Vakcentrumnieuws 7 2013

Page 1

27 juli 2013 29 ste jaargang

07

nr.

Nieuws

Vakcentrum in gesprek met Henk Kamp Bezwaar Vakcentrum tegen uitfasering HFK’s P3 Hyper van hypermarkten P6


Verder in deze editie

Inhoudsopgave

Pagina 3

Actueel Bezwaar tegen planning uitfaseren HFK’s Vakcentrum in gesprek met minister Kamp

Pagina 4

Vakcentrum Bedrijfsadvies Onderneem op basis van reële cijfers

Pagina 5

Achter de schermen Deutsche Bank is te laat Wachten op de zondagsopening Wet etikettering scherper Cosmeticaverordening Let op voor acquisitiefraude

Pagina 6

Uitgelicht Hyper van hypermarkten Ontwikkelingen per provincie

Pagina 7 Pagina 8

Super Supermarkt Keurmerk Vakcentrumleden vullen zorgbehoeften ouderen in

Pagina 9

Nieuws uit de branches Volop omzetkansen voor Kaas- en Delicatessenzaken

Pagina 10

Vakcentrum ZorgPortaal Beschikking UWV altijd opvragen!

Pagina 11

Interactief Poll Vakantiekrachten Twitteraars gevolgd

Pagina 12

Super Supermarkt Keurmerk Duurzaam verlichten, wat led je?

Vakcentrum feliciteert... Familie Van Etten met de opening van hun nieuwe Albert Heijn op 3 juli in Steenwijk.

Colofon

Mijlpaal

Betalingsverkeer Pinnen steeds goedkoper

Redactie: Blekerijlaan 1 3447 GR Woerden T (0348) 41 97 71 F (0348) 42 18 01 E info@vakcentrum.nl I www.vakcentrum.nl Druk:

Weevers Grafimedia Vorden

Bittere pillen Bittere pillen verkopen behoort tot de dagelijkse werkzaamheden van een drogist. In letterlijke zin bedoel ik dan. Figuurlijk moeten ze die nu ook zelf slikken, zo maak ik op uit het toenemend aantal vragen die wij krijgen. Er is duidelijk onrust onder de winkeliers die een drogisterij hebben al dan niet gekoppeld aan een supermarkt. Dat is niet vreemd, de economische druk is groot, de kosten nemen toe. Bewuste keuzes maken is daarom een vereiste. Maar die ruimte wordt niet altijd geboden. Voor de drogisten geldt al jaren dat zij een geldig diploma moeten hebben. Niet meer en niet minder. Met dat diploma kunnen zij UAD geneesmiddelen verkopen. Dat diploma kan gehaald worden via twee examenbureaus die door het ministerie van VWS zijn goedgekeurd: Pharmacon en het Drogisterijcollege. Wat blijkt: Veel ondernemers durven niet over te stappen uit angst en onzekerheid over de geldigheid van de diploma’s. Terwijl zij er €500 per opleiding mee kunnen besparen. Ondernemers en werknemers die wel hun diploma behaald hebben bij het Drogisterijcollege worden ten onrechte van het kastje naar de muur gestuurd. Anderen durven de aansluiting bij het CBD niet op te zeggen omdat ze bang zijn voor staking van de geneesmiddelenleverantie! Het is niet meer van deze tijd dat ondernemers niet volledig transparant worden geïnformeerd door de organisaties die er juist voor hen moeten zijn. Ik heb niets tegen keurmerken, als het doel is om de winkelier op een hoger niveau te helpen. Niet om je af te zetten en zeker niet als dreigmiddel. Vorige week bij minister Kamp geweest, komende week maar eens aan de minister van VWS vragen hoe zij hierover denkt. Volgens mij kan dat voor sommige instanties leiden tot bittere pillen. mr. Patricia E.H. Hoogstraaten, RAE directeur

Opinie

2


Actueel

Vakcentrum maakt bezwaar tegen planning uitfaseren HFK’s Om de uitstoot van broeikasgasemissies te reduceren wil de Europese Commissie de HFK koudemiddelen uitfaseren. Het voorgestelde uitfaseerschema is echter veel te ambitieus en heeft negatieve bedrijfseconomische gevolgen voor ondernemers. Het Vakcentrum heeft haar zorgen geuit bij staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu en pleit voor een verruiming van de uitfasering. Koelinstallaties worden veelal gekoeld met HFK koudemiddelen. HFK’s hebben een broeikaseffect, uitgedrukt in de GWPwaarde. Om de uitstoot van broeikasgasemissies te reduceren wil de Europese Commissie het gebruik van HFK’s versneld

uitfaseren. Volgens het voorgestelde schema mag er geen onderhoud meer worden uitgevoerd op installaties die koelen met een HFK met een GWP van 2500 of meer vanaf 2017 en met een GWP van 150 of meer vanaf 2020. Bezwaren Door de levensduur van circa 15 jaar bestaat hierdoor de mogelijkheid dat u de koelapparatuur vroegtijdig moet vervangen. Vakcentrum benadrukt dat duurzaamheid binnen onze branches veel aandacht heeft, maar dat vroegtijdig afschrijven niet is te onderbouwen. Gezien het huidige economische klimaat en terughoudendheid in financiering is het

ook niet reëel ondernemers nu te verplichten tot dergelijke investeringen. Bovendien leidt naar verwachting de voorgestelde planning tot krapte op de markt en tot hogere prijzen. Investeren Vakcentrum zet zich in voor een verruiming in het uitfaseerschema. Wees wel alert op de GWP-waarde van het gebruikte koudemiddel bij de investering in een nieuwe koelinstallatie. U kunt overwegen te kiezen voor een natuurlijke koudemiddel, zoals CO2 (R744) met GWP 1, of ammoniak (R717) met GWP 0, of een alternatief koudemiddel met een zeer lage GWP.

Politiek

Vakcentrum in gesprek met minister Henk Kamp Henk Kamp, de minister van Economische Zaken, heeft overleg gevoerd met de Nederlandse winkeliers over kansen en bedreigingen in de huidige detailhandel. Tijdens dit overleg nam hij het Actieplan Detailhandel in ontvangst.

Het Vakcentrum heeft het Actieplan Detailhandel samen met Detailhandel Nederland opgesteld. Het document schetst de ontwikkelingen in de detailhandel en doet aanbevelingen om de gesignaleerde, negatieve trends om te buigen en positieve ontwikkelin-

gen te versterken. Het actieplan telt meer dan 20 aanbevelingen. Naast minister Kamp hebben ook tal van andere bestuurders op alle bestuurlijke niveaus en in het Europees parlement het Actieplan Detailhandel ontvangen.

3


4

Omzetverwachting soms niet realistisch

Vakcentrum Bedrijfsadvies

Onderneem op basis van reële cijfers Door de schaalvergroting bij supermarkten worden zelfstandige ondernemers voor belangrijke keuzes gesteld. Moeten zij bijvoorbeeld meegaan in de groei van het vloeroppervlak, of moeten zij juist kiezen voor een kleinschalige winkel in een geschikt marktgebied. Die keuzes moeten gemaakt worden op basis van realistische cijfers. Het Vakcentrum Bedrijfsadvies is er om te bepalen of de cijfers waarmee gewerkt wordt realistisch zijn. De schaalvergroting van supermarkten gaat snel. Dat betekent dat middelgrote supermarkten moeten kiezen tussen groeien door middel van uitbreiding of relocatie, of teruggaan naar een buurtverzorgende functie. De praktijk wijst uit dat kleine supermarkten met name goed presteren in een dorp zonder concurrentie binnen een straal van vijf tot zeven kilometer. Concurrentie dichtbij Hoe verder de dichtstbijzijnde plaats met een grotere supermarkt is gelegen, hoe beter. Zit de concurrentie dichterbij, dan kan dat een probleem worden in de toekomst. Zeker wanneer het draagvlak van het directe marktgebied minder dan zo’n 2.000 à 2.500 inwoners bedraagt. Dit is natuurlijk allemaal niet nieuw, maar het schuift steeds wat meer op. Daarom brengen de adviseurs van het Vakcentrum Bedrijfsadvies dit graag nog eens onder de aandacht.

Soms verkopen middelgrote supermarktformules vestigingspunten aan een organisatie met een beter passende formule. Dat is een prima ontwikkeling, want dit heeft een gunstig effect op het voorzieningenniveau van een dorp. Gaat het echter om een wijk van een stad, dan zitten de grote supermarktformules vaak dichtbij. Zo dichtbij dat goed gekeken moet worden of een kleine supermarkt ook in de toekomst een haalbare kaart is. Verwachting Het Vakcentrum Bedrijfsadvies is positief over de toekomst van kleine supermarkten. Maar dan moet de toekomstverwachting wel reëel zijn. Daarop worden immers investeringen en huisvestingslasten gebaseerd. En daar schort het wel eens aan. De wens is de vader van de gedachte bij de omzetverwachting in de begroting. Vakcentrum Bedrijfsadvies noemt dat van onder naar boven rekenen, ofwel:

Kerncijfers supermarkten naar omzetklasse Omzetklasse Gem. omzet per week BVO VVO Gem. besteding Aantal inwoners bij 100% binding!

75.000

75.000 tot 150.000 tot > 225.000 150.000 225.000

37.300

120.000

190.000

300.000

566 428 13,99

1.158 887 14,90

1.292 990 17,73

1.776 1329 18,96

995

3.200

5.067

8.000

welke omzet is nodig om dit bedrijf in de toekomst te kunnen exploiteren? Jammer genoeg blijkt de praktijk weerbarstig en wordt een dergelijk gedroomde omzet niet gehaald. Dan zitten de ondernemer en de organisatie met de gebakken peren. Natuurlijk staan de adviseurs van Vakcentrum Bedrijfsadvies dan graag klaar om de ondernemer te ondersteunen bij het vinden van een oplossing. Geen gemakkelijke opgave, want het gaat dan vaak wel om een serieus financieel debacle. Wijzer zijn Aan aspirant-ondernemers geeft Vakcentrum Bedrijfsadvies mee: laat je adviseren over het realiteitsgehalte van het overnameplan. En aan de organisatie geven de adviseurs mee: verkoop geen winkel op basis van een prognose waarvan je weet dat er binnen een jaar weer een nieuw probleem moet worden opgelost. Inmiddels zouden we toch wijzer moeten zijn… Vakcentrum Bedrijfsadvies Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit artikel? Of een andere bedrijfseconomische vraag? Onze medewerkers staan u graag te woord. Zij zijn bereikbaar op telefoonnummer (0348) 41 97 71.


5

Beleidszaken

Achter de schermen Het Vakcentrum staat zijn leden met raad en daad bij. Ook door belangenbehartiging op beleidsniveau. Het Vakcentrum volgt beleidsontwikkelingen op de voet en probeert deze, waar mogelijk, te sturen. Een blik achter de schermen van uw brancheorganisatie. Het Vakcentrum heeft vertegenwoordigers in tal van raden en besturen, zowel op nationaal als Europees niveau. Zij houden zich onder meer bezig met de volgende onderwerpen.

Deutsche Bank is te laat Deutsche Bank is er niet in geslaagd zijn belofte aan de Tweede Kamer na te komen. De bank zou voor 1 juli individuele oplossingen hebben gevonden voor gedupeerde klanten, Uit een inventarisatie door het Vakcentrum blijkt zelfs dat de gesprekken met sommige winkeliers zich nog in de beginfase bevinden. Veel supermarkten speciaalzaakondernemers blijven dus in onzekerheid. Het Vakcentrum en Detailhandel Nederland hebben de Tweede Kamer opnieuw gevraagd aandacht te besteden aan deze kwestie en de Deutsche Bank aan te sporen tot het creëren van oplossingen. In totaal is aan 18.000 ondernemers gevraagd een andere financier te zoeken.

Wachten op zondagsopening Die wet die de algemene zondagsopening mogelijk maakt, is op 1 juli in werking getreden. Echter, gemeenten moeten de verordening nog aanpassen voordat alle winkels daadwerkelijk open mogen, of juist gesloten moeten blijven. Vanwege het zomerreces

hebben veel gemeenten dit punt uitgesteld tot na de zomer.

Wet etikettering scherper Om de consument beter te voorzien van voedselinformatie, zijn op Europees niveau regels vastgesteld. Hoewel de Europese Verordening Voedselinformatieverstrekking (nr. 1169/2011) pas vanaf 13 december 2014 van kracht is, wil het Vakcentrum ondernemers hier nú al attent op maken. De EU-verordening brengt namelijk een aantal belangrijke wijzigingen voor het etiket met zich mee. In algemene zin kan worden gesteld dat de nieuwe verplichte etikettering complexer en gedetailleerder is. De verordening heeft dus een grote impact voor speciaalzaken en supermarkten. Onder andere is geregeld dat bij de verkoop van alle levensmiddelen allergeneninformatie beschikbaar moet zijn, zowel bij de verkoop van voorverpakte als bij onverpakte levensmiddelen. In 2014 worden leden nader geïnformeerd over een juiste invulling van deze regelgeving. Alvast vragen? Neem gerust contact met ons op via telefoonnummer (0348) 41 97 71.

Cosmeticaverordening Vanaf 11 juli jl. is de Cosmeticaverordening volledig van toepassing. Cosmetische producten mogen de gezondheid van de mens niet schaden wanneer deze onder normale of redelijkerwijs te voorziene gebruiksvoorwaarden worden aangewend. Cosmetica is breder dan alleen make-up. Onder andere ook mondverzorging, scheer- en doucheproducten, parfum en

zonnebrand worden beschouwd als cosmetica. In de huidige wetgeving wordt geen onderscheid gemaakt tussen ‘natuurlijke’ en ‘chemische’ producten. Producenten/merkhouders of importeurs zijn verantwoordelijk voor de eisen die de Cosmeticaverordening stelt. Dit betekent dat als zij cosmetica onder het eigen merk op de markt brengen, of producten van buiten de EU op de markt brengen, zij de verantwoordelijke persoon zijn. Distributeurs zijn verantwoordelijk voor controle van het etiket op aanwezigheid van onder meer de verplichte elementen, correct vervoer en opslag.

Let op voor acquisitiefraude Ondernemers maken veel melding van spookfacturen, acquisitiefraude, misbruik van merknamen, verkapte aanbiedingen en dergelijke. Tijdens de zomermaanden zijn fraudeurs extra actief en verzinnen iedere keer wat nieuws om hun slag te slaan. Het Vakcentrum adviseert ondernemers dat bij twijfel niets wordt toegezegd en niets wordt ondertekend. Gebruik altijd uw gezonde verstand en stel u op als kritische klant. Ga nooit tijdens een eerste verkoopgesprek akkoord met welke aanbieding/ opzegging dan ook. Doe dus ook nooit mondelinge toezeggingen. Informeer en instrueer uw medewerkers zodat zij alert zijn op listige (telefonische) trucs. Meer tips leest u op www.fraudemeldpunt.nl. Het Vakcentrum pleit ervoor dat ondernemers dezelfde bescherming tegen misleidende advertentieverkopers verkrijgen als consumenten, door een wijziging van de Wet op de Oneerlijke Handelspraktijken.


Uitgelicht

6

Hyper van hypermarkten Bij het horen van de woorden ‘hypermarkt’ of ‘weidewinkel’ worden veel ondernemers nerveus. Terecht, want dergelijke vormen van detailhandel berokkenen schade aan de bestaande detailhandelsstructuur in de regio. Het Vakcentrum verzet zich tegen dit soort initiatieven. En dat is hard nodig. Grootschalige detailhandelsprojecten zijn volop in het nieuws. En meestal niet in positieve zin. Gemeenten hebben ‘wilde’ plannen voor het neerzetten van grote winkelcentra in de periferie van hun stad of belangrijkste kern. Prestigeprojecten, die ook maar al te vaak ruimte bieden aan hypermarkten of andere retail van grote omvang. Veel gemeenten realiseren zich echter niet welke schade de komst van dergelijke winkelcentra met zich meebrengt. Het ontwricht de bestaande detailhandelsstructuur, waardoor winkeliers in stads- of dorpscentra hun deuren op termijn wellicht moeten sluiten. En dat heeft weer een negatief effect op de leefbaarheid op de betrokken plek. In tegenstelling tot veel wethouders voorziet het Vakcentrum dit soort ontwikkelingen. In alle mogelijke gremia verzet zij zich daarom tegen de komst van dergelijke winkelcentra. De ene keer treft het Vakcentrum bij provincies een luisterend oor, de andere keer een dovemansoor.

Keuzes De ontwikkeling van grote winkelprojecten in het Heracles-stadion of nabij Steenwijk leidt tot toevoeging van vele winkelmeters. En dat terwijl de vraag naar meters juist afneemt. Het Vakcentrum pleit voor het maken van scherpe keuzes. Overheden moeten actiever vraag & aanbod volgen en lokale en regionale retailontwikkelingen monitoren. Dan kunnen gefundeerde keuzes gemaakt worden voor kansrijke en kansarme gebieden en is maatwerk mogelijk te maken bij de (her)ontwikkeling van gebieden. Uiteraard dienen overheden deze bevindingen op te nemen in een geactualiseerd detailhandelsbeleid. Bestemming Het aanpassen van bestaande bestemmingsplannen in kansarme winkelgebieden kan al veel effect genereren. Het flexibeler bestemmen naar bijvoorbeel ‘horeca/

Winkeltop Om te komen tot een goede detailhandelsstructuur die nu en in de toekomst aantrekkelijk is voor consumenten en ondernemers, is de Winkeltop opgericht. De Winkeltop is een initiatief waarin het Vakcentrum participeert met onder meer MKB-Nederland, Detailhandel Nederland, het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, het Interprovinciaal overleg, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en vastgoedontwikkelaars. Deelnemers aan de Winkeltop streven naar visievorming en sturing op basis van kwaliteit en lokaal/regionaal maatwerk. Iedereen speelt vanuit zijn eigen rol in op structurele en conjuncturele ontwikkelingen. De Winkeltop wil dat overheid de problematiek in de detailhandel/winkelmarkt onderkent en vervolgens detailhandelsvisies op provinciaal en regionaal niveau opstelt.

detailhandel/zorg’ in plaats van ‘detailhandel’ kan er al voor zorgen dat gebieden nieuw leven wordt ingeblazen. Mocht dit alles geen optie zijn, moet de keuze gemaakt durven worden om overtollige winkelmeters op te ruimen. Leegstand leidt tot verloedering en daar zit niemand op te wachten. Het Vakcentrum wil met overheden een toekomstbestendige en vitale detailhandelsstructuur ontwikkelen. Het is daarbij een goede ontwikkeling om op alle bestuurlijke niveaus economische zaken en ruimtelijke ordening samen te laten werken. Dus zowel op Rijks-, provinciaal- als gemeentelijk niveau. Overheden moeten zorgen voor een goede ruimtelijke ordening waarbij maatschappelijke consequenties op de langere termijn, boven financiële belangen van het grondbedrijf gaan. Ladder De toepassing van de ladder voor duurzame verstedelijking is dus van wezenlijk belang. Houdt ontwikkelingen scherp in de gaten en pas deze zoveel mogelijk toe. Wees terughoudend met het creëren van nieuwe locaties en ontwikkel ze alleen wanneer deze toegevoegde waarde hebben voor de detailhandelsstructuur. PRV = Provinciaal Ruimtelijke Verordening PSV = Provinciale Structuurvisie PDV = Perifere Detailhandelsvestingen RRO = Regionaal Ruimtelijk Overleg REO = Raad Economische Ontwikkeling RAC = Regionale Adviescommissie


Ontwikkelingen per provincie Groningen

Winkelleegstand: 9,1%

Provincie

Gemeenten

PRV: perifere bestemmingen alleen indien DPO uitwijst dat nieuw niet ten koste gaat van bestaand. Maximumomvang per vestiging van 2.500 m².

• Groningen: FOC Zuidbroek (15.000 m²).

Friesland

Winkelleegstand: 6,1%

Provincie

Gemeenten

Streekplan (2007): in periferie branchebeperkingen en nieuwe vestigingen/winkels mogen kernwinkelgebied niet aantasten; grootschalige detailhandel mag alleen in Leeuwarden.

• Leeuwarden: ‘De Centrale’ (40.000 m²) + toename leegstand binnenstad.

Drenthe

Winkelleegstand: 6,1%

Provincie

Gemeenten

7

Verbod op alle weidewinkels en andere nieuwe vestigingen die de bestaande structuur aantasten. • Assen: winkels bij nieuw te ontwikkelen TT Assen (13.000 m²). Overijssel

Winkelleegstand: 7,4%

Provincie

Gemeenten

PSV en PRV: provincie is integrale gebiedsregisseur; belangen generiek geborgd via SER-ladder en regionale afstemming; In periferie alleen grootschalige winkels indien onderzoek aantoont geen ontwrichting bestaande structuur.

• • • • •

Flevoland

Winkelleegstand: 7,8%

Provincie

Gemeenten

Omgevingsplan: weren van weidewinkels, nieuwe winkelvestigingen alleen in of aansluitend aan bestaande winkelgebieden.

• Almere: forse winkeluitbreidingen: Almere Poort (30.000 m²), binnenstad en woonboulevards; • Dronten: uitbreidingen; • Emmeloord: uitbreidingen in periferie (tussenvonnis RvS).

Gelderland

Winkelleegstand: 5,8%

Provincie

Gemeenten

PRV: bestemmingsplannen moeten motiveren dat nieuwe vestigingen niet tot versnippering en leegstand leiden; Provincie wil detailhandel agenderen bij regio’s en visieontwikkeling stimuleren.

• Arnhem-Nijmegen: winkels in leisure en retail in periferie Gelredome (50.000 m²) en Ressen (30.000 m²); • Zevenaar: spoorzone (33.000 m²); • Apeldoorn: uitbreiding Omni Centrumlocatie (12.000 m²).

Utrecht

Winkelleegstand: 4,3%

Provincie

Gemeenten

Weidewinkels zijn niet toegestaan; Detailhandelsbeleid wordt vooral aan gemeenten overgelaten; Onlangs heeft Bestuur Regio Utrecht (11 samenwerkende gemeenten) besloten detailhandelsbeleid te gaan voeren.

• Utrecht: uitbreiding Hoog Catharijne (35.000 m²), slecht draaiend ‘The Wall XL-stores’ (retail warehousing, 65.000 m²) wordt bijgesteld, herstructurering Woonboulevard Kanaleneiland; • Leidsche Rijn: nieuwe winkelcentra, mogelijk gefaseerd ontwikkelen; • Veenendaal/Ede: nieuw retailcentrum ‘Brouwerspoort’ (11.000 m²); • Barneveld: retail in periferie (max. 5.000 m²).

Noord-Holland

Winkelleegstand: 5,4%

Provincie

Gemeenten

In periferie gelden branchebeperkingen; grootschalige detailhandel alleen als het bestaande centra niet verstoort; Plannen voor periferie (>1500 m²) en binnen bestaand (>5000m²) langs RAC’s; Provincie stelt regionale detailhandelsvisie als voorwaarde voor beoordeling nieuwe plannen; Beleid (wordt binnenkort geëvalueerd) is verankerd in PRV.

• Halfweg: Sugarcity (25.000 m²); bestemmingsplan (2006) was o.a. aanleiding voor aanpassing provinciaal beleid; • Amsterdam: veel m² gepland.

Zuid-Holland

Winkelleegstand: 6,5%

Provincie

Gemeenten

Zwolle: initiatieven voor centrum + Katwolderplein; Kampen: uitbreidingen; Almelo, Hengelo en Enschede: forse uitbreidingen centrum; Almelo: winkels in periferie voetbalstadion (15.000 m²); Perifeer retailpark nabij Steenwijk (30.000 m²).

Provincie wijst locaties perifere en grootschalige winkelconcentraties aan, er zijn branchebeper- • Bleiswijk: FOC (20.000 m²) door provincie afgewezen; kingen, verplicht distributieplanologisch onderzoek en positief advies REO; • Rotterdam: veel m² gepland; REO’s zijn verzocht regionale planningsafspraken te maken incl. schrappen van plannen. • Drechtsteden: overaanbod in periferie. Zeeland

Winkelleegstand: 8,4%

Provincie

Gemeenten

Gemeenten moeten motiveren dat nieuwe perifere vestigingen niet leiden tot ‘duurzame ontwrichting’ van de bestaande voorzieningen-niveau’s; Provincie wil winkelplanning regionaal organiseren.

• Middelburg: Zeeuws Entertainment Park (ZEP) (20.000 m²) staat bijna helemaal leeg.

Noord-Brabant

Winkelleegstand: 6,8%

Provincie

Gemeenten

Bovenregionale winkelconcetratiegebieden hebben ontheffing provincie nodig, alleen aan te vragen door vijf grote gemeenten; In PRV geen SER-ladder en afstemmingsverplichting voor RRO’s bij detailhandelsplanning.

• • • •

Limburg

Winkelleegstand: 9,3%

Provincie

Gemeenten

Provincie heeft voor detailhandel nog geen PRV; Provincie is bezig met POL 2014 (met oog voor retail).

• Kerkrade: winkels bij uitbreiding stadion.

Leegstand groeit; nieuwbouwplannen leiden tot +10% winkelmeters; Den Bosch: retailpark (13.000 m²), uitbreiding woonboulevards; Breda+Tilburg: XL-supermarkt; Waalwijk/Kaatsheuvel, Breda, Ekkersrijt, Deurne, diverse kleine gemeenten: uitbreiding PDV/GDV in/om huis.


Super Supermarkt Keurmerk

8

Vakcentrumleden vullen zorgbehoeften ouderen in

Nederland vergrijst en de zorgkosten rijzen zo langzamerhand de pan uit. Niets doen is geen optie. De politiek zĂĄl op zoek moeten gaan naar nieuwe mogelijkheden en kansen om de toenemende kosten voor ouderenzorg te drukken. Als het aan het Vakcentrum ligt, kijkt zij daarbij ook naar de lokale supermarkt. De zelfstandige levensmiddelendetaillist kan namelijk op verschillende manieren een rol van betekenis spelen. In een gesprek hierover met Martin van Rijn, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft het Vakcentrum de steun die zelfstandige detaillisten (kunnen) geven uiteengezet. Zo kan de lokale super een grote bijdrage leveren in het voorzien in de dagelijkse levensbehoeften. Niet alleen door de verkoop van producten die normaliter in de levensmiddelendetailhandel worden gekocht, maar ook door nevenartikelen en -diensten aan te bieden als een stomerij en bankservices. Vooral in kleinere en krimpende gemeente is het van groot belang dat benodigde voorzieningen toegankelijk zijn en blijven voor ouderen. Door bijvoorbeeld de supermarkt de ruimte te geven voor haar activiteiten, kan het serviceaanbod worden verbreed. Voedingsadvies Voor wat betreft voedseladvies en maaltijdverstrekking kan de zelfstandige levensmiddelendetaillist eveneens een rol spelen. Evenwichtige voeding is voor iedereen belangrijk, maar zeker voor ouderen. Zij zijn echter niet altijd meer in de gelegenheid zelf een voedzame warme maaltijd te verzorgen. De ondernemer kan hierin bijdragen door een ruim en gevarieerd assortiment complete maaltijden aan te bieden, al dan niet in overleg met de zorgleve-

ranciers. Daarnaast kan de ondernemer voorlichting geven over gezonde voeding. Om dit te laten slagen moeten medewerkers wel worden voorzien van relevante kennis en/of moet er budget beschikbaar zijn om diĂŤtisten in de supermarkt uit te nodigen.

Taxiservice Verder kan de mobiliteit van ouderen door zelfstandige levensmiddelendetaillisten worden vergroot. Diverse ondernemers bieden al een taxiservice aan, waarbij minder validen thuis worden opgehaald om boodschappen te doen. De kosten die dit met zich meebrengt, kunnen mogelijk worden gecompenseerd door de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Afhaalpunt geneesmiddelen De levensmiddelendetailhandel kan in belangrijke mate bijdragen aan de vitaliteit van mensen. Zo kan het ophalen van geneesmiddelen worden vergemakkelijkt door in de supermarkt een afhaalpunt voor recept-geneesmiddelen aan te bieden. Daarnaast kan de toegankelijkheid van zelfzorgmiddelen worden versterkt. Enerzijds door het aanbieden van een ruim assortiment AV-geneesmiddelen. En anderzijds door het stimuleren van opleidingen tot gediplomeerd drogist, waardoor het assortiment kan worden verruimd met UAD-geneesmiddelen. Daarmee wordt gelijk bijgedragen aan het lifelong learning van winkelmedewerkers. Verstrekking hulpmiddelen Een belangrijke besparing in zorg kan tot slot gerealiseerd worden door levensmiddelendetaillisten een grotere rol te laten spelen in de verstrekking van (medische) hulpmiddelen voor specifiek ouderen, zoals incontinentiematerialen. Samen met supermark-

torganisaties kan een systeem worden opgezet dat ertoe leidt dat consumenten hulpmiddelen in hun supermarkt tegen een lagere prijs kunnen verkrijgen dan via de apotheek. Zeker voor ouderen is dat belangrijk, omdat het werken met e-commerce bestellingen op dit moment niet voor eenieder is weggelegd. De bezorging van zeer dure geneesmiddelen, die nu met een taxi vanuit de ziekenhuisapotheek worden bezorgd, kunnen beter aan de lokale supermarkt worden geleverd. Deze kan de medicijnen dan tezamen met de boodschappen thuisbrengen. Veel goedkoper en het bevordert bovendien het dagelijks contact met de omgeving. Kansen creĂŤren Kortom, door over traditionele grenzen heen te durven kijken en taboes te doorbreken ontstaan kansen. Winkels vormen het sociale hart van een wijk. Waar winkels verdwijnen ontstaat leegstand, leegloop en criminaliteit. Door de rol van zelfstandige detaillisten te onderkennen en ondersteunen worden niet alleen lagere zorgkosten gerealiseerd, maar wordt ook een fijnmazig distributienetwerk voor alle consumenten in stand gehouden.


Nieuws uit de branches

Volop omzetkansen voor de Kaas- en Delicatessenzaken Door het toepassen van actief en innovatief ondernemerschap kunnen ondernemers beter inspelen op de huidige en toekomstige behoeften van de consument. Dat is de conclusie van onderzoek naar de kansen en bedreigingen voor de Kaas- en Delicatessenwinkels. Een onderzoek dat het Vakcentrum, Kaas en Delicatessen speciaal voor haar leden liet uitvoeren. Gastronomische evenementen, workshops, proeverijen, catering lokaal en samenwerking met andere winkels worden als voorbeeld genoemd van actief en innovatief ondernemerschap. Het gaat er om dat een ondernemer een emotionele binding creëert bij zijn klant en hem betrekt bij de samenstelling van het productaanbod. Daarmee vergroot hij de loyaliteit en wordt een klant een ambassadeur. Beleving Prikkel één of meer zintuigen van de klant en creëer daarmee beleving. In de kaas- en delicatessenbranche is smaak heel belangrijk. Dus laat de consument proeven en deel tegelijkertijd het verhaal achter de producten. Ook het zien (uitstraling winkel, frisse kleuren, netheid), ruiken (productgeur, frisheid), voelen (zachtheid, stevigheid) en horen (sfeer- of vakantiemuziek) kan stimulerend werken voor de beleving en het aankoopgedrag van de consument. Dus ga daarmee aan de slag is het advies van het Vakcentrum, Kaas en Delicatessen. Individualisering Uit het onderzoek blijkt dat 62,5% van de consumenten zegt dat men specifieke, persoonlijke voorkeuren heeft. Speel als ondernemer hierop in door het leveren van maatwerk bijvoorbeeld met meer eenpersoonsverpakkingen en/of hersluitbare verpakkingen. Of met

persoonlijke verkoop door deskundigheid en klantvriendelijkheid. Ook het werken met innovatieve productcombinaties op basis van bijvoorbeeld recepten of in de vorm van kant-en-klaar maaltijden met een aanduiding van allergenen is een kans voor ondernemers.

Storytelling De consument heeft graag kennis van het product en wil weten waar het vandaan komt, zo blijkt uit het onderzoek. Effectief gebruik van ‘storytelling’ kan leiden tot een verdubbeling van de koopintentie en dus de omzet. Betrek leveranciers en personeel bij het maken van het verhaal achter het product. Maak samen indruk op uw (potentiële) klant. Technologie Veel leden hebben een eigen website of een site die wordt gefaciliteerd door de franchiseorganisatie. Gebruik deze om informatie te verstrekken aan de consumenten. Maak ook gebruik van de kracht van de social media. Het is een gemakkelijke manier om direct de huidige klant aan te spreken. Maar ook indirect de potentiële klanten. Reacties van

mensen op Facebook, Linkedin of Twitter vergroten de verbondenheid van de (potentiële) klant en draagt bij aan de emotionele binding door ‘storytelling’ en ‘beleving’. E-commerce Het moge duidelijk zijn dat e-commerce sterk in opkomst is. Webwinkels kunnen zeker ook door speciaalzaken worden gebruikt voor verkoop via internet. De 24-uurs consument is niet gebonden aan openingstijden. Als winkelier met een webwinkel bent u dat ook niet. Het blijkt dat in de leeftijdscategorie 20-40 jaar 59% van de mensen vaak inkopen doet via internet. In de categorie van 40-65 jaar is dat percentage 41%. Voor ondernemingen met een doelgroep tot 65 jaar is een webwinkel dus een serieuze overweging. Meer informatie Alle leden van de sectie Kaas- en Delicatessen krijgen een uitgebreide samenvatting van het rapport digitaal toegestuurd. Tevens wordt deze samenvatting als download op de website www.foodspecialiteitenwinkels.nl geplaatst.

9


ZorgPortaal

10

Wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters

Beschikking UWV altijd opvragen!

Vakcentrum ZorgPortaal is hét loket voor zaken als ziekteverzuim, Arbowetgeving en WIA. Omdat Vakcentrum ZorgPortaal zich specifiek richt op ondernemers in de levensmiddelenbranche, kunnen zij u van gericht advies voorzien. In VakcentrumNieuws aandacht voor de wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters. Op 1 januari 2013 is de wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters (BEZAVA) in werking getreden. Deze wet, ook wel bekend onder de noemer ‘Modernisering Ziektewet’, heeft grote financiële gevolgen voor werkgevers en werknemers. Informatiebrief Een deel van de ondernemers heeft inmiddels een informatiebrief met bijlage van het UWV ontvangen. Deze bijlage bevat een lijst met ex-werknemers van de onderneming die in het jaar 2012 uitkeringen van de Ziektewet (ZW) of de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) hebben ontvangen. Vier weken Het is de bedoeling dat onderne-

mers aanvinken van welke mensen zij beschikkingen ZW of WIA willen ontvangen. Eventuele onjuistheden kunnen eveneens worden aangegeven. De bijlage moet vervolgens binnen vier weken worden teruggestuurd naar het UWV. Na ontvangst van de beschikking kunnen ondernemers binnen zes weken bij het UWV bezwaar maken. Als er sprake is van een UWV uitkering aan ex-werknemers, die bij de ondernemer ziek uit dienst zijn gegaan, wordt de premie 2014 bij de ex-werkgever verhoogd. Advies VakcentrumZorgPortaal Vakcentrum ZorgPortaal adviseert ondernemers om bij alle medewerkers aan te geven dat zij een beschikking willen ontvangen. De administratie van het UWV is niet

altijd feilloos gebleken. Het is dus belangrijk dat iedere werkgever de toekenningen Ziektewet en WGA Flex controleert en opvraagt. Te veel premie Als ondernemers geen controle instellen, lopen zij het risico te veel premies te gaan betalen. Bijvoorbeeld voor personen die nooit bij hen hebben gewerkt. Of voor personen die wel bij hen hebben gewerkt, maar niet ziek uit dienst zijn gegaan. Meer informatie De komende maanden zal VakcentrumNieuws u nader informeren over alle consequenties van deze nieuwe wet. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met het Vakcentrum (0348) 41 97 71.

Betalingsverkeer

Pinnen steeds goedkoper Gemiddeld is een pintransactie tegenwoordig drie cent goedkoper dan een transactie met contant geld. Dat blijkt uit een recent kostenonderzoek van de Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen (SBEB). Pinnen was al goedkoper dan een transactie met contant geld, maar het verschil is de laatste jaren groter geworden. Pinnen biedt meer voordelen. Zo wordt de veiligheid in en rond winkels vergroot. Doordat er minder contant geld in de winkels

aanwezig is, neemt het risico op overvallen en grepen in de kassa namelijk af. Verder is pinnen gemakkelijker voor de klant. Tussen 2009 en 2012 is het aantal pintransacties bij toonbankinstellingen (detailhandel, horeca, tankstations, marktkramen) met 33 procent gestegen. Het aantal contante betalingen is in diezelfde periode sterk gedaald. Inmiddels wordt meer dan de helft van alle omzet bij toonbankinstellingen gepind.


11

Interactief

Poll ‘vakantiekrachten’ Menig ondernemer maakt in de zomer gebruik van vakantiekrachten. Maar wat vindt u daar eigenlijk van? Zorgen vakantiekrachten voor fris bloed en bent u er blij mee, of vindt u het juist lastig om aan goed en betrouwbaar personeel te komen?

Supermarkten • • •

In NieuwsPortaal vroegen wij supermarktondernemers: Zijn vakantiekrachten een lust of een must? Uit de vele reacties blijkt dat vrijwel iedereen blij is met vakantiekrachten. Ze zijn de medewerkers en klanten van de toekomst, zegt 65%. En een prima oplossing voor een tijdelijk probleem, stelt 18%. Voor drogisten en speciaalzaakondernemers was dit keer een aparte poll. Zij blijken niet minder vaak gebruik zouden maken van vakantiekrachten. Maar liefst 58% maakt er zeker gebruik van, 12% waarschijnlijk, 3% misschien en 27% zeker niet.

• • •

Lust, ze zijn mijn medewerkers en klanten van de toekomst (65%) Lust, een prima tijdelijke oplossing voor een tijdelijk probleem (18%) Must, ze zijn moeilijk te vinden (0%) Must, ze zijn moeilijk te motiveren (17%) Noch lust, noch must (0%) Anders (0%)

Drogisten en Speciaalzaken • • • • •

Zeker gebruik van vakantiekrachten (58%) Waarschijnlijk gebruik van vakantiekrachten (12%) Misschien gebruik van vakantiekrachten (3%) Waarschijnlijk geen gebruik van vakantiekrachten (0%) Zeker geen gebruik van vakantiekrachten (27%)

Twitteraars gevolgd


12

Energie en geld besparen met licht

Super Supermarkt Keurmerk

Duurzaam verlichten, wat led je? Als één van de eerste supermarktondernemers stapte Albert Heijn-franchiser Cees van der Poel volledig over op ledverlichting in zijn winkels. Een aanrader volgens de SSK-gecertificeerde ondernemer. “Het is goed voor het milieu en het bespaart je veel geld. Een win-winsituatie dus.” Tijdens het certificeringtraject voor het SSK-keurmerk kwam Van der Poel in aanraking met ledverlichting. Al snel kwam hij erachter dat deze verlichtingsbron een uitkomst was voor zijn winkels. “Het past helemaal binnen duurzaam ondernemen. Er mee starten is heel eenvoudig en je boekt gelijk goede resultaten.” Het is dat de ondernemer zijn klanten heeft verteld dat hij led gebruikt, anders hadden zij het nooit gezien of gemerkt. “Je ziet het verschil niet. Ik heb in mijn winkels testen gedaan welke kleur de klanten het prettigst vinden. Daaruit bleek dat we in de gangpaden 3000 Kelvin en bij de bedieningsafdelingen 2500 Kelvin moeten gebruiken. Led heeft zo’n goede lichtopbrengst dat ik op enkele punten zelfs minder lampen nodig heb.” Het is zeker niet zo dat ledverlichting alleen voor supermarkten interessant is. Ook voor speciaalzaken is het een aanrader. Van der Poel voorzag gelijk zijn Gall&Gall-winkels ermee. Terugverdienen Eerlijk is eerlijk, de overschake-

ling op ledverlichting is in eerste instantie een behoorlijke investering. Van der Poel was zo’n € 30.000 per supermarkt kwijt en zo’n € 2.200 per slijterij. “Maar dat geld heb ik er na twee jaar weer uit. En ik bespaar zo’n 65% op mijn energierekening, krijg een energie-investeringsaftrek van zo’n 11% en kan dankzij de huidige regelgeving de investering in twee jaar afschrijven. Dat is allemaal best aantrekkelijk. En aangezien ledlampen minimaal een jaar of tien meegaan, heb je er ook lang plezier van.” SSK-gedachtengoed Een voorwaarde voor de ondernemer was wel dat de ledlampen allemaal in de bestaande armaturen moesten passen. Een redenatie die helemaal past binnen het SSK-gedachtengoed. Dat bleek geen enkel probleem. Een kwestie van een lamp vervangen en klaar was Cees. Voordeel Van der Poel raadt iedereen aan om te starten met ledverlichting. “Op dit moment kun je je ermee onderscheiden. Als dat effect is weggeëbd, blijft het financiële voordeel overeind. Natuurlijk kan een ondernemer zich afvragen wanneer hij over moet stappen

op dit soort ontwikkelingen, want de lampen zullen ongetwijfeld efficiënter en voordeliger worden. Maar voor mij was de keuze eenvoudig: zo snel mogelijk beginnen, is zo snel mogelijk profiteren.”

Fiscaal voordeel Wanneer u investeert in duurzame bedrijfsmiddelen komt u in aanmerking voor fiscaal voordeel via de Energie Investeringsaftrek (EIA). Als u daarnaast het SSK keurmerk heeft behaald of wilt gaan behalen komt u ook in aanmerking voor fiscaal voordeel via de Milieulijst 2013. Met de EIA kan 41,5% van de investeringskosten van energiebesparende bedrijfsmiddelen afgetrokken worden van de fiscale winst, bovenop de gebruikelijke afschrijving. Dankzij de notering van het SSK-keurmerk op de Milieulijst 2013 komt 13,5% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de investeringsaftrek (MIA) én 75% voor willekeurige afschrijving (Vamil). Op www. vakcentrum.nl/milieu. leest u meer over deze regelingen.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.