Vakcentrumnieuws 6 2015 by Vakcentrum

31ste jaargang 27 juni 2015

VakcentrumNieuws AR A B G J RI K IE S R ER E IEIE S V R E E I V V E T I T A A T T RS L VE L IE U AT S U LT SU N S N OON CCCO NU

DDEEE AANNND VVVA EE S D S D N N A A L L SE D R N R E LA ER D E ED E NNED N E D O D C O E C S E I S I HHISE CODEE CCH N NC RAAAN FFR INGG HTTIN CCH LLIIC ETT TTO OEELI ME M M

Consultatieversie NFC gepresenteerd 1

e code ecod ise Franchis code nch ndse Franchise dse | De De Nederla 1k 1 | Nederlan Hoofdstuk rlandse Fra Hoofdstu 1 | De Nede Hoofdstuk

GecertiďŹ ceerde winkels gepromoot Peter Rauws neemt afscheid

Inhoudsopgave

Opinie

Minimumjeugdloon

Nederlandse Franchise Code Goed begin, maar we zijn er nog niet

Nederlandse Franchise Code Leidraad voor een evenwichtige samenwerking

Nederlandse Franchise Code Totstandkoming van de code

Nieuws uit de branches Gecertiﬁceerde winkels extra gepromoot bij de consument Doe mee aan Certiﬁcering Foodspecialiteitenwinkels 2015-2016 Vervolg Vakcentrum feliciteert...

Centraal Bureau Levensmiddelen (CBL) Voorzitter Bert Roetert pleit voor meer vertrouwen Ledendienst Nieuwe bijeenkomst Arbo professionalisering

Bedrijfsadvies Peter Rauws dankbaar voor adviserende rol voor ondernemers

Bedrijfsadvies Bedrijfseconomisch adviseur Peter Rauws verlaat Vakcentrum

Bedrijfsadvies Ledenbijeenkomst Wet werk en zekerheid Actueel Statiegeld op grote ﬂessen blijft

Colofon

Vakcentrum feliciteert... Bernd en Madeleine Meijer en medewerkers met de opening van hun Jumbo op woensdag 3 juni in Berkel en Rodenrijs.

Redactie Blekerijlaan 1 3447 GR Woerden T 0348) 41 97 71 F (0348) 42 18 01 E info@vakcentrum.nl I www.vakcentrum.nl Druk

Weevers, Vorden VakcentrumNieuws is gedrukt met bio-inkt op FSC®-mixed credit papier

Anrico Maat en Paul Papo en medewerkers met de opening van hun Jumbo op woensdag 3 juni in Haren. René Lukens en medewerkers met de opening van hun Albert Heijn op woensdag 10 juni in Elst. André Mulder en medewerkers met de opening van hun Albert Heijn op woensdag 10 juni in Zwolle. Lees verder op pagina 7.

De discussie over het afschaffen van het minimumjeugdloon is nu heel actueel. De SER-vergadering van mei werd verlevendigd door een onverwachte actie van de jongerenbeweging Young & United. Deze beweging, die wordt gesteund door de FNV, pleitte namelijk voor afschafﬁng van het mimimumjeugdloon. De vraag om een volwassen loon op het moment dat je volwassen wordt, lijkt een logische. Een passend antwoord verlangt echter wél wat onderzoek en daaropvolgend overleg. Het minimumjeugdloon is een afgeleide van het minimumloon. Europees gezien is het Nederlandse minimumloon best hoog. Sommige landen – zoals Oostenrijk, Italië en Zweden - kennen niet eens een minimumloon. Het maandsalaris van een 18-jarige op basis van minimumloon (€ 683,30) is in Nederland hoger dan het volwassen minimumloon in Spanje. Verder zijn er branches, zoals de onze, waar wel de afgeleide percentages ter bepaling van het jeugdloon worden gebruikt, maar waar het loonniveau aanzienlijk hoger ligt. In de Nederlandse supermarkt of speciaalzaak verdient de 18-jarige, in de laagste functieschaal a, € 163 meer dan het minimumjeugdloon en in schaal b zelfs € 317. Over het jeugdloon wordt weinig belasting betaald, dus de afstand naar het nettobedrag is gering. Afschafﬁng van het jeugdloon zal tot forse stijgingen van de loonkosten in onze branche leiden en daarmee de werkgelegenheid in gevaar brengen. Willen we dat? De jeugdwerkeloosheid in Nederland ligt vergeleken met andere EU-landen op het laagste niveau. Ter vergelijking: in Nederland is 10,9% van de jeugd werkloos, terwijl dat in Italië 40,9% is. Dit impliceert ook betere vervolgkansen voor de jongeren. Op jonge leeftijd werkervaring opdoen is een groot goed. Kortom, de vraag van Young & United lijkt logisch, maar de effecten zijn groot. Een goed gesprek is zeker op zijn plaats over het al dan niet afschaffen van het minimumjeugdloon. mr. Patricia E.H. Hoogstraaten, RAE directeur

Nederlandse Franchise Code

Consultatieversie Nederlandse Franchise Code gepresenteerd

Goed begin, maar we zijn er nog niet Het kan u niet ontgaan zijn: de Nederlandse Franchise Code, kortweg NFC, is in consultatieversie gepresenteerd. Het Vakcentrum heeft haar leden daarover uitgebreid geïnformeerd. De NFC is een goede basis voor de toekomstige samenwerking tussen franchisenemers en franchisegevers. Het proces van invoering en geschillenbeslechting wordt deze zomer besproken. Het hoofdbestuur van het Vakcentrum vindt wel dat er een wettelijk haakje moet komen dat ervoor zorgt dat de code ook daadwerkelijk wordt nageleefd. De NFC bevat een set spelregels die gelijkwaardigheid in de franchiserelatie moet borgen. Tijdens de presentatie van de code ging Vakcentrum-directeur Patricia Hoogstraaten, die samen met Gerald ten Have de franchisenemers vertegenwoordigen in de schrijfcommissie, voor het eerst in op de inhoud. “Het is belangrijk dat in de code is vastgelegd dat zowel franchisenemers als franchisegevers het doel van de samenwerking voor

Mei Li Vos

V.l.n.r.: Gerald ten Have, Patricia Hoogstraaten, Jos Boot, Ab van der Borg ogen houden en dat zij daarbij te goeder trouw handelen.” Het klinkt heel logisch, maar dit was tot op heden niet vastgelegd. In de NFC staan de verplichtingen naar elkaar toe geformuleerd. Daardoor is er geen sprake meer van eenrichtingsverkeer. “In de NFC staan duidelijke deﬁnities omschreven. Maar ik benadruk dat het niet gaat om hoe je bepaalde zaken noemt of welke naam ze hebben: overeenkomst, side letter et cetera. Het gaat erom dat de code op een juiste wijze wordt toegepast.” Minister Kamp (Economische Zaken) – op wiens verzoek de schrijfcommissie aan het werk ging - heeft inmiddels de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang. Kamp spreekt de verwachting uit dat de code zal leiden tot “heldere omgangsvormen, meer vertrouwen tussen partijen, en – waar nodig – concrete aanpassingen van de franchisecontracten”. Een inhoudelijke samenvatting van de code is te lezen op pagina 5 van deze VakcentrumNieuws. Reageren De NFC ligt nu ter consultatie. Dit houdt in dat iedereen tot 28 juli inhoudelijk kan reageren. De schrijfcommissie zal alle reacties en suggesties doornemen om vervolgens tot een deﬁnitieve versie van de NFC te komen. Deze zal op 3 september aangeboden worden aan minister Kamp. Het Vakcentrum roept

ondernemers op om gebruik te maken van deze mogelijkheid en bij voorkeur positief te reageren. “Daarmee geven collega’s aan ook belang te hechten aan het bestaan van de code”, zegt Patricia Hoogstraaten. Om de NFC niet tot een vrijblijvende code te maken, benadrukt zij het belang van een wettelijk haakje voor de code. “Het kan de politiek niet duidelijk genoeg zijn dat een dergelijk haakje noodzakelijk is om de code tot een succes te maken. Meld dit dus ook als u reageert! Laat weten dat u een wettelijke verankering van de code wil. Nú is het moment om dit aan de orde te stellen.” Geschillenbeslechting De politiek kijkt vol belangstelling naar de ontwikkeling van de NFC. Tweede Kamerlid voor de PvdA Mei Li Vos kwam zelfs naar de presentatie toe om de inhoud uit eerste hand te vernemen. Vos wilde van de schrijfcommissie onder meer weten hoe de geschillenbeslechting geborgd wordt in de NFC. Jos Boot, lid van de schrijfcommissie namens de franchisegevers, zei hierover: “Als commissie hebben we een goed beeld van de verschillende vormen van onafhankelijke en kosteneffectieve geschillenbeslechting, evenals best practices uit andere sectoren. Over de wijze van invulling daarvan hebben we nog geen besluit genomen. Lees verder op pagina 4.

Nederlandse Franchise Code

Consultatieversie Nederlandse Franchise Code gepresenteerd

Goed begin, maar we zijn er nog niet Vervolg van pagina 3. De inhoud van de code stond op de eerste plaats. Wij gaan nu praten over hoe we deze regels gaan borgen. Dat kan op diverse manieren. Suggesties op dit vlak zijn gedurende de consultatieperiode van harte welkom. Op 3 september zullen we meer duidelijkheid bieden over geschillenbeslechting wanneer wij de NFC aanbieden aan minister Kamp.” Verschil Vos wilde eveneens weten of de NFC ook echt verschilt van de eerste code. “Je kunt deze codes niet met elkaar vergelijken”, aldus Patricia Hoogstraaten. “De NFC gaat over de sector zoals hij nu is en niet over hoe hij er 23 jaar geleden uitzag. Een groot verschil is ook dat deze code door zowel franchisenemers als franchisegevers is geschreven en niet alleen door de franchisegevers.” Op de vraag van het Tweede Kamerlid of faillissementen na de introductie van de NFC nog steeds als verdienmodel voor franchisegevers kunnen dienen, kon Gerald ten Have resoluut met ‘nee’ antwoorden. “Er zijn duidelijke regels. Bijvoorbeeld dat er een redelijke bedenktijd in acht wordt genomen wanneer contracten worden aangeboden en dat ondernemers altijd een adviseur mogen inroepen

om hen te begeleiden. Deze raadgever kan alle informatie die geleverd moet worden door de franchisegever beoordelen. Dit kan een bank dan ook. Zo staan er nog meer regels in de code die misbruik tegengaan. Maar dan moeten de regels wel wettelijk geborgd worden.” Reacties ondernemers Diverse ondernemers hebben tijdens de presentatie al laten weten dat zij zich achter de NFC scharen, maar dat wat hen betreft een wettelijk haakje bittere noodzaak is. “Die noodzaak is er altijd. In economisch goede tijden is de noodzaak misschien minder voelbaar dan in een recessie, maar hij is er altijd”, aldus één van hen.

Een andere ondernemer wilde weten of de NFC ook betrekking heeft op de huurcontracten en de looptijd ervan die franchisenemers afsluiten met hun franchisegever. “Anders heeft een franchisegever via zijn huurcontract nog steeds macht over zijn franchisenemer. De eerlijkheid en de transparantie uit de NFC moeten ook op dit vlak van toepassing zijn.” De implementatieperiode van de NFC is volgens ondernemers ook een punt van aandacht. “Is er straks sprake van een overgangsperiode en zo ja, hoe lang mag die dan duren?”, vroeg een ondernemer zich af. De schrijfcommissie gaf aan op dergelijke vragen na 3 september meer duidelijkheid te kunnen geven.

Reageer op de Nederlandse Franchise Code

CONSULTATIEVERSIE VAN DE NEDERLANDSE FRANCHISE CODE

Het Vakcentrum roept franchisenemers op om te reageren op de consultatieversie van de Nederlandse Franchise Code. Het is belangrijk om politici, van Tweede Kamerleden tot minister Kamp, te laten blijken dat de code hard nodig is. Laat ook weten dat u een wettelijk haakje een vereiste vindt, omdat anders de code vrijblijvend en dus niet afdwingbaar is.

MET TOELICHTING

Reageren Ondernemers kunnen hun reactie tot 28 juli mailen naar e-mailadres consultatienfc@minez.nl. We stellen het op prijs wanneer u het bericht ‘cc’ stuurt naar reactie@vakcentrum.nl. 1

Hoofdstuk 1 | De Nederlandse Franchisecode

Reageren op de code is van wezenlijk belang. Laat weten wat u belangrijk vindt!

Nederlandse Franchise Code

Leidraad voor een evenwichtige samenwerking

Nederlandse Franchise Code Oog voor het zelfstandig ondernemerschap van zowel franchisegever als franchisenemer, transparantie en de verplichting om te goeder trouw te handelen, dát zijn de uitgangspunten van de Nederlandse Franchise Code (NFC). Het Vakcentrum is blij met de gepubliceerde consultatieversie van de code, omdat met dit document een groot aantal cruciale knelpunten in relatie tussen franchisegever en –nemer wordt rechtgezet. De NFC vormt de leidraad voor een evenwichtige samenwerking. In dit artikel zetten we de belangrijkste punten van de code voor u op een rij. De NFC is geschreven door vertegenwoordigers van franchisenemers en franchisegevers. Het basisdoel van franchising is om elkaar (-gever en –nemer) in staat te stellen om winst te maken. Een franchisegever kan zijn succesvolle formule sneller laten groeien, een franchisenemer kan aan de slag binnen een beproefd concept. In de NFC worden voorwaarden genoemd, waaronder deze constructie werkt. Algemene principes De principes die in de code worden genoemd zijn enerzijds van universele aard, zoals redelijkheid en billijkheid in de wijze waarop partijen elkaar benaderen en het handelen te goeder trouw. Anderzijds worden concrete verplichtingen richting elkaar vastgesteld. Zo is een franchisegever o.a. verplicht om de formule verder te ontwikkelen, behouden en verbeteren, dient hij vast te leggen hoe overleg wordt gepleegd tussen franchisegever en –nemer en wordt hij verantwoordelijk gesteld voor een toegespitste aanvangsopleiding en relevante ondersteuning en begeleiding. Daartegenover staat dat de franchisenemer zich (uiteraard) inspant voor een ﬁnancieel gezonde ontwikkeling van zijn bedrijf, maar het ook duidelijk kenbaar maakt wanneer resultaten achterblijven, zodat de franchisegever zijn zorgplicht kan vervullen. Communicatie en overleg Speciﬁeke voorwaarden worden gesteld aan de wijze van communicatie en overleg. Het doel is eerlijke en transparante communicatie. Daarom is in de code vastgelegd dat franchisegever –en nemer de oprichting en het in stand houden

van één onafhankelijke franchisenemersvereniging of ander overlegorgaan bevorderen, ter behartiging van de collectieve franchisenemersbelangen. Hierbij dient gezamenlijk bepaald te worden over welke zaken het franchisenemersorgaan adviesen/of instemmingsrecht heeft. Ook de noodzaak tot adequate besluitvorming moet, conform de NFC, door beide partijen worden erkend. Zeer belangrijk is daarnaast de voorwaarde dat belangrijke wijzigingen alléén met wederzijdse instemming bindend kunnen worden vastgelegd. Precontractuele fase In de NFC is ook de precontractuele fase geregeld. De uitgangspunten hierbij zijn openheid, transparantie en een redelijke bedenktijd. De franchisegever heeft een uitgebreide informatieplicht. In de NFC staat exact omschreven welke informatie beschikbaar moet worden gesteld. Bijvoorbeeld informatie over de ﬁnanciële positie en solvabiliteit van de franchisegever en een verklaring of er sprake is geweest van een eerdere franchisevestiging in het rayon. Ook moet er melding worden gemaakt van relevante geschillen. Daartegenover staat dat de franchisenemer een eigen toetsingsver-

antwoordelijkheid heeft. Hierbij mag hij niet door de franchisegever worden beperkt in de mogelijkheid om onafhankelijk advies in te winnen. De franchiseovereenkomst Een franchiseovereenkomst dient in overeenstemming te zijn met de bepalingen uit de NFC. In een franchiseovereenkomst moet dan ook duidelijk worden vermeld wat de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van beide partijen zijn. Ook alle andere belangrijke voorwaarden voor de samenwerking moeten duidelijk worden benoemd. In de NFC staat precies beschreven welke essentiële bepalingen ten minste in de franchiseovereenkomst dienen te staan. Zoals de betalingsvoorwaarden voor de franchisenemer, afspraken over exclusiviteitsrechten, afspraken over e-commerce en een regeling over het gebruik van consumentendata. Ook moeten er in een franchiseovereenkomst bepalingen worden opgenomen omtrent de beëindiging van de overeenkomst, de voorwaarden voor verkoop of overdracht, voorkeursrechten en rechten van de franchisenemer bij een fusie of overname van de onderneming van of door de franchisegever.

Nederlandse Franchise Code

Totstandkoming NFC 2014 januari

Het Vakcentrum brengt het rapport ‘Franchising en de ruimte voor zelfstandig ondernemerschap uit’.

januari

Het Vakcentrum brengt franchisenemersverenigingen bij elkaar. Besloten wordt om FANed op te richten; de belangenvereniging voor franchisenemersverenigingen. FANed is onafhankelijk en wordt gefaciliteerd door het Vakcentrum.

vanaf januari

Het Vakcentrum voert gericht gesprekken met Tweede Kamerleden om aandacht te vragen voor misstanden binnen franchising.

25 februari

Zembla besteedt aandacht aan misstanden binnen franchising op basis van het rapport ‘Franchising en de ruimte voor zelfstandig ondernemerschap’.

februari

Tweede Kamerleden dienen Kamervragen in over misstanden bij franchising.

vanaf februari

Veel media-aandacht voor misstanden bij franchising.

7 mei

Op het congres van de Dag van het Vakcentrum zegt Tweede Kamerlid Mei Li Vos (PvdA) toe dat zij franchisenemers steunt en blijft steunen. Desnoods met een initiatiefnota voor wetgeving. Europarlementariër Dennis de Jong (SP) onderstreept de noodzaak tot politieke interventie.

14 mei

Minister Kamp geeft schriftelijk antwoord op Kamervragen. Hij wil vooralsnog geen actie ondernemen.

21 mei

Rondetafelgesprek met Tweede Kamerleden. Het Vakcentrum licht haar rapport ‘Franchising en de ruimte voor zelfstandig ondernemerschap’ toe.

12 juni

Minister Kamp wordt tijdens het Algemeen Overleg van de Tweede Kamer gevraagd in actie te komen. Onder druk van Tweede Kamerleden doet hij dit en gaat hij met zowel franchisenemers als franchisegevers in gesprek. Kamp krijgt tot eind september om met voorstellen te komen om het draagvlak tussen franchisegevers en franchisenemers te verbeteren.

juli

Het Vakcentrum biedt minister Kamp een normenkader aan, waarbinnen afspraken over franchising moeten worden gemaakt.

september

Het ministerie van Economische Zaken organiseert twee brainstormsessies over franchising.

september

De aankomende gedragscode franchising wordt genoemd in de Rijksbegroting.

oktober

Minister Kamp informeert Tweede Kamerleden over zijn aanpak van de problematiek in franchising. Hij roept een schrijfcommissie in het leven die bestaat uit vertegenwoordigers van franchisenemers en franchisegevers.

vanaf december

De schrijfcommissie gaat (in alle stilte) aan de slag met de NFC.

2015

februari

De schrijfcommissie treedt voor het eerst naar buiten en kondigt aan voor de zomer de NFC ter consultatie aan te bieden.

16 juni

De schrijfcommissie presenteert onder grote belangstelling de consultatieversie van de NFC. De consultatie start.

28 juli

Einde consultatieperiode. De schrijfcommissie gaat alle reacties/suggesties beoordelen.

3 september

Minister Kamp neemt de NFC in ontvangst.

Nieuws uit de branches

Gecertificeerde winkels dit jaar extra gepromoot bij consument Het bestuur van Vakcentrum Kaas & Delicatessen en de Stichting Kaas- en Delicatessenwinkels Nederland (KDWN) hebben zich ingespannen om de Certificering Foodspecialiteitenwinkels nóg meer bekendheid te geven bij de consument. Het is tenslotte de bedoeling dat zij hun boodschappen bij voorkeur doen bij een gecertificeerde winkel. Daarom staan voor het jaar 2015-2016 de volgende acties gepland: •

Bij de uitreiking van het certiﬁcaat wordt een foto gemaakt.

•

Alle gecertiﬁceerde winkels krijgen een conceptpersbericht. Deze kan worden opgestuurd naar de lokale pers.

•

Alle gecertiﬁceerde winkels worden vermeld op de website www.foodspecialiteitenwinkels.nl.

•

ERDE GECERTIFICE NKEL LITEITENWI FOODSPECIA 2015-2016

Alle gecertificeerde winkels krijgen 1.000 sluitzegels (verpakkingsstickers met het logo ‘Gecertificeerde Foodspecialiteitenwinkel’). Alle gecertificeerde winkels mogen het logo gebruiken in advertenties en op de website, zolang de certificering geldt. Alle gecertificeerde winkels worden in een advertentie in de LEKKER 2016 vermeld (verschijningsdatum oktober/ november 2015). Alle gecertificeerde winkels worden op de middenpagina’s van de tweede uitgave van

Lekkernijen vermeld. Lekkernijen is de consumentenuitgave van Lekkernijver, met een oplage van 25.000 stuks. (Deze keer zullen alle gecertiﬁceerde bedrijven met hun foto en NAW-gegevens worden opgenomen, zodat een en ander beter leesbaar is.) •

•

In Lekkernijen zal in het kader van de certiﬁcering ook een prijsvraag staan. Met een mooie beloning voor de winnaar. Alle gecertiﬁceerde winkels ontvangen gratis 150 exemplaren van Lekkernijen. Deze kunnen bij de kassa worden neergelegd en/of worden uitgedeeld aan klanten.

Doe mee aan de Certificering Foodspecialiteitenwinkels 2015-2016! Het Vakcentrum roept alle ondernemers met een foodspeciaalzaak op om mee te doen aan de Certificering Foodspecialiteitenwinkels 2015-2016. Let op: om zeker te zijn van vermelding in al deze uitgaven en uitingen is het belangrijk dat uw (her-)certificering vóór 15 augustus 2015 is afgerond. Dat betekent dat wij uw ingevulde checklist vóór 15 juli a.s. moeten hebben ontvangen. Kijk voor meer informatie en de checklist op www.foodspecialiteitenwinkels.nl (button Certificering en Competities).

Vervolg Vakcentrum feliciteert... Bjorn en Marlies Kuipers en medewerkers met de opening van hun Jumbo op woensdag 17 juni in Oldenzaal. Laurent Roemer en medewerkers met de opening van hun Jumbo op woensdag 17 juni in Voorschoten. Ronald Ruijter en medewerkers met de opening van hun Jumbo op woensdag 17 juni in Zoetermeer. De heer Harlaar en medewerkers met de opening van hun Albert Heijn op woensdag 24 juni in Kapelle. Henk-Jan en Jeroen van de Bunt en medewerkers met de opening van hun Jumbo op woensdag 24 juni in Loosdrecht. Peter de Jong en medewerkers met de opening van hun Jumbo op woensdag 24 juni in Uithoorn.

CBL

CBL-voorzitter pleit voor meer vertrouwen Vrijdag 19 juni vierde het Centraal Bureau Levensmiddelen (CBL) haar jaarlijkse Haringparty in het Scheveningse Kurhaus. Voorzitter Bert Roetert sprak er over vertrouwen en de misverstanden omtrent duurzaam en gezond voedsel. “Het beeld dat je eigenlijk alleen maar uit de eigen moestuin zou moeten eten is onterecht.” Volgens Bert Roetert bevinden we ons midden in het transparantietijdperk. Dankzij internet en social media ligt de wereld onder een vergrootglas en gaat het steeds meer om perceptie en emoties dan om feiten en ratio. De gunfactor speelt daarbij een belangrijke rol. En het vertrouwen dat men in je heeft. “Dat is in de levensmiddelenbranche niet anders”, stelt de CBL-voorzitter. Misverstanden Het is dus belangrijk dat zelfstandig ondernemers met een levensmiddelenbedrijf het vertrouwen verdienen van de consument. Daarbij zijn ze al op de goede weg. Want uit een recent onderzoek van EFMI Business School blijkt dat de Nederlandse consument supermarktondernemers hoog waardeert en een groot vertrouwen in hen heeft. Aan de andere

kant is er een sterke opkomst van zogenaamde ‘foodies’ zichtbaar. En deze voedingsfanaten hebben soms heel uitgesproken meningen. Brood zou niet gezond zijn, we mogen geen bewerkt voedsel meer eten en melk kunnen we ook beter laten staan. Bert Roetert: “Die meningen worden met veel vuur verkondigd en verdedigd. Waardoor de voedingssector steeds meer moet opboksen tegen het onterechte beeld dat je eigenlijk alleen maar uit de eigen moestuin zou moeten eten.” Eerlijke voorlichting noodzakelijk Volgens de CBL-voorzitter is het aan de supermarkt en speciaalzaak om dit soort misverstanden weg te nemen. “Veel consumenten weten niet hoe producten gemaakt worden en hoe bijvoorbeeld dieren gehouden worden. Ik zie het als een belangrijke taak voor iedereen die voedsel produceert, verkoopt en bereidt, om kennis over te dragen en misverstanden weg te nemen. Het is ook wel het toppunt van luxe, dat we ons hier in het westen druk kunnen maken over quinoa en gojibessen en of het nou wel of niet gezond is om brood te eten. Terwijl ze in andere landen heel andere problemen hebben!” In de branche wordt ondertussen hard gewerkt aan verduurzaming en gezondheid. “Wij voelen ons verantwoordelijk om aan die maatschappelijke thema’s ook ónze bijdrage te leveren. Dat staat helemaal los van prijzen. En producten die in de aan-

Ledendienst

Arbo professionalisering Om ondernemers op het terrein van arbo te ontzorgen, biedt het Vakcentrum al een paar jaar de training Arbo professionalisering aan. Dit najaar vindt er een training plaats op: •

dinsdag 22 september en donderdag 8 oktober in Woerden.

Deze training bestaat uit twee bijeenkomsten: de eerste bijeenkomst duurt een hele dag en de tweede bijeenkomst een halve dag (ochtend). Deelname is gratis voor leden van het Vakcentrum. Kijk op www.vakcentrum.nl/RIE voor meer informatie en een aanmeldformulier.

bieding zijn, zijn niet minder duurzaam of ongezonder.” Voedselveiligheid Vertrouwen is ook van het hoogste belang als het gaat om voedselveiligheid. De consument moet erop kunnen vertrouwen dat de producten die hij in de supermarkt of speciaalzaak koopt veilig zijn. En dat hij krijgt wat er op het etiket staat. “We zullen blijven controleren of contracten en regels correct worden nageleefd”, zegt Bert Roetert. “En als de situatie erom vraagt, grijpen we in. Daarbij is tijdige en volledige informatie van de Nederlandse- Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) essentieel.” De privacywetgeving werkt volgens de voorzitter juist contraproductief. “Vanwege het privacyrecht van de sjoemelaar duurt het ons te lang voordat we de benodigde informatie krijgen. Hier zou de politiek wel eens goed naar mogen kijken.” Toekomstige thema’s Het CBL, waar het Vakcentrum lid van is, blijft proactief acteren op thema’s die ertoe doen. Zoals het verminderen van zout, suiker en vet in producten, de verantwoorde verkoop van alcohol en tabak en een professioneel opleidingenhuis. Daar kunnen ondernemers op vertrouwen.

Bedrijfsadvies

Peter Rauws dankbaar voor zijn adviserende rol voor ondernemers

‘Daar kreeg ik ongelooﬂijk veel energie van’ Na bijna 23 jaar neemt bedrijfseconomisch adviseur Peter Rauws afscheid van Vakcentrum Bedrijfsadvies. Hij gaat met pensioen. In de periode dat hij voor het Vakcentrum werkzaam was, heeft hij vele zelfstandige ondernemers met raad en daad bijgestaan. Na eerdere adviesfuncties in het midden- en kleinbedrijf, kwam Peter in 1992 terecht bij Vakcentrum Bedrijfsadvies, dat toen nog Foodconsult heette. Hij wist direct dat hij hier op de juiste plaats zat. “Ik kreeg de kans om me te specialiseren in één branche en diverse (ﬁscale) cursussen te volgen. Zodat ik als adviseur van toegevoegde waarde kon zijn.” De opdrachten stroomden binnen en al gauw was Peter een veelgevraagde bedrijfsadviseur. Zijn betrokkenheid, kennis en inzet werden alom gewaardeerd. Regelmatig klopten ondernemers die hij al eens had geadviseerd opnieuw bij hem aan met andere vraagstukken. Ook zelfstandigen die zijn naam van een collega-ondernemer

Goede pensioenopbouw belangrijk Voordat hij vertrekt wil Peter ondernemers graag nog een laatste advies meegeven. “Een goede pensioenopbouw is voor iedere ondernemer belangrijk. Maar zéker voor ondernemers die niet al te veel onderaan de streep verdienen. Ik heb helaas vaak gezien dat dit er bij inschiet. En later zorgt dat dan voor veel problemen. Eigenlijk moeten ondernemers in de rekenmodellen waarbij meerjarenprognoses worden weergegeven, een standaardbedrag opnemen bij de privéopnames. En dit zou dan los van het uitkomen van de winstverwachting moeten worden afgestort bij een verzekeraar. Het zou goed zijn als hierover een landelijke afspraak wordt gemaakt, die voor alle organisaties geldt.”

hadden doorgekregen, belden voor advies. “Dat was leuk, zeker omdat er een toenemend aantal adviseurs in Nederland actief is. Al speelde natuurlijk ook de koppeling met het Vakcentrum-lidmaatschap een rol.” Als een vis in het water Dikwijls werd Peter na de afronding van een dossier gebeld met de mededeling dat het weer goed ging. En werd hij bedankt voor zijn advies en inzet. “Zulke telefoontjes gaven mij altijd ongelooﬂijk veel energie. Dat is toch waar je het voor doet.” Overigens werd de bedrijfseconoom niet alleen benaderd door ondernemers die in zwaar weer verkeerden. Ook succesvolle ondernemers wisten hem te vinden. Bijvoorbeeld omdat ze meer uitdaging zochten en plannen hadden om een tweede winkel te gaan runnen. “Juist de afwisseling van lastige, ingewikkelde vraagstukken en dit soort luxe problemen, vond ik erg aantrekkelijk aan mijn werk bij Vakcentrum Bedrijfsadvies.” De toekomst Toekomstplannen heeft de aanstaande pensionaris genoeg. “Nee, ik ga niet als eenpitter verder met adviseren, zoals anderen dat graag

doen. Ik ga me bezighouden met zaken waaraan ik in mijn werkzame leven onvoldoende tijd kon besteden en die ik daardoor niet heb gedaan. Dan heb ik het over vrijwilligerswerk, het schrijven van een boek en het bestuderen en onderzoeken van de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast wil ik ook meer tijd besteden aan hobby’s als tennissen, ﬁetsen, lezen, kamperen en klussen in en om het huis. En natuurlijk hoop ik samen met mijn vrouw ook nog lang van mijn kleindochter te mogen genieten. Het is ﬁjn dat ik nu iets meer tijd als opa kan doorbrengen.” Vakcentrum Bedrijfsadvies Natuurlijk kunt u, ook na het vertrek van Peter Rauws, voor al uw bedrijfeconomische vragen terecht bij Vakcentrum Bedrijfsadvies. Onze bedrijfseconomen Jan Verheul, Edwin Mak en Thierry Neuféglise staan u graag te woord en zijn bereikbaar op telefoonnummer (0348) 41 97 71 en e-mailadres advies@vakcentrum.nl. Zij werken net als Peter nauw samen met de bedrijfsjuristen Jurry Teunissen, Willem Leyh en Laura ten Velden.

Dank Peter Rauws is al die jaren een gedreven en loyale adviseur geweest. Hij heeft een belangrijke rol gepeeld in ons gevecht voor het behoud van het zelfstandig ondernemerschap. Zijn ervaring en kennis heeft hij altijd gedeeld met zijn collega’s. Namens het bestuur van Vakcentrum Bedrijfsadvies en alle medewerkers van het Vakcentrum én Vakcentrum Bedrijfsadvies wens ik hem een zeer goede toekomst toe, waar hij in gezondheid van kan genieten. Zijn speciaal met het oog op zijn vertrek geschreven handboek soldaat, dat hij bij ons heeft achtergelaten, zal zeker vaak gebruikt worden. Het ga je goed! Patricia Hoogstraaten

Bedrijfsadvies

Bedrijfseconomisch adviseur Peter Rauws verlaat het Vakcentrum

‘Zelfstandige ondernemers verdienen Het werk als bedrijfseconomisch adviseur bij het Vakcentrum is zeer divers. Daar kan Peter Rauws, die na bijna 23 jaar afscheid neemt, over meepraten. Hij behandelde vele dossiers en heeft ondernemers op tal van vlakken ondersteund. “Ondernemers verdienen het beste advies. Onafhankelijk en met het belang van de ondernemer voorop.” Peter blikt in VakcentrumNieuws terug op zijn werkzaamheden bij Vakcentrum Bedrijfsadvies. Peter begeleidde ondernemers op vele fronten. Een veelvoorkomend onderwerp was waardebepalingen. “Dit omdat veel ondernemers een aanbiedingsplicht hebben en bij de aanbieding ook meteen een prijs moeten noemen. Ondernemers hebben dan behoefte aan een onafhankelijke benadering van de waarde. Daar zijn wij dan voor. Hoewel de organisaties niet allemaal volgens dezelfde berekeningsmethodiek de goodwill bepalen, is er toch wel een lijn in te ontdekken. Wij rekenen op basis van toekomstig rendement over een periode van vijf jaar rekening houdend met vervangingsinvesteringen en contante waarde. Verder berekenen wij altijd op basis van activa transactie, omdat dit beter vergelijkbaar is en aandelen vrijwel nooit door de organisatie worden overgenomen. Ik adviseer ondernemers om waardebepalingen tijdig op te pakken wanneer ze het verkooptraject van hun winkel ingaan. Met mijn collega’s had ik hierover regelmatig overleg. Het unieke in onze organisatie is het teamwork tussen bedrijfseconomen en juristen.” Ontzorgen bij aan- en verkoop Peter heeft veel ondernemers begeleid bij de aan- en verkoop van een winkel. “Bij de aankoop wordt vaak een begroting gemaakt op basis van de condities die zijn

aangeboden. De ondernemer zoekt bij aan- en verkooptrajecten een adviseur die ontzorgt. Bij verkoop zien wij bijvoorbeeld toe op het houden aan de procedure waar men ooit voor heeft getekend binnen een samenwerkings- of franchiseovereenkomst.” Bij aan- en verkooptrajecten komen veel verschillende onderdelen kijken. “Denk maar aan alles wat met personeel te maken heeft, inventarislijsten, eventuele over te nemen contracten, et cetera. Vooral kopieerapparaten leveren regelmatig problemen op vanwege de hoge kosten en het feit dat dergelijke contracten vaak niet voortijdig kunnen worden ontbonden.” Peter vindt het heel belangrijk dat

Ondernemersbelang voorop Dat het Vakcentrum de ondernemers voorop stelt, vindt Peter erg belangrijk. “Dat past helemaal bij wie ik ben. In de 44 jaar dat ik nu heb gewerkt, heb ik altijd de kant van de ondernemer gekozen. En natuurlijk heb ik ondernemers meegemaakt die beter geen ondernemer hadden kunnen worden. Maar dat heeft nooit invloed gehad op mijn advisering en daar heb ik mij dan óók voor ingezet. Dan probeerde ik om die misstap weer recht te zetten en erger leed te voorkomen.”

ondernemers bij de voorbereidingen voor de verkoop van hun winkel kritisch kijken naar de loonkosten. “Die hebben namelijk een grote invloed op de waarde van een winkel.” Schuldsanering Het werk als bedrijfsadviseur is soms best beladen. Zéker als het gaat om schuldsanering. De meest voorkomende schuldenproblemen ontstaan nadat een ondernemer afscheid van zijn winkel neemt en er een – al dan niet fors - negatief vermogen bestaat. “Omdat dit negatieve vermogen normaal gesproken is ontstaan door verliezen, zit er meestal ook geen goodwill in het bedrijf om het negatieve vermogen te compenseren. Dit betekent dat er op andere wijze een oplossing moet komen voor de schuldenpositie.” Peter is als bedrijfseconomisch adviseur van Vakcentrum Bedrijfsadvies een voorvechter geweest van het Schuldenconvenant dat is afgesloten door het Vakcentrum met de Belastingdienst. Hij heeft ook mede invulling gegeven aan het convenant.

Bewaken investeringen De Vakcentrum bedrijfsadviseurs houden de haalbaarheid van investeringen van ondernemers in alle branches goed in de gaten. Bijvoorbeeld als het gaat om relocatie of uitbreiding. “Ook daarvoor worden we vaak ingeschakeld. We ondersteunen de ondernemer dan bij het uitvoeren van de plannen.” Ondernemers krijgen van hun organisatie vaak een projectplan waaruit moet blijken of het voor de ondernemer een gemiste kans is als hij het niet zou doen. “Vaak is de ondernemer er wel van overtuigd dat het een goede zaak is om de uitbreiding of relocatie daadwerkelijk te ondersteunen. Maar niet zelden wordt een forse omzetstijging na realisering van de plannen voorzien, waarvan de basis ligt bij eigen onderzoek. Aan ons is het dan vaak de taak om een second opinion te geven op dat onderzoek en om het projectplan te beoordelen. Omdat de verschillende partijen zo hun eigen belang hebben bij de plannen tot uitbreiding of relocatie, is er in de praktijk vaak ruimte tot onderhandelen.” Huurprijzen De huurprijzen die ondernemers moeten betalen staan behoorlijk ter discussie. Het Vakcentrum heeft ook een stevige bijdrage in deze discussie.

betrokken objectief

“Door de economische recessie zou je vermoeden dat de huurprijzen ﬂink onder druk staan door leegstand en dergelijke”, aldus Peter. “Echter, dit blijkt nog lang niet in alle branches te zijn doorgedrongen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat organisaties lang niet altijd even goed met eigenaren onderhandelen over nieuwe huurcondities, omdat het de ondernemers zijn die de rekening betalen. Gelukkig zijn er voor ondernemers mogelijkheden om een huurprijsaanpassingsprocedure te starten. De nodige successen worden op dit vlak behaald. De juristen van Vakcentrum Bedrijfsadvies kunnen daar meer over vertellen en de folder Huurverlaging op no cure no pay basis is bij het Vakcentrum op te vragen en zeker de moeite van het bestuderen waard.” Formulewijzigingen In de loop der jaren hebben de

daadkrachtig

proactief

snel

eerlijk

mobiliseren

onafhankelijk

gezaghebbend

uw vraagbaak

ervaren

kennis kundig

sleutel tot succes

experts samenwerken

korte lijnen

betrouwbaar

meedenken

lokaal ondernemerschap versterken

Vestigingsplaatsonderzoeken In de loop der jaren heeft Peter ook vele vestigingsplaatsonderzoeken uitgevoerd. Niet alleen voor supermarkten, maar ook voor speciaalzaken en drogisterijen. “Wij onderscheiden ons door ook de omzet van de concurrenten in het directe marktgebied in te schatten. Uiteraard gebruiken we daarbij als basis de inschatting van de ondernemer, maar we mixen dat met onze ervaring met betrekking tot de locatie. Op deze wijze kunnen veranderingen in de markt en de invloed daarvan op de omzet van cliënten veel beter worden ingeschat.”

branchekennis

verbinden integer

persoonlijk relevant advies

“Hiermee hebben vele ondernemers die met een schuld hun bedrijf hebben beëindigd voordeel behaald door middel van de verrekenbare verliezen.”

heldere missie

het beste advies’

kracht professioneel Vakcentrum bedrijfsadviseurs vele ondernemers ondersteund bij formulewijzigingen. “Bijvoorbeeld toen Super de Boer enkele tientallen winkels aan PLUS verkocht. Maar ook toen de Dagmarkt- en daarna de Edah-formule van het toneel verdwenen en de franchisenemers in principe zelf konden kiezen naar welke formule zij wilden.” Na de overname van C1000 door Jumbo hebben de Vakcentrum bedrijfsadviseurs ook veel franchisenemers begeleid. “Het waren vaak lastige dossiers”, aldus Peter. “Op basis van voortschrijdend inzicht moesten soms omzetverwachtingen naar beneden worden bijgesteld. Dit maakte de exploitatie vaak moeizaam winstgevend. Ik ben blij dat wij bij transities tot goede afspraken konden en kunnen komen, zodat de ondernemers in kwestie de toekomst met vertrouwen tegemoet kunnen zien.”

Professionalisering De levensmiddelenbranche is in de loop der jaren sterk geprofessionaliseerd. Peter Rauws: “Dat geldt zowel voor de organisaties als voor de ondernemers. Daarnaast zijn veel formules waar zelfstandige ondernemers zich bij kunnen aansluiten verdwenen. Hierdoor is er voor ondernemers minder te kiezen. Dat vind ik een bedenkelijke zaak. Aan de andere kant, als we door de jaren heen kijken, zien we golfbewegingen. Wellicht komen er straks weer nieuwe formules op de markt, die ook voor ondernemers beschikbaar zijn. Maar het gaat dan wel om nieuwe concepten. Daar zijn al wat voortekenen van zichtbaar. Ook de online food verkoop komt nu pas echt goed op gang, alhoewel ik er niet in geloof dat dit net zo’n omvang zal krijgen als de non-food online verkopen. Vakcentrum Bedrijfsadvies is ook niet stil blijvenstaan. Na mijn vertrek kunnen de zelfstandige ondernemers nog steeds rekenen op goed advies!”

Wetgeving Bedrijfsadvies

Ledenbijeenkomst Wet werk en zekerheid Op 1 juli worden de laatste onderdelen van de Wet werk en zekerheid (WWZ) ingevoerd. Daarom organiseerde Vakcentrum Bedrijfsadvies op woensdag 24 juni nog een laatste informatiebijeenkomst. De opkomst was behoorlijk. Veel leden maakten van de gelegenheid gebruik om vragen te stellen uit hun eigen praktijk. Tijdens de bijeenkomst stond mr. Jurry Teunissen nog eens stil bij de wijzigingen van 1 januari 2015, zoals de aanzegplicht en de proeftijd. Daarna ging hij in op de komende wijziging van de ketenregels, de introductie van de transitievergoeding en het nieuwe ontslagrecht. Ook sprak hij over scholing(skosten) en de (on)mogelijkheden van verrekening. Dossieropbouw Er werd vooral dieper ingegaan op de vanaf 1 juli 2015 versterkte focus op en het belang van dossieropbouw. De kantonrechter zal vanaf 1 juli 2015 onvoldoende opgebouwde dossiers niet meer kunnen ‘wegpoetsen’ via een hogere vergoeding. Ook zal de rechter het ontslagdossier niet meer alleen toetsen aan de gronden en aan voldoende scholing. De rechter zal óók beoordelen of herplaatsing van de werknemer mogelijk is en verwacht mag

worden. De verwachting is dat ondernemers die niet goed aan dossieropbouw doen, minder snel tot ontslag kunnen overgaan. Daarom

werden er de nodige tips gegeven over dossieropbouw. Tot slot werden er ook veel vragen beantwoord.

Vakcentrum Bedrijfsadvies Kon u er niet bij zijn en/of heeft u vragen over de Wet werk en zekerheid? Dan kunt u uiteraard contact opnemen met Vakcentrum Bedrijfsadvies. Onze juristen zijn bereikbaar op telefoonnummer (0348) 41 97 71 en e-mailadres advies@vakcentrum.nl.

Actueel

Statiegeld op grote flessen blijft Het statiegeldsysteem voor grote plastic frisdrankflessen blijft bestaan. Dit heeft staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) de Tweede Kamer laten weten. De verpakkingssector heeft veel werk gemaakt van de milieubesparende afspraken, maar er liggen nog steeds verpakkingen met PVC in de supermarkt. Naast de handhaving van het statiegeld komt er een beloning voor het inleveren van kleine plastic flesjes en blikjes.

Bij de kassa hoeft hiervoor echter bij aankoop geen extra bedrag te worden betaald zoals bij statiegeld. Uit de onderzoeken blijkt ook dat de verpakkingssector de laatste jaren belangrijke stappen zet die bijdragen aan het recycledoel. Er wordt meer plastic gerecycled en er liggen in de supermarkten geen gratis plastic tasjes meer bij de kassa. De staatssecretaris heeft de verpakkingssector, gemeenten en maatschappelijke organisaties gevraagd om met een voorstel te komen om meer plastic ﬂesjes van een halve liter of minder en blikjes in te gaan zamelen. Zij

hebben nu een aanbod gedaan om met een aanpak te komen voor een beloning voor zowel lege ﬂesjes als blikjes. Dit voorstel wordt nu verder uitgewerkt tot een concreet plan dat in het najaar klaar is.