5 minute read
` HOOFDSTUK 2: Hoe pas je enkele vaak gebruikte labotechnieken toe?
Hoe pas je enkele vaak gebruikte labotechnieken toe?
LEERDOELEN
Je kunt al:
Lenkele toepassingen van labomaterialen in het dagelijks leven geven; bv. een balans, een trechter , een maatkolf …
Lhet belang om veilig te werk te gaan in een labo begrijpen.
Je leert nu:
Lcorrect werken met een bunsenbrander;
Lcorrect werken met een balans;
Lcorrect werken met een trechter en filtreerpapier;
Lcorrect het vloeistofniveau in glaswerk aflezen. In dit hoofdstuk gaan we dieper in op enkele vaak gebruikte labotechnieken. Die technieken ga je doorheen de jaren nodig hebben om proeven uit te voeren. Ben je tijdens het uitvoeren vergeten hoe je een bunsenbrander gebruikt of hoe je een filter moet plooien? Dan kun je dat hier terugvinden.
2.1 De bunsenbrander
35THEMA 01 HOOFDSTUK 2 OPDRACHT 8 Welke onderdelen heeft een bunsenbrander? Op afbeelding 8 zie je een bunsenbrander. Noteer de verschillende onderdelen op de juiste plaats. Kies uit: gasregelaar – gasslang (gastoevoer) – inkomend gas – inkomende lucht – luchtinlaat – schouw – voet Afb. 8 Bunsenbrander ©VAN IN
Hoe steek je een bunsenbrander aan?
De volgorde van het aansteken van een bunsenbrander is van groot belang voor de veiligheid. 1 Bekijk de instructievideo. 2 Rangschik de stappen in de juiste volgorde.
AANSTEKEN BUNSENBRANDER
Lucifer aansteken en bovenaan naast de schouw houden.
Gastoevoer en luchtinlaat sluiten. Gasregelaar openen (als die aanwezig is). Hoogte van de vlam afstellen door aan de gastoevoer te draaien, of de gastoevoer volledig openzetten (volgens instructie van de leerkracht). De lucifer voldoende hoog boven de gasmond houden, zodat hij niet wordt uitgeblazen door de gasstroom. Gasslang aansluiten op de gastoevoer.
Gaskraan opendraaien.
Luchtinlaat opendraaien tot de gewenste vlam bekomen wordt.
OPDRACHT 10
Welke vorm en kleur heeft de vlam van een bunsenbrander?
1 In het filmpje uit opdracht 9 zie je dat de vlam uit meerdere kleurschakeringen en vormen bestaat, afhankelijk van de luchttoevoer. Teken de vlam die je kunt zien, houd rekening met de verschillende 36 THEMA 01 HOOFDSTUK 2 kleuren. Luchttoevoer dicht Luchttoevoer open Hoe ziet de vlam eruit? Hoe ziet de vlam eruit? 2 De ruisende vlam kun je gebruiken om stoffen te verwarmen. Wat is het warmste deel van de vlam? Zet een kruisje op je tekening. OPDRACHT 11 DOORDENKER Waarom kun je een wapperende vlam het best niet gebruiken om een stof te verwarmen? Leg uit. ©VAN IN
Veilig omgaan met een bunsenbrander: • Draag een veiligheidsbril en bind losse haren samen, zo voorkom je dat ze in de vlam terechtkomen. • Verwarm niet onder aan een proefbuis, maar op de oppervlakte van de vloeistof. Zo kun je wegspatten voorkomen. • Richt de opening van de proefbuis weg van jezelf of anderen, zo komen eventuele spatten niet op jezelf of je buur terecht. • Neem het glaswerk steeds vast met een tang of klem en niet met je hand; glaswerk wordt geleidelijk warm tijdens het verwarmen. • Ben je klaar met de proef? Opgelet, het glaswerk is nog warm! • Laat een bunsenbrander nooit langer branden dan nodig.
Je kunt de onderdelen van een bunsenbrander benoemen. Ook weet je welke stappen je moet ondernemen om een bunsenbrander aan te steken, op welke manier je de bunsenbrander voor welke toepassing kunt gebruiken en hoe je er veilig mee moet omgaan.
2.2 De balans
WEETJE Een weegschaal kent veel toepassingen. Denk maar aan de weegschaal in de badkamer om jezelf te wegen, of de weegschaal in de keuken waarmee je bloem kunt afwegen. Je kunt die weegschalen natuurlijk niet zomaar door elkaar gebruiken. Elke weegschaal heeft een zeker meetbereik. Personenweegschalen kunnen tot op 0,1 kg meten, de keukenweegschaal kan tot wel 0,0001 kg (ofwel 0,1 g). In de wetenschappen gebruiken we de term ‘balans’ in plaats van ‘weegschaal’. In het labo moeten we heel kleine hoeveelheden afwegen. Vaak zijn er balansen met verschillende gevoeligheden aanwezig. Je kiest de balans naargelang de massa die je nodig hebt. Hoe gebruik je een balans? • Kijk na of de balans volledig schoon is. Is dat niet het geval, verwijder dan eerst de resten met een borsteltje. • Zet de balans aan. • Neem een weegschuitje en leg het op de balans. • Breng de geregistreerde massa op nul door het weegschuitje te tarreren. • Breng de af te wegen stof in het weegschuitje. • Heb je naast het schuitje gemorst? Veeg op met het borsteltje. • Wacht tot de balans aangeeft dat de weging compleet is. • Noteer de massa. • Schakel de balans uit en zorg dat je ze schoon achterlaat. Bekijk de instructievideo. Je kunt de balans correct gebruiken. THEMA 01 HOOFDSTUK 2 37
GEBRUIK BALANS De termen ‘massa’ en ‘gewicht’ worden in het dagelijks leven door elkaar gehaald. • Massa is een hoeveelheid stof en heeft als eenheid kilogram. • Gewicht is een maat voor de aantrekkingskracht op een massa en heeft als eenheid newton. Om verwarring te vermijden, gebruiken we in de wetenschap de term ‘balans’ in plaats van ‘weegschaal’. ©VAN IN
2.3 De trechter en het filtreerpapier
1 Om te filtreren met filtreerpapier moet je de filter op een correcte manier gebruiken. Bekijk de instructievideo.
2
GEBRUIK FILTER
3 4
6 7 Om het papier beter te hechten aan de trechter kun je hem een beetje nat maken. 5 TIP ©VAN IN
2.4 Hoe lees je het vloeistofniveau in glaswerk af?
Het vloeistofniveau lees je af via de meniscus. Dat is de naam van het grensvlak tussen de vloeistof en de lucht. Op afbeelding 9 zie je een voorbeeld.
Het vloeistofpeil is vaak geen rechte lijn. Afhankelijk van de krachten die spelen in de vloeistof, zal het vloeistofoppervlak een kromming naar boven of beneden maken. Je moet het vloeistofniveau steeds aflezen op de bodem van het kommetje of op de top van het bolletje. Daarbij is het belangrijk om het glaswerk op ooghoogte te brengen. Doe je dat niet, dan maak je een fout bij het aflezen.
A B
aflees
hoogte 20
10
39THEMA 01 HOOFDSTUK 2 Afb. 9 Aflezen vloeistofniveau in glaswerk via de meniscus Je kunt het vloeistofniveau in glaswerk op een correcte manier aflezen door steeds op ooghoogte te werken en rekening te houden met de meniscus. ` Maak oefening 5. OPDRACHT 12 Ontdek nu zelf enkele labotechnieken. Voer het labo uit op p. 269. ONDERZOEK ©VAN IN