3 minute read
Lara Taveirne
Lievelingszomer? Nooit was het een keer een vraag in een vriendenboek, terwijl dit nu eens iets was waar ik wél een antwoord op wist zonder dat ik eerst honderd keer op de achterkant van mijn balpen moest duwen. De mooiste zomer van mijn leven was de zomer in Pluto.
Advertisement
Kreeg ik ooit ergens de kans om die vraag alsnog te beantwoorden, ik schreef het antwoord in dikke drukletters, gebruikmakend van Frederikes geurstiften. Van de o’s zou ik zonnetjes maken. Op de letter ‘i’ kwam een hart. Lievelingszomer? de
zomer in pluto.
Pluto was de naam die we gaven aan het dijkhuisje dat mijn moeder in een opwelling kocht in het voorjaar van 1987. De naam sloeg voor ons niet alleen op het huis, maar op de hele streek eromheen, het lamgeslagen platteland op meer dan een halfuur rijden van de stad. Pluto was het land achter de kromming in het kanaal. De plek waar muggenscholen boven de sloten zweefden. Het was de optelsom van de zwijgzame akkers, de gemorste mest op de kronkelweg, de zon die in een sopje was gestoken om extra fel te schijnen boven de paar boerderijen die ver uit elkaar over het landschap gestrooid waren.
In Pluto was er altijd en overal een kortere weg door de mais. De horizon maakte alleen even een hobbeltje voor de kerktorenspits in de verte. Er dreven takken en dode vissen voorbij in de donkergroene sloten, waarin je ook de overwaaiende wolken kon bekijken. Pluto was het geluid van de stilte, behalve na een hete dag, als de hemel straatgrijs kleurde en de wind hoog in de populiertoppen raasde, net voor het losbarsten van het onweer.
In Pluto hielden de dagen zich niet aan de uren. De tijd was net als het pek tussen de betonplaten gesmolten.
Het toeval bracht ons naar Pluto. Het toeval én mijn moeders talent om nooit ergens over te twijfelen.
LARA TAVEIRNE Pluto
Aan het einde van de weg rechtdoor
Een goudkleurige Volvo hobbelt over een doodlopende weg, gevolgd door een immense stofwolk. Achter het stuur zit een druk pratende vrouw onder een strooien hoed. Op de achterbank, onder al even indrukwekkende hoofddeksels, zitten haar drie oudste dochters. Uit het passagiersraam steekt het hoofd van de tienjarige Antonia. Zij draagt geen hoed. Haar korte haren wapperen terwijl ze Pluto binnenrijden, want zo noemen haar zussen het doodse platteland waar hun moeder in een opwelling een scheef dijkhuis heeft gekocht. In Pluto beleeft Antonia de zomer van haar leven. Pas vele jaren later keert ze terug, met een baby in een draagdoek en een peuter aan de hand. Maar ditmaal is het geen zomer. Het dijkhuis is zwaar in verval. Antonia’s hart ligt aan diggelen. De noordoostenwind blijft maar waaien. En de baby houdt niet op met huilen. In Pluto biedt Lara Taveirne een volkomen authentieke blik op een van de grote thema’s van het mensdom: verlies. Zonder mededogen laat ze haar rouwende personages afdalen in het schimmenrijk, met alleen een touwtje om de weg terug te vinden: de onbreekbare band tussen generaties.
Over Kerkhofblommenstraat: ‘Al op de eerste bladzij vallen lekkere, halfvergeten woorden de lezer in de schoot. Woorden, vet als op barsten staande vruchten. Een oeroud verhaal over de behoefte ergens bij te willen horen.’
PETER VERHELST
TOM LANOYE Omslag Kris Demey Uitvoering luxe paperback Formaat 12,5 x 20 cm Omvang ca. 312 blz. Prijs ca. € 22,50 ISBN 978 90 446 4663 4 ISBN e-boek 978 90 446 4664 1
NUR 301 Verschijnt oktober
LARA TAVEIRNE (1983), een van de eigenzinnigste schrijvers van haar generatie, schreef eerder de romans De kinderen van Calais (2014, winnaar Debuutprijs, genomineerd voor de Bronzen Boekenuil), Hotel zonder sterren (2015) en Kerkhofblommenstraat (2018).