De schatkaart van Monet - Hoofdstuk 1 tweede druk

Page 1

MARTIJN COUWENHOVEN

UITGEVERIJ OEVERS



Martijn Couwenhoven

De schatkaart van Monet Met tekeningen van Xantha-Iris Vorst

Uitgeverij Oevers Koog aan de Zaan


Eerste druk oktober 2014 Tweede, herziene en uitgebreide druk juli 2017 Copyright © 2014 Martijn Couwenhoven en uitgeverij Oevers Copyright illustraties © 2014 Uitgeverij Oevers Vormgeving Kades-Kaden.nl ISBN 9789492068125 NUR 283 Leeftijd 8-12 jaar www.uitgeverijoevers.nl


Inhoud

Amandelcake 7 De Chinese Wolhandkrab 13 Opa 20 Het huis van Monet 24 Een bijzonder boek 33 Joep 39 Kopje onder 44 De schatkaart van Monet 50 Verrekijken 59 Smurfenijs 65 Enge droom 72 Monet in het museum 79 Brief aan de burgemeester 85 Nog een blauw huis? 87 Wauw rijmt op blauw 93 Belangrijk nieuws! 101 De schilderijen in dit boek 108 Bekijk alle schilderijen 111 Handige websites 112


“Met het hart kan men goed zien. Het essentiële is onzichtbaar voor de ogen!” Antoine de Saint-Exupéry, schrijver van Le Petit Prince


Amandelcake

We ontdekten een schat, mijn vader en ik. En dat allemaal door 300 gram suiker, 250 gram amandelmeel, 5 eieren, 100 gram bloem en 125 gram boter. Dus ja, als je het zo bekijkt heeft mijn moeder eigenlijk ook de schat helpen ontdekken, want als zij die cake niet had gebakken, had ik nu niks geen verhaal gehad. We hebben de schat zonder schep opgegraven. Niet uit de grond, maar, zoals mijn vader zei, uit de geschiedenis van de stad waar we wonen: Zaandam. En hij lag al meer dan 140 jaar onder iedereen zijn neus! Niemand die het zag. Wij wel. En Joep. Nou ja, Joep zag het ook niet, dat kan ook niet, want hij is blind. Maar waar het hier eigenlijk om gaat, waarom ik dit allemaal wil vertellen, is omdat een cake dus zomaar een prachtig verhaal kan opleveren. Want de geschiedenis heeft schatten begraven, en vast niet alleen in Zaandam. Het begon toen ik vrijdagmiddag uit school kwam. Niets aan de hand, zou je zeggen, lekker

7


een week vrij, want het was meivakantie. Maar ik zag er ook een beetje tegenop. Maandag na de vakantie had ik namelijk mijn spreekbeurt. Ik had het al een keer over de rivier gehouden, en over de oude fabriek aan de rivier waarin wij wonen. Deze keer moest het over een bekend iemand uit de geschiedenis van de stad gaan en ik had nog werkelijk geen idee. Maar ik zag vooral tegen de spreekbeurt op omdat ik dyslexie heb. Kan je niks aan doen, als je dat hebt, daar word je mee geboren. Een foutje in je hersens, zeg maar, waardoor je woorden niet herkent of letters door elkaar haalt, de b en de d bijvoorbeeld. En voor een spreekbeurt moet je veel lezen en opschrijven en dat is dus wat ik niet graag doe. Laat mij maar lekker tekenen en dansen en zingen en films kijken. Is er niet een school waar dat kan? Daar dacht ik over na toen ik in de lift stond. We wonen op de vijfde verdieping. Halverwege ging het licht in de lift uit. Dat gebeurt soms, het duurt nooit lang, maar leuk vind ik het niet, want ik ben bang in het donker. Gelukkig ging het snel weer aan. En toen ik op de gang naar onze voordeur liep, vergat ik mijn spreekbeurt meteen, want ik rook cake! Mijn moeder had

8


weer iets lekkers gebakken. Ze houdt van bakken. En ik hou van cake. Cake is te gek. Voor cake mag je me ’s nachts altijd wakker maken. En voor taart trouwens ook. ‘Lekker mam!’ Ik gooide mijn schooltas op de bank en gluurde door het raampje van de oven. ‘Wanneer is hij klaar?’ ‘Dag Eva, ook goedemiddag.’ Mijn moeder gaf me een zoen. ‘Hoe was het op school?’ ‘O, ging wel. Niets bijzonders.’ ‘Geen speelafspraak gemaakt?’ Dat vraagt ze altijd als ik uit school kom. Alsof ze het zielig voor me vindt of zo, dat ik met niemand afspreek. Maar ik heb helemaal geen zin om af te spreken. Nou ja, ik heb er op zich wel zin in, maar die meiden op school zijn niet goed wijs. Zitten de hele tijd met hun telefoontjes te spelen en te giebelen en zo. Moeten zij weten, prima, maar ik ga liever op avontuur uit of een tekening maken of, nog beter, met mijn moeder iets lekkers bakken. Dus ik zei: ‘Nee, had ik geen zin in. Maar wanneer is die cake nou klaar?’ Voordat mijn moeder antwoord kon geven ging de kookwekker af. Met een ovenwant pakte ze de cake uit de oven. ‘Wat is het voor cake?’

9


Hij zag er anders uit dan de cake die ze normaal bakt. ‘Amandelcake,’ zei ze. En ze liet me een oud schrift zien met recepten in een nogal onleesbaar handschrift. Soms stond er ook een tekeningetje bij, van een pollepel bijvoorbeeld, of van een ronde ovenschaal of juist een vierkante. ‘Ik heb dit schrift van oma Trijntje gekregen. Ze schreef er alles in op wat ze lekker vond. Kijk, de amandelcake staat er ook in.’ Het handschrift van oma was moeilijk te lezen, het was nogal schots en scheef geschreven. Met moeite kon ik lezen: 300 gram suiker 250 gram amandelmeel amandelschaafsel 5 eieren 100 gram bloem 125 gram boter Eronder stond een naam. Een recept van… Ik probeerde het te ontcijferen, maar dat lukte echt niet. Mijn moeder keek mee. ‘Claude Monet,’ zei ze verrast. ‘Kloot wie?’

10


‘Claude Monet, een beroemde Franse kunstschilder. Je spreekt het uit als klo-de mo-nè, zoals een geit bè zegt. Klode Monè. Geen idee hoe oma aan het recept komt.’ ‘Hoe dan ook, de cake ruikt verrukkelijk.’ ‘Straks gaan we ‘m proeven, als papa thuis is.’ ‘Straks pas?’ ‘Nog even geduld, cakemonster.’ ‘Maar hij ruikt zo lekker!’

Ik hing nu met mijn neus boven de cake. ‘Eva!’ waarschuwde mijn moeder. ‘Ik ruik alleen maar!’

11


In de keuken hangt een klein schilderij van een fruitschaal met een paar appels. De fruitschaal staat op een rood-wit gestreept tafelkleed. Om het schilderij zit een gouden lijst, nou ja, het zal wel niet echt goud zijn natuurlijk, maar de kleur is goud. Mijn vader kocht het vorig jaar zomer op een rommelmarkt in Frankrijk. Mijn moeder kocht een stapel oude borden versierd met bloemen. Ik wees naar het schilderij: ‘Heeft Monet dat gemaakt?’ ‘Helaas niet,’ zei mijn moeder. ‘Nee, zijn schilderijen hangen alleen in beroemde musea.’ ‘Ook in Nederland?’ ‘Dat weet ik niet, nee, dat denk ik eigenlijk niet.’ We keken naar het schilderij. De appels waren gifgroen en zagen er nou niet bepaald appetijtelijk uit. Ik denk dat ze heel zuur smaken. ‘Nou,’ zei ik, ‘als Monet naast het maken van schilderijen ook cake bakt, dan is dit schilderij misschien wel gemaakt door een Franse bakker!’ Dat vond mijn moeder een mooie gedachte.

12



De beroemde Franse schilder Claude Monet is in 1871 in Nederland geweest. Sterker nog: hij verbleef vier maanden in Zaandam, de woonplaats van Eva en Joep! Samen gaan ze op onderzoek uit naar de 25 schilderijen die Monet in de stad maakte. Er blijken er een aantal in Nederland te zijn... Maar hoe moet Eva aan Joep, die blind is, de schilderijen omschrijven? Hoe leg je uit hoe blauw eruit ziet aan iemand die nooit blauw heeft gezien? ‘Een goed kinderboek omdat het op zeer toegankelijke wijze, levendig en met de nodige dosis humor, kinderen de ogen opent voor de schoonheid van het alledaagse.’ – schrijver Caspar Visser ‘t Hooft ‘Schilderen met woorden, dat kan Martijn Couwenhoven.’ – Prikkels, tijdschrift over cultuur op school ‘Het boek nodigt uit om op ontdekking te gaan in de historie van je woonplaats.’ – NBD Biblion ‘Je zit vanaf de eerste zin in het verhaal. De hoofdpersoon is ook meteen leuk!’ – kinderboekenschrijver Niki Smit Martijn Couwenhoven is kunstschilder, schrijver en uitgever. Hij woont in het steeds kleurrijkere Zaandam. Zijn lievelingskleur is blauw. ISBN 978-94-920-6812-5


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.