31ste jaargang 21 november 2015
11
VakcentrumNieuws
Franchisenemers verdienen goede code 3
E RSIE CONSUL TIEVERSI TATATIEVE CONSUL VAN DE VAN DE ANDSE E DS NEDERL NEDERL AN DE CODE FRANCHISE E CO FR ANCHIS
Update totstandkoming NFC
MET TOELICHTING TING MET TOELICH
1
1
Hoofdstuk 1 | De Nederlandse Franchisecode de
e Franchiseco
Hoofdstuk
1 | De Nederlands
Medicijnen in het winkelmandje?
10
Inhoudsopgave
Opinie
3
Een stok achter de deur!
Actueel Update totstandkoming NFC
4
Europa Winkeliers willen één Europese interne markt zonder barrières
5
Achter de schermen Van Woerkom voorzitter Detailhandel Nederland Nog snel een onbelaste bonus? Nieuw 20 eurobiljet Fiscaal voordeel op levenslooptegoed Honderd miljoenste contactloze betaling
6
Franchising Luc Ardies: “Franchise is het distributiemodel van de toekomst”
8
Super Supermarkt Keurmerk Extra opnamedag SSK kookkanaal SSK’er aan het woord Peter Savelkoul van PLUS Savelkoul Reuver
9
Vragen uit de praktijk Wet flexibel werken en verlofregelingen
10
Doetank Medicijnen straks ook in het boodschappenmandje?
11
Nieuws uit de branches “Passie komt voor de winst” Productcategoriewedstrijden begin volgend jaar van start
12
Reportage Wence Lepsi: “Zonder formule vaar ik mijn eigen koers”
Colofon
Vakcentrum feliciteert... Stephan van Engelen en medewerkers met de heropening van hun PLUS op woensdag 9 september in Waalwijk.
Redactie Blekerijlaan 1 3447 GR Woerden T 0348) 41 97 71 F (0348) 42 18 01 E info@vakcentrum.nl I www.vakcentrum.nl Druk
Weevers, Vorden VakcentrumNieuws is gedrukt met bio-inkt op FSC®-mixed credit papier
2
Familie van Schaick en medewerkers met de opening van hun PLUS op dinsdag 27 oktober in Maarn. Familie Schepers en medewerkers met de heropening van hun Coop op woensdag 4 november in Erica. Rob Veltink en medewerkers met de heropening van hun Jumbo op woensdag 4 november in Nijkerk. Familie Bijlsma en medewerkers met de heropening van hun Albert Heijn op woensdag 18 november in Gorredijk.
“Die moet er zijn als de definitieve versie van de Nederlandse Franchise Code (NFC) wordt gepresenteerd.” Dit zei Tweede Kamerlid Sharon Gersthuizen tijdens de algemene ledenvergadering van MKBNederland. Dat ik daar volledig achter sta, zal u niet bevreemden. De discussies die opgelaaid zijn na de presentatie van de consultatieversie NFC, samengesteld door vertegenwoordigers van franchisenemers en franchisegevers, waren enorm. Of de definitieve NFC zomaar nageleefd gaat worden door alle betrokken partijen, weet ik nog niet. Ik verwacht wel dat de definitieve NFC veel minder vragen en weerstand oproept dan de consultatieversie. Als lid van de schrijfcommissie kan ik u nu al bevestigen dat alle suggesties, die tijdens de consultatie zijn aangedragen, uitgebreid besproken worden in de sessies die gewijd zijn aan het afronden van de eindtekst. Ook is uitgebreid stilgestaan bij de introductie van het ‘pas toe of leg uit’principe in de NFC. Dit principe is ook terug te vinden in de Code Tabaksblat. De regels uit deze code moeten in principe worden toegepast, tenzij in een concrete situatie afwijking van de richtlijnen in de code een beter resultaat geeft. Ook in de Zorgbrede gedragscode staat dit beginsel. Maar er is wel een verschil tussen beide codes. De code Tabaksblat kent een wettelijk haakje! De naleving wordt daarmee geborgd. De Zorgbrede gedragscode heeft dat niet. Rond het tienjarig bestaan begin 2015 hebben minister Schippers en staatssecretaris Van Rijn extra eisen aangekondigd. Ze introduceren een breed palet aan maatregelen en initiatieven met het doel een betere naleving van de code te garanderen. Het is duidelijk dat de franchisenemers niet in de gelegenheid zijn om tien jaar te wachten. De NFC wordt franchisenemersbreed omarmt. De roep om transparante en evenwichtige regels is groot. De naleving ervan kan hier niet los van gezien worden. Wat daarvoor nodig is: een stok achter de deur! mr. Patricia E.H. Hoogstraaten, RAE directeur
Actueel
Schrijfcommissie werkt toe naar evenwichtig document
Update totstandkoming NFC De schrijfcommissie van de Nederlandse Franchise Code (NFC) is druk bezig om de reacties te verwerken die binnen zijn gekomen over de concept code tijdens de consultatieperiode. Het Vakcentrum houdt u graag op de hoogte van de ontwikkelingen op dit vlak zover zij bekend zijn. Het Vakcentrum heeft er alle vertrouwen in dat de code alleen maar steviger en duidelijker wordt, aangevuld met het wettelijke haakje. Wettelijk haakje De NFC moet aansluiten bij wat de sector nodig heeft. De NFC is niet een vrijwillig afsprakenstelsel, maar een vaste bodem voor goed franchisegever en –nemerschap, waarvan niet – zonder een goede en onderbouwde verklaring - van moet kunnen worden afgeweken. Om dat te verzekeren is een wettelijk haakje nodig. Majeure aanpassingen De NFC gaat over een evenwichtige belangenbehartiging. Franchisenemers zijn stakeholders binnen het franchisemodel en zij dragen volledig bij aan het reilen en zeilen van de formule. Inzichten van de individuele en ook collectieve ondernemers zijn van groot belang voor de kracht van een formule. Daar moeten dus goede waarborgen voor zijn. Dat betekent volgens het Vakcentrum dat franchisegevers niet zonder goed overleg met franchisenemers en zonder verantwoording over de wederzijdse belangen eenzijdig tot majeure wijzigingen moeten kunnen overgaan. De NFC moet daar richting aan geven. Dat werd in de conceptcode ook bepaald. Concurrentie Concurrentie is ook een onderwerp dat Vakcentrum goed volgt. De schrijfcommissie stelt dat voorkomen moet worden dat – zonder daar goede afspraken over te maken met de vertegenwoordiging van de franchisenemers - franchisegevers met dezelfde formule de franchisenemer gaan beconcurreren of met een kleine toevoeging aan de formulenaam een andere concurrerende keten opzetten. Ook over de verdeling van kosten en opbrengsten van webshops moeten heel duidelijke afspraken worden
gemaakt volgens de NFC. Wat het Vakcentrum betreft zou de code dus een goede basis moeten zijn voor redelijke afspraken over gebruik en de opbrengsten van klantendata. Nu komt het nog voor dat franchisegevers eenzijdig profiteren van verkoop van klantendata, terwijl deze door de (de inspanningen van) franchisenemers zijn opgebracht. Ondernemerschap Het is evident dat de NFC niet gaat om beperking van ondernemerschap. Franchising wordt duidelijk gezien als een model waardoor via kruisbestuiving de creativiteit van beide partijen de boventoon kan voeren. Daartoe is het nodig dat sectorspecifiek duidelijk is wat redelijk en billijk is in een franchiserelatie en wat niet. Het Vakcentrum ondersteunt die ondertoon van de NFC volledig en ziet niet in dat na invoering van de code franchising minder aantrekkelijk wordt voor franchisegevers. In tegendeel. Ondernemers worden juist gemotiveerd om te investeren in een goed en evenwichtige samenwerking die op de juiste manier ruimte en waardering geeft voor ondernemerschap. De NFC geeft daarvoor de basis. Evenwicht Het Vakcentrum ziet de verhouding in de bepalingen als nodig voor het evenwicht. Het geluid dat een optelsom meer verplichtingen zou opleggen aan franchisegevers is veel te simpel. De NFC regelt wat geregeld moet worden juist om dat evenwicht te geven. Dat kun je niet wegzetten met een optelsom. Het gaat om de kwaliteit van de afspraken en die gaat zeker de goede kant op. Strekking Vakcentrum ziet dat de schrijfgroep rekening moet houden met de brede
CONSULTAT IE IE RSRS TIEVIEEVE ERSIE ULTAATIEV SSULT O CCON VANN D DE EE AN VVAN N EDDERLA ER N SESE DD E ANNDS NED ERLLA ED NFR AN DDEEE CH O IS C E E CO COD E IS CHIS H FRAN C FR AN MET TOELICHTING ING TOELICH HTTING MET MET TOELIC
1
1
1
Hoofdstuk 1 | De Nederlandse Franchisec ode Franchisecode Hoofdstuk 1 | De Nederlandse isecode andse Franch 1 | De Nederl Hoofdstuk
toepasselijkheid van de NFC. Dat betekent op sommige punten dat voor algemenere bewoordingen is gekozen. Dat doet niet af aan de kracht van de code in de retailbranche. Het gaat namelijk om een kader van redelijkheid en billijkheid in franchise en daarop moet worden voortgebouwd door de partijen in de franchiserelatie. Daarvoor geeft de code dan weer houvast. Overgangsperiode en implementatie De schrijfcommissie zal de NFC snel presenteren. Daarbij zal de schrijfgroep met aanbevelingen komen ten aanzien van een overgangsperiode en een implementatieplan. Het Vakcentrum wacht de presentatie met vertrouwen af. Vragen? Heeft u als ondernemer of franchisevereniging vragen, behoefte aan overleg of ondersteuning? Neem dan contact op met de adviseurs van het Vakcentrum. De juristen en bedrijfseconomisch adviseurs zijn er voor u. Zij zijn bereikbaar op telefoonnummer (0348) 41 91 71 en e-mailadres reactie@vakcentrum.nl
3
Europa
Europa ligt aan de voeten van Nederlandse ondernemers
Winkeliers willen één Europese interne markt zonder barrières Tijdens de Retailpoort van Detailhandel Nederland presenteerde onderzoeksbureau Panteia de resultaten van het onderzoek onder ondernemers naar hun ervaringen met hindernissen in handelen in Europa. Veel Vakcentrumleden hebben hieraan een bijdrage geleverd. Het onderzoek wijst uit dat 60% op de één of andere manier te maken heeft gehad met de gevolgen van de Europese interne markt en dat 20% van de winkeliers graag op de Europese markt wil handelen. Die laatste groep wordt echter afgeschrikt door het bestaan van verschillende knelpunten. Guido van Woerkom, aankomend voorzitter van Detailhandel Nederland: “De handelsgeest van Nederlandse winkeliers is indrukwekkend, maar het is teleurstellend dat er in Europa na bijna 25 jaar nog altijd zoveel barrières zijn om te ondernemen.” Voorzitterschap benutten Reden genoeg om tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie in 2016 in te zetten op in het verminderen van de fragmentatie van regels tussen de Europese lidstaten onderling en in de Europese Unie. Patricia Hoogstraaten, voorzitter van de stuurgroep Europa, is van mening dat het Nederlandse voorzitterschap hier goede aanknopingspunten voor biedt. In een politiek klimaat waar de roep om ‘meer Europese samenwerking’ niet graag wordt gehoord, is het wel van belang om momenten te vinden waarop en onderwerpen te kiezen waarmee concrete vooruitgang kan worden geboekt. Minister Henk Kamp (Economische Zaken) heeft zijn handtekening reeds gezet onder de lijst knelpunten die opgelost moeten worden. Vicepresident van de Europese Commissie Frans Timmermans heeft deze lijst ook al in zijn bezit. De vergaderingen waarop het een en ander volgend jaar zal worden besproken zijn inmiddels gepland.
Europa levert geld op voor winkeliers! Dankzij de Europese interne markt is in de afgelopen 23 jaar per hoofd van de bevolking ongeveer € 900 extra uitgegeven in de detailhandel. Bij elkaar opgeteld komt dit neer op ongeveer € 14 miljard voor de gehele detailhandel. Bron: Nederlandse detailhandel en Europa; Gevolgen van één interne markt.
Vooruitgang op korte termijn Om op korte termijn vooruitgang te bewerkstelligen, heeft de Europese Commissie een aantal voorstellen gedaan. Hierbij moet worden gedacht aan vereenvoudiging van grensoverschrijdende btw-procedures, het gelijktrekken van verkoopvoorwaarden (niet alleen online, maar ook offline) en de verbetering van procedures voor wederzijdse erkenning van producten. Hieruit blijkt dat lobby effect heeft! Tijdens de Retailpoort werd ook duidelijk dat politici goede praktijkvoorbeelden graag ontvangen. Stuur ondernemerservaringen naar reactie@vakcentrum.nl, dan geven wij deze door.
Top vijf belemmeringen voor winkeliers 1. 2. 3. 4. 5.
4
te hoge transportkosten verschillende regels voor btw en accijns te weinig kennis van de lokale markt te hoge opstartkosten verschillende regels voor consumentenbescherming
Kruidvat in brand Europa één markt. Er is nog een weg te gaan, zo ondervond Gerard van Breen, eindverantwoordelijke van AS Watson (Kruidvat en Trekpleister), toen hij zijn winkels in België en Frankrijk opende. “Vanwege de verschillen in regelgeving is het niet eenvoudig om uit te breiden naar een nieuwe Europese markt. Zo mogen onze LZV-vrachtwagens wel in Nederland rijden, maar moet de vracht bij de Belgische grens worden overgeladen in kleinere vrachtwagens. Daarnaast gelden er per lidstaat andere emissie-eisen voor een benodigd brandweercertificaat. Van de Franse brandweer moesten we zelfs een volledig winkelinterieur in brand steken om duidelijk te krijgen welke stoffen daarbij vrijkwamen. Dat hebben we toen maar gedaan.”
Beleidszaken
Achter de schermen Het Vakcentrum staat zijn leden met raad en daad bij. Ook door belangenbehartiging op beleidsniveau. Het Vakcentrum volgt beleidsontwikkelingen op de voet en probeert deze, waar mogelijk, te sturen. Een blik achter de schermen van uw brancheorganisatie.
Van Woerkom voorzitter Detailhandel Nederland
Nog snel een onbelaste bonus?
Fiscaal voordeel op levenslooptegoed
Onder de werkkostenregeling kunnen werkgevers in 2015 hun werknemers allerlei zaken onbelast vergoeden en verstrekken. Dit kan maximaal tot een bedrag dat gelijk is aan 1,2% van de loonsom, de zogenaamde vrije ruimte. Dit jaar geldt verder nog dat een vergoeding of verstrekking niet meer dan 30% mag afwijken van wat in de branche gebruikelijk is. Om gezeur over kleinigheden te voorkomen, is bepaald dat in ieder geval bonussen tot een bedrag van € 2.400 per werknemer als gebruikelijk worden beschouwd. Werkgevers kunnen hun personeel, maar ook zichzelf, dus fiscaal voordelig nog een bonus verstrekken tot maximaal dit bedrag. Zeker als de vrije ruimte nog niet volledig gebruikt is, is dit het overwegen waard. Is dit al wel het geval, dan betaalt de werkgever over de bonus 80% eindheffing. Dat lijkt veel, maar het is vaak minder dan het bedrag dat hij kwijt is als hij een netto bonus van € 2.400 zou willen uitkeren.
Werknemers die op 31 december 2011 een levenslooptegoed hadden van € 3.000 of meer, kunnen nog aan deze regeling deelnemen. Indien zij het volledige tegoed in 2015 opnemen, wordt hiervan slechts 80% belast. Het gaat om het levenslooptegoed op 31 december 2013. Deze faciliteit komt volgend jaar te vervallen, dus wie nog van de korting wil profiteren moet snel zijn.
Nieuw 20 eurobiljet
Bij volledige opname is van belang dat de werknemer zich realiseert dat hij daarna geen gebruik meer kan maken van de levensloopregeling.
Guido van Woerkom Jan Meerman stopt na acht jaar als voorzitter van Detailhandel Nederland. Hij blijft wel lid van het algemeen bestuur van de belangenorganisatie. Meerman was als voorzitter onder meer verantwoordelijk voor de totstandkoming van de Retailagenda, het samenwerkingsverband met het ministerie van Economische Zaken. Jan Meerman wordt per 1 januari 2016 opgevolgd door Guido van Woerkom. Van Woerkom was van 1999 tot en met 2014 hoofddirecteur van de ANWB. Voorheen werkte hij onder meer voor Albert Heijn. Van Woerkom: “De detailhandel is een topsector die doorlopend verandert. Dat vraagt om een sterke belangenbehartiger. Hiervoor is reeds een stevig fundament gelegd, dat verder kan worden uitgebouwd.”
Bij opname zijn er twee situaties mogelijk: • Het levenslooptegoed op 1 januari 2015 is hoger dan op 31 december 2013. U houdt dan loonheffingen in over 80% van het levenslooptegoed op 31 december 2013 (inclusief rendement). Het meerdere belast u volledig. • Het levenslooptegoed op 1 januari 2015 is even groot of lager dan op 31 december 2013. U houdt dan loonheffingen in over 80% van het levenslooptegoed op 31 december 2013 (inclusief rendement).
Honderd miljoenste contactloze betaling Op 25 november komt er een nieuw 20 eurobiljet in omloop. Ondernemers die gebruikmaken van scanapparatuur en contantgeldverwerkende machines moeten ervoor zorgen dat zij deze voor aanstaande woensdag hebben aangepast aan het nieuwe biljet. Echtheidskenmerken Het twintigje is te herkennen aan een aantal echtheidskenmerken, waaronder voelbare inkt, een portretwatermerk, een portrethologram en een smaragdgroen cijfer 20. Kijk voor een volledig overzicht van de echtheidskenmerken op www.nieuwe-eurobankbiljetten.eu (klik op ‘NL’ voor de Nederlandse brochure).
Op zaterdag 14 november vond bij Forum Sport in Voorburg de honderd miljoenste contactloze betaling plaats. Dat is eerder dan verwacht. De afgelopen maanden is het aantal contactloze betalingen echter explosief toegenomen. Steeds meer Nederlanders betalen bedragen tot en met € 25 snel en gemakkelijk door hun betaalpas of mobieltje kort tegen de betaalautomaat aan te houden, zonder de pincode in te voeren. Steeds meer ondernemers zien de voordelen in van contactloos betalen. Van de ongeveer 300.000 betaalautomaten die in Nederland in gebruik zijn, is ruim één op de drie geschikt voor contactloos betalen. Een jaar geleden was dat nog één op de zes.
5
Franchising
Luc Ardies over franchising in België
“Franchise is het distributiemodel Net als in ons land zijn in België franchiseformules steeds prominenter aanwezig in het retaillandschap. Die ontwikkeling zal zich ook nog een tijdje doorzetten, meent Luc Ardies, directeur van UNIZO Winkelraad. “Franchising biedt het beste van twee werelden.” Luc Ardies staat dicht bij de franchisenemer en kent de Belgische sector als geen ander. Het Belgische vakblad Gondola vroeg hem onlangs naar zijn beeld van de ondernemers, zijn visie op de markt in België en het succes van franchising. In VakcentrumNieuws een samenvatting van dit interview. Hoe groot is de rol van franchisers? “Franchise wordt steeds belangrijker in de Belgische supermarktsector. Het marktaandeel van de zelfstandige buurtsupermarkt in België is sinds 2000 gestegen van 27,9% naar 28,8%. De Vlaamse buurtsupermarkten doen het nog beter: ze nemen 33,4% of een derde van de totale verkoop in de sector voor hun rekening. Bij de grote retailers realiseren de zelfstandigen ondertussen al minstens de helft van de groepsomzet. En bij Colruyt Group, dat vooral actief is met filiaalwinkels, zien we dat het Spar-merk groter wordt. We kunnen alleen maar vaststellen dat de franchiseformule goed werkt in België.”
Luc Ardies Hoe verklaart u dit succes? “Enerzijds is er de puur zakelijke kant. Een zelfstandige runt zijn supermarkt zelf. Hij werkt voor eigen rekening, maar hoeft zichzelf niet voor elk gewerkt uur uit te betalen. Bovendien baten hier meestal meerdere vennoten de winkel uit en ligt de productiviteit bijzonder hoog. Je hebt dan bijvoorbeeld twee franchisenemers die zeventig uur per week werken. De rekening is dan snel gemaakt. Anderzijds is er ook de lokale betrokkenheid. Zelfstandige ondernemers zijn vaak uit de plaatselijke klei getrokken. Dat is een groot voordeel, want daardoor voelen ze aan wat er leeft in de lokale gemeenschap en hoe ze daarop moeten inspelen.” Wil de klant dan niet gewoon de laagste prijs? “Zelfstandige ondernemers moeten het sowieso hebben van kwaliteitspositionering. Weinigen zullen erin slagen de goedkoopste van de streek te zijn. Ze moeten zich dus differentiëren op andere vlakken.
6
Zich onderscheiden van de grote ketens kunnen ze het best door zelf in de winkel te staan. Zelfstandige ondernemers zijn het gezicht van de supermarkt in de lokale gemeenschap. Ze staan oog in oog met de klant. Dat is iets waar de grote ketens niet tegenop kunnen.” Hoe kunnen franchisenemers zich onderscheiden? “Door zich te richten op differentiatie. Daar ligt volgens mij net de toekomst van de zelfstandige ondernemer. De consument wordt al constant geconfronteerd met een heel geüniformiseerd aanbod en is op zoek naar winkels die net iets anders aanbieden. De ondernemer kan daar ook in een franchiseformule op inspelen door eigen accenten aan te brengen in het winkelconcept. Bijvoorbeeld door eigen specialiteiten toe te voegen of verder uit te bouwen.” De franchisenemer bepaalt dus zelf het succes van de formule? “De franchiseformule is vooral een
van de toekomst” succes door de combinatie van de ondersteuning en aankoopkracht van de grote retailer aan de ene kant en de kracht van de zelfstandige ondernemer aan de andere kant. Het beste van twee werelden dus, waardoor franchise volgens mij hét distributiemodel van de toekomst kan worden. Dat succes heeft veel te maken met het stuk autonomie dat de zelfstandige zelf kan invullen en waarmee hij zichtbaar het verschil kan maken. Het is dus een zeer positief verhaal, mits de zelfstandige voldoende ruimte krijgt om te ondernemen.” Wat is het profiel van de Belgische franchiser? “Uit een recente studie blijkt dat de kleine buurtsupermarkt van weleer is uitgegroeid tot een volwaardige supermarkt. Met schaalvergroting in assortiment, maar ook in personeel. De gemiddelde supermarkt heeft ondertussen al vijftien medewerkers in dienst. Toch blijft het uitbaten zelf in België nog vooral een familieaangelegenheid. In meer dan 60% van de zelfstandige winkels in Vlaanderen wordt de winkel uitgebaat door man en vrouw of door ouders en kinderen. In Wallonië ligt dit cijfer naar verwachting iets lager, maar zal het nog altijd hoog zijn.” Hoe verklaart u dit? “Een supermarkt is een erg kapitaalintensieve onderneming. Dan kan het verschil tussen bedrijfsoverdracht, samen opstarten of alleen opstarten, doorslaggevend
zijn. Bij Delhaize zien we nu bijvoorbeeld dat men nog zelfstandige ondernemers zoekt voor zes winkels. Bij Delhaize zijn er veel familieondernemingen die overgaan van generatie op generatie. Het is veel moeilijker om mensen te vinden die vanaf niets willen beginnen. Dat zal in de toekomst ook wel een hindernis opwerpen voor verdere
Loonlasten In België zijn de loonlasten een actueel dossier. Luc Ardies: “Goed nieuws: er komt een loonlastenverlaging. Dat is toch erg belangrijk voor onze sector. We hopen dat we daardoor kunnen blijven investeren. Minder goed zijn de frisdranktaks en de stijgende accijnzen op tabak en alcohol. We vrezen dat door de cumulatie van deze belastingen de winkels in het grensgebied met Frankrijk te weinig concurrerend zullen worden. Ik hoop met heel mijn hart dat de plannen rond statiegeld voor blikjes, waar je nu veel over hoort, niet doorgaan. Anders kan je op de parking van de supermarkten tegen de Franse grens evengoed een pijl naar Frankrijk zetten.”
franchising. Sommige formules lossen dat op door een groot stuk van de investering op zich te nemen, maar dat gaat al snel richting een concessie-overeenkomst. Ik hoop dat we niet verder in die richting afglijden.” Wat moet een zelfstandige ondernemer online doen? “E-commerce biedt zeker kansen, ook voor de franchisenemers. Zo kan de nabijheid van de winkel uitgespeeld worden bij afhaalpunten, of kan e-commerce winkeliers toelaten hun assortiment (online) uit te breiden. Maar de zelfstandige ondernemer moet niets overhaast doen. Het is belangrijk om mee te gaan in de ontwikkelingen, maar je moet er niet zomaar inspringen en er eerst voor zorgen dat je ‘return on investment’ verzekerd is.”
7
Super Supermarkt Keurmerk
Extra opnamedag SSK kookkanaal Ruim vijftig SSK-ondernemers hebben deelgenomen aan de filmopnames voor de pilot van het SSK kookkanaal. Tijdens de opnamedagen hebben zij zich op ludieke wijze kunnen profileren in een persoonlijke videoboodschap aan hun klanten. Achter de schermen wordt hard en enthousiast gewerkt om het kookkanaal op korte termijn te lanceren. Van de acht kookvideo’s staat de eerste vertoning gepland in januari 2016. Deze video zal echter alléén te zien zijn in deelnemende winkels. Het Vakcentrum verwacht dat het SSK kookkanaal een uitstekend middel is om klanten nóg beter uit te leggen waar SSK-ondernemers goed in zijn: lokaal betrokken en onderscheidend ondernemerschap. Inmiddels hebben zich enkele ondernemers gemeld die alsnog SSK’er aan het woord
willen meedoen aan het SSK kookkanaal. Het Vakcentrum wil hen graag die kans geven, maar dan zijn er meer aanmeldingen nodig om een extra opnamedag te realiseren. Voor € 200 kunnen SSK-ondernemers meedraaien in het hele traject inclusief video’s, promotiemateriaal en persberichten.
Interesse? Bent u ook zo trots op uw SSKkeurmerk en heeft u behoefte om dit verder uit te dragen? Meld u dan alsnog aan voor het SSK kookkanaal via e-mailadres info@stichtingssk.nl of telefoonnummer (0348) 41 97 71. Gewoon doen!
Peter Savelkoul van PLUS Savelkoul Reuver
“Band met onze klanten nog hechter” Van klein tot groot, van starter tot ‘oude rot’ en van Randstad tot Noordoost-Groningen: supermarktondernemers met het Super Supermarkt Keurmerk vind je in alle soorten en maten. En door het hele land. Eén ding hebben ze gemeen: hun beleid ademt lokale en maatschappelijke betrokkenheid. In deze nieuwe rubriek elke maand het verhaal van een SSK-ondernemer. We trappen af met Peter Savelkoul van PLUS Savelkoul in Reuver. Een ondernemer die de lokale gemeenschap een zeer warm hart toedraagt. Met het in 2013 behaalde Super Supermarkt Keurmerk kan hij dat ook uitdragen, bijvoorbeeld naar zijn klanten. SSK-acties SSK-acties grijpt Savelkoul graag aan. Zo is de campagne met de diëtist op de winkelvloer hem goed bevallen. “Dat de diëtist uit de buurt kwam, was echt een pre. Haar klantenkring kwam ook af op de actie. Die weet nu precies
8
Het team van Peter Savelkoul waar in onze winkel de glutenvrije producten staan en wat het groene vinkje inhoudt. Van mij mogen er wel vier van zulke acties per jaar georganiseerd worden.” Sponsoring Savelkouls liefde voor de omgeving vertaalt zich onder meer in heel veel en heel bijzondere sponsoracties. Bijvoorbeeld die voor de carnavalsclub ‘oude wieven’, waarbij honderden flessen alcoholische drank met etiketten van de vereniging werden verkocht. Iedereen die iets met de vereniging van doen had, had zo’n fles op tafel staan. En de opbrengst kwam deels ten goede aan de ‘oude wieven’. Savelkoul koestert dergelijke lokale contacten. Het voelt goed en het levert hem een vaste klantenkring en omzetgroei op. Dat moet ook wel, want met nog vier andere supermarkten in het dorp is de concurrentie stevig.
Onderscheidend ondernemerschap Met het SSK-keurmerk laat Savelkoul zijn onderscheidend ondernemerschap zien. “En het toont aan dat we voldoen aan alle eisen die je van een moderne supermarkt mag verwachten, zoals dubbele dakisolatie, koelafdekkingen en LEDverlichting.” Ook op Facebook is de Limburgse ondernemer actief. Onlangs leverde een Facebookactie hem een bereik op van ver buiten de regio. Savelkoul: “Zulke acties horen bij modern ondernemerschap. En het maakt de band met onze klanten nóg hechter.” Word ook SSK’er Bent u als supermarktondernemer ook zo lokaal en maatschappelijk betrokken? Meld u dan aan voor het Super Supermarkt Keurmerk. Kijk voor meer informatie op www.supersupermarkt.nl.
Vragen uit de praktijk
Wet flexibel werken en verlofregelingen Als ondernemer heeft u vast wel eens een bedrijfseconomische of juridische vraag. Gelukkig kunt u dan contact opnemen met de adviseurs van Vakcentrum Bedrijfsadvies. De juristen en bedrijfseconomen zitten er speciaal voor u en kennen de wet- en regelgeving tot in de puntjes. De laatste tijd ontvangen de juristen veel vragen over de Wet flexibel werken, die op 1 januari 2016 ingaat. Daarnaast worden zij regelmatig gebeld over verlofregelingen. Beide onderwerpen worden hieronder besproken.
Vraag 1
Ik heb gehoord dat er een wet komt die medewerkers het recht geeft om hun werktijden aan te passen. Klopt dat?
Antwoord
Ja, dat klopt. Op 1 januari 2016 treedt de Wet flexibel werken (WFW) in werking. Deze wet vervangt onder meer de Wet aanpassing arbeidsduur (WAA). In de WAA is geregeld dat werknemers één keer per jaar een gemotiveerd verzoek kunnen indienen bij hun werkgever voor de aanpassing van hun arbeidsduur. Onder de WFW blijft dit zo, maar de wet regelt ook dat werknemers zo’n verzoek kunnen indienen als zij hun werktijden willen wijzigen of op een andere plek willen werken. Deze aanpassing mag tijdelijk zijn. Om een verzoek in te kunnen dienen, moet de werknemer wel minstens een half jaar in dienst zijn. Daarnaast moet het verzoek minimaal twee maanden van tevoren worden gedaan. Belangrijk is dat u als werkgever ook tijdig (binnen één maand) schriftelijk moet
beslissen over een verzoek, anders zou de werknemer ervan uit kunnen gaan dat u het verzoek heeft gehonoreerd. Een werkgever kan een verzoek om aanpassing van de arbeidsduur of werktijden alléén weigeren als zwaarwegende bedrijfsbelangen, zoals ernstige roostertechnische problemen, zich daartegen verzetten. De nieuwe regels gelden overigens niet voor een werkgever met minder dan tien werknemers. Een werkgever met minder dan tien werknemers dient wel een alternatieve regeling te treffen waarop de werknemers een beroep kunnen doen.
Vraag 2
Ik begreep ook dat de regels van verlofregelingen zijn aangepast?
Antwoord
Dat klopt. Uw werknemers kunnen gebruikmaken van verschillende wettelijke verlofregelingen, die op punten zijn gewijzigd: • Ouderschapsverlof kan door uw werknemer worden verzocht op elke gewenste wijze van opname en direct na indiensttreding. • Vaderverlof bedraagt twee werkdagen betaald kraamverlof en drie werkdagen onbetaald verlof, beide binnen vier weken op te nemen. U kunt dit extra verlof niet weigeren. Overlijdt de moeder bij de geboorte, dan krijgt de vader recht op het bevallingsverlof van de moeder. • Calamiteitenverlof moet op verzoek van de werknemer worden toegestaan in geval van problemen die de werknemer onmiddellijk moet oplossen, terwijl dit niet buiten werktijd kan. De werkgever betaalt het loon door. De werkgever mag natuurlijk wel om bewijs van de calamiteit vragen. Duurt de calamiteit langer dan ongeveer een dag, dan zou een beroep op kortdurend zorgverlof of een andere verlofvorm voor de hand liggen.
• Kortdurend en langdurend zorgverlof kan worden opgenomen om (andere mensen dan) directe familieleden te helpen bij alle noodzakelijke zorgverlening. In geval van kortdurend zorgverlof (per twaalf maanden maximaal tweemaal arbeidsduur per week) betaalt u minimaal 70% van het salaris, maar op grond van de afgelopen cao 100%, door. Langdurend zorgverlof is onbetaald (per twaalf maanden maximaal zesmaal de arbeidsduur per week, maximaal over achttien weken verdeeld), maar de werknemer bouwt wel vakantiedagen op. • Bevallingsverlof gaat in nadat de baby uit het ziekenhuis komt en kan over een periode van dertig weken in deeltijd worden opgenomen als hierom binnen dertig dagen na bevalling is verzocht.
Vakcentrum Bedrijfsadvies Wilt u meer weten over de Wet flexibel werken? Of heeft u vragen over verlofregelingen? Neem dan contact op met de juristen van Vakcentrum Bedrijfsadvies. Zij zijn bereikbaar op telefoonnummer (0348) 41 97 71 en e-mailadres advies@vakcentrum.nl.
9
Doetank
Retailers maken langer zelfstandig thuis wonen ouderen mogelijk
Medicijnen straks ook in het boodschappenmandje? Kansen zien en benutten is niet alleen het credo van retailers. Ook bij apothekers staat de marge onder druk en verdwijnen vestigingen langzaam maar zeker uit het straatbeeld in de periferie. Samenwerking tussen apothekers en retailers zoals drogisterijen, foodspeciaalzaken en buurtsupermarkten is dus geen vreemde gedachte. Sterker nog, de eerste initiatieven zijn al ontplooid. Het Vakcentrum inventariseert voor haar leden de kansen en mogelijkheden voor deze bijzondere samenwerkingsvorm. Ondernemers in de levensmiddelenbranche en ook drogisten breiden hun servicegraad steeds verder uit. Dit biedt hun in toenemende mate bestaansrecht en op die manier blijft ook het aanbod van diensten of producten voor de samenleving behouden. Tot op heden zijn er nog maar weinig ondernemers met apotheekdiensten in hun portfolio. Dat juist deze samenwerking kansen biedt, blijkt wel uit het feit dat retailers en apothekers elkaar aanvullen in kennis en kunde. De kracht van retailers ten opzichte van apothekers zit hem bijvoorbeeld in klantgericht denken. Apothekers denken naar eigen zeggen niet in klanten, maar in patiënten. Maar patiënten zijn ook gewoon consumenten. En die zouden het maar wat fijn vinden wanneer zij hun medicijnen of andere apotheekproducten gewoon tijdens het boodschappen doen in een winkel op kunnen halen of met de boodschappen thuisbezorgd krijgen. Uitgiftepunten Apothekers mogen dan het al-
10
leenrecht hebben op het leveren van UA-medicijnen (medicijnen die uitsluitend bij de apotheek beschikbaar zijn en worden voorgeschreven door huisartsen en andere voorschrijfgerechtigden), maar ook zij zullen aan de bak moeten om bestaansrecht te houden. Het aantal apotheken staat onder druk door scherpe tariefafspraken met zorgverzekeringen en kleinere marges. Dit leidt steeds vaker tot samenwerkingsverbanden tussen apothekers onderling. Op sommige plaatsen worden ook uitgiftepunten buiten de apotheek gecreëerd. Volgens branchekenner Hans Hof is dit geen enkel probleem. Hij ziet juist vele kansen. “Is een apotheek in de periferie niet meer rendabel? Dan verspreid je de medicijnen (mits verpakt voor de desbetreffende patiënt) en zelfzorgproducten gewoon via de lokale detaillist. Deze heeft een sterke binding met zijn klanten en is altijd op zoek naar het optimaliseren van zijn service. Voor op patiëntniveau verpakte medicijnen en zelfzorgmiddelen vormt deze manier van handelen geen enkele belemmering. Deze mogen gewoon bij een kassa, achter een counter of via een bezorgdienst aan de mensen worden overhandigd.” Hof weet dat de brutomarges voor apothekers een
stuk hoger zijn dan voor veel retailers. Maar retailers moeten zich niet rijk rekenen. “We praten dan over heel andere omzetcijfers en kostenplaatjes. Dat neemt niet weg dat het bundelen van krachten kansen biedt voor beide partijen.” Op weg helpen De zoektocht naar samenwerkingsmodellen met de apothekersbranche vormt een onderdeel van de Doetank Zorg & Wonen. Dit is een initiatief om een versnelling aan te brengen in de oplossing voor het tekort aan goed uitgeruste woningen voor langer zelfstandig thuis wonende ouderen. Het diensten- en voorzieningenniveau in de woonomgeving is hiervan een nadrukkelijk onderdeel. Om ondernemers op weg te helpen, gaat het Vakcentrum relevante partijen samen aan tafel brengen. Deze partijen zullen gaan inventariseren waar kansen liggen en hoe samenwerkingsverbanden het beste kunnen worden vormgegeven. Een interessante ontwikkeling voor alle betrokkenen. Uiteraard houden wij u op de hoogte van de uitkomsten. Heeft u nu al vragen? Bel dan het Vakcentrum op telefoonnummer (0348) 41 97 71 of stuur een e-mail naar reactie@vakcentrum.nl.
Nieuws uit de branches
Conclusie themabijeenkomst Vakcentrum Kaas & Delicatessen:
“Passie komt voor de winst” Tijdens de themabijeenkomst van Vakcentrum Kaas & Delicatessen op woensdag 11 november legde Luc Ardies (directeur UNIZO Winkelraad en Buurtsuper.be) de aanwezigen uit waarom hij het niet eens is met de Amerikaanse Peter Drucker. Deze beroemde managementgoeroe stelde jaren geleden dat in de marketing de klant altijd centraal staat. Volgens Ardies is juist het tegenovergestelde waar. “Niet de klant, maar de ondernemer staat centraal in zijn winkel.” Aan de hand van sprekende voorbeelden gaf hij aan dat traditionele marketing alleen maar leidt tot polarisatie. Traditionele marketing zou namelijk zijn afgestemd op grote bedrijven: de marktleiders. Terwijl kleine en middelgrote ondernemingen behoefte hebben aan een heel andere strategie. Eén die minder zwart-wit is en niet gericht is op de hersenen, maar op het hart van de consument. Volgens Ardies kun je het vuur bij anderen echter alleen aansteken als het eerst bij jezelf brandt. Ondernemers moeten er dus voor zorgen dat ze hun vak met passie en beleving uitoefenen. En deze passie overbrengen op hun medewerkers. Op die manier kunnen
ze samen een toegevoegde waarde richting de consument creëren gebaseerd op vertrouwen, service en beleving - en de winkel positioneren. Risico-inventarisatie en evaluatie In aansluiting op Luc Ardies gaf Jos Toes, arbodeskundige bij Vakcentrum ZorgPortaal, uitleg over het nut en de noodzaak van een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Volgens Toes is het belangrijk om aandacht te hebben voor arbeidsomstandigheden. Niet alleen vanwege veiligheid (voorkomen van ongevallen), gezondheid (voorkomen van beroepsziekten) en economische redenen (productieverlies en kosten bij ziekte), maar ook in verband met bedrijfsbeheer. Je moet weten wat er speelt. Tijdens zijn betoog maakte
Toes duidelijk dat de RI&E niet alleen een wettelijke verplichting is, maar ook een prima bijdrage levert aan een betere bedrijfsvoering.
RI&E nodig? Wij helpen u Ondernemers met minder dan 25 werknemers zijn verplicht om een schriftelijk vastgelegde RI&E te hebben. Het Vakcentrum biedt via de website (www.vakcentrum.nl/ digirie) een gratis te downloaden RI&E aan. Print deze uit, vul deze in en leg hem daarna ook digitaal vast. Vervolgens kunt u regelmatig uw Plan van Aanpak aanpassen en zo uw winkel ‘up-to-date’ houden.
Productcategoriewedstrijden begin volgend jaar van start In januari organiseert Vakcentrum Kaas & Delicatessen Productcategoriewedstrijden voor ondernemers met een foodspecialiteitenwinkel. Bij deze wedstrijden staat één specifieke assortimentsgroep - boerenkaas, buitenlandse kaas of noten - centraal. Alle gecertificeerde winkels komen voor wedstrijddeelname in aanmerking. De ondernemer kan zichzelf aanmelden of als kandidaat worden voorgedragen door een leverancier of collega. Uiteraard zal het Vakcentrum in dat laatste geval controleren of de betreffende kandidaat ook daadwerkelijk wil deelnemen aan de wedstrijd. Want meedoen blijft een eigen keuze! Certificaat vereist voor deelname Wilt u meedoen aan de Productcategoriewedstrijden, maar is uw
winkel niet gecertificeerd? Meld u dan vóór 1 december alsnog aan voor de Certificering Foodspecialiteiten-
winkels. Ga naar www. foodspecialiteitenwinkels.nl en vul de checklist in. Of bel (0348) 41 97 71.
AANMELDEN CERTIFICERING MOGELIJK TOT UITERLIJK 1 DECEMBER Ga voor meer informatie naar: www.foodspecialiteitenwinkels.nl/certificering
AANMELDING PRODUCTCATEGORIEWEDSTRIJDEN MOGELIJK TOT 1 JANUARI 2016 11
Reportage
Wence Lepsi tevreden met zijn stationswinkel
“Zonder formule vaar ik mijn eigen koers” Na 45 jaar onder de vlag van Albert Heijn te hebben gewerkt, nam Wence Lepsi afscheid van de formule. Hij werd in 2013 eigenaar van een stationswinkel in Oostrum en is nu echt zelfstandig. Zonder formule, zonder franchisecontract. Lang niet altijd eenvoudig, maar hij kan nu wel zijn eigen koers bepalen. De beslissing om afscheid te nemen van een sterke supermarktformule was best lastig. Maar toen de verbouwing van zijn winkel keer op keer werd uitgesteld, hakte Lepsi de knoop door. “Ik bereikte een leeftijd waarop ik geen zin meer had in het doen van een flinke investering. Daarbij had ik ook geen opvolgers voor de winkel. Toen mijn broer overleed, heb ik zijn stationskiosk overgenomen. Dat was in de tijd dat de NS van start ging met het project ‘prettig wachten’, waarbij de toiletten uit de trein verdwenen. De faciliteiten op treinstations werden in het kader van dit project opgekrikt. Wij hebben toen de ruimte van de kiosk uit kunnen breiden met een groot gedeelte van de wachtruimte.” Klandizie Met deze uitbreiding kon Lepsi niet alleen de reizigers van dienst zijn, maar ook de inwoners van Oostrum. Het Limburgse dorp telt 1.900 inwoners, maar heeft geen supermarkt. Lepsi besloot om een nieuwe winkel neer te zetten, met een broodjesservice. Ideaal, omdat op 100 meter van het station een regionaal opleidingscentrum (roc) met 1.250 leerlingen was gevestigd en er veel bedrijven zaten waarvan de kantine verdween. “Inmiddels zitten er 1.550 leerlingen op het roc en breidt het aantal bedrijven
12
Het team van Wence Lepsi flink uit.” Het spreekt voor zich dat de ondernemer zich met name concentreert op deze twee groepen. Alle klandizie uit het dorp voor de vergeten boodschappen is voor hem een extraatje. Zijn strategie heeft goed uitgepakt. De omzet is sterk gestegen met marges van boven de 35%. “Iedere ochtend tussen 7.00 en 10.00 uur bieden we een meeneem-ontbijt aan voor € 2,95. Daarnaast hebben wij een broodje of stokbroodje van de week.”
kunnen gebruikmaken van de aanbiedingen van onze leverancier. Daarnaast kunnen we – wanneer we dat willen – inspringen op aanbiedingen van vertegenwoordigers. Een nadeel is wel dat als eenling de inkoopprijs op het niveau ligt van de verkoopprijs van omringende supermarkten.” Omdat zijn winkel op het station ligt, kan Lepsi wel inhaken op de activiteiten van de NS of Veolia. “Denk maar aan de promotie van de avondvierdaagse en de verkoop van kaarten hiervoor.”
Winkeltje spelen Hoewel de Limburger succesvol is in wat hij doet, heeft hij ervaren dat het runnen van een stationszaak heel anders ‘winkeltje spelen’ is dan wat hij tot dan toe gewend was. Een groot deel van de omzet wordt beïnvloed door schoolvakanties, schoolonderzoeken, stageperiodes, feestdagen en bedrijfsvakanties. Om de omzet in minder drukke perioden toch op peil te houden, verzorgt de ondernemer in de maanden juli en augustus dagelijks een broodjesservice op de camping in het dorp. Een goed idee, daar is hij immers ondernemer voor.
Lidmaatschap van het Vakcentrum In 2000 sloot Lepsi zich aan bij het Vakcentrum. En in al die jaren heeft hij regelmatig gebruikgemaakt van de producten en diensten voor leden. Zo heeft hij tijdens de overstap naar de stationswinkel een adviseur geraadpleegd, die hem hielp om de zaken eens duidelijk op een rij te zetten. Ook maakt hij regelmatig gebruik van de cursusmogelijkheden. Recent nog heeft een medewerkster de training ‘Arbo professionalisering’ gevolgd.
Lepsi vindt het prettig dat hij niet gebonden is aan een formule. “We
Toekomst De toekomst ziet hij positief tegemoet. “Die hangt af van het leerlingenaantal op het roc en de ontwikkeling van de bedrijven in de omgeving. Maar ik ben positief gestemd.”