3 minute read
Emile Schrijver
EMILE SCHRIJVER De Hillel Codex
Voor de Iberische joden in de Middeleeuwen, op de vlucht voor de Inquisitie, was de Hillel Codex het waardevolste manuscript van het Oude Testament, maar na 1500 is het nooit meer ergens gezien. Toch is Herbert Amann, een katholieke Bijbelverzamelaar, ervan overtuigd dat de Codex nog bestaat. Hij huurt Max Blitz in, een jonge, Amsterdams-Joodse onderzoeker, om het boek op te sporen. Blitz’ onmogelijke zoektocht brengt hem via Bregenz, Milaan, Mantua, Amsterdam, Londen en Jeruzalem uiteindelijk naar de ultraorthodoxe joodse gemeenschappen van Monsey en New York. Na verloop van tijd lijkt hij op het goede spoor, ook omdat niet iedereen even enthousiast blijkt over zijn inspanningen. Is er misschien een goede reden voor de verdwijning van het manuscript? En wat zijn eigenlijk de echte motieven van zijn opdrachtgever? De Hillel Codex is niet alleen een razend spannende zoektocht, maar neemt de lezer ook mee achter de schermen van de internationale wereld van verzamelaars, handelaren, bibliotheken en onderzoekers van joodse kunst en oude manuscripten. Het biedt bovendien een zeldzame blik in de gesloten wereld van de ultraorthodoxe joodse gemeenschap in de Verenigde Staten.
Advertisement
Een razend spannende zoektocht naar een geheimzinnig middeleeuws boek, voor de lezers van Umberto Eco en Dan Brown
Omslag Robbie Smits Uitvoering paperback Formaat 13,7 x 21,3 cm Omvang ca. 288 blz. Prijs ca. € 22,50 ISBN 978 90 446 4930 7 ISBN e-boek 978 90 446 4931 4
NUR 301 Verschijnt oktober
• Leesexemplaren beschikbaar
• Posters
BOB BRONSHOFF
EMILE SCHRIJVER (1962) is algemeen directeur van het Joods Cultureel Kwartier en het Joods Historisch Museum in Amsterdam en bijzonder hoogleraar Geschiedenis van het joodse boek aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is hoofdredacteur van de Encyclopedia of Jewish Book Cultures en een veelgevraagd spreker in binnen- en buitenland. Dit is zijn eerste roman.
Uit De Hillel Codex:
Hij had al een paar uur zijn mail niet gecheckt, maar kon dat in de taxi meestal niet laten. Er was maar één nieuw bericht, met als afzender ‘Bibliophile’ en als onderwerp ‘Request’, verzoek. Het bericht kwam van een Gmail-adres met een inhoudsloze opeenvolging van getallen en letters voor de apenstaart. Daar schoot hij ook niets mee op, maar het woordje ‘bibliofiel’ maakte hem nieuwsgierig. Omdat hij op een verzoek naar believen wel of niet kon ingaan, opende hij het bericht. De tekst was beleefd, maar wat dwingend van toon en geschreven in niet geheel foutloos Engels:
Geachte heer,
Laat mij mij aan u voorstellen. Ik ben een fervent verzamelaar van oude boeken en speciaal geïnteresseerd in oude uitgaven van het Oude Testament. Mijn belangstelling gaat vooral uit naar de geschiedenis van de overdracht van de tekst. Ik heb een verzameling opgebouwd van vele honderden oude gedrukte edities, alsook een tiental middeleeuwse manuscripten. Ik doe dat vanuit een krachtige katholieke geloofsovertuiging en ben, dat wens ik te benadrukken, niet joods.
Ik wend mij tot u in verband met een heikele kwestie, waarop ik via de e-mail niet verder kan ingaan. Een aantal door mij geraadpleegde specialisten noemde u als de enige die niet alleen in staat zou kunnen zijn, maar tegen adequate betaling ook bereid om een ingewikkeld onderzoeksproject aan te nemen. Wanneer u zou besluiten om met mij contact op te nemen, zult u daar geen spijt van krijgen.
Ik ga ervan uit dat ik spoedig van u hoor,
Een bibliofiel
Het bericht bevatte verder geen naam, alleen maar een telefoonnummer met de landcode 43, voor Oostenrijk, gevolgd door een netnummer 5574, voor Bregenz, een stadje aan de Bodensee op de grens met Zwitserland en Duitsland, en een vijfcijferig abonneenummer.