3 minute read

5.3 Bezwaar, beroep en klachten

5.3 Bezwaar, beroep en klachten

De Universiteit Leiden hecht veel belang aan een goede rechtsbescherming. Studenten, en in bepaalde gevallen ook derden, die het niet eens zijn met een besluit van de Leidse universiteit dat hen rechtstreeks raakt en dat gericht is op rechtsgevolgen, kunnen bezwaar maken tegen dat besluit. Derden kunnen dat bezwaar indienen bij de Commissie voor de beroep- en bezwaarschriften (CBB). Voor studenten geldt dat zij, afhankelijk van het soort besluit, bezwaar kunnen maken bij de CBB, dan wel in beroep kunnen gaan bij het College van Beroep voor de Examens (CBE). Deze rechtsbescherming is verankerd in de Algemene wet bestuursrecht en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Het CBB brengt een advies uit aan het College van Bestuur, dat een beslissing op het bezwaar neemt. Als de medewerker of de derde het niet eens is met deze beslissing kan hij of zij in beroep gaan bij de Rechtbank en daarna nog bij de Centrale Raad van Beroep respectievelijk de Raad van State.

Het CBE doet uitspraken in door studenten ingestelde beroepen tegen besluiten van toelatingscommissies, examencommissies, examinatoren en faculteitsbesturen. Een hoorzitting maakt deel uit van de beroepsprocedure. Een student kan tegen een uitspraak van het CBE in beroep gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs.

Het aantal bezwaarschriften bij de CBB blijft aan de hoge kant. Het CBB ontving in het verslagjaar 100 bezwaren; in 2020 waren dat er 110 en in 2019 nog 78. Het hoge aantal is te verklaren door de decentrale selectie bij een aantal opleidingen. Ook het feit dat studenten steeds beter geïnformeerd worden over hun rechten zou een verklaring kunnen zijn.

In 2021 ontving het CBE 600 beroepen, in 2020 waren dat er 542 en in 2019 nog 357. Deze grote stijging heeft meerdere oorzaken: het toenemend aantal buitenlandse studenten dat toegelaten wil worden tot een masteropleiding van de universiteit, de beperking van het aantal hertentamenkansen en de strengere controle op fraude gepleegd door studenten. Opmerkelijk is dat deze stijging samenvalt met de maatregelen rondom de coronapandemie.

Zie voor een overzicht van de ingediende beroepen en bezwaren bijlage F.

Geschillencommissie Medewerkers

Als gevolg van de wijziging van de rechtspositie van de medewerkers kunnen zij met ingang van 2020 geen bezwaar meer instellen tegen een besluit dat hen rechtstreeks raakt en dat gericht is op rechtsgevolgen. Met ingang van 1 januari 2020 kunnen medewerkers, op grond van de cao Nederlandse Universiteiten, bepaalde arbeidsgerelateerde beslissingen van zijn of haar leidinggevende en/of de universiteit voorleggen aan een geschillencommissie. De Geschillencommissie Medewerkers brengt advies uit. De commissie ontving in 2021 vijf meldingen, in 2020 waren dat er vier.

Klachtencommissie ongewenst gedrag

Sinds 2009 kent de universiteit de Klachtenregeling ongewenst gedrag. De Klachtencommissie ongewenst gedrag spreekt zich uit over klachten betreffende (seksuele) intimidatie, pesten, agressie, geweld en discriminatie. In 2008 is ook de Gedragscode omgangsvormen docenten en studenten in werking getreden. De Klachtencommissie ontving in 2021 tien klachten, in 2020 waren dat er drie.

Commissie Klokkenluiders

De universiteit kent sinds 2005 de Regeling melding onregelmatigheden. Eind 2017 is deze regeling, als gevolg van de Wet Huis voor klokkenluiders, gewijzigd in de Regeling Klokkenluiders. In 2021 is de regeling aangepast en is de naam is gewijzigd in Regeling melding misstanden. De Commissie Misstanden onderzoekt

waaronder ook de Reorganisatiecode Universiteit Leiden 2022.

Werkdruk en sociale veiligheid, en in het verlengde daarvan het belang van het goede gesprek tussen medewerkers en hun leidinggevenden, ook buiten de R&Ogesprekken om, zijn actuele thema’s binnen het Lokaal Overleg. Ook is regelmatig gesproken over de Ombudsfunctie, en de inrichting daarvan binnen het bestaande bouwwerk sociale veiligheid. Daarbij is ook aandacht voor het belang van preventie en de noodzaak te investeren in vaardigheden van medewerkers en hun leidinggevenden om open met elkaar te communiceren. Dit komt ook aan de orde in het nieuwe strategisch plan, dat een helder kader gaat bevatten over hoe wij vinden dat we met elkaar om horen te gaan en dat medewerkers en hun leidinggevenden de handvatten biedt over hoe goed met elkaar in gesprek te zijn, geschraagd door het bouwwerk sociale veiligheid.

De bespreking van het jaarbeeld van de afdeling Veiligheid, Gezondheid en Milieu (VGM) en het jaarverslag van de Vertrouwenspersoon Personeel maakt deel uit van de jaarlijkse cyclus.

This article is from: