NA VAKANTIE IN QUARANTAINE: LOONDOORBETALING OF NIET? WIE ZAAIT, ZAL OOGSTEN
De zomervakantie is begonnen. Nu de coronamaatregelen steeds verder worden versoepeld, is de kans groot dat we weer massaal naar het buitenland vertrekken. Wijs je werknemer vooraf op het risico dat hij neemt als hij naar het buitenland op vakantie gaat. Quarantaine betekent geen recht op loon als de werknemer niet thuis kan werken. Informeer je werknemer vooraf schriftelijk over de consequenties die je als werkgever wilt verbinden aan het op vakantie gaan naar een land met code geel, oranje of rood als je werknemer vervolgens in quarantaine moet en daardoor of om andere redenen zijn arbeid niet kan verrichten.
Advertisement
21 MILJOEN EXTRA VOOR PRAKTIJKLEREN
De komende jaren is er een extra subsidie beschikbaar boven op de huidige subsidieregeling praktijkleren. De toeslag komt beschikbaar voor erkende leerbedrijven die een mbo-BBL-leerplek aanbieden in de sectoren landbouw en horeca en in conjunctuurgevoelige sectoren. In totaal is per studiejaar ruim 21 miljoen extra te verdelen. De hoogte van de toeslag is in beide gevallen afhankelijk van het aantal gerealiseerde weken begeleiding bij de beroepspraktijkvorming in het desbetreffende studiejaar. Het beschikbare budget wordt per gerealiseerde begeleidingsweek verdeeld over alle leerplaatsen die in aanmerking komen voor de toeslag.
Als je voor de extra subsidie in aanmerking wilt komen, moet je als erkend leerbedrijf bij de Kamer van Koophandel geregistreerd staan met als hoofdactiviteit één van de SBI-codes voor landbouw, horeca of recreatie of één van de SBI-codes voor conjunctuurgevoelige sectoren. Belangrijke codes voor onze sector zijn 0161 en 0162.
Na de Tweede Wereldoorlog was het landbouwbeleid erop gericht om zoveel mogelijk voedsel te produceren. Er was voedselschaarste, wat levens heeft gekost, en er werd gezegd: dit nooit meer. Bedrijven werden intensiever en groter door sturing vanuit de Nederlandse overheid en later de Europese regels. Anno 2021 is Nederland de tweede exporteur van agrarische producten van de wereld en wordt er vanuit heel de wereld gekeken hoe onze agrariërs hun vak uitoefenen en lopen wij qua efficiëntie en kennis voor op de rest van de wereld. Dit is iets waar wij als agrarische sector trots op mogen zijn en die trots mogen we ook naar buiten uitstralen.
Op dit moment hebben wij als agrarische sector te maken met de nodige uitdagingen op het gebied van milieu, dierenwelzijn en imago. Ik heb het gevoel dat de overheid denkt dat als er minder agrariërs zijn dit ten goede komt van het milieu en het dierenwelzijn. Ook speelt het gebrek aan ruimte (woningen, bedrijventerreinen enzovoort) zeker een rol in deze discussie. Er wordt wel gezegd dat wij niet hoeven te produceren voor en exporteren naar de rest van de wereld. De meeste producten worden echter afgezet op korte afstand bij onze Europese buren, zoals Duitsland, België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Moeten we dit nog export noemen in deze huidige tijd? Europa is toch één? Alle mondjes wereldwijd moeten worden gevoed en als er hier één agrariër verdwijnt, zal dat voedsel elders moeten worden geproduceerd. Willen wij straks voor ons voedsel afhankelijk zijn van andere landen? Willen wij straks van Nederland één grote stad maken, met nog een paar parkjes met een stempel ‘natuur’ erop? Wie niet zaait, zal ook niet oogsten, wie niet oogst, heeft niets te eten. Laten we blijven innoveren, vernieuwen en opkomen voor onze agrarische sector, zodat ook onze kinderen later kunnen oogsten met Hollandse kwaliteit!
‘LATEN WE BLIJVEN INNOVEREN, VERNIEUWEN EN OPKOMEN VOOR ONZE AGRARISCHE SECTOR’
Johan Mostert Voorzitter sectie Meststoffendistributie
ELK NUMMER LATEN WE VIA DEZE COLUMN EEN VOORZITTER VAN CUMELA AAN HET WOORD