. Tussen 1930 en 1940 heerste er een grote werkloosheid, ‘de crisistijd’ genoemd. Veel jonge mensen zaten zonder baan. Ook deze mensen hadden behoefte aan vertier, maar geen geld om bioscoop of café te bezoeken. Men trof elkaar op bepaalde plekken in het centrum om van gedachten te wisselen. Hieruit blijkt dat ‘hangplekken’ toen ook al aanwezig waren, alleen het woord was nog niet uitgevonden en in 1939 was de leeftijd een stuk hoger. Het eerste pand links op de foto is er nog steeds, evenals de ingang ernaast. Apotheek De Herder, later De Vries, bediende hier haar klanten op verzoek en op recept. De volgende zaak, met het verlichte uithangbord ‘Dameskapper’, was en is van de familie Assink. Deze zaak bestaat al lang onder haar eigen naam en wordt nu beheerd door een zoon. Daarvoor runde de heer M.J. Assink de kapsalon, bijgenaamd ‘Tripje’. Die bijnaam had hij te danken aan zijn voetbalcapaciteiten, die hij tentoonspreidde bij de voetbalclub Tubantia. Het café ernaast was van Schildkamp, nu café De Appel. Schildkamp was een druk beklante zaak, waar veel voetbalvrienden van de club Achilles ’12 bijeenkwamen. Op een jubileumfeest van Achilles, direct na de oorlog in het Vereenigingsgebouw (nu Wapen van Hengelo), stond ik naast Schildkamp achter de coulissen van het toneel. Met een bierglas voor zijn mond bij wijze van microfoon deed hij een brullende leeuw na. Hij had veel succes, want de zaal huiverde bij al dit lawaai. We gaan nu naar rechts, naar de ingang van de Drienerstraat. Op de hoek de firma G. Rupert. Grote etalageramen nodigden uit om binnen te komen. Men verkocht huishoudelijke artikelen en op de bovenverdieping kinderwagens in allerlei maten. Deze handel heeft hem geen Hengelose windeieren opgeleverd. Rupert was nl. een roomse zaak en een rooms gezin had in die tijd toch al gauw 4 tot 8 kinderen. Ook had Rupert een ijzerhandel, aangrenzend in de Drienerstraat. Naast Rupert, te lezen op de gevel, het Amstel Hotel. In 1939 nog met een lage en achteruitgebouwde bovenetage. In ’48 werd er verbouwd en een grote uitbreiding volgde. In de tweede wereldoorlog was hier het hoofdkwartier van de Duitse weermacht onder leiding van dr. Reuss Haupmann, gewestelijk commandant. De aflossing van de wacht voor de hoofdingang was een bezienswaardigheid, waar menig Hengeloër boven de 65 jaar zijn herinnering aan heeft. Om de twee uur werd de wacht afgelost, met indrukwekkend veel geklapper van laarzen met ijzerbeslag. Het Amstel Hotel was een gelegenheid voor een bepaalde stand van de bevolking. Wanneer kleding of houding niet correct waren, bracht de dienstdoende ober een briefje met de tekst ‘Uw bezoek wordt niet op prijs gesteld’. Op deze plaats vinden wij nu Blokker. Het volgende pand, met de hoge ronde gevel, was de bioscoop Cinema Palace. Hier is in het verleden vaak de basis gelegd voor langdurige verbintenissen tussen man en vrouw. Als je een vriendinnetje had, nodigde je haar o.a. uit voor de film en dan zag je later wel hoe het liep. De zaak met de naam Time Out bedient nu hier haar klanten. Ernaast boekhandel Broekhuis, al aanwezig in 1900. Begonnen als boekbinderij, uitgegroeid tot wat het nu is, alleen op een ruimere plaats in de Wemenstraat. Deze paats wordt nu ingenomen door ’t Kruidvat. Vervolgens het bankgebouw van de Middenstands Bank. Ik was onder de indruk van de stevige traliepartij voor de vensters van dat gebouw. In mijn jonge jaren dacht ik dat het een gevangenis was. Dan opticien Anton Heijn, waarvan het verhaal in Hengelo ging dat het de knapste man van de stad was. Firma Van Leest vult nu deze plek. Ernaast was apotheek Koop met pillen en poeders. Hier is nu Zeeman. Naast Koop een brede inrit, waar je je fiets in bewaring kon geven bij de heer Kroeze tegen betaling van 5 cent. Het hoge pand was in het verleden bekend als Hotel de Halve Maan, na 1939 was het geen hotel meer. 40


Kantoorboekhandel Koopmans nam een gedeelte in gebruik. Een groot aantal zaken hebben in dit pand gezeten. o.a. Epa, Perrie en in de vijftiger jaren de meubelzaak van Huis en Haard van de heer Platvoet. De Hema heeft nu dit hele stuk in gebruik. Als trouwe wachter op de achtergrond de toren van de Sint Lambertusbasiliek met de mededeling dat het 19.40 uur was op het moment van opname. Ik heb u een groot aantal namen genoemd van nu gevestigde zaken. Het valt mij op dat er veel winkeliers met een eigen naam verdwenen zijn. De namen Blokker, Zeeman, Kruidvat en van Leest kom ik ook tegen in Arnhem, Tilburg en Maastricht. Dan denk ik wel eens: “Jammer toch, dat het persoonlijke steeds meer verloren gaat.�

Enchedeschestraat bij avond.

41


Langestraat-Burgermeester Jansenstraat Een foto die zowel oud als nieuw laat zien, vind ik wel passend om in de eerste krant van het nieuwe jaar te gebruiken. De foto is eind 1961 gemaakt vanuit de Lambertustoren, vermoedelijk door een fotograaf van een van de plaatselijke dagbladen. Het oude stadhuis is nog aanwezig, het nieuwe is in aanbouw. Deze keer bepalen we onze aandacht bij het oude stadhuis, een andere keer komt het nieuwe aan de orde. In 1868 werd met de bouw van dit raadhuis een begin gemaakt. Door de groei van de Hengelose bevolking werd het na 30 jaar te klein. In 1897 kwam er een uitbreiding en zo zullen vele Hengeloërs het gemeentehuis nog gekend hebben. De uitbreiding bestond uit de bouw van een extra verdieping, een bordes, een trap en een balkon. Nog een aantal jaren later volgde de bouw van de dakkapel met een prachtig luidend klokje en een uurwerk. ‘Niet al je geld in één keer uitgeven’ was ook toen al het motto. Het gemeentebestuur hield toen ook al ‘de hand op de knip’. Dus veel nieuws is er niet onder de zon na 100 jaar. Het rechtse lage gedeelte naast het gemeentehuis is in 1871 aangebouwd en deed dienst als post- en telegraafkantoor. In 1896 verhuisde het kantoor naar de Enschedesestraat, naast Fortis Bank. De aanbouw kreeg na 1896 de functies van politiebureau en Rode-Kruisgebouw. In de oorlogsjaren hebben hier veel schoolkinderen op de vloer gelegen om hoogtezonstralen te krijgen. Links zien we de Langestraat die uitmondt in de Deldenerstraat. Rechts zijn de Burgemeester Jansenstraat en de Thiemsbrug zichtbaar. Voor het gemeentehuis is reeds het nodige afgebroken om het verkeer doorgang te verlenen. Veel mensen denken met weemoed terug aan het oude gemeentehuis, dat inderdaad een markant gebouw was. Een mooie gevel met een juiste verdeling van de vensters, links en rechts naast de trapopgang lage deuren. Deze gaven toegang tot de opbergruimte van brandweerbenodigdheden en tot de cellen waarin arrestanten van de politie opgesloten werden. Als u goed kijkt, ziet u dat de linkermuur van het stadhuis aan de onderkant iets scheef naar binnen gericht is. Vòòr 1930 ging in Hengelo het verhaal rond dat dat kwam doordat de bekende politieagent Oldeboom en zijn collega’s hier met hun rug tegenaangeleund stonden, wanneer ze niet aan het dieven vangen waren. Wanneer we de Langestraat afkijken, komen we als eerste banketbakkerij Ten Dam tegen, nu uitzendbureau In Person. Dan komt Hotel National Holthaus, nu Rikie. Let u eens op het ronde boogje in het gangetje ernaast, als u er langs komt; dit is uniek in Hengelo. Vòòr 1900 kon men hier met paard en wagen naar binnen rijden, vooral voor huifkarren was dit handig, want die waren rond van boven. Dit gangetje gaf in de zestiger jaren toegang tot het danscafé Rootie Tootie. Fietsenmaker Wilmink was de volgende zaak. Het iets vooruitstekende pand, een gebouw uit 1850, was de smederij van Brunnekreef. In 1963 werd dit afgebroken om plaats te maken voor radio- en tv-handel Merkensteijn, kruidenier Wolsink en loodgieter Arends, later firma Gebben. Gebben stopte in 1996 en was de enige zaak in Hengelo die geen kassa bezat. De rekeningen konden alleen contant betaald worden. Dan kwam De Wolbaal, nu eetcafé Sjakie, met ernaast de kledingzaak Van Mook, nu eetcafé Hiear. We steken de Willemstraat over en zien fotograaf Van BeurdenHendrix, nu classic café Boulevard, vervolgens fietsen- en motorenhandel Wilms, kapper en kunstschilder Boersma, nu café ’t Uurwerk, en Nijhof leder- en zadelmakerij, nu café De Peppel. De toren voor het nieuwe stadhuis is in aanbouw en middenachter zien we de IJsselcentrale met de koeltorens. Middenvoor steekt het torentje van apotheek Venlet, later Van Leent, de lucht in. Van Leent heeft tot zijn nieuwbouw zijn apotheek gehad in het gebouw midden met het zadeldak. Dit was de Doopsgezinde kerk. Hier vinden we nu Engbers lederwaren. Rechts ziet u nog een stukje van het pand van paardenslagerij Snijders. Verder naar rechts aan de Thiemsbrug is het witte gebouw een overblijfsel van de kantoorgebouwen van textielfabriek Heng. Bont, later had Hollandse Signaal dit in gebruik. Daarachter de bedrijfshallen van N.V. Heemaf aan de Bornsestraat. In mijn verhaal heb ik de woorden raadhuis, gemeentehuis en stadhuis gebruikt voor hetzelfde gebouw. Dit wil ik even verklaren. Toen het in 1868 gebouwd werd, kreeg het de naam raadhuis. Na de uitbreiding in 1897 werd het gemeentehuis genoemd, tenslotte kwam in 1950 de naam stadhuis. Dit laatste was niet zo 42


verwonderlijk: Hengelo ging mee in de vaart der volkeren. Er waren grootse plannen als ‘Hengelo Herrezen’ en Enschede had weer een aanleiding om luidkeels over de ‘Hengeler Weend’ te bakkeleien. In 1897, toen de naam gemeentehuis gebruikt ging worden, heeft het gemeentepersoneel een rijmpje bedacht om de Enschedese ambtenaren te jennen: “Bij het ruime plein vol straatgewoel waar de schooljeugd speelt en lacht staat sterk en kloek het gemeentehuis en houdt trouw de wacht.”

Langestraat-Burg. Jansenstraat-Stadhuis 1961

43


Stadhuis-Langestraat De foto, met stadhuis en toren in aanbouw, is in 1962 gemaakt door de heer Van Leent vanuit zijn woonhuis. Het oude gemeentehuis is afgebroken en een ruim plein voor het nieuwe stadhuis kan werkelijkheid worden. Op 27 augustus 1946 viel het raadsbesluit tot bouw van een nieuw stadhuis en architect J.F. Berghoef kreeg de opdracht om zijn plannen uit te werken. De uitdrukking ‘gemeentelijke molens draaien langzaam’ was toen ook van toepassing. Dertien jaar later, op 4 augustus 1959, kreeg het Hengelose aannemersbedrijf de firma Ribberink opdracht tot de bouw. Er werd vlot en zonder tegenslagen gebouwd. Op 3 september 1963 was de officiële opening met allerlei bestuurlijke gasten uit de omgeving. In november ’63 waren er enkele open dagen voor belangstellenden die de nieuwbouw wilden komen bewonderen. In die maand ben ik er ook geweest en kwam onder de indruk van alle verschillende ruimtes die onze ambtenaren ter beschikking hadden. Natuurlijk had de Hengelose bevolking nogal wat commentaar op de bouw. Vooral het dak op de toren moest het ontgelden. Volgens het ontwerp van de architect zou het dak uit koperen segmenten ontstaan. Men sprak al gauw van ‘een gouden dak op het stadhoes’. De heer Berghoef heeft er volgens de maatstaven van nu een uitstekend bouwwerk van gemaakt. Een stadhuis, ruim van opzet, een kloeke toren, ruime toegangstrappen, een prachtige burgerzaal, een trouwzaal die ruim van opzet is en een grote concertzaal waar het geluid voortreffelijk is en waarin ieder jaar vele Hengeloërs genieten van het nieuwjaarsconcert. In de toren hangt een carillon met 47 klokken, waarvan de zwaarste 1450 kilo weegt. De vijf grootste klokken zijn voorzien van een opschrift waar volgens mij niets mis mee is: ‘Waakt, bidt en werkt’, ‘Vrede’, ‘Vrijheid’, ‘Vriendschap’ en ‘Vreugde’. De toren, die ook beklommen kan worden, is massief gemetseld en bestaat uit twee schachten. De buitenmuur is 77 cm. dik en de binnenmuur 33 cm. Tussen de muren zijn de trappen aangebracht. In de torenschacht heeft de bekende Hengelose tekenaar Piet Verberne folkloristische figuren geschilderd, o.a. de ‘witte wieven’. Wanneer u het stadhuis bezoekt, is het de moeite waard op de bronzen hekken van de buitentrappen en balkons te letten. Deze zijn ontworpen door de heer H.H. Leusink, chef van de modelmakerij bij Stork. De sierpanelen bevatten de symbolen van de belangrijkste industrieën van Hengelo. Bovenop het dak van de toren zijn koperen figuren te zien, die de levensgang uitbeelden: in het oosten het kind, spelend met een bal, in het zuiden een moeder met kind, in het westen de grijsaard met een stok en in het noorden de dood. Voor de geïnteresseerden: met een verrekijker is alles goed zichtbaar. Aan de voet van de toren, aan de Langestraat, het beeld van een midwinterhoornblazer. Links heeft de slopershamer reeds toegeslagen. Dat dergelijke monumentale panden in 1960 afgebroeken werden, is nu ondenkbaar. Men was er toen nog niet voldoende van doordrongen dat het erfdeel van onze voorouders bewaard moest blijven. Ruimte scheppen en nieuwbouw, meegaan in de vernieuwingsdrang, was toen de leus. De enkelingen die toen bezwaar maakten tegen de sloopwoede, werden niet gehoord. Gelukkig denkt men er nu anders over. In mijn verhaal van januari jl. heb ik de linkerzijde genoemd. Waar u links de afbraak ziet, was de zaak van smid Brunnekreef. Het pand met het witte boogje in de gevel was van kruidenier Wolsink en zou spoedig gesloopt worden voor nieuwbouw voor radio en tv Merkensteijn. De volgende drie panden zijn nu nog aanwezig. In het eerste met de grote winkelruit werd tot voor 6 jaar handel gedreven door de firma Gebben sanitair. Op de hoek links gaat u de Willemstraat in. Boven de gevels, links naast de toren, het torenspitsje van de gesloopte Westerkerk aan de Bankastraat. Iets verder naar links nog een torentje. Dit stond op het gebouw dat nu de naam ‘Markant’ heeft, op de hoek Deldenerstraat/ Marskant. Dit torentje met houten omheining is gesloopt in 1970. Nu, ruim 40 jaar na de opening van het stadhuis, blijkt dat onze ambtenaren te weinig ruimte hebben. Allerlei bedachte oplossingen blijken niet voldoende. In 1980 heeft men het stadskantoor gebouwd, met een loopbrug over de Burgemeester Jansenstraat. Ook die ruimte bleek te klein, zodat men ruim een jaar geleden vertrok naar het voormalige KPN-gebouw. Er is veel veranderd. In de beginjaren was zelfs de VVV in het stadhuis ondergebracht.

44


Bouw stadhuis 1962, links Langestraat 45


Markt Al geruime tijd is er een discussie over de gezelligheid van de binnenstad, met name de aankleding van het marktplein. Ik koos deze keer voor een foto van de markt uit 1950. De fotograaf stond op een verhoging aan de Langestraat, waar nu café Hisar is. U ziet het marktgebeuren in de Willemstraat en op de Vischmarkt. In de vijftiger jaren was hier de warenmarkt. De groentemarkt was in de Langestraat en de vishandel op het Willemsplein. De plaats van de markt is in de loop der jaren steeds veranderd. In 1900 waren zowel de warenmarkt als de veemarkt aan de Enschedesestraat en voor het stadhuis. De Enschedesestraat heette toen Marktstraat tot aan de Drienerstraat en het plein voor het stadhuis droeg de naam Markt. Na 1928, toen de textielfabriek Twentse Bont aan de Oldenzaalsestraat/Wemenstraat afgebroken was, kreeg Hengelo een prachtig gelegen ruimte om het marktgebeuren te laten plaatsvinden en zo de ‘Nieuwe Markt’ te realiseren. Vooral de Hengelose middenstand had bezwaar tegen de veemarkt. Allerlei ongerechtigheden die zo’n markt met zich meebracht, bleven aan klompen en schoenen hangen en kwamen in de winkels terecht. In september 1933 was de nieuwe markt klaar om met veel feestelijkheden geopend te worden. Op woensdag en zaterdag was er waren-, groente- en vismarkt. Een per 14 dagen op vrijdag werd de veemarkt gehouden. Uit verhalen die ik lees en hoor, blijkt dat de veemarkt op deze plaats niet meer zo in trek is als op de vorige plek in de binnenstad. Dat had verschillende oorzaken. Ik proef uit de verhalen dat de cafés te ver af lagen om de verkoop van koe, paard of varken te kunnen afhandelen met een borrel en handjegeklap. Tot oktober 1944 heeft de markt aan de Oldenzaalsestraat haar plek gehad. Na de bombardementen van 6 en 7 oktober was het gedaan. In 1945, toen alles weer langzaam op gang kwam, werd de markt in de binnenstad gehouden en vanaf 1947 op de huidige plaats. Hij kon niet terug op de vorige plek, omdat daar de noodwinkels gebouwd waren voor de zakenlieden die door de bombardementen hun winkels kwijt waren. De plannen voor alle nieuwbouw werden groots aangepakt en een ruim plein voor markt, kermis en andere feestelijkheden werd werkelijkheid. In 1958 tijdens de feestweek ‘Hengelo Herrezen’ werd het marktplein in gebruik genomen. Veel oudere Hengeloërs zullen bij het zien van deze foto denken: “Het was een gezellige markt.” Gezellig en ongedwongen was het zeker. Alles stond in de rij, maar een beetje rommelig en niet zo strak als we dat nu kennen. De paden tussen de kramen waren smaller. We gaan de linkerzijde van de foto bekijken. Voor de geïnteresseerden is het gemakkelijk om mijn stukje van 11 maart 2003 erbij te nemen. Daarin heb ik de linkerzijde uitvoerig besproken. Ik zal het nu kort herhalen. Allereerst de naam Vischmarkt. Aan de achterzijde van het stadhuis was dit naambordje aangebracht. Veel mensen denken dat de linkerzijde met woningen ook tot de Vischmarkt behoorde. Dit is niet zo. Dat was de Willemstraat die begon bij de Burg. Jansenstraat en eindigde, via het Willemsplein, bij het begin van de Emmaweg. De Vischmarkt had geen woningen en daardoor ook geen postadressen met huisnummers. Het lijkt mij een vroege voorjaarsdag: laagstaande zon, lange schaduwen en geen blad aan de bomen op de achtergrond. Links, met uitgestoken zonnescherm, antiekzaak Kees Eshuis. Het tweede pand was de bekende TT bar, een tent waar het tot in de late uurtjes ‘warm’ aan toe ging, vervolgens koperslager Fransen. Het hoge pand links was van klokkenhandelaar Martinus van Wezel, rechts heilgymnast Heukers en dan de zogenoemde ‘klopjeswoningen’. Als laatste op de hoek van de Burg. Jansenstraat, slager Wientjes. Rechts zien we de achterzijde van het stadhuis. Het vrijstaande witte gebouwtje in het midden was een urinoir. De marktkooplieden waren vroeg van huis gegaan en dan moet je een keer wat. Ook was dit een gelegenheid voor de buschauffeurs, want de Vischmarkt diende als vertrek- en aankomstpunt voor o.a. de TET-busdienst. Het schuin aflopende dak met paardenhoofd is van slager Snijders. Het lage gedeelte ernaast was een zogenoemde ‘bövenkamer’, die hoorde aan de boederij van slager Snijders. De naam ‘bövenkamer’ heeft uitleg nodig. Wanneer boer en boerin op leeftijd kwamen en het werk hun krachten te boven ging, werd de oudste zoon ‘boer’ op de boerderij. De oude boer en boerin bleven op de boerderij, want het geld moest bij elkaar blij46


ven. Geen verdeling van kapitaal voor ze ‘uit de tijd’ waren. De boerderij kreeg een aanbouw, de ‘bövenkamer’. De oude boer hield een oogje in het zeil en op het kapitaal, verrichtte hand- en spandiensten en bleef tot zijn laatste ademtocht op het erfdeel van zijn vader en grootvader. In de ‘bövenkamer’ is gevestigd fietshandel Bloemendaal. Links ernaast de Joodse synagoge, later verhuisd naar de Dorpsmatenstraat. Verder naar links het St. Anthoniusgesticht, waar nonnen onderwijs gaven. Hier vinden we nu het stadskantoor en de bibliotheek. Alles wat u op deze foto ziet, is verleden tijd en afgebroken. Slechts één pand is er nog. Wanneer u kijkt over het dak van slager Snijders, ziet u een hoog gebouw. Dit is de school aan de Oldenzaalsestraat/ Wemenstraat, nu Metropool, daarvoor Ariënsschool, ulo-school, Franse school. De markt een ontmoetingsplaats, voor sociale contacten en vele andere doeleinden. Zo was het in 1900, in 1950 en nu nog in 2005. Voor mensen die genoeg tijd hebben een plaats om bekenden te zien en te spreken.

Markt

47


Paul Krugerstraat Wanneer ik op een van mijn dialezingen over Hengelo deze foto laat zien, gaat er een zucht van herkenning door de zaal met de woorden “Ja ja, zo zagt d’r oet, wat is d’r een hoop veraanderd.” Inderdaad heeft deze hoek van Hengelo een grote gedaanteverwisseling ondergaan. Ik heb deze foto gemaakt in 1987 vanuit de Wolter ten Catestraat met links de Drienerstraat en rechtsaf kunnen we naar de Oude Molenweg/Ziekenhuisstraat. Dit is een druk punt voor het verkeer, waarvan van de vijf doorgaande wegen er nu nog vier over zijn. De Paul Krugerstraat ,waar we nu inkijken, is voor het doorgaande verkeer afgesloten. De Paul Krugerstraat maakt deel uit van de Transvaalbuurt, met o.a. De Wetstraat, Smutsstraat, Reitzstraat, Cronjéstraat en Steynstraat. Deze buurt, ook wel de Afrikaner buurt genoemd, heeft haar naam te danken aan de Boerenoorlog in Zuid-Afrika in 1900. De Paul Krugerstraat is gebouwd in 1910, met een aaneengesloten keten van –voor die tijd- middenstandswoningen. Nauwe gangetjes tussen de woningen geven toegang tot de achterzijde en aan de voorkant is parkeermogelijkheid voor je auto. Maar wie had in die tijd van de bouw een auto? Een groot verschil met de bebouwing nu 95 jaar later. Als we de foto nader bekijken, zien we links op nr. 1 een winkelpand, zoals we vroeger bijna op iedere hoek van de straat tegenkwamen. Op de hoek in het midden de toegangsdeur en –om de ruimte zo goed mogelijk te benutten- links en rechts een etalage. Voor ik u namen begin te noemen, kijken we eerst omhoog. Boven de winkel was de woonruimte met een balkonnetje met tuindeuren die je open kon zetten. Tijdens het maken van de foto was de winkel al gesloten. Afbraak zou volgen in 1988. In 1920 was hier meubel- en beddenhandel Naarding, ‘De Concurrent”, gevestigd. Daarna kwam kruidenier Oldevent, later G.A. ter Linde, een Spar-winkel. Ik herinner mij nog dat een zoon van Ter Linde later gehuwd is met de Nederlandse zangeres Ciska Peters. Wanneer we de straat in kijken, zien we de prachtige meidoornbomen en een aaneenschakeling van woningen. Op de hoek met de Steynstraat op nr. 15 vinden we kantoorboekhandel J.M. Höfte, al in 1920 daar gevestigd. Hier vinden we nu een tweedehands boekenzaak. Rechts op nr. 2 banketbakkerij Lohuis. Lohuis is hier in 1935 begonnen en heeft zijn zaak voortgezet tot de afbraak in 1988. Let u eens op het bord met de reclame van Droste. Ik vermoed dat als je in deze tijd zo’n bord aan je zijmuur had, het niet zo’n veilig bestaan zou hebben. Op nr. 4 woonde de familie Onland en op nr. 8 de familie M.A.E. Naber. Ongetwijfeld zullen nu bij sommige personen bellen gaan rinkelen. Waren er niet twee schooljuffrouwen met deze naam aan de St. Bernardusschool, later de Titus Brandsmaschool? Inderdaad, men was daar met drie zussen thuis. Eén deed de huishouding en twee gaven basisonderwijs. Iets verder was de muziekwinkel van Huigens en op de hoek van de Hertzogweg een sigarenhandel, waarvan mij de naam ontschoten is. Wanneer u nu vanuit de Wolter ten Catestraat richting Oldenzaalsestraat kijkt, is de voorzijde volgebouwd met appartemeneten en een onderdoorgang voor fietsers en voetgangers. Ook vindt u hier het makelaarskantoor ten Hag en Ter Haar.

48


Paul Krugerstraat 1987. Links Drienerstraat, rechts Oude Molenweg.

49


Enschedesestraat In deze periode van de 60-jarige herdenking van de bevrijding leek het mij goed een foto uit mijn archief te nemen die weergeeft wat er 65 jaar geleden in Hengelo heeft plaatsgevonden. In de nacht van zaterdag op zondag 24 juni 1940 stijgt een vliegtuig op van vliegveld Twente. Het is een Duits vliegtuig, beladen met een aantal bommen. Boven het centrum aangekomen laat het zijn dodelijke last vallen. Er vallen bommen aan de Enschedesestraat, Brinkstraat en Beursstraat. Het pand van schoenhandel Oosterholt-Wiegerink op de hoek van de Enschedesestraat en de Brinkstraat wordt getroffen. Er zijn twee dodelijke slachtoffers: de heer J.B.F. Borchert (46 jaar) en zijn dochtertje W.P. Borchert (9 jaar). Aan de Enschedesestraat worden de firma Tasche en café Kole getroffen Hier zijn ook twee doden te betreuren: mevrouw F. Bolhuis-Gritter (39 jaar) en H. Bolhuis (13 jaar). Aan de Beursstraat waren geen slachtoffers. Dit bombardement werd door de Duitse bezetter doelbewust uitgevoerd om onder de bevolking een anti-Engelse stemming te kweken onder het mom van ‘van je vrienden moet je het hebben’. U begrijpt dat dit eerste teken van de oorlog de nodige onrust bracht, vooral omdat men toen nog niet wist dat de bezetter ons dit kunstje geflikt had. Op zondagmorgen 24 juni stond ik tegen 12 uur bij ten Hoopen (nu Stravinsky) en ik hoor nog het commentaar van de Hengelose bevolking. Veel Hengeloërs zijn de stad enkele dagen uitgevlucht en brachten de nacht door in de randgemeenten, omdat men bang was dat er nog meer bombardementen zouden volgen. Toen het rustig bleef, keerde men spoedig terug. De foto is gemaakt op maandag 25 juni en een deel van de ravage is al geruimd. Als u goed kijkt, ziet u dat de bom die Oosterholt-Wiegerink trof, niet van groot kaliber geweest moet zijn, anders was de schade veel groter geweest. De schoenhandel was een goed beklante zaak met een groot aantal merkschoenen. Eén merk ziet u nog op de gevel, nl. Swift. Kort na het bombardement is alles weer hersteld (zie hiervoor mijn ‘Herinnering’ van 13 aug. 2003). Links naast de schoenenzaak was vanaf 1933 de fietshandel Lansink, die naar ik meen tot 1970 hier gevestigd was. U ziet dat de boom links nog jong blad heeft: het is nog voorjaar. Gezien de korte schaduwen van een aantal personen is het midden op de dag. Wanneer we links de Brinkstraat inkijken, zien we op nr. 3 bloemenwinkel Hunia, daar waar het zonnescherm naar beneden hangt. Het hoge pand ernaast was van kruidenier P. de Gruyter, een prachtige winkel met koperen scheppen om de waren uit de vakken te scheppen en na afweging in papieren zakken te doen. Ook was deze zaak bekend door ‘het snoepje van de week’. Vervolgens komt de firma Bischoff, kleding en textiel. Het pand, iets vooruitgeschoven, behoorde aan de gebroeders Wilmink met hun handel in sigaren, elektro en staatsloten. Rechtsachter ziet u de schoorsteenpijp van de KWF (Koninklijke Weefgoederen Fabriek), gelegen aan de Spoorstraat en de Dorpsmatenstraat. In de toekomst hoop ik de Spoorstraat nog eens wat uitvoeriger te behandelen. Hengelo is tussen ’40 en ’45 12 maal doelwit geweest van bombardementen met in totaal 200 slachtoffers onder de bevolking. Hengelo had twee bedrijven die in de oorlogsproductie werkten, nl. Hazemeyer en Stork. Ook was er de krachtcentrale, de IJssel Centrale. Voeg daarbij de belangrijkheid van het knooppunt van spoorwegen. De belangrijkste bombardementen vonden plaats op 6 en 7 oktober 1944 met de meeste doden. Toch heeft Hengelo op vrijdag 6 oktober geluk gehad. Op die dag zijn 72 vliegtuigen van het type Martin Marauders B26 met hun dodelijke last onderweg naar Hengelo. De eerste 36 stuks maken echter rechtsomkeert nadat zij het contact met hun jagers (die als bescherming meevliegen) zijn kwijtgeraakt. De rest vliegt door en boven Hengelo gaan de luiken open. Het beoogde doel, het station en het rangeerterrein, werd niet bereikt, want vanaf grote hoogte gericht werpen was in die tijd onmogelijk. Die vrijdag vielen 125 doden. Zaterdag 7 oktober kwam men terug met 35 Marauders. Er werd lager gevlogen en beter gemikt. Die dag waren er 25 doden. Als ik er aan terugdenk, hoor ik nog het gieren van de bommen en voel ik nog de luchtdruk na een oorverdovende inslag. Ik word er na 60 jaar nog stil van, en naar ik aanneem, velen met mij.

50


Eerste bommen op Hengelo, 23/24 juni 1940, Enschedesestraat/ Brinkstraat

51


Steijnstraat Na de Paul Krugerstraat in de vorige krant gaan we nu naar de Steijnstraat. Met deze foto kan ik mijn leeftijdgenoten (afgerond naar boven en beneden) waarschijnlijk een groot plezier doen. In de school op de foto hebben zij een deel van hun jeugd doorgebracht. De opname is van 1935. Ik denk dat het zaterdagmiddag is, gezien de kleding van de kinderen en de werkplaats van fietsenmaker Wilmink die open is. Het is een zomerse dag met korte schaduwen. Links midden zien we een meisje op een ‘vliegende hollander’, midden achter op het kruispunt met de Bothastraat steekt een voetganger over. Rechts zien we vier jongetjes met stropdas en één in een matrozenpakje. Wat opvalt is dat er geen auto te zien is: alles geeft een sfeer van rust en gemoedelijkheid. De kinderen hebben de straat als speelterrein. Nu, 70 jaar later is het heel anders. Enkele weken geleden nam ik een kijkje: auto’s alom aanwezig. Links een blok van twee woningen, nr. 70 en 68, in 1936 bewoond door de families D. Harmsen en G. Wilmink. Deze woningen zijn in 2004 afgebroken. Dan het grote gebouw: de St. Bernardusschool, na 1961 de Titus Brandsmaschool. Over deze school zou ik wel een hele ‘herinnering’ kunnen schrijven. De school werd in 1914 gebouwd voor het lager onderwijs met een vierklassige muloschool (middelbaar uitgebreid lager onderwijs). In 1921 vertrok de mulo-afdeling naar de Paul Krugerstraat, want daar was de Dr. Schaepman-mulo gebouwd. De school werd gedeeld in beneden- en bovenschool. Als eerste hoofd der school was er de heer A. Jacobs; zijn zoon gaf er als jong onderwijzer ook les. De benedenschool had in 1938 als hoofd de heer W.A. Wijdeveld, de bovenschool de heer A.J.H.A. Le Belle. Veel is er te vertellen over deze onvergetelijke jaren. In mijn eerste klas op de benedenschool was ik onder de hoede van juffrouw Naber. Keurig in de rij buiten opgesteld en onder handgeklap van de juf betrad je het statige gebouw. De ramen hoog geplaatst, zodat je niet werd afgeleid om naar de vogeltjes te kijken. Juffrouw Naber heb ik twee jaar gehad, want ze volgde mijn klas naar de tweede. Dit bleek een grote uitzondering te zijn. Normaal had juffrouw Van de Berg die klas. Het gebeurde op voorspraak van Peter Wijdeveld, de zoon van het hoofd. Wij waren er blij mee. Ik herinner mij nog een andere klasgenoot: Bobje Bomers, zoon van modezaak Bomers uit de Brinkstraat, later kerkbestuurder van de St. Lambertus en KVP-leidsman. In de vierde klas had ik de heer Theo Elschot, een prima toneelspeler bij De Gildebroeders. Hij had prachtige verhalen over zijn geboorteplaats Bredevoort. De zoon van Theo was geruime tijd uitbater van Het Pleintje aan het Burgemeester Jansenplein. Meester Elschot liet ons op zaterdagmorgen het laatste half uur vaderlandse liedjes zingen: Waar de blanke top der duinen, het Wilhelmus, Oranje boven, enz. Hij zette dan de ramen open, zodat de hele straat kon meegenieten. Hij tikte met een aanwijsstok de maat en vuurde ons aan zo luid mogelijk te zingen. Na enkele keren was de pret voorbij; het was 1942. Eens zag ik op koninginnedag (het feest werd niet gevierd) op 31 augustus achter zijn revers een lucifertje met een oranje kopje vastgespeld. De tekenen van verzet waren toen al duidelijk aanwezig. Boven de hoofdingang aan de rechterzijde is een steen aangebracht met R.K. Jongensschool. Dit kunt u niet meer zien, want er is een plaat overheen gezet met het opschrift Nelson Mandela Veste. Over historisch besef gesproken.... Voor de school was een ijzeren hek en ernaast een speelplaats. In het gebouwtje naast de school (nu nog aanwezig) zat een fietsenmaker waarvan ik de naam niet meer weet. Die man had een grote hond. Tot groot genoegen van de schooljeugd werd een bal of een natgemaakte prop papier weggegooid en de hond maar hollen. Ernaast op de hoek met de Bothastraat was een groentezaak met de naam Schut of Schutten. Op de andere hoek, waar nu antiekzaak H.G. Lubbers is, was in 1940 de kruidenierszaak van Knippenborg, waar twee generaties hun handel hebben gehad. Rechts een aantal woningen met tegenover de Bernardusschool een avondschool waar het mogelijk was je typediploma te halen. Rechts vooraan, waar het zonnescherm is neergelaten, was de fietsenzaak van Wilmink in de latere jaren.. Deze heer Wilmink was een bijzondere fietsenmaker. Niet alleen omdat hij een gewaardeerd zanger was bij het Koninklijk Hengelo’s Mannenkoor en daardoor de bijnaam ‘de zingende fietsenmaker’ had. Ook omdat bij hem geen gerepareerde fiets de deur uitging die hij niet zelf had uitgetest. Hij stapte bij zijn zaak op de fiets, reed tot de Bothastraat en draaide 52


weer om, onderwijl luisterend en voelend of alles naar behoren was. Hetzelfde heb ik vaak de heer Holtkamp zien doen, eigenaar van de fietshandel aan de Oldenzaalsestraat. Dit was dus de Steijnstraat: een school, fietsenmakers, herinneringen. Nu een Mandela Veste en auto’s waardoor je de woningen bijna niet meer kunt zien. Er is veel veranderd.

Steijnstraat.

53


Twekkelerweg Wanneer ik tijdens een van mijn dialezingen een foto laat zien van 40, 50 jaar geleden, is het even stil in de zaal. Na mijn uitleg begint de herinnering te dagen en klinkt het geroezemoes van “O ja, zo zagt d’r oet”. Zo’n dia blijft enkele ogenblikken staan voordat de volgende komt. In deze rubriek kan ik bij een foto langer stilstaan, u kunt er naar kijken en ik laat mijn geschreven herinnering zijn gang gaan. Deze foto is vermoedelijk gemaakt door de fotograaf van de Twentse Courant, de heer J. -Bökkerink, in 1960. Vanaf het talud van de spoorwegen kijken we naar de Twekkelerweg. Eén deel is nog aanwezig, de rest is gevallen voor de vernieuwing. Rechts een klein stukje van de Hengelose Trijpfabriek, waarvan de heer Verkade de oprichter was. Dit bedrijf had een zeer goede naam in het hele land, doodeenvoudig omdat er uitstekend materiaal geleverd werd. De fabriek werd gebouwd in 1900. In 1981 werd de productie naar Haaksbergen verplaatst en in ’82 werd het bedrijf in Hengelo afgebroken. Precies op deze plaats treft u nu de Veloursstraat, die vanaf het viaduct aansluit op de Parallelweg. Wanneer men in Hengelo zei: “Hij of zij werkt op het Triepfabriek”, wist iedereen wat men bedoelde. Het hoge geval erachter, waar er twee van stonden, waren de zogenaamde gashouders, behorend bij de gasfabriek, die iets verderop stond. Er werd gas gewonnen door steenkool half te verbranden. Het gas werd onder druk opgeslagen in deze houders. Grote meters opzij gaven de druk aan, of er veel of weinig gas verbruikt werd. U moet hierbij wel bedenken dat het geproduceerde gas vooral in de beginjaren hoofdzakelijk gebruikt werd voor het koken. Voor de verwarming van woningen gebruikte men meestal de kolenhaard of kachel. Vòòr de gashouders ziet u de toonzalen waar de Hengelose burgers hun gastoestel of brander konden uitzoeken. Ook waren er boilers voor de warmwatervoorziening. De gasfabriek, hier niet te zien, maar gelegen achter de bomen, heeft een rijke geschiedenis. Tot 1957 is hier gas geproduceerd, toen kwam het aardgas. De fabriek werd in 1880 gebouwd aan de Beursstraat, waar nu het Rabotheater staat. Hiermee is tevens de aanwezigheid van de vervuilde grond van enkele jaren geleden opgelost. In 1913 is de gasfabriek verplaatst naar de Twekkelerweg. Het beheer van de fabriek was in het begin in handen van de gemeente Hengelo, daarna werd het een particulier bedrijf met als directeur Oostrom Meijes, die later door zijn zoon werd opgevolgd. Hij woonde in de villa naast de gasfabriek. Ongetwijfeld weten veel Hengeloërs nog hoe het ging met het gas rond 1960 als je een nieuwe woning betrok. Het gas en licht was afgesloten. Voor aansluiting moest je je melden bij de gasfabriek. Dan werd een afspraak met de meteropnemer gemaakt en die kwam het dan aansluiten. Allemaal heel omslachtig. In de 40er en 50er jaren had men een gasmeter in huis. Deze gaf alleen gas wanneer er voldoende muntjes doorgedraaid waren. Regelmatig kwam het in die tijd voor dat het gas op was tijdens het eten koken. De aardappelen raakten van de kook. Een noodkreet uit de keuken was het gevolg: “Drei ev’n een dubbeltje deur want de vlam geet mie oet!” Dus op een draf naar de gasmeter met het dubbeltje, knopje om, waardoor het dubbeltje in het verzegelde potje viel en een zucht van verlichting uit de keuken was het resultaat. Links een aantal woningen en een constructiewerkplaats van Assink en Schipholt. Later heeft Belthuis de zaak voortgezet aan de Hamerstraat. Hij vervaardigde o.a. het bekende m.e.c.a.n.o.-speelgoed. Dit alles is afgebroken in 1980. Nog iets verder naar links ziet u het enige nu nog bestaande op deze foto. Het is de muur van de Hengelose Bierbrouwerij die hier jarenlang aanwezig was. In de toekomst zullen aan de linkerkant veel veranderingen plaatsvinden. Rechts zijn nu flats en woningen gebouwd. Wat mij opvalt –en ik vind dat zeer lofwaardig- is dat men plein en straat namen heeft gegeven die ontleend zijn aan het verleden. Ik denk hierbij aan het Fluweelplein en de Trijpstraat, genoemd naar de Trijpfabriek. Ook de naam Golsstraat heeft men in ere gehouden, genoemd naar het GOLS-station (Gelders Overijssels Lokaal Spoor), dat hier in het verleden gevestigd was. Ik hoop dat ik met dit alles uw herinnering in werking heb gebracht. Een herinnering is een zeer kostbaar gegeven.

54


Vanaf het talud van de spoorwegen kijken we naar de Twekkelerweg

55


Deldenerstraat Op de foto de Deldenerstraat richting Thiemsbrug, door mij gefotografeerd in 1973. Dit gedeelte van de straat heeft niet altijd Deldenerstraat geheten. Voor 1900 heette het stuk vanaf de Thiemsbrug tot de Marskant Bentheimerstraat. In 1910 kreeg het de naam Deldenerstraat, in de periode toen Hengelo door de industrialisatie tot ontwikkeling kwam. We denken hierbij aan Stork, Heemaf, Dikkers en Hazemeyer. Uit een foto uit 1937 blijkt dat de straat toen ongeveer 3 meter breed was. Op deze foto ziet u een veel bredere straat om al het verkeer te kunnen verwerken. Alles wat u op deze foto ziet tot en met de Oldenzaalsestraat, is afgebroken. De foto is genomen op een rustige zondagmorgen met zo weinig mogelijk verkeer. Het eerste stukje links hoorde bij de firma Ros. Op de muur, toen het witte pand van Portje agfebroken was in 2003, stond met grote letters geschreven: Ros moet blijven’, maar Ros is niet gebleven. In het pand van Portje werd door de gelijknamige familie een manufacturenzaak gerund. De familie Portje was van Joodse afkomst en de heer en mevrouw Portje verkochten ondergoed dat onverslijtbaar was van degelijkheid. Ze hadden een zoon die verstandelijk gehandicapt was en werkzaam was op de Leusveenschool, later SWB genoemd. Ik weet niet of deze familie boven de zaak woonde. In het telefoonboek van 1959 zie ik één L. Portje, koopman, Oversteweg 40, vermeld. Ernaast was slager Van der Berg, later verfhandel Regelink. Dan een grote inham met de naar achteren gelegen garage Bleeker. Firma Bleeker kwam hier in 1935, ging in 1975 naar de Enschedesestraat en in 1990 naar de Bornsestraat. Later, toen Bleeker verhuisd was, kwam Gigengack er in met zijn kansspelen en gokautomaten. Van Ros t/m Bleeker is nu de toegang tot de hoogbouw van Thrinon. Gezien het historische karakter van deze buurt vind ik deze naam niet zo geschikt. Vervolgens zien we een pand, gebouwd in 1936, een prachtig voorbeeld van de bouw uit die jaren. Hierin was de firma Korink gevestigd, later De Vries. Ook tabaksgroothandel Nijhoff had hier zijn onderkomen. Het erachter gelegen lage gedeelte waren de toonzalen vol meubels van de firma Van Dijk. Tijdens de foto-opname had zo te zien de firma Bleeker dit in gebruik. Het langgerekte pand was van garage Kempers; hier kwam later de Kijkshop in. De Heemaf heeft als proef voor Kempers nog een zogenaamde autocompactus ontworpen en geïnstalleerd om zo veel mogelijk auto’s te kunnen bergen op een klein vloeroppervlak. Bij Heemaf verwachtte men er gouden bergen van, maar het is geen succes geworden. Het gedeelte van Korink tot aan de Thiemsbrug is tot aan begin jaren 30 bebouwd geweest door de fabriek De Hengelosche Bont, waarvan de heer Arend Hulshoff Pol directeur was. De crisisjaren kwamen en tussen 1925 en 1935 sloten veel textielbedrijven, w.o. De Twentse Bont aan de Oldenzaalsestraat. Men kon niet concurreren tegen landen als Japan. De productie werd verplaatst en grote werkloosheid was een feit. Reeds eerder schreef ik u dat de geschiedenis zich steeds herhaalt. Ook nu wordt de productie verplaatst naar lagelonenlanden. Na 1940, toen de oorlogsindustrie op gang kwam, was er weer werk en ging het beter. Richting Thiemsbrug zien we een groot pand dat bekendstond als garage Van Kleef. Vader Van Kleef begon in 1935 met het repareren van auto’s. Later heeft een groot aantal zoons de zaak uitgebouwd. Van Kleef voorzag o.a. veel tankstations van brandstof en reed met zijn tankwagens door heel Twente. Het huisje met het rode pannendak was een handelsonderneming in kleine machines. Vervolgens zien we een blok van drie woningen, in 1910 gebouwd en in die tijd ‘herenhuizen’geheten. Op deze plaats vinden we nu een groot complex woningen, gebouwd in 1990. Wanneer ik dit stukje Deldenerstraat passeer, kijk ik vaak naar de hoogbouw van Thrinon. Over enige tijd zal aan de overzijde ook hoogbouw komen. Wie nog een foto van het Mitchamplein wil maken, moet snel zijn, want er zijn plannen om daar een torenflat neer te zetten met een vijver eromheen. Hengelo zoekt het in de hoogte. Ik krijg het er zo langzamerhand benauwd van.

56


Deldenerstraat richting Thiemsbrug

57



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.