11 minute read

Kort nieuws

Next Article
en verenigingen

en verenigingen

kort

Student ontdekt oudste literaire vrouwengenootschap

Derdejaarsstudent Nederlands Evi Dijcks heeft in de collecties van de Universitaire Bibliotheken Leiden het oudste literaire vrouwengenootschap in Nederland ontdekt.

Het genootschap Die Erg Denkt Vaart Erg In ’T Hart werd in 1782 opgericht door dichteres Anna van der Aar de Sterke. Dijcks deed haar vondst tijdens onderzoek naar twee handschriften met gedichten van deze dichteres. Tot nu toe waren alleen literaire vrouwengenootschappen uit de negentiende eeuw bekend. ‘Wanneer je als student onderzoek op de leeszaal van Bijzondere Collecties doet, verwacht je natuurlijk niet iets nieuws te vinden’, vertelt Dijcks. ‘Maar toen bleek dat mijn docent Olga van Marion, universitair docent Vroegmoderne Nederlandse letterkunde, het gezelschap Die Erg Denkt Vaart Erg In ’T Hart óók niet kende, begon mijn hart echt sneller te kloppen. Ontzettend leuk om als student zo’n belangrijke ontdekking te doen.’ Op Internationale Vrouwendag heeft Dijcks acht gedichten van Van der Aar de Sterke online voorgedragen.

Kansen voor de eerste generatie

Met een crowdfundingactie bij het afscheid van rector Carel Stolker is ruim 90.000 euro opgehaald voor het Leiden Empowerment Fund, dat eerstegeneratiestudenten en -wetenschappers helpt hun ambities te verwezenlijken. Deze ‘nieuwe’ academici, al dan niet met een migratieachtergrond, lopen tegen allerlei barrières aan. Zo ervaren zij beduidend minder toegang tot netwerken binnen en buiten de universiteit. Ook bemoeilijkt een gebrek aan middelen vaak hun studie of onderzoek. Stolker vroeg als afscheidscadeau om een bijdrage aan dit fonds. Het geld wordt onder meer gebruikt voor een buddysysteem en subsidies voor buitenlandse studieverblijven.

Vrouwen in de beeldentuin

In de beeldentuin van het Academiegebouw zijn gebeeldhouwde portretten van astronoom Ewine van Dishoeck en classicus Ineke Sluiter geplaatst. Dit als bijdrage aan een diverser beeld van de academie. Sinds drie jaar hangen er portretten van veertien vrouwelijke hoogleraren in de Senaatskamer, maar tot nu toe kende de beeldentuin nog louter mannen. Van Dishoeck, hoogleraar Moleculaire astrofysica, is een internationale ster in haar vakgebied en won in 2018 de prestigieuze Noorse Kavliprijs voor haar baanbrekende onderzoek. Sluiter is hoogleraar Griekse taal en literatuur en daarnaast president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). In de toekomst komen er meer sculpturen van vrouwelijke wetenschappers.

vragen aan Eliane Cohen

(Geschiedenis, 1991-1997), sinds november Hoofd Fondsenwerving van het Leids Universiteits Fonds.

Hoe is het om terug te zijn in Leiden? ‘Heel erg leuk. Mijn studietijd was een belangrijke, intensieve periode, waar ik vaak naar teruggrijp. Ik heb hier veel mensen leren kennen: mijn beste vrienden, mijn man. Er gaat dus een blik met herinneringen open. En Leiden is veel mooier geworden. Als student heb je een actieradius van niks, ik kijk nu met andere ogen naar de stad. Door de lockdownmaatregelen heb ik nog niet veel achter mijn bureau gezeten, maar ik kijk er erg naar uit dat ik iedereen in het echt kan gaan zien. Echte contacten zijn heel belangrijk in dit werk.’

Wat doe je precies, als Hoofd Fondsenwerving? ‘Het LUF bestaat al heel lang en is een mooi instituut. Ik geef leiding aan een team van vijf mensen. Wij proberen meer mogelijk te maken binnen de universiteit. Meer briljante studenten een prijs of een beurs geven, meer onderzoek op weg helpen, vaker onderzoekers koppelen aan gulle gevers.’

Wat zou je alumni willen meegeven? ‘Alle gevers zijn belangrijk voor ons: van de mensen die een klein bedrag per jaar overmaken tot de gevers met een fonds op naam. Vele duizenden alumni steunen ons al. Toch zouden het er nog veel meer kunnen zijn. Met de crowdfundingactie #wakeuptocorona hebben we gezien dat een heel grote groep bereid is iets te doen. Iedereen vindt het mooi om bij te dragen aan baanbrekend, relevant onderzoek. Ons doel is om met meer gevers nog meer impact te maken. Het is heel mooi als je daar als alumnus je steentje aan bij kunt dragen.’

Leidraad 7

Rapenburg 60

Alumnus schenkt monumentaal pand

Rechten-alumnus Ruurt Hazewinkel heeft een bijzondere schenking aan de Universiteit Leiden gedaan: een zestiende-eeuws monumentaal woonhuis aan het Rapenburg. Op maandag 25 januari droeg hij symbolisch de sleutel over aan rector Carel Stolker. De universiteit zal dit geschenk koesteren voor toekomstige generaties en gaat zorgen voor verhuur aan en/of bewoning door studenten, docenten en wetenschappers.

Scaligerpenning voor Lenferink

Burgemeester Henri Lenferink van

Leiden heeft de Scaligerpenning van de Universiteit Leiden gekregen. De langstzittende burgemeester van Nederland ontving deze eind januari uit handen van scheidend rector-magnificus Carel

Stolker. Stolker prees Lenferink, die binnenkort aan zijn vierde termijn begint, omdat hij Leiden altijd heeft vertegenwoordigd als universiteitsstad, vooral ook in de internationale relaties. Hij richtte het Landelijk Netwerk Kennissteden op en wierf onder professoren zogenoemde congresambassadeurs die wetenschappelijke congressen naar Leiden halen. Ook was Lenferink een van de motoren achter het binnenhalen van het grote wetenschappelijke evenement Leiden European City of Science, in 2022.

8

Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN NR. 2  2021

Lockdown treft vooral kwetsbare kinderen

Niet alleen de ziekte corona maakt slachtoffers, ook de coronamaatregelen doen dat. Vooral bij kinderen en jongeren uit de kwetsbaarste gezinnen nam de emotionele verwaarlozing fors toe tijdens de eerste lockdown, blijkt uit onderzoek onder leiding van hoogleraar forensische gezinspedagogiek Lenneke Alink.

‘T oen de lockdown begon, hadden we het vermoeden dat in sommige gezinnen de spanningen zouden toenemen’, zegt Lenneke Alink. ‘De scholen gingen dicht, mensen waren onzeker over hun werk, er kwamen meer financiële zorgen en onderwijs vond thuis plaats. De stress zou daardoor toenemen en het opvoeden zou moeilijker worden. Dat zou kunnen resulteren in een toename van kindermishandeling.’

Tussen 16 maart en 16 juni vorig jaar, de periode die Alink c.s. hebben onderzocht, nam het aantal meldingen bij

Veilig Thuis niet toe. Maar bij De Kindertelefoon werden wel meer gesprekken gevoerd over kindermishandeling, en ook bij hulpdienst Fier – gespecialiseerd in geweld in afankelijkheidsrelaties – kwamen hierover meer vragen binnen.

Alink: ‘We besloten daarom om zelf onderzoek te gaan doen naar veranderingen in de thuissituatie van kinderen tijdens deze eerste lockdown.’ Alink deed het onderzoek samen met de Leidse onderzoekers Sheila van Berkel en Samantha Vermeulen. De hele infrastructuur ervoor lag al klaar, zegt Alink: ‘We beschikten over alle onderzoektools van de eerdere Nationale Prevalentiestudies Mishandeling van Kinderen en Jeugdigen, en daarmee ook over de data waarmee we de uitkomsten van dit onderzoek zouden kunnen vergelijken.’ Aan het onderzoek werkten 444 kinderopvangmedewerkers en leerkrachten mee. Zij rapporteerden na afloop van de schoolsluiting hun bevindingen over de periode van 16 maart tot 16 juni. Daarbij ging het erom hoeveel kinderen en jongeren tussen de 0 en 17 jaar ze tijdens de lockdown uit het oog waren verloren; om hoeveel van deze kinderen ze zich zorgen maakten; en bij hoeveel kinderen ze kindermishandeling vermoedden. Was het laatste het geval, dan werd er informatie opgevraagd over onder meer de aard van het vermoeden en over kenmerken van kinderen, ouders en gezin. 9

10

Leidraad

NR. 2  2021

Rode draad: stress, stress en nog eens stress

Lenneke Alink: ‘Ons onderzoeksteam is zeer geïnteresseerd in de rol van stress in de opvoeding. Zo hebben we onderzocht hoe stress de duiding van kindgedrag beïnvloedt. Als een kind thuiskomt met een broek vol modder, zal iemand die veel stress ervaart, dat sneller negatief interpreteren en dus ook sneller negatief reageren. Momenteel doen we een gecontroleerde labstudie naar de invloed van stress op opvoeding via empathie. Daarvoor laten we jonge niet-moeders in een huiskamerachtige setting zorgen voor een babysimulator: een pop die op een baby lijkt en geluiden maakt. Tegelijk geven we hen een stressvolle taak. Vervolgens kijken we hoe goed ze in staat zijn inlevingsvermogen te tonen. De uitkomsten zullen we later in de praktijk testen. We doen ook onderzoek in de vrouwenopvang. Daar zitten moeders en kinderen die vaak getraumatiseerd zijn door huiselijk geweld. We onderzoeken of een interventie gericht op de ouder-kindrelatie effectief is en of het aanpakken van het trauma van de moeder met EMDR (waarbij patiënten worden afgeleid met handbewegingen of geluid) effect heeft op de kwaliteit van de opvoeding.’

Toename emotionele verwaarlozing De officiële definitie van kindermishandeling is breed en onderscheidt vijf categorieën die zelf ook weer zijn opgedeeld in subcategorieën en deelaspecten. Kindermishandeling gaat over meer dan alleen seksueel misbruik, lichamelijke mishandeling en uitschelden en treiteren. Het Leidse onderzoek liet zien dat vooral emotionele verwaarlozing, waaronder ook verwaarlozing van het onderwijs en het getuige zijn van huiselijk geweld, fors was toegenomen tijdens de eerste periode van de schoolsluiting. Fysieke verwaarlozing, emotionele mishandeling (zoals dreigen met geweld, kleineren en uitschelden) en fysieke mishandeling waren niet toe of afgenomen, en seksueel misbruik werd helemaal niet gerapporteerd. Vermeulen: ‘Bij emotionele verwaarlozing ging het bijvoorbeeld om getuige zijn van huiselijk geweld. Ik las in de rapportages over leerlingen die – in de paar weken dat de scholen wel geopend waren tijdens deze periode – vertelden dat thuis sprake was van ruzies en alcoholmisbruik en veel geschreeuw tussen hun ouders. Bij verwaarlozing van het onderwijs ging het bijvoorbeeld om ouders die nooit ingrepen als hun kind steeds wegbleef bij online lessen en iets anders ging doen. Ook waren er ouders die structureel de hulp van leerkrachten afsloegen die hun kind wél bij de les wilden houden.’ Deze ouders schaden de basisbehoeften van een kind, zegt Alink. ‘We weten dat verwaarlozing minstens zulke ernstige effecten kan hebben als andere vormen van mishandeling. Tegelijk willen vrijwel alle ouders het beste voor hun kind. Ouders die dat zelf niet voor elkaar krijgen, hebben daarom ondersteuning nodig.’

Verviervoudiging aantal slachtoffers Op basis van alle opgehaalde informatie schatten Alink en haar team dat 40 duizend kinderen en jongeren tijdens

Lenneke Alink (1978, links) studeerde Psychologie in Leiden. Ze is in Leiden sinds 2014 hoogleraar Forensische Gezinspedagogiek en sinds 2018 wetenschappelijk directeur van het Instituut Pedagogische Wetenschappen. Ze won verschillende subsidies en prijzen.

Samantha Vermeulen (1994) studeerde Pedagogiek in Leiden. Ze rondde in 2020 cum laude haar master af. Momenteel werkt ze als promovendus in de Forensische Gezinspedagogiek en Jeugdhulpverlening met een focus op negatieve jeugdervaringen en antisociaal gedrag.

de lockdown kindermishandeling hebben meegemaakt. Dat zijn er bijna vier keer meer dan in dezelfde periode in 2017. De meeste van deze kinderen komen uit gezinnen waar al langer zorgen over waren. In deze gezinnen waren een laag opleidingsniveau, werkloosheid, en vier of meer kinderen risicofactoren voor kindermishandeling. Dat een gezin een migratieachtergrond had of een eenoudergezin of stiefoudergezin was, maakte niet uit. Inmiddels worden voorbereidingen getroffen voor een vervolgonderzoek naar de periode tussen 16 december en 16 maart, vertelt Vermeulen. ‘Daarin stellen we een extra vraag over de inrichting en aanpak van de noodopvang van de scholen in die periode. We willen weten in hoeverre die de kwetsbare kinderen heeft bereikt.’

De covidmaatregelen zijn niet alleen maar slecht geweest, zegt Alink, ‘maar voor gezinnen die al kwetsbaar waren, zijn ze wel een extra belasting. Je ziet in ander onderzoek ook dat de ongelijkheid in het onderwijs is toegenomen. Daar moeten beleidsmakers wel rekening mee houden als ze opnieuw besluiten tot schoolsluiting. Voor veel kwetsbare kinderen is school een veilige plek. Zorg er daarom voor dat deze kinderen actief benaderd worden en wel naar school kunnen blijven komen.’

Meer Leids onderzoek

Emotionele mishandeling

Kinderen en jongeren die het slachtoffer zijn van emotionele mishandeling door hun ouders, melden doorgaans ernstige posttraumatische stressklachten. Die klachten zijn gemiddeld genomen zelfs erger dan na andere vormen van kindermishandeling, zoals fysieke mishandeling. Dat blijkt uit onderzoek door onderzoekers van de Universiteit Leiden en de Leidse GGZ-instelling Rivierduinen. Zij onderzochten of de ernst van de posttraumatische klachten bij jongeren afhankelijk is van de mate van mishandeling die ze hebben meegemaakt. De klachten zijn dus sterker dan bij slachtoffers van andere typen mishandeling, waaronder fysieke mishandeling en verwaarlozing. Dit bleek ook te gelden voor jongeren die zich met een heel ander trauma aanmeldden. Hoogleraar Bernet Elzinga, hoofdonderzoeker van de studie: ‘Zo kan een kind komen voor een traumabehandeling na een auto-ongeluk, maar kan blijken dat de emotionele mishandeling die thuis gaande is een grote rol speelt in de ernst van de traumaklachten.’

Hulp voor pleegouders

Pleegkinderen vinden het soms lastig om nieuwe volwassenen in hun leven te vertrouwen vanwege negatieve ervaringen. Dit kan de ontwikkeling van een veilige gehechtheidsrelatie met hun pleegouders bemoeilijken. Pleegouders kunnen bovendien problemen ondervinden bij het opvoeden van hun pleegkind. Onderzoek van neuropsycholoog Nikita Schoemaker laat zien dat pleegouders baat kunnen hebben bij opvoedinterventies die hen ondersteunen bij de regelmatig voorkomende uitdagingen in de opvoeding van kinderen met negatieve vroege ervaringen.

Verwaarlozing

Kindermishandeling en -verwaarlozing worden vaak gezien als een en hetzelfde probleem. Soms kan het echter nuttig zijn om ze uit elkaar te trekken, om op die manier meer inzicht te krijgen in de karakteristieken van beide fenomenen. Dat laat pedagoge Renate Buisman zien in het onderzoek waar ze vorig jaar op promoveerde. Uit haar onderzoek blijkt dat deze twee subtypen van kindermishandeling verschillend samenhangen met de manier waarop de voormalige slachtoffers later zélf met hun kinderen omgaan. Zo ontdekte Buisman in haar promotieonderzoek bijvoorbeeld dat slachtoffers van kindermishandeling later significant vaker op een negatieve manier omgaan met hun eigen kinderen. Slachtoffers van verwaarlozing gedroegen zich later in het leven niet negatiever richting hun eigen kroost.

This article is from: