5 minute read

Het systeem dat je omgeeft

Tekst: Els Ceyssens

Een mens leeft niet op een eilandje, maar is steeds omgeven door anderen: het systeem. In vroegere tijden behandelde

Advertisement

men enkel de persoon die een probleem vertoonde. Nu proberen de meeste hulpverleners de nabije omgeving te betrek-

ken in de behandeling.

Bij iemand die op de een of andere manier vast komt te zitten, is het contact met zijn nabije en soms ook ruimere om-

geving (meestal) niet goed. In volgend artikel wordt uitgelegd wat er wordt bedoeld met het systeemdenken en meer

bepaald de systeemtherapie.

Systeemdenken, een ander woord is gezins- of relatietherapie, is ontstaan in de jaren ’50 van de vorige eeuw. Het is een wetenschappelijke benadering die tracht een overzicht van het geheel te behouden in plaats van zich te concentreren op afzonderlijke onderdelen. Concreet wil dit zeggen dat als bijvoorbeeld een meisje van tien jaar niet meer graag naar school gaat, er niet alleen naar het kind wordt gekeken, maar ook naar haar omgeving. Is er iets veranderd in de gezinssituatie? Heeft ze ruzie met haar beste vriendinnetje? Is het gezin misschien verhuisd?

Naast de systeemtherapie worden ook nog vaak cognitieve therapie, psychoanalyse (waar Freud de grondlegger van was), clientgerichte therapie, gestalttherapie … toegepast. Elke therapie probeert de cliënt met zijn of haar zorgvraag zo goed mogelijk te helpen, alleen vanuit een andere ooghoek.

In de systeemtherapie gaat het telkens om relaties en het is praktischer dan veel andere therapievormen. Een systeem bevat altijd meer dan een lid. Als er bij een lid van het systeem iets verandert, heeft dat een invloed op de andere leden. Voor kinderen in onze westerse maatschappij zijn de ouders meestal hét belangrijkste systeem. Dat kan helemaal anders zijn in andere culturen. In de Afrikaanse cultuur bijvoorbeeld worden de kinderen opgevoed door het hele dorp. Als ze iets mispeuteren, worden ze op het matje geroepen door de dorpshoofden. Ook in de Islamitische cultuur ligt de controle meer bij de hele gemeenschap in plaats van enkel bij het “enge” gezin.

Een van de voordelen van systeemtherapie ten opzichte van andere therapievormen is dat je vat krijgt op de patronen en regels binnen een gezin. Het richt zich minder op opgelopen trauma’s, maar eerder op de gedragsregels in het gezin.

Als je als therapeut merkt dat er vaak ruzies zijn, of de ouders zitten in een echtscheiding, is het belangrijk om het kind in therapie te laten gaan. Het systeem “gezin” is dan zeker medeveroorzaker van het probleem van dat kind.

Systeemtherapeuten zijn opgeleid om uit te gaan van een onbevooroordeelde houding, eigenlijk van het niet-weten. De basis

van de therapie is respect voor elke cliënt. Zo ontstaat er verbinding, wat zeer belangrijk is in de relatie. Anderzijds moet er ook opening zijn voor correctie en confrontatie.

Eigenlijk is de manier van werken zo dat de verschillende stemmen en gevoelens van de gezinsleden hoorbaar worden gemaakt. Het is zeker niet gemakkelijk om enerzijds respect te hebben voor ieders mening en anderzijds de kloof tussen de verschillende mensen kleiner te maken.

Soms zie je dat er een bliksemafleider fungeert in het systeem. Om de werkelijke problemen in het gezin te camoufleren, gaat één gezinslid heel veel zorgen naar zich toe trekken. Het dient dus eigenlijk als afleiding van iets wat erg mis loopt in dat gezin.

Om een voorbeeld te geven: een meisje van twaalf jaar ontwikkelt anorexia. Alle aandacht van het hele gezin, haar systeem, gaat naar “het probleem” van dit kind. Toch ligt onderliggend de slechte relatie tussen de ouders aan de basis van de anorexia.

Dit is dus wat de systeemtherapie doet: kijken naar het volledige netwerk, niet alleen naar het probleem an sich.

Vanuit de systeemtherapie ontwikkelde de Hongaars-Amerikaanse psychiater en psychotherapeut Iván BöszörményiNagy de contextuele therapie. Dat is een therapeutische benadering die problemen en levensvragen niet los ziet van wat generaties lang is doorgegeven en ontvangen. De verbondenheid die er is met je partner, kinderen, ouders, grootouders en andere belangrijke (familie)relaties vormen de 'context'. Loyaliteit is een belangrijk begrip bij Böszörményi-Nagy. Hij werd niet alleen geïnspireerd door de systeemtherapie, maar ook door de filosofen Buber en Levinas, en combineerde in zijn dagelijkse psychiatriepraktijk deze drie invalshoeken.

Buber ging ervan uit dat de meeste relaties in de moderne tijd “nuttigheidsrelaties” zijn. Vriendschaps- en zelfs liefdesrelaties zijn vaak gebaseerd op het nuttigheidsprincipe. “Ik ben je vriend omdat ik je nodig heb.” Volgens Buber zijn dit geen echte relaties en moeten we streven naar echte vriendschaps- en liefdesrelaties. Levinas, een overlever van het concentratiekamp, stoelt zijn theorie op “het gelaat van de medemens”. Door naar iemands ogen en gelaat te kijken kan je als het ware aflezen wat die persoon vraagt en nodig heeft.

We kunnen besluiten dat de omgeving van onschatbare waarde is bij het helpen van mensen met een psychische kwetsbaarheid. Iemand die een probleem ondervindt, leeft samen met anderen die hem of haar in grote mate beïnvloeden. Zelfs intergenerationeel, over de generaties heen, kunnen ziekmakende processen doorgegeven worden. Dit begint soms al in de baarmoeder.

Veerle Wouters

Tekst en foto: Veerle Wouters

Worstelen met gevoelens is zwaar en confronterend. Ik ben zevenenveertig jaar. Sinds mijn zeventiende zoek ik naar wegen om die constante worsteling in mijn gevoelswereld expressief te uiten. De drang om deze om te zetten in iets tastbaars maakt me niet alleen creatiever, maar het helpt me ook de chaos in mezelf te ordenen en herkenbaar te maken voor mijn omgeving. Niet alleen door te schrijven, ook door te boetseren en intuïtief te schilderen, vind ik rust in mijn gevoel. Dit zijn drie van mijn eigen gedichten:

Panische ruimtes

Duizenden ogen die naar me staren. Dwars doorheen de muren. Overpeinzend, afkeurend houden ze me in het oog. En mijn gedachten … en ’t hoe … en ’t waarom. Priemende naalden. Angstzweet. Paniek, paniek, paniek.

Zonder titel

Ik ben zoals de herfst. Nostalgisch en vol weemoed. Schipperend tussen de warmte van de zomer en het koude van de winter. Ik kan niet zonder deze twee seizoenen. Hun spiegels, hun bestaan. Ik spreek tegen hen in talen van liefde die me een beetje van mijn zelfhaat verlossen. In de natuur noemt men het weerschommelingen. In mij de warboel van mijn geest.

Zij

Ze houdt niet van regels of grote gedachten die anderen haar willen voorhouden. Belangrijk vindt ze het kiekenvelgevoel als haar iets raakt. En als rood niet meer mooi is, kleurt ze alles geel. Verder bedenkt ze gewoon zichzelf. v.

v.

v.

This article is from: