UWCSEA Curriculumgids
Eerstetaalcursus Nederlands, Frans, Duits, Japans, Koreaans
Trajecten en doel
De eerstetaalcursus van het UWCSEA biedt moedertaalsprekers of bijna-moedertaalsprekers de mogelijkheid om hun taalvaardigheden te verbeteren en zich te verdiepen in de cultuur. Leerlingen volgen deze cursus ter voorbereiding op een A-taalcursus in deze taal op IBdiplomaniveau en/of om terug te keren naar een middelbare school waar de eerste taal als medium geldt.
Leerlingen die een andere A-taal dan Engels in hun IBdiplomaprogramma opnemen, krijgen een tweetalig diploma, ongeacht op welk taalniveau zij Engels volgen: sommige leerlingen studeren Engels A naast hun 'eigen' taal A; anderen studeren Engels B; en sommigen studeren helemaal geen Engels wanneer ze kiezen voor een tweede andere taal op welk niveau dan ook.
Het belang van de eerste taal voor UWCSEA-leerlingen
Respect voor diversiteit is de kern van de UWC-missie. Taalkundige diversiteit is een belangrijk onderdeel van diversiteit. Twee-/meertaligheid brengt cognitieve, linguïstische, sociaal-culturele en emotionele voordelen met zich mee. Engels mag dan de lingua franca van onze gemeenschap zijn en we zijn een internationale Engelstalige school, maar we hebben een zeer gevarieerd taalprofiel en we zetten ons in voor de ondersteuning van twee-/ meertaligheid.
We weten hoe belangrijk het is dat leerlingen een sterke eerste taal hebben om te leren en zich goed te voelen, dus we hebben een ethos dat alle leerlingen in hun eerste taal aanspreekt en waar mogelijk maken we gebruik van de kennis van hun eerste taal. De voordelen van de ontwikkeling van een eerste taal voor een student verschillen van die van de verwerving van een vreemde taal.
Inhoud van de cursus
De cursusinhoud is georganiseerd in 6 gemeenschappelijke eenheden. De basiseenheden zijn gebaseerd op vaardigheden, geïntegreerd in de kerneenheden en onderwezen over de twee jaar van de cursus. De kernactiviteiten zijn georganiseerd rond een thematische inhoud. Alle studenten in de eerstetaalcursus behandelen dezelfde conceptuele begrippen en vaardigheden, maar in de context van hun eigen eerste taal. De leerresultaten zijn expliciet ontworpen om de vooruitgang in de richting van de UWCSEA Mission Competencies te ondersteunen.
Basiseenheden
1. Taalvaardigheid
2. Literaire competentie
Kerneenheden
3. Identiteit en taal
4. Cultuur en contexten
5. Duurzaamheid en milieukwesties
6. Global Citizenship
Taalvaardigheid– Deze eenheid behandelt de belangrijkste aspecten van taal, waaronder fonetiek, fonologie, morfologie, syntaxis, semantiek en pragmatiek. De nadruk ligt hier op de fundamentele bouwstenen van taal en hoe deze specifieke eerste taal werkt. Dit onderdeel omvat woordenschat, grammatica, de vorming van woorden en zinsbouw, en stilistische aspecten zoals register, idioom en retoriek. Deze unit bevat ook een element van vergelijkende linguïstiek, omdat de leerlingen de kans krijgen te onderzoeken hoe hun taal zich verhoudt tot die van anderen. Dit onderdeel draagt zowel bij aan de missiecompetentie Essentiële Geletterdheid als aan Interpersoonlijk en Intercultureel Begrip.
Literaire competentie– Deze unit richt zich op het vergelijken, analyseren, interpreteren en evalueren van literaire werken en geschriften. Studenten ontwikkelen hun literaire competentie door de verkenning van verschillende genres waaronder poëzie, romans, korte verhalen, verhalende en non-fictieve vormen waaronder essays en columns. Door verschillende werken en literaire stromingen te bestuderen, krijgen studenten inzicht in de reikwijdte en evolutie van het schrijven in hun eerste taal. Literaire kritiek is in wezen een mening, ondersteund door bewijs, met betrekking tot thema, stijl, setting of historische of politieke context, dus studenten zullen hun persoonlijke reacties op wat ze lezen onderzoeken en hun schrijfvaardigheid als ze een verscheidenheid aan stijlmiddelen tegenkomen die andere auteurs gebruiken. Deze unit is dus een cruciaal element in de ontwikkeling van de missiecompetentie Essentiële Geletterdheid
Identiteit en taal– In deze unit onderzoeken leerlingen de relatie tussen taal en identiteit. De focus varieert van een persoonlijke verkenning van wat hun eigen linguïstische identiteit voor hen betekent, tot een breder begrip van de impact die maatschappelijke factoren kunnen hebben op wie we zijn. Leerlingen bekijken aspecten zoals stijl en vertelstem, de notie van artistieke expressie via taal en hoe deze verband houdt met persoonlijk welzijn en agency. Een bijzondere focus ligt op de overgang van jeugd naar volwassenheid, en hoe karakter en persoonlijkheid vorm geven aan hoe we communiceren in onze eerste taal. Kwesties zoals seksisme in taal, de ervaring van migranten en taaldiscriminatie en hoe deze individuen beïnvloeden komen aan bod. Dit onderdeel draagt bij aan de missiecompetentie Interpersoonlijk en Intercultureel Begrip en Zelf- en gemeenschapswelzijn
Cultuur en contexten –In deze unit onderzoeken de studenten de relatie tussen taal en cultuur, waarbij ze leren waarderen hoe de context waarin de taal wordt gebruikt, met inbegrip van de geografische, historische, culturele en politieke aspecten, de betekenis ervan beïnvloedt. De context waarin werken worden geschreven, maar ook wanneer ze worden gelezen en hoe deze de manier beïnvloedt waarop ze worden ontvangen, wordt onderzocht, samen met hoe onze eigen context vorm geeft aan de manier waarop we taal interpreteren. Ook de rol van aspecten als ideologie, kolonisatie en politiek in het vormgeven van groepservaringen wordt onderzocht. Deze module draagt bij aan de missiecompetentie Interpersoonlijk en Intercultureel Begrip.
Duurzaamheid en milieukwesties– Deze unit geeft studenten de woordenschat en de analytische instrumenten om hedendaagse milieukwesties te onderzoeken en te bespreken. Door een reeks milieukwesties te onderzoeken, krijgen de leerlingen de kans om het concept duurzaamheid in hun eerste taal te verkennen. Het doel is hen toe te rusten om op een zinvolle en contextueel geschikte manier een gesprek over deze kwesties aan te gaan. Daarom zullen ze perspectieven op duurzaamheid en het oplossen van milieuproblemen in hun thuisland onderzoeken en levensstijlen, milieuactivisme en politieke benaderingen vergelijken. Naarmate hun Cognitive Academic Language Proficiency (CALP) verbetert, zullen ze beter in staat zijn om over deze onderwerpen te leren in vakken als aardrijkskunde en natuurwetenschappen. Dit onderdeel biedt de mogelijkheid om te zien hoe de kunsten mensen kunnen helpen zich bezig te houden met milieukwesties (Artivisme), met een studie van perspectieven op en ervaringen met klimaatverandering via poëzie, drama, film en zang. De leerlingen worden aangemoedigd om kritisch te kijken naar de manier waarop dominante paradigma's/wereldbeelden onze relatie met het milieu hebben beïnvloed, en in het bijzonder naar het contrast tussen inheemse levensstijlen en die van de dominante cultuur. Leerlingen krijgen de kans om hun eerste taal te gebruiken als een instrument voor projecten op school die met duurzaamheid te maken hebben. Deze unit draagt bij aan de missiecompetentie Duurzame Ontwikkeling.
Global Citizenship– In deze unit verdiepen de leerlingen zich in de actualiteit om de rol van taal te waarderen in de ontwikkeling van (hun) Global Citizenship. Door verschillende hedendaagse, controversiële en missiegerelateerde mondiale kwesties te bestuderen, op gebieden als ethiek, technologie, media en mensenrechten, krijgen de leerlingen een dieper inzicht in de complexiteit en onderlinge verbondenheid van onze wereld en het belang van taal- en communicatievaardigheden om bij te dragen aan positieve verandering (bijvoorbeeld via sociale en massamedia). Naarmate ze digitale en informatievaardigheden ontwikkelen en een besef krijgen van het belang van het beoogde publiek en de vorm van de boodschap, krijgen ze de kans om hun eerste taal te gebruiken om mee te pleiten, te discussiëren en te debatteren. Deze unit draagt bij aan de missiecompetentie Vredesbemiddeling
Ontwikkelde vaardigheden
In de loop van de cursus zullen de leerlingen een aantal essentiële taal- en letterkundige vaardigheden ontwikkelen: Spreken– Leerlingen worden actief betrokken bij activiteiten in de klas en worden geacht deel te nemen aan discussies, debatten, interviews en presentaties op basis van de in de klas bestudeerde eenheden.
Luisteren– Actieve en receptieve taalvaardigheden worden geïntegreerd ontwikkeld. De leerlingen leren de verscheidenheid aan talen te waarderen. De persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen en hun begrip van zichzelf en anderen worden bevorderd.
Lezen– De leerlingen worden aangemoedigd om veel te lezen, zowel voor hun eigen plezier als om een waardering te ontwikkelen van de manier waarop schrijvers hun effecten bereiken. Literaire teksten worden bestudeerd om leerlingen kennis te laten maken met literaire thema's en hedendaagse vraagstukken. De gekozen boeken zijn zorgvuldig geselecteerd om kritische reflectie, klassikale discussie en debat te bevorderen. Literaire analyse-instrumenten worden geïntroduceerd en leerlingen begrijpen en reageren op de juiste manier op wat ze lezen.
Schrijven– De leerlingen communiceren nauwkeurig, gepast en doeltreffend in verschillende vormen van schrijven, zoals literair commentaar, analyse van personages en plot, fantasierijk en persoonlijk schrijven; feitelijk, argumentatief en persuasief schrijven. De leerlingen leren het belang van plannen, opstellen en herschrijven als onderdeel van het schrijfproces. De leerlingen leren een brede woordenschat te gebruiken, correcte grammatica, spelling en interpunctie te gebruiken, een persoonlijke stijl te ontwikkelen en zich bewust te zijn van het publiek dat ze aanspreken.
Taalbegrip– De leerlingen zullen vaardigheden ontwikkelen in interpretatie, analyse en evaluatie, met inbegrip van kritisch denken.
Beoordeling
Interne beoordeling
De resultaten worden beoordeeld aan de hand van de UWCSEA-schaal van 7-1.
Leerbenaderingen worden beoordeeld aan de hand van de door het UWCSEA gehanteerde ATLs (approaches to learning: Zelfmanagement, Communicatie en Samenwerking).
Beoordeling op de UWCSEA is holistisch en dus zullen de eindterm en de ATLs gebaseerd zijn op een reeks formatieve (doorlopende) en summatieve beoordelingsinstrumenten. De gemeenschappelijke summatieve beoordelingsinstrumenten worden gebruikt door alle talen in de eerste taalcursus om standaardisatie mogelijk te maken.
Meer informatie over de beoordelingsprincipes van het UWCSEA vindt u hier.
Type beoordeling Beoordelingsinstrumenten
Formatief
Gebaseerd op het professionele oordeel van de leraar
Summatief
Gebaseerd op gemeenschappelijke beoordelingen en rubrics, gestandaardiseerd voor alle eerste talen
Inclusief opdrachten in de klas, betrokkenheid van de student, werk thuis
Schriftelijk examen
2 x 1 uur
Sectie A– Begrijpend lezen
Sectie B–Keuze uit 1 opstel uit de 6 eenheden
Mondelinge presentatie
Gebaseerd op inhoud van eenheden. Verschilt per taal.
Sluitsteenproject
Onafhankelijk uitgebreid project met toepassing en overdracht van het geleerde
Externe beoordeling
Wanneer
Doorlopend
Einde van Grade 9
November van Grade 10
Januari–mei van Grade 10
Verschillende aanvullende externe beoordelingsinstrumenten kunnen in verschillende talen worden gebruikt
Taal Extern beoordelingsinstrument
Nederlands* Eén of twee leeftijdsgebonden online Diataal-toetsen, ter beoordeling van vaardigheden op het gebied van begrijpend lezen en Nederlandse woordenschat.
Japans
Niveau 3-4: Zinvaardigheidstest Japans
Niveau 3-5: Japanse Kanji-vaardigheidstest (Japan Kanji Proficiency Test Association)
Duits Duits wordt onderwezen in Grade 9 volgens het Zwitserse curriculum, dat verplicht is voor studenten die van de Zwitserse school komen of van plan zijn naar Zwitserland terug te keren. Aangezien Grade 9 de Swiss Stream afsluit, volgen de studenten de richtlijnen van het Zwitserse curriculum.
Wanneer
Afgelegd door alle leerlingen aan het einde van Grades 9 en 10
Optioneel na overleg met de leraar en drie keer per jaar afgenomen
Aan het einde van Grade 9 leggen de studenten een examen af dat gebaseerd is op de Zwitserse toelatingstest voor de middelbare school
* UWCSEA heeft een overeenkomst met de Nederlandse gemeenschap in Singapore om gezamenlijk een volledig gekwalificeerde leraar Nederlands in dienst te nemen. De docent geeft zowel binnen (Grades 9-12) als buiten (Grades 7-8) het normale lesrooster Nederlandse les aan moedertaalsprekers van het Nederlands. De leraar is een voltijds werknemer van UWCSEA Dover, maar de Nederlandse gemeenschap draagt bij in de totale kosten van zijn tewerkstelling.
Daarom brengt de Nederlandse gemeenschap extra kosten in rekening voor alle lessen Nederlands; de kosten zijn afhankelijk van het aantal leerlingen dat Nederlandse les volgt. Vraag naar meer informatie voordat u zich inschrijft. Er zijn geen extra kosten voor examens Nederlands in Grades 9 of 10.
For more information, please contact Admissions admissions@uwcsea.edu.sg | +65 6774 2653