26
HOOFDSTUK 4
ONDERZOEKEND LEREN ALS NORM?
4.1
Twee pedagogische benaderingen binnen het wetenschapsonderwijs
Twee benaderingen binnen het wetenschapsonderwijs: • deductieve benadering • inductieve benadering
Historisch zijn er twee pedagogische benaderingen gegroeid binnen het wetenschapsonderwijs. De eerste benadering is een eerder deductieve benadering waarbij de leerkracht wetenschappelijke concepten bij de kinderen aanleert door ze via demonstraties te visualiseren. Die methode is eerder een top-down benadering. De bedoeling is dat kinderen vanuit deze demonstraties toegang krijgen tot de vaak abstracte wetenschappelijke theorieën. Voorbeeld: Samen met de leerkracht ontdekken kinderen het concept ‘drijven en zinken’. De meeste kinderen geloven dat enkel gewicht bepaalt of iets blijft drijven of niet. Maar hoe komt het dan dat een klein speldje zinkt, terwijl een grote oceaanboot blijft drijven? De leerkracht probeert dit te verduidelijken en gebruikt daarvoor plasticine. Eerst maken ze een bol van plasticine en vervolgens een bootje van plasticine, met hetzelfde gewicht. Ze plaatsen ze beide in het water. De bol plasticine zinkt, terwijl het bootje blijft drijven. Zo zien kinderen dat het veranderen van de grootte of het volume van een object, het gedrag van het object in water verandert. Dit kan worden geduid met het concept drijven versus zinken. Een tweede benadering is een inductieve benadering die meer ruimte biedt voor onderzoeken vanuit onderzoeksvragen of vanuit observaties. Het leren is leerlinggecentreerd en gebeurt meestal in kleine groepen. Het wordt gefaciliteerd door de leerkracht die dan een begeleidende rol heeft. Deze methode is eerder een bottom-up benadering en wordt vaak gedefinieerd als ‘probleemoplossend leren’. Probleemoplossend leren verwijst naar een