UZ-magazine september 2010

Page 1

! is e at me Gr m e Ne

UZ

UZ-MAGAZINE is bestemd voor patiënten en bezoekers van UZ Leuven • campus Gasthuisberg • campus Lubbeek • campus Pellenberg • campus Sint-Pieter • campus Sint-Rafaël

MAGAZINE Verschijnt driemaandelijks, jg 26 - nr 3 - september 2010

Verantwoordelijke Uitgever: Suzy Van Hoof, Herestraat 49, 3000 Leuven

Afgiftekantoor Aalst 1 - P509066

ADHD en de schoolstart

Kwaliteitsstempel voor UZ Leuven Het slaaplabo: ‘stille’ afdeling

UZ Leuven decor van film ‘Adem’


¨¨¨¨¨ serviceresidentie

Onbezorgd wonen en genieten

Kom naar de kinderuniversiteit en ontdek de wereld van het brein! • Luxueuze appartementen in parktuin van 2ha • Rustige ligging op 5 km van centrum Leuven • Ruim dienstenaanbod volgens eigen wensen Restaurant, cafetaria, kapsalon, wassalon, boodschappendienst, poetsdienst, huishoudelijke hulp, medische en persoonlijke verzorging

Ben jij tussen 8 en 13 jaar? Vul dan je rugzak met de gekste hersenkronkels en een hoop vragen! Dit jaar onderzoeken we het brein!

Krijg les van echte proffen én ga zelf aan de slag tijdens tal van workshops. Ontdek het programma en schrijf je in voor een hele dag gratis plezier.

Zaterdag 23 oktober, Campus Binnenstad Leuven Zaterdag 30 oktober, Campus Kortrijk Zaterdag 6 november, Campus UZ Leuven

www.kuleuven.be/kinderuniversiteit

• Veiligheid: alarmsysteem, 24/24 permanentie • Privacy en vrijheid • Gezelschap en animatie

Ve r b l i j f v o o r f a m i l i e Wanneer u dicht bij uw familielid wilt overnachten, kunnen logies in campus Sint-Pieter voor u wellicht een oplossing betekenen.

Het verblijf voor familie biedt u eenvoudig ingerichte één- en tweepersoonskamers met ontbijt, aan de prijs van 18 of 10 euro per overnachting.

Nieuw: Wellness-centrum voor lichaamsverzorging, massage, manicure, pedicure, aroma-therapie, dieetadvies, infraroodsauna, …

Service-residentie Ter Korbeke Oudebaan 106 - 3360 Korbeek-Lo Tel.: 016 46 39 25 www.terkorbeke.be 2 UZ-magazine - september 2010

Vrijwilligers die op vaste tijdstippen aanwezig zijn, zorgen dat u zich thuis kan voelen, ook in moeilijke momenten. • UZ Leuven campus Sint-Pieter - Brusselsestraat 69 - 3000 Leuven • Reservatie: tel. 016 33 70 04 tussen 8.30 - 12 uur en 14 -19.30 uur • Informatie: tel. 016 33 73 20


6 19

22

6 ADHD en de start van het nieuwe schooljaar In september openden de scholen weer hun deuren. Hoe moelijk hebben jongeren met ADHD het in de klas? Prof. dr. Marina Danckaerts (kinderen jeugdpsychiatrie) en Ilse Dewitte (orthopedagoog-gedragstherapeut) gaan er dieper op in. 12 Internationale kwaliteitsstempel UZ Leuven heeft als eerste ziekenhuis in België de internationale JCIerkenning gekregen. Prof. dr. Johan Kips legt uit waarom dit label voor betere zorg en veiligheid zo belangrijk is. 14 Welterusten op de vijfde verdieping Het slaaplabo van UZ Leuven campus Gasthuisberg is een ‘stille’ afdeling. Patiënten komen er om hun slaapgedrag te laten analyseren. Prof. dr. Bertien Buyse en hoofdverpleegkundige Pascal Borzée vertellen wat er precies gebeurt.

UZ-MAGAZINE Jaargang 26, nummer 3 (september 2010) Kwartaalblad voor patiënten, familie en bezoekers van UZ Leuven campus Gasthuisberg, Lubbeek, Pellenberg, Sint-Pieter en Sint-Rafaël

12

14

INHOUD

UZ-magazine

26 30

19 Adem ‘Adem’ ging onlangs in première en draait nu in de Vlaamse zalen. De film geeft een beeld van het leven van muco-patiënten. UZ Leuven campus Gasthuisberg was het decor van de film.

30 Dorp in de stad Jan van Rompaey trok deze zomer weer naar de koffieshop van campus Gasthuisberg en legde daar zijn oor te luister bij bezoekers en patiënten. Aangrijpende verhalen uit het dorp in de stad.

22 Transplantaties bij kinderen Dertig jaar geleden waren kindertransplantaties nog taboe. Prof. dr. Rita Van Damme-Lombaerts was pionier op het vlak van nier-, lever- en darmtransplantaties bij kinderen. 26 Schoonmakers Schoonmaken in een ziekenhuis is anders dan ‘gewoon’ schoonmaken thuis. Katleen Amry en Luc Vanhaverbeke van UZ Leuven geven een algemeen beeld en drie schoonmakers vertellen.

vaste rubrieken 4 Journaal: berichten over en uit UZ Leuven 5 Woordje van de pastor 10 Column van Kris Gelaude 34 Funpagina: voor de jonge UZ-magazine-lezers

redactieadviesraad: dr. Koen Bronselaer, Jan Etienne, Ludo Govaerts, prof. dr. Marie-Christine Herregods, prof. dr. Diethard Monbaliu, prof. dr. Peter Reynders, Suzy Van Hoof, Ad van Poppel, Clara Vanuytven, Jan Verhaeghe en prof. dr. Chris Verslype eindredactie: Ann Lemaitre hoofdredactie: Suzy Van Hoof redactieadres: UZ Leuven, dienst communicatie, Herestraat 49, 3000 Leuven, tel. 016 34 49 55, uzmagazine@uzleuven.be Reclameregie: B-Net, Bie Van Cleuvenbergen, voor DECOM, ‘t Hofveld 6c4, 1702 Groot-Bijgaarden, tel. 016 63 20 65, bie@b-net.be Foto’s: Jan Locus, Geert De Keyser, e.a. productie: DECOM NV, ‘t Hofveld 6c4, 1702 Groot-Bijgaarden, tel. 02 325 64 64 vormgeving: Gunther De Kegel, DECOM projectopvolging: Gunther De Kegel, DECOM verantwoordelijke uitgever: Suzy Van Hoof, Herestraat 49, 3000 Leuven copyright: overname van artikels of gedeelten daarvan wordt toegestaan na overleg met de redactie en met vermelding van de bron

UZ-magazine - september 2010

3


journaal

Nieuws uit UZ Leuven

Wie, wat, waar? Wie kunt u waar bereiken? UZ-magazine geeft u een aantal nuttige nummers: Onthaal campus Gasthuisberg 016 34 35 36 Onthaal campus Pellenberg 016 33 83 65 Onthaal campus Sint-Pieter 016 33 70 03 Onthaal campus Sint-Rafaël 016 33 27 05 e-mail info@uzleuven.be Inlichtingen campus Gasthuisberg, Pellenberg, Sint-Pieter en Sint-Rafaël 016 33 22 11 Spoedgevallendienst 016 34 39 00 Ambulancedienst 016 22 27 05 Pastorale dienst 016 34 86 20 Sociaal werk 016 34 86 20 Secretariaat ziekenhuisschool 016 34 39 62 Verblijf voor familie: campus Sint-Pieter 016 33 70 03

Nieuw: urgentieopname kinderpsychiatrie Sinds 1 september van dit jaar heeft de afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie van UPC-K.U.Leuven een urgentieopname kinderpsychiatrie voor kinderen tot vijftien jaar. De ervaring is dat in Vlaanderen wachtlijsten voor een opname in de jeugdpsychiatrie een belemmering vormen om snel en soepel te kunnen inspelen op de acute psychische problemen van jongeren. Het gaat dan om problemen als suïcidaal gedrag, ernstige depressie, angst, verwarring, een gezins- of schoolcrisis met acute impact op de psychische gezondheid, hyperactiviteit of contactstoornis met fasegebonden crisisgedrag of een psychosomatische stoornis. “Met de oprichting van een urgentiecentrum, waarin doorlopend acht plaatsen vrij zijn, willen we het probleem aanpakken. Daarnaast willen we uitzoeken of zo het aantal jongeren in langere residentiële behandeling teruggedrongen kan worden,” aldus prof. dr. Peter Adriaenssens, kliniekhoofd kinderpsychiatrie van UZ Leuven. Doorverwijzers kunnen via de spoedgevallendienst een beroep doen op de nieuwe dienst voor een urgentieopname van hun patiënten. Daarbij is wel de toestemming van de ouders of de verantwoordelijke opvoeders nodig. “Een opname is van korte duur: het gaat om minimaal 48 uur en maximaal vijf dagen,” stelt men. “De urgentieopname is een open afdeling: opname onder dwang is dus niet mogelijk. Bedoeling is om altijd samen te werken met het gezin en de eigen omgeving van de jongere. Bovendien is er bijzondere aandacht voor de lesdagen die de jongeren missen op school: hiervoor werken we samen met de ziekenhuissschool van UZ Leuven.” 4 UZ-magazine - september 2010

Plan je route met De Lijn op de UZ Leuven-website Wil je met het openbaar vervoer van en naar UZ Leuven reizen? Ga dan naar de UZ Leuven website (www.uzleuven. be/routeplanner-de-lijn) en plan daar je route. Die routeplanner is een initiatief van UZ Leuven en De Lijn. Bezoekers en patiënten kunnen er een reisadvies opvragen naar elk van de vijf campussen. Ook is er informatie over de laatste terugrit vanuit de campussen. Het reisadvies omvat ook de dienstregelingen van de NMBS, MIVB en TEC. Bovendien geeft de site ook aan hoeveel CO2 je bespaart als je de auto thuis laat en met het openbaar vervoer naar het ziekenhuis komt.

Tienduizendste staal in navelstrengbloedbank In augustus heeft de Leuvense navelstrengbloedbank het tienduizendste staal navelstrengbloed ingevroren. UZ Leuven startte in 1997 met de navelstrengbloedbank. Navelstrengbloed is een interessant alternatief voor beenmergdonatie. Net als het beenmerg bevat navelstrengbloed stamcellen. Die cellen liggen aan de basis van het leven. Ze kunnen zich delen en ontplooien tot elk soort weefsel dat in het menselijk lichaam aanwezig is. Stamcellen worden voornamelijk gebruikt voor de behandeling van aangeboren en kwaadaardige bloedziekten, vooral leukemie. Tot in 1997 was beenmergdonatie door volwassenen de enige manier om stamcellen te verkrijgen. Dat betekende dat donoren een punctie moesten laten doen om beenmerg af te staan. Navelstrengbloed is veel eenvoudiger én pijnloos te verzamelen. Het is immers na de geboorte van een kind nog aanwezig in de navelstreng en de placenta. Het bloed kan twintig jaar lang bewaard worden in diepgevroren toestand (-196°C). Tegenwoordig levert de Leuvense bank elke maand een tweetal eenheden navelstrengbloed voor een stamceltransplantatie in eigen land of elders in de wereld. Voor de inzameling van navelstrengbloed werkt de Leuvense navelstrengbloedbank nauw samen met verloskundigen, huisartsen, vroedvrouwen en verpleegkundigen uit materniteiten verspreid over heel Vlaanderen. “Zonder hun medewerking zou de Leuvense bank de mijlpaal van tienduizend nooit bereikt hebben“, stelt men ook. Als moeders bij de geboorte van hun kind navelstrengbloed willen afstaan, kan dat eenvoudig door vooraf een formulier te vragen aan de verpleegkundige of gynaecoloog en het in te vullen.


pastor WOORDJE VAN DE PASTOR

Piet Vandevoorde

Lieve mensen

E

Een opname in het ziekenhuis is altijd ingrijpend. Ook wanneer er geen sprake is van een echte ingreep of grote onderzoeken. De gewone leef- en woonomgeving moet even verlaten worden, contacten met familie en vrienden verlopen via telefoon, mail of een bezoekje in de namiddag. Mensen met een chronische aandoening, bijvoorbeeld met een longziekte, komen geregeld terug naar het ziekenhuis. De ene keer gepland, een andere keer via de spoedgevallendienst. Extreme temperaturen tijdens de winter of de zomer zijn daar niet vreemd aan. Kortademigheid, het gevoel van angst en soms zelfs paniek, zorgen dat ze weer opgenomen moeten worden. Voor sommigen onder hen wordt de afdeling een beetje een tweede thuis: ze kennen ondertussen de artsen en verpleegkundigen, de logistieke medewerkers en de poetsvrouw, de sociaal werker en de pastor al vrij goed. En zelf worden ze vriendelijk met hun voornaam aangesproken. Zo leerde ik de afgelopen maanden Magda kennen, een patiënte die met korte tussenpozen verschillende keren in het ziekenhuis was, telkens voor twee of drie weken. Ze is ongehuwd, maar heeft heel wat vrienden en familie. Die vormen haar netwerk in de sterke, warme zin van het woord. Ze spreekt ook over hen op een heel warme manier, want ze heeft het over de ‘lieve mensen’ die haar omringen. En daar horen de ziekenhuismedewerkers ondertussen ook bij. Bij elk bezoek, tijdens ieder gesprek, valt het mij op hoe ze in diezelfde termen spreekt: lieve mensen die zoveel voor haar doen en betekenen nu ze wat afhankelijk wordt. Ze vertelt eigenlijk niet zoveel over haar eigen situatie, maar plaatst vooral die lieve aandacht en vriendschap van anderen in the picture. Ik vraag mij af wat ze daar precies mee bedoelt. Het wordt me een beetje duidelijk wanneer ze voor de tweede of derde keer wordt opgenomen: diezelfde dag krijg ik een e-mail van een vriendin en komen er drie mensen aankloppen om mij te verwittigen dat ze weer op de afdeling is. En of ik wil langsgaan.

Mensen die op een heel eenvoudige, maar concrete manier deze vrouw dragen. Ze zijn met haar verbonden en dus hebben ze weet van haar kwetsbaarheid, haar twijfels over hoe het verder moet. Ze zorgen er mee voor dat de ziekenhuisopname iets veiligs heeft, iets van ‘thuis zijn’ voor zover dat mogelijk is. Dat doen ze door te zorgen voor menselijke contacten, nabijheid en aandacht. Het gaat zover dat het gaandeweg moeilijk wordt om Magda alleen aan te treffen: er is altijd wel iemand op bezoek. Voor Magda zijn dat echte lichtpuntjes: mensen brengen nieuws uit de familie, uit de vriendenkring, de parochie, uit de buurt ... Ze voelt dat ze er nog bij hoort, dat haar regelmatige afwezigheid in het gewone reilen en zeilen van elke dag niet betekent dat mensen haar vergeten. Of erger nog: dat ze enkel ‘patiënte’ is. Zo is ze ook niet voortdurend met haar eigen problemen bezig. Door de lieve mensen om haar heen is en blijft de wereld veel groter dan haar ziekenhuiskamer. Het verhaal van Magda herinnert mij aan een eenvoudige, maar soms vlug vergeten waarheid: het is in de ‘kleine goedheid’ van elke dag dat wij mensen zoiets groots en belangrijks als ‘liefhebben’ waarmaken. Niet in onze dromen of in grote en belangrijke voornemens, maar uit dat ene telefoontje of kaartje, uit zomaar een bezoekje, blijkt hoe wij met anderen verbonden zijn, wat wij mensen voor elkaar betekenen. In die zin is het voor al wie in een ziekenhuis werkt een uitdaging en een appèl om deel uit te maken van zo’n netwerk van ‘lieve mensen’. De werkdruk, de technische setting of informatisering mogen ons dat niet doen vergeten: in een ziekenhuis worden mensen opgenomen, in een ziekenhuis werken mensen. En zijn lieve mensen niet de échte mensen?

In elke campus van UZ Leuven werkt een pastor. U kunt met een pastor contact opnemen via de verpleegeenheid of via het secretariaat van sociaal werk, tel. 016 34 86 20. UZ-magazine - september 2010

5


Kinderen met ADHD (attention deficit hyperactivity disorder) hebben het vaak moeilijk in de klas. Maar bij de start van een nieuw schooljaar valt dat nog niet zo op. Alles is namelijk nieuw en ze hebben er nog al hun aandacht bij. Na enkele weken is het nieuwe er echter af en wordt het voor hen een stuk moeilijker. Prof. dr. Marina Danckaerts (afdelingshoofd kinder- en jeugdpsychiatrie) en Ilse Dewitte (orthopedagooggedragstherapeut) geven toelichting bij ADHD en bij de aanpak ervan.

Gedragsstoornissen

Ad van Poppel

Iets nieuws werkt altijd bij ADHD-kinderen Op 1 september kwam er voor veel kinderen en jongeren een einde aan de grote vakantie. Ze leggen nu weer elke weekdag de weg naar school af, al dan niet met frisse tegenzin. Je zou denken dat kinderen met ADHD (attention deficit hyperactivity disorder) in deze periode onmiddellijk in negatieve zin 6 UZ-magazine - september 2010

opvallen in de klas. Volgens prof. dr. Marina Danckaerts is echter het tegendeel waar. Het valt juist minder op dat ze een aandacht- of concentratiestoornis hebben. Die komt pas enkele weken na de start van het schooljaar tot uiting. “Dergelijke kinderen zijn alles snel beu, na enige tijd ook de vakantie. Ze kijken uit

naar het begin van het schooljaar: alles is nieuw en even aantrekkelijk. Een nieuwe klas, een nieuwe leraar, nieuwe boeken ... Als ouders bij de start naar leerkrachten komen met verhalen dat hun kinderen zich niet kunnen concentreren, dat ze op tijd hun geneesmiddelen moeten innemen, vinden leerkrachten vaak dat


Prof. dr. Marina Danckaerts en Ilse Dewitte (kinder- en jeugdpsychiatrie)

de ouders overdrijven,” zegt prof. dr. Danckaerts. Maar na vier tot zes weken verandert de situatie. Prof. dr. Danckaerts legt uit dat dan de ‘wittebroodsweken’ op school voorbij zijn. “De nieuwigheid van de start van het schooljaar is er voor die kinderen af. En stilaan zullen jongeren met ADHD de moeilijkheden ervaren die de school voor hen met zich meebrengt. De leerkrachten beginnen dat dan ook te merken,” aldus professor Danckaerts. “Ze starten met goede voornemens. Een ‘novelty’ werkt altijd goed bij jongeren met ADHD. Maar als de taken repetitief en dus vervelend worden, komen de moeilijkheden naar boven.”

Aandacht Prof dr. Danckaerts onderscheidt drie grote probleemgebieden bij kinderen met ADHD op school: de aandacht richten en gericht houden, impulsief zijn en een gebrek aan zelforganisatie. Bij het aandachtsprobleem stelt prof. dr. Danckaerts vast dat het draait om een gebrek aan impact en diepte van aandacht voor informatie. “De informatie die van buiten naar binnen moet komen, moet voldoende prikkelend zijn, moet altijd iets extra’s hebben. Dat is meestal niet het geval op school. Het is ook niet makkelijk om elk stukje informatie wereldschokkend te maken.” De ADHD-kinderen verleggen daardoor hun aandacht naar dingen die wel aantrekkelijk zijn. “Krachtige stimuli werken altijd. Alles wat leuker is dan datgene waar ze mee bezig zijn. Er valt iets, iemand die roept ... Voor andere kinderen geldt dat ook, maar die kunnen zichzelf beter sturen, die hebben innerlijk een zelfsturend stemmetje. Voor ADHD-kinderen vormen lege momenten ook een probleem. In de klas wordt wel eens gezegd: ‘Werk nu voor jezelf een beetje door’. Leerlingen worden dan overgeleverd aan hun zelfsturing, maar ADHD- kinderen kunnen dat niet. Ze vullen die lege tijd op met prutsen, prullen, rondkijken, wiebelen, tekeningen maken. Het aandachtsprobleem is een combinatie van een remmings- en zelfsturingsprobleem.”

Impulsen Die remming is het tweede grote probleem. “Kinderen met ADHD gaan op om het even welke krachtige stimuli in, zonder enige remming. De juf draait zich om en het bovenste knoopje van haar blouse staat open: ze hebben het gezien en maken er een opmerking over. Ze hebben geen zelfcontrole op die basale impulsen,” aldus prof. dr. Marina Danckaerts. Als ze nog jong zijn, komen die directe opmerkingen over als ‘open’ en ‘enthousiast’, maar gaandeweg wor-

dat ze populair zijn. Tot een bepaalde leeftijd hebben ze een overoptimistisch zelfbeeld. Dan keert dat om en merken ze dat ze helemaal niet zo geliefd zijn.”

Zelforganisatie Het derde probleem dat in de schoolse sfeer moeilijkheden oplevert, is het gebrek aan zelforganisatie. Dat komt vooral in het secundair onderwijs tot uiting. In de basisschool helpen ouders en school de kinderen nog met schooltaken, maar in het secundair moeten ze het zelf gaan doen. De

‘ADHD-kinderen zijn alles snel beu, na enige tijd ook de vakantie’ den ze vervelend. Men vindt hen dan onbeleefd en zelfs bedreigend. En juist daardoor krijgen jonge adolescenten met ADHD problemen met de leerkrachten. Orthopedagooggedragstherapeut Ilse Dewitte legt uit dat ADHD-jongeren eerst iets zeggen en dan pas denken, terwijl het eigenlijk omgekeerd zou moeten zijn. Ze wijst erop dat dergelijk gedrag voor iedereen herkenbaar is. Iedereen kan wel eens zo reageren, maar bij kinderen met ADHD is het een constante. De opmerkingen die ze geven zijn niet altijd even leuk. Ze zijn verbaal kwetsend en vaak venijnig. Daarom worden de jongeren door hun medeleerlingen ook niet altijd even graag gezien. “Door hun enthousiasme hebben ze zelf het idee

planning van het schoolwerk is gespreid over een tot twee weken. Jongeren moeten de juiste opdrachten noteren op de juiste dag. Op veel scholen hebben de leerlingen lockers waar ze een deel van hun boeken in kunnen opbergen om niet altijd met een zware tas over straat te moeten. Maar dan moeten ze wel de juiste boeken meenemen voor hun schoolwerk thuis. Daar loopt het voor de ADHD-kinderen vaak fout. Ze schrijven het ‘straks’ wel in, want nu gaat de bel. Alleen komt het er daarna niet meer van. Prof. dr. Danckaerts zegt dat de agenda’s van jongeren met ADHD vol staan met opmerkingen van de leerkrachten. En eenmaal thuis moeten ze aan hun huiswerk beginnen. Dat is een lastig UZ-magazine - september 2010

7


karwei en de zelfsturing laat het weer afweten. Volgens prof. dr. Danckaerts uit zich dat in uitstelgedrag. “Daarom hebben ze een ‘politieagent’ nodig die hen over de drempel heen haalt. Hun ouders moeten die rol veel langer opnemen dan bij andere jongeren. Eens begonnen, gaan ze veelal erg snel en onzorgvuldig te werk en zijn ze na drie minuten al klaar. Gewoon een tekst lezen is heel moeilijk: ze lezen niet, ze kijken of staren er wat naar. En als ze dan toch iets gelezen hebben, is dat heel oppervlakkig gebeurd. Echt studeren en memoriseren doen ze eigenlijk niet, tenzij het als het ware ingelepeld wordt door de begeleidende ouder.” De ouders moeten het in hun rol van ‘politieagent’ bovendien verbaal vaak ontgelden. Gevoelens van aversie en frustratie over het schoolwerk projecteren de jongeren op hun ouders. “Het wordt altijd spannend als volwassenen hen willen bijsturen. Die volwassenen trappen snel in de val door het gedrag van de kinderen op zichzelf te betrekken. ‘Je doet je werk niet om mij te raken ...’ Zo verzieken de relaties. Het is moeilijk voor ouders en leerkrachten om door dat gedrag heen te kijken,” aldus prof. dr. Danckaerts. Voor de jongere zijn dat losstaande, tijdelijke impulsen. Bij de volwassene blijven die negatieve reacties veel langer hangen. Daardoor verliest die alle vertrouwen.

Risicofactoren Is er iets bekend over de oorzaak van ADHD? Prof. dr. Marina Danckaerts

zegt dat ADHD-gedrag voor 75 procent genetisch bepaald is.“Het is polygenetisch: er zijn waarschijnlijk veel genen met een klein defect. De combinatie van verschillende genen maakt dat je meer of minder van de kenmerken van ADHD hebt. Het is bijgevolg geen zwart-wit-gegeven. Er zijn ook risicofactoren die inwerken op de vroege hersenontwikkeling van kinderen, zoals roken, druggebruik en stress tijdens de zwangerschap, zuurstofgebrek of vroeggeboorte.” Bij een enkeling hebben omgevingsfactoren op latere leeftijd een invloed (allergieën, kleurstoffen, ernstige opvoedings- en hechtingsproblemen). Onderzoek op basis van scans heeft inmiddels aangetoond dat de hersenschors bij kinderen met ADHD in bepaalde regio’s dunner is. De ‘bedrading’ van de hersenen is ook minder ontwikkeld en de transmissie van scheikundige stoffen tussen de hersencellen is bemoeilijkt. Dat leidt er toe dat kinderen in hun ontwikkeling zo’n twee jaar op hun leeftijd achterlopen. Als ze bijvoorbeeld tien jaar zijn, wordt er van hen ook verwacht dat ze zich gedragen als een tienjarige, terwijl ze eigenlijk als een achtjarige functioneren. De omgeving vraagt dus veel meer van hen dan dat ze aankunnen. In de behandeling worden onder andere geneesmiddelen voorgeschreven die de overdracht van die scheikundige stoffen stimuleert. Weten­ schappelijk is bewezen dat je zo tachtig procent van de ADHD-symptomen onder controle kunt krijgen.

Hobby’s en sport? Als kinderen met ADHD het moeilijk hebben om op school hun aandacht bij de les te houden, hoe is het dan gesteld met hun hobby-activiteiten? Je zou denken dat ze het daar makkelijker hebben omdat in hun vrije tijd ‘niets moet’. Dat blijkt niet altijd zo te zijn, vooral bij gecontroleerde en georganiseerde vrije tijd. Ook daar blijkt dat als het nieuwe eraf is, de aandacht en de inzet verslappen. Prof. dr. Marina Danckaerts: “Ze zijn bij de start heel enthousiast, maar als ze na zes, zeven keer niet de beste zijn, gaan ze weer op zoek naar iets anders. Zo gaan ze soms van de ene naar de andere hobby. De computer en games zijn hen wel op het lijf geschreven.” De spelletjes geven steeds nieuwe impulsen en belonen de speler voortdurend. Het is dan ook extra moeilijk hen daarin beperkingen op te leggen. En ‘mindless’ activiteiten zijn ook interessant voor hen. Zalig niets doen, niets moeten. Prof. dr. Danckaerts: “Ik ken ADHD-kinderen die gaan vissen. Heel opmerkelijk is dat hen dat lukt. Niets moet daar nog.” In ploegsporten komen de problemen vaak snel naar boven. Individuele sporten zijn vaak al iets gemakkelijker. Bovendien hebben ADHD-jongeren trainers en begeleiders nodig die niet gaan roepen, maar die rustig en positief blijven en begrijpen hoe de kinderen in elkaar zitten.

8 UZ-magazine - september 2010

Prof. dr. Marina Danckaerts (kinder- en jeugdpsychiatrie): ‘Wetenschappelijk is bewezen dat je met geneesmiddelen tachtig procent van de ADHD-symptomen onder controle kunt krijgen’ Geneesmiddelen werken zeker niet bij iedereen, niet op alle momenten van de dag en hebben ook nadelen. Het is daarenboven niet gemakkelijk dagelijks medicijnen te moeten nemen. Een andere oplossing is de omgeving aanpassen aan de mogelijkheden van het kind met ADHD. Prof. dr. Danckaerts stelt wel dat in verhouding de effecten van die aanpak kleiner zijn dan die van geneesmiddelen. “De gedragsaanpassing werkt vooral om de neveneffecten van ADHD in de klas en in de relatie met volwassenen te verminderen. Een eerste voorwaarde is dat de volwassenen begrijpen hoe een kind met ADHD functioneert, zodat ze zichzelf kunnen ‘programmeren’ om niet in de valkuilen te trappen. Als iemand met ADHD impulsief iets lelijks zegt, moet je weten dat eigenlijk 95 procent van de andere kinderen dergelijke dingen ook denkt, maar dat slechts 5 procent ze uitspreekt.” Op zo’n moment zou een volwassene niet boos moeten worden en er niet extra op moeten reageren. Negeren lijkt dan het antwoord en een manier om een verbale escalatie te voorkomen. Ze raadt ook aan alerter te zijn op de dingen die dergelijke kinderen wél goed doen en er dan ook een compliment over te maken. “Daar kunnen ze moed uit putten. Ouders reageren daarop wel eens met: ‘Moet ik dan de rode loper uitleggen als mijn kind iets doet waarvan het eigenlijk nor-


ADHD in het latere leven

maal is dat hij dat zou doen?’. Ja, want de maturiteit van de hersenen ligt twee jaar achter. “

Toolkit

Over sommige hoog-actieve, succesvolle BV’s wordt gezegd dat ze ADHD hebben. ADHD is echter een gedragsstoornis, een dysfunctie. Dat betekent dat het label gebruikt wordt als het moeilijk met je gaat. Prof. dr. Marina Danckaerts: “Je ziet echter mensen die het op school zeer moeilijk hebben en nadien toch goed in hun job zijn, omdat er in die job geen eisen gesteld worden in relatie tot hun specifieke moeilijkheden. Dan is er geen dysfunctie meer en hoef je het ook niet meer als ADHD te benoemen.” Er zijn cijfers over het aantal ADHD-kinderen. Op wereldvlak zou het gaan om vier tot vijf procent van de bevolking. Maar prof. dr. Marina Danckaerts zegt dat het moeilijk is om tussen landen vergelijkingen te maken. En dat geldt ook voor vergelijkingen in tijd. Veel heeft te maken met de tolerantie die maatschappijen aan de dag leggen. “Hoe hoger het gemiddelde opleidingsniveau, hoe meer kinderen er met een dysfunctie zijn. In België ligt die lat hoog.”

De dienst kinder- en jeugdpsychiatrie van UZ Leuven heeft in samenwerking met CLB-centra een toolkit voor leerkrachten uitgewerkt die inspeelt op die omgevingsaanpassing. Ilse Dewitte: “Vanuit het onderwijs was er de vraag naar concreet materiaal om met deze kinderen op school aan de slag te gaan. We stellen vast dat leerkrachten meestal wel weten wat ADHD inhoudt en wat de algemene principes zijn om er in de klas rekening mee te houden. Maar het ontbreekt hen vaak aan tijd en middelen om kinderen met ADHD doelgericht te begeleiden naar meer aangepast gedrag. Daarom maakten we een spel voor de lagere school. Deze toolkit probeert op een speelse manier positieve afspraken tussen leerkracht en leerling met ADHD te maken. De leerling probeert de leerkracht te verslaan in het spel door concrete werkpunten aan te pakken. We vertrekken vanuit een probleem dat het kind in de klas of op de speelplaats stelt en

gaandeweg willen we dat gedrag veranderen. In een periode van verschillende weken werken leerkracht en leerling doelgericht en spelenderwijs samen om het probleem aan te pakken.” Wekelijks evalueren ze de situatie en kunnen kind of leerkracht punten verdienen. Aan het einde van het spel wordt de winnaar bekend gemaakt. Het spel is zo gemaakt dat het kind met ADHD bijna altijd wint. Ilse Dewitte: “Maar de leerkracht

INnFfOoDdAaGgen 2010

GIE GEZONDHEIDSZORG EN TECHNOLO

• woensdag 17 maart • zaterdag 26 juni • woensdag 15 september

wint ook. De relatie met het kind is verbeterd (al hoeft het storende gedrag niet per se verdwenen te zijn). En al spelend merkt de leerkracht ook hoeveel inspanningen het kind doet om zijn gedrag te verbeteren. Als het ondanks alle inspanningen toch moeilijk blijft, beseft de leerkracht dat hij zijn verwachtingen moet bijstellen. Het is samen zoeken naar een ultiem evenwicht, omgezet in een spel met uitsluitend winnaars.” w

Omdat uw comfort ons nauw aan het hart ligt! ThyssenKrupp Monolift geeft vrijheid en zelfstandigheid aan iedereen die problemen heeft met zijn mobiliteit en biedt een oplossing op maat van uw behoeften en wensen.

Trapliften

Huisliften

telkens van 14 u. tot 16.30 u.

n van onze Interesse in éébacheloropleidingen? professionele • Biomedische chnologie laboratoriumte • Chemie

T gement ASSISTAN • mEDICAL mana formatica • Toegepaste in •

VERPLEEGKUNDE

• Voedings- en • VROEDKUNDE

Platformliften Alle verdiepingen worden weer bereikbaar!

dieetkunde

BEL 0800 94 365 GRATIS

euven.be

© persuado.be

>>> www.khl

Gezondheidszorg en Technologie Herestraat 49 3000 Leuven

Wij adviseren u de ideale oplossing, geheel vrijblijvend.

www.thyssenkruppmonolift.be

UZ-magazine - september 2010

9


column Wat een geluk column

Kris Gelaude

H

Het tijdschrift ligt al dagenlang naast mij op tafel te wachten wanneer ik er eindelijk in een zonnig hoekje wat in kan grasduinen. ‘Den buiten is voor de koeien!’ Zo staat het op de cover van het blad als blikvanger voor een artikel binnenin. Als ik dat lees, voel ik me toch een beetje in mijn wiek geschoten. Een plattelandsmens wil niet zomaar geklasseerd worden tussen al dat zwijgzaam, grazend vee met grote ogen. Maar dat is blijkbaar ook niet de bedoeling. De aangehaalde zin is voor rekening van de Antwerpse architect bOb Van Reeth, die ik de laatste tijd in tal van bladen tegenkom. Uit het gesprek blijkt dat Van Reeth, in tegenstelling tot wat ik meende te begrijpen, niet naar ‘den buiten’ kijkt met een supreme minachting. Integendeel. Hij ziet met lede ogen hoe wat eeuwen lang ‘den buiten’ was, nu razendsnel aan het verschrompelen is. En hoe er alsmaar minder plaats en gras voor koeien overblijft, omdat de lapjes groen er gulzig opgeslokt worden door kuddes bouwpromotoren en vastgoedmakelaars. En daarom voert de architect een heftig pleidooi tegen die nieuwe vorm van bezoedeling. Gelijk heeft u, mijnheer Van Reeth. Kom maar eens kijken naar wat er bij ons aan de gang is. Hier, in een gebied dat tot voor kort nog enig in zijn soort was, omwille van zijn zachte glooiingen en open vergezichten. Zijn ongerepte plekjes, zijn wijkplaatsen voor spelende kinderen her en der tussen de weiden of de velden. Zijn vaak gecamoufleerde en bijna vergeten veldwegen, zijn ingetogen oude hoeven en stille bosranden waar je ongestoord kon toeven... Oh ja, heel zeker, de verkavelingswoede heeft hier toegeslagen en zorgt volop voor de grootste disharmonie. Burchten van huizen, die meer hebben van een cultureel centrum dan van een woning, hoog opgetrokken om de hele streek te kunnen overzien, naast een eenvoudig landelijk optrekje, dat ondertussen in het niets lijkt weg te zinken. Een mens herkent zijn eigen wereld niet meer. Je mag al blij zijn tegenwoordig dat de natuur ook nog haar eigen wetten heeft. En dat ze, voor zover ze niet helemaal om zeep geholpen is, zo nu en dan een troef 10 UZ-magazine - september 2010

naar boven haalt. Eventjes een vulkaan in werking zetten en daarmee een stuk van de wereldbevolking aan de grond houden, om ze een keer te laten voelen dat het mensdom toch niet in alles het laatste woord heeft. Of een hittegolf die iedereen naar lucht doet happen. Dagenlang zijn het nieuwsitems. En ondertussen, zonder ons toedoen en vooral ongezien, zijn er overal om ons heen ook weer kleine biotoopjes die aan verzet en overleving werken. Dat vertellen mij de meiklokjes die dwars door de straatstenen groeien. En de boom die door een stormwind was geveld, maar nu met tientallen jonge scheuten eraan herinnert dat het nog niet gedaan is. Levenssap zoekt zelf zijn weg. Of de ganzen, ginder achter in de boomgaard. Al een paar jaren wonen zij haast ongemerkt rondom hun waterplas. Ze hebben met z’n tweeën haalbare samenlevingsafspraken gemaakt, al kan het wel eens dat er een haar in de boter komt: vrouwtjes onder elkaar. Soms strijkt er onverwacht een eendenkoppel naast hen neer, op zoek naar afkoeling. En het verstoort hun doen en laten niet. Enige onrust kan wel ontstaan wanneer grote vluchten soortgenoten overtrekken en er luidruchtig over van alles van gedachten gewisseld moet worden. Echte opschudding is er pas wanneer een ganzerik vanuit de hoogte toch zijn oog op hen laat vallen. En hen even later met veel ophef en getater het hof begint te maken. Dan houdt hij bij hen een aantal weken zijn residentie. Tot de ganzenvrouwtjes met aangeboren vaardigheid nesten zijn gaan bouwen en de zorg voor het nageslacht op komst helemaal op zich nemen. Tegen die tijd meent mijnheer dat zijn taak erop zit en dat hij zijn interesses kan verleggen. De toekomst is namelijk verzekerd. Wat een geluk dat mensen niet in alles de hand hebben. Wat een geluk dat de natuur eigenzinnig genoeg is om duizend en één grenzen te verleggen. w

Kris Gelaude is vaste medewerkster van het weekblad Tertio, de uitgaven van UM-Brugge, Symposium en het Brussels Catechesehuis. Ze is ook auteur van het boek ‘Teder Asiel’.


DE ULTIEME RELAXATIE In het heelal houden alle astronouten hun knieën in een hoek van 128º wanneer ze zich ontspannen of slapen. Dit is de zero-gravity positie. In deze houding ontspannen alle been-, buik- en rugspieren maximaal. Hierdoor verdwijnt de spanning op de rugwervels en kunnen tussenwervelschijven maximaal recupereren. Zalig, zeker voor ruglijders. Ook belangrijk voor topsporters en voor mensen met een intensief beroep. Maar bovenal, het is gewoon zalig voor iedereen.

ANDERS ZITTEN

UITVERKOOP MASSAGEZETELS ZEGRAMAX

OLYMPIC 2395 € nu 1500 €

3995 € nu 2750 € Perfecte zero-gravity positie en de meest geavanceerde massage in 1 prachtige relaxzetel verwerkt. De verstelbare kopsteun, ergonomisch meebewegende armleuningen, rugverwarming en een massage van het zitvlak zijn extra pluspunten. Beter of sneller recupereren is onmogelijk, zaliger relaxen kan niet.

De Olympic biedt rol-, klop-, duw-, kneed- en een unieke stretchmassage. Er is keuze tussen verschillende programma’s en snelheden. Een draaibare voetsteun en een lighoek van 170° zijn andere pluspunten van deze lederen massagezetel.

OUDERE MODELLEN AAN STERK VERMINDERDE PRIJZEN TOT UITPUTTING VOORRAAD

995 € nu 695 €

1595 € nu vanaf 1345 €

LANCERING NIEUWE MODELLEN ERGORELAX:

-10% TOT EINDE NOVEMBER OP VERTOON VAN DEZE ADVERTENTIE *** (*** niet cumuleerbaar met andere advertenties)

Slaapcomfort – Relaxzetels De Bedstee – Ergorelax Dorp 78 – 2230 Herselt Tel.: 014/54 55 11 e-mail: info@debedstee.be www.debedstee.be

Open: ma-di-do-vr: 10 – 12.30 en 13.30 – 18u. Zaterdag: 10 – 12.30 en 13.30 – 17u. Gesloten op woensdag, zon- en feestdagen www.ergorelax.be

HERSELT


Na anderhalf jaar werken heeft UZ Leuven als eerste ziekenhuis in België de internationale JCI-erkenning gekregen. Die erkenning is geen eindpunt. “De zoektocht naar betere zorg en veiligheid is nooit af,” vertelt prof. dr. Johan Kips, gedelegeerd bestuurder van UZ Leuven.

Kwaliteit en veiligheid

Jan Etienne

Internationale kwaliteitsstempel voor UZ Leuven Iedere patiënt in UZ Leuven heeft het ongetwijfeld al opgemerkt. Telkens je een pilletje krijgt of een onderzoek of ingreep moet ondergaan, vragen UZ Leuven-medewerkers naar je naam, voornaam en geboortedatum. En ze vragen je ook elke keer weer of je pijn hebt. Die aandacht is er niet zomaar. Het is een van de meest zichtbare tekens van een nieuwe zorg- en veiligheidscultuur in UZ Leuven. En het is een versterking van de vroegere 12 UZ-magazine - september 2010

richtlijnen om fouten en verwisselingen te vermijden en ervoor te zorgen dat patiënten minder pijn lijden. Die aanpak past in de doelstelling van UZ Leuven om te beantwoorden aan internationale kwaliteitsnormen. De meeste zorginstellingen doen al hard hun best om veiligheid en optimale zorgen te garanderen, maar de laatste jaren gaat de sector nog een stap verder. Prof. dr. Johan Kips, gedelegeerd bestuurder van UZ Leuven, maakt de

vergelijking met de luchtvaart: “Men stelt daar alles in het werk om passagiers veilig op hun bestemming te krijgen. Dit betekent niet dat er nooit meer een vliegtuig zal neerstorten. Ongevallen gebeuren nu eenmaal. Maar bij elk ongeval blijven de autoriteiten zoeken tot ze de oorzaak vinden en vervolgens passen ze alle veiligheidsprocedures aan om een nieuw gelijkaardig ongeval te vermijden. Sterker nog, in de luchtvaart analyseert


Prof. dr. Johan Kips (gedelegeerd bestuurder UZ Leuven): ‘Het engagement van alle medewerkers leidde tot de internationale erkenning JCI’

men ook continu wat bijna fout liep, de ‘net-niet’ en ‘veel-geluk-gehad’ gebeurtenissen. Dankzij die cultuur van permanent willen leren uit fouten is de luchtvaart zo veilig geworden.” Volgens prof. dr. Kips is er in de meeste ziekenhuizen altijd al aandacht voor veiligheid, maar vaak nog te weinig gestructureerd. De systematische aanpak zoals in de luchtvaart, dringt nu echter stelselmatig ook dieper door in de gezondheidszorg.

Engagement Anderhalf jaar geleden richtte UZ Leuven zich daarom tot de Joint Commission International, afgekort JCI. Deze onafhankelijke Amerikaanse organisatie gaat na of zorginstellingen beantwoorden aan internationale kwaliteitsnormen. Is dat het geval, dan krijgen ze een accreditatie, de erkenning dat alle medewerkers in onderling vertrouwen en open overleg hetzelfde doel nastreven en investeren in het vertrouwen van de patiënt op lange termijn. UZ Leuven heeft deze accreditatie recent verworven. Aan de erkenning ging een lange voorbereiding vooraf. In het afgelopen anderhalf jaar versterkte UZ Leuven systematisch allerlei procedures vanuit hetzelfde veiligheidsdenken als in de luchtvaart, met als doel risico’s tot een minimum te beperken en te leren uit de fouten die zich voordoen. Prof. dr. Kips: “We gingen uit van wat iedereen al spontaan al doet en stimuleerden onze medewerkers om een veilige manier van werken systematisch toe te passen. En van elkaar te leren hoe we deze kunnen verbeteren. De bereidwilligheid van de medewerkers om daarin mee te gaan was overweldigend. Dit verklaart ook hoe dit werk in nauwelijks anderhalf jaar tot een geslaagde accreditering kon leiden.” Kips vermeldt ook hoe het engagement van iedereen en de golf van samenwerking en verstandhouding die eruit ontstond, bij hem nog altijd een gevoelige snaar raakt.

Pauzemoment net voor de operatie Bij een chirurgische ingreep worden voortaan drie veiligheidsstappen uitgevoerd. Zo heeft men de zekerheid dat de juiste ingreep gebeurt bij de juiste patiënt op de juiste plaats van het lichaam. Prof. dr. Paul De Leyn van de dienst thorax heelkunde nam anderhalf jaar geleden dit project ter harte. “Een eerste stap is het markeren van de patiënt”, legt prof. dr. De Leyn uit. “Bij een beenoperatie is dat nodig, bij een ingreep aan de maag niet: daar is er maar één van. Op de plaats waar de ingreep zal gebeuren, brengen we met stift een pijl aan, voor de patiënt naar de operatiekamer gaat.” De tweede stap is een preoperatieve verificatie, waarbij ook de patiënt vragen moet beantwoorden. “We vragen bijvoorbeeld naar zijn identiteit en checken of de markering juist is. En we gaan na of de patiënt voldoende geïnformeerd is over de ingreep. Daarnaast checkt men of al het nodige materiaal aanwezig is in de operatiezaal. Dit alles gebeurt terwijl de patiënt nog wakker is.” Als derde en laatste veiligheidsstap wordt een zogenaamde ‘time out’ ingelast, net voor de chirurg de insnijding maakt. “Time out is een pauzemoment waarbij een laatste keer een lijst wordt overlopen in aanwezigheid van alle professionele betrokkenen: de chirurg, de anaesthesist en de verpleegkundigen”, aldus prof. dr. De Leyn. “Dit is de enige manier om op een gestructureerde manier een optimale veiligheid te garanderen.”

De inspecteurs volgden het traject van de patiënten vanaf hun opname tot aan de opvolging na hun ontslag. Ze gingen naar afdelingen, vroegen

‘Inspecteurs volgden het traject van de patiënten vanaf hun opname’ er dossiers van patiënten op en vroegen de verpleegkundigen vervolgens hoe de verzorging verliep, hoe ze daarin tewerk gingen, welke stappen ze namen enzovoort. Ze gingen na hoe die patiënten op een vorige of

kregen, hoe dat bereid werd in de keuken en hoe het bij hen gebracht werd. Zo kwam alles aan bod: van de toelevering van de pillen via de apotheek tot de evacuatieplannen en brandveiligheid. w

Het volledige beeld, binnen 24 uur Binnen 24 uur na opname moet voor elke patiënt het evaluatierapport rond zijn. Dat was de taak die prof. dr. René Westhovens samen met een werkgroep van verpleegkundigen en computerdeskundigen voor de accreditering op zich nam. In het centraal patiëntendossier staan niet alleen de medische feiten, maar alle bijkomende aspecten die van belang zijn voor de optimale verzorging van de patiënt. Informatie over zijn religie, bijvoorbeeld, of het risico op vallen. Is een patiënt hardhorig of doof, dan weten alle zorgverleners vanaf dag één dat communicatie met hem extra aandacht vereist. Het dossier wordt dagelijks aangevuld en is doorlopend toegankelijk voor iedereen die zorg verleent aan die patiënt. Dat bevordert de onderlinge communicatie en helpt misverstanden te voorkomen.

Doopsuikercreaties Mieke Troch (foto)geboortekaarten - doopsuiker Wij leveren in de Leuvense klinieken

Vragen

W. Geetsstraat 23, Mechelen tel: 015-41 44 22

De controle door de internationale organisatie was geen kwestie van het nalezen van procedures in boeken.

volgende afdeling verzorgd werden, bijvoorbeeld op de spoedgevallendienst of intensieve geneeskunde. Ze gingen ook na welk eten de patiënten

www.mieketroch.be UZ Leuven sept 10

1

UZ-magazine - september 24-08-2010, 21:49 2010 13


Het slaaplabo van UZ Leuven campus Gasthuisberg is een ‘stille’ afdeling. Toch gonst het er van de activiteiten. Prof. dr. Bertien Buyse en hoofdverpleegkundige Pascal Borzée leggen uit wat er precies gebeurt.

Slaaplabo

An Swerts

Welterusten op de vijfde verdieping De vijfde verdieping van campus Gasthuisberg. De gele pijl wijst je naar het slaaplabo (voluit het multidisciplinair centrum voor slaapmonitoring, CPAP en thuisventilatie), eenheid 352. Het is er stil - dag en nacht. Patiënten komen er om te slapen en om er hun slaapgedrag te laten analyseren omdat ze last hebben van slaapstoornissen. Ze leren er ook zelfzorgbehandelingen aan, waarmee ze thuis hun slaapprobleem kunnen oplossen. De ene slaapstoornis is echter de andere niet. Elk slaapprobleem vraagt een specifieke aanpak. Daarom werken specialisten van verschillende disciplines in of samen met het slaaplabo. De consultaties en het slaaplabo vormen het Leuvens universitair centrum voor slaap- en waakstoornissen (LUCS). Pneumoloog prof. dr. Bertien Buyse 14 UZ-magazine - september 2010

is er eindverantwoordelijke. De meest voorkomende slaapstoornis bij volwassenen is insomnia, slapeloosheid. Prof. dr. Bertien Buyse: “Dat betekent dat je heel moeilijk in slaap geraakt. Of in het midden van de nacht of ‘s morgens vroeg wakker wordt. Met deze klacht verwijzen we je door naar de psychiater of psycholoog. Pillen zijn in veel gevallen niet nodig. De psycholoog leert je, individueel of in groep, hoe met slaap om te gaan, te ontspannen of piekermomenten te doorbreken ... Gaat je slapeloosheid gepaard met hyperactiviteit of een angst- of stemmingsstoornis, zoals een depressie, dan evalueert de psychiater die aan het slaapcentrum is verbonden of medicatie aangewezen is.”

Verstoord Luidt de klacht ‘ik snurk en ben overdag moe, zelfs slaperig’, dan

denkt men aan slaapapneu. “Dat betekent dat ’s nachts je slaap regelmatig wordt verstoord, omdat je keel vernauwt en dichtklapt,” legt prof. dr. Buyse uit. “Je vecht om lucht en stopt met ademen. In dat geval beslist een pneumoloog of een slaaponderzoek nodig is. Bij slaapapneu én overgewicht is vermageren aangewezen en bij ernstig slaapapneu is een CPAP-behandeling nodig.” CPAP (spreek uit ‘ceepap’) staat voor ‘continuous positive airway pressure’, letterlijk vertaald continue positieve druk in de luchtwegen. De patiënt ademt dan ‘s nachts via een (mond-)neusmasker dat verbonden is met een CPAP-apparaat. De kamerlucht wordt door de pomp van het apparaat aangezogen, onder lichte druk gezet en zo door de patiënt ingeademd. Hierdoor kan zijn keelholte niet meer dichtklappen.


Tips voor slechte slapers 1. Vermijd voor het slapengaan: koffie, (light-)cola of alcohol (laatste consumptie vier tot zes uur voor het slapengaan), roken, sporten die je adrenaline de hoogte injagen, een hongerige of overvolle maag. 2. Bereid je lichaam voor op de nacht met altijd dezelfde ontspannende activiteiten, zoals een avondwandeling of warm bad. 3. Ga pas slapen als je moe bent. 4. Behoud de slaapkamer voor slapen en seks (dus geen computer of tv in de kamer). 5. Vermijd licht en geluid in de slaapkamer. 6. Draai de wekker van je weg. 7. Kun je na een half uur de slaap niet vatten, verlaat dan de slaapkamer en doe iets wat je ontspant (niet roken). 8. Sta altijd op hetzelfde uur op, op werk- én vrije dagen. 9. Slaap niet overdag.

Pascal Borzé, hoofdverpleegkundige, en prof. dr. Bertien Buyse, pneumoloog: ‘Bij slaapapneu vernauwt je keel en vecht je om lucht’ “Welk masker het meest geschikt is en hoe hoog de druk moet zijn, bepalen we tijdens een testnacht in het slaaplabo”, zegt prof. dr. Buyse. “Het masker moet perfect passen. En je neus moet ‘aanvaarden’ dat er continu een hoog debiet lucht wordt doorgestuurd. Sommige neuzen ‘verzetten’ zich hiertegen. Je krijgt dan een verstopte neus, geen pretje met een masker op.” Meestal gaat het echter om een tijdelijke reactie van het neusslijmvlies, die te verminderen is door een tijdje een neusspray te gebruiken. Men kan de lucht minder prikkelend maken door die te bevochtigen en te verwarmen. “Als dat geen verlichting brengt, verwijzen we je door naar de neus-keeloorarts. Mogelijk blokkeren grote kraakbeenachtige uitstulpingen je neus. Die kunnen dan worden weggebrand. In zeldzame gevallen is het nodig om het neustussenschot recht te zetten”, aldus prof. dr. Buyse. Er zijn ook mensen die claustrofobisch op het masker reageren. Hen verwijst men door naar een psycholoog.

Testnacht Hoe verloopt die testnacht praktisch?

Pascal Borzée, hoofdverpleegkundige van het slaaplabo: “De patiënt komt overdag binnen. We zoeken een geschikt masker, testen het uit voor hij gaat slapen en brengen zonodig al aanpassingen aan (bijvoorbeeld bevochtigen en verwarmen van de lucht of eventueel een ander masker). De patiënt gaat slapen wanneer hij wil. Bij problemen staat de nachtverpleegkundige hem bij. In de ochtend leggen we het gebruik van het masker en het apparaat nog een keer uit.” Eventueel moet de patiënt vooraf nog basisonderzoeken ondergaan, zoals de bepaling van zijn bloeddruk, cholesterol, suiker. Het is namelijk belangrijk om niet alleen de slaapapneu aan te pakken, maar ook de andere risicofactoren van hart- en vaatziekten.

Prof. dr. Buyse benadrukt dat het essentieel is dat de patiënt eenmaal thuis de hele nacht het CPAPmasker ophoudt, “... ook al voelt hij zich overdag voldoende uitgerust met enkele uren CPAP tijdens de nacht. In de nachtelijke uren zonder CPAP krijgen zijn hart en bloedvaten dan onvoldoende zuurstof en blijft het risico op hart- en vaatziekten stijgen. Daarom bellen we hem na de eerste week op om te vragen of alles goed lukt.” De patiënten komen ook regelmatig op controle. Hoe lang moet de patiënt die behandeling volhouden? Prof. dr. Buyse: “In principe levenslang. Tenzij hij overgewicht heeft en vermagert. Met de kilo’s verdwijnt soms ook zijn slaapapneu.”

Onderzoek Als universitair centrum doet het slaaplabo niet alleen klinisch werk, maar ook onderzoek. Prof. dr. Bertien Buyse: “Er lopen tal van projecten. Onder meer met patiënten die door hun zenuw-spierziekte op termijn moeten worden beademd. We willen nagaan of we de beademing kunnen uitstellen door hun middenrif (de belangrijkste ademhalingsspier) te stimuleren met geïmplanteerde ‘pacing’-draden. In een wetenschappelijk project met proefdieren willen we het onderliggende mechanisme hiervan ontrafelen. In een ander (toekomstig) project bestuderen we of we met een pacemaker die de tongspieren stimuleert, slaapapneu kunnen tegenhouden. We zetten ook stappen om met het slaaplabo in Grenoble, waarschijnlijk het grootste labo in Europa, een onderzoeksproject uit te bouwen over de impact van slaapapneu op de bloedvatenstructuur.”

H A A R W E R K E N

L

E

U

V

E

Bezoek onze website

N

www.haarwerken-dewit.be Willy Dewit LEI 6 - 3000 LEUVEN Tel. 016 22 60 41

Maatwerk en haartoevoegingen voor dames en heren  Specialisatie haarprotheses voor chemopatiënten  Ruim assortiment  Derde generatie haarwerkenspecialist  Grote collectie sjaals en turbans 

Véronique Dewit HUIS- & ZIEKENHUISBEZOEK Tel. 0476 45 50 83 - 016 47 07 83

UZ-magazine - september 2010 15


Ondersteuning

‘We polsen naar de motivatie van de patiënt: vindt hij zelf dat hij de behandeling nodig heeft?’

Een andere ‘zelfzorgbehandeling ‘die in het slaaplabo wordt aangeleerd, is de ademhalingsondersteuning bij mensen met verlamde ademhalingsspieren (zenuw-spierziekten als Duchenne-spierziekte en amyotrofische lateraal sclerose). “Ze worden door artsen van het neuromusculair referentiecentrum van UZ Leuven naar ons doorverwezen”, zegt prof. dr. Buyse. “De ademhalingsondersteuning gebeurt ook met een masker, maar van een ander type dan het CPAP-masker. Het bijbehorende toestel is een beademingsmachine zoals op intensieve geneeskunde, maar kleiner en eenvoudiger. De patiënt verblijft dan een korte werkweek in het slaaplabo. De fysiotherapeut stelt samen met de pneumologen het beademingstoestel af en leert de patiënt het masker en toestel te gebruiken.” Men besteedt veel aandacht aan de hoest van de vaak ernstig verlamde patiënt. Hoesten is noodzakelijk om infecties af te weren en daarom maakt men met technieken de hoest zo krachtig mogelijk.

Niet alleen patiënten die voor een CPAP-behandeling komen brengen een nacht door in het slaaplabo. Er zijn ook mensen die een slaaponderzoek (een polysomnografie) ondergaan. Dat laat toe om de slaapstructuur en manier van ademen tijdens de slaap te bestuderen. Pascal Borzée: “De patiënt komt in de vroege avond binnen. Of ‘s morgens als hij ‘s nachts werkt en overdag slaapt. Voor het slapengaan brengt een verpleegkundige bij de patiënt elektroden aan op het hoofd (voor de meting van de hersenactiviteit), naast de ogen (oogbewegingen), op de kin en de benen (spierspanning) en op de borst (hartritme). De luchtstroom wordt met een meter op de neus en/of mond gevolgd. Een elastische band rond de borstkas en buik volgt de adembewegingen. De bloedzuurstof wordt met een vingerelektrode gemeten, het snurken met een microfoon. Bovendien wordt de patiënt tijdens zijn slaap constant gefilmd.” Kunnen de patiënten met al die apparatuur de slaap nog vatten? “Ja, de meesten ondervinden hier weinig hinder van,” zegt Borzée.

Ontslag uit het ziekenhuis? Landelijke Thuiszorg helptPUB gezinnen 1/2en bejaarden thuis

Thuiszorg

Bel 070/22 88 78 of kijk op www.landelijkethuiszorg.be

AdvLT_09_UZmaga_185x136.indd 16 UZ-magazine1-

september 2010

14/05/09 10:56


Snurken Je kunt ook wakker blijven omdat het gesnurk van je partner je uit de slaap houdt. Een neus-keel-oorarts kan met een ingreep ervoor zorgen dat het geluidsniveau afneemt, maar het onderliggende probleem hoeft daar nog niet mee opgelost te zijn. “Wie kiest voor zo’n keelingreep tegen snurken, moet vooraf een slaaponderzoek ondergaan”, zegt prof. dr. Bertien Buyse. “Snurken is namelijk vaak een eerste aanwijzing voor slaapapneu. De ingreep neemt ‘het lawaai’ wel weg, maar laat de slaapapneu onbehandeld. Die kan dan onopgemerkt evolueren naar een ernstigere vorm. Het tijdig behandelen van slaapapneu is cruciaal, want die verhoogt het risico op hart- en vaatziekten.” Sommige snurkers en mensen met een lichte vorm van slaapapneu komen via de neus-keel-oorarts of de pneumoloog bij de tandarts terecht. Hun probleem is vaak op te lossen met een mondbeugel die ’s nachts de onderkaak stabiliseert. Ten slotte zijn er nog klachten zoals slaapwandelen, rusteloze benen (een _ g

‘inwendig kriebelen’ in de benen) en narcolepsie (overdag voortdurend in slaap vallen en kortdurende verlammingstekens vertonen na emoties zoals lachen). Bij ernstige problemen wordt de patiënt onderzocht door een neuroloog. Hoe zit het overigens met kinderen en slaapproblemen? Prof. dr. Bertien

Buyse: “Wie het secretariaat contacteert voor een kind met slaapstoornissen, wordt doorverwezen naar de consultatie kindergeneeskunde. De behandelende arts blijft een kinderarts, omdat de problematiek bij kinderen zo specifiek is. Wij voeren alleen de nodige testen bij het kind in het slaaplabo uit.” w

Rijvaardigheid en slaapapneu Mensen met slaapapneu zijn overdag vaak erg vermoeid. Dat verhoogt de kans dat ze achter het stuur in de wagen indommelen. Dat is zeker bij beroepschauffeurs met slaapproblemen een risico. In het slaaplabo schat men met de zogenaamde Osler-test de rijvaardigheid in. Prof. dr. Bertien Buyse: “Je bevindt je dan in een licht verduisterde kamer. Telkens als er een rood lichtje aangaat (om de drie seconden), moet je op een knop drukken. Een vrij saaie activiteit, maar dat moet ook, want de kans dat je indommelt, is dan het grootst.” De onderzoeksopzet is te vergelijken met het afleggen van een rustig en erg vertrouwd stuk autosnelweg. In principe duurt de test veertig minuten. Maar drukt de patiënt zeven keer na elkaar niét op de knop, dan breekt men de test af, ook al zijn de veertig minuten nog niet voorbij. “Je bent je dan gedurende 21 seconden van geen enkel signaal bewust geweest. Dat is een halve kilometer op de autosnelweg met een snelheid van 90 kilometer per uur. Reden genoeg dus om te stoppen met rijden,” zegt prof. dr. Buyse.

MET WELKE KLACHT GAAT U SLAPEN? MET WELKE KLACHT GAAT U SLAPEN?

ijd NEK ereldw n WHOOFDPIJN/STIJVE le Gespannen worbevonekspieren anvaak aden verergerd r dandoor een eeslaaphouding m r o slechte en o d isch geven d e m kunnen aanleiding 00 75.0 tot spanningshoofdpijn. Als listen a ci e sp de nek niet goed wordt ondersteund gedurende de slaap, kan dat leiden tot pijn en stijfheid.

RUGPIJN Rugpijn en stijfheid worden vaak verergerd gedurende de nacht, vooral als de rug door de matras in een onnatuurlijke houding wordt gedwongen.

HEUPPIJN Pijn in de heupen kan toenemen door een harde matras en kan leiden tot een gevoel van ongemak en zelfs tot een ontsteking van het gewricht.

KNIEPIJN Een ontsteking in en rond de kniegewrichten kan leiden tot een gevoeligheid voor druk en aanraking. Om dit probleem op te lossen dient een matras op zelfs de lichtste plaatselijke druk te reageren.

FIBROSITIS Dit probleem wordt vaak verergerd door een slechte lighouding waardoor spanningen optreden in de rugen schouderspieren.

ARMPIJN Pijn, stijfheid en een tintelend gevoel in de armen wordt veelal veroorzaakt door een ontsteking van de nekzenuwen. Deze klachten verergen door een slechte slaaphouding, vooral als de nek niet op de juiste manier wordt ondersteund.

TEMPUR Facts 1. Uw ruggengraat en gewrichten rusten in hun natuurlijke positie, waardoor snurken vermindert. 2. Het is klinisch bewezen dat het draaien en woelen ‘s nachts vermindert met TEMPUR matrassen en kussens. 3. Wereldwijd wordt TEMPUR aanbevolen door meer dan 75.000 medisch specialisten. 4. 95% van de TEMPUR gebruikers is tevreden of uiterst tevreden.

ISCHIAS Heupjicht, die optreedt achteraan het dijbeen en ter hoogte van de kuit tot aan de voet, kan verschillende maanden aanhouden. Een onnatuurlijke slaaphouding veroorzaakt.

PROBLEMEN MET DE BLOEDSOMLOOP Problemen met de bloedsomloop zorgen vaak voor gezwollen voeten en pijnlijke en stijve kuiten gedurende de nacht. De matras zou zacht genoeg moeten zijn om de contactdruk, die de bloeddoorstroming onderbreekt, te verlagen.

Een onafhankelijke studie van drie maanden in een Duits slaapinstituut toont aan:

TEMPUR verbetert bij 9 van de 10 mensen de kwaliteit van slapen aanzienlijk!

Orthopedische hoofdkussens en drukverlagende matrassen.

Een Duits slaapinstituut wilde het precies weten: “Hoe beïnvloedt het visco-elastische en temperatuurgevoelige TEMPUR matras de slaapkwaliteit?” De conclusie was duidelijk en overtuigend: bij meer dan 90% van de testpersonen die op een TEMPUR matras sliepen, was de slaapkwaliteit verbeterd.

Wereldwijd aanbevolen door meer dan 30.000 medisch specialisten.

De TEMPUR® Matrassen en Hoofdkussens worden wereldwijd aanbevolen door meer dan 30.000 artsen, chiropractors, fysiotherapeuten en osteopaten. Zij geloven rotsvast in de eigenschappen van het TEMPUR Materiaal om rug- en nekproblemen te verminderen en te voorkomen en in het feit dat de beste omstandigheden worden geboden voor een goede nachtrust.

Minder draaien en woelen:Changing the way the world sleeps. Op een matras van TEMPUR wordt het gewicht en de beweging van uw lichaam perfect geabsorbeerd en gelijkmatig verdeeld, zodat drukpunten worden gereduceerd. Hierdoor vermindert de neiging om te gaan draaien tijdens de nacht. U heeft minder slaap nodig en u wordt uitgerust wakker. UW ADVISEUR IN DE REGIO 2 U mW A D 7.000 toonzaal:

Matrassen Bedbodems Boxsprings Relaxzetels Salons ma-vrij: 9u-12u & Eetkamers Jeugd- en slaapkamers

V I S E U R

I N

D E

R E G I O

HAACHTSTRAAT 79 - 3020 VELTEM CENTRUM • T 016/48 83 36 www.meubelen-patrima.be • 7.000 m2 woonideeën

13u-18u • za: 10u-12u & 13u-18u • zo: 14u-18u • donderdag en feestdag gesloten

T E M P U R - A U P I N G V I S I O N - L AT T O F L E X / W I N X - C A R P E D I E M

Meubelen PATRIMA

HAACHTSTRAAT 79

UZ-magazine - september 2010 17


Aangepaste kleding voor minder mobiele senioren ®

First in Adaptive Outfits www.adorati.eu Adorati: een volledig gamma aangepaste kleding voor minder mobiele senioren

Iedere dag moeten we ons aan -en uitkleden en dit is heel logisch. Maar voor mensen die te kampen hebben met verkrampingen en verminderde mobiliteit is dit iedere dag opnieuw een moeilijke opgave.

De Adorati kleding is discreet, stijlvol en gebruiksvriendelijk waardoor de dagdagelijkse verzorging voor zowel de patiënt als de verzorger aangenamer en vlotter gebeurt. Adorati laat toe dat één persoon een bedlegerige patiënt, kan wassen en aankleden in een kwartier tijd en dit op een gemakkelijke en respectvolle manier. Al onze kleding past zich op eenvoudige wijze aan aan de persoon, zo kan men bijvoorbeeld een Adorati-hemd aandoen zonder de armen van de patiënt te bewegen.

U kan onze film en collectie bekijken op: www.adorati.eu Wingepark 53 - 3110 Rotselaar - België

Tel. +32 16 44 01 45 - Fax + 32 16 44 01 50

info@adorati.eu – www.adorati.eu


In januari van dit jaar was UZ Leuven campus Gasthuisberg het decor van de film ‘Adem’, een werkstuk van regisseur Hans Van Nuffel over twee jongeren met mucoviscidose. Leven met CF (cystische fibrose) of muco leidt tot existentiële vragen.

Mucoviscidose

Ad van Poppel Een scène uit ‘Adem’, opgenomen in de cafetaria van campus Gasthuisberg

Film ‘Adem’ geeft beeld van muco-patiënt Op 28 augustus ging tijdens het filmfestival in het Canadese Montreal de Belgische film ‘Adem’ van Hans Van Nuffel (29) in wereldpremière. Op 3 september kende de film de Belgische première toen die als openingsfilm gedraaid werd tijdens het Filmfestival van Oostende. Sinds het begin van deze maand is ‘Adem’ ook in de zalen te zien. Voor Van Nuffel is het zijn eerste langspeelfilm. In de film toont hij twee adolescenten die aan de ernstige aandoening mucoviscidose (CF of taaislijmziekte) lijden. “De personages hebben een zwaar longprobleem, maar daar gaat mijn film niet over. Als je zo’n film wilt, moet je een documentaire draaien. Een oorlogsfilm gaat ook niet over oorlog. Die oorlog is wel de aanleiding. In mijn film gaat het over existentiële gedachten. Veel mensen zitten met vragen als ‘Waarom leven we?’,” zegt Van Nuffel. CF geeft de problematiek een extra dimensie,

stelt die scherper en vergroot die uit. “Het gaat erom hoe je een toekomst bouwt als je geen toekomst hebt. In ‘Adem’ komen twee patiënten elkaar vaak tegen in de ziekenhuisgangen. Door de jaren heen raken ze bevriend. Hoewel, ‘bevriend’ is een groot woord. Ze lopen samen in de loopgraven en het wordt een concurrentiestrijd: wie gaat het halen en wie niet? Ik hoop dat de film een inkijk geeft in het leven van een patiënt met mucoviscidose. Ik toon de evolutie van de patiënten. Ik wil laten zien wat dat allemaal in iemands hoofd doet.” In de film ‘Adem’ kunnen beide personages alleen overleven door een longtransplantatie, maar de kans dat er voor beiden een donor zal zijn, is klein.

Bekend Voor prof. dr. Lieven Dupont (adjunct-kliniekhoofd pneumologie) zijn de vragen die de patiënten zich

stellen niet onbekend. Hij is als longarts betrokken bij de behandeling van patiënten met CF. Vroeger was de levensverwachting van mensen met CF niet hoog, maar, zo zegt prof. dr. Dupont “... door de betere behandeling is tegenwoordig meer dan de helft van hen ouder dan achttien jaar en dus volwassen. Patiënten met CF vormen nu een oudere populatie dan twintig tot dertig jaar geleden. De manier om met hen om te gaan, is dus ook veranderd. Ze gedragen zich anders dan de doorsnee volwassen patiënt. Ze zijn immers al chronisch ziek vanaf een jonge leeftijd. Ze moeten frequent opgenomen worden in het ziekenhuis en dat resulteert in een andere relatie met artsen en zorgdragers.” Hoe anders is anders? Prof. dr. Dupont: “Een aantal mensen met CF kreeg als kind het verdict chronische ziekte en groeide op met het idee misschien jong te zullen sterven. UZ-magazine - september 2010 19


Zoals in de film wordt geïllustreerd valt het omgaan met een dergelijk vooruitzicht niet mee en kan dit tot uiteenlopende reacties leiden. Veel patiënten hebben ook een laag zelfbeeld door de ernst van de ziekteklachten en de beperkingen die hiermee gepaard gaan. CF is een genetische afwijking die wel overal in het lichaam aanwezig is, maar die bepaalde organen specifiek treft. Mensen met CF hebben dus niet alleen klachten aan de luchtwegen, maar ook problemen met de spijsvertering, neusklachten of leverlijden. Voor elk van die problemen is een dagelijkse behandeling vereist die heel wat tijd in beslag neemt. Bij volwassenen met CF heeft vijftien tot twintig procent ook nog eens diabetes of suikerziekte, wat betekent dat ze bovenop de intensieve CF-behan­ deling eveneens insuline-therapie krijgen. Van de mannen is achtennegentig procent onvruchtbaar. Bij vrouwen met CF is de vruchtbaarheid minder, maar ze kunnen wel nog zwanger worden.” Het perspectief voor mensen met CF is dan wel verbeterd, maar ze houden een leven lang de ziekteklachten. De ziekte genezen kan men nu (nog)

niet. Men kan wel de gevolgen temperen, maar de vooruitzichten op lange termijn zijn een voortdurende verergering van de ziekte, ondanks de intensieve behandeling. Dat leidt soms tot een ambivalente houding ten opzichte van het leven. Het is voor de buitenwereld ook niet altijd duidelijk dat iemand CF heeft. Prof. dr. Dupont: “Patiënten proberen normaal te functioneren. Er zijn er die

Van Nuffel is zelf CF-patiënt en zegt dat ‘de mensen’ geen beeld hebben van de aandoening. “Het is voor hen te abstract. Het is ook niet zo zichtbaar. Iedereen kent wel iemand die CF heeft, maar weet er toch het fijne niet van. Misschien omdat het je toch niet meer kan overkomen, zoals bij diabetes. Muco is een gen en daarmee word je geboren. Dat maakt het een gesloten wereldje.”

‘De existentiële vragen die muco oproepen, waren een reden om deze film te maken’ een lage longcapaciteit hebben terwijl dit voor niet-medici amper te merken is. Ze slagen erin om op een andere manier te blijven functioneren. We stimuleren hen ook om actief te blijven.”

Beeld Zal de film het beeld van muco veranderen? Voor veel mensen staat CF of muco gelijk aan het veelvuldig loskloppen van slijm bij kinderen. “Dat is allang niet meer zo,” aldus prof. dr. Dupont. Regisseur Hans

Beperkt de ziekte hem in zijn doen en laten? “Niet echt,” zegt hij. Waarom dan de film over dat wereldje? Van Nuffel: “Ik weet waarover ik het heb. Een wereld die je niet kent, is moeilijk weer te geven. Muco is een heel specifieke afwijking met rare details die niet te vatten zijn voor buitenstaanders. Ik kan er mijn eigen ervaringen in kwijt. De existentiële vragen die je hebt, zijn ook een reden voor mij geweest om die film te maken.” w

Koppig

Filmen in campus Gasthuisberg

‘Adem’-regisseur Hans Van Nuffel, zelf CF-patiënt, zegt dat mucopatiënten zich al heel jong bewust zijn van hun eigen sterfelijkheid en dat een houding van ‘je m’enfou’ een verdedigingsmechanisme is. “Je mag niet vergeten dat een hoop van deze patiënten behoorlijk vaak geconfronteerd werd met dingen die menige volwassene zouden doen huiveren. Hun mentale veerkracht is daar in veel gevallen door toegenomen. Ze zijn vaak ook koppige vechters, die niet lijdzaam hun ziekte ondergaan.”

Campus Gasthuisberg was een van de belangrijkste locaties voor de film ‘Adem’. Regisseur Hans Van Nuffel: “Dat was heel fijn, we kregen carte blanche. De communicatiedienst had voor de draaidagen alles goed voorbereid. Het voordeel van een ziekenhuis als UZ Leuven is dat het een strak georganiseerde stad is. We hadden ook figuranten nodig en daar hebben de medewerkers enthousiast op gereageerd. De omkadering, zoals onderzoeksruimten, was er.” De film is gemaakt in januari, in het putje van de strenge winter van 20092010. De buitenopnamen op het strand van Oostende en bij het ziekenhuis zijn dan ook in de sneeuw gemaakt. Van Nuffel: “De film zou heel anders geweest zijn als we die in een ander seizoen hadden geschoten. Je hebt nu een kille ziekenhuisomgeving naast een wit, besneeuwd strand. De hele buitenomgeving was grijs-wit.” Dat gaf de film een extra ‘bevreemdend’ effect.

20 UZ-magazine - september 2010


Méér keuze, niet ver, en anders!

“Ergonomische” matrassen – lattenbodems – hoofdkussens – bureaustoelen – relaxzetels massagezetels – salons – kniestoelen - zit-en statafels – zitballen ...

Bedking-Ergopolis Leuvensesteenweg 338 - B - 3190 Boortmeerbeek Tel.: 015 52 03 60 • Fax: 015 52 03 62 • e-mail: info@bedking.be

Open: 10u00 – 18u30 Zaterdag: 10u00 – 18u00 • Zondag: 14u00 – 18u00 • Dinsdag en feestdagen gesloten

www.bedking.be

Gespecialiseerde kinesitherapeuten helpen je graag ter plaatse het beste te kiezen voor je rug.

Slaap wel, zit wel!


Transplantaties bij kinderen. Nu lijkt het doodgewoon, maar dertig jaar geleden was dat wel even anders. Prof. dr. Rita Van Damme-Lombaerts, kliniekhoofd van de afdeling kindergeneeskunde en verantwoordelijk voor nier-, lever- en darmtransplantaties bij kinderen, trok toen als pionier het veld in.

Orgaantransplantaties

Jan Etienne

Transplantaties bij ki geen taboe meer Prof. dr. Rita Van Damme-Lombaerts herinnert zich de eerste orgaantransplantaties bij kinderen nog goed. Ze had zich goed voorbereid, maar stootte toch op aardig wat weerstand. “Het was een heel andere tijd,” vertelt ze. “Mensen vonden dat je kinderen zoiets niet aandeed. Ze zouden de geneesmiddelen (tegen het afstoten) niet trouw genoeg innemen en in problemen raken. Ze zouden de ingreep mentaal niet goed verwerken. De ingreep zou technisch te moeilijk zijn, want hoe moest dat met die grote nieren in dat kleine lijfje.” Maar bij volwassenen hadden nier-

transplantaties al uitstekende resultaten opgeleverd en dokter Van Damme-Lombaerts wilde dat kinderen ook van dat succes konden profiteren. Ze liep stages in verschillende centra in de Verenigde Staten, Duitsland en Nederland om voldoende bagage te verzamelen voor ze zelf de eerste stap zou zetten. Er rustte tenslotte een grote verantwoordelijkheid op haar schouders. Zij volgde als kinderarts de kinderen op. De belangrijke beslissingen lagen in haar hand. Vroeger gold onder veel artsen de afspraak dat een kind minstens zeven

Tweede verjaardag Kinderen die een transplantatie ondergingen stellen zich ook veel vragen over de donor. Bijvoorbeeld of de persoonlijkheid van de donor via zijn orgaan een invloed op hen zal hebben. Soms ontwikkelen ze ook een speciale relatie met het orgaan en geven ze het bijvoorbeeld een naam. Of ze vieren een ‘tweede verjaardag’ op de datum van de transplantatie.

22 UZ-magazine - september 2010

jaar moest zijn om in aanmerking te komen voor een transplantatie. Men ging ervan uit dat jongere kinderen te klein zouden zijn voor de nieren van volwassen donoren. Maar het was een afspraak zonder enig wetenschappelijk bewijs: prof. dr. Van Damme-Lombaerts heeft er zich nooit aan willen houden. “Het tweede kindje dat bij ons een nier kreeg was zeer jong, nauwelijks twee jaar. De nier kwam van een kleine, fijngebouwde moeder. Dus dat was helemaal geen probleem,” vertelt ze. Nieren komen bij een transplantatie niet op de plek waar ze normaal zitten (in de rug naast de wervelkolom) maar vooraan in de buik. Meestal is daar voldoende plaats. En bij de toewijzing van de nieren houdt men ook rekening mee met de lichaamsbouw van de ontvanger. Donoren zijn trouwens niet altijd groter dan de ontvanger. Soms komen er nieren toe van een kleiner kind voor


Prof. dr. Rita Van DammeLombaerts, kliniekhoofd van de afdeling kindergeneeskunde: ‘Heel wat kinderen ervaren het als een groot geschenk om voor een transplantatie te worden opgeroepen’

inderen een opgeschoten puber. In dat geval planten de artsen twee nieren in omdat eentje te klein is om het werk aan te kunnen. Prof. dr. Van DammeLombaerts: “Kleine nieren zijn overigens geen probleem. Integendeel. Ze evolueren op een natuurlijke wijze mee met het lichaam en dat heeft alleen maar voordelen. Een volwassen nier groeit niet meer. Ze wordt wel ouder.” De dokter wijst er nog op dat de inplanting van twee nieren niet zonder gevaar is. Die kunnen langs elkaar gaan bewegen. ‘Dansende nieren’ noemt men dat. Gevaarlijk omdat de bloedvaten dan kunnen afknellen, waardoor de nieren afsterven. Om dat te vermijden hechten de chirurgen die nieren extra goed vast.

Hoe lang? Bij elke transplantatie stelt iedereen zich de grote vraag: hoe lang zal het orgaan blijven werken? Vooral in de

beginjaren had prof. dr. Van DammeLombaerts daar kopzorgen over. “We hoopten op enkele jaren overlevingstijd: een, twee of misschien vijf jaar? Maar we durfden niets te voorspellen. Het viel me altijd moeilijk om dat aan de ouders te vertellen. Maar kijk, veel van de kinderen van toen zijn nog altijd in leven. Eén van de jonge vrouwen heeft zelfs al kinderen op de wereld gezet. We hebben dus degelijk werk afgeleverd,” lacht ze. Wanneer ouders en kinderen haar nu de vraag ‘hoe lang’ stellen, kaatst ze die terug. “De overleving van de nier ligt voor een groot deel in de handen van de mensen zelf. De kinderen moeten hun geneesmiddelen correct innemen. Doen ze dat, dan zijn de vooruitzichten meestal zeer goed. Sommige mensen leven al veertig jaar met een transplantatie-orgaan.

Tien jaar na de transplantatie werkt 72 procent van de nieren nog altijd uitstekend.” Bovendien is er ook nu nog altijd verbetering merkbaar. Dankzij de betere toewijzing van de organen, de kortere tijd tussen wegname en inplanting, de betere chirurgische technieken, sterkere geneesmiddelen en de algemene verfijning van behandeling zijn er nu veel minder gevallen van afstoting dan vroeger. Ook over het risico op kanker zijn er geruststellende resultaten. Transplantatiepatiënten moeten geneesmiddelen innemen om het risico op afstoting van het nieuwe orgaan te verminderen. Die medicijnen verhogen echter het risico op kanker. Dat risico is tegenwoordig evenwel een pak kleiner door de verbeterde aanpak na de transplantatie. De invoering van niertransplantatie vormde ook bij kinderen een ware doorbraak. Prof. dr. Van DammeLombaerts: “Kinderen die voor hun achttiende een donornier ontvangen, worden nu gemiddeld 62 jaar oud. Met nierdialyse is dat slechts 38 jaar. Nierdialyse helpt, maar onvoldoende. Tussen de behandelingen in hopen

Service Residentie

Populierenhof POPULIERENLAAN 10 3001 HEVERLEE-LEUVEN ✆ 016/20 14 64

24u op 24u verpleegkundige zorgen, in een groene, rustige en veilige omgeving met uitgebreid dienstenaanbod De zekerheid dat u op ieder moment van de dag of nacht beroep kunt doen op eigen vakkundig personeel. Genieten van de privacy van uw zelfingerichte flat

Directeur: Dhr. Günther Geeraerts e-mail: populierenhof@armonea.be website: www.armonea.be

UZ-magazine - september 2010 23


kinderen leven meer in het hier en nu dan volwassenen. Hun ervaring van tijd en toekomst is volledig anders. Ze zijn wel bang om dood te gaan wanneer ze door hun aandoening weer eens door een dieptepunt gaat. Dat zie je goed op hun tekeningen, met veel zwart, graven en kruisen. Erg macaber soms… Maar het betekent niet dat ze depressief zijn. Kinderen sluiten zich zelden af. Ze blijven spelen en praten. Ze laten zich ook veel gemakkelijker helpen dan volwassenen.” En zegt ze: “Veel kinderen die we oproepen voor een transplantatie, ervaren dat als een groot geschenk. Ook de ouders moeten we soms tot rust brengen. Iedereen heeft wel wat angst, want het is tenslotte een hele ingreep. Maar meestal zijn de kinderen flink opgewonden wanneer ze naar de operatiezaal vertrekken. Ik hoef hen nooit te pushen. Zij zien de operatie als het einde van een hoop ellende, zoals de dialyse en de dieetbeperkingen. Daarna begint volgens

afvalstoffen zich op in het bloed en die maken je ziek. Vroeger hadden dialysepatiënten ook bloedarmoede en voelden ze zich constant moe en uitgeput. Epo was nog niet op de markt. Om dat op te lossen, dienden we de kinderen geregeld bloedtransfusies toe. Dat had ook nadelen, zoals de ontwikkeling van antistoffen die een gevaar vormden voor de latere transplantatie.” De dokter vertelt nog hoe ze zelf met epo aan de slag kon en welke spectaculaire resultaten dat opleverde: opnieuw levendige en vrolijke kinderen. Het contrast kon niet groter zijn.

Vrolijk Prof. dr. Van Damme-Lombaerts heeft altijd graag met kinderen gewerkt. “De sfeer op de nier-eenheid bij de kinderen is veel vrolijker en prettiger dan bij de volwassenen. Er wordt gelachen en gespeeld. De

Lever en darmen De ervaring van twintig jaar niertransplantatie kwam van pas voor de transplantatie van de eerste lever bij kinderen en nog later voor de eerste darmtransplantatie, beide chirurgisch moeilijke transplantaties. Bij darmtransplantaties is het risico op allerhande verwikkelingen vrij groot. Ze worden onder meer uitgevoerd bij aangeboren aandoeningen en wanneer de darm afgestorven is, zoals kan gebeuren na een draaiing van de darm met een afklemming van de bloedtoevoer. Prof. dr. Van DammeLombaerts: “Deze kinderen leven vaak al een geruime tijd op kunstmatige voeding. Die kan de lever aantasten en in dat geval moet je de

‘De kinderen leven meer in het hier en nu dan volwassenen. Hun ervaring van tijd en toekomst is volledig anders’ hen een nieuw, onbekommerd en gezond leven. Maar dat is natuurlijk niet helemaal zo. Af en toe duiken er toch nog verwikkelingen op en moeten ze nog eens opgenomen worden.” In vergelijking met de rest van de bevolking voelen ze zich echter zeker niet minder gelukkig. Bijna alle kinderen zijn overtuigd dat ze een beter leven hebben met hun donornier. De ouders zijn daar iets realistischer in. Zij zien ook de schaduwkanten, al vallen die uiteindelijk best mee. Opmerkelijk ook is dat de kinderen vrij ambitieus zijn in hun schoolkeuze. Waarschijnlijk als compensatie voor hun aandoening, vermoedt prof.

Dertig jaar kindertransplantaties in Bokrijk Om de transplantatieverjaardagen bij kinderen te vieren, nodigt UZ Leuven de kinderen zelf en hun ouders uit voor een familiedag in Bokrijk. Op zondag 19 september kunnen de volwassenen deelnemen aan een minisymposium waarin verteld wordt over de geschiedenis en de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van transplantatie. De kinderen gaan ondertussen met een ervaren gids op sprookjestocht.

24 UZ-magazine - september 2010

dr. Van Damme-Lombaerts. Maar ze dubbelen ook geregeld een jaar. Af een toe missen ze namelijk een stuk van het schooljaar door een opname in het ziekenhuis. Maar uiteindelijk doen ze het toch even goed als hun leeftijdsgenoten.

lever en de darm transplanteren. Daarnaast moeten we bij deze ingreep ook de buikwand vaak wat uitrekken. Wanneer er lange tijd geen darm in de buikholte zit, groeit hij niet mee zoals normaal. Dat uitrekken doen we met opblaasbare zakjes die gevuld worden met een vloeistof. Maar de ruimte blijft beperkt. Daarom houden we bij de toewijzing van deze transplantatie ook rekening met het gewicht van het kind.” Levertransplantaties gaan, in vergelijking met andere orgaantransplantaties, gepaard met veel minder afstotingsverschijnselen en laten meer keuze toe voor de donoren. Levende donoren kunnen bijvoorbeeld een deel van hun lever schenken. De lever van overleden donoren kan men opdelen, bijvoorbeeld in twee, een groot deel voor een volwassene en een kleiner voor een kind. Sinds de start van transplantaties bij kinderen in UZ Leuven zijn er tot nu toe 151 niertransplantaties uitgevoerd, 38 levertransplantaties en 2 darmtransplantaties. w


Rugpijn? Zit of slaapproblemen? Met ons advies zit, slaapt en werkt u beter! Verhoog uw comfort met onze: ✓ lattenbodems, matrassen, hoofdkussens, comfortbedden,... ✓ zitkussens, relaxzetels, salons, zitbanken, stoelen,... ✓ bureaustoelen, zit- en stabureau‘s, zitkrukjes,...

Rug- en nekklachten? Zit- en slaapproblemen? R.S.I.?

De ergonomische lattenbodem in combinatie met de latex matras bezorgt u een gezonde nachtrust. Relaxzetels op maat

Relaxkussen vanaf 69 Euro Dit salon is uitgerust met een rugvriendelijk comfortmechanisme. Het biedt een correcte steun voor uw nek en rug in alle zitposities.

Een perfecte werkplekinrichting voor je rug! Deze bureaustoel en in de hoogte regelbaar bureau zorgen voor een actief en gezond zitpatroon Onze licentiaten lichamelijke opvoeding of kinesitherapie beantwoorden graag al uw vragen rond gezond zitten, slapen en werken in onze showroom. Kom gerust eens proefliggen of -zitten! GRATIS INFORMATIEBOEKJE VERKRIJGBAAR IN DE ZAAK.

Tervuursevest 30 • 3000 Leuven (a/d Naamsepoort, tegenover Delhaize, slechts 1 km van het ziekenhuis)

Tel. 016 29 45 63 • Fax 016 29 45 65 • E-mail: leuven@sit-and-sleep.be • www.sit-and-sleep.be Open: 10.00 u - 18.30 u. • za 10.00 - 18.30 u. • zo. 14.00 18.00 u. • Maandag gesloten • Zondagnamiddag open De advieszaak voor gezond zitten,

slapen en werken DE ADVIESZAAK VOOR GEZOND ZITTEN, SLAPEN EN WERKEN

Sit & Sleep Antwerpen Ernest Van Dijckkaai 1 2000 Antwerpen Sit & Sleep Leuven Tervuursevest 30 3000 Leuven Sit & Sleep Hasselt NIEUW! Genkersteenweg 299 3500 Hasselt


Schoonmaken in een ziekenhuis is meer dan gewoon schoonmaken. Wat houdt het juist in? Wat is er belangrijk? Wat is het verschil met schoonmaken in een bedrijf of bij je thuis? Katleen Amry en Luc Vanhaverbeke van UZ Leuven geven een algemeen beeld. Drie toegewijde schoonmakers vertellen. Facilitaire dienst

An Kestens

UZ Leuven-schoonm een belangrijke sch Sla je thuis een schoonmaakbeurt over, dan draait je huishouden zonder noemenswaardige problemen rustig een weekje verder. Slaat een schoonmaker van UZ Leuven een beurt over, dan vallen sommige activiteiten volledig stil. “Onze schoonmakers zijn een belangrijke schakel bij alles wat er in het ziekenhuis gebeurt”, vertelt Katleen Amry (afdelingshoofd schoonmaak). Wordt een kamer na ontslag van een patiënt niet schoongemaakt, dan mag de volgende patiënt er niet in. Wordt een operatiezaal na een ingreep niet volledig ontsmet, dan kunnen de artsen de zaal niet meer gebruiken. “Schoonmaken in UZ Leuven betekent het volledig reinigen en ontsmetten van ruimtes, meubilair en vaste toestellen. Het opruimen van medisch afval, zoals naalden, bloed 26 UZ-magazine - september 2010

en andere lichaamsvochten, gebeurt door de verpleegkundigen en de logistieke medewerkers”, aldus Katleen Amry. Luc Vanhaverbeke (diensthoofd facilitaire dienst) vult aan: “Onze schoonmakers zijn ingedeeld in twee groepen. Enerzijds zijn er schoonmakers die de patiëntenafdelingen reinigen, anderzijds is er een groep die de niet-patiëntenafdelingen schoonmaakt. Nietpatiëntenafdelingen zijn kantoorruimtes, consultatieruimtes, leslokalen, behandelruimtes, laboratoria , gangen en andere zones waar er op het ogenblik dat onze schoonmakers langskomen - meestal van vijf tot negen uur ’s morgens - niemand aanwezig is.” Schoonmakers die patiëntenkamers reinigen, hebben altijd een eigen vaste afdeling. Ze zijn er paraat van zeven tot twintig na drie. Na de

vaste uren is er een team dat tot tien uur ‘s avonds ter beschikking staat. Elke verpleegafdeling kan er gebruik van maken. Voor kritieke afdelingen (spoedgevallendienst, operatiekwartier, intensieve geneeskunde, het bevallingskwartier) is er ’s nachts een wachtdienst.

Steentje bijdragen Joël Pelegrin, goedlachs en altijd bereid tot een kwinkslag, werkt sinds februari 2009 in UZ Leuven. Hij is een van de vaste schoonmakers op het interventioneel radiologisch en cardiovasculair centrum (IRCC). Joël werkt in een ploegensysteem. De ene week is dat van vijf uur ’s morgens tot een uur ‘s middags, de andere week van een tot negen uur ‘s avonds. Deze week werkt hij ’s ochtends.


Joël: “Het eerste wat ik doe als ik ’s morgens op de afdeling kom, is nakijken welke urgentiezalen ’s nachts gebruikt werden.” Waar let hij op als hij de zalen schoonmaakt? “Op bloedresten, andere lichaamsvochten en stof. De hele operatiezaal wordt ontsmet. Nadat de zalen afgewerkt zijn, reinig ik de burelen verbonden aan de operatiezalen. Ook dienstlokalen, zoals de keuken en de berging, krijgen een dagelijkse beurt. Verder moet ik op elk moment beschikbaar zijn om een tussenbeurt te doen. Als er een ingreep afgelopen is en de patiënt heeft de operatiezaal verlaten, bellen ze me op en moet ik zo snel mogelijk die zaal reinigen. Dan laat ik

z’n job graag doet? “Ik heb het gevoel dat ik iets kan betekenen, dat ik mijn steentje kan bijdragen en iets voor de patiënt en z’n familie doe.”

Toegewijd “Thuis vertel ik eigenlijk niet over mijn werk!” Dat zegt Mia Michaux, al tien jaar stille en discrete kracht op de dienst intensieve geneeskunde, eenheid 514. Waar artsen en verpleegkundigen het beroepsgeheim hanteren, houden de schoonmakers in UZ Leuven zich aan de discretieplicht. “Ik zal niets zeggen over wie en wat ik zie. Veel mensen uit mijn omgeving weten trouwens niet op welke dienst ik schoonmaak. Ik zeg gewoon

‘Schoonmaken in UZ Leuven betekent het volledig reinigen en ontsmetten van ruimtes, meubilair en vaste toestellen’

akers: akel

alles vallen en krijgt die tussenbeurt voorrang op al de rest.” Hoe gaat hij tewerk bij het schoonmaken van een operatiezaal? “Bij een eindbeurt zetten we al het materiaal in het midden en ontsmetten eerst de kanten. Dan volgt de vloer. Daarna ontsmetten we het materiaal dat in het midden staat en zetten we het terug op z’n plaats. Als laatste volgen de vloer in het midden, de operatietafel en de operatielamp. Bij een tussenbeurt poetsen we vooral de operatietafel, de vloer en de instrumenten.” Waarom Joël

dat ik op campus Gasthuisberg werk.” Dat de schoonmakers om de patiënten en hun familie geven, merk je aan kleine, soms ogenschijnlijk onbelangrijke dingen. Zo ook bij Mia. “Elke kamer moet volledig gereinigd zijn. Het bed, de handvaten van de deur, de leggers van de kasten, de energiebalk met alle toestellen, maar ook de ramen vind ik heel belangrijk.” De ramen? Voor patiënten op ‘intensieve’? Mia: “Een proper raam maakt een patiëntenkamer meteen een stuk

Schoonmakers Marina Van Der Weyden, Mia Michaux en Joël Pelegrin. ‘In het ziekenhuis schoonmaken geeft je het gevoel dat je iets kunt doen voor de patiënt en z’n familie’

UZ-magazine - september 2010 27


frisser. Ik zou het ook fijn vinden als mijn familie in een verzorgde kamer lag.” Het leukste aan de job? “Als ze bij hun vertrek afscheid komen nemen op onze afdeling, zie je soms dat patiënten echt beter geworden zijn. Hen dan zo goed zien, doet me toch wel iets.”

Flexibel

Katleen Amry (afdelingshoofd schoonmaak): ‘Onze schoonmakers zijn een belangrijke schakel bij alles wat er in het ziekenhuis gebeurt’

Marina Van Der Weyden werkt op eenheid 451, een patiëntenafdeling van de dienst neurochirurgie. Een groot aantal patiënten herstelt er van een hersenbloeding. Schoonmaken is voor Marina, zoals voor de andere schoonmakers in UZ Leuven, een kwestie van flexibel zijn. Is er een dokter bij de patiënt, dan reinigt Marina de volgende kamer. Vertrekt een patiënt naar een revalidatiecentrum of naar huis, dan moet die kamer zo snel mogelijk een grondige beurt krijgen. Marina: “Mijn werkdag begint om 7.30 uur. Ik ruim eerst

De schoonmaak van UZ Leuven in cijfers De schoonmaakdienst van UZ Leuven telt 482 schoonmakers, 125 van hen werken op niet-patiëntenafdelingen. De overige 363 onderhouden de patiëntenkamers. Het schoonmaakteam telt 367 vrouwen en 121 mannen. Het grootste deel van hen (364) werkt in campus Gasthuisberg. In de campus Sint-Pieter en Sint-Rafaël werken 20 respectievelijk 47 personen. Campus Pellenberg telt 46 personen en de kleinste campus (Lubbeek) heeft er 5. De helft van de schoonmakers is jonger dan 45 jaar. Samen maken ze dagelijks 350 000 m2 schoon. De manier waarop een ruimte schoongemaakt wordt, bepaalt ook de hoeveelheid vierkante meters die een schoonmaker voor zijn rekening neemt. Zo doet een schoonmaker in een operatiekwartier dagelijks 200 tot 250 m2. Sommige operatiezalen reinigt en ontsmet hij meermaals per dag. Een schoonmaker in een labo reinigt dagelijks 2000 m2, maar hij mag niet aan de werkoppervlakken komen. Hij haalt er enkel het vuil op en poetst de vloer.

de keuken op, doe de afwas, maak mijn schoonmaakkar klaar en begin aan de dienstlokalen. Om negen uur start ik met de gewone patiëntenkamers. Met de intensieve box, die vijf kamers telt, wacht ik tot de namiddag, in de voormiddag is daar veel verzorging nodig.” Als laatste zijn de isolatiekamers aan de beurt. Marina: “Die doen we op het einde om het besmettingsgevaar voor de andere patiënten zo klein mogelijk te houden. Nadien doe ik verder in de overige lokalen en hangt alles een beetje af van wat er op de dienst gebeurt. Wordt er een patiënt ontslagen, dan maak ik die kamer grondig schoon. Of ik doe periodiek werk, dat maar een keer per maand moet gebeuren. Bijvoorbeeld ‘hoog stof’, zoals stof op deurlijsten, kasten of op de TV.” Krijgt ze een band met de patiënten? “Soms wel, als de patiënten langer op de afdeling verblijven. Ze vertellen dan hoe ze in het ziekenhuis terechtgekomen zijn. Als zo iemand onverwacht sterft, schrik je toch even.” Voldoening? “Ja, ik maak deel uit van de afdeling. Zowel de verpleegkundigen als de logistieke medewerkers betrekken me erbij als de dienst iets organiseert. Ik krijg ook respect voor mijn werk, zowel van de collega’s als van de patiënten. Het gebeurt wel eens dat een arts of een collega op m’n natte vloer loopt, omdat hij bij de patiënt moet zijn. Vroeger was ik daar lastig over”, lacht Mia. “Maar ik heb al veel bijgeleerd op dat vlak, want natuurlijk heeft de verzorging van de patiënt altijd voorrang!” w

Het zorgeloze comfort van het mooiste beeld en het mooiste geluid

SPELIER

Vrijblijvend advies of demo: Geert De Coster 0473 37 59 64 geert.de.coster@spelier.be

www.spelier.be 28 UZ-magazine - september 2010


UZ LEUVEN INSPIREERT Al gedacht aan een professionele uitdaging binnen UZ Leuven? Ben je een (m/v) starter of heb je specifieke ervaring op zak? Neem dan zeker een kijkje op onze website om ons aanbod aan functies te ontdekken. • Binnen klinische zorg hebben wij boeiende kansen voor verpleegkundigen en medische beeldvormers, … • Binnen de omkaderende diensten zijn er interessante mogelijkheden voor

IT-professionals, technici, projectcoördinatoren, werfcoördinatoren, halftijdse voedingsmedewerkers, ... Interesse? Concrete vacatures en uitgebreide functiebeschrijvingen vind je op www.uzleuven.be/jobs Laat je inspireren door een steeds groeiende ziekenhuisorganisatie die bouwt aan de kwalitatieve gezondheidszorg van morgen!

In professione le handen


Jan van Rompaey trok deze zomer naar de koffieshop van campus Gasthuisberg en legde daar zijn oor te luister bij bezoekers en patiënten. Het leverde weer enkele aangrijpende verhalen op uit het dorp in de stad.

Dorp in de stad

Jan van Rompaey René

Verhalen uit het do Lang geleden dat ik nog in de koffieshop mee aanschoof aan willekeurige tafeltjes. Ik herken het vertrouwde gerinkel van bestek en glazen. Een man wil wel een gesprek, maar absoluut geen foto. Een vrouw wil geen foto en ook geen gesprek. Twee op een rij! Dat is mij nog nooit overkomen. Maar dan werkt het weer als vanouds: vijf mensen, willekeurig gekozen, met hun soms alledaagse maar meestal herkenbare verhalen. Lotgenoten.

René, schrijnwerker Man en vrouw, aan een tafeltje. Koffie. Ze komen uit Hoelede. René (58) praat met een sonore bromstem. Hij heeft net een MR-scan achter de rug. 30 UZ-magazine - september 2010

René heeft leverkanker. Al twee jaar. René: “Ze vonden een gezwel achter de maag. Dat hebben ze weggenomen. Maar tegelijk ontdekten ze dat mijn lever aangetast was. Ze denken nu aan een leveroperatie.” - Wat is de prognose? René: “Een jaar of vijf, zes, zeggen ze. Een operatie is een optie. Morgen krijgen we de resultaten van de MR. Als het meevalt, krijg ik medicatie. Na drie maanden weten we dan of die aanslaat. Genezing is niet mogelijk, maar het kan nog een hele tijd duren. Ik moet mezelf niets voorliegen: het is ernstig en misschien heb ik niet veel jaren meer te leven.” - Heeft dat je leven veranderd? René: “Natuurlijk wel. Niets is nog hetzelfde. Niet dat ik bang ben, maar

je staat er mee op en je gaat er mee slapen. Ik was schrijnwerker en was nog maar 49 toen ik moest stoppen met werken wegens hartproblemen. Daarom kom ik ook niet in aanmerking voor een transplantatie: door mijn hartkwaal zit ik al in een risicogroep. Ze transplanteren liever gezonde mensen. Dat kan ik begrijpen. We genieten van het leven, dat wel, in de mate van het mogelijke. Eigenlijk legt mijn ziekte me nu geen enkele beperking op. Maar het is er, natuurlijk. We kunnen het niet wegdenken.” - Wat is jullie grootste angst? René: “Dat het slecht afloopt en dat ik zou aftakelen. Maar ik denk niet … dat zoiets gebeurt. Ik zal wel op tijd stoppen. Ik wil niet eindigen als een wrak.”


anders was ik helemaal niet zo mobiel. Ik heb jaren op een bureaustoel rondgereden. Ik woon op een appartement en daar kon ik met een rolstoel niet eens manoeuvreren. Ik heb al 65 jaar zware reuma en kan mijn handen niet gebruiken. Toen ik uiteindelijk een elektrische rolstoel kreeg, ging er een wereld voor mij open. De bediening met een stick is niet gemakkelijk, maar het lukte mij al na één dag.” - Wat doe je thuis de hele dag? Judith: “Heel weinig.” Thuiszorg: “Da’s niet waar. Alles wat ze zelf kan, doet ze ook zelf. De kinesist komt elke dag, de verpleging komt twee keer en dan is er nog iemand van Thuiszorg. Ze regelt zelf al haar afspraken en ’s avonds kijkt ze televisie.” En dan nog veel bezoek!” Judith: “Nee, liever niet. Het is zo al druk genoeg. De kapper, de pedicure. Ik vind dat ik er verzorgd moet uitzien. Familie heb ik niet meer.” Thuiszorg: “Ze had twee neven die wel eens op bezoek kwamen, maar

taan. En professor of een arts met pensioen. Het blijkt te kloppen. Hij komt uit Nijmegen, heet Otto R. Hommes en overhandigt me meteen een foldertje van de Euopean Charcot Foundation. De stichting houdt zich bezig met onderzoek over multiple sclerose, de gevreesde aandoening van het centraal zenuwstelsel. “Ik ben neuroloog en zit op mijn directeur te wachten,” zegt hij afgemeten. “We hebben om twee uur een afspraak met een groep mensen die, net als de vereniging die ik leid, met MS te maken heeft. Artsen, endocrinologen. Het gaat over ontdekkingen die ze hier in Leuven hebben gedaan in de strijd tegen MS. Het is eigenlijk een kennismaking. We gaan kijken in hoeverre we onze werkzaamheden kunnen coördineren.” - Is Leuven een voorganger in dat onderzoek? Otto: “Vooral op gebied van medicatie zijn hier hoogst interessante ontwikkelingen aan de gang. Er wordt over de hele wereld gezocht, maar hier zijn ze toch al jaren bezig met

‘We genieten van het leven, in de mate van het mogelijke’

rp - Wat blijft er nog over om je aan op te trekken? René: “We hebben een dochter en een tweede kleinkind is op komst. Dat is een troost voor ons (huilt). Toch jammer dat ik hen misschien niet zal zien opgroeien. Het probleem is ook: hoe moet dat later met mijn vrouw? Daar pieker ik vaak over.”

Judith, alleen Ze zit in een elektrische rolstoel, omgeven door een soort van hofhouding: iemand van Thuiszorg en een chauffeur van het Vlaams Kruis. Judith (80) is hulpeloos zonder haar assistenten, maar toch leeft ze nog alleen. Ze heeft maar één been en zit al dertig jaar in een rolstoel. Judith: “Ik ben zo blij dat ik die heb,

die hebben het opgegeven. Ze kwamen zogezegd om voor haar te zorgen, maar eigenlijk probeerden ze haar te overtuigen om naar een rusthuis te gaan. Dat wilde ze niet. Thuis is alles aangepast aan haar handicap.” Judith: “In een home verlies ik mijn zelfstandigheid. Daar moet je doen wat ze je opleggen. Niks voor mij. Ik dop wel mijn eigen boontjes.” Thuiszorg: “Een home is vaak de enige oplossing. Je hebt daar ook nogal wat mensen die dementeren en dat ziet ze niet zitten. Nu praat ze met de jonge mensen die haar komen verzorgen. Eigenlijk is het ook voor ons leuk dat we gewoon met haar kunnen praten. Met veel van onze patiënten is dat niet meer mogelijk.” Judith: “Als zij er niet waren, zou ik geen twee maanden meer leven.”

Otto, arts Ik zie een vlinderdasje. Het enige in de hele koffieshop. Keurig pak, grijze haren. Nederlander, denk ik spon-

een grote groep mensen en zijn ze een eind verder.” - U bent met pensioen. Eigenlijk kon u nu op het strand zitten. Wat beweegt u om dit te blijven doen? Otto: “Je kunt ook niet de hele dag op dat strand zitten. Als andere mensen aandringen en als ik er zelf plezier in heb en het werkt allemaal nog goed, waarom zou ik dit dan niet doen? Er is nog een hele weg af te leggen op het gebied van de behandeling van multiple sclerose.” - Mogen mensen met MS hoop koesteren? Otto: “Jazeker. Dat er een algehele genezing mogelijk is, kun je moeilijk zeggen bij zo’n chronische ziekte. Maar zeker is dat bij een vroege diagnose een afdoende behandeling nu al mogelijk is. We moeten voorzichtig zijn: wij zien als Stichting soms concrete resultaten, maar mensen met MS (en dat is begrijpelijk) denken meteen in termen van morgen. Maar zo werkt het niet. In termen van de experimentele geneeskunde is morgen te vroeg.” UZ-magazine - september 2010 31


- Maar misschien is voor die patiënten morgen belangrijk. Otto: “We moeten het evenwicht vinden tussen de nood aan snelle resultaten en de zorgvuldigheid waarmee degelijk onderzoek moet gebeuren. Je moet je uiterste best doen, omdat die mensen willen genezen, maar je mag geen vergissingen maken omdat je té snel werkt. Het duurt al gauw tien jaar voor een geneesmiddel toegepast kan worden.” - Betekent meer financiële middelen ook snellere resultaten? Otto: “Zeer zeker. Maar dat mag niet tot gevolg hebben dat er dan weer minder middelen worden ingezet voor bijvoorbeeld het kankeronderzoek. We mogen de discussie niet herleiden tot: geef ons meer geld. Het is nu eenmaal crisis en de overheden komen in de verleiding om budgetten af te bouwen. Ik hoop dat de overheid hier inziet dat ze over een machtig reservoir wetenschapsmensen beschikt en dat ze dat niet mag laten verloren gaan “

Roger, machinist Zijn armen zitten vol blauwe vlekken. Bloedprikken. Roger (65) praat met een doffe stem en ademt moeizaam. Hij kent dit ziekenhuis. Het begon anderhalf jaar geleden met een longtransplantatie. Hij kreeg een nieuwe long en voelde zich als herboren. Roger: “Ja, opeens kon ik weer alles. Tot dan ging ik niet graag slapen, omdat ik bang was om niet wakker te worden. Zo erg was het met mijn longen. En opeens kon ik opnieuw rondlopen, ik ging waar ik wilde, ik leek wel een nieuw mens. Maar ik kreeg te maken met een ziekenhuismicrobe. Toen ze die onder controle hadden, kreeg ik eczema op mijn longen. Vanaf dat moment ben ik blijven sukkelen.

Judith

Otto

De ene dag voelde ik mij goed, de volgende dag had ik geen zin om op te staan. Niet te geloven.” - Wat was je beroep? Roger: “Ik werkte als rangeerder bij de Spoorwegen. Dat deed ik heel graag. Een locomotief duwt de goederenwagons tot ze snelheid hebben en laat ze dan los. De rangeermeester moet zorgen dat ze op de juiste sporen terecht komen en uitbollen. Zo’n wagon is geladen met tachtig ton en haalt gemakkelijk een snelheid van zestig per uur. Ik moest dan remblokken plaatsen zodat ze niet op elkaar botsten. Geen zwaar werk, wel gevaarlijk. Toen ik meer dan dertig jaar dienst had, mocht ik, als ik dat wilde, met prepensioen. Omdat mijn vrouw met pensioen ging en het huis was afbetaald, dacht ik: vooruit maar, nu gaan we ervan genieten. Allebei met pensioen, financieel niks te kort. Maar dat was zonder de man met de witte jas gerekend ...

Mijn vrouw is Oostenrijkse, ze zou zo graag haar vaderland en haar familie bezoeken. We zouden dit doen en dat doen. Weet je wat we gedaan hebben? Niks! Driemaal niks! En mijn vrouw is geopereerd aan een levercyrose. Op een gegeven moment lagen we tegelijk in het ziekenhuis, elk in een ander. Ze is wel eens alleen naar Oostenrijk gereisd, maar dat vond ze maar niks. Ik ben nu bij een hobbyclub van Vespa-rijders. Dat doe ik nu, rustig rondsnorren. Dat geeft me nog een houvast.” - Wat betekent die tatoeage op je arm? Roger: “Ach, dat is een zottigheid. Ik heb er nog een andere (stroopt zijn mouw op, op zijn bovenarm staat een tijger).” - En wat betekent dat Chinese teken? Roger: “Als ik dat eens wist. In die tijd liet iedereen een anker of een hart tatoeëren, en ik wilde iets originelers.” - Misschien betekent het: het eeuwige leven. Roger: “Dat denk ik niet. Maar elk jaar is er een gewonnen.”

Jim, Amerikaan Neoderm® € 55,-

Ontdek onze nieuwe producten Nu € 895,-

The Original

SUPER

MEDIC

ZIT- EN SLAAPCOMFORT

www.supermedic.be Relax Medicare, electrisch met lift. 32 UZ-magazine - september 2010

T 0495/54 55 60

Hoe komt het dat ik meteen weet dat hij een Amerikaan is? Het petje, misschien. Maar er moet nog iets anders zijn. Hij ziet er gewoon uit als een Amerikaan, hoewel hij hier al vijf jaar woont. Zijn vrouw is van Tienen, vandaar. Hij heeft plaats genomen achter een schuimende Duvel. Jim (59): “Ik heb Annemie leren kennen op het Caraïbische eiland SintMaarten. Ik was instructeur diepzeeduiken en zij werkte op de ferry tus-


sen Sint-Maarten en Sint-Bartolo­ meus. Ze kwam toen van Curaçao en ik van North-Carolina. We vestigden ons ongeveer tegelijkertijd op SintMaarten. Ze werd mijn grote liefde. In 1996 zijn we getrouwd. We waren er vijftien jaar gelukkig, maar toen kreeg ze heimwee, omdat haar ouders oud werden en hulp nodig hadden. “ - Vond je dat erg? Jim: “Nee, helemaal niet. Het leven in de Caraïben is hard voor de inwoners. Toeristen blijven maar enkele weken, ze hebben geen idee van het

hun twee voeten op de grond staan. Ik heb hier in die vijf jaar geen nare mensen ontmoet.” - Ben je hier gelukkig? Jim: “Twee dingen zijn mij in die vijf jaar overkomen. Ik ben weer in contact gekomen met mijn zoon die ik in twintig jaar niet meer had gezien en met wie ik zeventien jaar geen woord had gesproken. Hij is nu 35 en hij heeft twee zoontjes - mijn kleinkinderen, die ik dus nooit gezien heb. We plannen nu een ontmoeting. Dat is het goede nieuws. Het slechte nieuws is dat ze bij mijn vrouw

www.ankaonline.be

Jim

Kantoorsupplies Kantoormeubilair Copy Shop Artistiek Lederwaren Tassen & Koffers Luxe Schrijfwaren Cadeautjes

info@ankaonline.be

Roger

       

‘Ik heb een sterke vrouw: ze accepteert wat haar overkomen is en ze vecht’ echte leven op zo’n eiland. Ik heb wel zes orkanen meegemaakt en ben telkens bijna alles kwijt geraakt. Dat is hard. Jullie kunnen zich zo’n hurricane niet voorstellen. Je ziet al je bezittingen wegvliegen en je kunt alleen nog proberen je vege lijf te redden.” - Maar het is er toch anders leven. Alleen al het klimaat … Jim: “Ja, het is een heel andere levensstijl. Ik mis de zon en vooral mijn passie, het diepzeeduiken.” - En nu woon je in Meldert, of all places. Jim: “Ik was hier al eens op bezoek geweest en ik heb altijd van dit land gehouden. Het lijkt ook erg op mijn geboorteland, de staat NorthCarolina. Veel landbouwgrond, een glooiend landschap, mensen die met

borstkanker hebben vastgesteld. Ze krijgt op dit moment haar derde chemokuur. Ik heb een sterke vrouw: ze accepteert wat haar overkomen is en ze vecht. Ze is een Vlaamse! En dit is een goed ziekenhuis. Ik hoop dat ze haar weer gezond maken. Ze heeft een uitgebreide familie die haar zoveel mogelijk helpt en bijstaat: een zus en drie broers en nog een hoop vrienden. Dat valt mij op. Hoe de mensen hier een sterke familieband hebben en hoeveel belang ze hechten aan hun roots. Dat vind ik zo eigen aan dit land. Daarom voel ik mij hier goed: ze hebben mij meteen opgenomen in de familie. En iedereen probeert mijn vrouw het leven zo comfortabel mogelijk te maken. Mooi toch?” w

ANKA OFFICE PLANET Jennekensstraat 82 3150 Haacht Tel 016 55.00.70 Fax 016 55.00.71 OPENINGSUREN ma 13.30-18.30 di-vr 9.00-12.15 en 13.30-18.30 za 10.00-18.00 zondag gesloten UZ-magazine - september 2010 33


FUN PAGE (i.s.m. Het Bergklokje)

Vul de ontbrekende getallen in

Grappen en grollen

7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25

Verborgen voertuigen:

6

1) betaalmiddel 2) halt 3) landbouwer 4) stuur van een boot 5) bloedvat 6) deel van de voet 7) Algemene Nederlandse Wielrijders Bond (afkorting) 8) tegenovergestelde van recht 9) tegenovergestelde van breed 10) dier met stekels 11) tegenovergestelde van traag 12) werkelijk 13) opstap van een trap 14) hiermee kun je je jas dichtdoen 15) kelner 16) tegenovergestelde van dicht 17) koude lekkernij 18) hierin kampeer je 19) tegen 20) naar beneden 21) autoped 22) tegenovergesteld van zoet 23) worm 24) vogelpluim 25) niet een

34 UZ-magazine - september 2010

...

...

22

4

8

16

32

...

...

256

...

5000

...

...

625

...

40000 20000 10000 8

...

24

...

40

48

...

...

4

8

6

12

...

20

...

36

Zoek de verborgen voertuigen In elke zin zit een voertuig verborgen. Kun jij ze vinden? 1) Ik geef iets in de plaats als ik jouw boek mag lezen 2) Wie gaat Rein even helpen met jaar huiswerk? 3) Au Tom, je doet me pijn! 4) O Rob, o Otto, ik zie jullie allebei even graag! 5) Vanwaar komt toch dat gebrom, Merlijn de Tovenaar?

Kruiswoordraadsel Horizontaal 1) jaargetijde - jaargetijde 2) plaats - bloes zonder mouwen - en volgende 3) ons inziens - steen - zelfstandig naamwoord 4) vervoeging van meten niet minder maar ... 5) grootmoeder klein meertje 6) regelmaat - lidwoord 7) kunst in het Engels - hert naaldboom 8) paar - ingenieur - nachtspiegel 9) samentrekking uit ‘te’ en ‘der’ - ego - soort hert

1

2

3

4

5

6

10) oude lengtemaat - rivier in Schotland - senior 11) vlieghaven in Parijs Verticaal 1) dierentuin - herfstbloem 2) vrouwtjesschaap - cement 3) meneer - knaagdier 4) en dergelijke - muzieknoot 5) tor - paddy 6) lidwoord - herfstvrucht 7) platte steen - vrucht van de perenboom 8) boom - mama - bevel 9) zwemvogel 10) plavei - heldendicht 11) wild zwijn - ketting

7

8

9

10 11

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

Oplossingen

5

1) fiets, 2) trein; 3) auto, 4) boot; 5) brommer

4

Zigzag

3

Vul woorden in van vier letters. Als je dat goed doet, verschijnt in de gekleurde vakjes een spreekwoord

22

Kruiswoordraadsel

2

Zig-zag

1) geld 2) stop 3) boer 4) roer 5) ader 6) teen 7) ANWB 8) krom 9) smal 10) egel 11) snel 12) echt 13) tree 14) rits 15) ober 16) open 17) ijsje 18) tent 19) anti 20) neer 21) step 22) zuur 23) pier 24) veer 25) geen Door de bomen het bos niet zien

1

88

verticaal: 1) zoo - aster 2) ooi - mortel 3) mr - marter 4) ed - do 5) kever - ier 6) het - eikel 7) lei - peer 8) es - moe - ga 9) eend 10) tegel - epos 11) ever - snoer

Pietje (in bad): “Moeder, heb ik letters op mijn rug staan?” Moeder: “Welnee, jongen.” Pietje: “En op mijn buik?” Moeder: “Natuurlijk niet, jongen. Hoe kom je daar nu bij?” Pietje: “Maar ik heb toch een voor- en een achternaam?”

44

horizontaal: 1) zomer - lente 2) oord hes - ev 3) oi - kei - ge 4) meet - meer 5) oma - poel 6) orde - een 7) art - ree - den 8) stel - ir - po 9) ter - ik - gnoe 10) el - dee - sr 11) Orly.

Vader kijkt wat beteuterd naar de platte achterband van zijn fiets. De velg zit zo goed als tegen de grond. Jantje kijkt ook eens goed en zegt dan: “Gelukkig is het alleen de onderkant maar...”

176

Ontbrekende getallen

Karel zit aan tafel en schrijft heel langzaam een brief. “Waarom schrijf je zo langzaam?” Karel: “Het is een brief voor mijn broertje en die kan nog niet zo vlug lezen.”

88

44 - 11; 64 - 128 - 512; 2500 - 1250 - 312,5; 16 - 32 - 56 - 64; 10 - 18.

Onderwijzer: “Kun jij al zwemmen, Olav?” Olav: “Ja, meneer.” Onderwijzer: “Waar heb jij dat dan geleerd?” Olav: “In het water, meneer.”


Face a Face - Oxibis - Gucci - Giorgio Armani - Emporio Armani - Lafont - Dior Prodesign - Silhouette - Cazal - Henri Jullien - Lindberg - Eschenbach Ray-Ban - Hugo Boss - Delvaux - bruno pieters - Kinto - Adidas - Binoche

op Optisch montuur en/of glazen op vertoon van deze advertentie of personeelskaart Uz Leuven of K.U.Leuven

Enkel de beste glazen voor uw ogen Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag

14.00 -18.30 9.00 - 18.30 9.00 - 18.30 9.00 - 18.30 9.00 - 18.30 9.00 - 18.00 gesloten


GEZOND WEER OP…

Styldecor

Vi-Spring

Hilding

Velda

Recor

Revor

ACTIE HEROPENING CENTRUM HERSELT Aankoopbon van 15% op de totale waarde bij aanschaf van een volledige boxspringcombinatie (op vertoon van deze advertentie) *** ***niet cumuleerbaar met andere acties Slaapcomfort – Relaxzetels De Bedstee – Ergorelax Dorp 78 – 2230 Herselt Tel.: 014/54 55 11 e-mail: info@debedstee.be www.debedstee.be

Open: ma-di-do-vr: 10 – 12.30 en 13.30 – 18u. Zaterdag: 10 – 12.30 en 13.30 – 17u. Gesloten op woensdag, zon- en feestdagen www.ergorelax.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.