10 minute read

2.4 Kwaliteitszorg onderwijs

verblijf in het buitenland gepland, maar weinig van deze reizen kon doorgang vinden. Veel ervan zijn tot nader order uitgesteld.

Taalbeleid

De universiteit streeft een consistent taalbeleid na en heeft daartoe de Richtlijn taalbeleid opgesteld. Deze omvat zes thema’s: onderwijstaal, taalvaardigheid docenten, taalvaardigheid medewerkers, werving van nieuwe medewerkers, communicatie en het bestuurlijke circuit.

Het streven is om zoveel mogelijk twee talen te gebruiken: Nederlands en Engels. Vrijwel alle opleidingen zijn Nederlands- of Engelstalig; de voertaal van iedere opleiding is vastgelegd in het Leids Register Opleidingen. Engels is voor de meeste wetenschapsgebieden de belangrijkste voertaal. In de Gedragscode voertaal zijn afspraken gemaakt over de te hanteren taal in het onderwijs, de toetsing en de examinering.

Voor de taalvaardigheid van medewerkers gelden de volgende uitgangspunten: ■ Docenten die Engelstalige vakken verzorgen beheersen het Engels op minimaal niveau C1; ■ Internationale docenten die in het Nederlands doceren beheersen de taal op niveau C1; ■ Alle andere medewerkers beschikken minimaal over passieve kennis van het Nederlands; ■ De voor een functie geldende taaleis wordt in alle vacatures vermeld.

Voor de taalvaardigheid van studenten gelden de volgende uitgangspunten: ■ Studenten mogen ervan uitgaan dat hun docenten goed Engels en Nederlands spreken; ■ Bachelorstudenten kunnen hun Engelse taalvaardigheid toetsen en indien nodig vergroten; ■ Internationale studenten kunnen hun Nederlandse taalvaardigheid vergroten met een online cursus voordat zij naar Nederland komen, en taalcursussen volgen in Leiden en Den Haag als ze hier wonen.

Voor de communicatie vanuit de Universiteit Leiden gelden de volgende uitgangspunten: ■ De informatie over de opleiding wordt gegeven in de taal van de opleiding; ■ Bestuur en medezeggenschap zijn in het Nederlands; leden van de UR die geen Nederlands spreken kunnen aan de medezeggenschap deelnemen met hulp van een vertaler of taalbuddy; ■ De publieke uitingen van de universiteit zijn tweetalig. In 2017 is de SPOC Dutch & More van start gegaan. Via deze online cursus maken internationale studenten kennis met de Nederlandse taal en met het studentenleven in Leiden en Den Haag. Na succesvolle afronding ervan kunnen zij een uitgebreide cursus Nederlands volgen bij het Academisch Talencentrum (ATC). In 2021 hebben 56 studenten de vervolgcursus gedaan (tegen 67 in 2020). Dit relatief lage aantal heeft vermoedelijk te maken met het feit dat er een daling was in het aantal uitwisselingsstudenten ten gevolge van de coronacrisis. Sinds eind 2019 is er ook een SPOC Dutch & Staff voor internationale medewerkers beschikbaar.

Bachelorstudenten kunnen sinds 2017 een online toets doen om hun taalvaardigheid in het Engels te toetsen ter voorbereiding op een Engelstalige masteropleiding of een ander verblijf in het buitenland. In 2021 maakten, evenals in 2020, slechts een gering aantal studenten deze toets. Waarschijnlijk komt dit ook (deels) omdat het aantal buitenlandverblijven door de coronacrisis sterk was gedaald.

In 2021 zijn er negentien Engelstalige videoclips ontwikkeld op het gebied van Academic Reading and Writing. Deze staan op de universitaire website en zijn beschikbaar voor studenten van alle opleidingen. Ze zijn met opzet niet beschikbaar gesteld als open access, omdat het hier geen op zichzelf staande cursus betreft, maar modules die door docenten kunnen worden ingezet binnen de opleiding. De bacheloropleiding International Studies heeft als eerste de videoclips ingezet bij de eerstejaarscolleges in september 2021.

In het voorjaar van 2022 zullen de Nederlandstalige videoclips over Academische Vaardigheden beschikbaar komen voor Nederlandstalige opleidingen. Op dit moment wordt de laatste hand aan de video’s gelegd en een docentenhandleiding geschreven. Deze clips zullen op dezelfde wijze als de Engelstalige versie beschikbaar worden gesteld.

2.4 Kwaliteitszorg onderwijs

Doorontwikkeling Kwaliteitszorg

Op basis van de zelfreflectie en de aanbevelingen van de Instellingstoets Kwaliteitszorg 2019 heeft het College van Bestuur het plan Doorontwikkeling Kwaliteitszorg vastgesteld, waarin de verdere optimalisering van de kwaliteitszorg voor de komende jaren is vastgelegd. Doel van het plan was om het systeem van kwaliteitszorg nog effectiever te maken, onder andere door de managementinformatie verder te verbeteren en de inhoudelijke monitoring (gesprek en verbeterfunctie) te versterken. Het programma is in december 2020 afgerond.

Een belangrijk resultaat van het programma is de verbetering van de managementinformatie, culminerend in de ontwikkeling van het Onderwijsdashboard. Het Onderwijsdashboard bevat kerngegevens van alle opleidingen van de Universiteit Leiden: instroom, uitstroom en rendementsgegevens. Ook worden de resultaten van programma-evaluaties en andere studentenevaluaties van het onderwijs in het dashboard opgenomen. In 2021 is het vervolgproject Onderwijsdashboard 2.0 van start gegaan. In dit project wordt het dashboard verder doorontwikkeld naar een meer dynamische versie waarin gebruikers zelf aan de slag kunnen, mogelijk ook met enkele interactieve mogelijkheden (naar voorbeeld van de KU Leuven).

De universiteit blijft ook de komende jaren investeren in de kwaliteitscultuur. Bij de faculteiten zijn studentpanelgesprekken ingevoerd om het gesprek over onderwijskwaliteit te verdiepen. Universiteitsbreed worden jaarlijks docentpanelgesprekken georganiseerd. De komende jaren zal ook worden gewerkt aan efficiëntere en meer ontwikkelingsgerichte kwaliteitszorg. Daartoe zal onder meer worden onderzocht hoe we de evaluaties op zo’n manier aanpassen dat deze minder tijdsintensief en tegelijkertijd van meer betekenis worden voor onderwijsontwikkeling. Ook werken we toe naar een betere balans tussen de inzet van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens. We sorteren daarmee voor op de verwachte aanpassingen in de nieuwe cyclus van de Instellingstoets Kwaliteitszorg per 2024, die ook meer ontwikkelingsgericht gaat worden.

Cursus- en programma-evaluaties

De cursus- en programma-evaluaties en de rapportages daarover zijn in 2021 verder geoptimaliseerd. Deze evaluaties worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de faculteiten. Beide evaluaties bestaan uit een set van universiteitsbrede vragen, die desgewenst kan worden aangevuld met opleidings- en faculteitsspecifieke vragen die passen bij het karakter van de opleiding. Op basis van de resultaten kunnen zowel de opleidingen en de faculteiten als het universiteitsbestuur gerichter sturen op verbetering.

Vanaf 2018 maken faculteiten gebruik van een programma voor uniforme cursusevaluaties. Om meer inzicht te krijgen in de studenttevredenheid over het online onderwijs, is hierin sinds september 2021 een vraag in opgenomen over online onderwijs.

Vanaf januari 2020 is het mogelijk een metarapportage samen te stellen op basis van alle cursusevaluaties. De antwoorden van alle opleidingen op acht standaardvragen worden per studiejaar in één overzicht gerapporteerd, zowel voor iedere cursus afzonderlijk als geaggregeerd over alle cursussen. Dit maakt het mogelijk verschillende studiejaren en cursussen te vergelijken. Sinds 2020 wordt de rapportage jaarlijks gegenereerd door het ICLON en gepubliceerd in het Onderwijsdashboard.

In 2019 is de universiteitsbrede programma-evaluatie voor het eerst voorgelegd aan afstudeerders. Begin 2020 is een evaluatie uitgevoerd om de betrouwbaarheid en validiteit van de programma-evaluatie vast te stellen; het resultaat was positief. Vanaf september 2021 is in de programma-evaluaties ook een vraag over de bekendheid met de Career Services opgenomen, omdat deze services een belangrijke rol spelen in de arbeidsmarktvoorbereiding van studenten.

Sinds het voorjaar van 2020 wordt de programma-evaluatie ondersteund door het ICLON en maandelijks voorgelegd aan studenten die afstuderen. Jaarlijks worden een standaardrapportage per opleiding en een overzichtsrapportage per faculteit opgemaakt. De jaarlijkse rapportages worden opgenomen in het Onderwijsdashboard.

Ontwikkeling van examen- en opleidingscommissies

De examencommissies en de opleidingscommissies zijn essentieel voor de kwaliteitszorg op opleidingsniveau. De ambtelijk secretarissen van de examencommissies komen ongeveer vijf keer per jaar bijeen. In deze bijeenkomsten worden de processen en de procedures van de commissies doorgenomen en beter op elkaar afgestemd. De leden van de examencommissies komen een of twee keer per jaar bijeen om te spreken over diverse thema’s, zoals de kwaliteitsborging van toetsen. In deze bijeenkomsten staat het uitwisselen van kennis en ervaring centraal. Tevens wordt tweemaal per jaar een cursus aangeboden voor nieuwe leden van de examencommissies, waarin de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de commissie aan de orde komen.

Ter voorbereiding op het werken in een opleidingscommissie is een SPOC beschikbaar. Daarnaast worden jaarlijks twee facultaire trainingen aangeboden aan opleidingscommissies. Vanaf 2020 worden hiervoor alle nieuwe leden uitgenodigd; voorheen was de training er alleen voor studentleden. In februari 2021 is een universiteitsbrede themabijeenkomst voor opleidingscommissies gehouden over de onderwerpen ‘Maximale impact: hoe kun je jouw opleidingscommissies versterken?’ en ‘Onderwijskwaliteit en corona: nieuwe uitdagingen voor opleidingscommissies’. Het doel van deze bijeenkomst was het versterken van het functioneren van de commissies en het uitwisselen van ervaringen en best practices. Voor deze bijeenkomst zijn ook leden van de faculteits-

raden uitgenodigd om de samenwerking binnen de facultaire medezeggenschap te stimuleren.

Overleg met studenten

Naast de formele medezeggenschap op facultair en universitair niveau is er ook een regulier overleg tussen de rector magnificus en de assessoren (studentleden van de faculteitsbesturen): het Studentenzakenberaad. Hierin worden actuele onderwijszaken besproken. Op deze manier is de inbreng van studenten in de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, ook vanuit een meer beleidsmatig en bestuurlijk perspectief, gewaarborgd. De assessoren, verenigd in het Leids Assessoren Overleg (LAssO), stellen elk academisch jaar een lijst met speerpunten op. Voor academisch jaar 2020-2021 werd extra aandacht gevraagd voor: ■ Studentenwelzijn ■ Diversiteit en inclusiviteit ■ Het bevorderen van betrokkenheid van de actieve student

Voor 2021-2022 zijn deze speerpunten behouden en zijn er twee thema’s aan toegevoegd: ■ Duurzaamheid ■ Corona en onderwijs

Het Leids Universitair Studentenplatform (LUS) biedt studenten die geen zitting hebben in de universitaire gremia de gelegenheid zich uit te spreken over belangrijke onderwerpen. Daartoe organiseert het platform periodiek laagdrempelige bijeenkomsten waar studenten en de rector magnificus discussiëren over actuele onderwijsthema’s. Ook adviseert het LUS op basis daarvan over onderwijsbeleid. Doordat in een groot deel van 2021 fysieke bijeenkomsten onmogelijk waren, heeft het LUS zich dit jaar meer als denktank georganiseerd en zo haar adviezen geformuleerd. In 2021 betroffen de adviezen de thema’s ‘Interdisciplinariteit’ en ‘Wat te behouden van het online onderwijs?’. Het College van Bestuur, de faculteitsbesturen en de studenten hechten veel waarde aan de aanbevelingen en vertalen deze waar mogelijk naar concreet beleid. Verder organiseert het platform de verkiezing van de docent van het jaar; hij of zij ontvangt de universitaire Onderwijsprijs bij de opening van het academisch jaar. In 2021 was dit politicoloog dr. Ayo Adedokun. De winnaar van de LUS Onderwijsprijs wordt in het daaropvolgende jaar genomineerd voor de landelijke Docent van het Jaar-verkiezing die wordt uitgeschreven door het Interstedelijk Studenten Overleg. In 2021 was farmaciedocent dr. Arianna Pranger (de winnaar van de LUS Onderwijsprijs in 2020) één van de finalisten in deze landelijke verkiezing.

Opleidingsaccreditatie

De resultaten van de in 2021 door de NVAO afgeronde externe beoordelingen staan vermeld in de tabel in bijlage D. Deze beoordelingen zijn onderdeel van de kwaliteitszorg. De tabel vermeldt de heraccreditaties die de NVAO in 2021 heeft afgerond. Dit jaar betrof het vooral onderzoeksmasters in het domein Geesteswetenschappen. Alle beoordelingen hebben tot behoud van de accreditatie geleid. De locatiebezoeken zijn vanwege de coronapandemie geheel digitaal of in hybride vorm georganiseerd.

In 2021 zijn midterm reviews uitgevoerd bij zes bacheloropleidingen en elf masteropleidingen van verschillende faculteiten. Vanwege de coronapandemie is een aantal midterm reviews dat voor 2020 stond gepland, uitgesteld.

Studenttevredenheid

Nationale Studenten Enquête Jaarlijks worden alle studenten van Nederlandse bekostigde hogeronderwijsinstellingen uitgenodigd om de mate van tevredenheid over hun opleiding aan te geven in de Nationale Studenten Enquête (NSE). Nadat de editie 2020 landelijk was komen te vervallen vanwege de coronacrisis, kon de NSE in voorjaar 2021 wel weer doorgaan. In dat jaar werd een geheel vernieuwde vragenlijst aan de studenten voorgelegd, waardoor er geen zuivere vergelijking met eerdere jaren gemaakt kan worden. In 2021 werd een respons behaald van 45 procent (WO landelijk 37 procent). De NSE beter werd in 2021 dus beter ingevuld dan in voorgaande jaren.

Alle Nederlandse studenten zijn bevraagd over hun tevredenheid in algemene zin en specifieker over onder meer de inhoud en opzet van het onderwijs, aansluiting op de beroepspraktijk, docenten, studiebegeleiding, toetsing en beoordeling, betrokkenheid en contact en, waar van toepassing, het studeren met een ondersteuningsbehoefte. Daarnaast hebben de Leidse studenten ook vragen beantwoord over hun tevredenheid ten aanzien van algemene en wetenschappelijke vaardigheden, internationale aspecten, afstandsonderwijs vanwege corona en gelijke behandeling. Tot slot is nog gevraagd naar hun welbevinden en ondersteuningswensen.

Uit de NSE 2021 kwam naar voren dat Leidse studenten overwegend vrij tevreden zijn over hun opleiding en de bevraagde onderwerpen, ondanks dat de coronasituatie van grote invloed was op het onderwijs ten tijde van de enquêteperiode. Leidse studenten gaven hun opleiding in het algemeen een gemiddeld tevredenheidsoordeel van 3,82 op een vijfpuntsschaal (WO landelijk 3,89; WO

This article is from: