oefeningen_0

I. OPKLIMMING VOOR HET LEREN TEKENEN VAN DE NAAM IN DRUKLETTERS I.1. Omcirkel met potlood de letters die in jouw naam voorkomen. (voorbeeld voor Marjolein)

Y T O D K F S B R Z A C G J V H E Q P X N I W U M

L

M A R J O L E I N sticker of stempel

 •• Deel 2. ‘Ik kan dat wel! – Opklimmingen en afdalingen

I. OPKLIMMING VOOR HET LEREN TEKENEN VAN DE NAAM IN DRUKLETTERS I.1. Omcirkel met potlood de letters die in jouw naam voorkomen.

Y T O D K F S B R Z A C G J V H E Q P X N I W U M

L

sticker of stempel

 •• ‘Ik kan dat niet’, zegt mijn kind

I. OPKLIMMING VOOR HET LEREN TEKENEN VAN DE NAAM IN DRUKLETTERS I.2. Omcirkel met potlood de letters uit jouw naam en verbind de omcirkelde letters met de letters onder in je naam. (voorbeeld voor Marjolein)

Y T O D K F V B R Z A C G J W H E X Q S N P I U M

L

M A R J O L E I N sticker of stempel

 •• Deel 2. ‘Ik kan dat wel! – Opklimmingen en afdalingen

I. OPKLIMMING VOOR HET LEREN TEKENEN VAN DE NAAM IN DRUKLETTERS I.2. Omcirkel met potlood de letters uit jouw naam en verbind de omcirkelde letters met de letters onder in je naam.

Y T O D K F S B R Z A C G J V H E Q P X N I W U M

L

sticker of stempel

 •• ‘Ik kan dat niet’, zegt mijn kind

I. OPKLIMMING VOOR HET LEREN TEKENEN VAN DE NAAM IN DRUKLETTERS I.3. Vul met potlood telkens de ontbrekende letter(s) in en vervolledig je naam. (voorbeeld voor Thomas)

T H T O HO T HO T HO T HO H T O T HO H

M A S M A S M A S M S A S M A M A S A S A M S

sticker of stempel

 •• Deel 2. ‘Ik kan dat wel! – Opklimmingen en afdalingen

I. OPKLIMMING VOOR HET LEREN TEKENEN VAN DE NAAM IN DRUKLETTERS I.3. Vul met potlood telkens de ontbrekende letter(s) in en vervolledig je naam.

sticker of stempel

 •• ‘Ik kan dat niet’, zegt mijn kind

I. OPKLIMMING VOOR HET LEREN TEKENEN VAN DE NAAM IN DRUKLETTERS I.4. Teken je naam met potlood onder het voorbeeld. Elke letter in 1 vakje. (voorbeeld voor Thomas)

T HOM A S I.5. Teken je naam met potlood onder het voorbeeld. (voorbeeld voor Thomas)

T HOM A S

I.6. Teken je naam met potlood in het vak hieronder.

sticker of stempel

 •• Deel 2. ‘Ik kan dat wel! – Opklimmingen en afdalingen

I. OPKLIMMING VOOR HET LEREN TEKENEN VAN DE NAAM IN DRUKLETTERS I.4. Teken je naam met potlood onder het voorbeeld. Elke letter in 1 vakje.

I.5. Teken je naam met potlood onder het voorbeeld.

I.6. Teken je naam met potlood in het vak hieronder.

sticker of stempel

 •• ‘Ik kan dat niet’, zegt mijn kind

II. OPKLIMMING VOOR HET INKLEUREN VAN TEKENINGEN II.1. Kleur het witte vierkant.

II.2. Kleur de witte cirkel.

II.3. Kleur de witte rechthoek.

sticker of stempel

 •• Deel 2. ‘Ik kan dat wel! – Opklimmingen en afdalingen

II. OPKLIMMING VOOR HET INKLEUREN VAN TEKENINGEN II.4. Kleur het witte vierkant.

II.5. Kleur de witte cirkel.

II.6. Kleur de witte rechthoek.

sticker of stempel

 •• ‘Ik kan dat niet’, zegt mijn kind

II. OPKLIMMING VOOR HET INKLEUREN VAN TEKENINGEN II.7. Kleur het huis.

II.8. Kleur de boom.

II.9. Kleur de boot.

sticker of stempel

 •• Deel 2. ‘Ik kan dat wel! – Opklimmingen en afdalingen

II. OPKLIMMING VOOR HET INKLEUREN VAN TEKENINGEN II.10. Kleur het huis.

II.11. Kleur de boom.

II.12. Kleur de boot.

sticker of stempel

 •• ‘Ik kan dat niet’, zegt mijn kind

III. OPKLIMMING VOOR HET LEREN TEKENEN VAN VOORWERPEN OF FIGUREN III.1. Vervolledig elk huis zodat alle huizen hetzelfde zijn als het huis in het midden.

sticker of stempel

 •• Deel 2. ‘Ik kan dat wel! – Opklimmingen en afdalingen

III. OPKLIMMING VOOR HET LEREN TEKENEN VAN VOORWERPEN OF FIGUREN III.2. Vervolledig elke draak zodat alle draken hetzelfde zijn als de draak in het midden.

sticker of stempel

 •• ‘Ik kan dat niet’, zegt mijn kind

III. OPKLIMMING VOOR HET LEREN TEKENEN VAN VOORWERPEN OF FIGUREN III.3. Vervolledig elke boot zodat alle boten hetzelfde zijn als de boot in het midden.

sticker of stempel

 •• Deel 2. ‘Ik kan dat wel! – Opklimmingen en afdalingen

III. OPKLIMMING VOOR HET LEREN TEKENEN VAN VOORWERPEN OF FIGUREN III.4. Vervolledig elke trein zodat alle treinen hetzelfde zijn als de trein in het midden.

sticker of stempel

 •• ‘Ik kan dat niet’, zegt mijn kind

III. OPKLIMMING VOOR HET LEREN TEKENEN VAN VOORWERPEN OF FIGUREN III.5. Vervolledig elke dino zodat alle dino’s hetzelfde zijn als de dino in het midden.

sticker of stempel

 •• Deel 2. ‘Ik kan dat wel! – Opklimmingen en afdalingen

III. OPKLIMMING VOOR HET LEREN TEKENEN VAN VOORWERPEN OF FIGUREN III.6. Vervolledig elke vis zodat alle vissen hetzelfde zijn als de vis in het midden.

sticker of stempel

 •• ‘Ik kan dat niet’, zegt mijn kind

III. OPKLIMMING VOOR HET LEREN TEKENEN VAN VOORWERPEN OF FIGUREN III.7. Vervolledig elke beer zodat alle beren hetzelfde zijn als de beer in het midden.

sticker of stempel

 •• Deel 2. ‘Ik kan dat wel! – Opklimmingen en afdalingen

IV. OPKLIMMING VOOR HET LEREN KNIPPEN IV.1. Scheuren van een reep papier die reeds voor 1/2 is ingesneden.

IV.2. Knippen van een reep papier die reeds voor 1/2 is ingesneden.

IV.3. Knippen van een reep papier die reeds voor 1/4 is ingesneden.

IV.4. In stukken knippen van een reep papier.

sticker of stempel

 •• ‘Ik kan dat niet’, zegt mijn kind

IV. OPKLIMMING VOOR HET LEREN KNIPPEN IV.5. Knippen op een dikke, rechte lijn.

IV.6. Knippen op een dikke lijn: gebogen en gehoekt.

IV.7. Uitknippen van figuren met dikke lijn: cirkel, vierkant, rechthoek, driehoek.

sticker of stempel

 •• Deel 2. ‘Ik kan dat wel! – Opklimmingen en afdalingen

IV. OPKLIMMING VOOR HET LEREN KNIPPEN IV.8. Uitknippen van figuren met normale lijnen: cirkel, vierkant, rechthoek, driehoek.

IV.9. Uitknippen van tekeningen: huis, boom, boot, trein, auto, vis.

IV.10. Uitknippen van moeilijkere figuren: ster, dennenboom, bloem.

sticker of stempel

 •• ‘Ik kan dat niet’, zegt mijn kind

V. OPKLIMMING VOOR RAAMFIGUREN RUIMTELIJKE ORIËNTATIE V.1. Kijken naar kenmerken, analyseren en vergelijken.

V.1.a. Omcirkel de figuur die hetzelfde is als de linkerfiguur.

sticker of stempel

 •• Deel 2. ‘Ik kan dat wel! – Opklimmingen en afdalingen

V. OPKLIMMING VOOR RAAMFIGUREN RUIMTELIJKE ORIËNTATIE V.1. Kijken naar kenmerken, analyseren en vergelijken.

V.1.b. Omcirkel de figuur die hetzelfde is als de linkerfiguur.

sticker of stempel

 •• ‘Ik kan dat niet’, zegt mijn kind

V. OPKLIMMING VOOR RAAMFIGUREN RUIMTELIJKE ORIËNTATIE V.2. Vergelijken en vervolledigen.

V.2.a. Vervolledig zodat alle figuren hetzelfde zijn als de linkerfiguur.

sticker of stempel

 •• Deel 2. ‘Ik kan dat wel! – Opklimmingen en afdalingen

V. OPKLIMMING VOOR RAAMFIGUREN RUIMTELIJKE ORIËNTATIE V.2. Vergelijken en vervolledigen.

V.2.b. Vervolledig zodat alle figuren hetzelfde zijn als de linkerfiguur.

sticker of stempel

 •• ‘Ik kan dat niet’, zegt mijn kind

V. OPKLIMMING VOOR RAAMFIGUREN RUIMTELIJKE ORIËNTATIE V.3. Kopiëren met voorbeeld.

V.3.a. Natekenen van raamfiguren met gekleurde, dikke punten. blauw

rood

blauw

rood

blauw

rood

groen

geel

groen

geel

groen

geel

blauw

rood

blauw

rood

blauw

rood

groen

geel

groen

geel

groen

geel

blauw

rood

paars

blauw

rood

paars

blauw

rood

paars

groen

geel

bruin

groen

geel

bruin

groen

geel

bruin

blauw

rood

paars

blauw

rood

paars

blauw

rood

paars

groen

geel

bruin

groen

geel

bruin

groen

geel

bruin

sticker of stempel

 •• Deel 2. ‘Ik kan dat wel! – Opklimmingen en afdalingen

V. OPKLIMMING VOOR RAAMFIGUREN RUIMTELIJKE ORIËNTATIE V.3. Kopiëren met voorbeeld.

V.3.b. Natekenen van raamfiguren met dikke punten: vier, zes, negen en zestien punten.

sticker of stempel

 •• ‘Ik kan dat niet’, zegt mijn kind

V. OPKLIMMING VOOR RAAMFIGUREN RUIMTELIJKE ORIËNTATIE V.3. Kopiëren met voorbeeld.

V.3.c. Natekenen van raamfiguren met normale punten: vier, zes, negen en zestien punten.

sticker of stempel

 •• Deel 2. ‘Ik kan dat wel! – Opklimmingen en afdalingen

VI. OPKLIMMING VOOR SCHRIJFMOTORISCHE KRULLEN VI.1. Krullen binnen brede grijze zones.

VI.2. Krullen binnen dunne grijze zones.

sticker of stempel

 •• ‘Ik kan dat niet’, zegt mijn kind

VI. OPKLIMMING VOOR SCHRIJFMOTORISCHE KRULLEN VI.3. Krullen rond punten.

VI.4. Krullen tussen dikke lijnen.

sticker of stempel

 •• Deel 2. ‘Ik kan dat wel! – Opklimmingen en afdalingen

VI. OPKLIMMING VOOR SCHRIJFMOTORISCHE KRULLEN VI.5. Krullen tussen dunnere lijnen.

VI.6. Krullen tussen fijne lijnen.

sticker of stempel

 •• ‘Ik kan dat niet’, zegt mijn kind