Prana 197, juni 2013

Page 1

AnkhHermes Utrecht

BP

Nieuw van AnkhHermes M.A. Guru

Marcus Aurelius

Het Egyptische dodenboek

Overpeinzingen

Het Egyptische dodenboek bestaat uit een unieke verzameling teksten die al stammen uit de periode 1500 tot 400 voor Christus. Het zijn rituele teksten, bezweringen, gebeden en ook spreuken, die men de doden in het oude Egypte meegaf in de sarcofaag, bedoeld om hen te helpen bij hun tocht door het hiernamaals. Verzameld en hedendaags vertaald door M.A. Geru.

Overpeinzingen is een filosofisch dagboek dat de laatste vertegenwoordiger van de Stoa zelf bijhield tijdens zijn veldslagen. Extra interessant omdat Marcus Aurelius bekendstaat als een uitzonderlijk nobel man. Zijn aantekeningen zijn het resultaat van een levenslange spirituele zoektocht naar zichzelf en de zin van het universum.

€ 27,95 integraalband | 208 blz.

€ 16,95 integraalband | 176 blz.

Jacob Slavenburg & John van Schaik

Hans Stolp

Bronnen van de westerse esoterie

Wat gebeurt er als je doodgaat?

€ 29,95 paperback | 496 blz

www.ankh-hermes.nl

€ 12,95 paperback | 144 blz.

€ 6,95 tijdschrift voor spiritualiteit en nieuwe wetenschap

Verkrijgbaar in de boekhandel – Prijswijzigingen voorbehouden - 130423-PRANA-2

Van 25 mei – 25 juni is de trilogie verkrijgbaar voor de speciale prijs van € 64,95 (normale prijs € 89,95): Geheimen en onthullingen van de westerse esoterie, Westerse esoterie en oosterse wijsheid en Bronnen van de westerse esoterie.

Sterven is niet het einde, zoals we vaak vrezen. Het is juist de eerste stap op weg naar een nieuw leven. En dat – aldus Hans Stolp – is een moment van diepe vreugde. In het geruststellende Wat gebeurt er als je doodgaat legt hij precies uit door welke fases we moeten gaan en waarom. En daar is niets engs of duisters aan.

197

De onbekende kosmos

Magie, mythen en mystiek Deel 3 in de serie van Slavenburg en Van Schaik over westerse esoterie, waarin de auteurs zich richten op de bronnen van de westerse esoterie.

juni / juli 2013

prana 197  |  DE ONBEKENDE KOSMOS

Een uitgave van

Interview met Coen Vermeeren Rupert Sheldrake


PRANA 197  01 1

Inhoud 3 Ten geleide Hein van Dongen

7 Wij zijn de kosmos Roger Rundqvist

47 Jij bent groter dan de kosmos als jij jou van jezelf bevrijdt Osho over het innerlijk Universum Rinus van Warven

16 Graancirkels aan de rand van de wetenschap

54 Mijmering Paul Kluwer

Klaas van Egmond

25 Ruimtevaartdeskundige Coen Vermeeren over UFO’s Buitenaards leven kan ons helpen de aarde te redden

57 Het koude en het warme universum Peter Kampschuur

Een interview door Rinus van Warven

34 Het universum schept uit Zichzelf Aat-Lambèrt de Kwant

64 Verander de kosmos, begin bij het bewustzijn... Hein van Dongen

41 De zeven stadia van de nafs De ontdekkingsreis naar binnen

72 Rupert Sheldrake tegen wetenschappelijke dogmatiek

Wim van der Zwan

Els van Es



03

Ten geleide Hein van Dongen

De kosmos waarin wij leven is ons voor een groot deel onbekend. Dat merken we aan de onzekerheid die ons alledaagse doen en laten omgeeft. Dat merken we ook wanneer we geconfronteerd worden met getuigenissen over graancirkels, buitenaardse wezens en natuurkrachten zoals morfogenetische velden. Kosmische cosmetica Het Griekse woord kosmos betekent ‘wereld’, maar ook ‘sierraad’, hetgeen nog doorklinkt in ons woord cosmetica. Van oudsher heeft de mens geprobeerd de wereld te doorgronden en haar schoonheid te ervaren. Bij oude filosofen als Pythagoras (572-500 v.Chr.) waren de kennis en de schoonheid nog innig verbonden. De filosofie was volgens Pythagoras: ‘de beschouwing van het allerschoonste’: ‘de participatie van alles (…) aan de natuur van getallen en verhoudingen die alles doorstroomt, waarnaar dat alles harmonisch is ingericht en op passende wijze geordend’. De kosmos ontleende haar pracht dus aan haar ordening. De ingewijde wiskundige ‘doorzag’ deze ordening in haar wiskundige bouw. Ook het menselijk lichaam had deel aan deze patronen. Soms zag men het lichaam als een kosmos in het klein, wat natuurlijk impliceert dat we als we naar een lichaam kijken ook weten hoe de kosmos er ongeveer uitziet. Mathematische en muzikale opbouw van de kosmos


04  DE ONBEKENDE KOSMOS

Jaïnistische weergave van de kosmos in de vorm van een menselijk lichaam

Zo boven, zo beneden Tussen de wereld van de melkwegstelsels, die we nooit zelf zullen waarnemen, en de wereld van de moleculen, atomen en elektronen, die we evenmin kunnen zien, ligt de wereld waarin wij leven en doen. De natuur, de stoffelijke en de levende wezens, planten, dieren en mensen – die hele wereld lijkt een middenpositie in te nemen tussen het megagrote en het ultrakleine. Die werelden hebben in het oude denken veel met elkaar te maken. Dat was zelfs nog zo in de twintigste eeuw, toen men dacht dat de subatomaire wereld er net zo uitzag als planetenstelsels.

Kosmologie Pythagoras en zijn tijdgenoten staan aan het begin van de kosmologieën in de westerse traditie: theoretische modellen, die alles trach-

ten te ‘verklaren’. Meestal gebruik makend van wiskunde, en kennelijk met de behoefte om niet alleen het ware, maar ook het schone en het goede in kaart te brengen. Kaarten gaan op het eerste gezicht altijd over iets ‘out there’: iets wat we aantreffen of tegenkomen. Het oude adagium uit de filosofie is, dat alleen roerloos water de wereld kan spiegelen. De geest die niet door belang en alledaagse emoties wordt bewogen, is in staat de wereld te reflecteren. In veel theorieën in de wetenschap is de mens een toeschouwer, die afwezig is op de kaart die hij tekent. Maar dit betekent toch dat de kaart niet compleet is. Onze kaarten verwijzen niet alleen naar de wereld, maar ook naar degenen die de kaarten hebben vervaardigd. Wat wilden zij afbeelden, welk territorium


PRANA 197  05

De mens als middelpunt van de kaart

wilde zij ‘mappen’? Het is opvallend dat de mens in zijn kosmologie zijn eigen leefwereld vaak passeert. In de twintigste-eeuwse kwantummechanica is deze eenzijdigheid tot op zekere hoogte gecorrigeerd. ‘We onderzoeken niet de natuur, maar de natuur zoals die onderworpen is aan onze methode van vraagstelling’, schreef haar pionier Werner Heisenberg. Natuurwetenschappelijke fenomenen zijn als edelstenen. We vatten deze voor het gemak op als dingen die we vinden en aantreffen, als ‘feiten’. Maar ze worden niet zomaar ontdekt, ze worden gezocht en gevormd. Dat betekent dat de menselijke cultuur invloed heeft op wat

wij van de kosmos (menen te) weten. En cultuur is, zoals we maar al te vaak ervaren, veranderlijk. Het serieus nemen van bijzondere ervaringen (onderzoek naar ufo’s, graancirkels enz.) vraagt om een cultuuromslag.

Verschijnen en verdwijnen De wetenschap wordt al eeuwenlang gedreven door de onderzoekende geest. Soms echter ook door de drang om alles overzichtelijk en beheersbaar te maken. Dit kan ertoe leiden dat men op het laatst geen verschil meer ziet tussen de werkelijkheid en de kaart, tussen de kosmos en de kosmologie. Men zegt dan van verschijnselen dat ze ‘niets anders zijn dan


06  DE ONBEKENDE KOSMOS

(vult u maar in): hersenprocessen, genetische patronen, natuurkundige wetten, sociale constructies et cetera. Een andere visie op de kosmos begon zich enige eeuwen geleden te ontwikkelen. De filosoof Leibniz vermaakte in de achttiende eeuw de hofdames in ordelijke vorstentuinen met de vraag of ze hem twee gelijke boomblaadjes wilden laten zien. Dat lukte die deftige dames natuurlijk niet, en dan kon Leibniz uitleggen dat er in de natuur geen enkel ding aan een ander ding gelijk was. Al had ook hij een mathematische geest, hij zag van de natuur juist de schoonheid van het unieke en het bijzondere. In de wereld van het wetenschappelijk onderzoek is heel bekend dat het maar zelden voorkomt dat een onderzoek strikt herhaald kan worden. Als men bijvoorbeeld medicijnen wil testen zijn de uitkomsten van het onderzoek steeds anders. Van sommige middelen die al lang en breed op de markt zijn, blijken de positieve testresultaten van pakweg tien, twintig jaar geleden totaal niet repliceerbaar te zijn. De feiten van de wetenschap verschijnen en verdwijnen. Steeds opnieuw hebben de wetenschappers het gelijke en het gelijkblijvende gezocht. Zou het kunnen zijn dat we daarmee over de verschillen heen kijken en we te snel bij algemene patronen terechtkomen? Dan hebben we een Leibniz nodig die ons erop wijst dat elk boomblad anders is dan alle andere ‌

Leibniz demonstreert het unieke van elk boomblad. Ingekleurde kopergravure van Christian Schule, 1796.

De mens hoort bij de kosmos. In de menselijke kennis onderzoekt de kosmos zichzelf. Maar de wereld en de mensen zullen nooit samenvallen met de kaarten die we hebben getekend. Voor wie zich ervoor openstelt, roept het onbekende steeds weer verwondering en inspiratie op.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.