UZ-magazine december 2008

Page 1

! is e at me Gr m e Ne

UZ

UZ-MAGAZINE is bestemd voor patiënten en bezoekers van UZ Leuven • campus Gasthuisberg • campus Lubbeek • campus Pellenberg • campus Sint-Pieter • campus Sint-Rafaël

MAGAZINE

Verantwoordelijke Uitgever: Suzy Van Hoof, Herestraat 49, 3000 Leuven

Verschijnt driemaandelijks, jg 24 - nr 43 - september december 2008 2008 Afgiftekantoor Aalst 1 - P509066

Gevaren van het winterweer

LUMOS: ontwikkelingssamenwerking van UZ Leuven Verpleegkundigen over hun beroep

Jan van Rompaey in het Dorp in de Stad


î ˆî ˆî ˆî ˆî ˆ

5W RUG EN WEL ZIJN ONZE ZORG

serviceresidentie

Onbezorgd wonen en genieten 62!!' 62)*" ,)*6% .$ /.: % '2!4 )3

• Luxueuze appartementen in parktuin van 2ha

"2/# (52 %

äxäxä{

• Rustige ligging op 5 km van centrum Leuven • Ruim dienstenaanbod volgens eigen wensen Restaurant, cafetaria, kapsalon, wassalon, boodschappendienst, privÊ-taxidienst, poetsdienst, huishoudelijke hulp, medische en persoonlijke verzorging • Veiligheid: alarmsysteem, 24/24 permanentie • Privacy en vrijheid • Gezelschap en animatie • Mogelijkheid tot huren of kopen

%EN RAAKVLAK TUSSEN ERGONOMIE EN ECOLOGIE .IRWANA BIEDT SINDS KWALITEITSPRODUCTEN ROND GEZOND LIGGEN ZITTEN EN GAAN %EN UITGEBREID GAMMA ERGONOMISCHE SLAAPSYSTEMEN RELAX ZETELS STOELEN EN TAFELS VOOR KANTOOR EN THUIS INCLUSIEF KINDER MEUBILAIR ZITBALLEN BABYPRODUCTEN EN SCHOENEN :ORGVULDIG GESELECTEERDE MERKEN VOOR UW RUG EN UW WEL ZIJN AANGEBODEN IN EEN ONTSPANNEN SFEER IN ONZE SHOW ROOM 7INKELEN BIJ .IRWANA EEN OPENBARING VOOR UW RUG /PEN VAN DINSDAG T E M ZATERDAG VAN U TOT U /.!&(!.+%,)*+ !$6)%3 6!. /.:% +).%3)34%. ) $)%.34 .! 6%2+//0

Vrijblijvend inlichtingen: Mvr. Van Lommen

Service-residentie Ter Korbeke Oudebaan 106 - 3360 Korbeek-Lo Tel.: 016/46 39 25 www.terkorbeke.be

WWW NIRWANA BE ) $E "RUYNLAAN ) !NTWERPEN 7ILRIJK )


inhoud

UZ Leuven

6 10 16

6 KanActief: bewegen na kanker KanActief is een revalidatieprogramma binnen het Leuvens kankerinstituut voor patiënten die behandeld werden voor borstkanker of patiënten die een stamceltransplantatie ondergingen. Bewegen moet, ook na de behandeling. 10 De gevaren van de winter Winter betekent vaak sneeuwen ijspret. Maar die pret kan ook omslaan in verdriet. Een ski-ongeval of een ‘banale’ val op een beijzelde oppervlakte betekenen soms botbreuken en een bezoek aan de spoedgevallendienst.

UZ MAGAZINE Jaargang 24, nummer 4 (december 2008) Kwartaalblad voor patiënten, familie en bezoekers van UZ Leuven, campus Gasthuisberg, Lubbeek, Pellenberg, Sint-Pieter en Sint-Rafaël.

20 24

12 Verpleegkundigen over hun ‘roeping’ Waarom kiezen jonge mensen voor een carrière in verpleegkunde? Hoe ervaren ze na hun opleiding de praktijk? Vragen die zeker jongeren zich stellen als ze in het laatste jaar van het middelbaar zitten en een beroeps- of studiekeuze moeten maken. Enkele verpleegkundigen kort geportretteerd. 16 LUMOS: UZ Leuven doet aan ontwikkelingssamenwerking LUMOS staat voor ‘Leuvense Universitaire Medische Ontwikkelingssamenwerking en Solidariteit’, maar ook voor ‘licht’. Ontwikkelingssamenwerking staat in de opdrachtsverklaring van UZ Leuven. Vrijwilligers brengen zo verlichting in Kisantu, Congo.

20 Babyvriendelijk ziekenhuis UZ Leuven mag zich een babyvriendelijk ziekenhuis noemen. Katrien Theetaert, hoofdvroedvrouw van de kraamafdeling, over het kwaliteitslabel ‘Babyvriendelijk ziekenhuis’. 24 Je bent jong en je zit in het ziekenhuis In een ziekenhuis komt jong en oud, als bezoeker of als patiënt. Jan van Rompaey ging deze keer praten met jongeren - tieners - en hun ouders. Zijn relaas uit het Dorp in de Stad. vaste rubrieken   4 Journaal: Berichten over en uit UZ Leuven 5 Woordje van de pastor 22 Column van Kris Gelaude 30 Fun-page - voor de jonge UZ-magazine-lezers

redactieadviesraad: Jan Etienne, Katja Genné, Ludo Govaerts, prof. dr. Marie-Christine Herregods, prof. dr. Peter Reynders, Suzy Van Hoof, Ad Van Poppel, Clara Vanuytven, Jan Verhaeghe en prof. dr. Raymond Verhaeghe hoofdredactie: Suzy Van Hoof redactieadres: UZ Leuven, dienst communicatie, Herestraat 49, 3000 Leuven, tel. 016 34 49 55, uzmagazine@uzleuven.be reclameregie: B-Net, Bie Van Cleuvenbergen, voor DECOM, Stationsstraat 108, 2800 Mechelen tel. 016 63 20 65 – e-mail: bie@decom.be, bie@b-net.be Aan dit nummer werkten mee: Clara Vanuytven, Jan van Rompaey, Ad van Poppel e.a. foto’s: Jan Locus, Geert De Keyser e.a. productie: DECOM NV, Stationsstraat 108, 2800 Mechelen, tel. 015 65 28 52 vormgeving: Dirk Declerck, DECOM projectopvolging: Sabine Rosseel, DECOM verantwoordelijke uitgever: Suzy Van Hoof, Herestraat 49, 3000 Leuven copyright: overname van artikels of gedeelten daarvan wordt toegestaan na overleg met de redactie en met vermelding van de bron

UZ-magazine - december 2008


uz journaal

Nieuws uit de gezondheidssector

Finalisten Junior Eurosong 2008 bij mUZtival Leuven 2008 De tweede editie van mUZtival kende op 15 november met alle finalisten van Junior Eurosong 2008 een spetterend slot. Coverband Betty en de Benny’s verzorgde een optreden vol vrolijke meezingers en echte rockmuziek. In de voormiddag konden de gehospitaliseerde en chronisch zieke kinderen deelnemen aan een workshop, in de namiddag stonden de optredens op het programma. mUZtival Leuven is een initiatief van de commissie cultuur kinderziekenhuis UZ Leuven (www.uzleuven.be/cck). Onder het motto ‘kinderen genezen is ook een beetje kunst’, wil de commissie de creatieve expressie van zieke kinderen stimuleren, onder andere door in het kinderziekenhuis maandelijks interactieve evenementen met diverse kunstenaars en artiesten te organiseren.

Bellen in het ziekenhuis Mobiel bellen mag in alle campussen van UZ Leuven. Maar... er zijn uitzonderingen op plaatsen waar de gsmstoringen kan veroorzaken aan de delicate medische apparatuur. Het gaat dan vooral om intensieve diensten en operatiekwartieren. Op die plaatsen moet de gsm volledig uitgeschakeld worden. Een toestel in stand-by kan immers ook nog storingen geven. In de volgende plaatsen is bellen met een gsm niet toegestaan: Campus Gasthuisberg hartkatheterisatie kind, hartkatheterisatie volwassenen, functiemetingen klinische neurofysiologie (onderzoeksruimtes), consultatie en functiemetingen fysische geneeskunde (onderzoeksruimtes), bevallingskwartier, spoedgevallendienst, chirurgisch dagcentrum (operatiezalen), vasculair centrum, operatiekwartier 1, hemodialyse volwassenen, medium care, intensieve geneeskunde A, intensieve geneeskunde B, intensieve geneeskunde C, intensieve geneeskunde D, medisch intensieve geneeskunde, cardiale intensieve zorgen, postcardiale intensieve zorgen, neonatologie, neonatale zorg, centrum voor slaap- en epilepsiemonitoring, hemodialyse kinderen, radiologie-KST/ NMR. Campus Sint-Pieter operatiekwartier – oftalmologie

Kunst in het ziekenhuis Zoals gebruikelijk is de grote gang op de eerste verdieping van campus Gasthuisberg de expositieruimte van ‘Kunst in het ziekenhuis’. Van 15 december 2008 tot 6 februari 2009 stellen Paul Vanhee en Jeannine Dehoucke er ten toon. Vanhees werk wordt getypeerd door een fascinatie voor brutale strepen en kleuren. Zijn kunstwerken worden betiteld als ‘onvoltooide symfonieën’ die uitdrukken wat hij niet wil of kan vertellen. Jeannine Dehoucke tekent en schildert op een confronterende manier wat op het gelaat van mensen te zien, of net niet te zien is. Wie interesse heeft voor een van de kunstwerken kan aan het onthaal van campus Gasthuisberg meer inlichtingen vragen.

UZ Leuven campus Pellenberg bij de wereldtop UZ Leuven campus Pellenberg is door het ISOC (International Society for Orthopaedic Clinics) opgenomen in de lijst van beste orthopedische instellingen ter wereld. Het ISOC maakt deze selectie om de drie jaar, op basis van verschillende kwaliteitsparameters op vlak van innovatie, dienstverlening, onderwijs en onderzoek. Het is de eerste keer dat campus Pellenberg in deze bekende lijst wordt opgenomen. Campus Pellenberg scoorde bij de evaluatie vooral goed op het vlak van klinische en operatieve zorg en researchoutput. Verder is UZ Leuven (K.U.Leuven) een van de grootste opleidingscentra voor orthopedische chirurgen in Europa. Ook het sterk uitgebouwde revalidatiecentrum en de gespecialiseerde radiologische ondersteuning worden geloofd in het ISOCrapport. Het ziekenhuis heeft ook verschillende chirurgische innovaties op zijn naam staan die internationaal gemeengoed zijn geworden, bijvoorbeeld op het vlak van heup- en knieprothese, sportspecifieke chirurgie, laser- en gerobotiseerde chirurgie, kraakbeentransplantaties, ganganalyse en kinderorthopedie. Het ISOC is een onafhankelijk internationaal orgaan dat als voornaamste doelstelling heeft de kwaliteit van de orthopedische zorgverlening en chirurgie wereldwijd te verbeteren. UZ-magazine - december 2008

Campus Pellenberg operatiekwartier, LAC applicatiezaal, medium care Campus Lubbeek operatiekwartier

UZ Leuven in de ban van de ‘Week van de Smaak’ Ook dit jaar was UZ Leuven in de ban van de Week van de Smaak, een initiatief van de Vlaamse overheid met als doel zoveel mogelijk mensen kennis laten maken met ‘smaak’ en hen laten genieten van eten, drinken, gastronomie. UZ Leuven haakte daar op in van 17 tot 21 november met speciale menu’s van streekgerechten en Franse lekkernijen, zowel voor de patiënten als de bezoekers en medewerkers. De facilitaire dienst zette in de Week van de Smaak de versheid van de producten, de kwaliteit van de voeding en het vakmanschap van de facilitaire dienst, afdeling voeding, in de kijker. De koks van UZ Leuven vertrekken heel het jaar door van dagverse basisgrondstoffen en werken bij een gerecht zonder enige vorm van additieven, kleurstoffen en smaakversterkers.


pastor Midden in de winternacht

T

Triiing! De telefoon rukt me uit mijn slaap. Het toestel licht op in het donker. Licht schijnt in de duisternis, denk ik. Is het middenin de duisternis dat een noodkreet het meest zichtbaar is? Ik grabbel naar het toestel: “Hallo, met de pastor van wacht.” Een verpleegkundige vraagt of ik snel naar de eenheid wil komen. Ik rep me naar de verpleegwacht. Een nachtverpleegkundige legt uit. André ligt hier al enkele dagen hier. Zijn familie is altijd blijven hopen ook al was hij al lang ziek. Zijn vrouw is overleden. Een zoon en een dochter zijn nu in de kamer. De dochter zegt dat ze het nu niet aankan om een gebed te horen, maar voor de zoon is het wel heel belangrijk dat er nog iets gebeurt. De arts is opgeroepen om het overlijden vast te stellen. “Eigenlijk”, vertrouwt de verpleegkundige me toe, “had hij al lang gestorven kunnen zijn. En nu, nu niemand het verwacht, is hij plots gegaan…” Ze is vriendelijk. Als ik naar haar luister, krijg ik nog meer bewondering voor het werk van nachtverpleegkundigen. Dan fluistert ze me toe: “Hij geloofde. Hij zei dat hij naar de dood verlangde, omdat zijn leven sinds hij ziek was zo donker leek. ‘De dood’, zo zei hij, ‘is als opgenomen worden in Gods Licht’.” Op de gang gaat een bel. “Ze roepen me”, zegt ze. “Kun je nu hij overleden is, toch nog een gebed bij hem doen?” Ik stap de kamer binnen. Het is halfduister. De zoon staat bij het hoofdeinde, de dochter bij het raam. Als ik me voorstel vraagt ze meteen: “Waarom heeft God hem niet in leven gehouden? Mijn vriend en ik keken zo uit naar onze huwelijksdag over drie maanden en hoopten echt dat hij daar nog bij zou kunnen zijn. En nu…” Ze slaat met haar hand op de vensterbank. Ik begrijp haar wanhoop. Is God voor haar een almachtige die willekeurig wikt en beschikt? Kan God van buiten in een mensenleven ingrijpen en doet Hij dat op zo’n wijze dat het mensen ongelukkig maakt? Hoe kan ik haar mengeling van verdriet en boosheid wat verlichten? Ik haal diep adem. “Ik weet het niet”, zeg ik haar. “Al wat God kan, is liefde. En die liefde houdt ons verbonden, ook met wie van ons is heengegaan.” Ze zegt: “Hij was een liefdevolle vader voor ons.” De zoon knikt. De dochter vertrouwt me toe dat de pastoor met wie ze haar huwelijk voorbereidt ook over liefde had gesproken. Dan vouwen ze hun handen. Het wordt stil in de kamer. Ik bid. Na het gebed laat ik dochter en zoon nog even bij hun vader om afscheid te nemen. Ik stap de gang op en bots op de arts. “U hebt daar mooi gebeden”, zegt hij. “Over met elkaar verbonden blijven tot over de grens van de dood heen. Maar ik twijfel toch of er leven is na de dood. Wetenschappers zeggen dat de hemel niet bestaat. Wat betekent het dat God een overledene opneemt in Zijn licht?”, vraagt hij. Het idee van Jezus’ verrijzenis flitst door mijn hoofd. Hoe zat dat met Jezus? Eerst gestorven op

WOORDJE VAN DE PASTOR

Staf Peeters het kruis en na drie dagen verrezen en opgestaan uit de dood. Gebeurde dat toen ook in het holst van de nacht? Is het in de donkerste momenten dat het licht en het leven het meeste kans krijgen? Komt dan Gods reddende hand mensen tegemoet? Het duizelt mij bij zoveel vragen op dit nachtelijke uur. “Ik weet het niet”, zeg ik eerlijk. “Al wat ik kan doen, is hopen dat de dood niet het laatste woord heeft.” De arts knikt: “We zullen het nooit zeker weten. Misschien is het maar goed dat op de moeilijkste momenten geloven het kan overnemen van wetenschap.” En hij stapt de kamer binnen. “Mooi”, denk ik, “dat deze arts de grenzen van wetenschap kan aanvaarden en ook een plaats weet te geven aan het geloof in licht, in liefde, in een kracht, in verbondenheid...” Iemand tikt op mijn schouder. In het halfduister van de gang staat plots een figuur in een lang kleed die zich overeind lijkt te houden aan een ijzeren staf. “Is dat een engel?”, denk ik. De figuur glimlacht. Ik ruik een zweem van parfum. Hebben engelen een geur? Een zachte stem zegt: “Niet schrikken.” Zei Jezus dat ook niet: “Vrees niet”? Ik hap naar adem maar voor ik iets kan zeggen, vraagt de figuur in het lange kleed: “Kunt u me de weg naar de uitgang wijzen? Ik ben verdwaald en zou een sigaretje willen roken.” De engel blijkt een patiënte in nachtkleed en de staf is een infuusstaander. Ze duwt die voor zich uit. “Ik kan niet slapen. Thuis rook ik dan altijd een sigaret, maar hier mag dat niet op de kamer”, zegt ze. Ik knik. “Kom maar mee, dan toon ik u de rokerszone”. Onderweg vraagt ze: “Bent u nooit bang als u er in het holst van de nacht uit moet?” Ik vertrouw haar toe dat ik soms bang ben. Soms stap ik met loden schoenen naar een oproep. Toch zoek ik elke keer naar vertrouwen om van daaruit licht aan te reiken. Was het ook niet midden in de nacht dat een kind werd geboren? Klein en broos, zoals elk mensenkind, maar vol van vertrouwen. Een kind dat later werd genoemd ‘Licht van de wereld’. Zeker, het licht dat ik kan aanreiken is soms maar een klein lichtje vergeleken met het Licht dat Christus is. Maar zelfs een klein lichtje kan voldoende zijn om het uit te houden, om de volgende stap te zetten in het donker, om troost te vinden… We komen bij de uitgang. Als ik weer binnen stap, kijkt de nachtwaker me aan. “Zo laat op de been, pastor?”, vraagt hij. Ik vertel hem dat ik opgeroepen was bij een overlijden, op een arts en een engel ben gebotst en nu hoop mijn bed te kunnen opzoeken. “Toch een goede nacht”, zegt hij. Hij zal zijn bed pas bij het ochtendgloren induiken. Ook ’s nachts wordt hier volop gewerkt en ontmoeten mensen elkaar. De zorg van mensen voor mensen gaat dag en nacht door. w UZ Leuven telt negen pastors, van wie vier priesters en vijf leken. Staf Peeters is een van hen.

UZ-magazine - december 2008


KanActief is een revalidatieprogramma binnen het Leuvens kankerinstituut voor patiënten die behandeld werden voor borstkanker of patiënten die een stamceltransplantatie ondergingen. Die patiënten hebben integratie- en vermoeidheidsklachten. Ze neigen ernaar zich te isoleren of te blijven rusten. Echter: bewegen moet, ook na de behandeling. KanActief helpt daarbij. Revalidatie

Ad Van Poppel

KanActief: bewegen na kanker Een sportzaaltje op niveau -1 in campus Gasthuisberg. Er staan toestellen, er liggen blauwe matjes voor grondoefeningen en er zijn enorme ballen. Elders in de gang staan loopbanden en hometrainers. In een ziekenhuis verwacht je dat als buitenstaander niet meteen, maar het past in de revalidatie van diverse patiëntengroepen, ook van patiënten die een behandeling voor borstkanker hebben gehad of een stamceltransplantatie hebben ondergaan. UZ-magazine heeft in het zaaltje afgesproken met Lies Serrien, Barbara Verscheure, dr. Daan Dierickx en Sara Goossens. Lies Serrien en Barbara Verscheure zijn coördinatoren van het programma KanActief (Lies Serrien voor de borstkankerpatiënten, Barbara Verscheure voor de stamceltrans UZ-magazine - december 2008

plantatiepatiënten) en zijn ook verantwoordelijk voor de bewegingssessies binnen dat programma. Dr. Daan Dierickx is staflid hematologie voor het stamceltransplantatiegedeelte en Sara Goossens is de psychologe van dienst. KanActief staat voor ‘het kan actief na (borst-)kanker‘. Het programma voor transplantpatiënten wordt financieel gesteund door de Vlaamse Liga tegen Kanker (VLK), Sofhea (Sociaal Fonds voor Hematologische Aandoeningen) en het Leuvens kankerinstituut (LKI). De woorden ‘kanker’, ‘kunnen’ en ‘actief’ zijn erin vervat. Patiënten kunnen aan dat programma deelnemen na hun behandeling voor borstkanker en na een stamceltransplantatie. Het probleem is vaak dat na die behandeling de patiënten – zoals Lies Serrien zegt –

in een zwart gat vallen. Ze hoeven enkel nog terug te komen voor controles en voelen zich onzeker omdat de veilige zorgende ‘cocon’ van het ziekenhuis plots wegvalt.

Vermoeidheid De grootste klacht op dat moment is dan vermoeidheid. Er is sprake van fysische vermoeidheid en vermoeidheid uitgelokt door psychosociale omstandigheden. Tijdens de behandeling maakt vooral de chemotherapie de patiënten extra moe. Dr. Daan Dierickx: “Chemotherapie geeft de patiënten bloedarmoede en dat voelen ze ook als vermoeidheid. De patiënten die een stamceltransplantatie ondergaan, krijgen eerst een heel zware chemotherapie die het zieke beenmerg moet vernietigen.


De KanActief-groep (van links naar rechts): Sara Goossens, dr. Daan Dierikx, Barbara Verscheure en Lies Serrien moment niet de energie om rond te stappen.” De patiënten hebben op hun kamer ook de mogelijkheid om op een hometrainer te fietsen, maar vaak neemt de lust daartoe snel af.

Actief

Het is de voor het lichaam maximaal toelaatbare dosis en de chemo werkt ook op de rest van het lichaam.” Lies Serrien: “De vermoeidheid die ze tijdens de behandeling gehad hebben, voelen ze daarna nog. Ze geraken er niet goed vanaf en komen dan in een vicieuze cirkel. ‘De mensen’ zeggen dat ze moeten rusten, maar door te rusten wordt het gevoel ‘niets te kunnen’ nog groter. De vermoeidheid heeft ook psychosociale oorzaken: angst, depressie, slapeloosheid en verwerkingsproblemen. Door de verminderde activiteit raakt het lichaam gedeconditioneerd. Als je minder beweegt en meer rust, dan vraagt een fysieke inspanning steeds meer energie: de relatieve inspanning wordt groter. Je kunt je dagelijkse activiteiten niet meer zo gemakkelijk uitvoeren, laat staan zwaardere inspanningen zoals sporten.” Dr. Daan Dierickx wijst er op dat isolatie bij stamceltransplantatiepatiënten ook een belangrijke rol speelt in de inactiviteit. “Als je zwaar ziek bent, raak je automatisch ook meer geïsoleerd, zeker als je regelmatig opgenomen wordt”, zegt hij. “Je bent in het ziekenhuis en je hebt op dat

Het is dus zaak om de patiënten na hun behandeling uit die vicieuze cirkel te krijgen en ze aan te zetten om te bewegen, om weer actief te worden en zo hun levenskwaliteit te verbeteren. KanActief helpt hen daarbij. Drie jaar geleden is onder impuls van prof. dr. Marie-Rose Christiaens en Lies Serrien met het programma gestart voor borstkankerpatiënten. Dit jaar is er ook een specifiek programma bijgekomen voor degenen die een stamceltransplantatie hebben gehad. Op termijn is het de bedoeling om ook voor alle andere kankerpatiëntengroepen een dergelijk programma op te starten. KanActief na borstkanker richt zich tot borstkankerpatiënten die hun therapieën beëindigd hebben. Bij de getransplanteerden is de startdatum pas drie tot zes maanden na het einde van de behandeling. De reden

daarvoor is volgens dr. Daan Dierickx het vergrote risico op infecties bij die patiënten. “Hun weerstand is immers heel laag. Ze krijgen na de transplantatie medicatie om de weerstand te onderdrukken, omdat er anders afweerverschijnselen optreden. Dat maakt hen echter weer gevoeliger voor infectie. Bovendien zijn ze zo vermoeid en verzwakt dat ze niet meteen aan het revalidatieprogramma kunnen deelnemen. Daarom leggen we de grens op drie tot zes maanden. Ze moeten weer voldoende weerstand hebben om in groep te kunnen revalideren.” Sara Goossens, psychologe op de dienst hematologie, voegt er aan toe dat alle deelnemers eerst een arts moeten raadplegen, zodat ze veilig met het KanActief-programma mogen starten.

Engageren Het programma bestaat uit twee tot drie sessies per week gedurende tien tot twaalf weken. “Dat is nodig om het gewenste trainingsresultaat te bereiken” aldus Lies Serrien. “De patiënten moeten zich dus engageren voor dat programma en het op een degelijke manier kunnen volhouden. Anders heb je niet het gewenste trainingsresultaat.” Dat gaat zowel op voor de spierverster-

KanActief praktisch KanActief na borstkanker richt zich tot borstkankerpatiënten die hun therapieën beëindigd hebben. Bij KanActief na stamceltransplantatie gaat het om stamceltransplantatiepatiënten tussen 16 en 70 jaar. Bij patiënten ouder dan 70 jaar wordt er immers in principe geen stamceltransplantatie uitgevoerd. Alle deelnemers moeten zich in redelijke mate kunnen bewegen en aan het groepsprogramma kunnen deelnemen. Het is belangrijk om dat met de behandelende arts te bespreken. Bij de start van KanActief doen de deelnemers een fietsproef en gebeurt er een controle door de fysische revalidatiearts. Na twaalf weken ziet men op basis van evaluatievragenlijsten en een fietsproef dat de fysieke conditie is toegenomen, de vermoeidheid is afgenomen en de levenskwaliteit verbeterd is. Meer info: kanactiefnabk@uzleuven.be; kanactiefnasct@uzleuven.be.

www.haarwerken-dewit.be

Maatwerk en haartoevoegingen voor dames en heren l Specialisatie haarprotheses voor chemopatiënten l Ruim assortiment vanaf €150 l Derde generatie haarwerkenspecialist

Willy Dewit LEI 6 - 3000 LEUVEN Tel. 016 22 60 41

Véronique Dewit HUIS- & ZIEKENHUISBEZOEK Tel. 0476 45 50 83 - 016 47 07 83

H A A R W E R K E N

L

E

U

V

E

N

l

UZ-magazine - december 2008


Deelnemers aan het KanActief-programma in volle actie.

kende en lenigmakende oefeningen als voor de conditietraining (loopband en hometrainers). Per week wordt er vier uur geoefend. Worden ze competitief voor elkaar? “Misschien de mannen”, reageert Barbara Verscheure. De ervaring is wel dat sommige deelnemers meer gedreven zijn, maar niet ten opzichte van elkaar, veeleer ten opzichte van zichzelf. Dr. Daan Dierickx: “Ze zeggen bijvoorbeeld: ‘Ik heb vijf minuten langer kunnen fietsen dan vorige keer.’” Lies Serrien merkt dat er ook bewondering voor elkaar is. De begeleiders leggen er altijd de nadruk op dat ze niet te veel mogen vergelijken met anderen. Iedere deelnemer is anders. Barbara Verscheure: “We vertellen dat ze naar hun eigen lichaam moeten luisteren. Als we merken dat het niet meer gaat, zeggen we dat ze even moeten rusten en dat ze niet mogen vergelijken met de ander die wél doorgaat. Wij moeten daarin sturen en ze hun grenzen laten kennen.”

Contact Naast het sportieve behoren ook lezingen tot het aanbod naar de groepen. Dat de patiënten in groep trainen is belangrijk, weten de gesprekspartners. Lies Serrien: “Ze steunen en motiveren elkaar. Ze hebben sociaal contact – ‘lotgenotencontact’, al hoor ik dat woord niet graag – en vertellen elkaar hun verhalen. Zelfs mensen die in het begin zeggen dat zulk contact voor hen niet hoeft en dat ze

UZ-magazine - december 2008

enkel voor het sportieve komen, geven achteraf toe dat het hen deugd heeft gedaan het toch eens allemaal te kunnen vertellen.” Het programma heeft ook een psychologische dimensie. Sara

gebeurt in dezelfde groep als de bewegingssessies. We hebben er ook voor gekozen die lezingen niet open te stellen voor anderen, omdat we gemerkt hebben dat de deelnemers er op deze manier veel meer aan hebben en eveneens makkelijker hun persoonlijke ervaringen delen met de leden van de groep. Er is altijd ruimte voor vragen als er iemand komt spreken. De bedoeling is informatie geven, ‘handvaten’ geven. Bijvoorbeeld in verband met angst: wat is dat, wat is normaal, hoe kun je ermee omgaan?” Indien nodig is er ook individuele begeleiding mogelijk. Barbara Verscheure: “De combinatie van bewegingsessies en psychosociale lezingen is de sterkte van zo’n programma: het is dus veel ruimer dan louter het fysieke revalideren, het gaat om een volledige psychosociale herintegratie. Over het algemeen is er een heel positieve sfeer. Ze vertellen elkaar wel wat hun zorgen zijn, maar er wordt ook veel gelachen. Ze delen klachten met elkaar en bouwen zo ook weer iets

‘De combinatie van bewegingsessies en psychosociale lezingen is de sterkte van het KanActief-programma’ Goossens: “In de programma’s van borstkankerpatiënten en van getransplanteerden zijn er wekelijks psycho-educatieve sessies: lezingen door deskundigen waarbij we thema’s brengen waarvan we weten dat deelnemers daar soms in vastlopen en daar vragen over hebben. Dat

op. Achteraf gaan ze vaak nog iets drinken.” Sara Goossens stipt aan dat het geen therapeutische groepen mogen worden, waar elke deelnemer verplicht is om over zijn of haar ziekte te spreken. “Ze kiezen er zelf voor of en hoeveel ze iets met de anderen delen.” w

Onbegrip Vermoeidheid na kanker is relatief onbekend en onderschat. Die mensen voelen zich hierin dan ook vaak onbegrepen. KanActief is er voornamelijk op gericht om mensen te helpen bij het opnemen van hun dagelijkse activiteiten en om een actieve levensstijl aan te moedigen.

Wat na het revalidatieprogramma? Ex-deelnemers van het borstkankerprogramma hebben zich verenigd in een vzw KanActiefPlus en op die manier is een vervolgprogramma verzekerd. Lies Serrien, coördinator KanActief voor de borstkankerpatiënten: “Toen die mensen aan het einde van het programma waren, was de vraag: wat nu? Ze wilden verder blijven sporten. Dat is geëvolueerd naar de vzw KanActiefPlus.” Meer info: www.kanactiefplus.be of gsm 0474 61 82 78.


Rug-, nek- of schouderklachten? Spierpijn, spataders, oedeem, ...? GOED ZITTEN EN SLAPEN KAN WONDEREN DOEN! Voelt u zich ’s nachts of ’s morgens minder fit of heeft u meer pijn dan ’s avonds? Duurt het ’s morgens enige tijd voor u zich ontspannen en fit voelt? De oorzaak ligt dan niet bij u, uw leeftijd of een eventueel medisch probleem maar aan uw bed (hoofdkussen, matras en/of bedbodem). Heb je toch slaapproblemen omwille van een medisch probleem? Ook dan kan u wellicht zeer goed geholpen worden.

MATRASSEN 1 WEEK OP PROEF 30 tot 100% meer comfort en duurzaamheid dan vergelijkbare prijsklassen. geperfectioneerde zonering en hardheid. extra dikke, goed ventilerende comfortlagen (2 tot 2,5 x dikker, vooral zeer belangrijk bij gevoelige schouders en rugproblemen). Aircosleep matrashoes (Lyocell-kapok, verrijkt met Silverguard en Aloë Vera): antistatisch, antiallergisch, antibacterieel, vochtregulerend, elastisch, 4-zijdige rits, wasbaar. 3-D ventilatielaag: antitranspiratie.

HOOFDKUSSENS OP PROEF! TRIPLE: perfect op maat Het Triple hoofdkussen is ideaal voor rug- en zijslapers en wordt perfect op maat gemaakt met de bijhorende maatplaatjes. Het kussen is bekleed met een Aircosleephoes met 3-zijdige rits.

SNOOZETIME: uiterst comfortabel De duizenden minuscule, extra ronde en extra lichte Snoozetimebolletjes, verpakt in een elastisch hoes maken van Snoozetimekussens een zeer geschikt kussen voor buik- en rugslapers. Snoozetimekussens zijn drukverlagend en uiterst comfortabel. Ze bestaan in verschillende vormen: voor in bed, relaxzetel, op reis, als positioneringkussen of zelfs als knuffelbeer. De hoofdkussens voor in bed kan men vrijblijvend OP PROEF nemen.

exclusief verdeler van an

en

Aangeraden door artsen, kinesisten en binnenhuisarchitecten

HERSELT DORP 78 - Tel.: 014/54 55 11

e-mail: info@debedstee.be • info@ergorelax.eu www.debedstee.be • www.ergorelax.eu

Open: ma-di-do-vr: 10 - 12.30 en 13.30 - 18.30u. Zaterdag: 10 - 12.30 en 13.30 - 17u Gesloten op woensdag, zon- en feestdagen!


Winter betekent vaak sneeuw- en ijspret. Maar die pret kan ook omslaan in verdriet. Een ski-ongeval of een ‘banale’ val op een beijzelde oppervlakte betekenen soms botbreuken en een bezoek aan de spoedgevallendienst. Prof. dr. Paul Broos, diensthoofddirecteur heelkunde, catalogiseert wat een mens kan tegenkomen en hoe de geneeskunde de breuken weer ‘lijmt’. De gevaren van de winter

Ad Van Poppel

Breuken in de sneeuwpret Prof. dr. Paul Broos krijgt als diensthoofd-directeur heelkunde heel wat traumagevallen te behandelen.“We zien vooral polsfracturen”, zegt hij, “in alle leeftijdscategorieën, al zijn het er iets meer bij de ouderen van boven de zestig.” Bij een val is de eerste reactie je handen naar voren te steken om de val te breken. Je komt dan terecht op de handen en de polsen. “De pols is een van de zwakke plekken van het bovenste lidmaat”, aldus prof. dr. Broos. “Een typische polsfractuur is een breuk in de voorarm – meestal het spaakbeen, soms ook de ellepijp – en breuken nabij de hand. Je kunt door op de hand te vallen ook een breuk oplopen aan het scheepvormig botje (schippersbotje of os scaphoideum).” Als dat niet opgemerkt wordt, kan dat op termijn grote gevolgen hebben. Een breuk van het schippersbotje is ‘anders’. Prof. dr. Broos: “Bij een ‘echte’ polsbreuk zie je een misvorming aan de pols, er is sprake van een abnorma10 UZ-magazine - december 2008

le stand en een zwelling en je hoort de botten kraken. Bij een breuk van het scheepvormig botje heb je pijn en vermindert je kracht, maar er is geen zwelling. Dat is dikwijls een breuk die niet gezien wordt en als die niet op tijd

breuk aan het uiteinde van het bovenbeen, in de omgeving van het heupgewricht. Door botontkalking wordt hun gestel al zwakker en als ze dan vallen, is het risico op een breuk groter. “De gemiddelde leeftijd van de mensen

‘In de westerse wereld is er een tendens om breuken die vroeger in het gips gingen, nu operatief te behandelen’ behandeld wordt, kan het een ‘vals gewricht’ worden. Het botje kan afsterven, wat kan leiden tot ernstige artrose (slijtage aan het gewricht).” Andere veelvoorkomende breuken als gevolg van uitglijden zijn breuken aan de bovenarm net onder het schoudergewricht en aan de enkel door het omslaan van de voet. En bij ouderen is er vaak sprake van een osteoporose-

die een heupfractuur oplopen, is meer dan 80 jaar. Dat is tot tien jaar ouder dan bij de mensen die iets breken ter hoogte van de bovenste lidmaat. Daar is de gemiddelde leeftijd tussen 60 en 70 jaar.”

Ongevallen Gladheid zorgt ook voor meer ongevallen in het verkeer, maar door de


lagere snelheid waarmee in slechtere weersomstandigheden wordt gereden, is het aantal te behandelen traumapatiënten relatief laag. De meeste lichamelijke letsels komen van ongevallen waarbij fietsers betrokken zijn. Het scala aan mogelijke verwondingen is helaas breed. Van polsbreuken via ribfracturen en sleutelbeenbreuken tot letsels aan het hoofd. Daarnaast zijn er de sportongevallen met ski’s en schaatsen. Een deel van de letsels is gelijkaardig, maar bij het skiën zijn er vooral knieband-, kruisband- en meniscustraumata. Dat heeft gek genoeg te maken met het verbeterde schoeisel. “De enkel en het onderste deel van het been zijn tegenwoordig goed beschermd door de skischoen. Alles wat boven die schoen zit, kan echter nog beschadigd worden. Een klassiek ongeval is blokkeren in de sneeuw en dan een draaibeweging maken met het been. Daarbij lopen de skiërs vooral letsels aan de knie op en soms een spiraalvormig fractuur van het onderbeen.” Wie gaat schaatsen, waagt zich op glad ijs, letterlijk en figuurlijk. Prof. dr. Broos: “Als je op ijs valt, krijg je hetzelfde effect als bij een val op een

gladde bodem. Maar een ijsbaan is zo mogelijk nog harder en je hebt een zekere snelheid. De energie daarvan breng je over op het lichaam als je het ijs raakt.” Het hoofd is daar ook kwetsbaar. Je hoeft trouwens niet eens zelf gekke dingen uit te halen om tegen de vlakte te gaan. Er zijn ook medeschaatsers die soms meer risico nemen dan goed voor hen is, en anderen onderuit rijden. “Als je omver gereden wordt, kom je vaak terecht op de rug of het achterhoofd”, zegt prof. dr. Broos. “Dat kan leiden tot een schedelbasisbreuk of een wervel- of ribfractuur.”

Gips Wat kan er aan een breuk gedaan worden? In het gips en wachten tot de breuk heelt? Prof. dr. Broos: “In de westerse wereld is er een tendens om veel breuken die vroeger in het gips gingen, nu operatief te behandelen, met plaatjes, pennen en schroeven. Die behandeling heeft verschillende voordelen: de patiënt zal het lidmaat sneller weer kunnen gebruiken, er is minder gewrichtsverstijving en min-

,1)2'$*

Zes weken?

NOLOGIE

dep. GEZONDHEIDSZORG EN TECH

14.00u - 16.30u

n van onze Interesse in éé ingen? bacheloropleid professionele %LRPHGLVFKH WHFKQRORJLH ODERUDWRULXP &KHPLH HPHQW 2)),&( PDQDJ HPHQW $66,67$17 DJ DQ P $/ ,& P(' IRUPDWLFD 7RHJHSDVWH LQ ( 9(53/((*.81' GLHHWNXQGH 9RHGLQJV HQ 952('.81'(

HXYHQ EH !!! ZZZ NKO

© persuado.be

Is een breuk na zes weken geheeld? De ‘volkswijsheid’ is dat na zes weken gips de patiënt weer de oude is. Dat blijkt niet het geval te zijn. Prof. dr. Paul Broos: “Het genezingsproces van botten gaat niet zo snel als dat van de huid. De bloedklonter in de omgeving van de botbreuk (elke breuk gaat gepaard met inwendig bloedverlies) dient als matrix voor bindweefselcellen uit de omgeving. Door dat gevormde bindweefsel zitten de botstukken na enkele weken wel aan elkaar vast, maar er is nog geen sprake van stevige heling! Op een radiografie zie je dan nog altijd de breuk. Dat bindweefsel moet zich eerst nog omvormen tot beenweefsel.” De volledige genezing vraagt zes maanden tot anderhalf jaar. Pas dan kunnen eventueel de implantaten verwijderd worden. Overigens kan het genezingsproces langer duren als de patiënt nog andere kwalen onder de leden heeft. “De kwaliteit van de beencellen is bij jongeren beter. Ouderen kunnen aan osteoporose lijden of hebben een andere onderliggende ziekte die het genezingsproces vertraagt. Veel bejaarden hebben suikerziekte, slechtere bloedvaten of moeten medicatie nemen. Dat zijn allemaal factoren die de botgenezing nadelig beïnvloeden. Ook bij rokers verloopt de botheling trager.”

der atrofie van de spieren (het krimpen van de spiermassa).” Vroeger liepen de patiënten bij dergelijke ingrepen kans op infecties (als reactie op het materiaal of door het loskomen van het materiaal), maar dat risico is kleiner geworden. Het materiaal van de implantaten (onder andere titanium) is verbeterd, er is betere richtapparatuur en de ingrepen zijn minder invasief (meer kijkoperaties). En, zo zegt prof. dr. Broos, de artsen die de operaties uitvoeren, hebben in de loop der jaren hun ervaring op dat gebied ook uitgebreid. De vraag is of na een operatie achteraf een tweede ingreep noodzakelijk is om de implantaten weer te verwijderen. “De algemene regel is: hoe jonger een patiënt, hoe makkelijker en hoe meer men geneigd zal zijn die te verwijderen. Maar het hoeft niet, omdat de meeste implantaten geen ‘mechanische’ hinder geven. De moderne implantaten van titanium zijn botvriendelijk en incorporeren zich soms zodanig in het bot dat ze niet meer gemakkelijk te verwijderen zijn.” Waar een implantaat moeilijk te verwijderen is, laat men het ook zitten, zoals in de bovenarm. w

Departement G&T Herestraat 49 3000 Leuven

UZ-magazine - december 2008 11


Waarom kiezen jonge mensen voor een carrière in verpleegkunde? Hoe ervaren ze na hun opleiding de praktijk? Vragen die jongeren zich zeker stellen als ze in het laatste jaar van het middelbaar zitten en een beroeps- of studiekeuze moeten maken. Vijf verpleegkundigen kort geportretteerd. Verpleegkundigen

Ad Van Poppel

Sabine Sabine Bervoet (43) is verpleegkundige op de dienst medium care, de semi-intensieve geneeskunde. “De patiënten daar hebben nog speciale zorg nodig, moeten extra gevolgd worden, maar hoeven niet meer beademd te worden,” zegt ze. Ze zijn ‘te goed’ voor de zware intensieve verpleging, maar net niet goed genoeg om op een gewone afdeling verpleegd te worden. Sabine Bervoet is wat men noemt een ‘herintreder’. Ze studeerde in 1986 af als verpleegkundige en begon in Brussel op de afdeling zware intensieve geneeskunde. Toen Sabine echter vijf jaar als verpleegkundige werkte, stapte ze over naar de bedrijfswereld. “Ik zat onder andere in het nierdialyseteam en dat betekende dat we ook ‘s nachts opgeroepen konden worden. Ik wist meestal wel hoe laat ik naar mijn werk ging, maar niet wanneer ik terug zou komen. We hadden een zoontje en mijn man werkte regelmatig in het buitenland en volgde ook avondschool. We woonden bovendien nog ver van familie en dat maakte de opvang moeilijk.” “Maar in 2007 werd er bij mijn moeder, die aan de kust woonde, longkanker vastgesteld. Ik nam deeltijds verlof om met haar naar de vele onderzoeken te gaan. Toen mijn moeder werd 12 UZ-magazine - december 2008

Sabine: ‘Verpleegku nde is altijd mijn ding geweest’

Rita: ’Ik heb heel veel afwisseling’ ‘Elke dag is anders’

Om de zorg opgenomen in UZ Leuven, besefte ik dat verpleegkunde toch altijd mijn ding is geweest. In december 2007 ging ik tijdens de bezoekuren naar de jobbeurs van UZ Leuven en daar hoorde ik over het project voor herintreders: verpleegkundigen die vijf jaar uit het beroep waren, konden terugkomen en kregen dan extra begeleiding.” Sabine kon starten op de afdeling medium care. De familiesituatie maakte het ook gemakkelijker. “Mijn echtgenoot gaat bijna niet meer naar het buitenland, onze oudste zoon zit ondertussen op kot, mijn dochter is 15 en onze jongste zoon is bijna 14. Ze zijn veel zelfstandiger.” Ze zegt dat ze haar vorige job bij KBC graag deed, maar van verpleegkunde krijgt ze een kick. “Je hebt iets wezenlijks bijgedragen voor mensen die ziek zijn. Dit is toch veel meer mijn habitat. Het was als thuiskomen – heel raar. Mijn moeder – ze is intussen overleden – zei toen direct al: ‘Waarom zou je niet opnieuw als verpleegkundige gaan werken? Je hebt dat toch altijd graag gedaan.’ Ik dacht dat ik tevreden was bij KBC, maar mijn oud-collega’s bij de bank hebben al gezegd: ‘Zoals je nu over je werk spreekt, heb je dat nooit bij KBC gedaan.’” Overigens was het wel aanpassen voor Sabine. “Je bent wat ouder en

laat je niet meer alles zeggen. Je stelt dingen in vraag. Mijn nieuwe collega’s hebben me echter fantastisch opgevangen. En dan de technologie en het materiaal. Alles is enorm verbeterd, onder andere dankzij de computer.”

Jolanda Jolanda (31) begon in 1995 met de studie verpleegkunde vanuit het idee: zorgen voor mensen en hun verblijf in het ziekenhuis aangenamer maken door de contacten met hen. Een stage op traumatologie zorgde er echter voor dat ze pas later als verpleegkundige zou gaan werken. “Er was een patiënt op wie een moordpoging was gebeurd. Dat heeft me gepakt en ik voelde me machteloos als verpleegkundige. Naar aanleiding daarvan ben ik gaan nadenken en criminologie gaan studeren.” Ze zegt echter dat ze verpleegkundige is en blijft. Tijdens haar studie criminologie deed ze ook steeds vakantiewerk als verpleegkundige. Eenmaal afgestudeerd startte ze in het IME (interne mobiele equipe), “...de vliegende equipe die inspringt als het op een dienst erg druk is door zieke medewerkers of door overcapaciteit. Na drie weken IME stond ik als vaste medewerker op de palliatieve een-


Jolanda: ‘Ik ben blij dat ik verpleegkunde heb gedaan’

tijd om Thijs: ‘Ik neem graag deteren’ naar de mensen te luis

Paola: ‘Werken met je hoofd, je handen en je hart’

voor anderen heid.” Later verving ze enige tijd een hoofdverpleegkundige en ging toen over naar hematologie als adjuncthoofdverpleegkundige van de bestralingsafdeling. “Ik miste daar echter het uitgebreide patiëntencontact. Daarom ging ik terug naar de ‘gewone’ verpleging, hospitalisatie geriatrie.“ Vanuit geriatrie ging Jolanda in 2006 over naar het nurse support team. “Dat is een hulpdienst voor startende verpleegkundigen. We kijken daar samen met de verpleegkundigen, mentoren en de leidinggevenden welke inscholing of bijscholing nodig is om een nieuwe verpleegkundige goed te laten starten. Dat is vooral een ondersteunende functie.” Jolanda staat zelf halftijds nog in de dagelijkse praktijk als verpleegkundige op de palliatieve eenheid. “Er gebeurt daar acute en complexe zorg. Je moet rekening houden met de fysieke, sociale, psychische en spirituele noden van iemand die het einde voelt naderen. De patiënten en hun familie gaan op die afdeling nadenken over het leven. De zorg op zich kan heel acuut zijn, zoals bij ademhalings- of slikproblemen, en daar heb je een brede medische kennis nodig. Je moet alert zijn. Veelal komen mensen heel laat naar de eenheid en dan is de opnameduur kort. Je moet dan ook de familie kunnen ondersteu

nen.” Heeft haar werk gegeven wat ze dacht ervan te krijgen? “Ik ben blij dat ik verpleegkunde heb gestudeerd en dat ik op de palliatieve eenheid werk. Je helpt de mensen, de familie in een proces en probeert

toen in een bejaardenhuis beginnen. Ik heb toen meer geleerd over omgang met patiënten en patiëntenzorg. Daarna heb ik er nog veel in de weekends gewerkt. Na het middelbaar ben ik verpleegkunde gaan

‘Van verpleegkunde krijg ik een kick. ‘ Je hebt iets wezenlijks bijgedragen voor mensen die ziek zijn’ dat draagbaar te maken. Ik vind het ook fijn dat ik nieuwe verpleegkundigen kan helpen bij het starten. Zelf kan ik me mijn eerste dag nog levendig voorstellen.”

Thijs Thijs Karman (30) werkt in campus Sint-Pieter op eenheid 791, de afdeling gerontopsychiatrie. Hij is actief in een onderdeel ervan: de observatieafdeling stemming en cognitie, waar bejaarden met cognitieve en geheugenproblemen of stemmingsstoornissen verblijven. Hoe is hij tot de keuze voor verpleegkunde gekomen? “Op een bepaald moment is mijn oma naar een bejaardenhuis gegaan. Ik zocht een vakantiejob, heb rondgebeld en gekeken en kon

studeren.”Thijs koos voor sociale verpleegkunde en deed ook een postgraduaat gespecialiseerde verpleegkundige in de geestelijke gezondheidszorg.Tijdens zijn opleiding en stages interesseerde hem vooral het psychische aspect van de mens. “Ik neem graag de tijd om naar de mensen te luisteren. “ Toen hij in 2003 afstudeerde, begon hij zijn loopbaan in UZ Leuven. “Ik had expliciet gevraagd naar gerontopsychiatrie. Thijs zegt dat het werk lichamelijk niet zwaar is, maar wel geestelijk. Zeker in het begin van zijn carrière nam hij te veel zijn werk mee naar huis. “De patiënten vertellen hun verhaal aan de verpleegkundigen en dat zijn niet altijd de meest vrolijke zaken.” De verpleegkundigen zijn door hun contiUZ-magazine - december 2008 13


nue aanwezigheid op de afdeling een belangrijke schakel in de behandeling van de oudere patiënten. “We verzamelen veel informatie als we bij de patiënten zijn en spelen die door naar de andere leden van het multidisciplinair team, de artsen, de psychiaters, de ergotherapeuten. In de contacten met de patiënten verzamelen we gegevens, we doen crisisopvang en doen ook de opvang van de familie. Dat is ook heel belangrijk. Wij zijn hier het aanspreekpunt, de spreekbuis van de patiënt.”

Rita Rita Duerinckx (43) werkt op de dienst ziekenhuishygiëne. Ze koos indertijd voor een opleiding verpleegkunde. “Ik wilde iets met mensen doen. Ik dacht ook aan het onderwijs, maar een deel van de jeugd zit daar tegen zijn zin. Hier in het ziekenhuis kan ik mensen helpen die hulp willen. Bovendien is verpleegkunde heel divers: intensieve zorgen, brandwonden, chirurgie, consultaties.” Toen ze in 1986 afstudeerde kwam Rita in het brandwondencentrum terecht. “Je kunt altijd je voorkeuren aangeven en daar wordt rekening mee gehouden. Brandwonden was mijn keuze: je hebt veel patiëntencontact. Je bent het meest constante aspect in de zorg en ook vaak de link tussen de patiënt en de andere zorgverstrekkers. De arts doet zijn ronde, maar wij zijn er steeds bij.” Ze wijst ook op het belang van een goede teamsfeer. “Zorg voor brandwondenpatiënten is mentaal zwaar, vooral als het om kinderen gaat. Ernstige brandwonden geven littekens en kunnen invaliderend zijn. In het team moet men daar onderling over kunnen praten. Mede daardoor nam ik mijn werk psychisch niet mee naar huis. Je streeft met veel mensen in een team naar hetzelfde doel: het welzijn van de patiënt. Iedereen moet zijn steentje bijdragen, een goede teamspirit is daarbij belangrijk.” Maar inmiddels is Rita minder betrokken bij de directe patiëntenzorg en schakelde ze over naar ziekenhuishygiëne. “Ik was op de dienst brandwonden al ‘de ogen op de werkvloer’ en deed kleine projecten om mijn collega’s te stimuleren om bijvoorbeeld aan goede handhy-

14 UZ-magazine - december 2008

giëne te doen. Nu verzorg ik met de collega’s de registratie en opvolging van ziekenhuisinfecties. We schrijven procedures uit voor het ziekenhuis en op maat van een dienst.” Haar ervaring als verpleegkundige op de werkvloer, aan het bed van de patiënt, heeft grote voordelen, vindt ze. “Je moet immers ook weten wat er in de praktijk gebeurt. Zeker op een brandwondenafdeling, bij zeer vatbare patiënten, is handhygiëne bijna nog belangrijker dan bijvoorbeeld op de consultatie. Je wordt daar dagelijks geconfronteerd met het risico op infecties en je ziet daarom de noodzaak van een goede hygiëne.” Een voordeel van haar huidige job is dat ze het werk nu beter kan combineren met haar gezin. Toen ze op de dienst brandwonden werkte, waren er ook weekend- en nachtshiften. Toen haar dochtertje nog klein was, was dat minder een probleem. Ze deed vaker nachtdiensten, bracht haar dochterje naar bed voor ze naar UZ

minale ingreep opknappen. Paola draait daar de helft van haar werktijd mee in vroeg-, laat- en nachtshiften. “We doen hier meer dan het geven van de traditionele zorgen, we werken multidisciplinair samen met artsen, hoofdverpleegkundige, verzorgenden, logistieke medewerkers, sociaal werksters, kinesitherapeuten... We krijgen een groep patiënten toegewezen en binnen onze shift moeten we hen zo kwaliteitsvol mogelijk verzorgen. We volgen de patiënten op, we ‘bewaken’ hun toestand, voeren de door de arts voorgeschreven taken uit. Je krijgt een grote verantwoordelijkheid. Je doet lichamelijke zorgen, verpleegkundige zorgen en je hebt ook contact met de familie. Om het kort te zeggen: verpleegkunde is voor mij werken met je hoofd, je handen en je hart.” Ze ging in 1996 verpleegkunde studeren wegens het sociale karakter van het beroep. Haar werk beperkte zich echter niet meer tot het puur verpleegkundige.

‘Als ik het opnieuw zou doen, dan zou ik dezelfde beroepskeuze maken’ Leuven ging en was weer thuis om haar naar school te brengen om dan zelf te gaan slapen. Momenteel zit ze echter in het zesde leerjaar en wordt het wat moeilijker, zeker in de weekends. Wegen de voordelen van het beroep op tegen de nadelen? Voor Rita wel. “Ik deed en doe het werk graag. Als ik andere jobs zie, dan denk ik: ‘Ik heb veel meer afwisseling. Elke dag is anders.’ Het vak heeft me gebracht wat ik ervan verwacht had. Ik kom nog elke dag graag naar mijn werk en zou, als ik het opnieuw kon doen, nog dezelfde beroepskeuze maken.”

Paola Paola Melussi (32) is in UZ Leuven te vinden op twee diensten: eenheid 444 en ziekenhuishygiëne. Eenheid 444 is een verpleegeenheid waar patiënten verblijven met klachten op het vlak van gastro-enterologie, hepathologie en digestieve oncologie en waar patiënten na een abdo-

“Op vraag van de leidinggevende heb ik extra taken op me genomen. Ik ben bijvoorbeeld een tijdje referentieverpleegkundige reanimatie geweest. Dat is een persoon op wie het team een beroep doet binnen de eigen eenheid. Nadien ben ik in een werkgroep gegaan die ervoor moest zorgen dat iedereen op dezelfde manier werkt. Ik ben ook verantwoordelijke geweest voor het verpleegkundig materiaal: is er voldoende, kan iedereen er goed mee werken, gebeurt de reiniging en ontsmetting op de gepaste manier?” In 2003 werd Paola referentieverpleegkundige ziekenhuishygiëne voor de hele divisie medische chirurgie. “Ik was tussenpersoon tussen de eenheden en de dienst ziekenhuishygiëne. Ik keek naar de noden en naar de implementatie van hygiëneregels. In 2005 heb ik de stap gezet naar de dienst ziekenhuishygiëne.” Dat doet ze nu de helft van de tijd, naast haar verpleegkundige taken op eenheid 444. w


O R T H O PE D I E

O R T H O PE D I S C H E S C H O E N E N

CO M F O R T S C H O E N E N

BA N DAG I S T E R I E

Bezoek onze vernieuwde ruime toonzaal Discrete pasruimte Goed uitgeruste werkplaatsen Traditioneel maatwerk Moderne technologieĂŤn en technieken Grote keuze artikelen van hoogstaande kwaliteit

I N VA L I D E WAG E N S

T H U I S V E R ZO R G I N G

Speciaalzaak leefcomfort RIZIV 1/6/10422/96/100 - 1/6/27017/88/200

Turnhoutsebaan 92-94 • 2100 Deurne • Tel. : 03/326 11 30 • fax: 03/326 06 79 • info @schaeps.be Week van 9 - 18 u, zaterdag van 9 - 13 u • Tram 10, bus 33, 410, 411 en 412 • GRATIS PARKING O R T H O P E D I E • B A N DAG I S T E R I E • S C H O E N E N • I N VA L I D E N WAG E N S • H O M E C A R E • R E VA L I DAT I E

www.schaeps.be

KZg]j^oZc½ YVi cdd^i 6aaZ kZgY^Ze^c\Zc lZZg WZgZ^`WVVg

24u op 24u verpleegkundige zorgen, in een groene, rustige en veilige omgeving met uitgebreid dienstenaanbod

I]nhhZc@gjee

KgVV\ kg^_Wa^_kZcY ^c[dgbVi^Z

%-%% .) (+* " <G6I>H

De zekerheid dat u op ieder moment van de dag of nacht beroep kunt doen op vakkundig personeel.

DkZgVa ^c 7Za\^Â… " ')j$')j :hi]Zi^hX] Zc Y^hXgZZi :^\Zc [VWg^XVVi

C>:JL dd` kddg hbVaaZ igVeeZc

Genieten van de privacy van uw zelfingerichte flat

lll#bdcda^[i#WZ

IgVea^[iZc ?V! hijjg b^_ jl <G6I>H YdXjbZciVi^Z

JOB

C66B 69G:H I:A# Directeur: Dhr. GĂźnther Geeraerts e-mail: populierenhof@restel.be - website: www.restel.be

I]nhhZc@gjee Bdcda^[i ck " @VaZlZ\ '% " .%(% <Zci " ;Vm %. '&+ +* ,* " ^c[d5bdcda^[i#WZ GZ\^dcVaZ XZcigV/ %' '&, (, -) " %( '(. '& )( " %&& '* '* )( " %. '&+ +* +* " %*% () *) *%


LUMOS staat voor ‘Leuvense Universitaire Medische Ontwikkelingssamenwerking en Solidariteit’ maar ook voor ‘licht’. Ontwikkelingssamenwerking staat in de opdrachtsverklaring van UZ Leuven. Vrijwilligers brengen zo verlichting in Kisantu, Congo. UZ-magazine sprak met enkele mensen achter LUMOS. LUMOS

Ad Van Poppel

UZ Leuven brengt ‘licht’ in Congolees ziekenhuis Ontwikkelingssamenwerking staat van oudsher, naast klinische dienstverlening, onderzoek en opleiding, in de opdrachtsverklaring van UZ Leuven. In de jaren vijftig van de vorige eeuw was er zelfs een Congolese afdeling van de Katholieke Universiteit Leuven, Lovanium. De wortels van die universiteit gaan terug tot in de jaren twintig. In 1926 nam een groep Leuvense professoren van de faculteit geneeskunde het initiatief voor medische medische opleiding van inlands hospitaalpersoneel. De stichting FOMULAC (Fondation Médicale de l’Unversité de Louvain au Congo) werd gevestigd in Kisantu. De banden met Kisantu bestaan nog altijd, of, beter gezegd, bestaan weer. LUMOS (Leuvense Universitaire Medische Ontwikkelingssamenwerki ng en Solidariteit) staat het ziekenhuis in die Congolese stad met raad 16 UZ-magazine - december 2008

en daad bij. “Kisantu is het hoofdproject van LUMOS”, zegt prof. dr. Jan Verhaegen (laboratoriumgeneeskunde). Verhaegen is in Kisantu geboren en heeft altijd een zwak gehad voor het land en die plaats. “In 1993 zijn we weer toenadering beginnen te zoeken met het ziekenhuis in Kisantu. Er is toen een samenwerking opgezet met laboratoriumgeneeskunde. Die is stilaan tot ontwikkeling gekomen.” Onder meer LMS (Leuven Medical Support) was toen bij die samenwerking betrokken. LMS bracht medischtechnisch materiaal dat hier was afgeschreven of vervangen, maar nog altijd bruikbaar was naar onder meer Kisantu. LMS is nu opgenomen in LUMOS. UZ Leuven besloot ruim een jaar geleden om bestaande projecten rond ontwikkelingssamenwerking te stroomlijnen in LUMOS. “LUMOS betekent ook licht en het is

de toverspreuk van Harry Potter om dingen te realiseren die anders niet kunnen”, zegt prof. dr. Bernard Spitz, voorzitter van de medische raad en medewerker op gynaecologie en verloskunde. Vanuit de medische raad kwam de vraag om in kaart te brengen wat er aan ontwikkelingssamenwerking in UZ Leuven werd gedaan. Prof. dr. Spitz: “Dat was enorm veel. We vonden direct zo’n 50 projecten, waarmee mensen zowel op materieel als financieel vlak bezig waren. Dat kwam naar de buitenwereld nogal ongecoördineerd over. We moeten zoetjesaan alles in één globaal plan brengen.” Hij wijst erop dat het initiatief van LUMOS breder is dan alleen UZ Leuven. Ook K.U.Leuven-faculteiten als geneeskunde, farmacie, biomedische wetenschappen en bewegings- en revalidatiewetenschappen (FaBeR) werken eraan mee.”


Prof. dr. Jan Verhaegen: “LUMOS is een geofficialiseerde structuur. Met vereende krachten kunnen we nu aan ontwikkelingssamenwerking doen. Dat blijft overigens niet beperkt tot Kisantu. Er zijn ook projecten in Kameroen en Rwanda. Maar Kisantu is wel het hoofdproject.”

Nood De nood aan hulp in Congo is groot. Prof. dr. Jan Verhaegen: “De gezondheidszorg is teruggevallen op een niveau dat ontoelaatbaar is voor de 21e eeuw. Het is schrijnend.” Prof. dr. Spitz: “Congo is op dit moment het land met het laagste inkomen en de grootste gezondheidsproblemen. Wij gaan nu enkele centra inplanten vanwaar een hernieuwing mogelijk is. We moeten enkele fundamenten neerzetten op basis waarvan het land weer kan opstaan.”Voor prof. dr. Verhaegen is het de reden om in Kisantu een modelziekenhuis te maken, waar andere zich aan op kunnen trekken. De heropbouw moet met visie gebeuren. Het heeft geen zin om ongecoördineerd al het overtollige van hier naar Afrika te sturen. Daar is het transport al te duur voor. En het heeft

ook weinig zin als het daar niet gebruikt kan worden. Dit jaar zijn er al containers verstuurd naar Kameroen, Kisantu en de Filippijnen. “Sinds LUMOS is opgezet, is er stilaan een structuur ontstaan. Naast materiële steun sturen we ook drie tot vier keer per jaar een missie”, zegt Mieke Florquin, hoofdverpleegkundige en actief binnen het competentiecentrum verpleegkunde. “ De bedoeling is om per missie een bepaalde discipline te steunen. In september is er een pediatrische missie geweest. Die keek ter plaatse wat de nood was. Niet alleen materieel, maar ook wat betreft protocollen. Tegelijkertijd deed die missie al prospectie voor de volgende missie. Men wist toen al waar de nadruk in februari op zal liggen – dat wordt een internistische missie.” Dat maakt het ook mogelijk om efficiënt materiaal te sturen. Luc Baudemprez, als technicus verbonden aan de faculteit farmacie en al meer dan tien jaar actief in ontwikkelingssamenwerking (o.m. via LMS), zegt dat een container drie tot vier maanden onderweg is. De verzending gebeurt via WMH (Wereld Missiehulp) in Boechout. En in Congo werkt men samen met de Orde van Malta om de containers door de douane en tot bij de bestemmelingen te brengen. “Het transport is enorm duur, dus je moet nadenken wat je in een contai-

Samenstelling Elke missie kent ook een gemengde samenstelling van technici, verpleegkundigen en artsen. Het ziekenhuis in Kisantu vraagt ook expliciet technici om medisch materiaal te installeren en te onderhouden. Mieke Florquin: “Dat gaat soms over heel kleine dingen, zoals het vervangen van lampen, tot heel gecompliceerde zaken zoals beademingsapparatuur.” Luc Baudemprez vult aan: “Het is niet gemakkelijk om ter plaatse het onderhoud te organiseren. Er zijn ook weinig reserveonderdelen. Daarom is het zo belangrijk dat die missies goed opgevolgd en op elkaar afgestemd worden, zodat de ene technicus aan de ander kan doorgeven wat er nodig is.” Vaak is het ter plaatse zijn een ‘reality check’. Luc Baudemprez zegt dat hij verhalen hoorde van de manier waarop de mensen vaak moesten werken. “Je hoort dat ze moeten opereren bij het licht van een zaklantaarn. Op zo’n moment voel je je geroepen en denk je ook: ‘We kunnen dat defect zo oplossen.’ Tot je daar bent en ziet dat het allemaal niet zo evident is.” Ook voor de artsen en verpleegkundigen van hier zijn de evidenties in Congo niet meer zo evident. Alleen al het feit dat de patiënten daar alles zelf moeten aankopen (dat gaat tot de kompressen die de wonde van een ingreep moet beschermen), maakt het werken er totaal anders dan hier.

‘Met vereende krachten kunnen we nu aan ontwikkelingssamenwerking doen’ ner steekt. Dat moet in Congo wel op een zinvolle manier gebruikt kunnen worden. Als je iets ter plaatse kunt kopen of laten maken, dan kun je dat beter daar doen dan die spullen mee te sturen. Op die manier kun je de lokale economie aanzwengelen”, aldus prof. dr. Spitz. Dat is nu al het geval voor ontsmettingsmiddelen en alcogel (voor de handhygiëne).

Hoofdverpleegkundige pediatrie Lucie Vandueren: “Hier in België is al het materiaal aanwezig en beschikbaar. Het raakt niet op omdat het tijdig bijbesteld wordt, maar in Congo moet voor elke verpleegkundige of geneeskundige acte het materiaal door de patiënt aangekocht worden. Dat maakt in het werken een groot verschil. Je bent dus zuiniger met die zaken.”

Helpen? Wilt u LUMOS helpen? Drink koffie in de koffieshop van UZ Leuven. Van elke kopje koffie dat daar verkocht wordt, gaat vijf eurocent naar LUMOS. Wie meer wil doen op financieel vlak, kan een bijdrage storten op rekeningnummer 735-0199102-46. Bij giften van meer dan 30 euro ontvangt u een fiscaal attest.

UZ-magazine - december 2008 17


Vaak is het improviseren. Prof. dr. Chris Van Geet, kinderarts in UZ Leuven, neemt als voorbeeld een lumbaalpunctienaald die men nodig heeft bij de diagnose van een hersenvliesontsteking (wat in Congo nog veel voorkomt). “Die naalden zijn daar niet beschikbaar en dan zoek je naar een naald die als alternatief kan dienen. Het is allemaal zoeken naar veilige alternatieven.” De artsen moeten ook veel meer afgaan op hun klinische ervaring bij gebrek aan technische hulpmiddelen. Een echografie kan er maar twee dagen per week genomen worden. De andere dagen kunnen de artsen enkel hun eigen klinische ervaring gebruiken.

Middelen Prof. dr. Verhaegen klopt op dezelfde nagel. “Je beseft met hoe weinig middelen je in Congo een meerwaarde kunt bieden. Je leert daar te velde ook heel snel tot diagnoses te komen door vragen te stellen. Je moet, omdat er zo weinig middelen zijn, twee keer nadenken voor je een stap zet. Je leert kostenbewust nadenken.” Prof. dr. Chris Van Geet is er daarom ook voorstander van om in Congo, in Kisantu, in de toekomst stageplaatsen te organiseren voor Belgische studenten, zowel geneeskunde als verpleegkunde. Zij is in het begin van de jaren tachtig nog als stagiaire naar Congo geweest en heeft daar ook de ‘Afrika-microbe’ te pakken gekregen. “Ik ben van de laatste generaties studenten die dat nog konden. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we jonge mensen op het moment dat ze een beeld vormen van het beroep en van wat ze ermee willen doen de gelegenheid geven in Afrika stage te lopen als ze dat wensen”, zegt ze. Maar voorwaarde is wel dat de kwaliteit op zo’n niveau komt dat de stagiaires er hun opleiding kunnen vervol-

Nood aan basismateriaal Afgelopen herfst was Zuster Nicole, verpleegkundig directeur van het ziekenhuis in Kisantu, twee maanden in UZ Leuven. Zij vertelde dat de nood aan materiaal en mensen hoog is. “Er is een grote vraag naar materiaal om de kwaliteitsvolle zorgen te kunnen toedienen aan onze zieken. Dat begint met de bedden voor de gehospitaliseerden, met thermometers, bloeddrukmeters,... basismateriaal. We hebben zelfs niet voldoende kompressen. Bij ons moeten de patiënten alles zelf kopen, tot en met de kompressen, en als ze geen geld hebben, kunnen wij ze geen kwaliteitsvolle zorgen geven. We trekken ons plan, maar dat geeft geen goede resultaten. Een patiënt die geopereerd is, moet soms langer blijven door infecties omdat de kuur met antibiotica na de ingreep niet gevolgd kon worden. Dat legt opnieuw een druk op de familie van de gehospitaliseerden. We willen graag de duur van de opname kunnen verkorten, maar we kunnen daarvoor niet álles aan de familie vragen.” Daarvoor zoekt men ook financiële hulp. Men wijst erop dat het ziekenhuis vooral de moeilijke gevallen krijgt. De andere patiënten zijn al voor zover mogelijk behandeld in de dispensaria. De Congolezen weten ook wanneer een missie uit België komt. Zuster Nicole: “Er zijn zieken die de komst van een missie afwachten. Bijvoorbeeld vrouwen met geïnfecteerde vaginale fistels. Ze zijn door hun familie verlaten, hebben geen middelen meer en wachten tot de artsen uit Leuven komen. De laatste keer konden er dertig vrouwen gratis geopereerd worden.” Het is overigens niet de politiek van LUMOS om als een soort vliegende equipe langs te komen. Prof. dr. Bernard Spitz: “Het is niet de bedoeling om het werk in plaats van de artsen en verpleegkundigen daar te doen. We opereren een week en introduceren een techniek die ze zelf verder kunnen zetten. Zo maken we ze onafhankelijker. We doen er aan basisvorming.”

‘Het transport is enorm duur, dus je moet nadenken wat je in een container steekt’ ledigen. De inzet van UZ Leuvenmedewerkers bij de missies is nu maar kort in de tijd, maximaal veertien dagen. Dat is lang niet voldoen-

18 UZ-magazine - december 2008

de. “Maar”, zegt prof. dr. Chris Van Geet, “wat vooral belangrijk is, is dat er regelmatige contacten zijn met de artsen en de verpleegkundigen. Met

die contacten moeten we het ‘maken’ en de volgende missies moeten we kijken of alles goed loopt.” De vrijwilligers staan daarvoor een deel van hun vakantie af. Prof. dr. Bernard Spitz: “Maar het werk daar is géén vakantie. Het is wel heel verrijkend. Je zit niet aan de rand van een zwembad, maar leeft in een klooster.” w


Wokken is lekker en gezond Wokken is niet alleen zeer lekker, gezellig en trendy. Het is bovendien, net zoals het merendeel van de Chinese keuken, gezond en ideaal voor de lijn. dankzij de razendsnelle bereiding boven de hoge vlammen en de diversiteit van de aangeboden ingrediĂŤnten zal u genieten van een zeer evenwichtige maaltijd, waarbij u alle nodige voedingselementen voorgeschoteld krijgt.

Lunch E13 Wokbuffet E21 Wokbuffet weekend E23

(maandagmiddag t.e.m. zaterdagmiddag) (maandagavond t.e.m. donderdagavond) (vrijdagavond, zaterdagavond, zon- en feestdagen)

n der

ar

ki

en

-50%

to

t 12 j a

L.E. van arEnbErgpLEin 11-13 i 3001 HEvErLEE i T 016 20 01 60 - F 016 30 93 71

ma-do 12-14U30 & 18-22U30 i vrij-za 12-14U30 & 18U-23U i zo 12-14U30 & 18-22U i gratis parking voor Het restaUrant

WWW.Wokdynasty.be reserveer nu en neem dit bonnetje mee. Wij bieden u een geschenk aan voor de ganse tafel!


UZ Leuven mag zich een babyvriendelijk ziekenhuis noemen. Katrien Theetaert, hoofdvroedvrouw van de kraamafdeling van UZ Leuven, over het kwaliteitslabel ‘Babyvriendelijk ziekenhuis’.

Kraamzorg

Clara Vanuytven

UZ Leuven is babyvrien ziekenhuis Aan de ingang van de kraamafdeling in campus Gasthuisberg hangt een poster (een reproductie uit de Estate Collection van Pablo Picasso) met daarop de eervolle vermelding: UZ Leuven is een babyvriendelijk ziekenhuis. De buitenstaander vraagt zich af wat dat inhoudt. Een babyvriendelijk ziekenhuis legt extra de nadruk op borstvoeding. Al jaren streven de diensten gynaecologie, verloskunde en neonatologie van UZ Leuven een goed borstvoedingsbeleid na. Maar de voorbije jaren werden er extra inspanningen geleverd om een internationale erkenning, het BFHI-certificaat (BFHI staat voor ‘Baby-Friendly Hospital Initiative’), te verkrijgen door te voldoen aan de voorwaarden en doelstellingen die Unicef en de Wereldgezond heidsorganisatie nastreven voor de zorg van moeder en kind.

Erkenning Katrien Theetaert, hoofdvroedvrouw van de kraamafdeling, is terecht fier op het kwaliteitslabel ‘Babyvriendelijk ziekenhuis’ en op de prestaties van de medewerkers van UZ Leuven. “Voor 20 UZ-magazine - december 2008

deze internationale erkenning moet het ziekenhuis voldoen aan voorwaarden die moeten helpen om elke baby, vanaf de geboorte, de beste kansen te geven op een optimale gezondheid. Allereerst volgen we de ‘Tien vuistregels voor het slagen van borstvoeding’. Daarnaast schenken wij aandacht aan ‘mother-friendly’-aspecten in de perinatale zorg. En ten slotte respecteert het ziekenhuis de internationale code voor het op de markt brengen van ver-

voeding kunnen geven wanneer baby er om vraagt.” Het belang van borstvoeding is groot. Daarom wordt het gebruik van vervangingsmiddelen zoveel mogelijk vermeden. “De internationale gedragscode voor het op de markt brengen van vervangingsmiddelen voor moedermelk bepaalt dat er nergens in het ziekenhuis reclame voor vervangmiddelen wordt aangebracht. Geen gratis stalen, folders of posters. En om aan de

‘De grote uitdaging is om het babyvriendelijk beleid dagelijks uit te voeren’ vangingsmiddelen voor moedermelk.” Tien vuistregels voor het slagen van borstvoeding? Katrien Theetaert geeft enkele voorbeelden: “Onmiddellijk na de geboorte wordt huidcontact tussen moeder en baby aangeboden. Pasgeborenen krijgen geen andere voeding dan borstvoeding. Mama en baby blijven dag en nacht samen, zodat mama’s ‘signalen’ leren herkennen en

opgelegde normen te voldoen moet 75 procent van de moeders, van bij de bevalling tot het einde van het verblijf, uitsluitend borstvoeding geven.” Op basis van de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie en Unicef werkte men een borstvoedingsbeleid uit. Daarin worden de parameters en de afspraken vastgelegd. Alle medewerkers die met zwangere vrou-


Katrien Theetaert (hoofdvroedvrouw van de kraamafdeling UZ Leuven): “Voor deze internationale erkenning moet het ziekenhuis voldoen aan voorwaarden die moeten helpen om elke baby de beste kansen te geven op een optimale gezondheid.”

wen, moeders of baby’s in contact komen, volgen twintig uur extra opleiding, waaronder drie uur praktijk.

Moedervriendelijk En wat verstaat men onder moedervriendelijke initiatieven (motherfriendly)? “Na bespreking met de behandelende arts kan, indien gewenst door de moeder, bij de arbeid en bevalling een vertrouwenspersoon, iemand anders dan de vader, aanwezig zijn”, aldus Katrien Theetaert. “Ook wordt de zwangere vrouw aangemoedigd om tijdens de arbeid in beweging te blijven. Lichte maaltijden en drank worden toegestaan. Een hydromassagebad, als alternatief voor pijnbestrijding, kan voor relaxatie zorgen. Verder

O N T S P A N N I N G & R U S T

● ● ●

VUYLSTEKE & CO

Wie de hoogste eisen stelt aan comfort en interieur, vindt bij ons de gepaste relaxzetel.

COMFORT

delijk

worden er zo weinig mogelijk invasieve, dus ingrijpende, technieken gebruikt, tenzij er een medische indicatie is. De reden wordt dan telkens met de moeder besproken.” De ‘babyvriendelijke’ actie begint al bij het binnenkomen op de prenatale consultatie, waar uitgelegd wordt wat het betekent om in een ‘babyvriendelijk ziekenhuis’ te bevallen. “Informatie staat voorop”, legt Katrien Theetaert uit. “We moeten ervoor zorgen dat de jonge ouders geïnformeerde keuzes kunnen maken. Wanneer ze de vooren nadelen kennen, leren ze de natuur een kans te geven. Maar ook de zorg voor moeders die geen borstvoeding kunnen geven en de rol van de vader is voor ons heel belangrijk.” De internationale erkenning is voor de UZ Leuven-medewerkers geen eindpunt. Katrien Theetaert: “De grote uitdaging is om het beleid dagelijks uit te voeren. We blijven lessen organiseren. Iedereen binnen de diensten gynaecologie, verloskunde en neonatologie wordt uitgenodigd voor een jaarlijkse sessiedag. De grote opdracht is om dag in, dag uit de normen na te leven.” w

H O L S B E E K

0 4 9 5 / 5 4 . 5 5 . 6 0 in Lederuitvoering met elektrische rug-en voetverstelling, opstaphulp rug en zithoogte kunnen aangepast worden. (optie: maatwerk)

€1900 aan €1175 incl. BTW van

Franco aan huis geleverd!

g Kortin

- 30%

oor omst v ssenk gen u t t e r en m che zo medis ebsite" w e i "z

€2075 aan €1400 incl. BTW van

Relax Optima de Luxe Powerlift: lederuitvoering bruin/zwart

Franco aan huis geleverd!

Info en contact via de website

Relax Queen Leder uitvoering Taupe; elektrische Rug en Voet verstelbaar

www.patientenzetels.be

Contacteer ons voor een bezoek aan de fabriekstoonzaal

Adv_Queen_Hukla-optima-V3.indd 1

26/08/2008 21:40:55

UZ-magazine - december 2008 21


column Redenen genoeg column

Kris Gelaude

W

Wat zou een mens toch arm en hulpeloos zijn, als hij niet mocht dromen. Van de dag van morgen die hem hopelijk weer gegeven zal worden. Van die rare vogel die ‘geluk’ heet en die af en toe eens op zijn vensterbank komt zitten. Van handen vol projecten die hij in de torenkamer van zijn verbeelding al zo vaak ontworpen heeft en van tijd om er werkelijk iets mee te doen. Van een zachte lente en een oeverloze zomer, terwijl de grijze, kille winterdagen talrijk en eentonig blijven drentelen. Van kinderen en mettertijd ook kleinkinderen die hem omringen en die de wereld – hoe vertrouwd dan ook – meestal op een onverwachte eigen wijze een beetje ombouwen. Van oplossingen die te mooi lijken om ooit waar te worden. Van een lange, mooie vakantie zonder zorgen, of van een verre reis naar gereserveerde plekjes, met zon zoals men ze nergens anders vindt en waar het gras waarachtig zoveel groener is. Van gezondheid. En van inspiratie. Van zinvolle, plezante arbeid. Van al die bijzondere momenten die men niet vergeten wil en die, door ze lang genoeg te koesteren, gekristalliseerd worden tot zoete herinneringen, zodat ze altijd dorst of heimwee zullen wekken. Van een zorgeloze toekomst, van een wereld vrij van treurige of onheilspellende berichten, vrij van oorlog en geweld… Allemaal dromen die, indien het kon, de hele mensheid

Ziekte is altijd een spelbreker, waar geen mens zich op voorzien heeft. in eenzelfde richting zouden laten kijken, wat natuurlijk ook vrij saai kan worden. Maar gelukkig nooit zo compromitterend als aan politiek doen. En laat het ons in elk geval een troost wezen dat het minder erg is om je dromen niet vervuld te weten, dan wanneer je nooit hebt durven dromen. Maar ik geef het toe, dromen kunnen evengoed ontnuchteren. Af en toe zijn ze zo onbereikbaar als de hoogste sterrenhemel. En over mezelf gesproken, zeker nu. In tijden als deze, sinds mijn vleugels drastisch zijn

22 UZ-magazine - december 2008

gekortwiekt door de dagelijkse zorg om één van mijn geliefden en wegens de vele vragen voor wat komen gaat. Ziekte is altijd een spelbreker, waar geen mens zich op voorzien heeft. En die de vertrouwde vluchtroute als een eigenzinnige verkeersleider weet om te buigen. Weg de horizon waar al je doen en denken op was afgesteld. Weg de vele projecten waarin je je verliezen kon. Weg de perspectieven die een tweede adem geven… Zoiets is op zijn minst een beetje wennen. Maar wie houdt niet ergens toch wat adem over om zich schrap te zetten. Koppig, eensgezind, van dag tot dag. Ja, zelfs met een glimlach. En niet zonder dromen. Zij het dan bescheiden en met grotere lankmoedigheid. Al was het maar om niet blind te worden voor de minuscule, maar toch niet te missen opkikkertjes. Misschien is het zelfs enkel een kwestie van erbij te zijn. Daar, met een hoofd dat even niet wil denken. Maar met de ogen open op het juiste ogenblik. Zo raak ik niet uitgekeken op het exotische boompje, waarvan ik de naam maar niet kan vasthouden. Hier, in onze voortuin. Eigenlijk wordt het te groot om op die plek te staan. Met zaag en snoeischaar ben ik het al te lijf gegaan en heb zelfs definitiever maatregelen overwogen. Want een lente en een zomer lang bezorgt zijn vreemd gebladerte niets dan ritselende schaduw, die zich uitbreidt. Maar eenmaal het najaar vordert, komt er een bedreven kunstenaar opdagen. Het zou Vincent van Gogh himself kunnen zijn, die, uit de doden opgestaan, met zijn felste gelen en nuances blad na blad komt instrijken. Tot de hele kruin lichtgevend is geworden, met een tedere en fascinerende transparantie. Meer dan kijken hoef je niet te doen, om die kleuren door je ziel en zinnen te laten trekken en er stilletjes warm van te worden. Hoe geduld het onverwachte toch kan voortbrengen! Redenen genoeg voor mij om te blijven dromen. Van de goede dingen in het leven, van dat wat een mens soms moet ontberen. En waarom ook niet van het onmogelijke. w

Kris Gelaude is vaste medewerkster van het weekblad ‘Tertio’, de uitgaven van UM-Brugge, Symposion en het Brussels Catechesehuis. Ze is ook auteur van het boek ‘Teder Asiel’.


.ȳȫS ͗Ȫӝ[Ⱥ ͩJʚ ӦȪS Ȫ͸ ǑOEȪST

i&SHPOPNJTDIFw NBUSBTTFO o MBUUFOCPEFNT o IPPGELVTTFOT o CVSFBVTUPFMFO o SFMBY[FUFMT NBTTBHF[FUFMT o TBMPOT o LOJFTUPFMFO [JU FO TUBUBGFMT o [JUCBMMFO &SHPQPMJT #SBTTDIBBU .BSJB UFS )FJEF

#SFEBCBBO # #SBTTDIBBU

#FELJOH &SHPQPMJT -FVWFOTFTUFFOXFH # #PPSUNFFSCFFL 5FM 'BY F NBJM JOGP!CFELJOH CF

5FM 'BY F NBJM JOGP!CFELJOH CF

0QFO V o V ;BUFSEBH V o V ;POEBH NBBOEBH FO GFFTUEBHFO HFTMPUFO

XXX CFELJOH CF

0QFO V o V ;BUFSEBH V o V ;POEBH V o V %JOTEBH FO GFFTUEBHFO HFTMPUFO

(FTQFDJBMJTFFSEF LJOFTJUIFSBQFVUFO IFMQFO KF HSBBH UFS QMBBUTF IFU CFTUF UF LJF[FO WPPS KF SVH

4MBǑҀ ӬȢ͡ [̢ӂ ӬȢ͡


In een ziekenhuis komt jong en oud, als bezoeker of als patiënt. Jan van Rompaey ging deze keer praten met jongeren - tieners - en hun ouders. Zijn relaas uit het Dorp in de Stad.

Dorp in de stad

Jan van Rompaey

Je bent jong en... je zit in het ziekenhuis In de cafetaria zie je ze aan tafeltjes zitten: sommigen zijn nog kinderen, maar ook jongens met de baard in de keel, meisjes in het lichaam van jonge vrouwen. Ze zitten in rolstoelen of slenteren verveeld rond. Ouders werpen bezorgde of liefhebbende blikken. Bij de spoedgevallendienst vinden we een vader die ons nors aankijkt. Zoon van twaalf naar de scan, zoon terug, zegt geen woord. Ten slotte belanden we in het kinderziekenhuis, een wereld apart binnen de gigantische campus Gasthuisberg, waar zorgverleners huilende kinderen met zachte stem toespreken. Kinderen zijn geen gewone patiënten, tieners ook niet, vaak zijn het nog kinderen.

Yasmien Machteld, de moeder, kijkt bezorgd. Yasmien (11) zit, duidelijk tegen haar zin, in een rolstoel. Ze willen koffie. En ze kennen dit ziekenhuis al langer, allebei. 24 UZ-magazine - december 2008

Moeder: “Ik heb een maagverkleining achter de rug. Twee jaar geleden. Dat was nodig omdat mijn lever er slecht aan toe was. Maar het gaat niet goed. Ik ben nu al meer dan een jaar thuis en gewoon eten is er niet meer bij. Ik heb geen honger, geen zin meer in eten, en dat is erg. Ik ben nog altijd in behandeling. Yasmien wordt hier behandeld tegen obesitas. Maar straks moet ze onder de scan: op het einde van vorig schooljaar heeft ze een fietsongeval gehad en sindsdien heeft ze vaak last van een kwellende hoofdpijn. Ze vinden de oorzaak niet. Druk op de wervels misschien?” - Hoe is het ongeval gebeurd? Yasmien: “Ik reed met een flinke vaart bergaf en toen kwam uit een zijweg een auto die bleef staan op het fietspad. De chauffeur keek de andere kant uit en zag me dus niet. Ik knalde er tegenaan, vloog over mijn stuur en kwam op de motorkap terecht.” Moeder: “Een collega die toevallig voorbijkwam heeft me gebeld en ik ben als een gek naar de plaats van het

ongeval gereden. Dat is akelig, je kind zien liggen onder een deken naast een auto. Maar ze heeft geluk gehad, hoewel: haar hele rechterkant was gekneusd, de schouder, de enkel, de buikwand. Drie maanden later is ze door een fietser aangereden, de eerste dag dat ze opnieuw met de fiets naar school mocht. Ze had de vorige dag aan haar zus gezegd: ‘Er gaat mij iets overkomen.’” Yasmien: “Ja, ik had een voorgevoel. Mama had daarom haar gsm meegegeven zodat ik haar zou kunnen bellen.” Moeder: “Bij het eerste ongeval belde een collega die daar toevallig voorbijkwam. Nu belde ze zelf, dat stelde me al gerust. Haar knie was ‘gekanteld’, zodat ze er niet of weinig mocht op steunen. Gelukkig was het de laatste schooldag.” Yasmien: “Als de andere kinderen spelen, moet ik nu in de klas blijven. Dan verveel ik me keiveel.” Moeder: “Maar nu zijn er dagen dat ze


thuis moet blijven met hevige hoofdpijn. De scan van wervels en hersenen moet de oorzaak uitwijzen.” - Zo te zien is Yasmien niet iemand die obesitas heeft. Ze is mollig, dat is alles. Moeder: “Haar gewicht blijft ook constant. Maar ze heeft wel aanleg en bovendien is er mijn voorgeschiedenis: het is beter om vooruit te kijken.” - Het leven heeft je niet gespaard, zo te horen. Moeder: “Ja, daar zit ik ook soms over te piekeren. Haar broer zit in het bijzonder onderwijs. Het lijkt wel alsof alles op mijn hoofd terechtkomt. Ik geraak daar soms behoorlijk gefrustreerd door. Ik werk nog altijd niet, ik ben bijzonder snel uitgeput. Ik wil over twee maanden wel weer werken. Financieel maakt het dat ons wat gemakkelijker en ik wil ook tussen die vier muren thuis weg.”

Brecht Een kamer in het kinderziekenhuis. Vader zit aan een tafeltje op zijn laptop zijn agenda bij te werken. Brecht (13) ligt bleek in bed. Acute appendicitis, gesprongen ook nog. Hij ligt hier al meer dan een week. Aan de muur hangt een foto van een mollige poes die Mieke heet. Ze kijkt naar haar baasje. Het duurt enige tijd vooraleer iedereen in de kleine kamer zijn plaats heeft gevonden. Brecht: “Het was kantje boord. Mijn buikvlies was ook nog eens geïnfecteerd. Buikpijn…”

Vader Bernard: “Maar we dachten: ‘Jaja, naar een kookcursus geweest bij de scouts. Dat kennen we, pizza met chocolade.’” Brecht: “Maar ik had echt veel pijn. We zijn om middernacht in het ziekenhuis aangekomen, om twee uur wisten ze het met zekerheid, om zeven uur ben ik geopereerd. Minstens twee abcessen, etter in mijn buik…” Vader: “Je treft hem op een goed moment. Gisteren had hij een punctie gekregen met nadien veel pijn. Er kwam geen woord uit.” Brecht: “Naar school gaan is er natuurlijk niet bij. Ik moet ook nog enige tijd thuis herstellen. Ze zullen leerpakketjes meegeven. En vanmorgen heb ik hier les gevolgd, er is hier een school.” - Zijn het lange dagen? Brecht: “Dat valt mee. Ze hebben hier een uitgebreide collectie mooie films. Thuis kan ik alleen in het weekend naar een film kijken. Ik volg Latijnse. Dat is hard werken.” - Zijn jullie ongerust geweest? Vader: “Ja, voor die punctie, gisteren. Ze probeerden vocht en etter uit zijn buik te evacueren, maar dat lukte niet. Ik zat te wachten en hoorde de ongeruste stemmen van de artsen en toen kwam er iemand zeggen dat het niet goed ging. Dat was slikken. Mijn vrouw werkt als verpleegkundige en dan heb je eigenlijk te veel informatie: je wordt sneller ongerust, omdat je beter weet wat er aan de hand is.”

vermoeiend. De kinesitherapeut wilde mij vanmorgen al laten fietsen, die mannen gaan echt veel te snel. Dat was er over. Ik dacht: ik ben moe, ik ga wat slapen. Komt die kinesitherapeut binnen! Ja, zeg.”

Leen Een volle kamer. Buren en vrienden. De ‘reden’ voor het bezoek zit rechtop in bed, omgeven door knuffelbeesten, laptop in aanslag. Leen (11) is hier al vier dagen, ze heeft last van duizelingen. Leen: “Ja, als ik zo’n aanval krijg lijkt het wel of alles draait als een kermismolen en dat is het net of alles niet echt gebeurt. Dan moet ik snel gaan liggen.” Moeder Lucy: “We waren aan zee en ze kreeg een aanval en de dag nadien opnieuw en ze leek erg te verzwakken.” Leen (ervaringsdeskundige): “Het was een lichte epilepsieaanval, of een migraineaanval. Maar ze twijfelen nog, ze zoeken.” - Gaat de tijd voor jou snel voorbij, Leen? Leen: “Redelijk. Het gaat iets trager, natuurlijk, omdat je hier minder kunt doen. Soms verveel ik me wel. Maar ik kan naar de speelruimte gaan. Ik lees boeken. Ik kijk televisie. En ik zit op de laptop.” - Chat je vaak? Leen: “Nee, dat doe ik niet zo vaak.

‘De kinesist wilde mij vanmorgen al laten fietsen, die mannen gaan echt veel te snel’ - Je zit hier te werken op je laptop? Vader: “Ja, we lossen elkaar af. Mijn vrouw heeft verlof zonder wedde en slaapt hier (wijst naar een opvouwbare zitbank) en ik maak van de kans gebruik om mijn administratie bij te werken. Het is fantastisch dat je hier een internetverbinding hebt, gratis bovendien. Ik werk als technicus bij een bedrijf van anesthesietoestellen. Ik kom vaak in ziekenhuizen en dit is het eerste waar je gratis op internet kan. Nog straffer is dat de kinderen op de computer kunnen werken!” Brecht (haalt een zwarte laptop boven): “Iedere kamer heeft een laptop. Ik krijg hopen mails van vrienden. Alleen mis ik mijn gitaar.” - Mag je al uit je bed? Brecht: “Ja, maar dat is wel nog erg

Maar ik zit veel op sites met spelletjes. En ik kan ook naar films kijken op de laptop. We hebben dvd’s meegebracht. ‘High School Musical’ en zo. En de cliniclown is geweest.” - Gelachen? Leen: “Ach, hij heeft wat verteld en voorgelezen uit mijn Fantasia-boek. Dat is meer iets voor kinderen.” - En ’s nachts? Leen: “Mijn mama blijft slapen. Ik blijf niet graag alleen. Er is altijd iemand hier: mijn papa of mijn mama. Soms zijn ze een kwartiertje weg, maar nooit lang. Wat verder in de gang is een kind dat bijna altijd alleen is. Daar gaan de verpleegkundigen vaak binnen.” - Ben je soms bang ‘s nachts? Leen: “Nee, dat niet… of toch… een beetje wel eigenlijk. Soms komen ze UZ-magazine - december 2008 25


mijn bloeddruk meten. Ik word dan niet eens wakker, want ’s morgens herinner ik me niks.” Moeder: “Maar ik word wél wakker en ik kan dan niet meer slapen. Het is wel vermoeiend. En ’s nachts pieker ik ook veel. Ik hoor haar dan ademhalen, en dan gaat er van alles door je hoofd. Ik ben eens in het midden van de nacht wat gaan wandelen in de gangen. Dat is helemaal anders. Ik zag toen hoe de verpleegkundigen druk bezig waren.

Gevolg: uit de kom en een gecompliceerde breuk.” Céline: “Dat deed veel pijn en ik heb dan nog een half uur moeten wachten op mijn mama die in Brussel werkt.” Moeder: “Ik kwam thuis en ik wist van niks. Ze hadden me niet kunnen bereiken. Mijn hart stond stil toen ik allemaal mensen zag staan. Dat is nu al een jaar geleden. De breuk is slecht genezen omdat ze niet genoeg zou bewogen hebben, maar ze had nochtans drie keer

‘Ik heb een kaart gekregen van de klasgenoten en nu heb ik zin om terug te gaan’ Ik moet zeggen, ik heb echt bewondering voor hen. Hoe die in de weer zijn, kamer in, kamer uit, vriendelijk, lief. Terwijl de wereld slaapt.” Leen: “En de hele klas heeft al kaartjes gestuurd. E-mailkaartjes, kijk, daar hangen ze.”

Céline In de volgende kamer speelt de laptop alweer een grote rol. Er zit een camera in en Céline (12) stuurt een beeld van zichzelf door, gezeten op het bed. Haar rechterelleboog zit gevat in een ingewikkelde constructie. Moeder is Italiaanse, zwart haar, blauwe ogen. “Sicilië!”, zegt ze. Haar vader kwam naar hier toen hij zeventien was. Ze is hier geboren, maar het accent is onmiskenbaar. Céline: “We speelden op de trampoline, ik sprong, wilde op mijn knieën terechtkomen en ben toen op de rand van de trampoline beland.” Moeder Patricia: “Ze is met haar hele gewicht op haar arm terecht gekomen. 26 UZ-magazine - december 2008

per week kine gekregen.” Céline (trots): “En nu zitten er vier pennen in mijn bot! Ik wil weer vlug naar school (wijst naar een kaart met ‘beterschap” aan de muur). Ik heb een kaart gekregen van de klasgenoten en nu heb ik zin om terug te gaan.” - Wat doe je de hele dag? Céline: “Ik heb geprobeerd om wat te wandelen, maar die constructie rond mijn elleboog is veel te zwaar. En dat moet nog twee maanden blijven. Ik kijk er wel tegen op.” - Ben je nu aan het chatten? Céline: “Ja, met vriendinnetjes.” - Waarover chat je? Céline: “Eigenlijk een beetje over alles (giechelt). Over mezelf, maar ook over de school en we roddelen over de klasgenoten die geen msn hebben en dus niet kunnen chatten. En ik krijg hier ook les, ze komen naar de kamer, vandaag was het Frans. Gemakkelijk, want thuis spreken we de twee talen.” - En hoe brengt de mama haar dagen hier door? Moeder: “’s Morgens help ik haar met

wassen en dan ontbijten we samen. Na wat eigen toilet maak ik van de kans gebruik om een boek te lezen. En ze krijgt veel bezoek.” - Het leven zal de volgende maanden veranderen. Moeder: “Ja, ik heb daar al veel over gepiekerd. Ik zal haar naar school moeten brengen en afhalen en dus vroeger moeten stoppen met werken. Ik zal haar naar de kine moeten voeren. Haar vader is vrachtwagenchauffeur, die is vaak de hele week weg, meestal naar Frankrijk. Ik sta er dus alleen voor.” - Geneest haar elleboog volledig? Moeder: “Nee, niet volledig. Ongeveer 80 procent.” De deur gaat open en er wordt een groot pak aangevoerd. Het komt van de collega’s van Patricia en het veroorzaakt grote opschudding. Er zit snoep in, knuffels, truffels, een bericht, chocolade. Céline kan haar plezier niet op.

Jakke Vader en zoon. De zoon zegt haast niets, drentelt door de cafetaria achter hem aan. Hij heeft vreemde blauwe ogen. Als we aan een tafeltje zitten kijkt hij de hele tijd de andere kant uit . Vader: “Hij heet Jakke en is 13. Zijn broer heet Robbe. Een tweeling, adoptiekinderen. Mijn vrouw is hier voor een scan, borstkanker. Ze hebben vorige maand een knobbeltje ontdekt en zonder dralen een borstsparende operatie uitgevoerd. Nu blijkt dat er toch cellen zijn achtergebleven, al zeggen ze dat niet met zoveel woorden. Ze zullen dus de hele borst moeten wegnemen. Na de scan van de niet-geopereerde borst zal blijken of ze ook die borst moeten wegnemen. Ik ben bang, dat zal je wel begrijpen. Misschien is ze


OJFVX DPODFQU VOJFL JO #FMHJq

UPQHBTUSPOPNJF h WPMPOUn WPPS % NFU OJFVXF HFSFDIUFO

-BBU V WFSXFOOFO EPPS PO[F FYRVJTF "[JBUJTDIF LFVLFO h MB DBSUF XBBS V CPWFOEJFO h WPMPOUn WBO HFOJFU 0O[F $IJOFTF FO +BQBOTF UPQTDIFGT MBUFO V QSPFWFO WBO EF IFFSMJKLTUF IBQKFT [PWFFM V PQLVOU FO EBU WPPS FFO WBTU CFESBH WBO ` WPPS EF MVODI NBBOEBHNJEEBH U F N [BUFSEBHNJEEBH FO OJFU PQ [POEBH

FO GFFTUEBHFO FO ` WPPS IFU EJOFS NBBOEBHBWPOE U F N [BUFSEBHBWPOE FO [POEBH FO GFFTUEBHFO ;JO JO FFO TUVLKF "[JBUJTDIF WFSMFJEJOH PQ VX CPSE 6 CFOU WBO IBSUF XFMLPN (FMEJH WBOBG KBOVBSJ

((

205

9

+,9,5

;6; 1

Mechelen

Stadhuis

Parking Ladeuze

Oude Markt Tienen

Parking H. Hart E40 Brussels Namur

Jodoigne Geldenaken

1BSLJOH PQ NJOVUFO TUBQQFO VVS (3"5*4 QBSLJOH PQ WFSUPPO WBO VX QBSLJOHUJDLFU

GRATIS GESCHENK VOOR DE HELE TAFEL gELDig TEm 31 mAART 2009.

Niet cumuleerbaar met andere acties.

0VEF .BSLU Â… -FVWFO Â… 5FM Â… XXX NJOH CF Â… V FO V Â… EJOTEBH HFTMPUFO


Verblijf voor familie

Wanneer u dicht bij uw familielid wilt overnachten, kunnen logies in campus Sint-Pieter voor u wellicht een oplossing betekenen.

Het verblijf voor familie biedt u eenvoudig ingerichte één- en tweepersoonskamers met ontbijt, aan de prijs van 18 of 10 euro per overnachting. Vrijwilligers die op vaste tijdstippen aanwezig zijn, zorgen dat u zich thuis kan voelen, ook in moeilijke momenten.

r UZ Leuven campus Sint-Pieter Brusselsestraat 69 - 3000 Leuven r Reservatie: tel. 016 33 70 04 tussen 8.30 - 12 uur en 14 -19.30 uur r Informatie: tel. 016 33 73 20

voorbestemd: ze heeft endometriose, waardoor we geen eigen kinderen kunnen krijgen.” Jakke (ongerust): “Wat gaan ze met mij doen?” Vader: “Rustig maar, Jakke, meneer komt met ons praten. Alles hebben we gedaan om kinderen te krijgen, ook IVF, al was dat toen nog in een experimenteel stadium. Zeven keer hebben we het geprobeerd, maar met alleen een miskraam als resultaat. Het kostte bovendien verschrikkelijk veel geld. Ten slotte hebben we het opgegeven, een droom aan stukken. We hebben eerst één meisje en later twee jongens geadopteerd. Het meisje was drie dagen oud en kwam uit Frankrijk. Haar moeder is daar anoniem bevallen en heeft het kind meteen afgestaan. De moeder van de jongens is uit Polen naar hier gekomen, samen met haar man. Ze werkte als poetsvrouw en geraakte zwanger. Meer weten we niet. Onmiddellijk na de bevalling is ze in de anonimiteit verdwenen. De dag van de bevalling heb ik de tweeling al de fles gegeven.” - Zijn jullie naar de moeder op zoek gegaan? Vader: “Natuurlijk. We hebben overigens nog een belangrijke reden om ze te vinden. Jakke heeft een handicap. Een jaar na de bevalling hebben we de diagnose gekregen: het ‘fragile X syndrome’ (FXS) - dat heb je als een bepaald eiwit teveel voorkomt op de DNA-structuur. We hadden opgemerkt dat Jakke veel trager was dan zijn broer en anders bewoog. Ze hebben lang moeten zoeken omdat het zo’n zeldzame aandoening is. FXS is erfelijk: alleen jongens krijgen de handicap, maar de moeder geeft het wel door aan jongens én meisjes. Ze weet het allicht niet en daarom willen we haar vinden om ze te waarschuwen dat ze nog gehandicapte kinderen kan krijgen.”

- Jullie moeten echt wel een intense kinderwens gehad hebben? Vader: “Ja, ik had het misschien nog wel enigszins kunnen aanvaarden om nooit kinderen te hebben, maar mijn vrouw niet. Het is echt wel een zeer gemotiveerde adoptie en we hebben nooit spijt gehad.” - Ook niet toen jullie te weten kwamen dat Jakke gehandicapt was? Vader: “Nee, nooit, geen enkel moment. Toen we hier de diagnose gekregen hadden en terug naar huis reden, heb ik de wagen even langs de weg geparkeerd en gezegd: ‘Brigitte, ik denk dat we in een doodlopend straatje zijn terechtgekomen, maar we geven de jongens niet af.’ Ze was het daar volkomen mee eens. We hebben ons deel wel gehad. Met Kerstmis is de broer van mijn vrouw gestorven, hij was 39. Nu weer die borstkanker. Maar goed, de stroom sleept je mee, terugzwemmen gaat niet, tegenspartelen helpt niet.” Een rijzige vrouw komt erbij staan. Ze knuffelt Jakke, die het zich laat welgevallen. Moeder Brigitte: “Hij heeft mooie ogen, vind je niet? Dat is zijn Poolse afkomst. Maar hij zal niet veel zeggen. Een van de symptomen van de aandoening is dat ze een beetje autistisch gedrag hebben en daardoor is hij nogal zwijgzaam.” - Wanneer krijgt u de uitslag van de scan? Want daar hangt veel van af. Moeder: “Morgen weten we met zekerheid of ook de andere borst geamputeerd moet worden en dat zou dan over enkele weken gebeuren. Jakke kan dat niet plaatsen, we proberen het hem ook niet uit te leggen. Hij kan ook niets in tijd plaatsen. w

Win het nieuwe boek van Jan van Rompaey ‘Tussen hoop en wanhoop - Verhalen uit Gasthuisberg’ is een nieuw boek van Jan van Rompaey, een bundeling van artikels die in UZ-magazine zijn verschenen en van uitzendingen van ‘Dorp in de Stad’ op Vitaya. UZ-magazine heeft 10 exemplaren van het boek en u kunt er één krijgen. Hoe? Stuur voor 10 maart 2009 een e-mail naar uzmagazine@uzleuven.be of een kaartje naar UZ-magazine, Herestraat 49, 3000 Leuven, met daarop uw naam en adresgegevens. Een onschuldige hand zal 10 winnaars uit de afgedrukte e-mails en kaartjes trekken.


BIJ ONS ZAL JE INZET WONDEREN DOEN

Verpleegkundigen, voedingsmedewerkers, laboranten, management assistants, technici, ingenieurs, kinesitherapeuten, ... Het talent dat we zoeken is even divers als onze dienstverlening. Dus, hou je van uitdagingen en wil je je verder ontplooien in een boeiende omgeving? Voel je welkom op www.uzleuven.be/jobs en kom je goede voornemens voor 2009 met ons delen. UZ Leuven dankt je alvast voor je vertrouwen en interesse.

In professio n e l e h a n d e n


FUN PAGE

Grappen en grollen

Muzikale letterbrij Schrap in dit rooster horizontaal en verticaal de 20 instrumenten uit het lijstje. De overgebleven letters vormen de titel van een wonderlijk dierenlied. accordeon - blokfluit - doedelzakken - drum - dwarsfluit - fagot - gitaar harp - hoorn - klarinet - klaroen - klokkenspel - luit - orgel - pauk - piano trom - trompetten - tuba - viool K

L

A

R

I

N

E

T

K

A

D

K

P

Z

A

P

G

G

H

R

K

C

O

L

I

D

T

A

V

I

O

O

L

C

E

O

A

W

F

U

W

T

O

M

A

O

D

K

N

A

A

K

H

A

R

P

R

R

E

K

O

R

G

E

L

A

N

E

O

D

L

E

E

S

O

B

E

R

R

E

E

E

Z

N

N

F

T

B

R

O

L

O

N

O

A

S

B

L

O

K

F

L

U

I

T

N

K

P

T

U

B

A

D

J

I

E

S

S

K

E

M

I

D

R

U

M

T

E

R

E

E

L

N

T

R

O

M

P

E

T

T

E

N

!

Charlotte leest onafgebroken in haar boek, ook al is het schemerig geworden in de kamer. “Stop toch eens met lezen”, zegt haar moeder. “Je leest nu al twee weken aan een stuk door. Bovendien: lezen in het donker vermoeit je te veel.” “Maar mama”, reageert ze. “Ik moet het vanavond nog uit hebben. Het is een boek voor kinderen van 7 tot 12. En morgen word ik 13.” Bob tegen Ward: “Wat heb jij gekke sokken aan. Die horen toch niet bij elkaar? Je draagt een groene en een blauwe!” Ward: “Ja, en weet je wat zo gek is? Ik heb thuis nog precies zo’n zelfde paar.” Juul: “Juf, zouden ze de klaslokalen beter niet rond maken?” Juf: “Wat is dat voor een gekke vraag, Juul.” Juul: “Dan zou ik niet meer in de hoek hoeven te staan.” - “Schoenen zijn toch verschrikkelijk duur, hé. Weet u een manier om ze langer mee te laten gaan?” - “Jazeker, neem groter stappen.”

Raadsels 1) Op welke vraag kun je nooit met ‘ja’ antwoorden, ook als dat het goede antwoord zou zijn? 2) Wat doet een paard als het regent? 3) Wat is geel, zingt en heeft 24 poten? 4) Hoe kan een haan een ei leggen op prikkeldraad? 5) Waarom drinken muizen geen alcohol?

L E

Ontdekkingsreiziger Zoek voor deze hoofdsteden een plaatsje in het rooster. In de gekleurde vakjes lees je dan van boven naar beneden de naam van de beroemde Italiaanse ontdekkingsreiziger aan wie Amerika zijn naam te danken heeft. Enkele letters staan al op de juiste plaats. Lima (Peru) - Rome (Italië) - Parijs (Frankrijk) - Londen (Groot-Brittannië) Moskou (Rusland) - Peking (China) - Algiers (Algerije) - Brussel (België) Caracas (Venezuela) - Vilnius (Litouwen) - Canberra (Australië) - Helsinki (Finland) - Lissabon (Portugal) - Islamabad (Pakistan) - Kopenhagen (Denemarken)

U

A

Het dierenlied: ‘k Z

Muzikale letterbrij Oplossingen funpagina

ag twee beren broodjes smeren!

1) Slaap je al? 2) Nat worden. 3) Een dozijn kanaries. 4) Hanen leggen geen eieren, kippen wel. 5) Omdat ze bang zijn van een kater.

Raadsels 30 UZ-magazine - december 2008

S


Rugpijn? Zit of slaapproblemen? Met ons advies zit, slaapt en werkt u beter! Verhoog uw comfort met onze: ✓ lattenbodems, matrassen, hoofdkussens, comfortbedden,... ✓ zitkussens, relaxzetels, salons, zitbanken, stoelen,... ✓ bureaustoelen, zit- en stabureau‘s, zitkrukjes,...

Rug- en nekklachten? Zit- en slaapproblemen? R.S.I.?

De ergonomische lattenbodem in combinatie met de latex matras bezorgt u een gezonde nachtrust. Relaxzetels op maat

Relaxkussen vanaf 69 Euro Dit salon is uitgerust met een rugvriendelijk comfortmechanisme. Het biedt een correcte steun voor uw nek en rug in alle zitposities.

Een perfecte werkplekinrichting voor je rug! Deze bureaustoel en in de hoogte regelbaar bureau zorgen voor een actief en gezond zitpatroon Relaxzetel met comfortfunctie HANDVERSTELBAAR: vanaf 544 Euro MET MOTOR: vanaf 856 Euro

Onze licentiaten lichamelijke opvoeding of kinesitherapie beantwoorden graag al uw vragen rond gezond zitten, slapen en werken in onze showroom. Kom gerust eens proeiggen of -zitten! GRATIS INFORMATIEBOEKJE VERKRIJGBAAR IN DE ZAAK.

Tervuursevest 30 • 3000 Leuven (a/d Naamsepoort, tegenover Delhaize, slechts 1 km van het ziekenhuis)

Tel. 016 29 45 63 • Fax 016 29 45 65 • E-mail: leuven@sit-and-sleep.be • www.sit-and-sleep.be Open: 10.00 u - 18.30 u. • za 10.00 - 18.30 u. • zo. 14.00 18.00 u. • Maandag gesloten • Zondagnamiddag open

DE ADVIESZAAK VOOR GEZOND ZITTEN, SLAPEN EN WERKEN

Sit & Sleep Antwerpen Ernest Van Dijckkaai 1 2000 Antwerpen Sit & Sleep Leuven Tervuursevest 30 3000 Leuven Sit & Sleep Hasselt NIEUW! Genkersteenweg 299 3500 Hasselt


Rug-, nek- of schouderklachten? Spierpijn, spataders, oedeem, ...? GOED ZITTEN EN SLAPEN KAN WONDEREN DOEN!

Perfect Chair Club

Lig jij ook zo zalig? Zero-gravity relaxzetels van Ergorelax l verminderen en voorkomen rugpijn stimuleren de bloedcirculatie verhogen de longcapaciteit verlagen de hartslag

Tevens aangeraden voor sportmensen en mensen met een staand of zwaar beroep.

Promotie

Sonsie Gravity

Gravity

€750

Relaxzetels met opstalift of opstahulp maken opstaan en neerzitten veel gemakkelijker De kantelpositie legt de benen en voeten hoger en zorgt dat men niet onderuit schuift. Een aanrader bij spataders, oedeem en rugklachten. Zalig voor iedereen (combineerbaar met opstalift).

Perfect Chair

€ 995

ZEGRAMAX (HT 7450) Zero-gravity massagerelax voor professioneel en particulier gebruik

exclusief verdeler van an

en

Aangeraden door artsen, kinesisten en binnenhuisarchitecten A

HERSELT DORP 78 - Tel.: 014/54 55 11

e-mail: info@debedstee.be • info@ergorelax.eu www.debedstee.be • www.ergorelax.eu

Open: ma-di-do-vr: 10 - 12.30 en 13.30 - 18.30u. Zaterdag: 10 - 12.30 en 13.30 - 17u Gesloten op woensdag, zon- en feestdagen!


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.