9 minute read

Annetje Ottow

Next Article
Kort nieuws

Kort nieuws

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN16 Leidraad ‘Ik benoem al snel de olifant in de kamer’

NR. 2  2021

NR. 2  2021 ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

17

Annetje Ottow houdt niet van dralen. De nieuwe voorzitter van het College van Bestuur gebruikt haar intensieve kennismakingsronde langs de Leidse faculteiten en instellingen direct om nieuwe strategische kansen te verkennen. Een persoonlijk reisverhaal over de terugkeer naar haar alma mater, die in haar ogen een internationale blik zo wonderwel weet te combineren met familiegevoel.

Zes uur ‘s morgens, juli 1983. Annetje Ottow zit geduldig op een krukje in de rij voor het kantoor van de Stichting Leidse Studentenhuisvesting aan de Kaiserstraat. Met haar vader wacht ze tot de deur van het slot gaat. Hij wil zijn dochter verzekerd zien van een dak boven haar hoofd als de colleges beginnen. De afstand met het ouderlijk huis is te groot om te pendelen. Als aankomend eerstejaars Rechten mag Annetje dan wel een Nederlands paspoort hebben, haar ouderlijk huis staat in België, ze is er geboren, naar school gegaan en heeft daar haar vrienden. ‘Mijn vader, die een fabriek aan de grens met Nederland leidde, meende een jurist in me te herkennen. Ik ben in wezen Europees opgevoed. Mijn ambitie om boomchirurg te worden? Die zou wel weer overwaaien...’ De Katholieke Universiteit Leuven viel af na een meewarige blik van de professor op de vraag in een introductiecollege of ze er ook Europees Recht doceerden. Groot was haar enthousiasme toen ze tijdens een open dag in Leiden merkte dat de Rechtenfaculteit daar juist vol op Europa gericht was. ‘Ik was zeer gecharmeerd van het Europa Instituut en zag wel een toekomst voor me weggelegd als diplomaat. En ik wilde mijn vleugels uitslaan, ook al zou ik altijd met één been in het Belgische blijven staan.’ De diplomatieke droom verwaaide, Europa is in haar leven gebleven. Ze studeerde cum laude af bij professor Slot en professor Schermers, die lid was van de Europese Commissie voor de Rechten van de Mens. Ook in de advocatuur voor De Brauw Blackstone Westbroek en Houthoff Buruma (ze werd daar partner in 1998) kreeg ze met Europees recht te maken. Hetzelfde geldt voor haar promotieonderzoek naar toezicht in de telecomsector, haar werk voor de Onafankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit en haar hoogleraarschap Economisch Publieksrecht aan de Universiteit Utrecht vanaf 2007.

Ruime blik Door haar internationale bril ziet Ottow nu veel moois in Leiden. Sinds haar aanstelling in februari verdiept de nieuwe bestuursvoorzitter zich in het DNA van de universiteit: ‘Al vanaf 1575 komen wetenschappers uit alle windstreken hier naartoe om zich te verdiepen in een breed spectrum aan onderwerpen. Die rijke internationale traditie voelt als een warme deken. Neem de zeven faculteitsdecanen, met hun ruime blik en hun nieuwsgierigheid, ook naar elkaars werk. Ze zijn in voor samenwerking en nieuwe wegen. Nu we werken aan meer faculteit overstijgende onderzoeksprogramma’s, komt die natuurlijke houding goed van pas.’ Tegelijkertijd ervaart ze Leiden ook als een overzichtelijke familie. ‘Dat fijne gevoel kreeg ik al op mijn eerste werkdag. Ik haalde mijn fiets uit de stalling bij het station en werd vriendelijk begroet door een medewerker. Dat verraste me.’ Op de universiteit laat ze zich ook nog graag verbazen door de cateringmedewerkers, die oprecht vragen of ze het naar haar zin heeft, en of de koffie daarbij helpt.’

‘Die rijke internationale traditie voelt als een warme deken’

Die medaille heeft ook haar keerzijde: ‘Familieleden zijn soms indirect als het om heilige huisjes gaat. Dat kan leiden tot onduidelijkheid en sudderende misverstanden. Ik steek anders in elkaar, benoem van nature al snel de olifant in de kamer. Dat zorgt soms voor opgetrokken wenkbrauwen, maar is ook de reden dat ik op deze plek ben aangenomen. Ik luister goed en stel als vanzelf de urgente vragen. Of we geld ook anders kunnen besteden en of we wel de juiste prioriteiten stellen, bijvoorbeeld.’ Leiden was in haar studententijd een artikel 12 gemeente met vooral veel vervallen grachtenpanden. ‘Maar ook toen had men hier oog voor de menselijke maat’, herinnert ze zich. ‘Niet voor niets was het Stad van Vluchtelingen.’ Het warme gevoel voor de stad kreeg ze niet meteen. ‘Toen ik mijn studentenhuis in het Jan de Laterehofje betrok in 1983, en een theekopje verkeerd terugzette in de keukenkast, kreeg ik dat op niet mis te verstane wijze

18 Leidraad

ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN NR. 2  2021

Ottow bij de voormalige Rechtenfaculteit aan de Hugo de Grootstraat: ‘Alles ziet er ook binnen nog precies zo uit als vroeger!’

ingepeperd. Aan zoveel directheid moest ik met mijn Belgische omgangsvormen wel even wennen.’ Verslingerd als ze was aan het buitenleven, met name op het water, sloot ze zich aan bij studentenzeilvereniging De Blauwe Schuit. En nog steeds zwerft ze graag rond in de natuur, als sportieve fietser, als wandelaar op het strand of in de weer met de planten en bomen in haar tuin. ‘Het lot van de natuur trek ik me erg aan, ik maak me grote zorgen over de plasticvervuiling en afnemende biodiversiteit. Deze zomer ben ik van plan in de kano te stappen om met de Leidse Plastic Spotters mijn handen uit de mouwen te steken.’ Haarlemse familie van Afghaanse afkomst met school en nog wat anderen met hun financiële huishouding. ‘Als ik kijk naar de mogelijkheden die onze zoon heeft gehad om zich te ontplooien – hij rondde de Herman Brood Academie af en runt nu een eigen muziekstudio – dan gun je de kinderen met ouders die minder goed de weg kennen ook een toekomst die bij hun talenten aansluit.’ Zo blijft ongelijkheid van kansen haar aanzetten tot actie. ‘Ook in mijn werk. De laatste jaren zette ik me bijvoorbeeld in als voorzitter van de Taskforce Diversiteit van de Universiteit Utrecht.’ De Hollandse directheid maakte ze zich noodgedwongen eigen bij de advocatenkantoren waar ze na haar studie aan de slag ging. ‘Ik kreeg tegen vijf uur ’s middags soms dikke dossiers op mijn bureau met de nacht om ze uit m’n hoofd te leren, zodat ik de volgende dag een onderbouwd advies kon geven. Nog steeds kan ik naar die modus schakelen, niet van harte, maar als het nodig is...’ Empathisch en zakelijk dus? ‘Ik hou van zorgvuldige afwegingen en zorg voor transparante processen. Ik begin de mores in Leiden beter te kennen, en heb oog voor goede verstandhoudingen. Maar ik ben niet bang voor beslissingen.’ Daarbij heeft ze een goeie aan haar twee medebestuursleden. ‘Als ik weleens ongeduldig ben, raden Hester (Bijl, rector magnificus, red.) en Martijn (Ridderbos, vicevoorzitter, red.) me aan even op mijn handen te zitten. Dat vind ik het mooie aan teamwerk.’

‘Aan zoveel directheid moest ik met mijn Belgische omgangsvormen wel even wennen’

Als je Ottow vraagt waarvoor haar hart verder klopt, dan schieten meteen mensen voor de geest die hun leven niet goed op de rails krijgen. Haar hele leven al: ‘In mijn studententijd werkte ik in de Leidse Rechtswinkel aan de Breestraat, waar Leidenaren hun hele hebben en houwen bij me neerlegden, zelfs letterlijk toen een vrouw eens twee volle boodschappentassen op mijn bureau omkeerde.’ Ze steekt nog steeds de helpende hand toe, ondersteunt een

NR. 2  2021 ALUMNIMAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

Leidraad

19

De bestuursvoorzitter kan desgevraagd niet precies benoemen waarin de uniciteit van vrouwelijk leiderschap schuilt, vindt dat ook niet zo relevant. Ze is ook niet bewust bezig met het feit dat ze de eerste vrouwelijke bestuursvoorzitter is. ‘Voor mij is een evenredige diversiteit in besturen vanzelfsprekend. Hier zou meer oog voor moeten zijn. Ik hecht aan samen en zorgvuldig beslissen, waarbij je elkaar als toetssteen gebruikt. Als je elkaar vertrouwt en open bent – en dat is bij ons het geval – dan kom je efficiënt tot goede overwegingen en besluiten, die persoonlijke voorkeuren en de waan van de dag overstijgen.’

Grote vraagstukken En dat is nodig. In een tijd dat de universiteit nadrukkelijk een rol wil spelen bij de aanpak van grote maatschappelijke vraagstukken, met forse financiële uitdagingen te maken krijgt, en over elkaar heen buitelende technologische ontwikkelingen op haar pad treft, vindt Ottow het begrijpelijk dat de rol van rector magnificus en die van bestuursvoorzitter in het nieuwe bestuur door twee verschillende mensen worden ingevuld. Ze richt zich daarbij met name op de strategische vraagstukken, op externe betrekkingen en op alliantievorming. ‘Ik heb altijd gedacht: als de functie van bestuursvoorzitter in Leiden vrijkomt, ben ik de eerste die solliciteert. Met deze strategische invulling komt alles wat ik heb geleerd samen in deze baan, geweldig.’ mentorschap, de wereldwijde alumnicontacten en goedbezochte Cleveringalezingen. En als er een oproep komt om bijvoorbeeld het Zweetkamertje te redden of coronaonderzoek te steunen, dan dragen alumni ruimhartig bij. ‘Ik kijk er echt naar uit om veel alumni te ontmoeten.’ Datzelfde geldt voor de studenten die in coronatijd onder schrale omstandigheden hun studerend bestaan leiden. ‘Hoe zwaar moet het zijn om als eerstejaars vooral bij je ouders thuis, of op je kamer gevangen te zitten? Niet in staat je vriendenkring op te bouwen, te feesten, en samen met je studiegenoten tot verdieping te komen. En echt, onze docenten hebben fantastisch werk verricht; van de ene op de andere dag schakelden ze om naar online doceren. Na zo’n college ben je veel vermoeider dan in de collegezaal; dat geldt voor studenten en docenten. Als je dan ziet dat de studieresultaten gemiddeld op peil blijven, dan past alleen diep respect. En wat een energie zal er gaan stromen als de deuren weer open mogen.’

‘Als alumna koester ik dat bijna onuitlegbare Leiden-gevoel’

Of ze die euforie in haar dagelijkse werk voelt? ‘Jazeker, tijdens een wandeling met burgemeester Henri Lenferink in het mooie Singelpark hebben we gepraat over de inspirerende verwevenheid van universiteit en stad, en de kansen die er liggen. Denk aan onze plannen voor European City of Science in 2022, maar ook aan het giving in return principe. Bijvoorbeeld door wetenschappelijke projecten in samenwerking met burgers op te zetten, citizen science dus. Daar kunnen alle faculteiten aan meedoen en dat reikt verder dan het koude en bestuurlijke woord “valorisatie”. Het gaat erover dat je onderzoek ten goede wilt laten komen aan je directe omgeving – aan de maatschappij die jou uiteindelijk bekostigt – op weg naar een betere wereld.’ Ook de samenwerking met TU Delft en Erasmus Universiteit ligt haar na aan het hart. ‘Samen vormen we zo’n ongelooflijk complete en krachtige academische gemeenschap, die haar belangrijke rol in de wereld steeds beter zal kunnen pakken.’ Ook het alumnibeleid valt onder haar hoede. ‘Als alumna koester ik dat bijna onuitlegbare Leidengevoel. De Universiteit Leiden heeft een uitzonderlijk hechte band met haar alumni.’ Ze somt op: het goed draaiende

Annetje krijgt haar bul uit handen van professor Hein Schermers.

Biografie

1965 Geboren in Brasschaat, 1983-1988 Studie Rechten in Leiden 1988-1990 LLM aan het Queen Mary College, Londen 1990-2006 Advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek en Houthoff Buruma 2006 Promotie op Toezicht in de Telecomsector, UvA 2006-2013 Lid OPTA

Universiteit Utrecht:

Vanaf 2007 Hoogleraar Economisch Publieksrecht 2014 -2020 Decaan faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie 2018-2020 Vicevoorzitter College van Bestuur

Universiteit Leiden:

2021 Voorzitter College van Bestuur Annetje Ottow woont in Heemstede, is getrouwd en heeft een zoon van 21 jaar

This article is from: