vbpg Branché 3 TSO Ateliers X-tra by VAN IN

Avant-propos Welkom bij Branché 3 tso! Sommige vrienden van Branché 2, zoals Claire, Johnny en Lauranne zijn naar een andere school vertrokken. Jij misschien ook? Is dit leerboek nieuw? Samen met enkele jongeren zetten we af en toe een stapje in de Franstalige wereld. We doen ook inkopen, besteden aandacht aan het milieu, praten over sport … En natuurlijk zijn er nog de liedjes, de strips, de leesteksten, het beeldmateriaal … Te veel om op te noemen. Blader eens door dit boek en je zult merken dat er je een kleurrijke waaier aan activiteiten te wachten staat. Ondertussen kun je waarschijnlijk al een mondje Frans praten. Dit jaar oefenen we om nog meer te verstaan, om vlotter en correcter te spreken en te schrijven. De teksten worden wat langer, sommige kun je zelf thuis lezen. Er blijven ook inleidende dialogen, waar je eerst moet luisteren en spreken. Dit jaar zul je ook meer zien, wat aanzet tot een gesprek. Daarbij wil je toch niet met je mond vol tanden staan en je vrienden laten wachten? Let dus ook op de oefeningen met en oefen opnieuw wanneer het sneller en beter moet!

1 2

Problemen? Geen paniek! We maken allemaal wel eens een foutje. Door veel te oefenen én regelmatig te studeren, kom je er! Wil je iets systematisch herhalen, dan heb je de Aperçu grammatical. Maar vergeet vooral de site van Branché niet! Je vindt er vele interactieve oefeningen en voor de woordenschat heb je online de Ateliers thématiques (een thematisch overzicht) en de volledige Boîte à outils.

We wensen je een boeiend jaar toe.

Allons-y !

5 6 Branché 3

Nom : .................................................................................................................................................................... Numéro : ............................... Date : ....................................................

trois

p. 348

Le wakeboard Hoe is het met jouw conditie gesteld? Ben je een sportief type of niet? De test van Branché onthult de waarheid!

p. 352

Et vous, êtes-vous sportifs ? Faites le test ! Sport vind je overal. Zelfs in strips en liedjes! La cour des grands

p. 353

Le marathon assisté

p. 385

Hoe werk je met Branché 3 ? Louis Boulette is een jongen die samen met zijn vriendinnetje vlucht voor alles wat met sport te maken heeft. Eten en snoepen is hun leven!

p. 368

La fuite de Louis Boulette

Maak kennis met Frankrijks grootste sportmanifestaties: de Ronde van Frankrijk, Roland Garros en de 24 uur van Le Mans!

grand évènement sportif français France 372 DeLe plus inhoudsopgave op: le Tour dedevolgende pagina’sp.toont je in enkele ogenblikken wat we dit jaar allemaal voor Wat is er leuker dan afspreken en feesten met vrienden? Als je op reis bent in een ander land, maak je jemisschien in petto kennis met hebben. Franstalige vrienden en dan wil je met hen natuurlijk ook afspreken. 2

p. 388

Fixer un rendez-vous Op het einde van dit hoofdstuk kun je: – – – – – – – – – –

verstaan wat anderen van sport vinden, vertellen wat je van sport vindt en over je eigen ervaringen praten, een kaartje sturen vanuit een sportkamp, vertellen waarvoor jij vlucht, informatie over de belangrijke Franse sportevenementen begrijpen, praten over een sportevenement dat jou interesseert, een afspraakje maken, schriftelijk reageren op een uitnodiging, een uitnodiging opstellen, de hoofdzaken van een stripverhaal en een liedje begrijpen.

p. 350 p. 351, 358, 364 p. 358 p. 370 p. 374, 375, 383 p. 383 p. 394 p. 397 p. 398 p. 354, 387

Bij het 4 begin van elk hoofdstuk duiden we aan wat je moet kunnen en kennen. 5 6

Wanneer je dat kunt, ken je:

Nom :

de woordenschat die bij die onderwerpen hoort, de vervoeging van résoudre, les pronoms personnels y et en, de vervoeging van fuir, la négation.

....................................................................................................................................................................

p. 354, 376, 391 p. 360 p. 363 p. 369 p. 378

Numéro : .............................. Date :

trois cent quarante-sept

...................................................

Branché 3

– – – – –

347

Elk onderdeel vertrekt vanuit een bron: een dialoog, een folder, een dvd-fragment … Niet altijd gemakkelijk? In realiteit hoor of lees je ook altijd iets nieuws, voor je uitleg krijgt. We willen je daarop zo goed mogelijk voorbereiden.

TAG – Partie I : testez vos connaissances

Le lendemain, nos copains rentreront. Emma demande encore quels sont leurs projets. 1

Le futur simple des verbes types. Complétez. Le mois prochain, Yves et Nicolas … (assister) à un camp de foot.

.................................................................................................................

Ils … (rencontrer) de jeunes joueurs de pays différents.

.................................................................................................................

Yves espère qu’il … (apprendre) à mieux jouer.

.................................................................................................................

Nicolas pense qu’il … (rencontrer) beaucoup de jolies filles. Pff, Nicolas, le foot, c’est un sport de garçons ! À la fin du camp, on … (organiser) un concours international.

.................................................................................................................

Yves :

Je … (jouer) contre les meilleurs du monde.

.................................................................................................................

Emma :

Tu … (marquer) sans doute le but décisif.

.................................................................................................................

Manon :

Si vous gagnez, qu’est-ce qui … (se passer) ?

.................................................................................................................

Nicolas :

Ben, l’année prochaine, nous … (voyager) aux États-Unis pour le prochain concours.

Manon :

Vous m’… (inviter) aussi ? J’ai du talent, vous savez !

Plus de 3 fautes ?

.................................................................................................................

Daarna ga je verder aan de slag met gevarieerde oefeningen over woordenschat, spraakkunst en de bijbehorende vaardigheden. Begeleid zelfstandig werken (TAG) herken je aan de blauwe achtergrond.

.................................................................................................................

Relisez la formation du futur simple des verbes types et faites l’exercice A p. … et les exercices … en ligne.

Le futur simple des verbes types – cas particuliers. Complétez. La semaine prochaine, Manon … (commencer) son cours de mannequin.

.................................................................................................................

Demain, elle … (acheter) encore quelques accessoires.

.................................................................................................................

À la maison, elle … (jeter) tous ses vieux trucs.

.................................................................................................................

Toute une journée, les mannequins … (répéter) pour marcher sur le podium.

.................................................................................................................

De logo’s in de kantlijn duiden aan om welk type oefening het gaat en waarop je moet letten. Luisteroefening

Toutes les filles … (essayer) d’être la meilleure !

.................................................................................................................

« Oh là là, les filles, vous ne … (s’ennuyer) certainement pas ! » remarque Nicolas.

Luister- en kijkoefening

« En plus, je ne … (manger) plus jamais de chocolat, plus d’hamburgers ! » dit Manon.

Branché 3

« Parfait, nous ne t’… (emmener) plus au Mac Do. » répond Nicolas. « Arrête ! Tu n’es pas drôle du tout… »

Branché 3

quatre

.................................................................................................................

Relisez la formation du futur simple des verbes types – cas particuliers et faites l’exercice B p. … et les exercices … en ligne.

Gesprek Nom :

...................................................................................................................................................................

Versnelling hoger!

.................................................................................................................

Spreekoefening

Plus de 3 fautes ?

Oefening met de computer

.................................................................................................................

Numéro : .............................. Date :

...................................................

Opgelet! Herhaling

Begrijpend lezen

Nieuwe leerstof: begrepen!

Schrijfoefening

Uitbreiding of verdieping

Nom : ..................................................................................................................................................................... Numéro : ............................... Date : ....................................................

Mettons la table !

De woordenlijsten en de grammaticale kaders zijn de bouwstenen van taal.

Écoutez ce qu’on va manger, puis notez ce que vous allez mettre sur la table. Présentez-le.

Qu’est-ce qu’on met sur la table ? Notez tout ce qu’il vous faut. 1

Pour papa: une assiette plate, un verre, une tasse et une soucoupe, un couteau, une petite cuillère

.........................................................................................................................................................................................................................................

Pour maman : un bol, une grande cuillère, un verre, une assiette et un couteau

Pour les enfants : des bols, des cuillères, des gobelets

Une assiette, un couteau, une fourchette, une tasse, une soucoupe, une petite cuillère

De grammaticale kaders vermelden vooral wat nieuw is. Wil je er de volledige uitleg over een grammaticaal onderwerp even bijnemen, dan kun je steeds een beroep doen op de Aperçu grammatical achteraan. .........................................................................................................................................................................................................................................

Des assiettes creuses, des assiettes plates, des cuillères, des fourchettes, des couteaux, des

petites assiettes, des bols, des petites cuillères, des verres à eau, des verres à vin

Boîte à outils – Comment voulez-vous votre steak ? bleu = très saignant, à peine cuit saignant = peu cuit à point = ni trop saignant, ni trop cuit bien cuit = complètement cuit

Boîte à outils – Allons au restaurant À l’entrée du restaurant Le client / La cliente

Le garçon / La serveuse Je peux vous aider ? Vous désirez ?

Branché 3

Avez-vous une table … Nous aimerions une table … – pour … personnes. – près de la fenêtre. – à la terrasse.

114

Geregeld bieden we je ook een Boîte à outils aan, met courante uitdrukkingen in communicatiesituaties. Ze kunnen je helpen bij een gesprek.

Avez-vous une chaise d’enfants ? Oui, suivez-moi, S.V.P. Veuillez me suivre, S.V.P. Non, je suis désolé(e). cent quatorze

Nom :

...................................................................................................................................................................

Numéro : .............................. Date :

...................................................

Belangrijk is dat je de nieuwe leerstof niet alleen kent, maar ze ook vaardig leert gebruiken. Via leertips tonen we je hoe je het best studeert.

1 2

Na elk hoofdstuk ga je in Portfolio na of je alles beheerst. Per trimester bieden we je online een Atelier Plus aan om een examen voor te bereiden.

3 4 5 6

Branché 3

Via www.diddit.be vind je een ruim aanbod aan online oefeningen en naslagwerken die je het leren nog aangenamer maken.

cinq

Atelier X-tra 1 p. 15

Atelier X-tra 2 p. 75

Atelier X-tra 3 p. 149

COMPRÉHENSION ORALE

COMPRÉHENSION ÉCRITE

EXPRESSION ORALE

INTERACTION ORALE

EXPRESSION ÉCRITE

Comprendre – une interview pour un journal de l’école – une conversation sur les vacances – une conversation téléphonique – une situation à l’école

Comprendre – une fiche d’identité – une page d’un blog – un horaire de l’école – un procès-verbal – un courriel d’un(e) ami(e) – une page d’un journal intime – un SMS

– Présenter un(e) ami(e) – Interviewer un(e) – Décrire quelqu’un ami(e) – Raconter ses activités – Poser / Répondre à de vacances des questions sur – Dire où et comment on les vacances, son est allé en voyage horaire … – Raconter ses habitudes – Expliquer pourquoi et ses activités du passé on est en retard – Décrire une situation en classe

– Compléter un horaire – Écrire un SMS – Décrire le mois de septembre

DVD – Entre les murs (extraits) – Le festival de Dour – Les choristes (extraits)

TICe Trouver des informations sur un festival

Comprendre – une conversation entre deux amis – une conversation à l’hôtel – une conversation dans un club de vacances – le programme d’une journée de vacances – une conversation au restaurant – ce qu’on va manger – les préférences de vacances de quelques familles

Comprendre – Nommer et décrire ce – l’ordre d’une histoire qui se trouve dans un – le dépliant d’un hôtel sac à dos – le programme d’une – Parler de ses pensées/ journée de vacances rêves – la carte d’un – Parler de ses activités restaurant – l’ordre d’une BD – un dépliant des sports d’hiver – un texte, même si vous ne connaissez pas tous les mots

DVD L’aile ou la cuisse (extrait)

TICe Trouver des informations sur Arcachon

Comprendre – une présentation touristique – une conversation entre jeunes – une conversation au magasin – une description colorée

Comprendre – une conversation en ligne – les résultats d’une enquête – un forum sur l’argent de poche – un forum sur ce que les jeunes font avec leur argent

– Demander et dire ce qu’il y a dans le frigo – Converser de ce qu’on aime manger – Avoir une conversation • à la réception de l’hôtel • au restaurant – Poser des questions sur les possibilités d’un club de vacances ou les expliquer – Converser de ce qu’on a mangé/fait – Présenter le programme d’une journée de vacances

– Présenter un quartier – Avoir une de Paris conversation – Nommer ce qu’on va • au magasin de acheter vêtements – Décrire les mannequins • au magasin de d’un défilé de mode chaussures – Parler de ce qu’on a acheté – Exprimer son opinion sur l’argent de poche

– Remplir une fiche d’hôtel – Composer un menu pour une fête – Formuler des règles du chef de cuisine – Faire une comparaison

– Créer une affiche – Écrire un petit message – Exprimer son opinion sur l’argent de poche – Écrire ce qu’on fait de son argent

Branché 3

TICe Trouver des informations sur le site d’un magasin de vêtements

six

Nom : ..................................................................................................................................................................... Numéro : ............................... Date : ....................................................

SITUATION (LEXIQUE)

1.1 Vous me connaissez ? 1.2 Quel cours préférez-vous ? 1.3 Souvenirs de vacances 1.4 Allô, papa, c’est moi …

GRAMMAIRE

CULTURE – CHANSONS – POÈMES – LECTURE

PRONONCIATION

– Les prépositions La lettre e dans les terminaisons • devant un nom de pays des verbes • devant un moyen de transport – La formation et l’emploi du passé composé et de l’imparfait

CULTURE (DVD) Le festival de Dour

– – – – –

CULTURE Arcachon

BOÎTE À OUTILS Le temps

2.1 Le voyage de Paul 2.2 Un club branché plein d’activités 2.3 Au restaurant 2.4 Et pourquoi pas des vacances à la neige ?

L’article indéfini et défini L’article contracté Le féminin des noms en -(t)eur L’adjectif et l’adverbe Le comparatif et le superlatif

Le son [ŋ]

LECTURE Apprendre à cuisiner Au bonheur des larmes

BOÎTE À OUTILS – À l’hôtel – Au restaurant COMPÉTENCES Utiliser un dictionnaire

3.1 En ligne Le verbe conclure et plaire 3.2 À Paris – au centre L’adjectif commercial • Le féminin des adjectifs 3.3 À Nice qualificatifs 3.4 Maman, je voudrais des sous ! • Le pluriel des adjectifs • Les adjectifs de couleur • L’adjectif démonstratif BOÎTE À OUTILS Le pronom démonstratif – Au magasin de chaussures Le futur simple – Au magasin de vêtements Le conditionnel présent – Mon ordinateur – Formuler son opinion

Le féminin des adjectifs

CULTURE (DVD) Impressions de Paris

CHANSON Je veux … ZAZ

Branché 3

Nom : ..................................................................................................................................................................... Numéro : ............................... Date : ....................................................

sept

COMPRÉHENSION ORALE

Atelier X-tra 4 p. 225

Comprendre – les résultats d’un jeu Bingo – la présentation d’une maison – la description d’une chambre – un texte avec des nombres / des dates

COMPRÉHENSION ÉCRITE

Comprendre – un dépliant d’un parc de vacances – une blague – des préférences de logement – une enquête sur la qualité de vie – des onomatopées – un texte, même si vous ne connaissez pas tous les mots

EXPRESSION ORALE

INTERACTION ORALE

EXPRESSION ÉCRITE

– Dire quel prix on a – Interroger un ami sur – Compléter une gagné un prix gagné enquête – Décrire (les pièces d’) – S’informer sur une – Écrire un courriel une maison maison de vacances • à un service – Décrire sa chambre – Où vivre, où loger ? public pour – Proposer un logement exprimer son – Dire où on habite mécontentement • à un(e) ami(e)

TICe Acheter des meubles en ligne BD Chut ! Je fais mon devoir !

Atelier X-tra 5 p. 283

Atelier X-tra 6 p. 347

Comprendre – une conversation sur l’environnement – un texte sur les déchets – une conversation entre scouts – la météo – une conversation sur des animaux domestiques – une conversation au zoo

Comprendre – un document sur les déchets – une enquête sur l’école et l’environnement – l’explication du chemin – des expressions sur le temps – des expressions avec chat et chien – une blague – un texte, même si vous ne connaissez pas tous les mots

DVD – Le futur : l’environnement – La météo

BD Les trucs d’Oscar

Comprendre – l’opinion de quelqu’un concernant le sport – quelqu’un qui parle de son cours de gym – un texte sur un grand évènement sportif (Roland Garros, les 24 heures du Mans, …) – un calendrier à partir d’une conversation

Comprendre – un texte informatif sur le wakeboard – des opinions de jeunes sur le sport – un test et ses résultats sur la sportivité – des informations sur le Tour de France – une blague – une invitation

– Parler de l’environnement – Formuler un conseil – Raconter qui fait quoi à la maison – Dire quel temps il fait – Décrire le temps qu’il faisait/fera

– Interviewer quelqu’un concernant l’environnement – Demander et expliquer le chemin

– Décrire le temps qu’il fait – Réagir à une annonce

– Parler de son temps libre, de ses sports – Donner son opinion sur le wakeboard – Présenter un grand événement de son sport favori

– Interviewer quelqu’un sur sa sportivité – Faire des conversations pour fixer un rendez-vous

– Écrire une carte postale – Répondre à une invitation – Écrire une invitation

TICe – Consulter des sites des organisations écologiques – Comprendre la météo

Branché 3

TICe Trouver des informations sur le Tour de France

huit

Nom : ..................................................................................................................................................................... Numéro : ............................... Date : ....................................................

SITUATION (LEXIQUE)

4.1 Premier prix 4.2 Des chiffres sans lettres 4.3 Enquête sur la qualité de vie

GRAMMAIRE

– – – – – – –

CULTURE – CHANSONS – POÈMES – LECTURE

PRONONCIATION

L’adjectif numéral > 1 000 – Les mots avec [g] et [zj] La date – Les chiffres et les dates Les fractions Les collectifs L’adjectif possessif Le pronom possessif Le pronom personnel COD / COI

CULTURE Quelques dates importantes de l’histoire de France CHANSON (DVD – Clip) À la campagne Bénabar BD Chut, je fais mon devoir !

COMPÉTENCES Utiliser un dictionnaire

LECTURE La maison de Claude Monet

5.1 Tous responsables … – Le verbe impersonnel tous en action ! – Le pronom relatif 5.2 Votre école, est-elle une école verte ? 5.3 Comment retrouver son chemin ? 5.4 Du beau temps demain ? 5.5 Le monde animal

CHANSON Poubelle Man Cauet LECTURE Le petit Nicolas

BOÎTE À OUTILS Demander et expliquer le chemin DVD Le futur : l’environnement BD Les trucs d’Oscar

6.1 Faire du sport : chouette ou pas chouette ? 6.2 La fuite de Louis Boulette 6.3 Le plus grand évènement sportif français: le Tour de France 6.4 Fixer un rendez-vous

– – – –

Le verbe résoudre Les pronoms personnels y et en Le verbe fuir La négation

BOÎTE À OUTILS Comment fixer un rendez-vous ?

Prononcer correctement un nouveau mot à partir d’un mot connu qui rime

CULTURE – Flash info sur les grands clubs de foot français – Le Tour de France CHANSON La cour des grands Youssou N’dour et Axelle Red BD Le petit Spirou

Aperçu grammatical p. 401

Branché 3

Nom : ..................................................................................................................................................................... Numéro : ............................... Date : ....................................................

neuf

Branché 3

158

cent cinquante-huit

3.2 À Paris - Au centre commercial

Hier, les copains ont visité la ville : la Tour Eiffel, le Louvre, le Musée Rodin. Ils se sont promenés le long des Champs-Élysées.

Cet après-midi, ils vont faire du shopping au centre commercial du Forum des Halles. Ils regardent les vitrines. Manon : Nicolas : Manon : Yves :

Regarde ces chaussures ! Oh, elles sont vraiment originales. Manon, tu ne vas pas nous traîner de magasin en magasin tout l’après-midi ? Arrête, Nicolas. Elles sont superbes, et elles vont parfaitement avec ma robe rose. Je veux les essayer. Bien sûr ! Entrons !

La vendeuse : Manon : La vendeuse : Manon : La vendeuse :

Bonjour ! Je peux vous aider ? J’aimerais essayer ces chaussures roses qui se trouvent dans la vitrine. D’accord. Quelle est votre pointure ? Je chausse du 38. Attendez, je vais voir.

1 2 3

*** 3

Manon : Yves : Nicolas :

Regarde ici. Ces mocassins bleus sont jolis, n’est-ce pas ? Oui, mais je les trouve un peu classiques. Ce n’est pas mon genre. J’espère, hihihi.

La vendeuse revient.

Je suis désolée, Mademoiselle, mais je n’ai plus votre pointure. Oh, zut, je les aimais tellement. C’est vraiment dommage. Vous voulez les essayer dans une autre couleur ? Non, merci, je ne veux que cette couleur. Vous voulez essayer une autre pointure ? Non, merci. Au revoir !

6 Branché 3

La vendeuse : Manon : La vendeuse : Manon : La vendeuse : Manon :

cent cinquante-neuf

159

Avez-vous compris ?

Vrai ou faux ? Si c’est faux, corrigez oralement. Vrai

Faux

Hier, les jeunes ont visité la capitale. Cet après-midi, ils vont au cinéma. Yves aime faire du shopping. Manon va essayer des chaussures roses. Elle chausse du 37. Elle achète des chaussures bleues. Nicolas s’ennuie dans le magasin. Manon sort du magasin, très contente. 2

Répondez oralement. - Qu’est-ce que les copains ont fait hier ? - Qu’est-ce que Manon veut acheter ? - Qu’est-ce qu’elle demande à la vendeuse ? - Qu’est-ce qu’Yves trouve des mocassins bleus ? - Qu’est-ce qui se passe quand la vendeuse revient ?

Entraînons-nous !

Complétez la conversation et entraînez-vous. couleur / pointure / essayer / chausse / désolée / bleues / vitrine La vendeuse : Je peux vous aider ? Anne :

J’aimerais essayer les chaussures …

.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

qui se trouvent dans la … .

.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

La vendeuse : D’accord. Quelle est votre … ?

.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Anne :

.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Je … du 37.

La vendeuse : Attendez, je vais voir.

Branché 3

***

160

La vendeuse : Je suis …, mais je n’ai plus de 37.

.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Vous voulez les … dans une autre … ?

.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Anne :

cent soixante

.............................................

Non, merci.

Classez les expressions :

Tu ne vas pas nous traîner de magasin en magasin tout l’après-midi ? Ce n’est pas mon genre. Elles sont superbes. Je suis désolé. Oh, zut !

Cherchez l’explication des mots suivants. Combinez. 1

se promener

voir si une chose est bonne pour ce qu’on veut en faire

essayer

l’endroit où on montre les articles qu’on vend dans un magasin

être désolé

aller dans les rues ou dans les bois pour regarder ou pour prendre l’air

la pointure

regretter

la vitrine

le nombre qui indique la dimension des chaussures 1

1 2

Mettez les phrases dans le bon ordre. Dans une boutique A Je ne sais pas. C’est combien, le t-shirt ? B Vous avez décidé, Mademoiselle ? C Euh ... j’hésite. C’est trop cher. D D’accord, je les prends ! E Mais il va très bien avec la jupe. F Il fait 39 euros. G C’est tout à fait votre style ! H Elle me va, la jupe ?

3 1

4 5 6 Branché 3

cent soixante et un

161

Est-ce qu’elle fait un compliment

ou est-ce qu’elle critique

Deux copines Elle te plaît, cette jupe ? – Je la trouve jolie. Il me va, ce pantalon ? – Il ne te va pas du tout ! Il est parfait, ce manteau. – Je le trouve démodé. Tu aimes mieux le jaune ou le rouge ? – Le jaune te va très bien. Comment tu trouves ces bottes ? – Elles sont sensationnelles ! Elle vous plaît, cette chemise ? – C’est tout à fait votre style. Comment tu trouves ce jean ? – Il est trop étroit, ça ne va pas. Tu aimes mieux la bleue ou la grise ? – Je trouve la bleue horrible. Elle me va, cette veste ? – Je la trouve rétro. Elle te va très bien. Elle te plaît, cette robe ? – Elle est trop large. Ce n’est pas beau !

Les verbes conclure et plaire

Branché 3

Ariane prend place pour essayer des bottes. – Ça va, Mademoiselle ? Elles te plaisent ? • Pff, les bottes noires me serrent, j’en conclus qu’elles sont trop petites. – Ne concluons pas trop vite, je chercherai une autre paire qui vous plaira certainement. (…) • Vous avez raison, Madame. Ces autres bottes me plaisaient déjà dans la vitrine. Je les prends alors. – D’accord.

162

Soulignez toutes les formes des verbes conclure et plaire.

cent soixante-deux

Complétez le tableau des conjugaisons.

Conclure (besluiten, afleiden) indicatif présent

imparfait

passé composé

futur simple

conditionnel présent

je concluais

tu concluras

il conclut

il a conclu

elle conclurait

nous conclurons

vous concluez

vous avez conclu

ils concluaient

ils concluraient

Plaire (bevallen, aanstaan, in de smaak vallen) indicatif présent

imparfait

je plais

passé composé

futur simple

j’ai plu

conditionnel présent

je plairais

tu plaisais

il plaira

nous plairons

vous plaisez

vous avez plu

5 ils plaisaient

elles plairaient

6 Branché 3

cent soixante-trois

163

Complétez par la forme correcte du verbe conclure et entraînez-vous. Camille et Suela vont étudier à Louvain l’année prochaine.

Camille :

Hier, j’ai lu le règlement du péda. J’en … (indicatif présent)

que les règles sont assez strictes.

Suela :

Heureusement, sinon mes parents … (conditionnel présent)

de ne pas m’inscrire. Tu sais qu’ils sont sévères.

Camille :

Oui, je sais. Je me souviens du jour où ils … (passé composé)

de ne pas regarder un film parce qu’il était trop violent.

Suela :

Hihihi, … (impératif 1re p. pl.) qu’ils le font pour mon bien.

..............................................................................

Complétez par la forme correcte du verbe plaire. et entraînez-vous. Ce soir, Emma va au cinéma avec un copain de classe. Fariz :

Dis, tu as déjà fait ton choix ?

On joue un film qui te … (futur simple) certainement.

Emma :

Oh, lequel ?

Fariz :

C’est un film d’action avec Jean Reno,

un acteur qui te … (indicatif présent), n’est-ce pas ?

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Emma :

Oui, il me … (indicatif présent) énormément.

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Tous ses films m’… (passé composé).

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Surtout son rôle dans L’Empire des Loups,

qui me … (imparfait) énormément.

Tu as aussi un acteur favori ?

Fariz :

Pas vraiment, j’en ai plusieurs qui me … (indicatif présent).

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Branché 3

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

164

cent soixante-quatre

Boîte à outils – Au magasin de chaussures

des ballerines des baskets

des tongs

des bottes

des escarpins

des bottines

Vendeur / Vendeuse

Client / Cliente

Bonjour, Madame / Monsieur / Mademoiselle. Je peux vous aider ? Vous désirez ? Qu’est-ce que vous cherchez ?

J’aimerais essayer … Je voudrais voir … Je peux regarder … Je cherche …

Quelle est votre pointure ?

Je fais du 38. Je chausse du 38. J’ai un 38.

Vous aimez les chaussures – classiques / habillées ? – modernes ? – sportives ? – à talons hauts ? – plates ?

Je préfère les chaussures – classiques / habillées. – modernes. – sportives. – à talons hauts. – plates.

Je suis désolé(e). Je regrette. Malheureusement,… C’est vraiment dommage.

Je regrette aussi. C’est vraiment dommage.

des sandales plates

des mocassins des chaussures à lacets

des tennis

1 Vous voulez essayer – une autre couleur ? – une autre pointure ? – un autre modèle ?

Non, merci. Oui, je veux bien.

Veuillez me suivre (à la caisse).

Je les prends. Je peux payer avec la carte bleue ?

des sandales à talons

des pantoufles

3 4 5 6 Branché 3

cent soixante-cinq

165

Faites les dialogues et entraînez-vous. Schrijf geen volledige tekst als je een spreekoefening voorbereidt. Noteer indien nodig alleen een paar sleutelwoorden als houvast.

Le vendeur / La vendeuse A

Le client / La cliente

1 Begroet de klant. 2 Zeg dat je graag de witte mocassins (blauwe mocassins) uit de etalage wilt passen. 3 Vraag welke schoenmaat. 4 Zeg je schoenmaat. 5 Ga kijken (+ spreken). 6 Zeg dat het je spijt, maar dat er geen witte (blauwe) meer zijn. 7 Zeg dat je dat spijtig vindt. 8 Vraag of de klant een andere kleur wil proberen. 9 Zeg nee en bedank.

1 Begroet de klant. 2 Zeg dat je op zoek bent naar zwarte laarzen (bruine schoenen). 3 Vraag welke schoenmaat. 4 Zeg je schoenmaat. 5 Ga kijken (+ spreken). 6 Zeg dat het je spijt, maar dat die schoenmaat er niet meer is. 7 Zeg dat je dat spijtig vindt. 8 Vraag of de klant een andere maat wil proberen. 9 Zeg nee en bedank.

1 Begroet de klant. 2 Zeg dat je graag blauwe (zwarte) sandalen wilt passen. 3 Vraag welke schoenmaat. 4 Zeg je schoenmaat. 5 Ga kijken (+ spreken). 6 Toon verschillende modellen (moderne, classique, à talon, plat). 8 Toon nog een paar modellen met hoge hakken (een paar platte modellen).

7 Zeg dat je hoge hakken (platte schoenen) verkiest.

Branché 3

9 Kies een paar (platte) sandalen met hoge hakken.

166

cent soixante-six