Omslag-Japan
20-01-2014
11:26
Pagina 1
EEN WERELD VOL FANTASTISCHE VERHALEN
Japan
fantastische verhalen uit
fantastische verhalen uit
EEN WERELD VOL FANTASTISCHE VERHALEN
fantastische verhalen uit
Japan
sprookjes, mythen en legenden
Japan
9
789038 924106
bert oosterhout
I S B N 978-90-389-2410-6
ELMAR ELMAR
bert oosterhout
Japanse sprookjes
10-12-2013
13:19
Pagina 5
Inhoud
Inleiding De twee kikkers Een Chinese tengu in Japan Hoe een oude man zijn gezwel kwijtraakte Een spiegel en een bel Visu, de houthakker De witte sake van de Shoyo De sneeuwbruid Het verlaten eiland De spiegel van Matsuyama De bamboesnijder en het maankind De haas en de tanuki De vampierkat De juweel-tranen van SamĂŠbito De houten rijstkom De boze geest van Oyeyama De wraak van Kanshiro Vrouw Wit en vrouw Geel Sawara en Kimi De monnik en het meisje De oude man die de bomen deed bloeien De avonturen van Momotaro De man die door de vossen geschoren werd Het geld van de tanuki Heer Zak met rijst De bronzen Boeddha en de walvis De avonturen van Urashima De vliegende graanschuur De kwal De gouden haarpen De steenhouwer Verantwoording van bronnen
7 11 13 18 21 23 27 30 32 37 40 51 54 58 61 66 69 72 74 78 81 83 87 93 97 100 103 107 111 115 123 127
Japanse sprookjes
10-12-2013
13:19
Pagina 11
De twee kikkers
L
ang geleden leefden er in Japan twee kikkers; de ene had zijn huis vlak bij Osaka gebouwd, aan de kust, en de andere hing rond in een heldere kleine stroom die door de stad Kyoto liep. Door die grote afstand hadden ze nog nooit van elkaar gehoord, maar wonderlijk genoeg kregen ze allebei tegelijkertijd het idee dat ze iets van de wereld wilden zien; de kikker die in Kyoto woonde wilde Osaka bezoeken, en de kikker uit Osaka wilde naar Kyoto gaan, waar de grote Mikado zijn paleis had. Dus op een mooie morgen in de lente vertrokken ze allebei over de weg die van Kyoto naar Osaka leidt, de een van ene kant, de ander vanaf de andere kant. De reis was vermoeiender dat ze hadden verwacht, want geen van beide hadden ze veel verstand van reizen, en halverwege tussen de twee steden stond er een grote berg die beklommen moest worden. De klim nam veel tijd in beslag en een groot aantal sprongen, maar uiteindelijk bereikten ze de top. En wat waren de twee kikkers verbaasd om precies op de top, recht voor hun neus een andere kikker aan te treffen! Een ogenblik staarden ze elkaar alleen maar sprakeloos aan. Maar al snel raakten ze in gesprek, waarbij ze de oorzaak van hun ontmoeting zo ver van huis ontdekten. Het was heerlijk om te merken dat ze allebei het zelfde verlangen hadden: om meer te weten te komen over hun moederland. En omdat ze niet de minste haast hadden gingen ze op een koele, vochtige plaats liggen, ze strekten zich uit en ze besloten eens goed uit te rusten voordat elk weer zijns weegs zou gaan. ‘Wat is het nou toch jammer dat we niet wat groter zijn’, zei de kikker uit Osaka, ‘want dan konden we beide steden van hier af zien, om eens te kijken of doorgaan wel de moeite waard is.’ ‘O, dat is makkelijk te regelen’, antwoordde de kikker uit Kyoto. ‘We hoeven alleen maar op onze achterpoten te gaan staan, elkaar stevig vast te houden, en dan kunnen we allebei kijken naar de stad waar we heen gaan.’
Japanse sprookjes
12
10-12-2013
13:19
FANTASTISCHE
Pagina 12
VERHALEN UIT J APAN
Dit vond de kikker uit Osaka zo’n goed idee, dat hij meteen opsprong en zijn voorpoten op de schouder van zijn vriend legde, die ook was opgestaan. Zo stonden ze, zo uitgestrekt als ze maar konden, elkaar stevig vasthoudend om niet te vallen. De kikker uit Kyoto hield zijn neus in de richting van Osaka, en die uit Osaka richtte zijn neus naar Kyoto. Maar die dwaze dieren vergaten dat, toen ze opstonden, hun grote ogen naar de achterkant van hun hoofd waren gerold. Hoewel hun neuzen gericht waren op de plaatsen waar ze heen wilden, keken hun ogen naar de plaatsen waar ze vandaan kwamen. ‘Mijn hemel’, riep de kikker uit Osaka, ‘Kyoto lijkt precies op Osaka. Het is de moeite van zo’n lange reis helemaal niet waard. Ik ga naar huis terug.’ ‘Als ik geweten had dat Osaka niet meer is dan een kopie van Kyoto, had ik de hele reis niet ondernomen’, riep de kikker uit Kyoto uit, en terwijl hij dit zei haalde hij zijn handen van de schouders van zijn vriend, en ze vielen allebei in het gras. Daarna namen ze beleefd afscheid van elkaar en vertrokken terug naar huis. Tot het eind van hun leven hebben ze allebei geloofd dat Osaka en Kyoto, die zo verschillend zijn als twee steden maar kunnen zijn, op elkaar leken als twee druppels water.
Japanse sprookjes
10-12-2013
13:19
Pagina 13
Een Chinese tengu in Japan
E
en machtige Chinese tengu, Chirayoyu genaamd, kwam ooit naar Japan om onze plaatselijke tengu te ontmoeten. ‘In míjn land’, schepte hij op, ‘zijn veel harde, ruige krijgermonniken, maar ik heb ze er allemaal onder gekregen, en nu kom ik een kijkje nemen in Japan. Ze zeggen dat hier een paar behoorlijk machtige asceten zijn. Ik zou graag zien wat ik daarmee kan doen. Wat denk je ervan?’ De Japanse tengu was het roerend met hem eens. ‘Alle goede, dappere monniken van híer heb ik ook onder de duim’, was zijn antwoord, ‘maar als jij ze het leven zuur wilt maken, ga je gang. Eigenlijk vragen ze erom. Ik zal het je laten zien, kom maar mee.’ Hij nam de Chinese tengu mee. Ze vlogen naar de stenen toren op de berg Hiei en samen stonden ze naast het paadje. ‘De mensen hier kennen me’, zei de Japanse tengu, ‘ik kan me beter niet laten zien. Ik kan me het beste een eindje heuvelafwaarts verschuilen. Verander jij jezelf maar in een oude monnik en wacht af. En zorg ervoor dat je iedereen die langskomt aanpakt, wie het ook is!’ De Japanse tengu verschool zich in een struik en vanaf daar lette hij goed op zijn Chinese collega, die zich in een perfecte kromme oude monnik veranderde. De wonderlijke glans in diens ogen verraadde dat hij iets moois van plan was, en de Japanse tengu verheugde zich op wat er nu ging gebeuren. Er kwam een koets van hoog op de berg naar beneden gereden. Binnen zat Yokyo, een monnik van hoge rang en met een grote reputatie, die onderweg was naar de hoofdstad. Toen de koets bij de toren kwam, keek de Japanse tengu om, op zoek naar de oude monnik, maar die was verdwenen; Yokyo en zijn volgelingen konden ongehinderd voorbij gaan. Verbijsterd ging de Japanse tengu op zoek naar zijn Chinese collega, en hij vond hem verstopt in een ravijn met zijn achterste omhoog.
Japanse sprookjes
14
10-12-2013
13:19
FANTASTISCHE
Pagina 14
VERHALEN UIT J APAN
‘Waarom verberg je je?’ vroeg de Japanse tengu ‘Wie was die monnik die daar net voorbijkwam?’ ‘Dat was Yokyo, de beroemde wonderdoener. Hij is onderweg naar het paleis voor een bijzonder ritueel. Hij is zo heilig dat ik dacht dat jij hem wel een lesje zou leren, maar je hebt hem laten gaan. Jammer.’ ‘Natuurlijk ja, ik zag meteen dat hij heel erg heilig is en ik wist dat dat degene was waar je het over had gehad. Alles goed en wel, ik wou hem net te pakken nemen toen hij verdween. In plaats daarvan zag ik een zuil van vlammen uit zijn koets oprijzen. Ik zag wel dat ik zou verbranden als ik te dicht bij kwam, dus ik dacht: nou ja, dan laat ik deze maar voorbijgaan. En daarna heb ik me min of meer uit de voeten gemaakt.’ De Japanse tengu lachte hem uit: ‘Nou kom je helemaal uit China gevlogen, en nou kun je iemand als hem niet eens een paar keer goed omrollen? Je laat hem gewoon maar gaan? Wat ben jij een watje! Hou de volgende keer je man tegen en doe hem iets aan!’ ‘Zonder meer’, zei de Chinese tengu, ‘let maar eens op!’ Hij ging net als daarvoor klaarstaan bij de stenen toren terwijl de Japanse tengu gehurkt in de bosjes plaatsnam. Er kwam een luidruchtige groep het pad af; het was de grote prelaat Jinzen, onderweg naar de stad. Hij had dienaars bij zich die voor zijn koets uit renden om de weg vrij te maken. Toen die volgelingen de oude tengu-monnik zagen, leidden ze hem weg met speelse duwtjes van hun stokken. De oude monnik sloeg zijn armen voor zijn gezicht om zich te beschermen en maakte dat hij weg kwam. Het was duidelijk dat hij niet eens in de buurt van de koets kwam. De volgelingen hadden hem in minder dan geen tijd verjaagd. De Japanse tengu ging achter hem aan en overlaadde hem weer met spot. De Chinese tengu protesteerde: ‘Met alle respect’, klaagde hij, ‘maar je weet niet waar je over praat! Bij dergelijke volgelingen blijf ik uit de buurt, zoals die eruit zagen! En ik vond dat ik beter weg kon wezen voor ze me te pak-
Japanse sprookjes
10-12-2013
13:19
E EN C HINESE
Pagina 15
TENGU IN J APAN
15
ken kregen en me de schedel zouden inslaan. Dus ja, ik heb die monnik laten passeren. Ik kan in een oogwenk vanuit China hierheen vliegen, maar deze dienaars waren te snel voor mij. Dankjewel, dan verberg ik me liever!’ ‘In hemelsnaam, doe de volgende die langskomt tenminste iets aan. Je kunt niet helemaal hierheen komen voor niets! Tjongjonge, wat zullen ze thuis wel niet van je denken!’ De Japanse tengu hoopte dat met dit appèl op het eergevoel de Chinese tengu eindelijk tot actie zou overgaan, en hij ging zich weer verstoppen. Niet lang daarna hoorden ze vrolijk kletsende stemmen van een groep onderweg naar boven. Eerst verscheen er een monnik in een rood gewaad die de weg vrij maakte, en na hem kwamen jonge monniken die een gewijde kist droegen met daarin de gewaden van de geleerde monnik in de koets die volgde. Het was Jie van Yokowas, de abt van de tempel boven op de berg. ‘Zou hij ze te pakken nemen?’ vroeg de Japanse tengu zich af toen er twee dozijn jonge volgelingen passeerden aan beide zijden van de koets. Maar de oude monnik was verdwenen. Weer had hij zich verstopt. ‘Ik voel een verdacht persoon hier in de buurt’, zei een van de jongens. ‘Laten we ons verspreiden om hem te vinden!’ De stevige knapen verspreidden zich aan beide zijden van de weg, zwaaiend met hun stokken, en de Japanse tengu sloop voorzichtig de heuvel af, een dikkere struik in. ‘Ik heb hem! Grijp hem!’ schreeuwde een van de jongens. ‘Wat?’ antwoordde de rest. ‘Hier zit een oude monnik verborgen! Er klopt iets niet aan hem!’ ‘Hou hem tegen, laat hem niet ontsnappen!’ De anderen haastten zich om versterking te bieden. ‘Wat erg’, gromde de Japanse tengu, maar hij was veel te bang om iets anders te doen dan nog dieper in zijn struik duiken en zich zo plat mogelijk te maken. Angstig naar buiten spiedend zag hij hoe de horde jongens de oude monnik naar de toren sleurden; ze trapten en sloegen hem, hij had het bij-
Japanse sprookjes
16
10-12-2013
13:19
FANTASTISCHE
Pagina 16
VERHALEN UIT J APAN
zonder moeilijk. De oude monnik gilde en gromde maar het hielp hem niets. ‘Wie ben jij, oude monnik?’ schreeuwden de jongens terwijl ze hem toetakelden. ‘Nou, zeg op!’ ‘Ik ben alleen maar een arme tengu uit China, meesters. Ik wilde alleen even kijken naar de monniken die voorbijkwamen. Maar de eerste was Yokyo, en hij declameerde de Mantra van het Vuur, dus kwam er een grote zuil van vlammen uit zijn koets; de tweede was Jinzen, die de Mantra van Fudo doornam, zodat Fudo’s eigen bewakers hem beschermden met hun ijzeren stokken, en de derde, de abt, dacht aan de Perfecte Meditatie. De eerste twee maakten me zo bang dat ik me verschool, maar de abt zag er heel ongevaarlijk uit, dus was ik onvoorzichtig. Daarom hebben jullie me gevangen!’ De jongens zagen geen grote bedreiging in hem, daarom lieten ze hem gaan. Maar eerst gaven ze hem een voor een nog een fikse trap tegen zijn achterwerk. Toen de abt eenmaal gepasseerd was, kroop de Japanse tengu uit zijn schuilplaats om zijn collega te vinden, die daar in elkaar getrapt als een hoopje ellende lag. ‘Hoe ging het dit keer?’ vroeg hij. ‘Heb je hem te grazen genomen?’ ‘Kop dicht, laat me met rust’, beet de Chinese tengu hem toe. ‘Ik ben hier helemaal uit China gekomen, en ik geloofde in mijn onschuld dat ik een beetje medewerking zou krijgen van types als jij, maar je hebt geen vinger uitgestoken. Nee, je moest me zonodig blootstellen aan mannen als levende Boeddha’s, en het enige wat het me heeft opgeleverd is een zeer achterwerk en een pak rammel!’ Daarna barstte hij in tranen uit. ‘Ik neem het je niet kwalijk’, antwoordde de Japanse tengu troostend. ‘Maar weet je, jij bent een tengu van een groot en machtig land, en ik dacht dat je wel in staat was om wie dan ook uit een klein land als het mijne voor je rekening te nemen. Het spijt me echt dat ze je zo te grazen genomen hebben.’ Hij nam de Chinese tengu mee naar een rustige plaats in de
Japanse sprookjes
10-12-2013
13:19
E EN C HINESE
Pagina 17
TENGU IN J APAN
17
bergen, waar deze zijn achterste in een heet bad kon dompelen om weer wat bij te komen, en daarna hielp hij zijn gast inpakken voor de terugreis naar China. Later nam de Japanse tengu bezit van iemand, en toen heeft hij het hele verhaal verteld.
Japanse sprookjes
10-12-2013
13:19
Pagina 18
Hoe een oude man zijn gezwel kwijtraakte
E
r was eens een oude man met een gezwel op zijn rechterwang. Deze misvorming zat hem erg dwars en hij gaf veel geld uit om er vanaf te komen. Hij gebruikte allerlei medicijnen en smeerde zich in met vele soorten zalf, maar het gezwel verdween of verminderde niet; integendeel, het werd er alleen maar groter door. Op een dag, toen de man vanuit het bos naar huis ging met op zijn rug een grote lading brandhout, werd hij overvallen door een vreselijk onweer, en hij moest schuilen in een holle boom. Toen de storm afnam en hij zijn tocht wilde voortzetten, hoorde hij vlakbij vrolijke geluiden. Hij gluurde vanuit zijn schuilplaats naar buiten en zag tot zijn verbazing een groot aantal demonen die bezig waren met dansen, zingen en drinken. Ze dansten zo vreemd, dat de oude man al zijn voorzichtigheid vergat; hij barstte in lachen uit, en uiteindelijk stapte hij de holle boom uit om die vertoning beter te kunnen zien. Terwijl hij zo stond te kijken, zag hij dat een van de demonen helemaal alleen danste, en bovendien dat de aanvoerder van het gezelschap tamelijk ontstemd was over zijn onhandige, lompe bewegingen. Ten slotte riep de leider: ‘Genoeg! Is hier niemand die beter danst dan deze figuur?’ Toen de oude man deze woorden hoorde, leek het wel of hij weer even jong was, en omdat hij in zijn jonge jaren een uitstekend danser was geweest, bood hij aan zijn vaardigheden te tonen. En zo danste de oude man voor deze vreemde bijeenkomst van demonen, die het prachtig vonden. Ze juichten hem toe, boden hem een glas sake aan, en daarna smeekten ze hem om nog meer voor hen te dansen. De oude man was bijzonder in zijn nopjes met de manier waarop hij werd behandeld, en toen de aanvoerder van de demonen hem vroeg om ook de volgende avond voor hen te komen dansen, ging hij onmiddellijk akkoord. ‘Dat is mooi’, zei de aanvoerder, ‘maar je moet wel een onderpand achterlaten. Ik zie dat je een gezwel op je rechter-
Japanse sprookjes
10-12-2013
H OE
13:19
Pagina 19
EEN OUDE MAN ZIJN GEZWEL KWIJTRAAKTE
19
wang hebt, en dat zou een geweldig onderpand zijn. Sta mij toe om die van je af te nemen.’ Zonder dat het enige pijn deed verwijderde de aanvoerder van de demonen het gezwel, en nadat hij dit sterke staaltje had verricht verdwenen hij en zijn makkers van het ene moment op het andere. Terwijl hij naar zijn huis liep bleef de oude man maar aan zijn rechterwang voelen, en hij kon nauwelijks geloven dat hij na vele jaren het geluk had gehad om dat lelijke, pijnlijke gezwel kwijt te raken. Uiteindelijk kwam hij aan bij zijn nederige hut, en zijn vrouw was niet minder blij met zijn belevenis in het woud. Nu woonde er naast dit goede echtpaar een slechte en afgunstige oude man. Al jarenlang had hij last van een gezwel op zijn linkerwang, en ook bij hem had de misvorming iedere poging tot genezen weerstaan. Toen hij hoorde van het geluk van zijn buurman ging hij naar hem toe en luisterde goed naar zijn vreemde avonturen bij de demonen. De goede man vertelde hem waar hij de holle boom kon vinden, en raadde hem aan om zich daar net voor zonsondergang te verstoppen als hij de demonen wilde ontmoeten. De slechte oude man vond de boom en ging naar binnen. Hij had zich er pas een paar minuten verscholen, toen hij tot zijn vreugde de demonen zag verschijnen. Een van de demonen merkte op: ‘De oude man is laat. En ik had ons nog zo ervan verzekerd dat hij zijn belofte zou houden.’ Bij deze woorden kroop de oude man uit zijn schuilplaats, ontvouwde zijn waaier, en begon te dansen. Maar helaas, hij wist helemaal niets van dans, en zijn stuntelige bewegingen leidden ertoe dat de demonen luidkeels begonnen tot morren. ‘Je danst verschrikkelijk slecht’, zei de aanvoerder, ‘en hoe eerder je ophoudt, hoe liever het ons is; maar voordat je vertrekt zullen we je het onderpand teruggeven dat je gisteravond bij ons hebt achtergelaten. Toen hij dit gezegd had, smeet de demon het gezwel naar de rechterwang van de oude man, waar het stevig vast bleef
Japanse sprookjes
20
10-12-2013
13:19
FANTASTISCHE
Pagina 20
VERHALEN UIT J APAN
zitten. Het kon niet meer verwijderd worden. En zo vertrok de slechte oude man, die had geprobeerd de demonen te misleiden met op elke wang een gezwel.