Er was eens …
Voor u ligt een bundel verhalen over samen groot worden. Met dit boek biedt de opleiding Sociale Readaptatiewetenschappen (SRW) een bloemlezing van wat leeft in de wereld van opvoeding. Opvoeding draait niet alleen om kinderen die groot willen worden en hun weg naar de toekomst vinden. Het gaat ook om de volwassenen die hen begeleiden, vanuit een hoopvol toekomstperspectief, en hen introduceren in de wereld. Opvoeding is een gezamenlijke reis, waarbij zowel kinderen als volwassenen samen (op)groeien en samen groot worden.
De verhalen bieden waardevolle inzichten en zijn van betekenis voor de praktijk van (toekomstige) sociale professionals die zich met opvoeding bezighouden. SRW gelooft in verhalen als een manier van pedagogisch denken en handelen. Pedagogie bevindt zich op het snijvlak van theoretische principes en de narratieve rijkdom van de geleefde praktijk.1 Verhalen brengen denken en handelen samen en plaatsen ze naast elkaar.
Verhalen zijn een bron van waarheid: ze krijgen betekenis door ze te vertellen en te lezen.2 Ze weerspiegelen de levensgeschiedenis van de verteller, inclusief ervaringen uit het verleden en verwachtingen voor de toekomst. Verhalen bieden ruimte voor zowel feiten als normen, daar waar de wetenschap vaak alleen op feiten focust en daarmee opvoeding tekortdoet. Ze belichten verschillende perspectieven en vervagen de grenzen tussen eenvoudig en complex. Verhalen tonen zowel het bijzondere in het gewone, als het gewone in het bijzondere. Ze doen ogenschijnlijke tegenstellingen vervagen en creëren mogelijkheden. Als in taal gestolde ervaringen, helpen verhalen (toekomstige) sociale professionals om denkkaders te verscherpen en verbanden tussen praktijk en theorie te ontdekken. En dat is voor een professionele bacheloropleiding zoals SRW precies een van de uitdagingen.
De verhalen worden hier en daar gestoffeerd door theorie en geduid door eindnoten. Deze eindnoten zijn niet bedoeld om de verhalen te reduceren tot een
technisch-professioneel betoog. Wel kunnen de bronnen de stemmen van de vertellers versterken en nog meer volume geven.
Naast een bron van inzicht in de opvoedingspraktijk zien we ‘verhalen als een werkwoord, een sociaal gebeuren.’3 Een verhaal ontstaat in dialoog tussen de verteller en de toehoorder. Samen brengen verteller en luisteraar zaken verder op verhaal. Voor dit boek zijn we, samen met studenten en collega’s, het werkveld ingetrokken om verhalen te beluisteren. We leerden van elkaar, gingen in gesprek, schreven en herschreven samen. We gaven de verhalen terug aan zij die ze ons vertelden. Er was oog voor punten en komma’s. Er was aandacht en zorg voor wat tussen de regels stond.
Het boek is af, maar de verhalen zijn nog niet ten einde. Dit boek wil meer zijn dan een verzameling verhalen: het wil blijvend kansen bieden voor samen verhalen vertellen, voor ontmoeting en dialoog. De verhalen vormen een blijvend platform voor gesprekken tussen docenten, studenten en sociale professionals in het werkveld. Zo kunnen verhalen over opvoeding zowel de onderwijspraktijk van onze opleiding, de deskundigheid van de sociale professional als de politiserende kracht van het werkveld versterken.
We willen dat u ondergedompeld wordt in verhalen. Citaten van jeugdprofessionals uit het bredere werkveld vervlechten zich met de verhalen en zorgen voor verdere verdieping en illustratie. Creatieve vertalingen van de verhalen vormen telkens een muzische inleiding. De citaten zijn zorgvuldig gekozen uit de vele gesprekken van onze laatstejaarsstudenten met afgestudeerde SRW’ers uit het brede werkveld. Bij elk verhaal vindt u ook een Engelstalig citaat van Child Action Lanka (CAL) uit Sri Lanka, onze partner in het globale zuiden.4 SRW onderhoudt al tien jaar een nauwe en bijzonder fijne samenwerking met deze NGO. CAL omschrijft zijn missie als volgt: “In een wereld waarin kleine veranderingen grote impact kunnen hebben om de meest kwetsbare kinderen te beschermen en hen onderwijs, gezondheidszorg en voeding te bieden wil CAL hun basisbehoeften, rechten en belangen bevorderen, en hen, hun families en gemeenschappen in staat stellen om positieve verandering teweeg te brengen.” We voerden gesprekken met Mewan en Ramesh, coördinatoren van afdelingen in het centrum en het Noorden van Sri Lanka, en met Debbie, de oprichtster en algemeen directeur van CAL. We vroegen hen naar hun verhalen over opvoeding.
Creativiteit is een belangrijke pijler van de opleiding SRW. In lijn met de opleidingsvisie van SRW werden in dit boek niet enkel talige verhalen opgenomen, maar ook geluidsfragmenten, tekeningen en poëzie. SRW gelooft in de kracht van creativiteit, die kan helpen bij het spreken of zelfs méér zeggingskracht, verbeeldingskracht kan tonen. Ook voor de creatieve interpretaties werd de dialoog met collega’s, studenten en sociale professionals in het werkveld gezocht. Niet alle creatieve vertalingen laten zich eenvoudig op papier tonen. Bewegende beelden, muziek en beelden die om meer kleur vragen, zijn daarom via de website van het boek te raadplegen. Elk verhaal in het boek vangt aan met een QR-code die de lezer vlot leidt naar meer muzisch materiaal. De website laat ook toe om nog meer werk van studenten, collega’s en het werkveld te bekijken, alsook om meer informatie te lezen over de context waarbinnen het werk tot stand kwam.
Noodgedwongen moesten er ook keuzes gemaakt worden: er zijn zoveel verhalen over opvoeding te vertellen. We zochten, uit respect voor de gelaagdheid van opvoeding, naar een grote diversiteit aan perspectieven. We willen benadrukken dat het niet mogelijk is ‘het’ verhaal te vertellen; elk verhaal in deze bundel is dus ‘een’ verhaal. Accenten en eventuele conclusies in de verhalen hebben dus alleen betrekking op dat ene verhaal en zijn geen algemene waarheden.
In de verhalen hanteren we de term jeugdprofessional voor een pedagogische deskundige die vanuit een breed perspectief op de pedagogische relatie aan het welzijn van kinderen, jongeren en hun leefwereld werkt. Een jeugdprofessional is creatief, geëngageerd en wordt gedreven door mensenrechten, met in het bijzonder kinderrechten. Zo maakt een jeugdprofessional deel uit van en werkt aanvullend binnen de bredere groep van sociale professionals.
De eerste twee verhalen nemen ons mee in het perspectief van ouderschap en de ondersteuning die jeugd- en sociale professionals daarbij kunnen bieden.
Een verhaal van een kersverse ouder brengt ons naar het begin van het ouderschap. Samen met de coördinator van een Huis van het Kind Aarschot, en aan de hand van muzische vertalingen van prille ouders, verkennen we deze fase van ouderschap en de kracht en betekenis van ondersteuning voor ouders.
Een verhaal van een vindingrijke opvoeder toont de creativiteit die opvoeders steeds weer moeten inzetten. Via dialoog met ouders van een kind met een beperking5, een medewerker van Magenta en een sociale professional uit het werkveld, wordt deze vindingrijkheid uitgebreid belicht. Aanvullend tonen leerlingen uit Terbank ons beeldend hun vindingrijke opvoeders.
De volgende twee verhalen brengen het belang van de bredere sociale omgeving in de opvoeding in beeld.
Een verhaal van het goed doen en het goede doen benadrukt de kracht van kinderopvang. De werking van vzw De Egeltjes toont, in woord en beeld, hoe kinderopvang vanuit haar sociale functie kan bijdragen aan het welzijn van gezinnen.
Een verhaal van kinderen en jongeren over publieke ruimte als vrije ontmoetingsruimte biedt inzicht in de rol van de publieke ruimte in opvoeding in de stad Genk. Via een korte documentaire en beeldend werk ontdekken we hoe kinderen en jongeren hun ideale plek om groot te worden zien. Deze stemmen van de kinderen en jongeren worden in dialoog gebracht met het jeugdbeleid van de stad Genk.
Het volgende deel belicht het belang van teamwerking voor de sociale professional.
Een verhaal van interprofessioneel samenwerken plaatst de school als context van samen leren en samen leven centraal. Samen met studenten en collega’s van de lerarenopleiding aan de UCLL werden de rijkdom en uitdagingen van interprofessioneel samenwerken verkend. Via dialoogkaarten nodigen we de lezer uit om zowel de eigen professionaliteit als die van collega’s te verkennen.
Een verhaal van de sociale professional in verandering toont de vele rollen van de sociale professional. Gesprekken met diverse professionals in verschillende fasen van hun loopbaan bij de leefgroepenwerking in Sint-Ferdinand, werpen een licht op de krachten en (on)mogelijkheden van teamwerking.
Tot slot richten de twee laatste verhalen zich op het belang van een toekomstgericht perspectief in opvoeding.
Een verhaal van jongeren in aanloop naar volwassenheid documenteert de specifieke levensfase van jongvolwassenen. Jongeren van vzw Erat delen hun ervaringen, studenten uit de SRW-opleiding laten ons zien waar en hoe zij volwassen begeleiding nodig hebben om hun weg te vinden in de samenleving.
Een verhaal van een hoopvol perspectief in onzekere tijden benadert duurzaamheid vanuit pedagogisch perspectief. Generaties werden samengebracht om te praten over opvoeding. Tieners uit Huis 2 dachten mee na over wat een hoopvolle toekomst in opvoeding voor hen betekenen kan.
De verhalen in deze bundel, of ze nu kort of lang, talig of beeldend zijn, belichten opvoeding in al haar aspecten en nuances. SRW vindt het noodzakelijk om opvoeding niet te problematiseren, en steeds te blijven denken vanuit een hoopvol perspectief, eigen aan het pedagogische. Ook pleit SRW om opvoeding altijd binnen een collectieve verantwoordelijkheid van de samenleving te plaatsen. Hoewel opvoeding vaak wordt verengd tot de verantwoordelijkheid van individuele opvoeders, vertrekken we vanuit de premisse dat de rol van de wereld in de opvoeding vanzelfsprekend is. Opvoeding is kinderen inleiden in en toeleiden tot de wereld, waarbij we als opvoeders tonen wat we waardevol vinden.
We hopen dat deze verhalenbundel een breed pedagogisch perspectief in opvoeding helpt belichten, en daarmee ook de identiteit en betekenis van de SRW’er als sociale professional.
Leen, Sven en Eva Het redactieteam 21 juni 2024
Elien schreef een tekst over pril ouderschap met als titel Raamspiegeling. Een vriendin van haar, Maaike, maakte hier een tekening bij.
Raamspiegeling
Soms neem ik bewust één van mijn kinderen opnieuw vast in mijn armen, zoals toen, in hun prille eerste levensweken. Dan zoek ik in de stilte van de avond opnieuw het raam op. Ik probeer het beeld op te roepen van toen, connectie te maken met de raamweerspiegeling in de tijd. Ik wil het haar zo graag vertellen, die moeder van toen, “kijk, kijk waar we nu al staan, zie je wel, wat doen we het goed, zo samen”.
Elke fase is opnieuw zoeken naar wat werkt. Zoeken naar een manier om ‘s avonds samen te eten of tot bij de bakker te geraken.
Elk begrip van tijd is veranderd. Veel wat ooit vroeg was, is nu laat: om 7 u wakker worden voelt als uitslapen. Wat ooit laat was, is nu vroeg: ergens op tijd zijn wordt een relatief begrip.
Alle
Een verhaal van een kersverse ouder
Thuiskomen na een dagje werken: de deur valt achter mij dicht en de angst slaat me om het hart.
Zou hij wakker worden? Ik lees dezelfde angst in de ogen van mijn partner. Even is het standbeeldentheater, gevolgd door auditieve hyperfocus op zijn wieg, en ingehouden spanning, herinneringen en flashbacks aan wanhopig veel huilen de voorbije weken.
Hij is een wonder, onze eerste baby: warme gevoelens van verbinding en existentiële zin van ons bestaan jagen door ons lijf. Een nieuwe, intense vorm van liefde treedt ons leven binnen, samen met het voornemen om hem als ouder het allerbeste te geven. Andere onderdelen van ons leven worden bijzonder futiel: ons doel is goed voor hem zorgen.
Gelukkig wij, die zonder problemen een kind krijgen. Gelukkig wij die daar bewust voor gekozen hebben en samen dromen van de beste opvoeding voor onze zoon.
Het duurt enkele dagen voor we beseffen dat ons zoontje wat meer weent dan we ons gedroomd hebben, zowel ‘s nachts als overdag. Ons idee om als nieuw gezin samen de wereld te verkennen, wordt beknot door geluidsoverlast. Het vele gehuil zorgt voor bezorgde blikken van omstaanders bij ons etentje op restaurant en ons tripje naar de supermarkt. We besluiten om dan maar lekker te cocoonen voor de buis, maar enkel bij programma’s waar ondertiteling voorhanden is.
een verhaal van een kersverse ouder
Gelukkig wij die een fijn huis hebben waar we samen kunnen zijn. Gelukkig wij die weten dat je leven na een kind er gewoon wat anders uit gaat zien.
“Altijd meeslapen met de baby”, wordt ons aangeraden. Want baby’s slapen overdag veel, toch?: “Zo kunnen jullie wat bekomen”, aldus onze gratis adviseurs. Maar er wordt ons toch wel weinig nachtrust gegund, laat staan dat overdag meeslapen een optie is. Zoonlief slaapt weinig, steevast erg kort en enkel onder zeer specifieke omstandigheden: op de juiste cadans in de schommelstoel, in de auto cruisend door een nachtelijke stad. Dat die omstandigheden ons niet meteen slaap gunnen is wel duidelijk, maar voor een baby die even niet huilt doe je de gekste dingen. We gaan naar die veel te dure osteopaat en die andere hopelozegevallenspecialist, naarstig op zoek naar iets dat, even, helpen zou. We lopen uren rondjes om de tafel in de woonkamer, met hoofdtelefoon en grunge-spotifylijst zodat het gekrijs de overdrive ondersteunt. We wisselen af, mijn partner en ik. En soms is er ook een oma of opa die de taak even overneemt.
Gelukkig wij die dit samen kunnen dragen. Gelukkig wij die ons goed omringd voelen en kunnen terugvallen op grootouders.
Onze zoon huilt niet enkel meer dan gehoopt, maar blijkbaar ook meer dan normaal. En dus wordt hij een huilbaby genoemd. Behandelopties en adviezen rijzen als paddenstoelen uit de grond. Soms moedig, soms minder moedig zoeken we samen uit wat maakt dat hij zoveel aan het huilen is: onze zoon blijkt uiteindelijk inwendige reflux te hebben. Een duidelijke aanleiding voor het huilen blijkt helaas geen garantie voor een oplossing. Voor baby’s bestaan geen simpele zuigtabletten, baby’s moeten ‘daaruit groeien’. Het is ‘gewoon’ een kwestie van geduld.
Gelukkig wij die weten wat de reden is dat ons kind veel huilt. Gelukkig wij die weten dat we ‘gewoon’ geduld moeten hebben.
In afwachting van dat uitgroeien, moeten we wel samen een manier zoeken om het voor iedereen (onze zoon, mijn partner en mij) wat leefbaar te houden. En dat blijkt niet zo eenvoudig: we krijgen adviezen gaande van “een baby moet leren alleen in slaap vallen” tot “de eerste duizend
dagen zijn belangrijk voor hechting dus hou hem altijd dicht bij jou”, en we proberen uit te zoeken hoe wij als kersvers ouderpaar hiermee willen én kunnen omgaan.
Gelukkig wij die ons kunnen inlezen over hoe je baby te helpen om zichzelf te reguleren.
Terwijl ik mijn zoon, hevig schommelend, huilend tegen me aan hou, overvalt me een onbehaaglijk gevoel. Wat als onze ‘gelukkig wij’-mantra’s voor ons even niet meer hoorbaar zijn, wat als we ooit té moe, té radeloos of té bang zijn om ze uit te spreken, te horen en te blijven geloven? We kunnen ons ondertussen voorstellen dat je je kind wanhopig kan schudden zodat het huilen stopt, of dat je je klaar voelt voor een opname.
En wat als we door het luid roepen van onze mantra’s niet meer weten wie we als ouder (willen) zijn?
- getuigenis van een vader van drie
Over buikgevoel en wetenschap
In onze moderne samenleving lijkt opvoeding een steeds complexere taak te worden. De verwachting leeft dat ouders vandaag, in vergelijking met ouders van een paar generaties geleden, voor meer zaken moeten aandachtig zijn en rekenschap moeten geven voor de (opvoedings)keuzes die ze maken. Zo moeten ouders alert zijn voor mogelijkheden, risico’s en tekortkomingen in de ontwikkeling van hun kinderen. Ouders moeten zich met opvoeden bezighouden, en dit opvoeden als onderwerp van reflectie zien: doe ik het wel goed?
Deze manier van kijken naar opvoeding en wat ouders hierin te doen staat, wordt vanuit de sociologie beschreven met de term ‘intensief ouderschap’ en sluit aan bij het neoliberale idee van individuele verantwoordelijkheid, waarbij opvoeden steeds meer eenzijdig bij de ouder(s) komt te liggen. 6 Een ouder dient zich als het ware in het ouderschap te professionaliseren. Bij zorgen over de ontwikkeling van het kind, wordt het ouderschap vrijwel meteen ook in vraag gesteld: doen ouders het wel goed genoeg? Hoewel intensief ouder-
schap vanuit betrokkenheid zeker voordelen kan bieden, kan het voor ouders ook stressvol zijn en leiden tot gevoelens van overweldiging of schuld.
Helena Vanbaelen, SRW’er en coördinator van het Huis van het Kind Aarschot, ervaart in de praktijk dat ouders zich onzeker kunnen voelen door maatschappelijke verwachtingen en professionele adviezen:
… er wordt ouders aangeraden om dit te doen, er wordt hen aangeraden om zeker ook dat en dat te doen. En dan proberen ouders allerlei dingen en merken ze dat dat voor hun kind niet werkt. Het gaat om zo’n grote veelheid aan informatie die hen langs verschillende kanten bereikt, dat ze door de bomen het bos niet meer zien ...
In het kielzog van diverse pedagogen trekt SRW aan de alarmbel. Mag een ouder nog ouder zijn? 7
Hoe advies opvoeding verengen kan
Ouders krijgen via allerlei kanalen (ongevraagd) advies. Dit pedagogische advies is niet nieuw, het kent een lange geschiedenis. Zo schreef de Nederlandse schrijfster Betje Wolff8 al in 1779 Proeve over opvoeding voor de Nederlandsche moeders. Het was een werk dat ouders op een sterk belerende en didactische wijze probeerde duidelijk te maken wat wel en niet heilzaam was voor de groei en ontwikkeling van hun kinderen. Ondertussen beschikt elke bibliotheek over een ruime sectie opvoedboeken, en via diverse media bestaat er over alles wat in opvoeding enigszins complex aanvoelt wel de do’s en don’ts.
De overvloed aan beschikbare bronnen over opvoeden doet het soms lijken alsof opvoeding simpelweg neerkomt op het sturen van gedrag in een gewenste richting.9 En zo wordt het idee gecreëerd dat opvoeding iets is waarin de ouder juist en fout kan handelen, of sterker nog, dat er een juiste manier van handelen bestaat (die bovendien ‘wetenschappelijk bewezen’ is). Opvoeden wordt dan iets dat vaardigheden vereist, deskundigheid vraagt en een zekere vorm van oefening nodig heeft. Met andere woorden: als ouder hoor je te weten hoe opvoeden werkt, hoor je te gaan voor wetenschappelijk onderbouwde keuzes en hierover te reflecteren.10