Uit het boek:
“Ubach over Worms; van Overworms kwartier tot gemeente Landgraaf” Met vriendelijke toestemming van de schrijver H.M.M. Goossens
Het Groenstraat bargoens
Het Bargoens van de Groenstraat is in oorsprong een kramertaal, d.w.z. een geheimtaal van soms zeer welgestelde handelaars. Het mist echter, in tegenstelling tot de beide verwante kramertalen: 't Henese Fleck van Breyell en de Tiöttensprache uit de Westfaalse Kempen, "geleerde" samenstellingen. In zijn verdere ontwikkeling heeft het Groenstraats een zuiver Bargoens karakter gekregen. Onder Bargoens verstaan we een taal van vagebonden, dieven etc. inzonder in België. De vorm "borgoensch" zal gedeeltelijk wel te verklaren zijn uit de verwarring met het welbekende woord Bourgondisch. Het Bargoens is een geheimtaal d.w.z. ze wordt gesproken met de bewuste bedoeling tot geheimhouding. Dit in tegenstelling tot bijv. de vaktaal. Elk vak levert zijn vaktermen op, zodat een niet-vakman niets van een vakgesprek begrijpt. Maar die vaktaal is niet geheim, ze wordt niet bewust geheim gehouden, tenminste niet altijd. Ook doctoren in ziekenhuizen gebruiken een vaktaal, die als ze gebruikt wordt om iets voor derden te verbergen een geheimtaal genoemd kan worden, maar ze is het niet, omdat ze niet altijd en overal een geheim karakter heeft. In de geheimtalen wemelt het van metaforen of vergelijkingsbeeldspraken bijv. blik voor geld en bout voor agent. Een bout of strijkbout is gloeiend en daarom vindt men een agent ook wel aangeduid met een "gloeiende". Vreemde woorden die in de geheimtalen opgenomen worden, verbinden zich met bekende woordvormen, bijv. knakkert = twijg verbindt zich tot knakken = breken. Bij een geheimtaal onderscheiden we twee elementen: 1. de moedertaal van de spreker, d.i. meestal het dialect van de streek waarin hij leeft. 2. het geheimtaalelement, dat bepaald wordt door sociale omstandigheden. Dit tweede deel, dat het eigenlijke geheime element is, is nooit zo heel uitgebreid. Er is geen Bargoensspreker, die heel veel geheimtaal woorden kent. De kennis van 300 Bargoenswoorden is bij een spreker al heel zeldzaam. Het eerste element, de streektaal, bepaalt het klanksysteem van de geheimtaalwoorden; de sociale omstandigheden zijn van invloed op de soort woorden, die gebruikt worden. (Op dit tweede element berust o.a. het onderscheid tussen Bargoens en dieventaal). "Bargoens verschilt met het dialect hierin, dat het de meeste naamwoorden, werkwoorden, hoedanigheidswoorden, alsook sommige kleinere woorden door bijzondere termen vervangt". Helemaal juist is dat niet. Een geheimtaalwoord wordt pas gebruikt, als het begrip door dat woord uitgedrukt, "taboe" is. Het Groenstraat-Bargoens heeft bijv. geen woord voor "erwt", alleen in de zegswijze: "erm wichter fieëste" (erwten eten) wordt het woord gebruikt. Wie een geheimtaal hoort spreken, krijgt de indruk, dat hij het gesprek niet kan volgen, omdat de man zo onduidelijk praat. De kwestie is, dat de enkele woorden, waar 't op aan komt, door een geheimtaalwoord ver- vangen worden. 't Gebeurt dan ook maar zelden, dat men van een