10 minute read

Vul daarna het vragenblad in dat de leerkracht je bezorgt

Proefhoofdstuk©VANIN

HOOFDSTUK 2: IK b bEN EN w wIE IK IE IK b bEN EN

O OPDRACHT 1: Ik voel een klik met ... 1 Bekijk de foto’s.

Met wie van hen zou je de beste klik hebben? Met wie zou je eens een dagje op stap willen gaan? Zet bij hen een kruisje in het vakje.

1

¨ ¨ ¨ ¨

5

¨ ¨ ¨ ¨

9

¨ ¨ ¨

13

¨ ¨ ¨ ¨

2 Vul daarna het vragenblad in dat de leerkracht je bezorgt.

2 6 10 14 3 4 7 8 11 15 16

12 Proefhoofdstuk©VANIN

1 Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet ...

Observatie

Observeren: iets of iemand waarnemen, iets vaststellen

Associatie

Associëren: iets in verband brengen met iets anders

De vraag is niet waar je naar kijkt, maar wat je ziet. (Henry David Thoreau, 1817-1862) Wanneer we naar iemand kijken, observeren we die persoon. Een observatie of waarneming is het verwerven van informatie door gebruik te maken van je eigen zintuigen (kijken, luisteren, voelen, ruiken ...). In het geval van opdracht 1 kijk je. De enige info die we krijgen, is datgene wat we kunnen zien op de foto. We hebben geen achtergrondinformatie over hen. Alleen een beeld. Vervolgens ga je het beeld dat je ziet of observeert, associëren met iets. Je geeft er een betekenis aan, je verbindt wat je ziet met iets waaraan je denkt of iets wat je kent. Je ziet een jongen met een hond. Je associeert dat beeld misschien wel met jezelf, want jij hebt ook een hond. Of je associeert het met dierenliefde: Voorbeeld 1 Laten we samen even naar deze foto kijken. Proefhoofdstuk©VANIN iemand die een hond heeft, moet toch ook wel van andere dieren houden, niet?

Voorbeeld 2

Kijken we nu samen ook naar deze foto.

Wat zie je? Een meisje ligt aan een privézwembad te zonnen met een smartphone in haar hand. Waarmee associeer jij dit beeld? Welke verbanden leg jij?

Perceptie Observatie + Associatie

Die twee samen, dus datgene wat je ziet en datgene waarmee je het in verband brengt, maken dat je in je hoofd een bepaald beeld opbouwt van die persoon of die gebeurtenis. Dat noemen we perceptie: je interpreteert en selecteert wat je ziet en zo vorm je je een beeld van iets.

Perceptie: je een beeld vormen van iets of iemand door waarnemen, associëren en selecteren

MIJN NOTITIES

= Proefhoofdstuk©VANIN

Voorbeeld 1

Voorbeeld 2 Observatie: wat je ziet → een meisje met een smartphone aan een privézwembad Associatie: Je legt een verband. → Een smartphone, een privézwembad? Dat meisje moet wel rijk zijn. Perceptie: Je vormt je een beeld. → Dat meisje is rijk. Ze heeft een smartphone, en ook een privézwembad in de tuin. Vermoedelijk is het een grote tuin van een mooi en groot huis. Het gezin zal ook wel een dure wagen hebben dan, toch? En merkkleren dragen. MAAR: Het enige wat je écht ziet, is een meisje met een smartphone aan een privézwembad. Misschien heeft ze een jaar lang gespaard voor die smartphone. Het zwembad hoort misschien bij een vakantiehuisje waar ze op weekend is met haar familie. Misschien nam haar zus de foto omdat ze haar er zo cool vond uitzien, aan de rand van dat zwembad met die smartphone. Het gezin draagt misschien geen merkkleren en heeft geen dure auto. Misschien is het enige waar het meisje veel geld aan uitgeeft een smartphone. Observatie: wat je ziet → een jongen met een hond Associatie: Je legt een verband. → Die jongen houdt van honden. Perceptie: Je vormt je een beeld. → Die jongen houdt van honden. Er is dus een grote kans dat hij ook van andere dieren houdt. Hij is waarschijnlijk een dierenvriend. Jij hebt ook een hond en houdt van dieren. Je denkt: ‘Mmmm, met die jongen zou het wel klikken …’ MAAR: Het enige wat je écht ziet, is een jongen met een hond. Al de rest zijn veronderstellingen die jij maakt op basis van dat ene beeld. In je hoofd leg je verbanden die er misschien helemaal niet zijn. De hond is misschien helemaal niet van de jongen, maar van een vriendin van hem. Hij houdt misschien wel van honden, maar vindt katten vies. Of de hond is van zijn grootmoeder. Hij laat hem gewoon even uit omdat zijn grootmoeder dat vroeg, maar eigenlijk heeft hij helemaal niets met honden. Proefhoofdstuk©VANIN

a Kies een foto uit opdracht 1 en doorloop de drie stappen.

Ik kies foto nummer .

Observatie: wat je ziet

Associatie: Je legt een verband.

Perceptie: Je vormt je een beeld.

MAAR:

b Bespreek de oefening met een klasgenoot en vergelijk met elkaar. Maken jullie dezelfde associaties of net niet? Wat vinden jullie van het beeld dat er gevormd wordt?

OPDRACHT 3: Perceptie en vooroordelen Het beeld dat we ons van iets of iemand vormen, is vaak de bron van een aantal vooroordelen. Dat gebeurt ook letterlijk zo: je oordeelt op voorhand, op basis van het beeld dat je je gevormd hebt over iets of iemand. Daarom spreken we dan ook over een vooroordeel. Mensen hebben een beeld of een idee over iemand, zonder te weten of dat eigenlijk overeenkomt met de realiteit. Twee voorbeelden: - Je komt ergens binnen en zegt geen woord. Maar op basis van hoe jij eruitziet, de kleren die je draagt en de manier waarop je stapt, beoordeelt men jou. V Vooroordeel: een mening die je over iets of iemand hebt, zonder dat je het voorwerp, de situatie of de persoon goed kent Proefhoofdstuk©VANIN - Soms is iemand bang van je en laat die jou niet binnen of stelt vreemde vragen. Dat zijn vooroordelen. Je krijgt geen kans omdat je er bijvoorbeeld als jongen vrouwelijk uitziet, omdat je een hoorapparaat draagt, omdat je een andere huidskleur hebt ...

Vooroordelen zijn vaak gebaseerd op stereotypes. In de eerste graad hebben jullie geleerd wat een stereotype is. Wie weet het nog?

Vooroordelen zorgen soms voor conflictsituaties of pestgedrag. Onze spilfiguren kunnen ervan meespreken … 1 Lees deze getuigenissen. Ik heb twee papa’s. Daar heb ik zelf geen moeite mee, maar andere mensen bekijken ons soms wel eens vreemd. Op het oudercontact zijn er mensen die niet bij ons in de buurt willen staan als we wachten in de gang. Niet echt leuk, maar eigenlijk valt dat nog mee. Het wordt minder leuk als ik zelf op de speelplaats of in de bus uitgelachen word omdat ik toevallig twee papa’s heb. Dat doet me pijn. Mensen gaan er ook bijna altijd van uit dat ik ook wel homo zal zijn, omdat ik door twee mannen opgevoed word. Dat is niet zo. Ik val op meisjes. En daar hebben mijn papa’s geen probleem mee. Moederdag op school was ook altijd een moeilijk moment. De juf wist nooit of ze me iets moest laten maken of niet. En sommigen in de klas pestten me dan wel eens, anderen dan weer niet. Maar het blijft moeilijk. Mensen bekijken ons vaak vreemd. Ik val op meisjes. Of op jongens. Ik ben er nog niet uit. Eerder op meisjes, denk ik. Het zorgt ervoor dat ik af en toe wel eens vreemd bekeken word. Meisjes schuiven wat op als ik naast hen in de bus ga zitten. Alsof ik ze zomaar zou gaan kussen! Ze denken dat ik een relatie met hen wil, enkel en alleen omdat ik naast hen ga zitten. Pfff … Daar is wel wat meer voor nodig hoor. Ze doen maar. Ze kennen me helemaal niet! Ik weet alles van vooroordelen. Man, het houdt soms niet op. Fiets gestolen in de straat? Ja, dat zal Anouar wel zijn. Toch? Terwijl ik niet eens thuis was die dag. Op de trein komt de conducteur altijd eerst naar mij toe om me te controleren. Alle Marokkanen doen aan zwartrijden, toch? Daar heb ik mee leren leven, en eerlijk: niet iedereen denkt zo over mij. Waar ik het wél heel moeilijk mee had, was toen ik verliefd werd op Tina, een Vlaams meisje. Zij vond me ook leuk, maar haar familie helemaal niet. Ik kreeg geen kans: hun mening was al gevormd voor ze me kenden. Dat deed pijn. Ik draag een hoofddoek. Dan weet je het wel! Ik zal wel een radicale moslima Proefhoofdstuk©VANIN zijn, toch? Mensen zien alleen maar dat stukje stof op mijn hoofd en hop: hun mening is gevormd. Ik word er soms boos om. Ze kennen me helemaal niet. Mijn geloof is maar een stukje van wie ik ben.

Beeldfragment 1 a Vul aan: op de inwoners van ons land heeft een migratieachtergrond. b Wat wordt bedoeld met meervoudige identiteit? Leg dat in je eigen woorden uit. c Die meervoudige identiteit is zowel een rijkdom als een last, zegt Umit Kamali in de reportage. Het roept telkens weer een paar moeilijke vragen op. Welke? Stel dat een van de spilfiguren je vriend(in) is en je ziet deze situaties gebeuren. Hoe zou jij reageren? Hoe zou jij kunnen helpen? Bespreek op een respectvolle manier. CHATbOX Kwam je zelf al eens in aanraking met vooroordelen? Hebben andere mensen een ander beeld van je dan wie je werkelijk bent, enkel op basis van je uiterlijk? Als je wilt, kun je dit delen met je klasgenoten. OPDRACHT 4: Anouar, kind van de migratie Anouar, Adila en Julan hebben migratieroots: ze zijn niet uit België afkomstig, of hun familie woonde oorspronkelijk in een ander land. Daarin zijn ze niet alleen. Heel wat inwoners van België hebben een migratieachtergrond: ze hebben een verleden, een oorsprong, die voor een stukje gelinkt is aan een ander land. bEKIJK FRAGMENT 1 Werk in groepjes. Bekijk de beeldfragmenten en bespreek ze. V Migratieroots: het feit dat jij/je familie uit een ander land afkomstig bent/is Proefhoofdstuk©VANIN

Beeldfragment 2

In het fragment komt het verhaal van de volle en de lege rugzak aan bod. Omschrijf in je eigen woorden wat Bilal Azzaoui daarmee bedoelt.

Beeldfragment 3

a Wat wordt bedoeld met ‘eerste generatie’ en ‘tweede generatie’? b Sarie Abdeslam stelt op het einde van dit stukje een vraag. Wat is die vraag en wat is jouw mening daarover?

bEKIJK FRAGMENT 2 bEKIJK FRAGMENT 3 MIJN NOTITIES Proefhoofdstuk©VANIN

Beeldfragment 4

a Wanneer voelt Antonio Andronico zich Italiaan?

b Wanneer voelt hij zich Belg?

c Hoe voelt Gülseher Koçak zich: Belg of Turkse?

d En hoe zit dat bij haar kinderen? Leg uit.

bEKIJK FRAGMENT 4 CHATbOX

Hebben jongeren met een migratieachtergrond het volgens jou moeilijker in de Belgische maatschappij dan jongeren zonder migratieachtergrond?

OPDRACHT 5: Seksuele identiteit

Ook je seksuele voorkeur (of geaardheid) maakt deel uit van wie je bent. Je kunt op jongens vallen, of op meisjes. Op je eigen geslacht of op het andere geslacht. Maar het kan nóg anders: ga je mee op ontdekkingstocht?

1 Lees het artikel en beantwoord de vragen.

STOP DE PERSEN! ANGÈLE IS SAMEN MET EEN MEISJE

Mocht je het nog niet weten, Angèle heeft het uitgemaakt met haar vriend en heeft een nieuw lief. De Brusselse zangeres, die ondertussen al twee prachtige albums uitbracht met enkele iconische videoclips, heeft ondertussen de status bereikt dat ook zij niet immuun is voor de lokale achterklap. Ook zij mag nu mee in de boekskes voor clicks zorgen. Het grote nieuws daarbij volgens bronnen als Het

Laatste Nieuws: het nieuwe lief is een meisje. Angèle is samen met een meisje! Jawel, we zijn eind 2019 en nog steeds acht een groot medium het nodig om te titelen dat een

celebrity ‘samen is met een meisje’. Alsof Angèle twaalf is, het op de speelplaats heeft aangevraagd met een klasgenootje en die bevestigend heeft geantwoord op haar briefje. Of ze het aan wil? Schattig. En compleet onnodig natuurlijk. Van de pot gerukt zelfs. Angèle is als 24-jarige samen met een vrouw. Een jonge vrouw waarschijnlijk. Maar toch zeker wel een vrouw. V Proefhoofdstuk©VANIN ‘Er is hetero, of lesbisch, of homo. En dus iets fluctuerends. Maar panseksualiteit? Nope. Nooit van gehoord.’

This article is from: