Hoeveel regen

Page 1

Jon Bauer

Hoeveel regen Uit het Engels vertaald door Rob van Erkelens

Uitgeverij Podium Amsterdam

Podium - Jon Bauer - Hoeveel regen.indd 3

1/24/2012 2:56:31 PM


Ik zei altijd tegen mensen dat ik een pleegkind was. Toen ik klein was zei ik dat tegen iedereen die me nog niet kende, net zo lang tot het zich in me vastzette als een soort waarheid. Een waarheid die daar nog steeds zit, een waarheid waardoor ik me nergens thuis voel. Ik zei altijd tegen mensen dat ik een pleegkind was, ook al was ik het enige kind bij ons dat daar niet tijdelijk woonde. En nu ik dan geacht word een volwassen man te zijn is alles aan mij nog altijd tijdelijk – waar ik woon, de verhalen over vroeger die ik vertel. Het lukt me zelfs niet om me thuis te voelen in mijn eigen kindertijd. Maar de gevoelens zijn er nog, ook al ben ik in het buitenland gaan wonen, heb ik mijn hele verleden verstoten. Waar je ook naartoe gaat, en wat je ook doet met je gevoelens, jouw eigen waarheid blijft op de loer liggen. Mijn kindertijd is altijd bij me, zoals mijn vuisten altijd bij me zijn. Ook door weg te gaan is het me niet gelukt mijn ouders achter te laten. Ik draag ze met me mee in mijn herinneringen aan bepaalde momenten. Mam vooral. Grappig genoeg is van al die herinneringen waarvan ik doordrenkt ben, de meest levendige aan haar die van een gruwelijk grauwe dag. De dag dat we Robert begroeven. Iedereen rond de televisie om naar die video van hem te kijken. Niet de Robert die jaren eerder ons tuinpad op was komen lopen, en zich verschool achter de maatschappelijk werkster. Niet die pientere, slimme kleine Robert. Bijzondere Robert. Maar de Robert die wij van hem hadden gemaakt. Ik herinner me nog dat de tv te hard stond; Robert klunzig lachend naar de camera terwijl ze hem vastbonden. Zijn op band vastgelegde gezicht dat me recht aankeek. Iemand die opmerkte dat hij er zo 7

Podium - Jon Bauer - Hoeveel regen.indd 7

1/24/2012 2:56:31 PM


goed uitzag in zijn oranje outfit, en ook mam toverde een glimlach tevoorschijn. En toen Roberts haar, dat in beeld alle kanten op wappert, de bril die hij draagt, net als de man achter hem. Robert een en al tong en tanden en gefriemel, zijn fladderende brein dat hem voedt met onrust en opwinding. Een ruwe montage. Zijn haar waait hoog op en hij is vastgebonden aan de man en krijst, een mengeling van angst en blijdschap. Ze slepen hem voort op z’n billen, en de camera beweegt van Robert naar de muren naar Robert. Dan, door de open deur, de wolken. Grote, opbollende wolken in een uitgestrekte hemel. Robert van de Wolken, noemde papa hem altijd, of Wolken-Robert. Onze zitkamer stampvol mensen. Iedereen draagt zwart, draagt de kleur alsof die heel zwaar is. Iedereen huilt om Roberts blijheid die ons vanuit het binnenste van de tv bereikt, vanuit het verleden. Huilt omdat dat het enige was wat nog resteerde van wie hij had kunnen zijn. De camera zwenkt naar Robert die op de stoep zit. ‘1’ De zenuwtrekken zijn nog niet helemaal weggeëbd; zijn ogen lachen. De man zegt dat hij zijn hoofd achterover moet doen en Roberts vreugde barst los als giechelend gegil. ‘2’ Hij zit volkomen stil. Ik herinner me dat de hele kamer ook verstilde. Iedereen die was gekomen om hem te begraven hield de adem in.

8

Podium - Jon Bauer - Hoeveel regen.indd 8

1/24/2012 2:56:31 PM


1 Ik loop het station uit en de heuvel af, sleep mijn koffer achter me aan langs de vertrouwde stoet van winkels. Al die tijd dat ik in het buitenland was zijn ze hier gewoon blijven staan, in weer en wind. Mensen achter de kassa, wachtend tot er wat geld in het laatje komt. Alles hier is pijnlijk vertrouwd en heeft tegelijkertijd subtiele, nauwelijks merkbare veranderingen ondergaan, alsof de winkels heel langzaam, als een soort gletsjer, deze heuvel af glijden. Over een miljoen jaar zijn ze allemaal aan de voet bij elkaar gekomen in een smeltende hoop. Ik blijf staan en werp een blik achter het bushokje en mijn graffiti is er nog, de verbleekte inkt van de markeerstift als een teken van verandering, zoals de in een boomstam gekerfde initialen van geliefden. De geliefden zijn allang uit elkaar, net zoals ik het contact ben verloren met de ik die zich tussen de rotzooi en dode takken wrong om thinner te snuiven van de mouw van mijn jasje in plaats van naar school te gaan. De bus komt eraan en ik steek een arm uit. Ik betaal de chauffeur en vraag me af of hij ook aan het stuur zat toen ik met deze bus zeven jaar geleden de andere kant op reed, en of terugkomen betekent dat al het werk dat ik heb verzet toen ik in het buitenland was teniet zal worden gedaan – op zoek naar een soort onoverwinnelijkheid. Ik til mijn bagage in het rek en stommel door de bus terwijl hij optrekt; een oude vrouw staart me aan vanaf haar plaats voorin en twee opgeschroefde schoolkinderen op de achterste bank, net uit school, voeten op de bank – hun eigen bescheiden versie van onoverwinnelijkheid. 9

Podium - Jon Bauer - Hoeveel regen.indd 9

1/24/2012 2:56:31 PM


Het stadje waar ik vandaan kom glijdt achter het vuile raam voorbij; de ruit doet het uitzicht trillen wanneer de bus harder gaat rijden en het beeld wordt weer scherper als hij naar de volgende versnelling schakelt. Ik staar naar buiten, probeer te voelen wat mijn terugkomst in mij aan het trillen brengt. Als we boven aan Hawke Street Hill zijn sta ik langzaam op en druk op de stopknop. Daar staat dat huis van mijn kindertijd. Ik stap uit maar de chauffeur gebaart met een hoofdknik naar achteren en ik klim de bus weer in, blozend, en pak mijn bagage, bedank hem. De bus laat me achter in een dampige stilte; mijn koffer rolt met me mee en werpt zich dan op zijn kant, waardoor mijn pols omklapt. Ik sta stil en zet hem recht en loop door, langs de stille huizen, niets dan het geluid van de plastic wieltjes. Ik kom bij ons hek maar ik blijf daar even staan. Ik herken dit moment: dit is het moment vlak ervoor, de teug lucht die je inademt. Mijn blik glijdt van de voordeur naar de wolken boven mijn hoofd. Mijn kindertijd speelde zich af onder deze luchtpartij met zijn suikerspinsportfiguren, witte konijnen en al die andere opbollende vormen die voorbijdreven op onzichtbare luchtstromen. Het monster van Loch Ness kwam één keer langs. De onstuimigheid in ons leven kwam voornamelijk van de pleegkinderen. Verloren zieltjes die tussen deze heggen naar de keukenschorten en knuffels van mijn moeder werden gedragen. Kinderen die dingen hadden meegemaakt waardoor ik medelijden met ze hoorde te hebben. Ik ging altijd met mijn kleine kont daar op dat stoepje zitten, waar ik geïmproviseerde doelen probeerde te raken met stenen terwijl papa een stukje naar achteren ging en van zijn thee nipte, en een paar ligusterblaadjes zijn warrige haar opsierden. Ik mocht van hem nooit de snoeischaar gebruiken voor de heg, maar hij gaf me altijd

10

Podium - Jon Bauer - Hoeveel regen.indd 10

1/24/2012 2:56:31 PM


geld voor snoep en katapulten als ik zwarte zakken vol afgesnoeide takken versleepte. Automatisch trek ik het hek iets omhoog om het open te doen, net als vroeger. De heg heeft het tuinpad inmiddels bereikt, dus moet ik me slingerend een weg banen, terwijl ik mijn koffer optil om niet te laten horen dat ik eraan kom. Bij de deur zet ik hem weer neer en wrijf de rode striemen weg die hij in mijn handpalm heeft achtergelaten. Nadat ik heb aangeklopt blijft het stil. Ik kijk door het raam aan de voorkant van het huis naar de te dure eetkamertafel die we nooit gebruikten; het stof dat zich erop verzamelde als het beschermlaagje dat zich om ons leven vormde na Robert. De tafel voor speciale gelegenheden verloor toen zijn functie, en sindsdien zaten we alleen nog maar aan onze versleten keukentafel. Ik hoor iemand door de gang schuifelen. Ik ga rechtop staan, breng mijn haar in orde. De voetstappen bereiken de andere kant van de deur en ik ga precies voor het kijkgaatje staan – verstrak van binnen. Het kijkgaatje wordt donker. Ik probeer te glimlachen maar het is een droef lachje. De deur gaat langzaam open als in een horrorfilm. Alsof Igor daar zou horen te staan terwijl het dondert en bliksemt, maar het is een stralende dag en niet Igor doet open maar Frankenstein in een jurk. Dat was wat papa altijd zei over lelijke vrouwen. Dat zei hij met name over mijn tante Debbie. Die noemde hij tante Derrie. ‘Dag mam.’ Ze ziet eruit als iemand die speelt dat ze mijn moeder is. Of als een vermomde mama. Ze kijkt me aan met dezelfde blauwe ogen maar haar gezicht is opgezwollen en twijfelend. Ze denkt dat ze me kent, maar is er niet zeker van – er zit iets in haar mondhoek aangekoekt. We staan tegenover elkaar en ik probeer niet verbijsterd te zijn 11

Podium - Jon Bauer - Hoeveel regen.indd 11

1/24/2012 2:56:31 PM


over hoe genadeloos de tijd voor haar is geweest – die of de ziekte, de reden dat ik hier weer ben. Ik dicht het gat tussen ons, verjaag het bibberen door op haar af te stappen en haar te omhelzen, met mijn heupen van de hare vandaan. Ze ruikt naar kleren die te lang nat zijn geweest en toen gedroogd, haar lichaam is opgeblazen maar ook fragiel, als van een vogeltje. Mijn blik maakt zich los van de omhelzing, speurt door de gang, waarvan elk detail in mijn geheugen gegrift staat als een uitgesleten wandelpad: de vaas vol zelfgemaakte wandelstokken van mijn opa; dat onheilspellende brok mica; iemand die op mij lijkt en me vanaf oude foto’s aan de muur aankijkt – dat ongemakkelijke gezicht. Ze maakt zich los uit de omhelzing en leunt naar achteren, haar handen op mijn bovenarmen om me van een afstandje te kunnen bekijken, haar ogen tasten de mijne onderzoekend af, het ene, dan het andere, zuigen me op. ‘Hallo,’ zeg ik opnieuw en ik krimp ineen. ‘Ik ben het.’ Haar mond gaat open, probeert woorden te vormen, maar er klinken slechts geluiden achter in haar keel en daarna gaat het hinderlijke lichaamsdeel weer dicht en schudt ze haar hoofd. Ik was hiervoor gewaarschuwd. Ze gaat me voor naar de keuken en naar de oude, vertrouwde geuren, waarbij ze zich af en toe naar me omdraait, gedreven door de wens die obligate, hartelijke dingen te zeggen – de voorraadkast in haar hoofd is leeg, maar toch gaat ze er weer naartoe. En dan zijn we allebei in de keuken. De verwilderde achtertuin kijkt door de ramen naar binnen, naar mij, mijn koffer staat bij de deur als een hond die uitgelaten wil worden. ‘Hoe is het op je werk?’ vraagt ze, verbaasd dat ze wat woorden heeft kunnen vrijmaken. Dan draait ze haar rug naar me toe terwijl ze in de war raakt over zoiets simpels als thee zetten. Zeven korte jaren hebben haar veranderd in een der onzekeren,

12

Podium - Jon Bauer - Hoeveel regen.indd 12

1/24/2012 2:56:31 PM


een der ouden. Zoals oude mensen oversteken of een verhaal vertellen: wachtend tot ze iets verkeerd doen. Hong Kong zeggen in plaats van King Kong of net andersom. ‘Goed. Het gaat goed, mam – op zich.’ Ze glimlacht naar me maar fronst alweer nog voor ze zich helemaal heeft omgedraaid, en ik kijk naar de achterkant van haar hoofd maar herinner me hoe haar hersenen eruitzagen op de lichtbak, een paar weken geleden, toen ik even langskwam. Toen ze aan alle kanten overeind werd gehouden en buiten bewustzijn was, met ziekenhuisslangetjes overal in haar aderen. Een ziekenhuisarts die met zijn balpen op haar ct-scan wees alsof hij een weerman was die op een kaart aangaf wat voor weer het werd. De vlakke toon waarop hij over mijn moeders leven sprak, dat daar tegen het licht werd gehouden. De manier waarop hij de realiteit opdiende, als gevangenisvoedsel. Haar geest lichtte op, behalve die donkere walnoot die daar in haar hersenen groeide. Precies in het midden van wie ze is. Ik vraag me af door welk deel van haar hij zich nu een weg woekert, terwijl ze wacht tot het water kookt. Maar ik weet nog dat ik naar die donkere walnoot op de ct-scan keek en dacht: dat ben ik. Dat ben ik die zich daar een weg door haar heen vreet. Als die groeiende donkerte één bepaald deel is van mama, dan is dat het ik-deeltje. Het zoon-deeltje. De teleurstelling. Degene die dat ene deed, zoveel jaar geleden. Ik ben de zwarte walnoot.

13

Podium - Jon Bauer - Hoeveel regen.indd 13

1/24/2012 2:56:31 PM


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.