Dorrestein - De blokkade

Page 1

De blokkade def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 05-02-13 / 19:05 | Pag. 3

Renate Dorrestein

DE BLOKKADE

Uitgeverij Podium Amsterdam


De blokkade def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 05-02-13 / 19:05 | Pag. 4

© 2013 Renate Dorrestein Omslagontwerp Studio Ron van Roon Typografie Sander Pinkse Boekproductie Foto auteur Merlijn Doomernik ISBN 978 90 5759 562 2 Verspreiding voor België: Elkedag Boeken, Antwerpen www.uitgeverijpodium.nl www.renatedorrestein.nl


De blokkade def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 05-02-13 / 19:05 | Pag. 5

‘All I have to go on is something I caught a glimpse of out of the corner of my eye.’ John Updike


De blokkade def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 05-02-13 / 19:05 | Pag. 6


De blokkade def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 05-02-13 / 19:05 | Pag. 7

Inhoud Proloog 9 Het begin  15 Het midden  41 Het einde  167 Naschrift 181


De blokkade def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 05-02-13 / 19:05 | Pag. 8


De blokkade def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 05-02-13 / 19:05 | Pag. 9

Proloog Ik haal rustig adem, concentreer me en zeg in de microfoon: ‘Nu driehonderdvijftig bonusmiles bij een besteding van honderd euro...’ ‘Iets meer body, graag,’ klinkt het in mijn koptelefoon. Body, waar haal ik meer body vandaan? ‘Nu driehonderdvijftig bonusmiles...’ Er zit een kraakje in mijn stem. ‘Sorry, dat doe ik opnieuw,’ mompel ik. Het is warm in de piepkleine opnamestudio. De gecapitonneerde wanden komen op me af. Ik priem mijn wijsvinger naar het script en blaf: ‘Nú driehonderdvijftig bonusmiles bij een besteding van honderd euro ineens. Bij Dixons!’ ‘Minder streng, alsjeblieft.’ Minder streng. Handenwrijvend pep ik mezelf op. Luisteraars, raad eens wat ik voor jullie heb? Driehonderdvijftig bonusmiles! Ik zet een stralende glimlach op, want een vrolijk gezicht werkt door in je stem. ‘Nú driehonderdvijftig euro bij honderd bonusmiles! Bij... O, shit.’ ‘Een beetje meer ontspannen.’ Dat zeggen tandartsen en gynaecologen ook altijd tegen me. Ik neem een mentale aanloop. ‘Nú driehonderdvijftig bonusmiles bij een besteding van honderd euro ineens. Bij Dixuns!’ ‘Dixons.’ ‘Ja, ik hoorde het zelf ook.’ Verbeten denk ik: gezellig, gezellig! Dat moest ik gisteren van mijn docent denken toen ik een commercial voor een nieuw toastje van Haust insprak, met zo’n pinkelend theelichtjesmuziekje eronder. Gezellig, gezellig, en dan van welbehagen je ogen een beet­je samenknijpen. Krijg je vanzelf een knusse stem. 9


De blokkade def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 05-02-13 / 19:05 | Pag. 10

R e n a t e D o rr e s t e i n

Ik ben bezig me te laten omscholen. Als ik in mijn nieuwe beroep aan de bak weet te komen, zal ik over een tijdje te horen zijn in radiocommercials of als voice-over in documentaires. Het inspreken van nagesynchroniseerde teksten voor tekenfilms en computergames behoorde aanvankelijk ook tot de mogelijkheden, maar sinds ik laatst een boosaardige alien heb moeten spelen en een spin die zo stoned was als een garnaal, is het duidelijk dat mijn kracht elders ligt. Ik heb een echte Teleac-stem, vinden mijn medecursisten. Dat klopt. Ik ben in mijn element als ik moet uitleggen dat reflux maagzuur is dat terugstroomt in de slokdarm (‘Voor een deel zijn refluxklachten te verhelpen door het aanpassen van de levensstijl’) of dat de zwaarste man van Amerika, Kenneth Bromley, vierhonderddrieënzestig kilo weegt en al vier jaar aan zijn bed gekluisterd is. Ook voor goededoelencommercials is mijn stem heel geschikt. ‘Mouna is twee jaar. Ze slaapt alleen, op straat, in Oeganda. Ze heeft geen papa, geen mama, geen thuis. Ze is weeskind. SOS-Kinderdorpen geeft kinderen als Mouna een thuis. Met een eigen SOS-moeder. En u kunt helpen. Word donateur op soskinderdorpen.nl.’ Soms denk ik aan Sloppy, de vondeling uit de roman Our Mutual Friend van Dickens, over wie zijn pleegmoeder Betty Higden opmerkt: ‘Je zou het niet zeggen, maar Sloppy leest prachtig voor uit de krant. Hij doet de Politie met verschillende stemmen.’ Laatst zei iemand tegen me: ‘Wat heb je toch een prettige stem.’ Dus toen ik de volgende ochtend in de krant toevallig een advertentie tegenkwam voor een cursus stem­acteren, heb ik me meteen ingeschreven. Het was een pragmatische keuze, ik had al enige ervaring als stem 10


De blokkade def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 05-02-13 / 19:05 | Pag. 11

D e B lo k k a d e

door het inspreken van de audio-edities van mijn romans. Bij de kennismakingsronde in de studio in Leiden heb ik mijn luisterboeken als voorwendsel gebruikt. ‘Ik wil mijn techniek verbeteren,’ zei ik. De andere elf cursisten zijn een stuk jonger dan ik, met stemmen die geknipt zijn voor de MediaMarkt en Cosmo Girl (‘Met hot fashion en beautytips voor budgetprijzen, het superzomerflirtstappenplan en kans op een nieuwe garderobe ter waarde van vijftienhonderd euro!’). Ik heb er geen enkele moeite mee voortaan teksten van anderen voor te lezen, maar ik schaam me voor de reden, die hoeft niet iedereen te weten. Overigens zijn die teksten vaak draconisch, vol kromme zinnen en grammaticale buitenissigheden. Als stem hoor je daar geen commentaar op te hebben, want wie eigenwijs is geldt als niet-regisseerbaar. Regisseerbaarheid is een groot goed in deze branche. Verder draait het, zo vernemen we tijdens de eerste les, om geloofwaardigheid, tekstbegrip en tekstvastheid, expressiviteit, inlevingsvermogen, klankkleur en klankvorming, zelfvertrouwen, articulatie, correct ademgebruik, leesvaardigheid, autoriteit, stembereik, stemkracht, stemmelodie en stemdynamiek en tempo en ritme. Om de stem in conditie te brengen en te houden, moet je dagelijks een kwartiertje op verschillende toonhoogtes voevoevoe, zzz, vvvv, mmm en brrrrrrrr doen, en regelmatig wat door een zelfgemaakte papieren toeter roepen. Naast de lessen in de studio spreek je opdrachten in op je huiswerkrecorder en stuur je ze vervolgens via de cursistenmodule naar Leiden. Je krijgt ze dan terug met opbouwend commentaar: ‘Mooi, Renate, de nadruk op de sfeer en de juiste woorden zijn beide goed, alleen hoor ik nog een klein beetje te veel 11


De blokkade def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 05-02-13 / 19:05 | Pag. 12

R e n a t e D o rr e s t e i n

lucht. Zou je deze opdracht opnieuw willen inspreken?’ En passant steek je als stem in opleiding een hoop op over maagzuur, de Beemster raspmolen, heremietkreeften, zwarte gaten, morbide obesitas, babyvoeding, de oorlog in Colombia en de aanbiedingen van echt HEMA. Ik ben altijd een van die bevoorrechte auteurs geweest die graag schrijven. Iedere dag ging ik met rode wangen van opwinding aan het werk, in de greep van de heerlijke vraag: ‘Hoe zal het verdergaan?’ Ik schreef zoals de lezer leest: ik wist van pagina tot pagina niet wat er te gebeuren stond, en hoe het zou aflopen wist ik al helemaal niet. Wat een feest. Ik behoorde tot het soort schrijvers die als wandelaar hun huis verlaten zonder een kaart mee te nemen, erop vertrouwend dat de weg ze wel zal leiden, met veel mooie avonturen voor de boeg. In die optiek heeft schrijven niets te maken met plannen of vooruitzien. In de woorden van E.L. Doctorow, de auteur van de caleidoscopische roman Ragtime: ‘Writing is like driving at night in the fog. You can only see as far as your headlights, but you can make the whole trip that way.’ Deze intuïtieve aanpak vormt de ene kant van het schrijversspectrum, het andere uiterste wordt belichaamd door auteurs die hun verhaal vooraf helemaal uitdenken en het in een onverbiddelijk schema vastleggen. Doorgaans werkt men niet uit verkiezing volgens de ene of de andere methode, maar omdat men niet anders kan. Zo ben ik zelf domweg nooit in staat geweest om op het droge een plot te verzinnen. Dat zou net zoiets zijn als de plattegrond moeten tekenen van een stad waarin ik nog nooit een voet heb gezet. 12


De blokkade def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 05-02-13 / 19:05 | Pag. 13

D e B lo k k a d e

Het is onmogelijk om uit te leggen hoe mijn werkwijze precies ‘werkt’ (‘Maar hoe begint u dan? En hoe weet u wanneer het verhaal klaar is?’), en voor schema’s bouwende collega’s is deze aanpak helemaal onvoorstelbaar. Joost Zwagerman vertelde me eens dat hij altijd had gedacht dat ik maar wat raaskalde als ik beweerde niets rationeel te plannen. Totdat hij op een dag, toen hij in Amsterdam met zijn fiets voor een stoplicht stond, in één klap zijn lange verhalende gedicht Roeshoofd hemelt ‘binnenkreeg’. Niet dat ik ooit een complete roman uit de kosmos heb mogen ontvangen, maar dat doet niets af aan het gegeven dat ik een groot deel van mijn werkzame leven inderdaad heb doorgebracht met geconcentreerd afwachten totdat ik zogezegd iets aangereikt kreeg. In de praktijk betekent deze werkwijze dat je dagelijks wordt overrompeld door verrassende wendingen, wat de arbeidsvreugde zeer ten goede komt. Het is dan ook een van mijn lievelingstheorieën dat schrijvers die zich verlaten op de ingeving, veel meer plezier aan hun werk beleven dan de planmatige zwoegers. Een consequentie daarvan is wel dat er veel moet worden herschreven. Onder naïef gefluit sla je met grote regelmaat doodlopende wegen in en moet je op je schreden terugkeren. Tien, twaalf, en soms zelfs meer integrale versies van een roman schrijven is voor mij nooit ongewoon geweest. Hartstikke leuk werk. Bij iedere ronde werd me duidelijker waar mijn personages vandaan kwamen, waar ze heen wilden en wat hen dreef. Gelukzalig zoekend en maar wat aanrommelend zag ik uiteindelijk, als alles goed ging, onder mijn handen een coherent universum ontstaan. De volksmond wil dat schrijven lijden is, maar dat viel 13


De blokkade def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 05-02-13 / 19:05 | Pag. 14

R e n a t e D o rr e s t e i n

in mijn geval altijd nogal mee. Ja, er was soms een vermurwende twijfel of ik de overkant wel zou halen. Die spanning kon tergend zijn en veel peuken en jonge jenever vereisen. Maar als het lukte, was de triomf des te groter. De volksmond wil ook dat schrijven een eenzaam beroep is. Hoezo eenzaam? Ik was onderdeel van een team: het verhaal en ik werkten samen, beurtelings het voortouw nemend, elkaar nu eens in de armen vallend en dan weer kibbelend over dit of dat, maar dat heb je in elke relatie. En de personages die mij dagelijks omringden, leken me vaak boeiender dan de collega’s die menigeen leuterend bij het koffieapparaat op de zaak aantreft. Ik hield van mijn werk. Ik hield er zielsveel van. Het was mijn bestaan, er was niets wat me zo vervulde en wat me zo het gevoel kon geven te worden opgetild. Jaren geleden heb ik in een interview eens gezegd dat alleen schrijven me echt gelukkig maakte. Die uitspraak verscheen als kop boven het artikel. De dochter van mijn partner Maarten zag het tijdschrift liggen in het boetiekje waar ze werkte, zestien of zeventien was ze. Terstond belde ze me op en zei: ‘Ik vind het zielig voor papa als je zulke dingen zegt.’ ‘Noor,’ zei ik, ‘je vader wéét dat van me.’ Hoe zou hij het niet kunnen weten? We waren toen al jaren samen, en inmiddels al meer dan twintig. Zit ik hier nu te beweren dat mijn werk me altijd meer waard is geweest dan Maarten en Noor, die me tot mijn immense dankbaarheid zomaar in de schoot zijn gevallen? Of kan ik gewoon geen andere vergelijking dan deze verzinnen om kenbaar te maken wat mijn werk voor me betekende? Ik weet nog steeds niet goed hoe ik het zonder moet gaan redden. 14


De blokkade def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 05-02-13 / 19:05 | Pag. 15

Het begi n

‘Writing is easy. All you do is stare at a blank sheet until drops of blood form on your forehead.’ G e n e Fow l e r


De blokkade def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 05-02-13 / 19:05 | Pag. 16


De blokkade def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 05-02-13 / 19:05 | Pag. 17

Risico van het vak Ik heb in mijn huis een deur die ik tegenwoordig het liefst gesloten houd. Het is de deur van mijn werkkamer, het vertrek waar ik tot voor kort iedere dag met plezier aan de slag ging. Nu doet alles achter die deur me kokhalzen. Zodra ik de klink naar beneden duw, is het alsof ik nietsvermoedend mijn koelkast open en er een stinkende bel bederf in mijn gezicht uit elkaar spat. De feiten zijn simpel. Ik, die altijd zo graag schreef, ben iemand geworden die misselijk wordt bij de gedachte aan een nieuwe roman. Wat is er met me aan de hand? Waar komt deze walging vandaan, die me de toegang tot mijn eigen werk verspert? Door welke kier of spleet is hij hier naar binnen gelekt, en met welk doel heeft hij de macht overgenomen? De insluiper lijkt me goed te kennen, want hij maakt arglistig gebruik van het feit dat het er in mijn hoofd nogal plastisch aan toe kan gaan en veroorzaakt daar nu een zeldzame, visuele variant van het syndroom van Gilles de la Tou­rette. Bij het idee een roman te moeten schrijven, dat is per slot van rekening al bijna dertig jaar mijn vak, doemen er visioenen bij me op die mijn maag doen omkeren. Soms heb ik de aanvechting met mijn vuisten op de deur van mijn werkkamer te slaan en, als een klein kind dat is geschrokken van wat het zelf heeft ontketend, uit te roepen: ‘Zullen we nou iets anders gaan spelen?’ Zo ziek als een kat ben ik zodra ik alleen maar aan mijn werk dénk. Denk er dan niet aan. Denk aan glooiende velden lavendel. 17


De blokkade def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 05-02-13 / 19:05 | Pag. 18

R e n a t e D o rr e s t e i n

Maar daarvoor val ik te veel samen met mijn werk. Decennialang werd een groot deel van mijn kop in beslag genomen door een roman die daar lag te marineren. Zelfs als ik niet aan het schrijven was en andere dingen ondernam, dacht of droomde. Kom op, zeg, er zijn wel ergere dingen dan niet kunnen schrijven. Zoals Mouna van twee, die zonder papa en mama alleen op straat woont, in Oeganda. Wanneer je romans schrijft, moet je jezelf onder druk kunnen zetten, dat is een basisvoorwaarde. Geen mens op aarde vraagt om je boek. Voor nog maar heel weinig consumenten (vroeger werden dat ‘lezers’ genoemd) is een mooie roman een eerste levensbehoefte. Iedere schrijver vecht tegen de gedachte dat zijn of haar werk in beginsel zinloos is, een hopeloze investering van tijd en energie, zonder gegarandeerde uitkomst op succes of rendement. Ook als hij of zij vijfentwintig boeken of meer heeft geschreven. Als schrijver moet je dag in dag uit tegen de klimwand van je eigen twijfels op. Soms glibber je een stukje naar beneden, soms dreigt er zelfs een vrije val, maar zolang je erin slaagt met één nagel vastgeklonken te blijven, hang je tenminste nog. Ik ben vaker een heel eind naar beneden gelazerd. Dit is niet de eerste keer, maar nog nooit eerder bezorgde alleen al het idee aan het schrijven van een roman me het gevoel door een dakloze met bemoste tanden in zijn walmende slaapzak te worden geritst. Zo, wat schrijf ik dat weer adequaat op. Zeker voor iemand die claimt dat schrijven momenteel niet tot haar mogelijkheden behoort. Maar wat ik nu doe, verdient in mijn ogen niet het predikaat ‘schrijven’. Wat ik nu doe is een stukje tikken, zoals ik vroeger deed toen ik journa18


De blokkade def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 05-02-13 / 19:05 | Pag. 19

D e B lo k k a d e

list was. Ik tik de werkelijkheid op. Ik weet precies waar het over gaat. Ik hoef niet een heel fictioneel universum tot leven zien te wekken. En al stileer en componeer ik uit macht der gewoonte, al knip ik en plak ik en schaaf, schuur en vijl ik, de werkelijkheid blijft zichzelf. Maar helaas beschouw ik het niet als mijn eerste functie op onze planeet om de onwrikbare werkelijkheid te laten zien. Daar zijn anderen veel beter in dan ik. Ik schaam me, ik schaam me dat ik een insluiper blijkbaar heb toegestaan mijn reden van bestaan te ondermijnen. Ik weet best wat er in mij is gevaren. Het heeft een naam. Er zijn films over gemaakt, er zijn romans over geschreven. En ik dacht dat ik het ook uit eigen ervaring kende. Alleen, mijn eerdere contacten ermee verhouden zich als een verliefde goudvis tot een school vraatzuchtige orka’s. Pas nu leer ik de ware aard van het monster kennen. Wel ben ik er, zoals vrijwel iedereen met mijn beroep, altijd beducht voor geweest. Het is een reÍel risico van het vak, het ligt altijd ergens in een hinderlaag voor je klaar (kruis de wijsvingers en hef ze op borsthoogte, in de hoop er zo langs te zwijnen). Toch wordt er weinig over gesproken. Er rust zelfs een taboe op. Mijn Amerikaanse literair agente Linda Michaels vertelde me ooit over een schrijversdiner waarbij een argeloze debutante het onderwerp ter sprake bracht. Nog weken nadien kreeg die schrijfster boze telefoontjes van andere aanzittenden, die haar verweten dat haar onnadenkende opmerking ertoe had geleid dat ze dagen niet hadden kunnen werken. Op de site HappyLotus.com blogt ene Nadia BallasRuta dat dit iets is waaraan schrijvers eenvoudig niet 19


De blokkade def.indd | Sander Pinkse Boekproductie | 05-02-13 / 19:05 | Pag. 20

R e n a t e D o rr e s t e i n

willen denken, laat staan dat ze erover zullen praten als ze ermiddenin zitten. ‘It is like a deadly disease that writers are afraid to catch.’ Precies zoals toneelspelers geloven dat het ongeluk brengt om hardop de titel uit te spreken van Shake­speares stuk met die Schotse heksen erin, schrijft zij, zo denken auteurs dat het verzwijgen van de staat die zij het meest vrezen, het onheil zal afwenden. Noem het bijgeloof. Nou en? Op Zweinstein haalt ook niemand het in zijn hoofd om de Heer van het Duister bij zijn naam te noemen.

20


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.