Voorpublicatie Lili Elbe - Van man naar vrouw

Page 1



Van man naar vrouw



LILI ELBE

Van man naar vrouw

Vertaald uit het Deens door Michal van Zelm Met een voorwoord van Loiza Lamers

Uitgeverij Oevers Zaandam 2019


De vertaler ontving voor deze vertaling een werkbeurs van het Nederlands letterenfonds.

Uitgegeven met productiesteun van het Deens Letterenfonds.

Oorspronkelijke titel: Fra mand til kvinde (1931) Copyright Nederlandse vertaling Š Michal van Zelm en Uitgeverij Oevers, 2019 Copyright voorwoord Š Loiza Lamers en Uitgeverij Oevers, 2019 Omslagontwerp en vormgeving binnenwerk Kades-Kaden.nl NUR 402 ISBN 9789492068279

www.uitgeverijoevers.nl


Jezelf zijn is niet iets wat aan komt waaien

Mijn transitie is een van de zwaarste dingen die ik heb meegemaakt, maar zeker ook een van de mooiste. De zoektocht, de angst en de onzekerheid zorgen ervoor dat het niet gemakkelijk is om uiteindelijk gelukkig te kunnen zijn. Maar het bevrijdende gevoel wanneer lichaam en geest eindelijk één worden, is een van de mooiste dingen die ik heb meegemaakt. De weg naar het ultieme doel, in mijn geval vrouw zijn, is een verrijking. Zolang ik me kan herinneren voel ik me al meisje, vrouw. Op jonge leeftijd was ik bezig met de vrouwelijke dingen in het leven zoals verkleden, make-up en spelen met mijn vriendinnetjes. Op een gegeven moment kwam er een splitsing tussen wat mannelijk en vrouwelijk is en dat was het moment waarop ik en ook mijn ouders beseften dat er iets niet klopte. Het was niet echt als een ‘coming out’, omdat mijn ouders zagen dat er iets anders aan de hand was, dat ik ongelukkig was in mijn lichaam. Ik wilde vrouw zijn en daar kon niemand meer iets aan veranderen! Hand in hand zijn we het proces van jongen naar meisje, van man naar vrouw gestart en daar ben ik ze eeuwig dankbaar voor. En ook mijn zusje en broertje hebben mij tijdens mijn transitie enorm gesteund. Ik ben mijn transitie begonnen toen ik zes was en heb die voltooid op mijn achttiende door middel van de geslachtsveranderende operatie. Ik nam toen definitief afscheid van mijn geboortenaam, Lucas. Ook al denk ik 5


weinig terug aan Lucas, ik ben en blijf wel die persoon, alleen met andere uiterlijke kenmerken. Soms komt hij even voorbij, als ik met mijn ouders naar oude foto’s kijk. In 2015 kwam de film The Danish Girl uit, dat is gebaseerd op dit boek, met Eddie Redmayne in de prachtige rol van Lili Elbe. Het was emotioneel de zware weg die Lili moest afleggen te zien, omdat het zo herkenbaar was. Het gevecht voor acceptatie, het gevecht om het gevoel te hebben dat je gelukkig kunt zijn met jezelf. Lili was een pionier op het gebied van transgender zijn en het proces dat daarbij komt kijken. Ik ben haar zeer dankbaar voor de dappere stappen die zij toen heeft genomen en waarmee ze deuren voor ons heeft geopend. Wat echter niet moet worden vergeten, is dat je na de transitie altijd moet blijven vechten voor acceptatie; er zullen altijd mensen zijn die je niet als volwaardige vrouw (of man) zien, maar als transgender. Onthoud dat jezelf zijn niet iets is wat aan komt waaien. We zullen allemaal moeten blijven vechten voor acceptatie en een stabiele plek in deze maatschappij. Maar in ieder van ons zit een sterk persoon, en zodra we die accepteren en omarmen, kunnen we geluk vinden. Lili Elbe – Van man naar vrouw, geschreven in 1931, is dan ook een inspiratie voor iedereen. Ik ben erg trots dat ik middels dit voorwoord mag bijdragen aan deze uitgave. En bedankt uitgeverij Oevers voor het uitbrengen van dit fantastische, inspirerende boek. Loiza Lamers Arnhem, mei 2019 6


Overeenkomstig Lili Elbes laatste wens heb ik haar aantekeningen in dit boek verzameld. Het resultaat is een waarheidsgetrouw, diep menselijk document over een schokkende tragedie die het gewone voorstellingsvermogen ver te boven gaat. De arts die met zijn gewaagde operaties de doodzieke en wanhopige Einar Wegener* in staat stelde in harmonie te leven met zijn eigenlijke wezen, heeft de Duitse versie van dit boek doorgelezen. Volgens de wens van Lili Elbe zijn er voor de mensen die in dit boek voorkomen fictieve namen gebruikt. Alleen haar eigen naam, die ze heeft gekozen uit dankbaarheid voor de stad waar ze vrouw is geworden en waar ze is gestorven, moest van haar onveranderd blijven. Niels Hoyer Kopenhagen, november 1931

_________ * Einar Wegener (Lili Elbe, 1882-1931) en Gerda Wegener (1886-1940) heten in dit boek Andreas en Grete Sparre. Niels Hoyer is een pseudoniem voor Ernst Harthern. Harthern was een Duitse journalist, schrijver en vertaler. Vanaf 1910 werkte hij in Denemarken als correspondent voor de Frankfurter Zeitung. Vanwege zijn joodse afkomst werd hij na 1933 vervolgd. Vanaf 1936 woonde hij in ballingschap in Denemarken en Zweden, waar hij in 1969 overleed.



1

Parijs. Quartier Latin, 1930. Een avond in februari. Een stille straat met statige villa’s. Een klein restaurant. François, de restaurateur, is Siciliaan en schenkt de vin brulé van zijn vaderland. Zijn vaste clientèle bestaat uit een intieme kring buitenlanders waarvan de meesten kunstenaar zijn. Onder hen bevinden zich het Deense schildersechtpaar Andreas en Grete Sparre en hun Italiaanse vriend Ernesto Rossini met zijn elegante Franse echtgenote, madame Elena. Vanavond vieren ze hun hereniging. Een jaar lang hebben ze elkaar niet gezien. Ze zijn op reis geweest: het ene stel ging naar Noord-Europa, het andere naar het Zuiden. Alle vier zijn ze verheugd elkaar in Parijs weer te zien. ‘Skål,’ zegt Andreas naar goede noordse gewoonte, en hij heft zijn glas. ‘Deze wijn, lieve mensen, is voor de ziel wat de zon boven het hoogland voor het lichaam is. Kennen jullie dat mooie verhaal over de kathedraal van Sevilla? Grete en ik zijn er geweest. Ze zeggen dat er in de sokkel van de hoogste zuil een zonnestraal is ingemetseld.’ ‘Prachtig,’ roept Ernesto enthousiast. ‘Heerlijk,’ stemt Elena in, en Grete lacht stilletjes voor zich uit. Maar de feestelijke stemming is van korte duur. Andreas ziet bleek en is gespannen, hij praat hard en geforceerd. ‘Drink je niet een beetje te veel?’ vraagt Elena hem voor9


zichtig. ‘Wat is er met je aan de hand? Het is nergens voor nodig om te doen alsof alles oké is. Mij hou je niet voor de gek. Het gaat helemaal niet goed met je.’ Ernesto en Grete hebben Elena gehoord en Ernesto pakt de hand van zijn vriend vast. ‘Speelt Lili je nog steeds parten?’ vraagt hij bezorgd, en zijn blik gaat van Andreas naar Grete. ‘Je raadt het goed, Ernesto,’ antwoordt Andreas ernstig. ‘Deze toestand wordt langzamerhand ondraaglijk. Lili neemt er niet langer genoegen mee haar bestaan met dat van mij te moeten delen. Ze wil haar eigen leven kunnen leiden. Misschien is het moeilijk te begrijpen, maar ik ben helemaal op… afgeleefd. Lili heeft het al lang in de gaten en daarom komt ze iedere dag heftiger in verzet. Maar wat moet ik doen? Waarvoor zou ik nog moeten leven? Voor de anderen, zeggen ze, maar alleen een dwaas denkt dat hij onmisbaar en onvervangbaar is… Laten we er geen woorden meer aan vuilmaken, laten we liever een fles van die sprankelende Asti drinken waar Elena zo dol op is.’ ‘Dat lijkt me een prima idee,’ zegt Elena, en ze kijkt Andreas na wanneer hij vermoeid opstaat en naar de bar loopt waar François tussen de flessen troont en met zijn fluwelen ogen over zijn gasten waakt. ‘Vertel eens snel hoe het met hem gaat,’ zegt Elena terwijl ze haar stoel dichter naar haar vriendin toeschuift. ‘In één woord verschrikkelijk,’ antwoordt Grete. ‘Ik heb alle hoop op redding opgegeven. Tenzij er een wonder gebeurt.’ ‘Wat interessant dat je het juist zo zegt,’ onderbreekt Elena haar vlug. ‘Weet je hoe bijzonder het is dat we elkaar 10


na zo lange tijd juist vanavond weer zien? Ernesto en ik zouden eigenlijk ergens anders naartoe gaan, maar ik had het gevoel dat we elkaar moesten zien. Nietwaar, Ernesto? Dat zei ik toch ook tegen jou?’ Ernesto knikt instemmend. ‘Luister, kom eens wat dichterbij zitten,’ gaat Elena fluisterend verder. ‘Een goede vriend van ons is momenteel in Parijs, een Duitser. Hij komt uit Dresden en hij is gynaecoloog. Ik wist niet dat hij hier was, maar net nadat ik met jullie had getelefoneerd belde hij en meteen realiseerde ik me dat als er iemand is die Andreas kan helpen, dan is hij het. Maar er is haast bij, want de professor vertrekt morgenmiddag alweer naar Duitsland. We moeten vanavond nog een afspraak met hem en Andreas regelen.’ Grete wuift het optimisme dat uit de ogen van haar vriendin straalt met een mat handgebaar weg. ‘Lieve Elena, dat heeft geen zin. Andreas wil geen dokters meer zien. Hij heeft er schoon genoeg van. Je weet toch bij hoeveel hij er al is geweest.’ ‘Laat Elena nou doen wat ze denkt dat goed is,’ dringt Ernesto aan. ‘Ja, Grete, laat me mijn gang nou maar gaan,’ zegt Elena. ‘Of hij nou wil of niet, dit keer moet hij ons advies ter harte nemen. Ik bel de professor vanavond nog om hem over Andreas te vertellen. Ik voel, nee, ik weet dat hij hem kan helpen. Begrijp je, lieverd?’ Grete steekt langzaam een sigaret op. Zoals altijd doet ze het heel beheerst, bijna alsof het een ritueel is, maar helemaal onbewust. Haar grote, grijze ogen die het karakter van haar tere, bleke gezicht bepalen krijgen hun kenmer11


kende, naar binnen gekeerde blik. Ze blaast blauwe rook de ruimte in en blijft ernaar zitten staren. Ze neemt nog een trekje van haar sigaret, blaast de rook weer uit en staart er weer naar. Dan zegt ze langzaam maar nadrukkelijk: ‘Goed, Elena, ga maar met die Duitse professor praten. Ik heb over zoveel mysterieuze dingen gehoord, misschien is het wel waar. Ik geloof dat je me aangestoken hebt. Normaal gesproken ben ik niet bijgelovig, maar ik beloof je dat ik Andreas zal overhalen. Ga er maar vanuit dat hij morgenochtend vroeg bij je langskomt.’ Kennelijk had Andreas zijn onderhandelingen met de restaurateur afgerond en ze begonnen snel over koetjes en kalfjes te praten. Hij kwam met twee flessen naar hen toe gelopen die hij als een buit voor zich uit hield. ‘Nu, vrienden, gaan jullie de wijn proeven die jullie mee zal nemen naar de kathedraal van Sevilla. Gebottelde zonnestralen!’ ‘Si, si, Signor,’ valt maestro François hem vanachter de toog bij. Toen Grete en Andreas een paar uur later, nadat ze Elena en Ernesto in een taxi hadden geholpen, langzaam door de avenue wandelden waaraan hun atelierwoning lag, begon Grete voorzichtig maar beslist te vertellen wat ze met Elena had afgesproken. Andreas ging helemaal door het lint. Hij bleef midden op straat staan en begon als een kwajongen met twee voeten tegelijk in een plas te stampen zonder er acht op te slaan dat de spetters tegen Gretes zijden kousen vlogen. 12


Hij riep alle sterren van de hemel tot getuige dat hij die Duitse professor zou laten ophangen! En Elena ook trouwens! Hij was niet van plan zich voor gek te laten zetten door zich door nog een kwakzalver te laten onderzoeken, of hij nou uit Frankrijk, uit Duitsland of uit India kwam! Hij had genoeg van die bloedzuigers… die charlatans. Grete liet hem uitrazen. Ze had ervaring met zijn woedeaanvallen, maar toen hij na op adem te zijn gekomen opnieuw wilde beginnen, greep ze hem bij zijn arm. ‘En nu is het genoeg! Ben jij nou een vent? Je gedraagt je als een hysterische bakvis. Schaam je je niet?’ Trillend van opwinding keek Andreas haar met zijn donkere ogen aan en met moeite lukte het hem er een grap van te maken: ‘Goed dan. Ik hou erover op, maar ik verzeker je dat je me morgenvroeg met geen twaalf trekpaarden uit mijn heerlijke Louis Philippe-bed krijgt om me naar een of andere wildvreemde professor te slepen. Ik laat me niet meer belachelijk maken!’ Andreas is in slaap gevallen, maar Grete is nog klaarwakker. Ze zit met opgetrokken benen in het grote bed naar Andreas te staren. Ze weet al lang hoe slecht het met hem gesteld is, maar nu, onder de drukkende stilte van de nacht, wordt ze bang. Ze denkt diep na. Is het wel verstandig dat zij en haar vriendin deze arme, gekwelde mens proberen over te halen, die hier zo stil en vredig ligt te slapen als een kind? Haar geweten laat haar niet met rust. Elena zegt wel dat die Duitse arts een autoriteit is op zijn vakgebied, maar als blijkt dat ook hij niets kan doen dan 13


wordt dat Andreas’ einde, dan weet ze wat er gaat gebeuren. En toch, misschien gebeurt er dat wonder, het wonder waar haar levensgezel, haar vriend door dik en dun steeds vuriger op is gaan hopen. Ze moest ineens denken aan wat een waarzegster, een van de vele Russische vluchtelingen in Parijs, hun onlangs had voorspeld. Het was vlak na een van hun laatste wanhopige bezoeken aan een Parijse specialist. Andreas was totaal verslagen. ‘Uw man zal nog naar één arts gaan, iemand die hij niet kent, en dan zal alles waar hij naar verlangt in vervulling gaan,’ had ze gezegd terwijl ze Andreas met haar donkere, profetische ogen had aangekeken. Zou de voorspelling juist zijn? Zou haar intuïtie haar in de steek kunnen laten nu er zoveel op het spel stond? Het voelde alsof al haar moed uit haar was weggestroomd voor zover het om haar zieke vriend ging. Ze was bang dat ze ernaast zat, bang om deze grote verantwoordelijkheid op zich te nemen, ontzettend bang. Andreas was al jaren ziek en ze waren bij talloze artsen en specialisten geweest… zonder resultaat. Hij er genoeg van. Het leven was hem een kwelling geworden. Niemand had kunnen achterhalen wat hem mankeerde. Een specialist in Versailles had hem er zonder blikken of blozen van beschuldigd hysterisch te zijn en hem aangespoord zich te vermannen en zich normaal te gedragen. Nader onderzoek achtte hij volstrekt overbodig, de patiënt scheelde niets, hij leed slechts aan de dwangvoorstelling dat hij pas gezond zou zijn als… en daarmee basta! Een jonge arts, ook in Versailles, had tenminste erkend dat niet 14


alles was zoals het hoorde, maar daarna had hij geprobeerd hem een beetje op te vrolijken: ‘Trekt u zich maar niets aan van wat er met uw lichaam gebeurt. Voor de rest bent u immers kerngezond, en u kunt wel tegen een stootje.’ Alleen een arts in Wenen, een vriend van Steinach, was met zijn diagnose op het juiste spoor geweest. ‘Slechts een voortvarend en onbevreesd chirurg kan u helpen,’ had hij gezegd, ‘maar waar vinden we die?’ Een radioloog had hem aan een hoogenergetische röntgenbehandeling onderworpen die hem bijna fataal was geworden. Toen had Andreas moed gevat en achterelkaar drie chirurgen bezocht, maar geen van allen wilde iets met hem te maken hebben. De eerste had gezegd dat hij zich niet met schoonheidsoperaties inliet, de tweede had alleen onderzocht of alles in orde was met zijn blindedarm en de derde vond dat Andreas totaal geschift was. Daarin hadden de meesten hem waarschijnlijk gelijk gegeven, want Andreas beweerde dat hij eigenlijk helemaal geen man was maar een vrouw. Voor Andreas was het duidelijk geworden dat alleen een arts met fantasie, een arts die niet alleen wetenschapper was maar tegelijkertijd ook kunstenaar, in staat zou zijn hem te helpen… misschien. Maar hij had de hoop zo’n arts te vinden al lang opgegeven. Hij was er moe van geworden, doodmoe. Hij had besloten een einde aan zijn leven te maken en hij had de datum vastgesteld. Het zou op één mei gebeuren. Als je ziek en afgemat bent, heb je moed noch kracht om nog een voorjaar tegemoet te treden. Nu was het al februari. Maart en april vormden het laatste uitstel, maar hij was er klaar voor. Hij had de balans opgemaakt en hij berustte erin. 15


Het enige wat hem dwarszat was de gedachte aan zijn geliefde vrouw, zijn trouwe hartsvriendin. Grete Sparre was een zeer getalenteerde kunstenares. Haar voorstellingen van mooie, smachtende vrouwen met dromerige blikken en vuurrode lippen die uitnodigden tot kussen en liefkozingen interesseerden hem veel meer dan zijn eigen schilderijen. Haar kunst was verleidelijk en opwindend als een geur uit de Parijse jungle, een uiting van de tijd waarin ze leefden en toch vol hartstochtelijke overgave, met beheerste penseelvoering, in de traditie van Botticelli en de andere Italiaanse primitieven, maar vaak met een zweem van smartelijk verlangen dat deed denken aan Watteau. Het was alsof je midden in een Parijse salon plotseling de vage echo van Pans fluit gewaar werd. Misschien juist doordat hun huwelijk van begin af aan op vriendschap was gebaseerd was het leven voor hen gemakkelijk en aangenaam zolang ze maar samen waren. Ze waren onafscheidelijk. Ze hadden elkaar ontmoet op de kunstacademie in Kopenhagen en ze waren nog maar net volwassen toen ze met elkaar trouwden. Dapper waren ze samen het leven tegemoet getreden. Een paar dagen na de bruiloft had Andreas op zijn eerste tentoonstelling zijn eerste schilderij verkocht voor vijftig kronen. Als kunstenaars hadden ze elkaar bijgestaan, altijd en onder alle omstandigheden. Schouder aan schouder hadden ze gestreden voor hun kunst en geen van beiden zou ook maar op het idee kunnen komen de ander in de steek te laten. Het grootste deel van de tijd hadden ze in het buitenland gewoond, vooral in Parijs, en dit leven onder vreemden had hun band misschien nog hechter gemaakt. 16


De sfeer van oppervlakkigheid, onverantwoordelijkheid en scheidingen die zich als een golf over Kopenhagen verspreidde was hun in ieder geval bespaard gebleven. Maar juist daarom waren er vaak momenten waarop Andreas zich een verrader voelde tegenover Grete, wanneer hij met een steeds gewilliger oor naar de verlokkende muziek van de dood luisterde. Maar nu was het tot hem doorgedrongen dat hij niet meer in staat was te werken, en dit besef was hem een troost. Hij vond dat hij nu in zijn recht stond om toe te geven aan zijn verlangen naar de dood – voordat het zover zou komen dat hij Grete tot last zou worden. Maandenlang had deze gedachte hem al zijn vreugde ontnomen. Nee, hij was niet laf en ook voelde hij zich geen martelaar, maar om zijn kameraadje tot last te worden… nee, dat nooit! Grete kon zijn gedachten raden en alhoewel ze haar uiterste best deed hem gerust te stellen en hem nieuwe hoop te geven, voelde ze dat het tevergeefs was. Ze kende hem door en door. Er was zoveel wat hen verbond, zoveel strijd, zoveel herinneringen, zowel blije als verdrietige… en misschien nog wel het allermeest Lili… Lili? Ja, want Andreas bestond uit twee wezens, uit een man, Andreas, en uit een vrouw, Lili. Je zou hen ook als een tweeling kunnen beschouwen die allebei op hetzelfde moment bezit hadden genomen van hetzelfde lichaam. Wat hun karakter betreft waren ze zeer verschillend, maar op den duur had Lili de overhand over Andreas gekregen, zodat je haar altijd in hem kon ontdekken, zelfs als ze zich naar de achtergrond had teruggetrokken. Maar nooit omgekeerd. Terwijl hij zich moe voelde en rondliep met zijn 17


doodsgedachte was Lili gezond en vol levensvreugde en verlangde ze ernaar zich te ontplooien, als een rups die ervan droomt vleugels te krijgen en een kleurige vlinder te worden. Lili was Gretes lievelingsmodel geworden. Haar slanke elfengestalte waarde door al Gretes beste schilderijen. Ze had zich al tot een type ontwikkeld, het type van de moderne vrouw – ontsproten aan de fantasie van de kunstenaar, zoals alles wat nieuw is op deze wereld. Grete zag zichzelf als de beschermster van deze zorgeloze maar ook hulpeloze Lili. En voor Andreas was het hetzelfde. Terwijl Lili hem haatte omdat hij haar in de weg stond, hield Andreas meer van haar dan van zichzelf. Hij hoopte dat hij zou kunnen sterven zodat Lili kon ontwaken in een nieuw leven, voordat het leven hun lichaam zou kunnen beschadigen. Als de moeheid hem na slapeloze, pijnlijke koortsnachten te veel werd, kon hij nog maar aan een ding denken: voor altijd inslapen!

18


Verschijningsdatum 18 mei 2019 Meer informatie over deze uitgave is te vinden op www.uitgeverijoevers.nl



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.