Puur Natuur (editie 2019)

Page 1



DEEL 1 - OP STAP A Op stap in de ruimte rondom mij 1 Landschapselementen 2 Van landschap naar kaart 3 Oriënteren, lokaliseren, situeren 4 Werken in de atlas 5 Reliëf Welke elementen van het reliëf kan je waarnemen in een landschap? Welke reliëfvormen kan je waarnemen in een landschap? 6 Gesteenten en landschap Welke lagen kan je waarnemen in een ontsluiting? Hoe kan je vaste en losse gesteenten van elkaar onderscheiden? Welke eigenschappen bezit de bodem van het terrein dat je bezocht hebt? 7 Bebouwing en bewoning in het landschap 8 Ruimtelijke relaties Welke relatie is er tussen het reliëf en het toerisme in het hooggebergte van de Alpen? Welke relatie is er tussen de bevolkingsdichtheid en de tarweteelt in de leemstreek? B Op stap in de natuur rondom mij 1 Voorbereiding op de verkenning 2 Op verkenning 3 Ik als bioloog 4 De week van het bos C Leerwandeling - Op stap in de ruimte rondom mij 1 Kaart van de leerwandeling 2 Landschapselementen waarnemen en voorstellen op kaart 3 Je lokaliseren in het landschap en op kaart 4 Je oriënteren in het landschap 5 Reliëf en reliëfvormen waarnemen 6 Bodem en gesteenten waarnemen 7 Ruimtegebruik waarnemen D Naverwerking van de leeruitstappen (linken natuur en ruimte) Leerwerkboek Puur Natuur 1 invullen Welke invloed hebben biotische en abiotische factoren op de biodiversiteit van de verkende biotopen? Hoe kan de mens de biodiversiteit binnen een biotoop verstoren? Hoe kan de mens positief ingrijpen om de biodiversiteit binnen biotopen te verbeteren? Welke relaties zijn er tussen biotopen en het ruimtegebruik door de mens

DEEL 2 - MATERIE A Wetenschappelijk denken en werken in acht / negen fasen. B Afspraken C Onderscheid tussen zuivere stoffen en mengsels in het dagelijkse leven 1 Wat is het verschil tussen een voorwerp en een stof?


2 Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel? 3 Zijn alle zuivere stoffen gelijk? 4 Is zuiver water wel zo zuiver? 5 Zijn alle mengsels gelijk? 6 Hoe kun je mengsels van elkaar scheiden? 7 Kun je alle stoffen mengen? 8 Hoe kun je olie en water mengen? 9 Wat gebeurt er precies als je stoffen mengt? D Onderscheid tussen een verandering van aggregatietoestand en een waarneembare stofomzetting 1 Wat is een stofomzetting? 2 Waarneembare veranderingen van aggregatietoestand 2.1 Onder welke aggregatietoestanden komt water voor? 2.2 Welke verschillen ontdek je als je de deeltjesmodellen van de drie aggregatietoestanden met elkaar vergelijkt? 2.3 Wat heeft een invloed op de snelheid waarmee de deeltjes bewegen? 2.4 Hoe kun je ijs in water en water in waterdamp omzetten? 2.5 Hoe ontstaat een wolk? 2.6 Kun je roomijs maken zonder diepvries? 2.7 Wat zijn kristallen? 3 Verklaring aan de hand van het deeltjesmodel 4 Waarneembare stofomzettingen 4.1 Wat is roesten? 4.2 Hoe kan je roest verwijderen? 4.3 Wat gebeurt er met een hardgekookt ei in azijn? 4.4 Hoe reageert melk op azijn? 4.5 Wat gebeurt er als je suiker verbrandt? 4.6 Hoe reageert Mentos op cola? E Temperatuursveranderingen veroorzaken waarneembare fysische verschijnselen 1 Voorbeelden uit het dagelijkse leven 1.1 Wat gebeurt er met water als je het opwarmt of afkoelt? 1.2 Wat gebeurt er met andere vloeistoffen als je ze opwarmt of afkoelt? 1.3 Wat gebeurt er met vaste stoffen als je ze opwarmt of afkoelt? 1.4 Zetten alle vaste stoffen op dezelfde manier uit? 1.5 Wat gebeurt er met gassen als je ze opwarmt of afkoelt? 2 Verklaring aan de hand van het deeltjesmodel

DEEL 3 - ENERGIE EN ORGANISMEN A Energievormen en energieomzettingen 1 Energiebronnen leveren energie 1.1 Energie 1.2 Energiebronnen 2 Energie komt voor in verschillende vormen 3 Energieomzettingen 4 Energiebesparingen - Wees zuinig met energie 4.1 Energiebewust 4.2 Broeikassen verminderen


4.3 Transportmogelijkheden van thermische energie B Voeding als energiebron voor de mens 1 Samenstelling van ons voedsel 1.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen 1.2 Functie van voedingsstoffen 2 Opsporen van soorten voedingsstoffen in voedingsmiddelen C Groene planten zijn duurzame fabriekjes 1 De hoofddelen van een bloemplant 1.1 Hoofddelen 1.2 Wortels 1.3 Stengels 1.4 Blad 2 Groene planten zijn producenten 2.1 Proeven met planten 2.2 Fotosynthese of bladgroenwerking 2.2.1 Planten bevatten zetmeel 2.2.2 Planten vormen zelf zetmeel 2.2.3 Planten vormen zuurstofgas 2.3 Stofomzettingen en energieomzettingen in groene planten tijdens de fotosynthese D Eten en gegeten worden 1 Voedselketen en voedselweb 2 Een voedselpiramide 3 Een voedselkringloop (producent, consument, opruimer) 4 Het biologisch evenwicht E Gemaakt om te overleven 1 Aanpassingen van organismen aan hun leefmilieu 1.1 Aanpassingen van bloemplanten aan hun omgeving 1.2 De dieren en hun omgeving 2 Invloed van de mens 2.1 Inheemse en uitheemse planten 2.2 Bedreigde diersoorten 3 Ecorapport eigen voorstel uitwerken om de voetafdruk te verkleinen

DEEL 4 HOE ZIT MIJN LICHAAM IN ELKAAR? A Inwendige bouw 1 Uit welke delen bestaat de romp? 2 Uit welke stelsels bestaat je lichaam? 3 Hoe zijn de stelsels opgebouwd? B Ademhalingsstelsel 1 Welke weg volgt de lucht die je inademt? 2 Wat is je ademhalingsritme? 3 Wanneer verandert je ademhalingsritme?


4 Wat is de maximale hoeveelheid lucht die je kunt uitademen? 5 Wat is het verschil tussen lucht die je inademt en lucht die je uitademt? 6 Wat gebeurt er in de longblaasjes? C Spijsverteringsstelsel 1 Waarom moet je eten? 2 Uit welke stoffen bestaat je eten? 3 Hoe spoor je voedingsstoffen in je eten op? 4 Ik als bioloog 5 Welke weg legt je voedsel af? 6 Wat gebeurt er met het opgenomen voedsel in de mond? 7 Hoe belandt het opgenomen voedsel in de maag? 8 Wat gebeurt er met het nog niet verteerde voedsel van maag tot aarsopening? D Uitscheidingsstelsel 1 Welke afvalstoffen verwijder je uit je lichaam? 2 Hoe verwijdert de huid afvalstoffen? 3 Hoe verwijderen de nieren afvalstoffen? E Bloedvatenstelsel 1 Hoe krijg je op een snelle manier veel informatie over je gezondheid? 2 Hoe komt het bloed overal in je lichaam? 3 Waarom stroomt het bloed overal in je lichaam? 4 Welke functies heeft het bloed? F Samen zorgen voor je lichaam 1 Evenwichtig, gezond en actief leven 1.1 Wat betekent gezond leven? 1.2 Wat betekent gezonde voeding? 1.3 Hoe herken je bij het winkelen gezonde voedingsmiddelen? 1.4 Eet jij volgens de voedingsdriehoek? 1.5 Hoe maak ik mijn voedingsdriehoek evenwichtiger? 1.6 Beweeg ik voldoende volgens de bewegingsdriehoek? 2 Ieder zijn levensstijl 2.1 Wat bepaalt je dagelijkse energiebehoefte? 2.2 Hoe kun je een gezond lichaamsgewicht behouden? 2.3 Hoeveel is te veel en hoeveel is te weinig? 2.4 Wanneer is je lichaamsgewicht ongezond? 2.5 Wat zijn de gevaren van een ongezond lichaamsgewicht? 3 Samen zorgen voor een gezonde en evenwichtige levensstijl 4 Houding en hygiĂŤne 4.1 Uit welke beenderen bestaat je skelet? 4.2 Welke functies heeft het skelet? 4.3 Wat is bewegen? 4.4 Welke vorm van beweging is de beste? 4.5 Wat is het belang van een goede lichaamshouding? 4.6 Heb jij een goede zithouding? 4.7 Hoe til je op een juiste manier? 4.8 Waarom moet je je lichaam goed verzorgen? 4.9 Hoe verzorg jij je lichaam?


4.10 Hoe moet ik mijn lichaam verzorgen? 4.11 Hoe verzorg je de huid tijdens de puberteit? 5 Samen zorgen voor je lichaam


DEEL 1 Op stap A Op stap in de ruimte rondom mij 1 Landschapselementen

2 Van landschap naar kaart

3 Oriënteren, lokaliseren, situeren

4. Werken in de atlas

ET ET 6.30 - ET 9.7 - ET 13.11 ET 6.29; BG 6.7 ET 9.4 ET 9.2 ET 13.18 ET 6.30 - ET 9.7 - ET 13.11 ET 6.30 - ET 13.13 ET 6.29; BG 6.7 ET 13.18 ET 9.1 - ET 9.6 ET 6.29; BG 6.7 ET 13.4 ET 13.18 ET 6.29; BG 6.7 ET 13.3; BG 13.1 ET 13.3; BG 13.1

ET 13.4 5. Reliëf Welke elementen van het reliëf kan je waarnemen in een landschap? ET 6.30 - ET 9.7 - ET 13.11 ET 6.30 - ET 13.13 ET 13.18 Welke reliëfvormen kan je waarnemen in een landschap? ET 6.30 - ET 9.7 - ET 13.11 ET 6.30 - ET 13.13 ET 6.29; BG 6.7 ET 13.3; BG 13.1 ET 13.6, BG 13.3 ET 13.18 6 Gesteenten en landschap Welke lagen kan je waarnemen in een ontsluiting? ET 6.30 - ET 9.7 - ET 13.11 ET 6.30 - ET 13.13 ET 13.18 Hoe kan je vaste en losse gesteenten van elkaar onderscheiden? ET 13.6 ET 6.29; BG 6.7 ET 13.3; BG 13.1 ET 13.6, BG 13.3 ET 13.18 Welke eigenschappen bezit de bodem van het terrein dat je bezocht hebt? ET 6.30 - ET 13.9 ET 6.30 - ET 13.10 ET 6.30 - ET 9.7 - ET 13.11 ET 1.14 - ET 6.27 - ET 9.6 - ET 9.7 ET 13.12 ET 6.28; BG 6.3 ET 6.30 - ET 13.13 ET 6.30

7 Bebouwing en bewoning in het landschap

ET 13.3; BG 13.1 ET 13.4 ET 13.6, BG 13.3 ET 13.18

ET 13.6 ET 9.4 ET 9.3 ET 13.3; BG 13.1 ET 13.3; BG 13.1 ET 13.4 ET 13.6, BG 13.3 ET 13.18

B Op stap in de natuur rondom mij 1 Voorbereiding op de verkenning

2 Op verkenning

ET 6.19 ET 2.5; UD 2.5 ET 13.18 ET 6.30-ET 9.7-ET 13 11 ET 1.14-ET 6.27-ET 9.6-ET 9.7ET13.12 ET 6.28; BG 6.3 ET 13.6 ET 6.29; BG 6.7 ET 9.4 ET 6.33

TAXONOMIE VAN BLOOM

toepassen vakspecifiek: LPD 3 waarneming doen op foto toepassen LPD 11 model gebruiken: schets, zoekkaart, kaart begrijpen LPD 14 menselijke ingrepen +/begrijpen LPD 21 natuurlijke en menselijke elementen onderscheiden toepassen transversaal: LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces toepassen vakspecifiek: LPD 3 waarneming doen op foto LPD 7 formuleren van antwoord op onderzoeksvraag toepassen toepassen LPD 11 model gebruiken: schets, zoekkaart, kaart toepassen transversaal: LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces toepassen vakspecifiek: LPD 9 oriënteren: kaart/kompas toepassen LPD 11 model gebruiken: schets, zoekkaart, kaart transversaal: LPD 29 gebruik maken van verklarende overzichten om informatie te vinden: oriënteren van kaatoepassen toepassen LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces toepassen vakspecifiek: LPD 11 model gebruiken: schets, zoekkaart, kaart toepassen transversaal: LPD 25 selecteren van bronnen en gebruik van een geschikte zoekstrategie LPD 27 opzoeken van informatie in bronnen en gebruiken maken van geschikte toepassen zoekstrategieën LPD 28 De leerlingen gebruiken oriënterende overzichten om informatie in bronnen te vinden: toepassen inhoudstafel, register, … LPD 3 waarneming doen op foto vakspecifiek: LPD 7 formuleren van antwoord op onderzoeksvraag transversaal: LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces LPD 3 waarneming doen op foto vakspecifiek: LPD 7 formuleren van antwoord op onderzoeksvraag LPD 11 model gebruiken: schets, zoekkaart transversaal: LPD 25 selecteren van bronnen en gebruik van een geschikte zoekstrategie LPD 30 verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen. LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces

toepassen toepassen toepassen toepassen toepassen toepassen toepassen analyseren toepassen

LPD 3 waarneming doen op foto vakspecifiek: LPD 7 formuleren van antwoord op onderzoeksvraag transversaal: LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces vakspecifiek: LPD 6 Kaart met grondsoorten in België gebruiken LPD 11 model gebruiken: schets, zoekkaart transversaal: LPD 25 selecteren van bronnen en gebruik van een geschikte zoekstrategie LPD 30 verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen. LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces LPD 1 een onderzoeksvraag voor een afgebakend probleem formuleren vakspecifiek: LPD 2 een hypothese voor een onderzoeksvraag formuleren LPD 3 gegevens verzamelen uit een experiment LPD 4 gebruik van gepaste hulpmiddelen LPD 5 juiste grootheden en eenheden gebruiken LPD 7 antwoord op onderzoeksvraag formuleren LPD 8 wetenschappelijke methode volgen LPD 20 doorlopen van een creatief denkproces

ET 13.16 - ET 15.1 - ET 15.2 - ET 15.3 transversaal: ET 13.6, BG 13.3 LPD 30 verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen. ET 13.7 LPD 33 presenteren van verwerkte informatie digitaal en niet digitaal. ET 13.18 LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces LPD 6 kaart bodemgebruik in België gebruiken ET 13.6 vakspecifiek: ET 13.3; BG 13.1 transversaal: LPD 25 selecteren van bronnen en gebruik van een geschikte zoekstrategie LPD 27 opzoeken van informatie in bronnen en gebruiken maken van geschikte ET 13.3; BG 13.1 zoekstrategieën LPD 28 De leerlingen gebruiken oriënterende overzichten om informatie in bronnen te vinden: ET 13.4 inhoudstafel, register, … ET 13.6, BG 13.3 LPD 30 verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen. ET 13.18 LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces

8 Ruimtelijke relaties Welke relatie is er tussen het reliëf en het toerisme in het hooggebergte van de Alpen? ET 13.6 ET 9.4 ET 9.3 ET 13.3; BG 13.1

Welke relatie is er tussen de bevolkingsdichtheid en de tarweteelt in de leemstreek?

LPD KathOndVla (nr.)

toepassen toepassen toepassen analyseren toepassen toepassen analyseren toepassen toepassen toepassen toepassen toepassen toepassen toepassen toepassen creëren analyseren toepassen toepassen analyseren toepassen toepassen toepassen analyseren toepassen

LPD 6 Reliëfkaart en kaart toerisme in Europa gebruiken vakspecifiek: LPD 14 menselijke ingrepen +/LPD 23 onderzoek ruimtelijke relaties in de wereld transversaal: LPD 25 selecteren van bronnen en gebruik van een geschikte zoekstrategie LPD 27 opzoeken van informatie in bronnen en gebruiken maken van geschikte zoekstrategieën LPD 28 De leerlingen gebruiken oriënterende overzichten om informatie in bronnen te vinden: inhoudstafel, register, … LPD 30 verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen. LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces

analyseren begrijpen analyseren toepassen toepassen toepassen analyseren toepassen

vakspecifiek: LPD 6 kaarten bevolkingsdichtheid en landbouw in België gebruiken LPD 14 menselijke ingrepen +/LPD 22 onderzoek ruimtelijke relaties in lokaal landschap transversaal: LPD 25 selecteren van bronnen en gebruik van een geschikte zoekstrategie LPD 27 opzoeken van informatie in bronnen en gebruiken maken van geschikte zoekstrategieën LPD 28 De leerlingen gebruiken oriënterende overzichten om informatie in bronnen te vinden: inhoudstafel, register, … LPD 30 verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen. LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces

analyseren begrijpen analyseren toepassen

vakspecifiek LPD 24 voorbeelden biotische/abiotische factoren transversaal: LPD 32 eenvoudige notities nemen in functie van informatieverwerking LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces vakspecifiek LPD 3 terreintechniek: observatie LPD 4 gepaste hulpmiddelen gebruiken

analyseren analyseren toepassen toepassen

LPD 5 juiste grootheden/courante eenheden gebruiken LPD 6 bruikbaar geheel: schema, determineertabel LPD 11 model gebruiken: schets, zoekkaart LPD 14 menselijke ingrepen +/LPD 15 STEM-beroepen

toepassen toepassen analyseren toepassen

toepassen toepassen analyseren toepassen begrijpen analyseren


3 Ik als bioloog

4 De week van het bos

ET 6.19 ET 2.5; UD 2.5 13.8;BG13.4 ET 13.18 ET 6.30-ET 9.7-ET 13 11 ET 1.14-ET 6.27-ET 9.6-ET 9.7ET13.12 ET 13.6 ET 6.29; BG 6.7 ET 2.5; UD 2.5 ET 13.18 ET 1.14-ET 6.27-ET 9.6-ET 9.7ET13.12 ET 13.6 ET 9.4

LPD 24 voorbeelden biotische en abiotische factoren/gebruik zoekkaarten/meetmethoden transversaal: LPD 32 eenvoudige notities nemen in functie van informatieverwerking LPD 34 informatiebeheer digitaal/niet digitaal LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces vakspecifiek LPD 3 techniek: observatie

LPD 4 gepaste hulpmiddelen gebruiken LPD 6 bruikbaar geheel: affiche LPD 11 model gebruiken: schets, zoekkaart transversaal: LPD 32 eenvoudige notities nemen in functie van informatieverwerking LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces LPD 4 gepaste hulpmiddelen gebruiken vakspecifiek LPD 6 bruikbaar geheel: affiche LPD 14 menselijke ingrepen +/LPD 20 doorlopen van een creatief denkproces ET 13.16 - ET 15.1 - ET 15.2 - ET 15.3 transversaal: LPD 32 eenvoudige notities nemen in functie van informatieverwerking ET 2.5; UD 2.5 ET 13.7 LPD 33 presenteren van verwerkte informatie digitaal en niet digitaal. ET 13.18 LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces

analyseren analyseren toepassen toepassen toepassen toepassen analyseren toepassen analyseren toepassen toepassen analyseren begrijpen creëren analyseren toepassen toepassen

C Leerwandeling: Op stap in de ruimte rondom mij 1 Kaart van de leerwandeling

ET 1.14-ET 6.27-ET 9.6-ET 9.7ET13.12 ET 9.1-ET 9.6 ET 13.3; BG 13.1 ET 13.4 ET 2.5; UD 2.5 13.8;BG13.4 ET 13.18

2 Landschapselementen waarnemen en voorstellen op kaart

ET 6.30-ET 9.7-ET 13 11 ET 1.14-ET 6.27-ET 9.6-ET 9.7ET13.12 ET 6.30 - ET 13.13 ET 9.2 ET 2.5; UD 2.5 13.8;BG13.4 ET 13.18

3 Je lokaliseren in het landschap en op kaart ET 6.30-ET 9.7-ET 13 11 ET 1.14-ET 6.27-ET 9.6-ET 9.7ET13.12 ET 13.4 ET 2.5; UD 2.5 4 Je oriënteren in het landschap ET 6.30-ET 9.7-ET 13 11 ET 1.14-ET 6.27-ET 9.6-ET 9.7ET13.12 ET 9.1-ET 9.6 ET 13.4 ET 2.5; UD 2.5 13.8;BG13.4 5 Reliëf en reliëfvormen waarnemen ET 6.30-ET 9.7-ET 13 11 ET 13.6 ET 6.30 - ET 13.13 ET 6.29; BG 6.7 ET 13.3; BG 13.1 ET 13.16, BG 13.3 ET 2.5; UD 2.5 13.8;BG13.4 ET 13.18 6 Bodem en gesteenten waarnemen ET 6.30-ET 9.7-ET 13 11 ET 1.14-ET 6.27-ET 9.6-ET 9.7ET13.12 ET 6.28; BG 6.3 ET 13.6 ET 6.30 - ET 13.13 ET 6.31-ET 13.12 ET 6.29; BG 6.7 ET 13.16, BG 13.3 ET 2.5; UD 2.5 13.8;BG13.4 ET 13.18 7 Ruimtegebruik waarnemen ET 6.30-ET 9.7-ET 13 11 ET 9.2 ET 2.5; UD 2.5 ET 13.18 D Naverwerking van de leeruitstappen (linken natuur en ruimte) Leerwerkboek Puur Natuur 1 invullen ET 6.30-ET 9.7-ET 13 11 1.14 - ET 6.27 - ET 9.6 - 9.7 - ET 13.12 ET 6.28; BG 6.3 ET 13.6 ET 6.30 - ET 13.13 ET 6.29;BG 6.7 ET 9.4 ET 13.5; BG 13.2 ET 13.16, BG 13.3 ET 2.5; UD 2.5 ET 13.18 Welke invloed hebben biotische en abiotische factoren op de biodiversiteit van de verkende biotopen? ET 6.30-ET 9.7-ET 13 11 ET 13.6 ET 6.19 ET 13.16, BG 13.3 ET 2.5; UD 2.5 ET 13.18 Hoe kan de mens de biodiversiteit binnen een biotoop verstoren? ET 9.4 ET 13.16, BG 13.3

vakspecifiek: LPD 4 hulpmiddel: kaart LPD 9 lokaliseren: digitaal hulpmiddel transversaal: LPD 25 selecteren van bronnen en gebruik van een geschikte zoekstrategie LPD 29 gebruik maken van verklarende overzichten om informatie te vinden: oriënteren van kaart LPD 32 eenvoudige notities nemen in functie van informatieverwerking LPD 34 informatiebeheer digitaal/niet digitaal LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces

toepassen toepassen toepassen

vakspecifiek: LPD 3 terreintechniek: observatie

toepassen

LPD 4 hulpmiddel: kaart LPD 7 formuleren van antwoord op onderzoeksvraag LPD 21 natuurlijke en menselijke elementen onderscheiden transversaal: LPD 32 eenvoudige notities nemen in functie van informatieverwerking LPD 34 informatiebeheer digitaal/niet digitaal LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces

toepassen toepassen begrijpen analyseren toepassen toepassen

LPD 3 terreintechniek: lokalisatie

toepassen analyseren toepassen toepassen

toepassen

LPD 4 hulpmiddel: kaart, legende toepassen transversaal: LPD 29 gebruik maken van verklarende overzichten om informatie te vinden: oriënteren van kaatoepassen LPD 32 eenvoudige notities nemen in functie van informatieverwerking analyseren toepassen vakspecifiek: LPD 3 terreintechniek: oriëntatie

transversaal:

vakspecifiek:

transversaal:

vakspecifiek:

LPD 4 hulpmiddel: kaart, kompas, windrichtingen toepassen LPD 9 oriënteren: kaart/kompas toepassen LPD 29 gebruik maken van verklarende overzichten om informatie te vinden: oriënteren van kaatoepassen LPD 32 eenvoudige notities nemen in functie van informatieverwerking analyseren LPD 34 informatiebeheer digitaal/niet digitaal toepassen toepassen LPD 3 terreintechniek: observatie LPD 6 bruikbaar geheel: schema analyseren LPD 7 formuleren van antwoord op onderzoeksvraag toepassen LPD 11 model gebruiken: tabel, zoekkaart toepassen LPD 25 selecteren van bronnen en gebruik van een geschikte zoekstrategie toepassen analyseren LPD 30 verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen. LPD 32 eenvoudige notities nemen in functie van informatieverwerking analyseren LPD 34 informatiebeheer digitaal/niet digitaal toepassen toepassen LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces LPD 3 terreintechniek: observatie toepassen

LPD 4 gepaste hulpmiddelen gebruiken LPD 5 juiste grootheden/courante eenheden gebruiken LPD 6 bruikbaar geheel: schema, determineertabel LPD 7 formuleren van antwoord op onderzoeksvraag LPD 10 technische vaardigheden aanwenden bij terreinwerk LPD 11 model gebruiken: schets, zoekkaart transversaal: LPD 30 verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen. LPD 32 eenvoudige notities nemen in functie van informatieverwerking LPD 34 informatiebeheer digitaal/niet digitaal LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces vakspecifiek: LPD 3 terreintechniek: observatie LPD 21 onderzoek ruimtelijke relaties in lokaal landschap transversaal: LPD 32 eenvoudige notities nemen in functie van informatieverwerking LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces

vakspecifiek: LPD 3 waarneming doen op foto LPD 4 gebruik van gepaste hulpmiddelen LPD 5 juiste grootheden en eenheden gebruiken LPD 6 bruikbaar geheel:schema/tabel LPD 7 formuleren van antwoord op onderzoeksvraag LPD 11 model gebruiken: zoekkaart LPD 14 menselijke ingrepen +/transversaal: LPD 26 beooordelen van geselecteerde bronnen LPD 30 verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen. LPD 32 eenvoudige notities nemen in functie van informatieverwerking LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces vakspecifiek:

LPD 3 waarneming doen op foto LPD 6 Bruikbaar geheel: schema/tabel LPD 24 onderlinge afhankelijkheid organismen/rol biotische en abiotische factoren transversaal: LPD 30 verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen. LPD 32 eenvoudige notities nemen in functie van informatieverwerking LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces vakspecifiek: LPD 14 menselijke ingrepen +/transversaal: LPD 30 verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen.

toepassen toepassen analyseren toepassen analyseren toepassen analyseren analyseren toepassen toepassen toepassen begrijpen analyseren toepassen

analyseren toepassen toepassen toepassen analyseren toepassen toepassen begrijpen evalueren analyseren analyseren toepassen

toepassen analyseren analyseren analyseren analyseren toepassen begrijpen analyseren


ET 2.5; UD 2.5 ET 13.18 Hoe kan de mens positief ingrijpen om de biodiversiteit binnen biotopen te verbeteren? ET 9.4 ET 6.33 ET 6.19 ET 13.16, BG 13.3 ET 2.5; UD 2.5 ET 13.18 Welke relaties zijn er tussen biotopen en het ruimtegebruik door de mens ET 9.3 ET 13.16, BG 13.3 ET 2.5; UD 2.5 ET 13.18

LPD 32 eenvoudige notities nemen in functie van informatieverwerking LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces vakspecifiek: LPD 14 menselijke ingrepen +/-

LPD 15 STEM-beroepen LPD 25 belang biodiversiteit transversaal: LPD 30 verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen. LPD 32 eenvoudige notities nemen in functie van informatieverwerking LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces vakspecifiek: LPD 22 onderzoek ruimtelijke relaties in lokaal landschap transversaal: LPD 30 verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen. LPD 32 eenvoudige notities nemen in functie van informatieverwerking LPD 35 gebruik van school- en vaktaal in functie van het leerproces

analyseren toepassen

begrijpen begrijpen analyseren analyseren analyseren toepassen analyseren analyseren analyseren toepassen


DEEL 2 Materie

LPD KathOndVla (nr.) TAXONOMIE VAN BLOOM LPD 2: criteria hypothese: toetsbaar, ondubbelzinnig, afgebakend, relevant, beknopt principes van inductief en deductief redeneren LPD 3: gegevens verzamelen aan de hand van waarnemingen, metingen,experimenten volgens een gegeven werkwijze LPD 4: veilig, met zorg en nauwkeurig gebruik van gepaste hulpmiddelen o.a. meetinstrumenten en pictogrammen om observaties en experimenten uit te voeren LPD 5: juiste grootheden en courante eenheden gebruiken in een correcte weergave LPD 6: verwerken van data volgens een aangereikt stappenplan tot een bruikbaar geheel: tabel ET 1.14 - ET 6. 27 - ET 6.28 - ET 6.30 LPD 7: formuleren van een antwoord op een onderzoeksvraag op basis van - ET 9.6 - ET 9.7 - ET 13.6 - ET 13.9 toepassen waarnemingen, metingen, experimenten analyseren A Wetenschappelijk denken en werken ET 13.10 - ET 13.11 - ET 13.12 - ET in acht / negen fasen. 13.13 - BG 6.3 toepassen vakspecifiek: LPD 8: stapsgewijs een wetenschappelijke methode toepassen

B Afspraken

ET

ET 1.14 - ET 6.27 - ET 9.6 - ET 9.7 ET 13.12

toepassen

ET 1.14

vakspecifiek: LPD 4: afspraken om veilig, met zorg en nauwkeurig te werken LPD 45: aandacht voor procedures, veiligheidsvoorschriften en onderliggende strategieën in functie transversaal: van veilig gebruik van materialen en toestellen

ET 6.11

differentieel in functie van LPD 34

begrijpen

toepassen

C Onderscheid tussen zuivere stoffen en mengsels in het dagelijkse leven 1 Wat is het verschil tussen een voorwerp en een stof? 2 Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel? 3 Zijn alle zuivere stoffen gelijk?

4 Is zuiver water wel zo zuiver?

5 Zijn alle mengsels gelijk?

ET 6.11 ET 13.6 - BG 13.3

vakspecifiek: transversaal:

ET 6.11 ET 13.6 - BG 13.3

vakspecifiek: transversaal:

ET 6.11

vakspecifiek:

ET 13.6 - BG 13.3

transversaal:

ET 6.11

vakspecifiek:

LPD 34: voorbeelden van zuivere stoffen en mengsels onderscheiden in authentieke contexten LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 34: voorbeelden van zuivere stoffen en mengsels onderscheiden in authentieke contexten LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 34: voorbeelden van zuivere stoffen en mengsels onderscheiden in authentieke contexten LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures LPD 34: voorbeelden van zuivere stoffen en mengsels onderscheiden in authentieke contexten LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures

begrijpen analyseren begrijpen analyseren begrijpen

analyseren begrijpen

ET 13.6 - BG 13.3

transversaal:

6 Hoe kun je mengsels van elkaar scheiden?

ET 6.11

begrijpen

7 Kun je alle stoffen mengen?

ET 13.6 - BG 13.3 ET 6.11

8 Hoe kun je olie en water mengen?

ET 13.6 - BG 13.3 ET 6.11

differentieel In functie van LPD 34 LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces transversaal: LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures differentieel In functie van LPD 34 LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces transversaal: LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures differentieel LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces transversaal: LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures differentieel In functie van LPD 34 LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces transversaal: LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures

begrijpen

vakspecifiek: LPD 35: verklaren via deeltjesmodel transversaal: LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen

begrijpen analyseren

vakspecifiek: LPD 35 aggregatietoestanden: vast, vloeibaar, gas.

begrijpen

ET 13.6 - BG 13.3 9 Wat gebeurt er precies als je stoffen ET 6.11 mengt?

ET 13.6 - BG 13.3 D Onderscheid tussen een verandering van aggregatietoestand en een waarneembare stofomzetting ET 6.10 - ET 6.12 1 Wat is een stofomzetting? ET 13.6 - BG 13.3 2 Waarneembare veranderingen van aggregatietoestand 2.1 Onder welke aggregatietoestanden komt water voor? ET 6.10 - ET 6.12

analyseren

analyseren begrijpen

analyseren begrijpen

analyseren

analyseren


ET 13.6 - BG 13.3 2.2 Welke verschillen ontdek je als je de deeltjesmodellen van de drie aggregatietoestanden met elkaar ET 6.10 - ET 6.12 vergelijkt? ET 13.6 - BG 13.3 2.3 Wat heeft een invloed op de snelheid waarmee de deeltjes bewegen? ET 6.10 - ET 6.12

ET 13.6 - BG 13.3 2.4 Hoe kun je ijs in water en water in waterdamp omzetten?

ET 6.10 - ET 6.12

2.5 Hoe ontstaat een wolk?

ET 13.6 - BG 13.3 ET 6.10 - ET 6.12

ET 13.6 - BG 13.3 2.6 Kun je roomijs maken zonder diepvries?

2.7 Wat zijn kristallen?

ET 6.10 - ET 6.12

ET 13.6 - BG 13.3 ET 6.10 - ET 6.12 ET 13.6 - BG 13.3

3. Verklaring aan de hand van het deeltjesmodel

ET 6.10 - ET 6.12

4 Waarneembare stofomzettingen 4.1 Wat is roesten?

ET 6.10 - ET 6.12

4.2 Hoe kan je roest verwijderen?

ET 13.6 - BG 13.3 ET 6.10 - ET 6.12

ET 13.6 - BG 13.3 4.3 Wat gebeurt er met een hardgekookt ei in azijn?

ET 6.10 - ET 6.12

4.4 Hoe reageert melk op azijn?

ET 13.6 - BG 13.3 ET 6.10 - ET 6.12

ET 13.6 - BG 13.3 4.5 Wat gebeurt er als je suiker verbrandt?

ET 6.10 - ET 6.12

4.6 Hoe reageert mentos op cola?

ET 13.6 - BG 13.3 ET 6.10 - ET 6.12

LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces transversaal: LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures

analyseren

vakspecifiek: LPD 36: verklaren via deeltjesmodel transversaal: LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen

begrijpen analyseren

differentieel in functie van LPD 36 LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces transversaal: LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures

begrijpen

vakspecifiek: LPD 35: verandering van aggregatietoestand: smelten en verdampen LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces transversaal: LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures vakspecifiek: LPD 35: verandering van aggregatietoestand: condenseren en verdampen LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces transversaal: LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures

begrijpen

vakspecifiek: LPD 35 verandering van aggregatietoestand: smelten en stollen LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces transversaal: LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures vakspecifiek: LPD 35: verandering van aggregatietoestand: verdampen transversaal: LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 11: gebruik aangereikt model om te visualiseren en te beschrijven vakspecifiek: LPD 36: verklaren via deeltjesmodel

begrijpen

vakspecifiek: LPD 35: waarneembare stofomzetting LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces transversaal: LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures differentieel in functie van LPD 35 LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces transversaal: LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures

begrijpen

analyseren begrijpen

analyseren

analyseren begrijpen analyseren toepassen begrijpen

analyseren

vakspecifiek: LPD 35: waarneembare stofomzetting LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces transversaal: LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures vakspecifiek: LPD 35: waarneembare stofomzetting LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces transversaal: LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures

begrijpen

vakspecifiek: LPD 35: waarneembare stofomzetting LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces transversaal: LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures vakspecifiek: LPD 35: waarneembare stofomzetting

begrijpen

analyseren begrijpen

analyseren

analyseren begrijpen


ET 13.6 - BG 13.3

LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces transversaal: LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures

analyseren

E Temperatuursveranderingen veroorzaken waarneembare fysische verschijnselen 1. Voorbeelden uit het dagelijkse leven 1.1 Wat gebeurt er met water als je het opwarmt of afkoelt? ET 6.10

ET 13.6 - BG 13.3 1.2 Wat gebeurt er met andere vloeistoffen als je ze opwarmt of afkoelt?

LPD 11: gebruik aangereikt model om te visualiseren en te beschrijven vakspecifiek: LPD 36: verklaren via deeltjesmodel LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces transversaal: LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures

ET 6.10

vakspecifiek:

ET 13.6 - BG 13.3

transversaal:

1.3 Wat gebeurt er met vaste stoffen als je ze opwarmt of afkoelt? ET 6.10

ET 13.6 - BG 13.3 1.4 Zetten alle vaste stoffen op dezelfde manier uit? ET 6.10

vakspecifiek:

transversaal: vakspecifiek:

ET 13.6 - BG 13.3 1.5 Wat gebeurt er met gassen als je ze opwarmt of afkoelt? ET 6.10

vakspecifiek:

ET 13.6 - BG 13.3

transversaal:

ET 6.10

vakspecifiek:

2. Verklaring aan de hand van het deeltjesmodel

transversaal:

LPD 11: gebruik aangereikt model om te visualiseren en te beschrijven LPD 36 verklaren via deeltjesmodel LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures LPD 11: gebruik aangereikt model om te visualiseren en te beschrijven LPD 36: verklaren via deeltjesmodel LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures LPD 11: gebruik aangereikt model om te visualiseren en te beschrijven LPD 36: verklaren via deeltjesmodel LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures LPD 11: gebruik aangereikt model om te visualiseren en te beschrijven LPD 36 verklaren via deeltjesmodel LPD 26: beoordelen resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken - besluit formuleren verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces LPD 45: handelen veilig en respecteren de veiligheidsvoorschriften en -procedures LPD 11: gebruik aangereikt model om te visualiseren en te beschrijven LPD 36: verklaren via deeltjesmodel

begrijpen

analyseren

begrijpen

analyseren begrijpen

analyseren begrijpen

analyseren begrijpen

analyseren toepassen begrijpen


DEEL 3 Energie en organismen A Energievormen en energieomzettingen

ET

LPD KathOndVla (nr.)

TAXONOMIE VAN BLOOM

vakspecifiek: LPD 12: illustreren met voorbeelden de samenwerking tussen verschillende STEMdisciplines bij maatschappelijke behoeften. 1 Energiebronnen leveren energie 1.1 Energie

1.2 Energiebronnen

2 Energie komt voor in verschillende vormen

3 Energieomzettingen

4 Energiebesparingen - Wees zuinig met energie 4.1 Energiebewust 4.2 Broeikassen verminderen 4.3 Transportmogelijkheden van thermische energie

ET 6.32

begrijpen

ET 6.13 ET 13.6; BG 13.3

begrijpen toepassen

LPD 1: een onderzoeksvraag voor een afgebakend probleem ET 6.30 - ET 13.9 toepassen formuleren LPD 2: criteria hypothese: toetsbaar, ondubbelzinnig, afgebakend, relevant, beknopt - principes van inductief en ET 6.30 - ET 13.10 toepassen deductief redeneren LPD 3: gegevens verzamelen aan de hand van waarnemingen, metingen,experimenten volgens een gegeven werkwijze toepassen ET 6.30 - ET 9.7 - ET 13.11 LPD 4: veilig, met zorg en nauwkeurig gebruik van gepaste ET 1.14 - ET 6.27 - ET 9.6 - ET hulpmiddelen o.a. meetinstrumenten en pictogrammen om 9.7 - ET 13.12 toepassen observaties en experimenten uit te voeren LPD 5: juiste grootheden en courante eenheden gebruiken in toepassen ET 6.28; BG 6.3 een correcte weergave LPD 7: formuleren van een antwoord op een onderzoeksvraag op basis van waarnemingen, metingen, experimenten toepassen ET 6.30 - ET 13.13 LPD 8: stapsgewijs een wetenschappelijke methode toepassen toepassen ET 6.30 toepassen ET 6.31 - ET 13.12 LPD 10: technische vaardigheden aanwenden toepassen ET 13.6; BG 13.3 transversaal: LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken LPD 45 De leerlingen handelen veilig in de school en ET 13.18 toepassen respecteren de veiligheidsvoorschriften en - procedures begrijpen ET 7.14 LPD 14: beïnvloeding tussen maatschappelijke domeinen vakspecifiek: LPD 16: verschillende energievormen aantonen in een systeem

ET 6.13 ET 6.13 - ET 6.21

transversaal: LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken vakspecifiek: LPD 16: verschillende energievormen aantonen in een systeem

begrijpen begrijpen LPD 17: energieomzettingen LPD 12: illustreren met voorbeelden de samenwerking tussen verschillende STEMdisciplines bij maatschappelijke behoeften. ET 6.32 begrijpen LPD 1: een onderzoeksvraag voor een afgebakend probleem toepassen ET 6.30 - ET 13.9 formuleren LPD 2: criteria hypothese: toetsbaar, ondubbelzinnig, afgebakend, relevant, beknopt - principes van inductief en toepassen ET 6.30 - ET 13.10 deductief redeneren LPD 3: gegevens verzamelen aan de hand van waarnemingen, metingen,experimenten volgens een gegeven werkwijze ET 6.30 - ET 9.7 - ET 13.11 toepassen LPD 4: veilig, met zorg en nauwkeurig gebruik van gepaste ET 1.14 - ET 6.27 - ET 9.6 - ET hulpmiddelen o.a. meetinstrumenten en pictogrammen om 9.7 - ET 13.12 toepassen observaties en experimenten uit te voeren LPD 5: juiste grootheden en courante eenheden gebruiken in toepassen ET 6.28; BG 6.3 een correcte weergave LPD 7: formuleren van een antwoord op een onderzoeksvraag op basis van waarnemingen, metingen, experimenten ET 6.30 - ET 13.13 toepassen LPD 8: stapsgewijs een wetenschappelijke methode toepassen toepassen ET 6.30 toepassen ET 6.31 - ET 13.12 LPD 10: technische vaardigheden aanwenden toepassen ET 6.29; BG 6.7 LPD 11: model gebruiken LPD 6: verwerken digitale en niet-digitale data uit een beperkt aantal bronnen volgens stappenplan tot een samenhangend ET 13.6 analyseren en bruikbaar geheel. begrijpen ET 7.14 transversaal: LPD 14: beïnvloeding tussen maatschappelijke domeinen toepassen ET 13.6; BG 13.3 LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken LPD 45 De leerlingen handelen veilig in de school en ET 13.18 toepassen respecteren de veiligheidsvoorschriften en - procedures analyseren ET 13.6, BG 13.3 LPD 30: verwerken informatie beperkt aantal bronnen vakspecifiek: LPD 17.1: transportmogelijkheden van thermische energie ET 6.13 - ET 6.21 begrijpen LPD 39: relatietussen de verbranding van fossiele brandstoffen begrijpen en de klimaatsverandering LPD 12: illustreren met voorbeelden de samenwerking tussen verschillende STEMdisciplines bij maatschappelijke behoeften. begrijpen ET 6.32 LPD 13: Hoe duurzaamomgaan met mobiliteit, energie en ET 7.12 - ET 7.13 begrijpen grondstoffen. LPD 14: landschappenveranderen onder invloed van begrijpen ET 9.4 menselijke ingrepen: energieinfrastructuur LPD 1: een onderzoeksvraag voor een afgebakend probleem toepassen ET 6.30 - ET 13.9 formuleren LPD 2: criteria hypothese: toetsbaar, ondubbelzinnig, afgebakend, relevant, beknopt - principes van inductief en toepassen ET 6.30 - ET 13.10 deductief redeneren LPD 3: gegevens verzamelen aan de hand van waarnemingen, metingen,experimenten volgens een gegeven werkwijze ET 6.30 - ET 9.7 - ET 13.11 toepassen LPD 4: veilig, met zorg en nauwkeurig gebruik van gepaste ET 1.14 - ET 6.27 - ET 9.6 - ET hulpmiddelen o.a. meetinstrumenten en pictogrammen om 9.7 - ET 13.12 toepassen observaties en experimenten uit te voeren


ET 6.28; BG 6.3 ET 6.30 - ET 13.13 ET 6.30 ET 6.31 - ET 13.12 ET 6.29; BG 6.7

ET 13.6 ET 6.33 ET 7.14 ET 13.6; BG 13.3 ET 13.18 ET 13.16 - ET 15.1 - ET 15.2 ET 15.3 ET 1.2 ET 13.6, BG 13.3

B Voeding als energiebron voor de mens 1 Samenstelling van ons voedsel 1.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen 1.2 Functie van voedingsstoffen

ET 7.11

ET 6.13 - ET 6.21

LPD 42:gezondheidsbevorderend gedrag in een schoolse context LPD 30: verwerken informatie beperkt aantal bronnen PD 16 *:meewerken aan een duurzame, rechtvaardige en inspirerende samenleving

vakspecifiek: LPD 17: energieomzettingen LPD 27: toelichten functies stelsels

ET 6.15 ET 1.2

2 Opsporen van soorten voedingsstoffen in voedingsmiddelen ET 6.30 - ET 13.9

C Groene planten zijn duurzame fabriekjes 1 De hoofddelen van een bloemplant 1.1 Hoofddelen 1.2 Wortels 1.3 Stengels 1.4 Blad 2 Groene planten zijn producenten

LPD 5: juiste grootheden en courante eenheden gebruiken in een correcte weergave LPD 7: formuleren van een antwoord op een onderzoeksvraag op basis van waarnemingen, metingen, experimenten LPD 8: stapsgewijs een wetenschappelijke methode toepassen LPD 10 technische vaardigheden aanwenden LPD 11: model gebruiken LPD 6: verwerken digitale en niet-digitale data uit een beperkt aantal bronnen volgens stappenplan tot een samenhangend en bruikbaar geheel. LPD 15 STEM-beroepen transversaal: LPD 14: beïnvloeding tussen maatschappelijke domeinen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken LPD 45: veiligheidsvoorschriften en - procedures LPD 20: creatief denkproces

transversaal: LPD 42:gezondheidsbevorderend gedrag in een schoolse context vakspecifiek: LPD 1: een onderzoeksvraag voor een afgebakend probleem formuleren

toepassen toepassen toepassen toepassen toepassen

analyseren analyseren begrijpen toepassen toepassen toepassen toepassen analyseren

begrijpen begrijpen toepassen

toepassen LPD 2: criteria hypothese: toetsbaar, ondubbelzinnig, afgebakend, relevant, beknopt - principes van inductief en toepassen ET 6.30 - ET 13.10 deductief redeneren LPD 3: gegevens verzamelen aan de hand van waarnemingen, metingen,experimenten volgens een gegeven werkwijze toepassen ET 6.30 - ET 9.7 - ET 13.11 LPD 4: veilig, met zorg en nauwkeurig gebruik van gepaste ET 1.14 - ET 6.27 - ET 9.6 - ET hulpmiddelen o.a. meetinstrumenten en pictogrammen om 9.7 - ET 13.12 toepassen observaties en experimenten uit te voeren LPD 7: formuleren van een antwoord op een onderzoeksvraag op basis van waarnemingen, metingen, experimenten toepassen ET 6.30 - ET 13.13 LPD 8: stapsgewijs een wetenschappelijke methode toepassen toepassen ET 6.30 LPD 6: verwerken digitale en niet-digitale data uit een beperkt aantal bronnen volgens stappenplan tot een samenhangend ET 13.6 analyseren en bruikbaar geheel. begrijpen ET 7.14 transversaal: LPD 14: beïnvloeding tussen maatschappelijke domeinen toepassen ET 13.18 LPD 45: veiligheidsvoorschriften en - procedures LPD 42:gezondheidsbevorderend gedrag in een schoolse ET 1.2 toepassen context

6.30-9.7-13.11

vakspecifiek: LPD3: observatie

toepassen

begrijpen vakspecifiek: LPD 18: fotosynthese energieomzetting LPD 1: een onderzoeksvraag voor een afgebakend probleem ET 6.30 - ET 13.9 toepassen formuleren LPD 2: criteria hypothese: toetsbaar, ondubbelzinnig, afgebakend, relevant, beknopt - principes van inductief en toepassen ET 6.30 - ET 13.10 deductief redeneren LPD 3: gegevens verzamelen aan de hand van waarnemingen, metingen,experimenten volgens een gegeven werkwijze toepassen ET 6.30 - ET 9.7 - ET 13.11 LPD 4: veilig, met zorg en nauwkeurig gebruik van gepaste ET 1.14 - ET 6.27 - ET 9.6 - ET hulpmiddelen o.a. meetinstrumenten en pictogrammen om 9.7 - ET 13.12 toepassen observaties en experimenten uit te voeren LPD 7: formuleren van een antwoord op een onderzoeksvraag op basis van waarnemingen, metingen, experimenten toepassen ET 6.30 - ET 13.13 LPD 8: stapsgewijs een wetenschappelijke methode toepassen toepassen ET 6.30 toepassen ET 6.31 - ET 13.12 LPD 10: technische vaardigheden aanwenden

2.1 Proeven met planten

2.2 Fotosynthese of bladgroenwerking ET 13.6 2.2.1 Planten bevatten zetmeel ET 13.18 2.2.2 Planten vormen zelf zetmeel 2.2.3 Planten vormen zuurstofgas

LPD 6: verwerken digitale en niet-digitale data uit een beperkt aantal bronnen volgens stappenplan tot een samenhangend analyseren en bruikbaar geheel. toepassen transversaal: LPD 45: veiligheidsvoorschriften en - procedures


2.3 Stofomzettingen en energieomzettingen in groene planten tijdens de fotosynthese

D Eten en gegeten worden 1 Voedselketen en voedselweb 2 Een voedselpiramide 3 Een voedselkringloop (producent, consument, opruimer) 4 Het biologisch evenwicht

E Gemaakt om te overleven 1 Aanpassingen van organismen aan hun leefmilieu 1.1 Aanpassingen van bloemplanten aan hun omgeving 1.2 De dieren en hun omgeving

vakspecifiek: LPD 16: verschillende energievormen aantonen in een systeem ET 6.13 ET 6.13 - ET 6.21

ET 6.11 ET 6.29; BG 6.7 ET 7.14 ET 6.29; BG 6.7 ET 6.19

LPD 11: model gebruiken transversaal: LPD 14: beïnvloeding tussen maatschappelijke domeinen LPD 11: model gebruiken LPD 19:voedselketens, voedselweb en voedselpiramide

begrijpen toepassen begrijpen toepassen analyseren

ET 6.19 ET 9.2 ET 7.14

vakspecifiek: LPD 25: belang van biodiversiteit LPD 21: natuurlijke en menselijke landschapselementen transversaal: LPD 14: beïnvloeding tussen maatschappelijke domeinen

analyseren begrijpen begrijpen

ET 6.18

vakspecifiek: LPD 20:planten en dieren aangepassingen LPD 6: verwerken digitale en niet-digitale data uit een beperkt aantal bronnen volgens stappenplan tot een samenhangend en bruikbaar geheel. transversaal: LPD 27: geschikte zoekstrategie. LPD 13: Hoe duurzaam omgaan met mobiliteit, energie en grondstoffen. transversaal: PD 16 *:meewerken aan een duurzame, rechtvaardige en inspirerende samenleving LPD 14: beïnvloeding tussen maatschappelijke domeinen LPD 6: verwerken digitale en niet-digitale data uit een beperkt aantal bronnen volgens stappenplan tot een samenhangend en bruikbaar geheel. transversaal: LPD 27: geschikte zoekstrategie.

begrijpen

ET 13.6 ET 13.3-BG13.1 2 Invloed van de mens

ET 7.12 - ET 7.13

2.1 Inheemse en uitheemse planten 2.2 Bedreigde diersoorten

ET 7.11 ET 7.14

ET 13.6 ET 13.3-BG13.1

3 Ecorapport

eigen voorstel uitwerken om de voetafdruk te verkleinen

LPD 17: energieomzettingen LPD 18: fotosynthese energieomzetting LPD 35 waarneembare stofomzetting.

begrijpen begrijpen begrijpen

ET 7.11 ET 7.14 ET 13.16 - ET 15.1 - ET 15.2 ET 15.3 15.1

transversaal: PD 16 *:meewerken aan een duurzame, rechtvaardige en inspirerende samenleving LPD 14: beïnvloeding tussen maatschappelijke domeinen LPD 20: creatief denkproces LPD 21 *: initiatief nemen en openstaan voor ideeën van anderen

analyseren toepassen begrijpen

begrijpen

analyseren toepassen

begrijpen toepassen


DEEL 4 Hoe zit mijn lichaam in elkaar? A Inwendige bouw 1 Uit welke delen bestaat de romp?

ET 6.15

differentieel in functie van LPD 26 en 27

onthouden

2 Uit welke stelsels bestaat je lichaam?

ET 6.15

LPD 26: lokaliseren en benoemen de stelsels vakspecifiek: LPD 27: functie van de stelsels

onthouden

ET

LPD KathOndVla (nr.)

TAXONOMIE VAN BLOOM

ET 13.6 - BG 13.3

LPD 26: lokaliseren en benoemen van de organen van de vakspecifiek: stelsels onthouden LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen transversaal: LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken analyseren

ET 6.15

LPD 26: lokaliseren en benoemen van de organen van het ademhalingsstelsel vakspecifiek: LPD 27: functie van het ademhalingsstelsel

begrijpen

2 Wat is je ademhalingsritme?

ET 6.15

differentieel in functie van LPD 27

begrijpen

3 Wanneer verandert je ademhalingsritme?

ET 6.15

differentieel in functie van LPD 27 begrijpen LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal transversaal: bronnen analyseren LPD 10: wenden kennis en vaardigheden uit meerdere STEMdifferentieel disciplines aanwenden begrijpen

3 Hoe zijn de stelsels opgebouwd?

B Ademhalingsstelsel 1 Welke weg volgt de lucht die je inademt?

ET 6.15

ET 13.6 - BG 13.3 4 Wat is de maximale hoeveelheid lucht die je kunt uitademen?

ET 6.31 - ET 13.12 - ET 6.15

5 Wat is het verschil tussen lucht die je inademt en lucht die je uitademt?

ET 6.15

6 Wat gebeurt er in de longblaasjes?

vakspecifiek: LPD 27: functie van het ademhalingsstelsel begrijpen LPD 26: beoordeleng resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken besluit formuleren - verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces LPD 45: handelen veilig en respecteren de ET 1.14 - ET 13.5 - BG 13.2 - ET 13.6 transversaal: veiligheidsvoorschriften en -procedures analyseren ET 6.15 vakspecifiek: LPD 27: functie van het ademhalingsstelsel - stofuitwisseling begrijpen

C Spijsverteringsstelsel 1 Waarom moet je eten?

ET 6.15

differentieel in functie van LPD 27

2 Uit welke stoffen bestaat je eten?

ET 6.15

differentieel in functie van LPD 27 begrijpen LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal transversaal: bronnen analyseren

ET 13.6 - BG 13.3 3 Hoe spoor je voedingsstoffen in je eten op?

4 Ik als bioloog

5 Welke weg legt je voedsel af?

ET 6.15

differentieel in functie van LPD 27 LPD 26: beoordeleng resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken besluit formuleren - verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces LPD 45: handelen veilig en respecteren de ET 13.6 - BG 13.3 transversaal: veiligheidsvoorschriften en -procedures LPD 3: gegevens verzamelen ET 6.15 differentieel LPD 9: lokaliseren LPD 20: een creatief proces doorlopen ET 1.2- ET 13.16 - ET 15.1 - ET 15.2 - transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen LPD 26: lokaliseren en benoemen van de organen van het ET 6.15 vakspecifiek: spijsverteringsstelsel

onthouden

analyseren

analyseren toepassen analyseren begrijpen

6 Wat gebeurt er met het opgenomen ET 6.15 voedsel in de mond?

vakspecifiek: LPD 27: functie van het spijsverteringsstelsel - vertering begrijpen LPD 26: beoordeleng resultaten van eigen meting, experiment, observatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken besluit formuleren - verbanden leggen LPD 35: gebruiken school- en vaktaal in functie van het leerproces LPD 45: handelen veilig en respecteren de ET 1.14 - ET 13.5 - BG 13.2 - ET 13.6 transversaal: veiligheidsvoorschriften en -procedures analyseren

7 Hoe belandt het opgenomen voedsel in de maag? 8 Wat gebeurt er met het nog niet verteerde voedsel van maag tot aarsopening? D Uitscheidingsstelsel

ET 6.15 ET 13.6 - BG 13.3

vakspecifiek: LPD 27: functie van het spijsverteringsstelsel - vertering transversaal: LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken

begrijpen analyseren

ET 6.15

LPD 27: functie van het spijsverteringsstelsel - vertering en vakspecifiek: stofuitwisseling

begrijpen


ET 6.15

LPD 26: benoemen van de organen van het uitscheidingsstelsel vakspecifiek: LPD 27: functie van het uitscheidingsstelsel - uitscheiding

begrijpen

2 Hoe verwijdert de huid afvalstoffen? ET 6.15

vakspecifiek: LPD 27: functie van het uitscheidingsstelsel - uitscheiding

begrijpen

ET 6.15

LPD 26: lokaliseren en benoemen van de organen van het uitscheidingsstelsel vakspecifiek: LPD 27: functie van het uitscheidingsstelse - uitscheiding

begrijpen

ET 6.15 ET 1.2

differentieel transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen

begrijpen

ET 6.15

vakspecifiek: LPD 27: functie van het transportstelsel - transport

begrijpen

LPD 27: functie van het transportstelsel - transport en vakspecifiek: stofuitwisseling

begrijpen

vakspecifiek: LPD 27: functie van het transportstelsel

begrijpen

1 Welke afvalstoffen verwijder je uit je lichaam?

3 Hoe verwijderen de nieren afvalstoffen? E Bloedvatenstelsel 1 Hoe krijg je op een snelle manier veel informatie over je gezondheid? 2 Hoe komt het bloed overal in je lichaam?

3 Waarom stroomt het bloed overal in je lichaam? ET 6.15 4 Welke functies heeft het bloed?

ET 6.15

F Samen zorgen voor je lichaam 1. Evenwichtig, gezond en actief leven 1.1 Wat betekent gezond leven?

ET 1.2

differentieel transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen differentieel transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen

ET 1.2

differentieel transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen

begrijpen

ET 1.2

differentieel transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen

analyseren

ET 1.2

differentieel transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen

analyseren

ET 1.2

differentieel transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen

analyseren

ET 1.2 1.2 Wat betekent gezonde voeding? 1.3 Hoe herken je bij het winkelen gezonde voedingsmiddelen? 1.4 Eet jij volgens de voedingsdriehoek? 1.5 Hoe maak ik mijn voedingsdriehoek evenwichtiger? 1.6 Beweeg ik voldoende volgens de bewegingsdriehoek? 2 Ieder zijn levensstijl 2.1 Wat bepaalt je dagelijkse energiebehoefte?

differentieel transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen LPD 10: wenden kennis en vaardigheden uit meerdere STEMdisciplines aanwenden LPD 17: aantonen dat energie van de ene vorm in de andere ET 6.13 - ET 6.21 - ET 6.31 - ET 13.12 vakspecifiek: kan omgezet worden ET 1.2 transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen ET 1.2

2.2 Hoe kun je een gezond lichaamsgewicht behouden?

2.3 Hoeveel is te veel en hoeveel is te weinig? ET 1.2 2.4 Wanneer is je lichaamsgewicht ongezond?

ET 6.31 - ET 13.12 ET 1.2

2.5 Wat zijn de gevaren van een ongezond lichaamsgewicht?

differentieel transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen LPD 10: wenden kennis en vaardigheden uit meerdere STEMvakspecifiek: disciplines aanwenden transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen

begrijpen begrijpen

begrijpen

begrijpen analyseren

begrijpen toepassen analyseren

differentieel ET 1.2 - ET 2.5 - UD 2.5

3 Samen zorgen voor een gezonde en evenwichtige levensstijl ET 7.7

LPD 32: verwerkte informatie presenteren transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen

creëren

differentieel

LPD 20: een creatief proces doorlopen ET 1.2- ET 13.16 - ET 15.1 - ET 15.2 - transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen

begrijpen creeëren

4 Houding en hygiëne 4.1 Uit welke beenderen bestaat je skelet?

differentieel in functie van LPD 26-27

onthouden

4.2 Welke functies heeft het skelet?

differentieel in functie van LPD 26-27

onthouden

4.3 Wat is bewegen?

differentieel in functie van LPD 26-27

onthouden

differentieel transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen

onthouden begrijpen

4.4 Welke vorm van beweging is de beste? ET 1.2 4.5 Wat is het belang van een goede lichaamshouding? ET 1.2 3.6 Heb jij een goede zithouding? ET 1.2 3.7 Hoe til je op een juiste manier? ET 1.2 3.8 Waarom moet je je lichaam goed verzorgen? ET 1.2 3.9 Hoe verzorg jij je lichaam? ET 1.2

differentieel transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen differentieel transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen differentieel transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen differentieel transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen differentieel transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen

begrijpen analyseren begrijpen

begrijpen analyseren


3.10 Hoe moet ik mijn lichaam verzorgen? ET 1.2

differentieel transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen

ET 1.2 ET 7.7

differentieel transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen differentieel

begrijpen

LPD 20: een creatief proces doorlopen ET 1.2- ET 13.16 - ET 15.1 - ET 15.2 - transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen

begrijpen creeĂŤren

3.11 Hoe verzorg je de huid tijdens de puberteit? 4 Samen zorgen voor je lichaam

begrijpen


DEEL 5 Het ontstaan van nieuw leven A Voortplanting bij bloemplanten 1 Met welk plantendeel plant de bloemplant zich voort?

ET

LPD KathOndVla (nr.)

TAXONOMIE VAN BLOOM

ET 13.6 - BG 13.3

LPD 33: geslachtelijke voortplanting en ongeslachtelijke vermenigvuldiging bij planten vergelijken aan de hand van vakspecifiek: voorbeelden begrijpen LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen transversaal: LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken analyseren

2 Welke delen van de bloem zorgen voor de voortplanting?

ET 6.17

vakspecifiek: LPD 33: geslachtelijke voortplanting bij planten

3 Hoe gebeurt de voortplanting in de bloem?

ET 6.17

vakspecifiek: LPD 33: geslachtelijke voortplanting bij planten begrijpen LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen transversaal: LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken analyseren

ET 6.17

ET 13.6 - BG 13.3 4 Hoe wordt het stuifmeel van de meeldraad naar de stamper overgebracht?

ET 6.17

ET 13.6 - BG 13.3 5 Hoe verspreiden vruchten en zaden zich? ET 6.17 6 Hoe beïnvloedt de mens de voortplanting van bloemplanten?

ET 6.17

B Voortplanting bij gewervelde dieren 1 Hoe gebeurt de voortplanting bij de ET 6.17 gewervelde dieren?

ET 13.6 - BG 13.3 2 Heeft elke soort gewervelde dieren evenveel eicellen?

ET 6.17 - ET 6.29 - BG 6.7

3 Beïnvloedt de mens de voortplanting van dieren?

ET 6.17

ET 13.6 - BG 13.3 C Voortplanting bij de mens 1 De puberteit 1.1 Waarom verandert je lichaam tijdens de puberteit?

vakspecifiek: LPD 33: geslachtelijke voortplanting bij planten LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen transversaal: LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken analyseren differentieel in functie van LPD 33

begrijpen

differentieel in functie van LPD 33

begrijpen

vakspecifiek: LPD 33: geslachtelijke voortplanting bij gewervelde dieren begrijpen LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen transversaal: LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken analyseren in functie van LPD 33 LPD 11: gebruik aangereikt model om te visualiseren en te vakspecifiek: beschrijven toepassen

differentieel in functie van LPD 33 begrijpen LPD 1: overtuiging uitdrukken en mening laten blijken LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal transversaal: bronnen analyseren

ET 1.7

LPD 30: de primaire en secundaire geslachtskenmerken van vakspecifiek: de mens onderscheiden LPD 40: verklaren lichamelijke ontwikkeling van jongens en transversaal: meisjes binnen de puberteit

ET 1.7

LPD 44: gaan respectovol om met seksuele ontwikkeling en transversaal: veranderingen in de puberteit

begrijpen

ET 1.7

LPD 44: gaan respectovol om met seksuele ontwikkeling en veranderingen in de puberteit LPD 52: tonen aan dat ze motieven en argumenten achter transversaal: goed en minder goed handelen begrijpen

begrijpen

ET 6.16

1.2 Veranderen alle lichamen op dezelfde manier?

1.3 Zijn alle lichamen perfect?

2. De voortplantingsorganen

2.1 Welke voortplantingsorganen heeft een vrouw? ET 6.16

2.2 Wat is menstruatie?

begrijpen

vakspecifiek:

ET 1.2

transversaal:

ET 6.16

vakspecifiek:

ET 1.2

transversaal:

ET 6.16

vakspecifiek:

ET 1.2

transversaal:

2.3 Wanneer menstrueert een vrouw?

2.4 Welke ongemakken kan een vrouw hebben tijdens de menstruatie? ET 1.7

LPD 28: de belangrijkste organen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel in het menselijk lichaam lokaliseren en benoemen LPD 29: de functie van de belangrijkste organen van het voortplantingsstelsel van de vrouw toelichten LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken LPD 31: op een tijdlijn van de menstruatiecyclus de eicelrijping, de eisprong, de vruchtbare periode en de menstruatie aanduiden LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken LPD 31: op een tijdlijn van de menstruatiecyclus de eicelrijping, de eisprong, de vruchtbare periode en de menstruatie aanduiden LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken

LPD 40: verklaren mentale ontwikkeling van meisjes binnen transversaal: de puberteit

begrijpen begrijpen

onthouden begrijpen

analyseren

begrijpen

analyseren

begrijpen

analyseren begrijpen begrijpen


2.5 Welke voortplantingsorganen heeft een man? ET 6.16

2.6 Wat gebeurt er in de mannelijke voortplantingsorganen?

transversaal:

ET 6.16

vakspecifiek:

ET 1.2

transversaal:

ET 1.7

LPD 40: verklaren mentale ontwikkeling van jongens binnen transversaal: de puberteit

begrijpen

ET 1.2

transversaal: LPD 42: gezondheidsbevorderend gedrag stellen

begrijpen begrijpen

ET 6.16

differentieel in functie van leerplandoel 32 LPD 21: staan open voor ideeën van een ander LPD 43: illustreren hoe respectvol om te gaan met de transversaal: relationele en seksuele gezondheid en integriteit LPD 32: de belangrijkste fasen van de bevruchting tot de vakspecifiek: geboorte situeren in de tijd

ET 1.8

LPD 43: illustreren hoe respectvol om te gaan met de transversaal: relationele en seksuele gezondheid en integriteit

ET 1.2 - ET 1.8 - ET 13.6 - BG 13.3

LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken begrijpen LPD 43: illustreren hoe respectvol om te gaan met de anlayseren transversaal: relationele en seksuele gezondheid en integriteit

2.8 Waarom is het belangrijk je voortplantingsorganen goed te verzorgen? 3. Vrijen en soa’s 3.1 Wanneer ben je klaar om te vrijen? ET 6.16

ET 1.8

3.3 Wat zijn de risico’s bij onveilig vrijen?

3.4 Wat zijn de meest voorkomende soa’s?

3.5 Hoe voorkom je soa’s?

analyseren begrijpen

analyseren

begrijpen begrijpen

begrijpen

LPD 20: een creatief proces doorlopen LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen begrijpen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken anlayseren LPD 43: illustreren hoe respectvol om te gaan met de creeëren ET 1.2 - ET 1.8 - ET 13.16 - BG 13.3 - transversaal: relationele en seksuele gezondheid en integriteit

4 De zwangerschap 4.1 Hoe word je zwanger?

onthouden begrijpen

ET 1.2

2.7 Welke ongemakken ondervindt een jongen tijdens de puberteit?

3.2 Wat gebeurt er tijdens het vrijen?

vakspecifiek:

LPD 28: de belangrijkste organen van het mannelijk voortplantingsstelsel in het menselijk lichaam lokaliseren en benoemen LPD 29: de functie van de belangrijkste organen van het voortplantingsstelsel van de man toelichten LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken LPD 29: de functie van de belangrijkste organen van het voortplantingsstelsel van de man toelichten LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken

ET 6.16

4.2 Wanneer is een vrouw vruchtbaar?

ET 6.16 4.3 Hoe groeit de bevruchte eicel uit tot baby?

ET 6.16

4.4 Hoe verloopt de geboorte?

ET 6.16

4.5 Hoe kun je een zwangerschap voorkomen?

LPD 32: de belangrijkste fasen van de bevruchting tot de vakspecifiek: geboorte situeren in de tijd transversaal: LPD 11: gebruik aangereikt model om te visualiseren en te beschrijven LPD 31: op een tijdlijn van de menstruatiecyclus de eicelrijping, de eisprong, de vruchtbare periode en de vakspecifiek: menstruatie aanduiden LPD 32: de belangrijkste fasen van de bevruchting tot de vakspecifiek: geboorte situeren in de tijd transversaal: LPD 32: de belangrijkste fasen van de bevruchting tot de vakspecifiek: geboorte situeren in de tijd transversaal:

begrijpen

begrijpen toepassen

begrijpen begrijpen begrijpen begrijpen

ET 1.2 - ET 1.8 - ET 13.6 - BG 13.3

LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken begrijpen LPD 43: illustreren hoe respectvol om te gaan met de anlayseren transversaal: relationele en seksuele gezondheid en integriteit

ET 1.2 - ET 1.8 - ET 13.6 - BG 13.3

LPD 30 - BG: verwerken van informatie uit een beperkt aantal bronnen LPD 31: strategieën toepassen om informatie te verwerken begrijpen LPD 43: illustreren hoe respectvol om te gaan met de anlayseren transversaal: relationele en seksuele gezondheid en integriteit

4.6 Hoe gebruik je de pil en het condoom?


PUUR NATUUR EN DE ONDERWIJSHERVORMING Dit document staat u toe volledig leerplanproof te werken met Puur Natuur . ► Per DEEL lijsten we voor u de nieuwe eindtermen en leerplandoelen op. Ontdek welke vakspecifieke en transversale doelen worden behaald. ► We geven aan welk denkniveau uit de taxonomie van Bloom vereist is.


PUUR NATUUR WEGWIJZER DEEL 1: OP STAP Structuur leerinhouden vanaf schooljaar 2019-2020

A Op stap in de ruimte rondom mij 1 Landschapselementen Wat zijn landschapselementen?

Welke landschapselementen kan je waarnemen in de schoolomgeving? 2 Van landschap naar kaart Welk verband is er tussen een luchtfoto en een kaart? 3 Oriënteren, lokaliseren, situeren Wat is oriënteren?

Corresponderende pagina’s uit Puur Natuur 1 & 2

Knooppunt

Nieuw: zie HL

Nieuw: zie HL Nieuw: zie HL

Lestijden

1

1 3

Hoe kan je je oriënteren in het landschap? Hoe is onze klas georiënteerd? Hoe kan je je in een landschap oriënteren met een kaart? Hoe situeer je iets op kaart? 4 Werken in de atlas Hoe kan je iets opzoeken in de atlas? 5 Reliëf in het landschap Welke elementen van het reliëf kan je waarnemen in een landschap? Welke reliëfvormen kan je waarnemen in een landschap? 6 Gesteenten en landschap Welke lagen kan je waarnemen bij een ontsluiting?

Nieuw: zie HL Nieuw: zie HL

Nieuw: zie HL

1 3

4

Hoe kan je vaste en losse gesteenten onderscheiden van elkaar? Welke eigenschappen bezit de bodem van het terrein dat je bezocht hebt? 7 Bebouwing en bewoning in het landschap Welke functies kan je afleiden uit de foto’s over het ruimtegebruik in het landschap ? 8 Ruimtelijke relaties Welke relatie is er tussen het reliëf en toerisme in het hooggebergte van de Alpen?

Nieuw: zie HL Nieuw: zie HL

1 1

Welke relatie is er tussen de bevolkingsdichtheid en de lndbouw?

B Op stap in de natuur rondom mij < Puur Natuur>

<logo VAN IN>


1 Voorbereiding op de verkenning Waar kan je de natuur waarnemen en bestuderen?

PN 1 p. 41-43

Nieuw: zie HL PN 2 leerling: Op stap in de natuur p. 5-6 PN 1 leerkracht: info

Wat kun je op het terrein waarnemen?

Op ontdekking in de natuur mĂŠt spelregels?

PN 1 p. 44

2 Op verkenning Wat kun je op het terrein waarnemen?

PN 1 p. 45

Hoe ziet een bos eruit?

PN 1 p. 46

Waaraan herken je kruiden, struiken en bomen?

PN 1 p. 47

Welke onderdelen heeft een boom?

PN 1 p. 48

Aan welke delen kun je een boom herkennen?

PN 1 p. 49

Welke bomen komen voor?

PN 1 p. 49 PN 1 p. 64-65: Zoekkaart 1

Welke kruiden komen voor?

PN 1 p. 50 PN 1 p. 66-67: Zoekkaart 2

Welke grote dieren komen voor?

PN 1 p. 50 PN 1 p. 68: Zoekkaart 3

Welke diersporen komen voor?

PN 1 p. 51 PN 1 p. 71-72: Zoekkaart 4

Welke kleine dieren komen voor?

PN 1 p. 52 PN 1 p. 69:

< Puur Natuur>

2

Nieuw: zie HL

PN 1 leerling: ICT-oefeningen PN 1 leerkracht: - materiaalfiche 1 voorbereiding op verkenning - Spelregels memory - Materiaal en werkwijze domino en memory

PN 1 leerkracht: - materiaalfiche 3 Ik als bioloog - Werkwijze verkenning

Halve dag

(uitstap)

<logo VAN IN>


Welke zwammen komen voor? Hoe verschilt de (omgevings)temperatuur in het bos van de (omgevings)temperatuur op een open plek? OFWEL …in 2 andere biotopen?

Zoekkaart 5 PN 1 p. 52

Nieuw: zie HL PN 1 leerling p.2: FICHE 1

Hoe verschilt de luchtvochtigheid in het bos van de luchtvochtigheid op een open plek? OFWEL …in 2 andere biotopen?

PN 1 p. 53

PN 1 leerling p.2: FICHE 2

Hoe verschilt de verlichtingssterkte in het bos van de verlichtingssterkte op een open plek? OFWEL …in 2 andere biotopen?

PN 1 p. 53

PN 1 leerling p.3: FICHE 3

Hoe verschilt de windkracht in het bos van de windkracht op een open plek? OFWEL …in 2 andere biotopen?

PN 1 p. 54

PN 1 leerling p.3: FICHE 4

Hoe verschilt de geluidssterkte in het bos van de geluidssterkte op een open plek? OFWEL … in 2 andere biotopen?

PN 1 p. 54

PN 1 leerling p.4: FICHE 5

Hoe verschilt het bos van een open plek? OFWEL Hoe verschillen 2 andere biotopen van elkaar?

PN 1 p. 55

Welke grondsoort vind je in het bos? OFWEL Welke grondsoort vind je in een ander biotoop?

PN 1 p. 55 PN 1 p.72: Zoekkaart 6

PN 1 leerling p.4: FICHE 6

Hoe verschilt de bodemtemperatuur in het bos van de bodemtemperatuur op een open plek? OFWEL …in 2 andere biotopen?

PN 1 p. 56

PN 1 leerling p.2: FICHE 1

Hoe verschilt de bodemvochtigheid in het bos van de bodemvochtigheid op een open plek? OFWEL …in 2 andere biotopen?

PN 1 p. 56

PN 1 leerling p.2: FICHE 2

Hoe verschilt de bodemhardheid in het bos van de bodemhardheid op een wandelweg? OFWEL … in 2 andere biotopen?

PN 1 p. 57

PN 1 leerling p.5: FICHE 7

Waarin verschilt de bodem in het bos van de bodem van een open plek? OFWEL Hoe verschillen de eigenschappen van de bodem in 2 andere biotopen?

PN 1 p. 57

Beïnvloedt het licht de groei van planten?

PN 1 p. 58

< Puur Natuur>

PN 1 leerling: <logo VAN IN>


ICT-oefeningen Wat is de invloed van de mens? + of –

PN 1 p. 59

Welke taak hebben de mensen die hier werken? 3 Ik als bioloog

4 De week van het bos

C Leerwandeling: Op stap in de ruimte rondom mij 1 De kaart van de leerwandeling Waar ligt het terrein dat je bezoekt tijdens de leerwandeling, op de kaart? 2 Landschapselementen waarnemen en voorstellen op de kaart Welke landschapselementen vormen landschappen? Wat stellen punten, lijnen, vlakken voor op een kaart? 3 Je lokaliseren in het landschap en op kaart Hoe kan je de plaats waar je staat in het landschap terugvinden op kaart? 4 Je oriënteren in het landschap Op welke manier kan je de juiste windrichtingen zoeken op standplaats 1? 4.1 De hoofdwindstreken benoemen op de windroos Welke hoofdwindstreken kan je benoemen op een windroos? 4.2 Oriënteringstechnieken toepassen Hoe kan je een kaart oriënteren in het landschap? 4.3 Foto’s van landschapselementen op standplaats 1 Welke landschapselementen kan je waarnemen in iedere hoofdwindstreek? 5 Reliëf en reliëfvormen waarnemen 5.1 Het reliëf waarnemen op het terrein Welke landschapselementen kan je waarnemen op het terrein? 5.2 De elementen van het reliëf waarnemen op een foto en op het terrein Welke elementen van het reliëf kan je

< Puur Natuur>

PN 1 p. 60 - 62

PN 1 p. 63

Nieuw: zie HL PN 1 leerkracht: Actoren in het bos PN 1 leerkracht: info

2

PN 1 leerling: ICT-oefeningen PN 1 leerkracht: info - materiaalfiche 4 week van het bos

1 2 (voorbereiding) Halve dag (uitstap)

Nieuw: zie HL

Nieuw: zie HL

Nieuw: zie HL Nieuw: zie HL

Nieuw: zie HL Nieuw: zie HL

Nieuw: zie HL

Nieuw: zie HL

Nieuw: zie HL

<logo VAN IN>


waarnemen op een foto? Welke elementen van het reliëf kan je waarnemen op standplaats 2 en standplaats 3? 5.3 Reliëfvormen waarnemen op het terrein Welke reliëfvormen kan je waarnemen op standplaats 2 en standplaats 3? 6 Bodem en gesteenten waarnemen 6.1 Bodem en ondergrond Welke lagen kan je waarnemen op een foto van een ontsluiting?

Nieuw: zie HL

Nieuw: zie HL

Hoe ga je tewerk om de lagen op standplaats 4 te onderzoeken? Hoe kan je losse gesteenten herkennen aan hun korrelgrootte? 6.2 Eigenschappen van de bodem Hoe ga je te werk om de bodemhardheid te onderzoeken?

Nieuw: zie HL

Hoe ga je te werk om de doorlaatbaarheid van de bodem te onderzoeken? Hoe ga je te werk om de vochtigheid van de bodem te onderzoeken? 7 Ruimtegebruik waarnemen Waardoor wordt de ruimte ingenomen in de buurt van dit terrein?

D Naverwerking van de leeruitstappen

Leerwerkboek Puur Natuur invullen Je gebruikt hiervoor de gegevens die je verzamelde tijdens de biotoopstudie. Welke invloed hebben biotische en abiotische factoren op de biodiversiteit van de verkende biotopen Hoe kan de mens de biodiversiteit binnen een biotoop verstoren? Hoe kan de mens positief ingrijpen om de biodiverstiteit binnen biotopen te verbeteren? Welke relaties zijn er tussen biotopen en het ruimtegebruik door de mens?

< Puur Natuur>

Nieuw: zie HL 4 PN 1 p. 45-59

PN 1 leerkracht: info Nieuw: zie HL Nieuw: zie HL Nieuw: zie HL Nieuw: zie HL

<logo VAN IN>


PUUR NATUUR WEGWIJZER DEEL 2: MATERIE Structuur leerinhouden vanaf schooljaar 2019-2020

A Wetenschappelijk denken en werken in acht / negen fasen. B Afspraken C Onderscheid tussen zuivere stoffen en mengsels in het dagelijkse leven 1 Wat is het verschil tussen een voorwerp en een stof? 2 Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel? 3 Zijn alle zuivere stoffen gelijk? 4 Is zuiver water wel zo zuiver?

Corresponderende pagina’s uit Puur Natuur 1 & 2

PN 2 p204 Toevoegen: reflectie op de veronderstelling PN 2 p122-123

PN 2 p147-148

7 Kun je alle stoffen mengen?

PN 2 p149-150

8 Hoe kun je olie en water mengen?

PN 2 p151-152

9 Wat gebeurt er precies als je stoffen mengt?

Puur Natuur

PN 2 1 Ik als nw

Lestijden

1 5

- Werkblad 1 Materiaalfiche 1 Werkblad 2

5 Zijn alle mengsels gelijk? 6 Hoe kun je mengsels van elkaar scheiden?

D Onderscheid tussen een verandering van aggregatietoestand en een waarneembare stofomzetting 1 Wat is een stofomzetting?

Knooppunt

PN 2 p124-125

Werkblad 2 Oplossing experiment zuiver water Werkblad 3 - Werkblad 3 - Oplossing scheiden zand en stenen - Oplossing scheiden water en zand Oplossing kunnen alle stoffen mengen Oplossing kunnen alle stoffen mengen - Werkblad 4 - Oplossing verklaring mengen - Oplossing hoeveelheid stof mengt

8

Leerkrachtenpr oef - wat is stofomzetting

Uitgeverij VAN IN


2 Waarneembare veranderingen van aggregatietoestand 2.1 Onder welke aggregatietoestanden komt water voor? 2.2 Welke verschillen ontdek je als je de deeltjesmodellen van de drie aggregatietoestanden met elkaar vergelijkt? 2.3 Wat heeft een invloed op de snelheid waarmee de deeltjes bewegen?

PN 2 p127-128 Werkblad 5

2.4 Hoe kun je ijs in water en water in waterdamp omzetten? 2.5 Hoe ontstaat een wolk? 2.6 Kun je roomijs maken zonder diepvries? 2.7 Wat zijn kristallen?

PN 2 p129-130 PN 2 p131-132 PN 2 p155-156

3 Verklaring aan de hand van het deeltjesmodel 4 Waarneembare stofomzettingen 4.1 Wat is roesten?

PN 2 p165-166

4.2 Hoe kan je roest verwijderen?

PN 2 p167-168

4.3 Wat gebeurt er met een hardgekookt ei in azijn?

PN 2 p171-172

Puur Natuur

- Werkblad 5 - Opl. proef deeltjessnelheid - Werkblad 5 - Opl. proef ijs water waterdamp Proef roomijs zonder diepvries - Opl. exp. kristalvorming suiker - Proef kristalvorming leerkracht Werkblad 6

- Werkblad 7 - Mindmap soorten metalen, puzzel - Oplossing proef roesten - Werkblad 7 - Mindmap roest verwijderen, puzzel - Roesten voorkomen termen inoefenen - Oplossing proef roest verwijderen - Oplossing proef roesten vermijden - Werkblad 8 - Opl. proef hardgekookt ei Uitgeverij VAN IN


en azijn 4.4 Hoe reageert melk op azijn?

PN 2 p173-174

4.5 Wat gebeurt er als je suiker verbrandt? 4.6 Hoe reageert Mentos op cola?

PN 2 p175-176 PN 2 p177-178

E Temperatuursveranderingen veroorzaken waarneembare fysische verschijnselen 1 Voorbeelden uit het dagelijkse leven 1.1 Wat gebeurt er met water als je het opwarmt of afkoelt?

PN 2 p133-134

1.2 Wat gebeurt er met andere vloeistoffen als je ze opwarmt of afkoelt? 1.3 Wat gebeurt er met vaste stoffen als je ze opwarmt of afkoelt?

PN 2 p135-136

1.4 Zetten alle vaste stoffen op dezelfde manier uit?

PN 2 p139-140

1.5 Wat gebeurt er met gassen als je ze opwarmt of afkoelt?

PN 2 p141-142

Puur Natuur

PN 2 p137-138

- Werkblad 8 - Opl. melk en azijn - Opl. proef Mentos en cola Extra: - stuiterbal maken leerlingenfiche stuiterbal maken - olifantentandpasta - bruisbal maken

5

Opl. proef water opwarmen en afkoelen

- Exp. lkr. uitzetten en krimpen van vaste stoffen Opl. proef vaste stoffen opwarmen en afkoelen - Opl. proef manier uitzetten vaste stoffen - PN 2 Ik als nw materiaalfiche 11 - Opl. proef uitzetten gassen - Exp. dansende munt - Proef Hoe kan je een gas uit een fles halen

Uitgeverij VAN IN


2 Verklaring aan de hand van het deeltjesmodel F Toepassingen

G Doe en onthoud

H Klik en onthoud

Puur Natuur

Werkblad 9 PN 2 p159: Laatste twee kolommen niet gebruiken. Experimenten op p143-146, 153-154, 157-158 vallen weg PN 2 p160-161: De afbeelding van de ijsberg en het schip niet meer gebruiken. PN 2 p187: Laatste twee kolommen niet gebruiken. Experimenten op p169-170, p179-186 vallen weg. PN 2 p188 PN 2 p162-164: Laatste twee rijen + fig.1 en 5 bij vraag 1 gebruiken we niet. PN 2 p189

PN 2 Ik als nw toetsvragen tot 17

onlinelesmateriaal

Uitgeverij VAN IN


PUUR NATUUR WEGWIJZER DEEL 3: ENERGIE EN ORGANISMEN Structuur leerinhouden vanaf schooljaar 2019-2020

A Energievormen en energieomzettingen

1 Energiebronnen leveren energie 1.1 Energie Wat is energie? 1.2 Energiebronnen Geven wind en water energie? Geeft de zon energie? Bevat voeding energie? Waar vind je dat (energie) terug in het dagelijks leven? 2 Energie komt voor in verschillende vormen Welke energievormen zijn er?

3 Energieomzettingen Kun je zelf energie omzetten? Waar vind je energieomzettingen terug in het dagelijks leven? 4 Energiebesparingen – Wees zuinig met energie! 4.1 Energiebewust koken Hoe voorkom je energieverlies? 4.2 Broeikasgassen verminderen Wat is het broeikaseffect? Hoe komen er te veel broeikasgassen in de dampkring? Wat is het gevolg van een teveel aan broeikasgassen? Wat zijn de gevolgen van de opwarming van de aarde? (V) 4.3 Transportmogelijkheden van thermische energie Wat is het verschil tussen warmte en temperatuur? Hoe kan warmte-energie getransporteerd worden? Hoe kun je je beschermen tegen <logo Puur Natuur>

Corresponderende pagina’s uit Puur Natuur 1 & 2

Knooppunt

Lestijden

6

Hier het experiment blz. 199 al opstellen. Werkblad 1 PN 2 p.191-196

PN 2 Materiaalfiches 3a: 54-55-58

PN 2 p.201

PN 2 Materiaalfiche 3a: 64

PN 2 p.197-198 + 205 Doe en onthoud p.202

PN 2 Materiaalfiche 3a: 61

PN 2 p.199-200 Doe en onthoud p.203

Werkblad 2 PN 2 Materiaalfiche 3a: 63

PN 2 p.29-36 Doe en onthoud p.35-36 vraag 4-7

PN 2 Toets ecorapport

Tip: potentiële energie toevoegen, warmteenergie wordt warmte

- Werkblad 3 - Proeven bescherming tegen temperatuur en straling <logo VAN IN>


hoge of lage temperaturen en straling?

- Bijlage 10-11-12-13 6

C Groene planten zijn duurzame fabriekjes 1 De hoofddelen van een bloemplant 1.1 Hoofddelen Uit welke delen bestaat een bloemplant?

1.2 Wortels Zien alle wortels er hetzelfde uit? Welke delen heeft de wortel? 1.3 Stengels Zien alle stengels er hetzelfde uit? 1.4 Blad Uit welke grote delen bestaat het blad? 2 Groene planten zijn producenten 2.1 Proeven met planten Wat heeft een plant nodig om te groeien? Welke functie heeft het blad?

PN 1 p. 8-9 (Extra: Oefening p. 30) (Knipblad groenten en fruit) Oefening 1 p. 23

PN 1 Verbetersleutel p. 9 en 23-25 Materiaalfiche 1 Taak bloemplanten

PN 1 p. 11-12

PN 1 Materiaalfiche 1

PN 1 p. 14-16

PN 1Materiaalfiche 1

PN 1 p. 17 Oefening 2 p. 23

PN 1 Materiaalfiche 1

PN 1 p. 22 Oefening 6 p. 25 PN 1 p. 19

PN 1 Proevenreeks bloemplanten p. 7+9

2.2 Fotosynthese of bladgroenwerking 2.2.1 planten bevatten zetmeel Welke energierijke stoffen bevat een plant? 2.2.2 planten vormen zelf zetmeel Waar halen planten die energierijke stoffen vandaan? Wat heeft een plant nodig om energierijke stoffen aan te maken?

Info voor leerkracht: Experimenten ‘Waar komen de energierijke stoffen uit planten vandaan?’ Leerlingen laten kennis maken met de herkenningsmiddelen is noodzakelijk vooraleer de proeven uit te voeren.

Werkblad 4 Bijlage 14-15-16-17 Werkblad 4

2.2.3 planten vormen zuurstofgas Welke stof kunnen groene planten nog vormen?

2.3 Stofomzettingen en energieomzettingen in groene planten tijdens de fotosynthese Wat is het belang van fotosynthese?

<logo Puur Natuur>

Oplossing proef andere stoffen gevormd door groene planten

Of Werkblad 5

PN 2 p. 6-7

Werkblad 4 Materiaalfiche groene <logo VAN IN>


planten 8

D Eten en gegeten worden

1 Voedselketen en voedselweb Wat is een voedselketen? Wat is een voedselweb? 2 Een voedselpiramide Wat is een voedselpiramide? Hoe is een voedselpiramide opgebouwd? Wanneer is een voedselpiramide in evenwicht? Wat gebeurt er als de voedselpiramide niet in evenwicht is? 3 Een voedselkringloop (producent, consument, opruimer) Wat is een voedselkringloop?

9 PN 2 p. 8-9

PN 2 ecologie Materiaalfiches 1,2

PN 2 p. 10-16 Doe en onthoud p. 18-19 vraag 1-3

PN 2 ecologie Materiaalfiches 3,4

PN 2 p. 17 Doe en onthoud p. 19 vraag 4

PN 2 Toets eten en gegeten worden Toetsvragen Materiaalfiche 5

4 Het biologisch evenwicht Wanneer is er sprake van ‘biologisch evenwicht’? Wanneer is er sprake van ‘verstoring van het biologisch evenwicht’? Hoe kan de mens het biologisch evenwicht positief beïnvloeden? Hoe kan de mens het biologisch evenwicht negatief beïnvloeden?

Werkblad 6

Werkblad 7 Werkblad 7

E Gemaakt om te overleven

1 Aanpassingen van organismen aan hun leefmilieu 1.1 Aanpassingen van bloemplanten aan hun omgeving Hoe passen planten zich aan hun omgeving aan? Zijn producenten aangepast om te produceren? 1.2 De dieren en hun omgeving Wat bedoelde Darwin met zijn evolutietheorie? Hoe passen dieren zich aan hun omgeving aan? Hoe overleven dieren in de voedselkringloop? Hoe zijn consumenten aangepast om te overleven? 2 Invloed van de mens 2.1 Inheemse en uitheemse planten <logo Puur Natuur>

12

PN 1 p. 26-27 PN 2 p. 22

PN 1 Verbetersleutel p. 27 en bloemplanten: Materiaalfiches 2

PN 1 p. 85-91

PN 1 Verbetersleutel p. 91 en dierenrijk: Materiaalfiche 2

PN 2 p. 20-21 Doe en onthoud p. 23

PN 2 Materiaalfiches ecologie 7

<logo VAN IN>


Wat zijn inheemse en uitheemse planten? Uitheemse planten een probleem? Hoe kan ik mijn steentje bijdragen? 2.2 Bedreigde diersoorten Wat gebeurde er met de dodo? Waarom zijn er zoveel diersoorten bedreigd? Schiet de mens in actie? 3 Ecorapport Kun je zonder de natuur leven? Hoe beĂŻnvloeden wij natuur en milieu? Hoe proberen wij onze negatieve invloed op het milieu bij te sturen? Hoe groot is jouw ecologische voetafdruk? Heeft iedereen op aarde dezelfde ecologische voetafdruk? Hoe ziet jouw ecologische voetafdruk eruit in vergelijking met de duurzame ecologische voetafdruk? Moet je een superheld zijn om je voetafdruk te verkleinen? Wat is het geheim van sorteren? Is voorkomen beter dan genezen?

<logo Puur Natuur>

PN 1 p. 32-38

PN 1 Verbetersleutel p. 38 Plantenfiches Plantenfiches met benamingen Materiaalfiche 4

PN 1 p. 93-99

Verbetersleutel p. 98

PN 2 p. 24-28 Doe en onthoud p. 35 vraag 1-3 PN 2 p. 37-48

PN 2 Materiaalfiches ecologie 8,9,10,11 Correcte antwoorden p. 48

<logo VAN IN>


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.