UZ-magazine juni 2011

Page 1

UZ MAGAZINE

Verantwoordelijke Uitgever: Suzy Van Hoof, Herestraat 49, 3000 Leuven

Verschijnt driemaandelijks, jg 27 - nr 2 - juni 2011

Longkanker: nieuwe therapieën Mama en papa als roommate

!

is e at me Gr m e Ne

Jan van Rompaey bezoekt ‘spoed’ De was in UZ Leuven


¨¨¨¨¨ serviceresidentie

TRIOPTIC LEUVEN wordt ELS OPTICS

Onbezorgd wonen en genieten

optiek – contactlenslabo

• Luxueuze appartementen in parktuin van 2ha

gespecialiseerd in multifocale brilglazen

• Rustige ligging op 5 km van centrum Leuven • Ruim dienstenaanbod volgens eigen wensen Restaurant, cafetaria, kapsalon, wassalon, boodschappendienst, poetsdienst, huishoudelijke hulp, medische en persoonlijke verzorging • Veiligheid: alarmsysteem, 24/24 permanentie • Privacy en vrijheid • Gezelschap en animatie

Prodesign – Calvin Klein – William Morris D&G – Rodenstock – Michael Kors Guess – Jono Hennessy – Ray-Ban …

Nieuw: Wellness-centrum voor lichaamsverzorging, massage, manicure, pedicure, aroma-therapie, dieetadvies, infraroodsauna, …

Service-residentie Ter Korbeke Oudebaan 106 - 3360 Korbeek-Lo Tel.: 016 46 39 25 www.terkorbeke.be 2 UZ-magazine - juni 2011

15%

op monturen, glazen en zonnebrillen

op vertoon of vermelding van deze advertentie

els optics

Vital Decosterstraat 28A - 3000 Leuven 016/23 85 02 - www.els-optics.be ma-vrij: 9u30-18u - zat.: 9u30-17u don. gesloten


6

12

10 18

Nieuwe stappen in de strijd tegen longkanker

20

6 Na vele jaren onderzoek wordt de moleculair-biologische therapie, ook bekend als de gepersonaliseerde behandeling van kanker, nu ook ingezet bij de behandeling van patiënten met longkanker. Het wasgoed in UZ Leuven 10 Wassen en strijken: het moet niet alleen thuis, maar ook in het ziekenhuis. Elke dag gaan in UZ Leuven stapels vuile lakens, handdoeken en doktersjassen in de was. De wasdienst in actie. Meer overlevingskansen bij een hartinfarct 12 Vijfentwintig jaar geleden stierf nog 30 procent van de patiënten met een hartinfarct binnen de maand. Nu is dat nog 10 tot 15 procent.

UZ-magazine Jaargang 27, nummer 2 (juni 2011) Kwartaalblad voor patiënten, familie en bezoekers van UZ Leuven campus Gasthuisberg, Lubbeek, Pellenberg, Sint-Pieter en Sint-Rafaël

inhoud

De behandeling van een hartinfarct is in de afgelopen decennia sterk geëvolueerd.

Overnachten bij je zieke kind 18 Bij je kind in het ziekenhuis verblijven én overnachten? Dat is mogelijk in UZ Leuven. Hoe deze ‘rooming-in’ precies verloopt, vertelt Myriam De Becker, stafmedewerker operationeel beleid.

UZ-magazine

26 UZ Leuven. Hoe is de preventie en actie geregeld als er in het ziekenhuis iets gebeurt? Dorp in de stad 26 Voor zijn rubriek ‘Dorp in de stad’ trok Jan van Rompaey deze keer naar de spoedgevallendienst van UZ Leuven. Hij luisterde er naar de verhalen van patiënten en hun familieleden.

Wanneer is bedplassen een probleem? 20 Plast je kind nog in bed? En wil het daar echt van af? Met de juiste motivatie en met een goede begeleiding raken kinderen en jongeren zo goed als zeker van bedplassen verlost. Voorbereid op het onverwachte 24 Elk groot bedrijf of instelling moet een rampenplan hebben. Dus ook

Vaste rubrieken 4 Journaal: berichten over en uit UZ Leuven 5 Woordje van de pastor 16 Column van Clara Vanuytven 30 Nieuw: voortaan in elk nummer een smakelijk en gezond recept

redactieadviesraad: dr. Koen Bronselaer, Jan Etienne, Ludo Govaerts, prof. dr. Marie-Christine Herregods, Ann Lemaître, prof. dr. Diethard Monbaliu, prof. dr. Peter Reynders, Suzy Van Hoof, Ad Van Poppel, Clara Vanuytven, Jan Verhaeghe en prof. dr. Chris Verslype eindredactie: Ann Lemaître hoofdredactie: Suzy Van Hoof redactieadres: UZ Leuven, dienst communicatie, Herestraat 49, 3000 Leuven, tel. 016 34 49 55, uzmagazine@uzleuven.be Reclameregie: B-Net, Bie Van Cleuvenbergen, voor Decom, ’t Hofveld 6c4, 1702 Groot-Bijgaarden, tel. 016 63 20 65, bie@b-net.be Foto’s: Griet Dekoninck, Jan Locus, Geert Dekeyser e.a. productie: Decom nv, ’t Hofveld 6c4, 1702 Groot-Bijgaarden, tel. 02 325 64 64 vormgeving: Dirk Declerck, Decom projectopvolging: Gunther De Kegel, Decom verantwoordelijke uitgever: Suzy Van Hoof, Herestraat 49, 3000 Leuven copyright: overname van artikels of gedeelten daarvan wordt toegestaan na overleg met de redactie en met vermelding van de bron

UZ-magazine - juni 2011

3


journaal

Nieuws uit UZ Leuven

Ziekenhuizen wisselen info uit UZ Leuven heeft met zeven andere ziekenhuizen een samenwerkingsverband gesloten. Voortaan zullen de acht ziekenhuizen het informaticasysteem gebruiken dat UZ Leuven enkele jaren geleden ontwikkelde voor het beheer van patiëntendossiers. Door die samenwerking kunnen de artsen van de verschillende ziekenhuizen info uitwisselen. In elk aangesloten ziekenhuis heeft de arts toegang tot het dossier van de patiënt, om bijvoorbeeld belangrijke info over medicatie of allergieën te kunnen checken. De samenwerking kreeg de naam Nexuz Health en is een medisch samenwerkingsverband tussen UZ Leuven en het Nationaal Multiple Sclerose Centrum van Melsbroek, het AZ van Diest, AZ SintLucas in Brugge, AZ Glorieux in Ronse, AZ Sint-Blasius in Dendermonde, het O.L.Vrouwziekenhuis in Aalst en AZ Groeninge in Kortrijk. Een streng toegangscontrolesysteem bewaakt de gegevens en de privacy van de patiënt: alleen de behandelende artsen en verpleegkundigen die bij de behandeling betrokken zijn, kunnen het dossier inkijken.

Handalcohol in het ziekenhuis: nu ook voor bezoekers Handen wassen en ontsmetten is niet alleen belangrijk voor artsen en verpleegkundigen, maar ook voor patiënten en bezoekers in het ziekenhuis. UZ Leuven voert al vele jaren een intensieve campagne om alle medewerkers aan te sporen er een goede handhygiëne op na te houden. Ziekenhuisinfecties voorkomen begint namelijk met een ­correcte handhygiëne. Sinds het behalen van het kwaliteits­ label JCI (joint commission international) in juni 2010, wil UZ Leuven ook patiënten en bezoekers meer betrekken bij de campagne. Daarom is er voortaan handalcohol beschikbaar voor bezoekers in alle publieke ruimten van de verschillende campussen. Meer info in de folder ‘Wat kunt u doen om ziekenhuisinfecties te voorkomen?’, ­verkrijgbaar aan het onthaal.

Vaccinaties tegen kinderziekten blijft belangrijk De voorbije maanden kende Vlaanderen een opflakkering van kinderziektes als de bof, mazelen en kinkhoest. Een van de oorzaken is de groeiende argwaan of desinteresse tegenover vaccinaties. UZ Leuvenviroloog Marc Van Ranst doet een oproep bij de bevolking om te blijven hun baby’s vaccineren. “We waren erin geslaagd ziektes als mazelen, rode hond, dikoor en kinkhoest bijna te doen verdwijnen. Maar hier en daar bleven ze toch nog opduiken. Nu de aandacht voor vaccinatie een beetje verzwakt in sommige kringen, blijkt dat gevaarlijker te zijn dan gedacht. De jonge ouders van vandaag kregen zelf als kind een vaccin en hebben de ziekte dus nooit gekend. Daarom zijn jonge mensen wat moeilijker te overtuigen om hun kind een spuitje te geven.”

Kunst in het ziekenhuis ‘Kunst in het ziekenhuis’ biedt kunstenaars de kans hun werk tentoon te stellen in de gangen van het ziekenhuis. Van eind mei tot 21 juli 2011 kun je werk bewonderen van fotograaf Patrick De Maeyer, die in zijn foto’s de vrouw centraal stelt. In dezelfde periode exposeert ook Francine De Groote. Zij probeert met haar tere aquarellen de eigenheid van elke bloemensoort te vatten. Vanaf 25 juli is het de beurt aan de dromerige schilderijen en tekeningen van Raymond Celis en een fototentoonstelling ten voordele van de Laeversstichting. Die stichting sponsort onderzoek naar de spierziekte ALS. 4 UZ-magazine - juni 2011

Winkelen in campus Gasthuisberg Snel nog een bloemetje kopen? Een knuffelbeest? Een tijdschrift? In het winkeltje van campus Gasthuisberg, vlak naast het onthaal, vind je heel wat cadeautjes en lekkers. De bloemenwinkel ligt wat verder in de overdekte wandelgang. Geld afhalen kun je in de geldautomaat naast het onthaal of in de gang aan het platform op de eerste verdieping (volg de gekleurde pijlen). Openingstijden winkeltje: werkdagen: 7 - 19.30 uur zaterdag: 10 - 19 uur zon- en feestdagen: 12.30 - 19 uur Openingstijden bloemenwinkel: maandag: voormiddag gesloten / 12 - 19.30 uur dinsdag tot vrijdag: 10 - 19.30 uur zaterdag: 13.30 - 19 uur zondag: 12.30 - 19 uur (tel.: 016 20 55 90)

‘Adem’ nu ook op dvd UZ Leuven was het decor voor de aangrijpende film ‘Adem’, het langspeeldebuut van regisseur Hans Van Nuffel. De film vertelt het verhaal van de broers Tom (Stef Aerts) en Lucas (Maarten Mertens), die lijden aan mucoviscidose, een genetische ziekte die hun longen langzaam sloopt. Onder andere de apotheek, het operatiekwartier, de cafetaria en de transportgangen van campus Gasthuisberg komen in de film in beeld. Wie de film gemist heeft, kan hem nu toch nog zien: ‘Adem’ is sinds kort namelijk ook op dvd verkrijgbaar.


pastor Varen naar de overkant woordje van de pastor

E

Lucas Lissnyder

Enkele maanden geleden is mijn vader gestorven. Plots werd ik ervaringsdeskundige. Alhoewel ik al honderden patiënten en hun familie in het stervensproces had bijgestaan, leek het alsof ik voor de eerste keer met de dood werd geconfronteerd. Want dit was wel mijn vader. Ik besefte op dat moment ook hoe ver weten en ervaren uit elkaar kunnen liggen. Van buitenstaander werd ik betrokkene. Zo hoorde ik mezelf aan de arts vragen hoelang het nog zou duren. “Dat weten we niet”, was het antwoord dat ik zelf ook had kunnen geven. “Denkt u dat hij pijn heeft?” “Zo te zien niet!” en dat zag ik zelf ook wel. Het is zo anders als je aan het sterfbed van je vader staat. Alsof alles wat tevoren evident leek plots heel nieuw was geworden. Zo kunnen we ons als pastor wel eens opwinden over het feit dat mensen zo lang wachten om een ziekenzegening of zalving te vragen. Maar als een collega mij niet gevraagd had “Gaan jullie ook nog bidden bij je vader?”, zou het wellicht niet in mijn hoofd zijn opgekomen. En zo kan ik nog vele dingen opnoemen. Toen alles voorbij was, heb ik toch even stilgestaan bij dit fenomeen. Wat maakte dit nu zo anders dan in mijn werk? Naar mijn aanvoelen heeft het antwoord veel te maken met verzet tegen het sterven van onszelf of van een geliefd iemand. We willen immers niet dat dit gebeurt en daarom laten we onze gevoelens tijdelijk de bovenhand halen. We schakelen over op verzet of ontkenning en worden ziende blind. Daarom ook spelen er tussen de hulpverlener en de betrokkene wel eens sterk tegengestelde krachten mee. De eerste wil een lineair proces doorlopen en de ander gaat hiertegen in het verzet. “Le cœur a ses raisons que la raison ne comprend pas.” Medisch kunnen we meer dan ooit tevoren heldere beelden weergeven van wat er mis is in de hersenen, de lever of het hart. Maar het hart wil hier juist niets van horen. Liever wat onzekerheid dan een dodelijk scherpe scanner. Zo zitten we nu eenmaal in elkaar. Hoe kun je anders verklaren dat een patiënt maanden-

lang chemotherapie krijgt, bestraald wordt, tientallen consultaties doorloopt en uiteindelijk op de palliatieve afdeling terechtkomt waar hij doodleuk vraagt: “Wanneer kan ik hier weer weg, denkt u?” “Waarheen dan?”, vraagt de verpleegkundige wat onthutst. “Naar huis, tiens!” Ook dat is een diepe reflex: we willen op zulke momenten naar huis. Als we bang zijn, willen we naar ons veilige nestje. Mijn kater doet dat trouwens ook. Hoewel ik hem zo uit zijn nest op de zetel zou kunnen plukken, denkt hij er toch veilig te zijn. In paniek vlucht hij daar steeds weer naartoe. Ondanks alle goede zorgen blijft een ziekenhuiskamer een anonieme, klinische plaats. Het persoonlijke van thuis is weg en meteen ook heel je verleden, al je herinneringen. Onuitgesproken hangt het spook van de ziekte in je kamer en lijkt je toekomst heel onzeker. Thuis biedt een vertrouwde zekerheid dat tikkeltje meer hoop. Heel soms aanvaarden we ons lot wel. Maar dan is er vaak de gelatenheid die ons gemoed bedrukt. Lusteloos, wat verdrietig hoeft het dan allemaal niet meer. “Zet die tv maar uit. Neen, ik lees niets meer. God heeft mij in de steek gelaten: daarom kan ik niet meer bidden.” Het gebeurt zelden, maar sommige mensen kunnen hun sterven of dat van hun geliefde een plaats in het leven geven. Als je dat kunt, gaan er weer deuren open. Genieten kan dan weer enigszins, al zal dat nooit meer voluit zijn omdat één oog al verder de toekomst inkijkt. Mogen ophouden met vechten kan zo troostend zijn. Je komt dan weer dichter bij jezelf en bij de ander. Van Zijn kant zegt God dan: ”Wees maar niet bang, Ik ben er!” Geloof, hoop en liefde, het blijven de drie sterke zussen die aan onze levenskar trekken, maar de hoop is de dapperste van de drie.

In elke campus van UZ Leuven werkt een pastor. U kunt met een pastor contact opnemen via de verpleegeenheid of via het secretariaat van sociaal werk, tel. 016 34 86 20. UZ-magazine - juni 2011

5


Na vele jaren onderzoek wordt de moleculair-biologische therapie, ook bekend als de gepersonaliseerde behandeling van kanker, nu eveneens gebruikt bij de behandeling van patiënten met longkanker. UZ-magazine vroeg longkankerspecialist prof. dr. Johan Vansteenkiste hoe deze nieuwe medicatie de mogelijkheden van chemotherapie aanvult. Oncologie

Jan Bosteels

Nieuwe stappen in de strijd tegen longkanker Longkanker is in Vlaanderen na prostaatkanker de meest frequent voorkomende kanker bij mannen en bij vrouwen de derde vaakst voorkomende, na borst- en dikkedarmkanker. Toch was de behandeling van longtumoren tot tien jaar geleden een minder ontgonnen terrein. Vanuit het besef dat het om een belangrijke groep patiënten ging met destijds bijzonder sombere levensverwachtingen, sloegen de wetenschappelijke wereld en de farmaceutische indus­ trie de handen in elkaar om de eigenschappen van tumoren en hun moleculaire afwijkingen in kaart te brengen. Vervolgens werd op basis van die inzichten gerichte medicatie ontwikkeld: de moleculair-biologische therapie, ook bekend als de gepersonaliseerde behandeling van kanker. Dat longkanker nu op een gepersona6 UZ-magazine - juni 2011

liseerde manier wordt bestreden, betekent zeker niet dat de behandeling vroeger onpersoonlijk was, benadrukt professor Vansteenkiste van het team respiratoire oncologie bij UZ Leuven. “Bij onze behandeling staat altijd het persoonlijke voorop. Maar het nieuwe begrip gepersonaliseerde

ter dan niet-gepersonaliseerde medicatie. Ze veroorzaken bovendien minder nevenwerkingen.” Om te begrijpen hoe de moleculaire medicatie functioneert en in welk opzicht ze verschilt van chemotherapie, is het nodig iets meer te weten over de specifieke eigenschappen van

“Bij tien procent van de longkankerpatiënten is de nieuwe behandeling mogelijk” geneeskunde in de kankerzorg slaat op het feit dat men de mechanismen die kankercellen drijven meer en meer heeft ontrafeld. Die kennis sijpelt nu door naar de patiëntenzorg. De moleculaire medicijnen die sinds kort op de markt zijn, blijken efficiën-

kankercellen. “Kankercellen zijn snel delende cellen”, verduidelijkt professor Vansteenkiste. “Met chemotherapie dien je giftige stoffen toe, die de snel delende cellen afbreken door het genetisch materiaal in de celkern – het DNA – af te breken.


Roken en longkanker: de feiten • Traditioneel is roken een van de belangrijkste oorzaken van longkanker, maar dat is de laatste tijd geëvolueerd. Professor Vansteenkiste: “Vroeger waren onze patiënten bijna per definitie man en roker. Nu is 15 tot 20 procent van de patiënten niet-roker. We zien ook meer jonge en vrouwelijke patiënten. De stijging bij vrouwen is deels te verklaren doordat vrouwen meer zijn gaan roken.” • Van de 20 procent niet-rokers kent men de oorzaak niet, maar er zijn sterke aanwijzingen dat hun kanker is veroorzaakt door de slechte luchtkwaliteit, passief roken, fijn stof, dieselpartikeltjes enzovoort. • Een van de grote problemen met longkanker is dat de aandoening vaak pas laat wordt ontdekt. “Dat komt omdat de long een intern en stil orgaan is. Een borsttumor wordt door de patiënt sneller opgemerkt, een tumor in het hoofd-halsgebied zal sneller symptomen veroorzaken. De long zit vanbinnen en is ‘stil’ omdat ze geen pijnbezenuwing heeft. Zo lang een longtumor niet op een plaats zit waar hij tegen iets drukt, merk je er niets van.” • De beste manier om (long)kanker te voorkomen is nog altijd niet roken en de blootstelling aan passief roken te vermijden. “In heel wat onderzoek wordt een gezonde voeding, met voldoende groenten en fruit, beschouwd als preventief tegen heel diverse tumoren.” • Hoe zit het met zogenaamde gelegenheidsrokers en mensen die ooit gerookt hebben? “Hoe meer je rookt, hoe meer kans op longkanker. Wij drukken dat doorgaans uit in ‘pakjaren’. Als je dertig jaar lang een pakje per dag hebt gerookt, heb je dertig pakjaren achter de rug. Het risico stijgt met het aantal pakjaren, en het risico daalt wanneer je stopt met roken.” • Zijn filtersigaretten gezonder dan roltabak? Integendeel, stelt professor Vansteenkiste. “Dat heeft te maken met de partikelgrootte. Bij filtersigaretten krijgt de roker proportioneel misschien wat minder nicotine binnen, waardoor hij geneigd is meer te roken. Anderzijds laat de zogenaamde filter ultrafijne partikels door die zeer diep in de longen doordringen en die het meest gerelateerd zijn aan de nu frequent voorkomende adenocarcinomen. Maar ik wil zeker geen pleidooi houden voor roltabak: roken is sowieso schadelijk. Het is wel zo dat het begrip ‘filtersigaret’ een gevoel van valse veiligheid geeft. Het is in ieder geval geen filter voor de gezondheid.”

Chemotherapie ruimt op die manier niet alleen tumorweefsel op, maar ook andere snel delende cellen, zoals beenmergcellen en cellen van het maag-darmslijmvlies. Dat veroorzaakt de bekende nevenwerkingen van chemo: een verminderde aanmaak van bloedcellen, misselijkheid, diarree, een verhoogd infectierisico en soms zenuwontstekingen.” De moleculaire behandelingen werken anders dan chemotherapie, zegt de longspecialist. “Zij werken in op het proces dat men signaaltransductie noemt. Om te overleven heeft een kankercel stimulerende signalen nodig uit zijn omgeving. Die signalen worden aangevoeld door een receptor, een eiwit dat op de rand van de cel zit. Dat eiwit geeft via een cascade van stoffen het commando aan de celkern om te groeien, te vermenigvuldigen en zich te verspreiden. Een

moleculair medicijn, blokkeert die cascade en stopt dus de groei van de kanker. Dat betekent niet dat mensen genezen, want na zekere tijd, bijvoorbeeld een jaar, zal de tumor nieuwe zijwegen vinden. Het onderzoek dat nu lopende is, probeert daar een mouw aan te passen en de zijwegen af te sluiten. Zo evolueert men steeds verder in het analyseren van signaalwegen en het ontwikkelen van nieuwe, specifieke medicijnen.”

Niet voor iedereen Goed nieuws voor longkankerpatiënten? Helaas maar voor een gedeelte onder hen. “Er bestaat voorlopig nog geen moleculaire medicatie voor àlle vormen van longkanker”, legt professor Vansteenkiste uit. “Longkanker wordt traditioneel opgedeeld in twee groepen: kleincellig en niet-kleincellig. Bij die laatste maakt men het

onderscheid tussen tumoren die uitgaan van de klierstructuren in de longen – de adenocarcinomen – en de tumoren die uitgaan van het bedekkende weefsel van de luchtwegen, plaveiselceltumoren. Bijna alle vooruitgang op het gebied van moleculaire therapie situeert zich bij de adenocarcinomen, die voorkomen bij ongeveer de helft van alle patiënten.” Stel dat longkanker is gedetecteerd, dan betekent dat nog niet dat iedereen in aanmerking komt voor een moleculaire behandeling. “Dat kan alleen bij patiënten die een moleculaire afwijking in hun tumor hebben”, stelt professor Vansteenkiste. “Om dat vast te stellen, is het heel belangrijk dat we een goede samenwerking hebben tussen degene die de stalen neemt – een endoscopist, een radioloog of een chirurg –, de patholoog die met dat schaarse weefsel aan de UZ-magazine - juni 2011

7


Professor Vansteenkiste over de nieuwe moleculaire medicijnen: “Men heeft de mechanismen die kankercellen drijven beter ontrafeld.”

slag gaat en het moleculair lab, dat de genetische afwijkingen bepaalt.” Soms wordt de moleculaire behandeling gecombineerd met klassiekere vormen van kankerbestrijding zoals chemotherapie of radiotherapie (bestraling). “Het hangt af van patiënt tot patiënt”, zegt pneumoloog Vansteenkiste. “Sommigen krijgen eerst een moleculaire behandeling, anderen eerst chemotherapie. Nieuwere middelen met moleculaire werking worden soms als laatste behandeling gebruikt bij patiënten die geen andere kansen meer hebben.”

Succes Het succes van de nieuwe medicatie is dus voorlopig enkel voor een vrij beperkte groep patiënten weggelegd: ongeveer tien procent heeft een specifieke receptor die gepersonaliseerde therapie mogelijk maakt. Maar de behandeling is voor hen dan ook erg efficiënt. Professor Vansteenkiste zet 8 UZ-magazine - juni 2011

dit cijfer verder in perspectief. “We hebben het hier over de bevolking in Europa. In Azië is deze medicatie bij dertig procent van de patiënten succesvol. We zijn nu al bezig met nieuwe onderzoeksmedicatie, waardoor ook bij ons die tien procent zal groeien naar vijftien, twintig procent of zelfs meer. Chemotherapie zal een belangrijk rol blijven spelen, want beide behandelingen zijn complementair. Tien procent is trouwens niet weinig als je bedenkt dat we van nul procent komen. Bovendien gaat het over een grote groep patiënten en sla-

gen we erin om bij hen een duurzame tumorcontrole te verwerven over langere tijd. De persoonlijke medicatie wordt vooral gebruikt bij patiënten met uitzaaiingen en het levert hen een langer leven op met betere levenskwaliteit.” Natuurlijk brengt ook nieuwe medicatie onvermijdelijk nieuwe bijwerkingen met zich mee, maar die zijn minder ernstig en anders dan bij chemotherapie. Patiënten klagen vooral over huidreacties en lichte diarree. Maar die zijn veel minder erg dan de mogelijke bijwerkingen bij chemo. w

Neoderm® € 55,-

Ontdek onze nieuwe producten Nu € 895,-

The Original

SUPER

MEDIC

ZIT- EN SLAAPCOMFORT

www.supermedic.be Relax Medicare, electrisch met lift.

T 0495/54 55 60


Grote wegenwerken op stapel rond campus Gasthuisberg Vanaf juli 2011 wordt het even zoeken om campus Gasthuisberg te bereiken. Er staan namelijk grootse wegenwerken op stapel die de verkeerssituatie drastisch kunnen veranderen. UZ Leuven werkte daarom een spe­ ciale website uit waar patiënten en bezoekers zich kunnen informeren over de laatste stand van zaken op het vlak van verkeer en wegenwerken rond campus Gasthuisberg: www.uzleuven.be/wegenwerken De komende jaren zal de weg rond de campus in verschillende fases vernieuwd worden. De K.U.Leuven en UZ Leuven bouwen samen aan een Health Sciences campus. Bedoeling is om alle biomedische gebouwen en diensten uit de Leuvense regio in één grote site onder te brengen: van patiëntenzorg tot opleiding en onderzoek. Zo komen ziekenhuis, onderwijs en universiteit samen in een grote Health (gezondheid) Sciences (weten_ g schap) campus.

Voor dit project werd een verkeersstudie uitgevoerd. Die wees uit dat het bijvoorbeeld belangrijk was om doorgaand verkeer te vermijden tussen de autosnelweg E314 en Leuven stad. In het nieuwe verkeersconcept zal het accent liggen op duurzaam verkeer en veiligheid voor alle weggebruikers. Dit zijn een aantal veranderingen die je de komende jaren mag verwachten: • de noordelijke kant van de ringweg, waar de gebouwen van KHLeuven en de K.U.Leuven liggen, wordt verkeersarm. Fietsende studenten en openbaar vervoer krijgen hier prioriteit. • bij de afrit van de E314 komt een nieuwe rotonde. Via een ondergrondse tunnel zul je rechtstreeks van de autostrade naar de westelijke parkings van het ziekenhuis rijden. • aan de westkant van het ziekenhuis komt een nieuwe grote hoofdingang: hier zullen de bussen van

De Lijn ook hun eindhalte hebben. • langs de hele nieuwe ringweg komt een fietspad in beide richtingen. • de rotonde bij het monument ‘het Teken’ zal opnieuw aangelegd worden en krijgt vier in plaats van drie aansluitingswegen. Het gevaarlijke punt waar fietsers en voetgangers de drukke afrit van de ring moeten oversteken, verdwijnt. • de middenberm van de Leuvense ring zal toegankelijk zijn voor hulpdiensten en het openbaar vervoer. Zo krijg je een snellere verbinding met het station langs de binnenring, wat het aantal bussen in Leuven centrum op termijn zal verminderen.

Meer info over de Health Sciences campus Gasthuisberg? www.uzleuven.be/health-sciences-campus Meer info over de toegankelijkheid van ons ziekenhuis? Check www.uzleuven.be/wegenwerken

MET WELKE KLACHT GAAT U SLAPEN? MET WELKE KLACHT GAAT U SLAPEN?

ijd NEK ereldw n WHOOFDPIJN/STIJVE le Gespannen worbevonekspieren anvaak aden verergerd dandoor een r e e m en doorslechte eslaaphouding ch is d kunnen geven 00 maanleiding 75.0 tot spanningshoofdpijn. Als alisten spedecinek niet goed wordt ondersteund gedurende de slaap, kan dat leiden tot pijn en stijfheid.

RUGPIJN Rugpijn en stijfheid worden vaak verergerd gedurende de nacht, vooral als de rug door de matras in een onnatuurlijke houding wordt gedwongen.

HEUPPIJN Pijn in de heupen kan toenemen door een harde matras en kan leiden tot een gevoel van ongemak en zelfs tot een ontsteking van het gewricht.

KNIEPIJN Een ontsteking in en rond de kniegewrichten kan leiden tot een gevoeligheid voor druk en aanraking. Om dit probleem op te lossen dient een matras op zelfs de lichtste plaatselijke druk te reageren.

FIBROSITIS Dit probleem wordt vaak verergerd door een slechte lighouding waardoor spanningen optreden in de rugen schouderspieren.

ARMPIJN Pijn, stijfheid en een tintelend gevoel in de armen wordt veelal veroorzaakt door een ontsteking van de nekzenuwen. Deze klachten verergen door een slechte slaaphouding, vooral als de nek niet op de juiste manier wordt ondersteund.

TEMPUR Facts 1. Uw ruggengraat en gewrichten rusten in hun natuurlijke positie, waardoor snurken vermindert. 2. Het is klinisch bewezen dat het draaien en woelen ‘s nachts vermindert met TEMPUR matrassen en kussens. 3. Wereldwijd wordt TEMPUR aanbevolen door meer dan 75.000 medisch specialisten. 4. 95% van de TEMPUR gebruikers is tevreden of uiterst tevreden.

ISCHIAS Heupjicht, die optreedt achteraan het dijbeen en ter hoogte van de kuit tot aan de voet, kan verschillende maanden aanhouden. Een onnatuurlijke slaaphouding veroorzaakt.

PROBLEMEN MET DE BLOEDSOMLOOP Problemen met de bloedsomloop zorgen vaak voor gezwollen voeten en pijnlijke en stijve kuiten gedurende de nacht. De matras zou zacht genoeg moeten zijn om de contactdruk, die de bloeddoorstroming onderbreekt, te verlagen.

Een onafhankelijke studie van drie maanden in een Duits slaapinstituut toont aan:

TEMPUR verbetert bij 9 van de 10 mensen de kwaliteit van slapen aanzienlijk!

Orthopedische hoofdkussens en drukverlagende matrassen.

Een Duits slaapinstituut wilde het precies weten: “Hoe beïnvloedt het visco-elastische en temperatuurgevoelige TEMPUR matras de slaapkwaliteit?” De conclusie was duidelijk en overtuigend: bij meer dan 90% van de testpersonen die op een TEMPUR matras sliepen, was de slaapkwaliteit verbeterd.

Wereldwijd aanbevolen door meer dan 30.000 medisch specialisten.

De TEMPUR® Matrassen en Hoofdkussens worden wereldwijd aanbevolen door meer dan 30.000 artsen, chiropractors, fysiotherapeuten en osteopaten. Zij geloven rotsvast in de eigenschappen van het TEMPUR Materiaal om rug- en nekproblemen te verminderen en te voorkomen en in het feit dat de beste omstandigheden worden geboden voor een goede nachtrust.

Minder draaien en woelen:Changing the way the world sleeps. Op een matras van TEMPUR wordt het gewicht en de beweging van uw lichaam perfect geabsorbeerd en gelijkmatig verdeeld, zodat drukpunten worden gereduceerd. Hierdoor vermindert de neiging om te gaan draaien tijdens de nacht. U heeft minder slaap nodig en u wordt uitgerust wakker. UW ADVISEUR IN DE REGIO 2 U mW A D 7.000 toonzaal:

Matrassen Bedbodems Boxsprings Relaxzetels Salons ma-vrij: 9u-12u & Eetkamers Jeugd- en slaapkamers

V I S E U R

I N

D E

R E G I O

HAACHTSTRAAT 79 - 3020 VELTEM CENTRUM • T 016/48 83 36 www.meubelen-patrima.be • 7.000 m2 woonideeën

13u-18u • za: 10u-18u • zo: 14u-18u • donderdag en feestdag gesloten

T E M P U R - A U P I N G V I S I O N - L AT T O F L E X / W I N X - C A R P E D I E M

Meubelen PATRIMA

HAACHTSTRAAT 79 3020 VELTEM CENTRUM

UZ-magazine - juni 2011

9


Wassen en strijken: het moet niet alleen thuis, maar ook in het ziekenhuis. In UZ Leuven gaan elke dag stapels vuile lakens, handdoeken en doktersjassen in de was. Maar hoe gaat dat precies in zijn werk?

De wasdiensT

An Kestens

Hoe draait de was in UZ Leuven? Bijna iedereen die in het ziekenhuis werkt, trekt elke werkdag propere beroepskleren aan. UZ Leuven verwacht dat van zijn artsen en verpleegkundigen, maar ook van de schoonmakers en het keukenpersoneel. Ook lakens, kussenslopen en dekbedden worden na elke verzorging volledig of gedeeltelijk ververst. Op de spoedgevallendienst staan

bovendien dag en nacht tientallen bedden klaar. Alles samen leidt dat tot enorme hoeveelheden was die dagelijks opgehaald, gewassen en teruggebracht worden. “De uniformen van de artsen en ­verpleegkundigen en ‘plat linnen’, zoals lakens, handdoeken en kussenslopen, worden afzonderlijk gewassen”, zegt Ann Quetin, verantwoor-

Kleine wasjes, grote wasjes Dat het in UZ Leuven om grote wasjes gaat, vertellen deze cijfers: • In UZ Leuven zijn er 115 verschillende soorten plat linnen en een twintigtal soorten beroepskledij. • Jaarlijks wordt er 1 704 000 kg plat linnen gewassen. • Er gaan per jaar 1 182 000 kledingstukken naar de wasserij. • In november 2010 verbruikte UZ Leuven 98 270 steeklakens en 82 240 washandjes.

10 UZ-magazine - juni 2011

delijk bij UZ Leuven voor de beroepskledij. “Het wasgoed uit de operatiezalen is nog een categorie apart. De uniformen van de artsen en het plat linnen uit het operatiekwartier hebben ter herkenning dezelfde groene kleur.” In campus Gasthuisberg haalt de dienst beroepskledij de werkuniformen op en hangt ze nadien terug in de vestiaire. Op de andere campussen gebeurt dat door het schoonmaakteam. De schoonmakers verzamelen ook de vuile kleding uit de operatiezalen. “Het ophalen en verzamelen van het vuile plat linnen doen de verpleegkundigen of de logistieke medewerkers van de verschillende diensten zelf”, vult Kris Schepers, adjunct-verantwoordelijke van de dienst fijndistributie aan. “Wij verdelen daarna al het proper gewassen plat linnen.”


Kris Schepers: “Het plat linnen wordt verzameld in linnenkarren in witte doorschijnende plastieken zakken. De mensen van de dienst intern transport halen die rolcontainers op. Het vervoer van dat linnen naar de wasserij gebeurt door Hospital Logistics.” “In de wasserij wordt al het linnen geschud. De beroepskledij schudden we dus twee keer”, vervolgt Ann Quetin. “Wat we zoal vinden?

de machine en de witheidgraad van het wit linnen.”

Lakens uitdelen Eens het wasgoed proper is, brengt Hospital Logistics de karren met gewassen kleding terug naar UZ Leuven. Het plat linnen wordt gestockeerd bij Hospital Logistics zelf. Zij voeren het later naar het ziekenhuis volgens de aantallen die de dienst fijndistributie bestelt.

“De wasserij moet voor ons regelmatig de pH-waarde van het waswater meten”

Ann Quetin (rechts): “Bij het uitschudden van het linnen vinden we echt alles: van uurwerken, ringen en bedpannen tot brillen, knuffels en gsm’s.”

Uitschudden Het ziekenhuis telt een veertiental vestiaires. Je waant je er in een kledinggroothandel. Rijen kapstokken met kledingstukken volgen elkaar op, schijnbaar tot in het oneindige. Ann Quetin: “De medewerkers van UZ Leuven gooien hun vuile werkkleren in de linnenbakken in de vestiaires. Daarna sorteert onze dienst ze op kleur. We schudden de kledingstukken ook uit en controleren ze op verloren voorwerpen. Dan steken onze mensen de kleren per kleur in doorzichtige plastieken zakken. Die zakken gaan in containers. Hospital Logistics, onze logistieke partner die zorgt voor de externe transporten en de levering van al onze producten, brengt die containers naar Linnen Services Leuven (LSL). Dat is de externe wasserij.”

Eigenlijk echt alles, van uurwerken, ringen en bedpannen tot brillen, knuffels en gsm’s.” Waarom schudden? “Sommige voorwerpen beschadigen de machines of de kleren. Zo zorgen schaartjes voor grote schade aan de machines. Balpennen en stiften leiden tot onuitwisbare blauwe vlekken op kledingstukken. Papier, zoals luiers of wegwerphanddoeken, is het meest vervelende. Het beschadigt de was en de machines niet, maar het zit in duizend stukjes op al het wasgoed.”

Wasstraat

De verdeling van het plat linnen is in handen van de dienst fijndistributie. Die maakt gebruik van een ingenieus distributiesysteem. “Wij leveren plat linnen op ongeveer 195 diensten”, vertelt Kris Schepers enthousiast. “Voor elke dienst kent ons computersysteem het gemiddeld verbruik. Tijdens onze distributierondes lezen we op elke afdeling met onze scanner hoeveel plat linnen er nog ligt. De computer berekent het verschil en stuurt dit door naar Hospital Logistics. We zorgen er altijd voor dat elke dienst met zijn maximumvoorraad een verlengd weekend kan overbruggen.” w

In de wasserij gaat elk stuk linnen zijn eigen weg. De beroepskleren worden gewassen op 70°C en gedroogd in een droogtunnel. Daarna wordt de droge kleding voorgesorteerd op vestiaire en op nummer. Het plat linnen en het linnen uit de operatiezalen (ook de beroepskledij) worden gewassen op 85°C. Dat gebeurt in een wasstraat met verschillende compartimenten. Zo is er een compartiment voor de voorwas, de hoofdwas, het losschudden … Na de was gaat al dat linnen naar de strijkrol of in de droogkast. Ten slotte wordt het opnieuw verpakt. “De wasserij moet voor ons regelmatig de pH-waarde van het waswater meten”, vertelt Ann Quetin nog. “Dat is vooral belangrijk voor de werkkledij, want een te hoge of te lage pH-waarde kan leiden tot allergische reacties bij collega’s met een gevoelige huid. Het bedrijf moet ook twee keer per jaar bacteriologische testen laten uitvoeren, zodat we zeker zijn dat alles zuiver gewassen is. Andere elementen waar we tijdens die testen naar kijken zijn bijvoorbeeld de slijtage van het linnen door UZ-magazine - juni 2011 11


Als de zuurstoftoevoer naar onze hartpomp wordt belemmerd, sputtert ze. In ernstige gevallen leidt dat tot een hartinfarct. Hoe komt het zover, heb je er zelf vat op en hoe wordt een hartinfarct behandeld? Prof. dr. Stefan Janssens, diensthoofd hart- en vaatziekten, geeft uitleg.

Hartinfarct

An Swerts

Nieuwe inzichten en tech verhogen overlevingsk Een hartinfarct is een redelijk veel voorkomende aandoening, zeker bij de ouder wordende bevolking. In ons land komen bij de beroepsbevolking naar schatting 30 000 hartinfarcten per jaar voor. Telt men de ouderen die niet meer beroepsactief zijn mee, dan is het aantal nog hoger. Een hartinfarct wordt veroorzaakt door een klonter in een kransslagader. De kransslagaders liggen als een krans om het hart en leveren zuurstofrijk bloed aan de hartspier. Als een klonter in zo’n kransslagader de bloedstroom belemmert, valt een deel van de hartspier stil. “Dat merkt de patiënt aan verschillende tekens”, zegt professor Stefan Janssens. “Hij wordt bleek en kortademig en voelt meestal, midden op de borst, een hevige pijn die kan uitstralen naar de armen, schouders, hals, kaken of tanden. Ook koud zweet, misselijkheid, 12 UZ-magazine - juni 2011

braken of verwardheid kunnen optreden.” Houdt deze toestand aan, dan spreekt men van een hartinfarct. In het andere geval verdwijnen de klachten na enkele ogenblikken en gaat het om angina pectoris. Men maakt bij angina pectoris een onderscheid tussen een stabiele vorm, met

Janssens. “In afwachting van zijn komst mag je al een aspirine nemen. De arts zal pijnstillende medicatie toedienen én noodmedicatie: een ‘kraker’ voor onder de tong of in een mondspray. Die geeft stikstofoxide af, wat het hart en de bloedvaten helpt beschermen. Daarna moet je

“Het is belangrijk dat mensen de symptomen van hartfalen tijdig bij zichzelf herkennen” alleen klachten bij inspanningen, en een instabiele vorm, met klachten in rusttoestand die vaak de voorbode zijn van een hartinfarct. “Daarom moet je bij instabiele angina pectoris, net als bij een hartinfarct, dringend je huisarts contacteren”, zegt professor

meteen naar het ziekenhuis. Stap zeker niet zelf in de wagen, maar laat je vervoeren.”

Klonter Hoe wordt de klonter gevormd, die de kransslagader volledig verstopt


Hoe verlaag je het risico op een hartinfarct? • Stop met roken en matig je alcoholgebruik (1 tot 2 glazen per dag). Laat je, indien nodig, ondersteunen door huisarts, tabakoloog of psycholoog. • Eet gezond en evenwichtig. Aandachtspunten: veel groenten en fruit, weinig zout en weinig verzadigde vetzuren. ‘Verborgen’ zout vind je in kant-enklare voedingsmiddelen zoals brood, kaas, vleeswaren, producten uit pakjes of blik, sausen, kruidenmengsels, snacks, koekjes en gebak. Verzadigde vetzuren zijn terug te vinden in harde, dierlijke vetten. Dus ook in boter, volle melkproducten, room en vet vlees. Verkies zachte, plantaardige vetten, bijvoorbeeld margarines en (vis)oliën die rijk zijn aan onverzadigde vetzuren. De diëtist helpt je verder op weg. • Beweeg voldoende. Doe dagelijks gedurende een half uur een fysieke activiteit: wandelen, fietsen, zwemmen of turnen. Mensen met hartfalen doen echter best geen al te zware of lang aangehouden inspanningen. • Heb je een hoge bloeddruk, een te hoog cholesterolgehalte of diabetes en heeft een aanpassing van je voeding- en leefgewoonten onvoldoende effect? Dan kan medicatie noodzakelijk zijn. Een goede therapietrouw is een voorwaarde voor een maximaal effect. • Is een familielid jonger dan 45 jaar door een hartinfarct getroffen? Dan ben je mogelijk familiaal belast en laat je je best preventief screenen door een cardioloog. Hij kan je tijdig de gepaste maatregelen voorschrijven.

hnieken ansen en zo de aanleiding is voor een hartinfarct? Alles begint in de meeste gevallen met een beschadigde bloedvatwand. Professor Janssens: “Als een bloedvatwand is beschadigd, dringen ontstekingscellen vanuit het bloed in de wand. Daar veroorzaken ze een ontstekingsletsel. Bloed­ plaatjes klitten er samen en vormen een klonter.” De belangrijkste oorzaken van zo’n beschadiging zijn volgens professor Janssens roken, hoge bloeddruk en een te hoog cholesterolgehalte. Ook diabetes, overgewicht en weinig lichaamsbeweging verminderen de kwaliteit van de bloedvaten. “Ze maken de bloedvatwand minder soepel of de diameter voor de bloeddoorgang kleiner. Daarnaast zijn er risicofactoren die je niet kunt corrigeren, zoals een familiale belasting en een hogere leeftijd. Mannen lopen al

vanaf 40 tot 45 jaar een hogere kans op een hartinfarct, vrouwen die niet roken gewoonlijk pas vanaf het intreden van de menopauze.” “Hoe de risicofactoren waar je zelf vat op hebt, aangepakt kunnen worden, lijkt gelukkig steeds beter bekend bij de bevolking”, zegt professor Janssens (zie ook kader). “We noteren in elk geval een dalende trend voor het aantal hartinfarcten. De preventiecampagnes van de overheid en verenigingen, zoals de Belgische Cardiologische Liga, én de rookverboden dragen hier zeker toe bij.”

Overlevingskans Vijfentwintig jaar geleden stierf nog 30 procent van de patiënten met een hartinfarct binnen de maand. Nu is dat nog 10 tot 15 procent. De behandeling van een hartinfarct is in de afgelopen decennia dan ook sterk geëvolueerd. Professor Janssens: “Tot 35 jaar geleden kreeg de patiënt

Heb je een haarprobleem? Wij hebben een oplossing! Haartoevoegingen voor dames en heren  Specialisatie haarprotheses voor chemopatiënten  Meer dan 100 pruiken in stock  Ziekenhuis- & huisbezoek 

alleen een week volstrekte rust voorgeschreven. Op het einde van de jaren zeventig begon men meer inzicht te krijgen in wat er tijdens en na een hartinfarct allemaal misloopt. Men zag in dat het plotse overlijden van de patiënt kort na een infarct vaak te wijten was aan een hartritmestoornis. Daarom is men vanaf de jaren tachtig het hartritme van deze patiënten beginnen te monitoren in gespecialiseerde hartbewakingseenheden in het ziekenhuis. Om in het geval van een hartritmestoornis tijdig te kunnen ingrijpen. Dat deed de overlevingskans van de patiënten, in de eerste periode na hun hartinfarct, aanzienlijk stijgen. Vandaag krijgen ze voor hun ontslag uit het ziekenhuis, als dat nodig is, een kleine pacemaker ingeplant. Die geeft automatisch een reddende shock als er zich een levensbedreigende hartritmestoornis voordoet.” Met de komst van de technieken om

H A A R W E R K E N

L

E

U

V

E

N

Wij geven je graag vrijblijvend advies Lei 6 – 3000 Leuven T 016 22 60 41 M 0476 45 50 83 www.haarwerken-dewit.be UZ-magazine - juni 2011 13


Prof. dr. Stefan Janssens: “Goede revalidatie na een hartinfarct is noodzakelijk om de overlevingskansen te verhogen.”

een verstopt bloedvat weer vrij te maken, steeg de overlevingskans na een hartinfarct nog meer. Twintig jaar geleden had men alleen geneesmiddelen om de klonter in een bloedvat op te lossen. “Vandaag wordt de klonter mechanisch verwijderd, wat doeltreffender is”, zegt professor Janssens. “Onder plaatse-

Fotoshoot aan huis 14 UZ-magazine - juni 2011

lijke verdoving wordt via de lies een aspiratiekatheter, een dun buisje, opgevoerd. Hiermee zuigen we de klonter weg. Eventueel maken we de doorgang van het bloedvat nog wijder met een katheter waarover een ballonnetje is getrokken. Dat wordt op de plaats van de vernauwing opgeblazen. Vervolgens plaatsen we een stent, een metalen veertje, om de vrijgemaakte doorgang permanent te ondersteunen en zo goed mogelijk open te houden. De nieuwste stents zijn bekleed met medicatie. Die zorgt ervoor dat in het veertje geen littekenweefsel wordt gevormd, wat het bloedvat opnieuw zou vernauwen. Tot enkele maanden na de plaatsing van de stent vormen zich wel gemakkelijk klontertjes aan de binnenkant. Maar dat voorkomen we met specifieke medicatie, die de laatste jaren nog sterk is verbeterd.” Zijn verschillende kransslagaders ernstig vernauwd, of zijn de letsels niet goed bereikbaar met de ballonen stenttechniek, dan kan een hartoperatie nodig zijn. Onder algemene verdoving haalt de chirurg een stukje bloedvat uit een been of de borst. Hiermee legt hij een omleiding langs de verstopping of vernauwing. Men spreekt dan van een bypass of overbrugging. Professor Janssens: “Naast deze medische ingrepen is ook een goede revalidatie noodzakelijk om de overlevingskansen én de levenskwaliteit van hartinfarctpatiënten te verhogen”, zegt professor Janssens. “Als er geen verwikkelingen zijn, start de revalidatie al in de eerste week in het ziekenhuis. Die duurt minimaal drie maanden. De patiënten krijgen oefeningen, tips en advies van onder meer kinesitherapeuten, diëtisten, tabako­logen, psychologen en sociaal werkers.”

Bolle Buik en Baby

Hartfalen Alsmaar meer mensen overleven een hartinfarct, maar sommigen houden er wel een hart aan over met een sterk verminderde pompwerking. Men spreekt dan van hartfalen. De patiënt krijgt gezwollen voeten, enkels en benen en soms ook water in de buik. Als zich ook in de longen vocht ophoopt, wordt hij kortademig bij inspanning en soms zelfs bij rust. Ter gelegenheid van de Europese ‘hartfalen bewustwordingsdag’ op 6 mei maakte UZ Leuven zijn patiënten en bezoekers attent op de symptomen van hartfalen. “Het is belangrijk dat mensen deze tekens tijdig bij zichzelf herkennen”, zegt professor Janssens. “De juiste medicatie en hartvriendelijke voeding- en leefgewoonten kunnen hun overlevingskans en levenskwaliteit doen stijgen. Helaas is de prognose voor patiënten met hartfalen, ondanks al deze therapeutische maatregelen, nog altijd niet goed. Een kwart van hen overlijdt binnen het jaar. Nog een jaar later is dat aantal opgelopen tot een derde.” Dé uitdaging voor de toekomst is dus de verwikkeling van hartfalen na een hartinfarct beter tegengaan. Dat is mogelijk door het afsterven van hartspiercellen bij een hartinfarct af te remmen. En in het beste geval nieuwe hartspiercellen aan te maken. “Dan denken we onder meer aan een therapie met stamcellen”, zegt professor Janssens. “Dat zijn voorlopercellen, die zich in principe nog tot elke volwassen cel kunnen ontwikkelen. Wanneer ze in beschadigde weefsels worden ingespoten, kunnen ze er in theorie de afgestorven cellen vervangen. In 2012 starten grote Europese klinische studies met stamcellen bij patiënten met een verhoogd risico op hartfalen. UZ Leuven werkt hier actief aan mee.” w

OOIEVAARSBOOM.BE


IMMUUN

ACUUT

INFUUS

INGREEP

DOSIS DIAGNOSE ZUURSTOFNAZORG INGREEP SCAN DOSSIER

OBSERVATIE

VACCINATIE

AFSPRAAK

Kom je woordje doen

www.uzleuven.be/jobs

Topreferent zijn in patiĂŤntenzorg, opleiding en onderzoek. De hoofdopdrachten van UZ Leuven kun je in deze drie woorden samenvatten. Maar de realiteit achter deze woorden is veel complexer en boeiender. Om onze toonaangevende rol in BelgiĂŤ en Europa te behouden en verder uit te bouwen, bundelen meer dan 8 700 medewerkers in diverse disciplines elke dag hun expertise en passie voor kwaliteit in gezondheidszorg. Wij zijn altijd op zoek naar nieuw gemotiveerd talent, zoals (m/v)

verpleegkundigen, zorgkundigen, paramedici, informatici, ingenieurs en administratieve medewerkers. Voel je je aangesproken? Ga dan snel naar www.uzleuven.be/jobs en ontdek onze vacatures. Je komt er ook te weten wat wij begrijpen onder de woorden veelzijdig aanbod, doorgroei- en opleidingsmogelijkheden, en coaching binnen een stimulerende werkomgeving.


column Aandacht

column

E

Clara Van Uytven

Eerst ben ik een nummer. Maar dat verandert als het mijn beurt is om bij de vriendelijke mevrouw te komen. Ze glimlacht naar mij en mijn SIS-kaart. Haar vingers tikken vlot mijn gegevens in, ook al praat haar hoofd nog met iemand naast haar. Enkele stickers later ben ik al op weg naar de wachtzaal. In het zaaltje kijkt iedereen op als ik doorschuif naar de laatste vrije stoel. Maar de hoofden zakken algauw weer weg. Ik observeer twee jonge mensen naast mij, ze lijken een koppel. Van twee ouderen weet ik dat wel zeker, want bij alles wat ze doen, overleggen ze met elkaar. Mijn oog valt op een versleten magazine op het tafeltje naast me. De reclameslogan op het voorste blad schreeuwt: “Wij verkopen aandacht”. Aandacht? Menen ze dat echt? Kun je dat kopen? Wat een idee! Ik heb het nog nooit als winkelwaar gezien. Stel je voor dat het in de supermarkt zou liggen: in bulk verpakt, per kilo, versneden of geraspt? Lekker vers … Niet dat ik er zelf om vraag maar ik ken wel enkele geïnteresseerde klanten. Het leuke is dat je van veel aandacht niet dikker wordt. Wel beter. Niets helpt zo goed als een portie begrip of respect. Maar ik vermoed dat de reclameslogan net zo oneerlijk is als de krantenkop eronder. Krantenkoppen sleuren je een verhaal binnen, laten je verdwalen in details en komen dan met een tekst die helemaal niet beantwoordt aan de vetgedrukte lokzin. De jongeman leest geen tijdschrift: hij heeft alleen oog voor zijn iPhone. Hij toont die aan het meisje, trekt haar aandacht met korte, zwiepende vingerbewegingen telkens ze wegkijkt van het piepkleine scherm. “Mag je die dingen hier wel opzetten?” De vraag van de oude man bereikt alle andere oren in de wachtzaal. “Veroorzaken die geen storing in een ziekenhuis?” In de stilte die volgt, haalt de jonge kerel zijn schouders op. “Zet uit.” fluistert zijn vriendin, die geen zin lijkt te hebben in een discussie. “Was er geen bordje dat gsm’s …?”

16 UZ-magazine - juni 2011

Haar opmerking maakt hem boos. “Dit kan geen kwaad!”, bromt hij. Zijn hoofd wijst in de richting van het echtpaar. “Ze snappen er niets van, die oude mensen. Ze zijn ­geboren vooraleer er computers of scanners bestonden, voordat er zelfs televisie was. Ze leven nog in de middeleeuwen …” De wachtkamer lijkt plots overvol. De oude man glimlacht alleen maar. “Inderdaad.” Zegt hij. Hij bekijkt de jongeman aandachtig. “Wij kenden die dingen niet toen we jong waren. Televisie? Computers? Ze bestonden niet eens. Maar wij hebben ze uitgevonden. En? Wat gaan jullie doen voor de volgende generatie?” Een verpleegster, die de wachtzaal binnenstapt, kijkt verbaasd naar de proestende mensen die de spanning weg­ lachen. Ze glimlacht en noemt de naam van een mevrouw op haar lijstje. De oude vrouw sukkelt recht. Haar man werpt ons een vlugge blik toe en volgt dan met haar jas. Ik kijk hem na. Zijn schalkse ogen doen me denken aan die van mijn vader. Hij verbaast me ook telkens weer met zijn grappige, alerte reacties. Enkele weken geleden nog, toen ik hen een bezoek bracht. Mijn vader volgde de koers op televisie. Mijn moeder onderhield me over ­vroeger: over hun jeugd, hun jonge jaren... Verhalen werden levendiger naarmate de feiten langer verjaard waren. Oude foto’s werden opgezocht en bekeken. “De eerste keer dat ik hem zag?” Mijn moeder glimlachte. “We gingen met een groepje vriendinnen naar de ­kermis.” Ze toonde een foto met daarop een jonge vrouw met golvend kapsel en een klokkende bloemenjurk. “Dat ben ik. En … Hij was daar ook, jouw vader. Met zijn maten.” Ze wendde zich naar mijn vader in een poging zijn aandacht te trekken. “Ik had u direct in het oog. Maar… gij zag mij niet staan.” Er zat een oude verontwaardiging in haar stem. Mijn vader keek verbaasd op van de Ronde. Hij wierp een blik op de vergeelde foto. “Op de kermis? En ik zag u niet staan?” Hij knipoogde naar mij. En keek daarna vertederd naar haar. “Och, wat wilt ge? Liefde is blind.” Ik herinner me de twinkeling in zijn ogen, maar vooral ook de warmte van dat moment. Aandacht? Je moet het verdienen. Dag na dag.


Méér keuze, niet ver, en anders!

“Ergonomische” matrassen – lattenbodems – hoofdkussens – bureaustoelen – relaxzetels massagezetels – salons – kniestoelen - zit-en statafels – zitballen ...

Bedking-Ergopolis Leuvensesteenweg 338 - B - 3190 Boortmeerbeek Tel.: 015 52 03 60 • Fax: 015 52 03 62 • e-mail: info@bedking.be

Open: 10u00 – 18u30 Zaterdag: 10u00 – 18u00 • Zondag: 14u00 – 18u00 • Dinsdag en feestdagen gesloten

www.bedking.be

Gespecialiseerde kinesitherapeuten helpen je graag ter plaatse het beste te kiezen voor je rug.

Slaap wel, zit wel!


Bij je kind in het ziekenhuis verblijven én overnachten? Dat is mogelijk in UZ Leuven. Hoe deze ‘rooming-in’ precies verloopt, vertelt stafmedewerker operationeel beleid Myriam De Becker.

ROOMING-in

An Swerts

Papa of mama als roommate Wanneer je kind in UZ Leuven wordt opgenomen, kun je als vader of moeder in het ziekenhuis verblijven én overnachten. Deze formule waarbij een van de ouders tegen een relatief lage vergoeding kan blijven slapen, noemt men rooming-in. “Je slaapt dan op een uitklapbaar zetelbed naast het bed van je zoon of dochter”, legt stafmedewerker operationeel beleid Myriam De Becker uit. Myriam biedt hulp bij de organisatie van de rooming-in en steunt hierbij op haar twintig jaar lange ervaring als hoofdverpleegkundige in het kinderziekenhuis. “We proberen voor iedereen die rooming-in wil een eenpersoonskamer te voorzien. Maar de vraag is meestal groter dan het aanbod: ongeveer vier op de vijf ouders willen een rooming-in, terwijl maar twee op de drie van onze ziekenhuisbedden zich op een eenpersoonskamer bevinden. Sommige ouders moeten dus, samen met hun kind en 18 UZ-magazine - juni 2011

nog andere kinderen en ouders, op een meerpersoonskamer verblijven. Komt er tóch een eenpersoonskamer vrij, dan verhuizen we hen als ze dat wensen.” Sommige ouders vinden het vervelend dat ze bij het vastleggen van de afspraak voor de opname geen

patiënten. Bij de planning van de opname van een kind houden we namelijk rekening met de mogelijkheden van de ouders. Zij moeten op het moment van de opname vrijaf kunnen nemen. Bovendien is 43 procent van de opnames in het kinderziekenhuis een spoedgeval. Ten slotte

“Bij de planning van de opname van een kind houden we rekening met de mogelijkheden van de ouders’’ zekerheid krijgen dat ze over een eenpersoonskamer kunnen beschikken. “Wij leggen hen dan uit dat het met de planning van de opnames te maken heeft”, zegt Myriam De Becker. “Het inplannen van de opnames gebeurt niet op basis van een wachtlijst zoals voor volwassen

moeten we er ook rekening mee houden dat sommige kinderen omwille van hun medische toestand meer nood hebben aan een eenpersoons­ kamer.”

Extra’s voor ouders Op elke eenpersoonskamer is een


Pioniers van rooming-in Voor 1975 bevond het UZ Leuven-kinderziekenhuis zich nog in campus Sint-Rafaël. Men beschikte er maar over enkele eenpersoonskamers waar rooming-in mogelijk was. De overige patiëntenkamers waren uiterst kleine meerpersoonskamers, waar onmogelijk een extra bed kon worden geplaatst. “Dat ouders bij hun kind in het ziekenhuis bleven overnachten was trouwens in die tijd helemaal niet de gewoonte”, vertelt prof. dr. Chris Van Geet, diensthoofd kindergeneeskunde van UZ Leuven. “Na de verhuis naar het nieuwe kinderziekenhuis in campus Gasthuisberg in 1975 beschikte men over een groot aantal eenpersoonskamers en ruime meerpersoonskamers. Die maakten het mogelijk om aan veel ouders rooming-in aan te bieden. Dat vooruitstrevende idee was uniek in België en omringende landen. En werd sterk gepromoot door het toenmalige diensthoofd en de stafleden van het kinderziekenhuis. De beperking van de bezoekuren voor ouders werd ook opgeheven. Sindsdien mogen ouders van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, en zelfs ’s nachts, bij hun kind blijven.” Veel ouders maken dankbaar gebruik van de rooming-in-formule. “Vooral ouders van jonge kinderen”, zegt professor Van Geet. “Adolescenten zien niet altijd graag hun moeder langs hun bed kamperen (lacht). En in heel uitzonderlijke gevallen raden we zelf rooming-in af. Bijvoorbeeld wanneer de ouders enorm uitgeput zijn. Thuis gaan slapen, is dan vaak beter om weer helemaal op krachten te komen tegen dat het kind terug naar huis kan.” Over enkele jaren verhuist het kinderziekenhuis naar een splinternieuw gebouw in campus Gasthuisberg. “We kijken ernaar uit”, zegt professor Van Geet, “want daar zal de infrastructuur nóg beter op rooming-in zijn afgestemd.”

telefoon, koelkast, tv, video en/of dvd-speler aanwezig, soms ook een eigen badkamer. Dezelfde faciliteiten zijn terug te vinden op de meerpersoonskamers, maar moeten soms met meerdere patiëntjes en ouders worden gedeeld. Overal in de kamers is er draadloos internet. “Ouders brengen soms hun laptop mee om af en toe te mailen met het thuisfront of het werk”, zegt Myriam De Becker. “Verder voorziet elke afdeling voor de ouders een koffiestand en microgolfoven. In de zithoeken of ontspanningslokalen van de eenheid kunnen ouders even tot rust komen. En voor de maaltijden kunnen ze in de cafetaria terecht. Behalve voor het ontbijt, dat krijgen ze op de kamer.”

Ervaringen delen Van de ouders wordt tijdens hun verblijf verwacht dat ze de kamer mee op orde helpen houden en enkele regels opvolgen. “We vragen hen bijvoorbeeld om de verpleging te verwittigen als ze, eventueel samen met hun kind, de eenheid even verlaten voor een bezoekje aan de koffieshop”, zegt Myriam De Becker. “We betrekken de ouders ook bij de verzorging van hun kind: wassen, temperatuur opnemen, verschonen, eten geven, wondverzorging, toedienen van medicatie en andere behandelin

gen, die vaak ook thuis moeten worden voortgezet. Maar het is niet zo dat we de verzorging volledig aan de ouders overlaten. We houden altijd rekening met hun mogelijkheden en alles gebeurt in overleg en onder toezicht van een verpleegkundige.” Kinderen vinden de nabijheid van een ouder doorgaans heel geruststellend en aangenaam. Maar hoe ervaart de verpleging het dat ouders altijd mee over hun schouder kijken? Myriam De Becker: “Het is natuurlijk een apart gevoel waaraan je moet wennen, maar de aanwezigheid van de ouders heeft zeker positieve kanten. Ouders zijn vaak een heel belangrijke informatiebron. Zeker in het geval van jonge kinderen die zich nog niet verstaanbaar kunnen maken. Toch mag je je als professionele zorgverlener niet alléén laten leiden door het verhaal van de ouders. Je moet nog objectief blijven wanneer je het kind observeert. Ook moet je erover waken dat ouders hun angsten niet overdragen aan hun kind. Die kunnen ze beter kwijt aan een verpleegkundige, arts of psycholoog van de afdeling.” w

Myriam De Becker: “Ouders zijn vaak een belangrijke bron van informatie voor de verpleging.” UZ-magazine - juni 2011 19


Plast je kind nog in bed? En wil het daar echt van af? Pas dan kunnen de ’pipidokters’ van UZ Leuven aan de slag. Met de juiste motivatie raak je van bedplassen zo goed als zeker verlost.

Urologie

An Kestens

Wat als je kind in bed plast? Kinderuroloog Guy Bogaert en kinesitherapeute Marijke Van Kampen zijn mensen met een passie. Als ze over bedplassen beginnen te vertellen, raken ze meteen op kruissnelheid. De behandelingen tegen bedplassen klinken leuk, maar eenvoudig zijn ze zeker niet. - Vanaf welke leeftijd is bedplassen een probleem? Prof. dr. Van Kampen: “De Wereld­ gezondheidsorganisatie probeert de internationale standaard op vijf jaar te zetten. Maar als je kind op die leeftijd niet rijp is, heeft het geen zin om op dat moment al iets aan zijn bedplassen te doen.” Prof. dr. Bogaert: “Bedplassen wordt pas een probleem als het voor jou en je kind een sociaal probleem is. Er 20 UZ-magazine - juni 2011

staat geen leeftijd op. Wil je kind niet bij vriendjes slapen, wordt het gepest of kan je nieuwe partner niet met bedplassen om, dan is er een goede reden om een behandeling te starten. Is je kind een speelvogel en

kunnen er drie medische factoren een rol spelen. Ten eerste wordt je kind niet gemakkelijk wakker, ook niet bij een volle blaas. Ouders zeggen vaak ‘hij slaapt te diep’. Wetenschappelijk gezien is het eer-

“Stoppen met bedplassen kan pas als je kind er zelf echt klaar voor is” totaal niet geïnteresseerd in stoppen met bedplassen, doe hem dan ’s nachts een luierbroekje aan en start de behandeling als hij wel kan en wil meewerken.” - Wat is de oorzaak van bedplassen? Professor Bogaert: “Bij bedplassen

der een teken van oppervlakkig slapen. Ten tweede produceert je kind ’s nachts misschien meer urine dan het blaasvolume aankan. Tot slot kan je kind last hebben van een overactieve blaas. De blaasspier trekt dan plots en onbewust samen, zelfs als de blaas niet helemaal vol is. Slaapt


keling. Kinderen moeten leren om wakker te worden als de blaas ’s nachts samentrekt. Nochtans zoeken ouders vaak naar een psychologische oorzaak. ‘Zou mijn kind gepest worden? Oma is net gestorven …’.” Professor Bogaert: “Naar zo’n oorzaak moet je niet altijd zoeken, want die is er maar heel zelden. Bedplassen kan wel psychologische gevolgen hebben. Kinderen die bedplassen, voelen zich minder goed in hun vel en kunnen een lager zelfbeeld krijgen.”

       

Kantoorsupplies Kantoormeubilair Copy Shop Artistiek Lederwaren Tassen & Koffers Luxe Schrijfwaren Cadeautjes www.ankaonline.be

je kind diep en trekt de blaas samen of loopt ze over, dan plast je kind in bed.” Professor Van Kampen: “Meestal gaat het gewoon om een tragere ontwik-

- Hoe behandelen jullie bedplassen? Professor Bogaert: “Er zijn twee methodes, maar geen van beiden is eenvoudig. Voor succes zal zowel het kind als zijn familie inspanningen moeten doen. De eerste methode is de Full Spectrum Therapie, met onder andere de plaswekker die je slaap conditioneert. De tweede methode combineert een aangepast drankpatroon met veilige medicatie. De medicatie zorgt dat je kind, zoals bij niet-bedplassende kinderen, ‘s nachts minder urine produceert. De blaas zal dankzij de medicatie ook niet zo snel samentrekken. Het nieuwe drinkgedrag – vooral ’s morgens meer drinken en in de namiddag en ‘s avonds veel minder drinken – doet de rest. Na een tijdje kan je kind, in overleg met ons, stoppen met de medicatie. Door de behandeling

info@ankaonline.be

Plaswekker

Hoe help je je kind? Er zijn goede en minder goede manier om je kind te helpen stoppen met bedplassen. We zetten ze op een rijtje. Niet doen: • Je kind kan er niet aan doen dat het in bed plast. Beschuldig, verneder of straf het niet. • Werk niet met beloningen op lange termijn (bijvoorbeeld als je vier weken niet in bed plast, dan…). Directe beloningen na elke droge nacht kunnen wel. • Neem niet zomaar je kind z’n luier weg. Iemand die te diep slaapt, wordt niet wakker van natte lakens. Bovendien is in urine slapen ongezond. • Maak je kind, als je zelf gaat slapen, niet wakker om te plassen. Het helpt hem niet zijn blaas beter onder controle te krijgen.

Wel doen: • Toon begrip en motiveer je kind. • Heb geduld. • Laat je kind ’s avonds niet te veel drinken. Stimuleer het om ‘s morgens meer te drinken. • Zorg ervoor dat je kind zeker plast voor het naar bed gaat. • Is je kind nog niet klaar om te stoppen met bedplassen, los het probleem tijdelijk op met luierbroekjes of via de behandeling met medicatie.

ANKA OFFICE PLANET Jennekensstraat 82 3150 Haacht Tel 016 55.00.70 Fax 016 55.00.71 OPENINGSUREN ma 13.30-18.30 di-vr 9.00-12.15 en 13.30-18.30 za 10.00-18.00 zondag gesloten UZ-magazine - juni 2011 21


heeft de urineproductie ondertussen vermoedelijk (en hopelijk) een normaal dag- en nachtritme. “Kind en ouders kiezen samen welke methode ze kunnen en willen volhouden. Bij een kind dat door de plaswekker niet wakker wordt, is de Full Spectrum Therapie bijvoorbeeld zinloos. Je gaat er alleen de rest van het gezin nodeloos mee belasten. Ook studenten op kot verkiezen de behandeling met medicatie, anders worden hun kotgenoten ’s nachts wakker.”

we dat met de plaswekker alleen, zonder wekelijkse begeleiding, maar 25 procent van de kinderen droog wordt en niet meer hervalt.” Professor Van Kampen: “Met de Full Spectrum Therapie krijgen we op dit ogenblik 89 procent van de kinderen op meestal minder dan zes weken blijvend droog.”

Volhouden - Wat is het belangrijkste aspect van de behandeling? Professor Van Kampen: “Voor de Full Spectrum Therapie is dat de combi-

“Weet dat er iets aan gedaan kan worden, desnoods met tijdelijke oplossingen”

Tekeningen die kinderen stuurden aan hun dokter, professor Bogaert.

- Wat houdt die Full Spectrum Therapie precies in? Professor Van Kampen: “De Full Spectrum Therapie is een combinatietherapie met een plaswekker, vaste drink- en plasschema’s én een beloning. We begeleiden daarbij het kind en zijn ouders van nabij. Je kind komt één keer per week langs en het krijgt huiswerk. Het moet dag- en weekkalenders invullen voor het plas- en drinkgedrag overdag en voor het plasgedrag ’s nachts. Zo krijgen wij een zicht op wat er gebeurt. Verder geven we het gezin richtlijnen over hoeveel het kind per dag mag drinken en op welke tijdstippen.” Professor Bogaert: “Uit studies weten

natie van de plaswekker met het blijven motiveren van de kinderen. Daarom sluiten we met de kinderen aan het begin van de behandeling altijd een contract af. Daarin beloven ze dat ze er echt voor gaan. Met de plaswekker belonen we hen ook dagelijks als ze ’s nachts wakker worden om te plassen. We raden ouders dan aan om bijvoorbeeld één euro op het toilet te leggen. Als het kind echt wakker wordt, mag het die euro houden. Zoiets werkt echt wel!” Professor Bogaert: “Motivatie is voor beide behandelingen cruciaal. Als je kind niet gemotiveerd is, heeft behandelen geen zin. Het moet leuk blijven. Anders werkt je kind toch niet mee.”

FH adv thuiszorg KUL:Opmaak 1 16/02/11 06:22 Pagina 2

Bij Familiehulp kan je terecht voor kraamzorg aan huis.

Ben je in blijde verwachting? Of ben je net bevallen? Met een baby erbij kun je straks in ieder geval wat ondersteuning gebruiken. Familiehulp biedt je gespecialiseerde en betaalbare kraamzorg aan huis tijdens je zwangerschap en kraamtijd. • Professionele hulp bij de lichaamsverzorging van moeder en baby • Advies en ondersteuning met betrekking tot gezondheidsopvoeding, zwangerschap en geboorte • Opvang van andere kinderen in het gezin • Huishoudelijke taken zoals koken, wassen, strijken

Bondgenotenlaan 131 - 3000 Leuven 016 29 81 30 - leuven@familiehulp.be 22 UZ-magazine - juni 2011


Professoren Guy Bogaert en Marijke Van Kampen: “Met de Full Spectrum Therapie krijgen we 89 procent van de kinderen op meestal minder dan zes weken droog.” - Hoe lang duurt een behandeling? Professor Van Kampen: “Na vier maanden moet je kind droog zijn. Plast het toch nog één keer per week in bed en wil het zelf de behandeling voortzetten, dan krijgt het twee maanden extra. Op zes maanden stoppen we echt. Dan moet elk kind zijn plaswekker teruggeven.” Professor Bogaert: “Normaal gezien moeten twee maanden volstaan, ongeacht de methode. Is er op die tijd geen zichtbare vooruitgang, dan kun je beter tijdelijk luierbroekjes gebruiken en later terugkomen.” - Welk advies willen jullie nog aan ouders meegeven? Professor Van Kampen: “Je kunt je kind enkel met bedplassen doen stoppen als het dat zelf echt wil. Je zoon of dochter onder druk zetten, helpt niet. Is je kind gemotiveerd, ga dan naar een dokter die interesse

toont in jullie probleem. Als jullie een behandeling starten, hou samen vol, want alleen de aanhouder wint.” Professor Bogaert: “Weet dat er iets aan kan gedaan worden: laat je kind dus in de zomer mee op kamp gaan. Desnoods met tijdelijke oplossingen. Er bestaan vandaag luierbroeken die eruitzien als onderbroeken, verkrijgbaar in elke supermarkt. Voor de behandeling met de medicatie is er nu ook een pilletje dat je gewoon onder

Verblijf voor familie Wanneer u dicht bij uw familielid wilt overnachten, kunnen logies in campus Sint-Pieter voor u wellicht een oplossing betekenen.

de tong laat smelten, heel discreet dus. Er is echt geen reden meer waarom je kind niet zou kunnen deelnemen aan allerlei toffe activiteiten.” w

Meer info over stoppen met bedplassen? Surf naar www.drogenachten.be. De dienst kinderurologie kun je bereiken op het nummer 016 34 66 85.

Service Residentie

Populierenhof POPULIERENLAAN 10 - 3001 HEVERLEE-LEUVEN ✆ 016/20 14 64 24u op 24u verpleegkundige zorgen door eigen medewerkers, in een groene, rustige en veilige omgeving met mogelijkheid tot uitgebreid dienstenaanbod

Het verblijf voor familie biedt u eenvoudig ingerichte één- en tweepersoonskamers met ontbijt, aan de prijs van 18 of 10 euro per overnachting.

De zekerheid dat u op ieder moment van de dag of nacht beroep kunt doen op eigen vakkundig personeel. Genieten van de privacy van uw zelfingerichte flat

Vrijwilligers die op vaste tijdstippen aanwezig zijn, zorgen dat u zich thuis kan voelen, ook in moeilijke momenten.

• UZ Leuven campus Sint-Pieter - Brusselsestraat 69 - 3000 Leuven • Reservatie: tel. 016 33 70 04 tussen 8.30 - 12 uur en 14 -19.30 uur • Informatie: tel. 016 33 73 20

Directeur: Dhr. Günther Geeraerts e-mail: populierenhof@armonea.be website: www.armonea.be

UZ-magazine - juni 2011 23


Elk groot bedrijf of instelling moet een rampenplan hebben. Dat gaat dus ook op voor UZ Leuven. Hoe is de preventie en actie geregeld als er iets onverwachts gebeurt?

Veiligheid

Ad van Poppel

Voorbereid op het onverwachte Waar gewerkt wordt, kan er wel eens iets voorvallen. Bedrijven moeten daarom voorbereid zijn op het onvoorziene. Dat geldt ook voor ziekenhuizen. Toch is een ziekenhuis nog iets complexer dan een ‘gewoon’ bedrijf: er zijn niet alleen medewerkers, maar ook patiënten, ambulant of opgenomen, en bezoekers. Als er in een bedrijf iets gebeurt, dan is het zaak de medewerkers in veiligheid te brengen. “In een gewone onderneming moet je de juiste procedures volgen. Hier ook. Maar daarnaast zijn we verantwoordelijk voor patiënten en bezoekers. Het gaat er niet alleen om jezelf in veiligheid te brengen, maar ook de patiënten en bezoekers,” zegt Herman Devriese, diensthoofd preventie en milieu bij UZ Leuven. Ziekenhuizen zijn bij wet verplicht een actieplan te hebben om grote ongevallen binnen en buiten het zie24 UZ-magazine - juni 2011

kenhuis het hoofd te kunnen bieden (KB 17-10-1991). UZ Leuven baseert zich daarvoor op het ‘incident management systeem’, een systeem dat in 1970 is opgezet door het Rode Kruis in Californië (VS). Zo’n actieplan bestaat op het niveau van een

ning gemaakt moet worden. Dat klinkt vreemd voor de buitenstaanders, want incidenten gebeuren altijd op een verkeerd moment. Devriese: “Er kan altijd iets fout gaan, maar je kunt je werkzaamheden zo plannen dat àls er iets gebeurt, het geen ramp

“Het gaat er niet alleen om jezelf in veiligheid te brengen, maar ook de patiënten en bezoekers” dienst, van een departement en van het ziekenhuis. Het doel ervan is de persoonlijke en materiële schade te minimaliseren én het functioneren van het ziekenhuis te optimaliseren.

Planning Herman Devriese wijst erop dat er in eerste instantie een pre-incidentplan-

wordt. Er zijn bijvoorbeeld gassen in het ziekenhuis. Als een aannemer moet slijpen in een muur en daarbij een gasleiding doorsnijdt, kan er door vonken brand ontstaan. De eerste preventieve maatregel is: zorgen dat die man niét in die leidingen kan slijpen.” Hij moet dus weten welke leidingen waar liggen. Gebeurt het


doorsnijden toch, dan moet men ervoor zorgen dat de omvang van het incident beperkt blijft. Bij een noodsituatie treden noodprocedures in werking. Op elke afdeling zijn documenten beschikbaar die de personeelsleden informeren over wat ze moeten doen in noodgevallen. Kan men de noodsituatie niet het hoofd bieden, dan roept men het ‘eerste interventieteam’ op via een noodnummer dat op elke telefoon in het ziekenhuis groot is aangebracht. “Die groep is samengesteld uit mensen van de bewaking en van de technische dienst,” zegt Christel Hendrickx, rampenplancoördinator bij UZ Leuven. Een urgentiearts krijgt ook een oproep. Die ploeg moet het incident zien in te perken en indien nodig de hulpdiensten oproepen. Er zijn bij een incident vier mogelijke scenario’s: evacuatie, relocatie, isolatie en receptie. “Evacuatie is duidelijk: snel wegwezen. Relocatie is het verplaatsen van een dienst naar ergens anders. Receptie is het opvangen van de patiënten en de mensen van een getroffen afdeling. En bij isolatie komt het erop neer de afdeling af te schermen. Bij een gaswolk van

buiten sluit je bijvoorbeeld de ramen en de deuren en blijf je op de afdeling”, aldus Christel Hendrickx. Bij evacuatie of relocatie vragen de verpleegkundigen ook de hulp van familieleden en bezoekers van patiënten. “Ze vragen je bij je patiënt te blijven of een andere te helpen. Je moet dan de instructies van de verpleegkundigen en het interventieteam volgen”, vertelt Hendrickx. Bij dergelijke acties schakelt men ook de pastorale dienst en de dienst sociaal werk in, die patiënten en bezoekers kunnen begeleiden en informeren.

Oefening Onderdeel van het actieplan is opleiding van het personeel. Er is geen specifieke verantwoordelijke per afdeling voor incidentbestrijding. Een ziekenhuis is namelijk een bedrijf dat dag en nacht draait. Zo’n verantwoordelijke kan dus niet altijd aanwezig zijn en dan zou een andere moeten inspringen. “Daarom zorgen we systematisch dat iedereen op de hoogte is van de maatregelen ”, zegt Devriese. Onlangs heeft men een evacuatie-oefening met brand en sterke rookontwikkeling uitgevoerd

Verzamelplaatsen Je zag ze misschien al wel eens staan op de buitenparking van UZ Leuven: de groene borden die een verzamelplaats voor noodgevallen aanduiden. Mensen die in het ziekenhuis op de administratieve diensten werken, moeten bij een incident naar de plaats van zo’n bord gaan. Herman Devriese: “UZ Leuven-medewerkers nemen in zo’n geval hun eventuele bezoekers mee daarheen. Maar voor de medische afdelingen in het ziekenhuis is dat moeilijker. Je kunt niet met de patiënten naar de parking komen en ze daar in de regen laten staan. Het voordeel is dat de gebouwen van campus Gasthuisberg heel verspreid liggen. Je kunt dus makkelijk met de patiënten naar een veilige zone gaan en je daar herorganiseren.”

in het chirurgisch dagcentrum. Dat gebeurde op een zaterdag, omdat er dan geen ingrepen zijn. Bij die oefening heeft men een beroep gedaan op ‘simulanten’ die de rol van patiënt moesten spelen. Devriese: “Het is moeilijk om te oefenen in het ziekenhuis zelf, waar er patiëntgebonden activiteiten zijn. We hebben uit die oefening in het chirurgisch dagcentrum veel kunnen leren.” w

Omdat uw comfort ons nauw aan het hart ligt! ThyssenKrupp Monolift geeft vrijheid en zelfstandigheid aan iedereen die problemen heeft met zijn mobiliteit en biedt een oplossing op maat van uw behoeften en wensen.

Trapliften

Huisliften

Platformliften Alle verdiepingen worden weer bereikbaar!

BEL 0800 94 365 GRATIS Is het menselijk lichaam in al zijn facetten jouw dada? Zie jij een toekomst als verpleegkundige, laborant, vroedvrouw, diëtist, informaticus of... wel zitten? De KHLeuven heeft jou heel wat te bieden!

Wij adviseren u de ideale oplossing, geheel vrijblijvend.

Leer ons kennen op onze infoDagen: 23 maart - 14 mei - 25 juni - 14 september

www.khleuven.be

www.thyssenkruppmonolift.be

UZ-magazine - juni 2011 25


Voor zijn rubriek ‘Dorp in de stad’ trok Jan van Rompaey deze keer naar de spoedgevallendienst van UZ Leuven. Hij luisterde er, gewapend met zijn recordertje, naar de verhalen van patiënten en hun familieleden.

Dorp in de stad

Jan van Rompaey

Spoed: we zijn er

voor elkaar We schrijven de jaren zeventig. Samen met een cameraploeg rij ik met de toenmalige 100-ambulance mee naar een bordeel aan de rand van de stad. Daar ligt een dame van plezier bewusteloos op de grond, in een lege villa. Als enig kledingstuk draagt ze rode laarsjes. Collega’s en klanten hebben blijkbaar het pand ijlings verlaten. Op de terugweg naar het ziekenhuis ramt een wagen die de loeiende sirenes negeert, de flank van de ambulance. Maar na een korte inspectie door de verpleegkundige vervolgt de ziekenwagen zijn weg. In de operatiezaal van de spoedgevallendienst probeert men nog een reanimatie. Tevergeefs. Bedrukte gezichten. Het leven gaat verder, denk ik, alleen niet dit keer. De rode laarsjes zie ik nog in een hoekje staan. Sindsdien denk ik aan dat voorval terug telkens als ik op ‘spoed’ kom. 26 UZ-magazine - juni 2011

De sfeer is dezelfde gebleven: eeuwig wisselend, van ontspannen naar vreselijk druk, van koffiedrinkende ambulanciers naar rennende artsen. De stemmen door de luidsprekers (‘een internist dringend gevraagd’), de geluiden van de vele toestellen. En tegenwoordig ook de alomtegenwoordige computerschermen. Die waren er toen nog niet. Het is een rustige namiddag. Niets spectaculairs. Het leven zoals het even is. Of was.

Vader gevallen Liliane staat verslagen naast haar vader (84). Bloeddruk 22. Hij ligt in een box (afgescheiden kamertje nvdr) en als de verpleegkundige zijn rug aanraakt, kreunt hij. Maar écht pijn heeft hij niet, zegt hij, het komt van te lang op de grond te liggen. Iemand stuift binnen: Chantal. Een

vriendin kent men in nood. Liliane: “Hij heeft twee heupprotheses en hij kan niet meer op eigen kracht blijven staan. Vanmorgen scharrelde hij met zijn looprekje wat rond in de garage en om de een of andere reden is hij lelijk gevallen, onder het rek terechtgekomen en niet meer recht geraakt. Gelukkig had hij zo’n draadloos alarmtoestel omhangen en had hij de tegenwoordigheid van geest om op de knop te drukken. Ze hebben mij meteen verwittigd. Inmiddels had de buurvrouw hem gevonden. Zij loopt zo nu en dan bij hem binnen – het was alsof ze het had aangevoeld – en toen ze hem nergens zag, is ze hem gaan zoeken. Hij lag er al een uur en was erg verzwakt. Ze rende naar buiten om een auto tegen te houden, maar niemand wilde stoppen.” - Leeft hij alleen?


machinaal gebeurde, maar het bleef zwaar. En zie hem daar nu liggen …” Ze kijkt vertederd naar de brits.

‘Roze plaaster’ Moeder en dochter zitten op ongemakkelijke plastic stoelen tegen de muur van de wachtruimte. Nora (39) en Manou (7, ‘Nee’, zegt ze, ‘bijna 8’!) lijken op elkaar als twee druppels water. Manou ondersteunt met haar rechterhand voorzichtig haar linkerelleboog. Deze namiddag, op school, is ze van het klimrek gedonderd. Ze

Op de spoedgevallendienst hebben ze niet graag dat je meteen naar hier komt. We zijn dus eerst naar de huisarts getrokken, ook omdat ik dacht dat de pols maar verzwikt was. Hij heeft ons dan doorverwezen.” We stappen naar een zaaltje, voor het gips. Manou’s gezichtje betrekt: nu wordt het ernstig. “De radiologen hebben de foto’s bekeken”, zegt de verpleegkundige. Het uiteinde van de pols is gebroken, de ellepijp is wat gedraaid en verschoven en die hoek is te groot opdat de breuk gewoon

“Als ik een dag niet naar mijn moeder kan, komt de buurvrouw met koffie en gebak. Solidariteit bestaat nog”

Links: Liliane en haar vader (84)

Liliane: (knikt) “We beseffen dat we een risico nemen, maar hij is met geen stokken naar een home te krijgen.“ Chantal: “Ik ben met Liliane meegekomen. Vrienden moeten er zijn voor elkaar. We leerden elkaar kennen in een home voor mentaal gehandicapten: we stonden toen allebei in de keuken, Liliane als hulpkok.” Liliane: “We wonen niet ver van elkaar en we waren vandaag samen op stap toen de alarmcentrale belde. Gelukkig waren we met z’n tweeën. Toen ik kwam aangerend, was de ambulance er nog maar pas. Ze hadden een hele tijd naar zijn huis moeten zoeken omdat er een wegomlegging was. Toen ik hem op de grond zag liggen, sloeg de schrik mij om het hart. Hij is al eens gevallen en toen had hij een diepe hoofdwonde. Sindsdien ben ik niet meer gerust. Ja, mijn vader. Hij heeft zijn hele leven hard gewerkt. Hij was arduinbewerker en indertijd stonden die mannen de hele dag met de voeten in het water, eigenlijk mensonwaardig. Het ging beter toen het werk

houdt zich kranig. Nora: “Het was vrijdagnamiddag, dan zijn alle kinderen moe en uitgeteld. Misschien heeft ze daardoor te traag gereageerd. Ze hebben hier een radiografie genomen en blijkbaar is er een beentje gebroken. Haar pols moet in een gips.” Manou: “Maar ik wil wel een roze plaaster, mama, fuchsia. Hebben ze hier roze plaaster? Zo een die je in het donker ziet. Cool. Mijn broer (4) heeft zijn been gebroken toen hij nog maar twee was en hij kreeg een onnozel wit gipsverband. Ik wil een roze gipsverband.” Nora: “De school heeft mij niet meteen verwittigd, omdat men dacht dat het nog wel meeviel. De meester dacht dat haar pols verzwikt was.

zou genezen met een gips. We moeten dus eerst een kleine operatie doen. We geven haar nu een voorlopige gips, die ook wat moet beschermen tegen pijn. “Zo’n voorlopige gips is altijd wit”, zegt de verpleegkundige voorzichtig. Er zijn geen roze. De ogen vullen zich met tranen. Nora: “Ja maar, muis, die operatie voel je niet. Geen paniek. Je krijgt een maskertje en je slaapt tot het gedaan is. En we laten papa komen. Die is nu je broertje gaan ophalen.” Manou: “Ik huil niet om die operatie, maar om die witte gips. Wat zullen ze in de klas zeggen?” Verpleegkundige: “Misschien komt de ingreep er snel aan. Dan mag ze de jongste uren niets gegeten of gedronken hebben. Wanneer heb je nog iets

Manou krijgt haar witte gips

UZ-magazine - juni 2011 27


gegeten?” Manou: “Er was een kindje jarig en er was een feestje.” Nora: “En wat hebben jullie dan gegeten? Taart? Cake? De druiven die ik meegegeven had?” Manou: “Puree. Maar dat was vanmiddag. De druiven heb ik niet opgegeten. Maar ik wil wél een roze plaaster.” De (witte) gips wordt nu deskundig aangebracht. Manou vertrekt geen spier. De verpleegkundige neuriet iets. Nora: “Mama is ook aan een breukje geopereerd toen ze klein was en ze heeft toen het hele ziekenhuis wakker gehouden. Mama was niet zo moedig als jij.” Manou: “Krijg ik nu zo’n masker, zoals op televisie?”

Jef en Mia Mia (58) ligt op een brits, in de wachtzaal. De jongste veertien jaar heeft ze drie keer kanker gehad en is ze telkens genezen verklaard, maar nu is ze hier met nierproblemen. Ze is hartpatiënt: ook dat nog. Van het ziekenhuis kent ze ‘alle kleuren’. Naast haar zit Jef (76), met een krant. Jef brengt haar altijd met de wagen. Tot nog toe heeft hij dat 816 keer gedaan. Achthonderdzestien keer! Jef: “Ja, dat hou ik bij, in een boekje. Ik ben postbode met pensioen en ik doe wat klusjes. Zo kwam ik bij haar terecht. En ik dacht: die vrouw is ziek, ik moet iets voor haar doen. Zelf wilde ze niet toegeven dat ze ziek was, maar ik wist het meteen. Haar dementerende moeder, voor wie ze zorgde, was pas gestorven. Ze woonde alleen, had een depressie. Ze wilde niet naar het ziekenhuis, want ze vond dat ze daar als vrouw alleen niet kon binnen komen. Ik zei: ik zal je brengen. En zo ben ik haar beginnen helpen.” Mia: “Ik had geen vrienden meer. Die zijn op die veertien jaar één voor één weggebleven. Ik kreeg lymfklierkanker en het was alsof de mensen mij uit de weg gingen. In het begin geloofde ik niet dat ik kanker had: ik was nooit naar een dokter geweest. Ik wilde mijn moeder niet alleen laten en ik werkte zo graag in de MS-kliniek in Melsbroek. Mijn werk was mijn leven. Maar ik moest chemo en bestralingen krijgen – het hield niet op. Ik heb mijn werk moeten opgeven.” Jef: “Weet je wat het is? Onze maatschappij is ingesteld op professionele 28 UZ-magazine - juni 2011

hulp, op dat gebied kwam Mia niks tekort, maar ze had geen vrienden meer. Kijk, dat heb ik ingevuld. Ik heb als postbode ongelooflijk veel mensen gekend en ook geholpen, en ik heb daar ook behoefte aan. Maar vandaag zit ik hier al enkele uren, naast haar op een stoel. Ze weten nog niet of ze moet blijven. Maar als ze naar huis mag, dan moet ik er zijn, want andere vrienden zijn er niet.” Mia: “Natuurlijk komt mijn familie wel eens langs. Ze zitten dan wat bij mij, brengen een gebakje mee, maar niemand die vraagt: ‘Kan ik iets voor je doen?’ Zitten is niet hetzelfde als doen. Jef doet tenminste iets.” Jef: “Tot twee jaar geleden ging ze zo nu en dan met vrienden eten, maar iemand moest haar nadien naar huis brengen, want ze was vlug moe. Ik heb als postbode veel bejaarde mensen gekend. Oud zijn is blijkbaar ook een ziekte. Ik zag hoe eenzaam sommigen waren, vaak was ik de enige met wie ze op een hele dag een paar woorden wisselden. Bejaarden mogen niet klagen, want dan komt

kopen, ik krijg vriendschap cadeau. Kijk, ik mis een duim, acht maanden geleden gebeurd, een zware balk. Maar ik zeur daar niet over, ik denk dan maar dat ik nog een andere duim heb. Soms ga ik zieken bezoeken en dan denk ik: ‘Ze hebben het minder goed dan ik, ik ben al oud en op 76 jaar één duim moeten inleveren, dat valt nog mee’. Ik heb geluk in het leven.” Mia: “Hij is een optimist en zelf ben ik ook zo geworden, dankzij hem. Als ze het nu weer hebben over die nieren die slecht functioneren dan denk ik: ‘Vooruit, we gaan ervoor gaan’. In de MS kliniek liggen veel patiënten die alleen maar sombere vooruitzichten hebben. Ik heb Jef.”

De weg naar Polen Er zit een man op een stoel tegen de muur, naast één van de boxen. Hij draagt een kamerjas en hij heeft een verband rond zijn hoofd, vanaf één oor lopen buisjes naar beneden. Ziekte van Parkinson. Maar hij hoort hier eigenlijk niet te zitten: hij ligt op

“Mia wilde niet naar het ziekenhuis, want ze vond dat ze daar als vrouw alleen niet kon binnen komen. Nu ga ik met haar mee” er niemand meer. Bij mij mochten ze hun beklag doen, ik luisterde en hing de vrolijke Frans uit. En ik werd er nog voor betaald ook! Ik was een gelukkig mens. Dat ben ik nog. Op zaterdag ga ik bij Mia schoonmaken en strijken. Mijn vrouw is dan naar de markt, ik heb op dat moment tijd. Maar ik zeg dan niet: ‘Ik ga bij haar opruimen’. Ik zeg: ‘Ik ga haar een plezier doen’. Begrijp je de nuance? En iemand een plezier doen, daar word ik dan weer gelukkig van. Is dat niet fantastisch? En zo zegt Mia: jij bent mijn enige échte vriend. Zeg dat nog eens, denk ik dan.” (begint zachtjes te huilen) - En eigenlijk doe je dat allemaal belangeloos. Wat krijg je dan terug? Jef: “Dat valt niet uit te leggen. Vriendschap. Mensen met centen willen ook alsmaar méér centen, voor alles en nog wat. Ik heb geen geld, enfin, bijna geen geld, en toch wil ik niet betaald worden. Ik zou ongelukkig worden als ik hier geld voor kreeg. Ik hoef geen vriendschap te

een kamer in het ziekenhuis en komt zijn zoon Ronny opzoeken. Die zit in een box naast zijn vriendin Yolanta. Ze ziet wasbleek en sluit nu en dan de ogen. Ronny maakt haar telkens wakker, want ze mag niet slapen, heeft men hem gezegd. Ze zijn vanuit Begijnendijk gebracht door de huisarts. Ronny (50) spreekt traag en bedachtzaam): “Haar hemoglobinegehalte is veel te laag. Onderzoeken moeten nu uitwijzen hoe dat komt. Misschien iets met de slokdarm. Ja, ze hebben onze familie niet gespaard. Vader in het ziekenhuis, ik heb zelf twee beroertes achter de rug, mijn rechterbeen en rechterarm willen niet goed mee. En nu Yolanta weer.” - Wordt een mens daar niet depri van? Ronny (gedecideerd): “Maar nee. Je legt je daarbij neer. Het zal zo moeten zijn, denk ik dan, klagen verandert niets. Als ze mijn vrouw maar kunnen helpen. Ze komt uit Polen, ik heb haar twee jaar geleden leren kennen in Antwerpen. Ik werkte aan de haven: een collega was met een


Poolse getrouwd en op zekere dag ben ik met hem meegegaan om haar verjaardag te vieren. Yolanta was daar ook, en van het een kwam het ander.” - Wat is uw beroep? Ronny: “Ik was douanier, maar ik kan niet meer met de computer werken, mijn rechterhand reageert te traag. Vreemd. Ik denk: ‘Nu moet ik op een toets drukken’ en het duurt seconden voor mijn hand dat ook uitvoert. Ze zeggen wel dat het nog kan verbeteren, maar dat zou minstens vier jaar duren. Ik ben niet stressbestendig meer.” - Gaan jullie vaak naar Polen? Ronny: “Twee keer per jaar. Yolanta komt uit Lublin, in het oosten, een middelgrote, prachtige stad. Haar moeder heeft een huis op een kilometer of zeven van het centrum. Ik heb sinds ik haar ken, gezegd: als ik met pensioen ben, gaan we in Polen wonen. Gedaan met het jachtige leven van hier, rust, geen stress. Daar hebben ze nog échte buurtwinkeltjes, bijvoorbeeld. Groenten kopen we in dat winkeltje, vlees ginder, melk weer ergens anders. Zalig. Een tuintje, wat bloemen. Daar droom ik van. Nee, niet slapen, Yolanta.”

Moeder en kind Moeder ligt op een brits. Ze is buiten bewustzijn, nu en dan zucht ze, wie weet wat er in haar omgaat. Haar dochter staat naast haar, houdt haar rechterhand vast, streelt haar vingers. Moeder is 79, de jaren hebben haar haren zilver gekleurd. Binnengekomen na een epilepsieaanval. Christiane: ‘Vorig jaar is ze blind geworden, nadien heeft ze een hersenbloeding gekregen en toen zijn die epilepsieaanvallen begonnen. Mijn vader ligt ook in het ziekenhuis met bloedarmoede en toen ze van-

Christiane en haar moeder (79): “Ze was een prachtmoeder.” morgen met hem belde, kreeg ze die aanval. Dat zal wel de emotie geweest zijn.” - Woont ze nog thuis? Christiane: “Ja, ik ga alle dagen voor eten zorgen en de was en de plas doen. Je kunt maar moeilijk met haar communiceren. Ze kan niets onthouden en dat praat moeilijk. Ik zie dat niet als een last, al speelt het in mijn leven een grote rol. Tijdens het weekend ben ik daarom haast nooit thuis. Maar mijn man steunt mij daarin, gelukkig. Hij begrijp het, omdat hij haar ook graag ziet. Hij doet ook veel voor mij. Ik krijg ook veel terug: ze is me zo dankbaar. Ze zal telkens zeggen: ik heb lekker gegeten. Dat houdt me overeind. Ze is altijd tevreden geweest, daar zouden jonge mensen een voorbeeld aan kunnen nemen. Soms hoor ik van de thuishulp hoe ellendig andere bejaarden die niemand hebben, eraan toe zijn. Dan denk ik: ‘Het is mijn plicht voor haar te zorgen’. En als ik dan toch eens weg moet, komt de buurvrouw

Voor inlichtingen en afspraken, bel gratis nummer

met koffie en gebak. Solidariteit bestaat nog. Mijn moeder heeft haar hele leven hard gewerkt. Drie kinderen opgevoed, altijd bezig geweest. En nu ligt ze daar. Ik voel me zo hulpeloos, maar wat kan ik doen? Ik moet maar vertrouwen op de artsen. Maar je ziet: ze is rustig. Ze voelt wel mijn hand.” - Ze betekent veel voor u, denk ik. Christiane: “Maar zij was er ook altijd voor ons. Ze was een prachtmoeder. Nee, ik moet zeggen: ‘Ze is een prachtmoeder’. Ik héb haar nog, maar het is anders. Ze is nu mijn kind. Ik denk altijd: ik wil niet dat ze lijdt. Ik zie ook wel dat de aftakeling begonnen is en dat valt me zwaar. Ik zie haar veel te graag om haar pijn te zien lijden. Dat hoeft niet voor mij. Ook dit keer zal het wel weer een stap achteruit zijn. Ik laat haar hier niet graag achter, en dat zal straks misschien moeten ... Telkens als je hier komt, neem je al een stuk afscheid. De dag van het definitieve afscheid zal komen, maar het ergste zal dan al voorbij zijn.” w

0800 / 92 646

of op

www.seniorenflats.be

Ser viceflats waar het zorgeloos leven is e ieuw

N

Residentie

De Druivelaar 3090 Overijse

Zelfstandig wonen in een omgeving die aangepast is aan specifieke behoeften van senioren

Residentie

Prinses Paola 1180 Ukkel

Residentie

Green Garden 1140 Evere

Residentie

Josephine

1140 Schaarbeek

Senior & Flats

Serviceresidenties voor een leven in alle rust

UZ-magazine - juni 2011 29


recept Lekker èn gezond eten? Dat kan. Probeer eens dit recept uit de keuken van de UZ Leuven-diëtisten. UZ-magazine culinair

Forel met fijne groentjes Ingrediënten per persoon: • 1 schoongemaakte forel • 50 g parmaham • 50 g broccoli • 50 g snijbonen • ¼ prei • ¼ rode paprika • citroensap • kruiden: rozemarijn, zout, gemalen zwarte peper

Bereidingswijze

Tip van de diëtiste:

Spoel de forel grondig onder stromend water, dep hem droog en besprenkel met het citroensap. Was de groenten. Verdeel de broccoli in kleine roosjes, snij de prei in ringen en hak de paprika in kleine blokjes. De snijbonen worden best in dunne schuine repen gesneden. Laat de groenten en de parmaham ongeveer 10 minuten gaar stoven. Kruid met peper en zout. Verwarm de oven voor op 200°C. Neem een groot stuk aluminiumfolie en leg de forel erop. Verdeel een eetlepel rozemarijn onder de binnenkant van de vis. Leg hier ook twee halve schijfjes citroen in. Leg de groentenmix rond de vis en overgiet met wat citroensap. Voeg de folie dicht en leg het geheel in de oven. Laat de vis 30 minuten garen. Serveer met aardappelen in de schil.

Vezelrijk eten is erg belangrijk voor een goede gezondheid en vlotte darmwerking. Maak van deze puntjes een goede gewoonte: • Vervang wit brood door bruin of volkorenbrood. • Eet elke dag vijf porties groenten en fruit. • Rijst en pasta? Neem de volkorenvariant. • Begin elke maaltijd met een lekker rauwkostslaatje. • Drink anderhalve liter water per dag: water is nodig om de vezels in je lichaam te doen zwellen.

Ontslag uit het ziekenhuis? Landelijke Thuiszorg helpt gezinnen en bejaarden thuis Bel 070/22 88 78 of kijk op www.landelijkethuiszorg.be

AdvLT_09_UZmaga_185x136.indd 1

14/05/09 10:56


Actie

tot 50% korting op zonneglazen

info in de winkel

Skylet速 Fun

Skylet速 Road

Skylet速 Sport

Aanbevolen voor gemiddelde omgevingshelderheid en slechte lichtomstandigheden, bijv. wazige zonneschijn.

Aanbevolen voor middelmatig tot sterk zonlicht en het zomerweer van Centraal-Europa.

Aanbevolen bij fel zonlicht en sterke schittering, bv. op gletsjers, in de bergen of bij de beoefening van water- en vliegsporten.

op Optisch montuur en/of glazen op vertoon van deze advertentie of personeelskaart Uz Leuven of K.U.Leuven

Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag

14.00 -18.30 9.00 - 18.30 9.00 - 18.30 9.00 - 18.30 9.00 - 18.30 9.00 - 18.00 gesloten

In juli en augustus elke dag open tot 18u


Zorg voor uw rug ! Met ons advies zit, slaapt en werkt u beter! Verhoog uw comfort met onze: ✓ lattenbodems, matrassen, hoofdkussens, comfortbedden,... ✓ zitkussens, relaxzetels, salons, zitbanken, stoelen,... ✓ bureaustoelen, zit- en stabureau‘s, zitkrukjes,...

Rug- en nekklachten? Zit- en slaapproblemen? R.S.I.?

De ergonomische lattenbodem in combinatie met de latex matras bezorgt u een gezonde nachtrust. Relaxzetels op maat

Relaxkussen vanaf 69 Euro Dit salon is uitgerust met een rugvriendelijk comfortmechanisme. Het biedt een correcte steun voor uw nek en rug in alle zitposities.

Een perfecte werkplekinrichting voor je rug! Deze bureaustoel en in de hoogte regelbaar bureau zorgen voor een actief en gezond zitpatroon Onze licentiaten lichamelijke opvoeding of kinesitherapie beantwoorden graag al uw vragen rond gezond zitten, slapen en werken in onze showroom. Kom gerust eens proefliggen of -zitten! GRATIS INFORMATIEBOEKJE VERKRIJGBAAR IN DE ZAAK.

Tervuursevest 30 • 3000 Leuven (a/d Naamsepoort, tegenover Delhaize, slechts 1 km van het ziekenhuis)

Tel. 016 29 45 63 • Fax 016 29 45 65 • E-mail: leuven@sit-and-sleep.be • www.sit-and-sleep.be Open: 10.00 u - 18.30 u. • za 10.00 - 18.30 u. • zo. 14.00 18.00 u. • Maandag gesloten • Zondagnamiddag open De advieszaak voor gezond zitten,

slapen en werken DE ADVIESZAAK VOOR GEZOND ZITTEN, SLAPEN EN WERKEN

Sit & Sleep Antwerpen Ernest Van Dijckkaai 1 2000 Antwerpen Sit & Sleep Leuven Tervuursevest 30 3000 Leuven Sit & Sleep Hasselt NIEUW! Genkersteenweg 299 3500 Hasselt


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.