WILLEM SMITT
200 JAAR ONDEUGENDE LIMERICKS met 180 Nederlandse plaatsnamen
2
EDE Een jolige huisvrouw te Ede Sprak aldoor maar buik door haar schede Zelfs ’s nachts, als haar man Bij haar binnenkwam Riep zij: ‘Jan, val mij niet in de rede!’ Ofschoon al tweehonderd jaar oud is de limerick nog springlevend. Je ziet hem geschreven op wc-deuren van pompstations en bouwketen, je hoort hem op studentenkamers, redactielokalen en niet zelden op uit de hand lopende feestjes van gynaecologen, die zodoende enige afstand nemen van hun klinische handwerk in de begeerlijkste zones der vrouw. Hoe vaak overkomt het ons niet dat wij, reizend over ’s heren wegen, met welhaast neurotische dwang onze dichtader aanroepen om een limerick te ontwerpen aan de hand van de plaatsnaam die ons zojuist in het voorbijgaan op het netvlies viel, namen als Lutjebroek, Waspik of Tietstjongeradeel? Twee eeuwen straatmadelieven zijn samengevat in deze bundel. Een aantal is onbekend van herkomst, enkele zijn afkomstig van taalkunstenaar Gerrit den Braber en landgenoten die anoniem wensen te blijven. Hier en daar worden loffelijke exemplaren uit eerder verschenen bundels geciteerd. Mijn medische broer reikte mij enkele voltreffers aan, onder andere op Leiden en SintAnnaparochie, gemaakt in zijn studentenjaren. Onze oom Karel zaliger, entertainer per excellence op familiefeesten, liet mij een schat aan limericks na, van hemzelf en anderen. Ook als samensteller wilde ik mij niet onbetuigd laten en zo breidde het nationale limerickenlandschap zich in deze bundel uit met honderden plaatsnamen.
8
EDE Een jolige huisvrouw te Ede... 9
Niet alleen met eenvoudige als Emmen, Den Helder, Den Briel en Veere maar ook met lastige als Kaatsheuvel, Grijpskerk, Maastricht, Utrecht, Moergestel en Waarland. Namen die dus uitsluitend met volrijm goed zijn te treffen. Wat een heerlijke uitdaging, maar daar had ik dan ook dertig jaar voor uitgetrokken. En zo ontstond, tezamen met het erfgoed, een schat om te bewaren en door te geven aan het nageslacht. U zult vaststellen hoe hoog gewaardeerd u er saaie verjaardagen, matte bruiloften en taaie meetings mee kunt opluisteren. Om grafische eentonigheid en lege vlakken te vermijden, strooide ik tussen de plezierverzen hier en daar wat witzen en grappige anekdotes, die op zich niets met de limericks en hun oorsprong te maken hebben, maar wel passen in de sfeer van de behandelde thema’s. Ik veronderstel dat u mij deze vrijheid wilt vergeven. Al te wetenschappelijk mag deze bundel ook weer niet zijn. Een woord van lof en dank zwaai ik toe naar mijn grote vriend Verdi Christobal, die met zijn pikante en humorvolle tekeningen de ‘ziel’ van vele limericks extra gestalte wist te geven. Helaas is hij ons ontvallen. Maar ik denk dat hij – vanuit een andere dimensie – met een brede grijns de geboorte van 200 Jaar ondeugende limericks zal hebben verwelkomd. Ik wens u veel leesplezier toe. Willem Smitt Hem, november 2009
10
HOOFDSTUK 1 De oorsprong: Ierland en Engeland Bakermat van de limerick is Ierland. Oorspronkelijk, zo rond het eind van de zeventiende eeuw, was het een vijfregelig marsliedje waarmee Ierse huursoldaten er tijdens hun lange voettochten de pas en stemming in hielden. Met veelal ruige teksten bezongen zij de lof van de meisjes met wie zij op het Europese continent de liefde hadden bedreven. Het was een tijd waarin de armoede talrijke Ierse mannen verlokte tot dienstneming in huurlegers, zulks in navolging van de Zwitsers. Regel één eindigde steevast met de voornaam van de beminde jongedame. Rijmschema a-a-b-b-a stond reeds model voor dat van de latere plaatsnaamlimerick. Als refrein zong de hele compagnie na elk couplet: Won’t you come up, come all the way up, come all the way up to Limerick! Vanwaar de aansporing naar Limerick te gaan? Omdat deze havenstad de thuisbasis was van velen dezer Ierse vechtjassen. Eenzelfde heimwee treffen wij aan in het tijdens de Eerste Wereldoorlog ontstane militaire marslied It’s a long, long way to Tipperary, naar het gelijknamige Ierse graafschap. In het eerste decennium van de negentiende eeuw groeide de limerick naar zijn huidige vorm, met een geografische naam aan het eind van elke eerste regel. Langford Reed schrijft in zijn standaardwerk The Complete Limerick Book (Jarrolds Publishers, Londen, 1924): ‘Klaarblijkelijk ontleent de limerick zijn naam aan een lied dat in zwang was op feestelijke bijeenkomsten in Ierland, ruim honderd jaar terug, waarbij elk van een eindeloze reeks coupletten verband hield met de avonturen van een inwoner van steeds een andere Ierse stad. Iedere regel moest ter plekke worden verzonnen en door wisselende zangers ten gehore worden gebracht.’
11
Waarna iedereen een refrein brulde met deze invitatie: Will you come up to Limerick? Weldra waaide de limerick over naar Engeland en vormde daar het middelpunt van een verfijnder, semiliterair gezelschapsvermaak. Om de beurt moest een nonsenscouplet worden bedacht, waarvan de eerste regel eindigde op een zelfgekozen of door de spelleider op te geven naam van een dorp, stad, graafschap, rivier, kanaal of land. Elk couplet diende van een plot plus een geestige clou te zijn voorzien. Winnaar werd vanzelfsprekend de maker van de beste limerick. Met dames in het midden was dubbelzinnigheid not done. Om een idee te geven van wat wÊl kon, citeren wij uit W.S. Baring-Gould’s The Lure Of The Limerick (1969) de volgende proeven: 1)
NIGER There was a young lady from Niger Who smiled when she rode on a tiger The end of the ride Found the lady inside And her smile on the face of the tiger RUSSIA There was a young lady of Russia Screaming so that no one could hush her Her screams were extreme No one heard such a scream As was screamed by that lady of Russia
12
Voosheid was ongepast in de Victoriaanse moraal. Daarom werden ondeugende bundels voor jolige herenparty’s alleen onder de toonbank verkocht. Zo is op een beduimeld exemplaar uit de nalatenschap van Neerlandicus dr. J.L. Bokhoven De Wit deze limerick bewaard gebleven:
MADRID (1) There was a young whore from Madrid Who could fuck anyone for a quid But a bastard Italian With balls like a stallion Said he’d do it for nothing – and did! Bokhoven De Wit (1872-1942) maakte hiervan:
MADRID (2) Een jeugdige hoer te Madrid Vraagt en krijgt vijf peseta’s per rit Maar een bastaard Noord-Ier Met de ballen van een stier Spietst haar gratis aan zijn machtig lid Favoriet waren in de literaire herensalons (zonder dames dus) limerickopdrachten met betrekking tot iemands woon- of geboorteplaats. ‘Uw wieg stond toch in Arden, Mister Lowcroft? Welnu, wij allen zijn benieuwd naar wat daar is voorgevallen.’ Zo ging Mr. Archibald Lowcroft blijkens een bewaard gebleven briefwisseling de geschiedenis in als de auteur van de volgende limerick:
13