30 augustus 2014 30 ste jaargang
08
nr.
Nieuws
Dossier franchising nadert cruciale fase Transitie en de ‘5, 6, 7-regel’ P4 Franchisewetgeving in Frankrijk P6 en 7
Inhoudsopgave Pagina 3 Actueel Brainstormsessies franchising ministerie EZ Bijeenkomsten Ledenbijeenkomsten Vakcentrum Pagina 4 Bedrijfsadvies Transitie en de ‘5, 6, 7-regel’ Pagina 5 Achter de schermen Waarderingsonderzoek Vakcentrum Zorgportaal Subsidie praktijkleren Einde Chipknip Subsidie vitaliteit werknemers Pagina 6 en 7 Franchising Wat niet geregeld is in franchising verdient nu aandacht Pagina 8 en 9 Franchising Normenkader Vakcentrum geeft sturing aan toekomst franchising Pagina 10 Super Supermarkt Keurmerk SSK-ondernemer zorgt voor logische logistiek Pagina 11 Nieuws uit de branches Foodspecialiteiten 2014: veel bekends maar ook veel nieuws
Colofon
Mijlpaal
Pagina 12
Uit de praktijk Een leverancier komt afspaken niet na. Wat nu?
Vakcentrum feliciteert... Hans Westerbos en medewerkers met de opening van hun nieuwe Jumbo op 9 juli in Maassluis. Johan Plemp en medewerkers met de opening van hun nieuwe Jumbo op 16 juli in Landsmeer.
Redactie Blekerijlaan 1 3447 GR Woerden
Huub Miechielsen en medewerkers met de opening van hun nieuwe Jumbo op 16 juli in Breda.
T (0348) 41 97 71 F (0348) 42 18 01 E info@vakcentrum.nl I www.vakcentrum.nl Druk
Weevers Grafimedia
Vorden VakcentrumNieuws is gedrukt met bio-inkt op FSC®-mixed credit papier
Geert en Petra Benders en medewerkers met de opening van hun nieuwe PLUS op 26 augustus in Blerick. Arno Odink en medewerkers met de opening van hun nieuwe Jumbo op 28 augustus in Emmeloord.
Tweede kamer Het in januari door het Vakcentrum uitgebrachte rapport ‘Franchising en de ruimte voor zelfstandig ondernemerschap’ heeft zeker bijgedragen aan een brede politieke discussie over franchising. Nadat in de Tweede Kamer tot driemaal toe uitdrukkelijk aandacht is besteed aan dit onderwerp heeft minister Kamp toegezegd eind september met een reactie te komen. Ter voorbereiding organiseert zijn ministerie twee verkennende bijeenkomsten. Vanzelfsprekend heb ik onze achterban gevraagd nogmaals input te leveren en de reacties zijn niet uitgebleven. De reacties doen pijn. Als ervaren franchisenemers zeggen dat zij hun kinderen afraden om hen op te volgen, omdat de ruimte voor zelfstandig ondernemerschap te klein is geworden. Als ondernemers aangeven met welke problemen zij zijn geconfronteerd, omdat zij als aspirant ondernemer niet de goede informatie hebben gekregen. Als ondernemers die wel advies hebben gevraagd, later ontdekken dat deze adviseur voor zijn omzet afhankelijk is van de franchisegever. Als franchisenemers hun eigen franchisegever als concurrent in hun marktgebied tegenkomen. Als dienstverlening door de franchisegever wordt afgebouwd, terwijl de kostenbijdrage ongewijzigd blijft. Als geheimhoudingsverklaringen nog steeds worden afgedwongen, zodat de franchisenemer geen objectieve info mag inwinnen, dan is er niet alleen sprake van tegenstrijdige belangen, maar van een maatschappelijk probleem. Een probleem dat opgelost moet worden om zelfstandig ondernemerschap te ondersteunen en de bestaande machtsongelijkheid aan te pakken. Steun is daadwerkelijk nodig, tenslotte is iedereen het erover eens dat de MKB-ondernemer een maatschappelijke meerwaarde biedt. Ik hoop dat de komende discussies leiden tot het gewenste kader van regels. Gelukkig is steun te verwachten van de Tweede Kamer.
mr. Patricia E.H. Hoogstraaten, RAE directeur
Opinie
Inhoudsopgave
2
3
Actueel
Brainstormsessies franchising ministerie Economische Zaken Het Vakcentrum neemt op 1 en 8 september deel aan een tweetal brainstormsessies inzake franchising op het ministerie van Economische Zaken. Het Vakcentrum is hiervoor uitgenodigd door minister Kamp.
Bijeenkomsten
De eerste bijeenkomst gaat over de ondernemers die onvoldoende voorbereid aan het franchiseavontuur beginnen en zo in de problemen raken. Er is aanleiding om de voorlichting aan aspirant ondernemers te verbeteren. Wat is hiervoor nodig. Daarnaast gaat het in de eerste bijkomst over praktijken die het ministerie kwalificeert als ‘fraude onder de dekmantel van franchise’. Deze misstanden spelen een wezenlijke rol in de negatieve publiciteit rond franchise. Het ministerie heeft ervoor gekozen dit probleem als eerste onder de loep te nemen. Men wil tot een breed
gedragen definitie komen waarmee de grens tussen franchise en fraude kan worden gemarkeerd, zodat verdere gerichte aanpak mogelijk wordt. De tweede bijeenkomst is gericht op franchisegevers en franchisenemers die samen gebruikmaken van de formule. De aard van franchise als een duurovereenkomst brengt met zich mee dat het inrichten en behouden van een goede samenwerking voor beide partijen van bijzonder belang is. Dit stelt hoge eisen aan onderhandelingsprocessen tussen partijen voorafgaand aan, tijdens, en ook bij beëindiging van de samenwerking als franchisegever en franchisenemer. Ook de beslechting van eventuele geschillen die tijdens de samenwerking ontstaan, vraagt bijzondere aandacht. Deze bijeenkomsten zijn een goe-
minister Henk Kamp de gelegenheid de problematiek onder de aandacht van de politiek te brengen. Vanzelfsprekend zal het Vakcentrum de nieuwe input voor het voetlicht brengen bij Nederlandse en Europese parlementariërs. Lees meer over franchising op de pagina’s 6, 7, 8 en 9.
Ledenbijeenkomsten Vakcentrum Dit najaar staan diverse informatieve ledenbijeenkomsten op de agenda. Doe er uw voordeel mee en meld u aan! Aanmelden kan via de aangegeven url’s. Bellen kan natuurlijk ook: (0348) 41 97 71. Wet werk en zekerheid Op 9 september organiseert Vakcentrum Bedrijfsadvies een informatiebijeenkomst over de Wet werk en zekerheid. Doel is ondernemers voor te bereiden op de veranderingen die de wet met zich meebrengt. Een gedeelte van de Wet werk en zekerheid gaat al in per 1 januari 2015. Een ander deel wordt per 1 juli 2015 van kracht. Tijdens de ledenbijeenkomst zal het UWV aanwezig zijn. Meld u aan via: www.vakcentrum.nl/wwz
ID Reader Op 17 september organiseert het Vakcentrum ’s middags en ’s avonds twee bijeenkomsten waarin Veiligheid en ID-Readers centraal staan. Voor veel ondernemers en (kassa)medewerkers is een leeftijdsscanner een uitkomst. Speciaal voor leden heeft het Vakcentrum een forse korting bedongen. Een leeftijdsscanner AVD-520 kost – bij deelname bijeenkomst - daarom geen €195, maar €81,50 (excl. btw en verzending)! Er gelden enkele voorwaarden aan het verkrijgen van de korting aangezien deze vergoed wordt door de overheid. Tijdens de bijeenkomsten komt ook de communicatie met de (te) mondige klant uitgebreid aan bod. Meld u aan via: www.vakcentrum.nl/id
Etikettering Op 1 oktober en op 13 oktober organiseert het Vakcentrum voorlichtingsbijeenkomsten over de nieuwe etiketteringswetgeving. De bijeenkomst op 1 oktober vindt plaats op de Vakbeurs Foodspecialiteiten in Houten. Tijdens deze bijeenkomsten zal Ghislaine Mittendorff, Coördinerend Specialistisch Inspecteur bij de NVWA, aangeven welke gevolgen deze wetgeving voor ondernemers heeft. De nieuwe etiketteringen kunnen grote gevolgen hebben voor zelfstandige ondernemers. De aankomende wetgeving gaat in op 13 december 2014 en is vastgesteld op Europees niveau. Meld u aan via: www.vakcentrum.nl/etikettering
4
Toverformule bij ombouw C1000 naar Jumbo/AH/Coop
Bedrijfsadvies
Transitie en de ‘5, 6, 7-regel’ De ombouwoperatie van C1000 naar Jumbo/AH/Coop heeft de werktitel Transitie gekregen. Maar is er wel sprake van een transitie? En hoe zit het eigenlijk met de zogenaamde ‘5, 6, 7-regel’ waarmee ondernemers worden geconfronteerd tijdens deze ‘transitie’? Een alom geaccepteerde definitie van transitie luidt: Een structurele verandering die het resultaat is van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld economie. Dat er sprake is van een structurele verandering leidt geen twijfel. Maar hoe zit het met ‘het resultaat van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende ontwikkelingen’? Dat zou toch moeten betekenen dat een zelfstandige ondernemer er na de transitie uiteindelijk beter van wordt. Dit werd onderschreven door Jumbo door vlak na de overname te stellen dat ‘niemand erop achteruit mag gaan’. Er zijn helaas voorbeelden waar dit laatste niet wordt waargemaakt. Voorbeeld: C1000-ondernemer A heeft vier jaar geleden €800.000 geïnves-
teerd in zijn C1000. Over een jaar zouden de meeste afschrijvingen zijn weggevallen en groeit zijn netto resultaat naar €350.000 per jaar. Dit zou hij nog een aantal jaren kunnen volhouden zonder al te hoge investeringen te doen. De vermogenstoename zal de komende drie jaar al gauw circa €600.000 bedragen. Echter, de formule waar hij op over zou moeten gaan, levert hem minder omzet op. Bovendien moet A ook nog €1,3 miljoen investeren. Ondanks alle bijdragen in het kader van de overgangsregeling, zal het netto resultaat afnemen naar €50.000 het eerste jaar, €75.000 het tweede jaar en €125.000 in jaar 3, 4 en 5. Dat betekent grosso modo een negatief verschil in vermogensopbouw van €500.000 en voldoet daarmee niet aan wat als redelijk mag worden ervaren. Dus dan maar onderhandelen over aanvullende regelingen. Dat lukt wel enigszins, maar dan komt opeens de ‘5, 6, 7-regeling’ als toverformule op tafel. Eigen vermogen Wat houdt die ‘stelregel’, want
zo wordt hij genoemd, nou precies in? Het betekent dat het eigen vermogen na maximaal 5 jaar weer het niveau van de start moet hebben bereikt, dat de exploitatie in het 6de jaar zonder bijdragen van de organisatie zou moeten kunnen draaien en de financiering in 7 jaar afgelost moet zijn. 5 Om met de 5 te beginnen: A zou de komende vijf jaar als C1000 een groei van het eigen vermogen hebben gehad van ongeveer €600.000. Nu moet hij tevreden zijn met een vermogensgroei van zo’n €100.000 in 5 jaar. Omdat dat toch groei is, is het geen achteruitgang. Maar vergeleken met z’n huidige exploitatie een achteruitgang van een half miljoen euro! ‘Niemand mag erop achteruit gaan’ werd toch gezegd? 6 Dan de 6: Geen bijdrage van de organisatie nodig in jaar 6 ofwel de exploitatie moet voldoende zijn om “zelf de broek op te houden”. Dat is inderdaad bij A geen probleem.
5 7 Ten slotte de 7: Financiering in 7 jaar afgelost, dat kan makkelijk als je een groot deel van de investeringen uit eigen vermogen kan financieren of er wordt een flink ‘stamkrediet’ ingezet. (Stamkrediet is een bedrag dat na aflossing van kredieten overblijft aan rekening courant krediet en feitelijk niet binnen het zeven jarig aflossingstermijn hoeft te vallen.) Dit zijn vaak substantiële bedragen waardoor ook sneller aan de 7 eis wordt voldaan.
Conclusie En als dan volledig aan de ‘5, 6, 7-regeling’ wordt voldaan, wordt de conclusie getrokken dat er geen aanvullende maatregelen nodig zijn. Maar voldoet dit voor-
Vakcentrum Bedrijfsadvies Herkent u zich in deze situatie of heeft u nog vragen over dit onderwerp? Of misschien heeft u vragen over hele andere onderwerpen. Neem dan contact op
Beleidszaken
Achter de schermen Het Vakcentrum staat zijn leden met raad en daad bij. Ook door belangenbehartiging op beleidsniveau. Het Vakcentrum volgt beleidsontwikkelingen op de voet en probeert deze, waar mogelijk, te sturen. Een blik achter de schermen van uw brancheorganisatie.
Waarderingsonderzoek Vakcentrum ZorgPortaal De kwaliteit van het Vakcentrum ZorgPortaal staat bij ons hoog in het vaandel. Om die kwaliteit te waarborgen en verder te kunnen uitbouwen is het belangrijk voor ons om te weten wat u als gebruiker van het Vakcentrum ZorgPortaal vindt. Waarover bent u tevreden? Of ontevreden? Wat kan anders of beter? Suggesties? Wij horen het graag. Om deze meningen te weten te komen, is een vragenlijst opgesteld. Het invullen van de vragenlijst neemt ongeveer 5 minuten in beslag. Maakt u gebruik van het Vakcentrum ZorgPortaal (verzuimverzekering en verzuimbegeleiding) en heeft u het afgelopen jaar één of meerdere zieke medewerker(s) gehad? Vul dan de vragenlijst in vóór 15 september. U kunt deelnemen door op de banner ‘Waarderingsonderzoek Vakcentrum Zorgportaal’ te klikken op onze homepage.
beeld waarbij €500.000 minder vermogensgroei wordt gerealiseerd aan de verwachtingen van de transitie of dat ‘niemand erop achteruit mag gaan’? Wij denken van niet. U wel?
Subsidie praktijkleren Ondernemers die gebruikmaken van de subsidieregeling praktijkleren kunnen tot 15 september 17.00 uur hun subsidieaanvraag voor het afgelopen jaar digitaal indienen. Sinds 1 januari 2014 voorziet de subsidieregeling praktijkleren in een tegemoetkoming in de kosten van leerbedrijven voor de begeleiding van een mbo-bbl student. De subsidie wordt verstrekt na afloop van het studiejaar. Een mbo-studiejaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli. Elk jaar kunnen werkgevers uiterlijk 15 september na afloop hun subsidieaanvraag voor het voorgaande studiejaar digitaal indienen. Voor studiejaar 2013-2014 geldt de nieuwe regeling van 1 januari 2014 tot en met 31 juli 2014. Er geldt een maximumsubsidie van €2.700 per student per volledig studiejaar (40 weken) aan begeleiding.
Einde Chipknip Eind dit jaar is het einde oefening voor de Chipknip als betaalmiddel. Het gebruik van de Chipknip daalde vorig jaar met 18% ten opzichte van het jaar ervoor. Consumenten wordt aangeraden om tijdig, voor 31 december, hun Chipkniptegoed af te waarderen via de oplaadautomaten. Inmid-
met Vakcentrum Bedrijfsadvies. Onze bedrijfseconomische adviseurs staan u graag te woord en zijn bereikbaar op telefoonnummer (0348) 41 97 71.
dels zijn er veel initiatieven ter vervanging van de Chipknip. Contactloos betalen is daar één van. Een aantal ondernemers heeft in de eerste helft van dit jaar al een start gemaakt met het stimuleren van contactloze betalingen.
Subsidie vitaliteit werknemers Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid maakt €22 miljoen vrij voor projecten om werknemers gezonder en langer aan het werk te houden. Op 15 oktober start een nieuwe ESF-regeling (Europees Sociaal Fonds). Bedrijven kunnen 50% subsidie ontvangen voor kleinschalige projecten van maximaal €20.000. Door de stijgende pensioenleeftijd en de vergrijzende beroepsbevolking is duurzame inzetbaarheid van werknemers een urgenter thema. Steeds meer bedrijven treffen maatregelen om medewerkers langer en fit aan het werk te houden. Projecten kunnen betrekking hebben op maatregelen om de gezondheid en vitaliteit van medewerkers te bevorderen. Ook initiatieven om de interne – en externe mobiliteit te bevorderen, zodat werknemers aantrekkelijk kunnen blijven voor de organisatie en de arbeidsmarkt, behoren hiertoe.
Franchising
6
Wat niet geregeld is in franc In Frankrijk is het nog niet zo slecht gesteld met de wijze waarop de franchisenemer is beschermd. Dit is er bij wet geregeld. Een pakket regels en een geschillencommissie beschermen de positie van zelfstandige ondernemers. Vakcentrumdirecteur Patricia Hoogstraaten is benieuwd naar de ervaringen van haar Franse collega Philippe Pilliot, directeur van de FNDECB en ging met hem in gesprek. Het Vakcentrum strijdt voor het invoeren van franchisewetgeving. Frankrijk heeft die al in de wet Doubin. Bent u hierover tevreden? “Zeer tevreden. De wet stamt uit 1994 en verving toen een passage in het Wetboek van Koophandel. De regels die in de wet zijn opgenomen zijn niet langer vrijblijvend, maar verplicht. De regels zijn transparant en franchisegevers moeten ze naleven.” Beschermt de wet Doubin ondernemers ook in de precontractuele fase, dus in de fase waarin nog geen sprake is van een franchiseovereenkomst? “Ja, de wet legt franchisegevers de verplichting op om schriftelijke informatie te verstrekken aan de aspirant franchisenemer vóór de ondertekening van het definitieve contract.” Franchisenemers zijn dus goed beschermd? “Ja. Op papier zijn franchisenemers uitstekend beschermd.” In de praktijk niet dan? “De regels zijn niet allesomvattend. Dus ze worden nogal eens omzeild door franchisegevers. Het is zeker niet zo dat alles wat zij doen illegaal is. Maar gaatjes of onduidelijkheden in de wet worden door franchiseorganisaties benut om hun eigen weg te gaan.”
Philippe Pilliot Dus eigenlijk kan het in Frankrijk nog beter worden geregeld? “De regels die wij hebben zijn een heel goede aanzet. Maar zolang er mogelijkheden zijn om regels te omzeilen, is het resultaat allesbehalve optimaal. Onze wet Doubin zou in wezen geüpdate of geüpgrade moeten worden. Daarom geef ik u het advies om in regelgeving zo compleet mogelijk te zijn en geen genoegen te nemen met een algemeen kader. Deze ervaring heeft onze Belgische collega Luc Ardies ook. Daar is de precontractuele fase prima geregeld en nu is hij binnen buurtsuper.be druk bezig om ook de andere onderdelen geregeld te krijgen.” Wat zijn de belangrijkste knelpunten bij jullie? “Er zijn vele knelpunten te benoemen in alle fases van de franchiseovereenkomst. Dus zowel in de precontractuele fase, als gedurende de looptijd als in de fase van beëindiging van de relatie en zelfs nog erna. De belangrijkste knelpunten ontstaan door het feit dat de goede regels die we heb-
ben niet waterdicht blijken te zijn. Het is ook jammer dat in het geval van misstanden de franchisenemer nog steeds moeilijk zijn gelijk kan halen ook al is er een geschillencommissie.” U refereert aan een geschillencommissie. Die moet er toch juist voor zorgen dat franchisenemers op eenvoudige en goedkope wijze hun problemen kunnen voorleggen en dat zij op korte termijn de visie van de commissie ontvagen? “Dat zou inderdaad zo moeten zijn. Maar voor de geschillencommissie geldt eigenlijk hetzelfde als de wet Doubin: in de basis goed, wij waren er een groot voorstander van, maar in de praktijk werkt het wel eens anders.” Dat moet u toch even nader toelichten. “Geschillen worden beoordeeld door een arbitragecommissie met goed opgeleide deskundigen afkomstig uit onderzoeksinstituten en universiteiten. In de praktijk blijkt dat er op die deskundigheid
chising verdient nu aandacht niets valt aan te merken. Echter ook de franchisegevers erkennen die kwaliteiten, reden waarom zij vaak door hen als adviseurs worden ingehuurd. Deze mensen krijgen zo commerciële banden met franchisegevers. Het spreekt voor zich dat dit niet de gewenste neutraliteit en onpartijdigheid oplevert. Daarnaast zijn de kosten voor het arbitrage-instituut zo hoog dat ondernemers er weinig gebruik van kunnen maken. Uiteindelijk is het dus de franchisegever die hiervan profiteert.” In Nederland streven wij ook naar een geschillencommissie. Zo’n commissie is blijkbaar niet zaligmakend? “Vooropgesteld: een geschillencommissie is een goed instrument. Maar zorg er dan wel voor dat de geschillencommissie absoluut onafhankelijk is en blijft en dat het een laagdrempelige, betaalbare instantie is. Een snelle gerechtelijke procedure bij goede wetgeving biedt wellicht een meer te prefereren oplossing.” Het beëindigen van een franchiserelatie, na het einde van de looptijd is bij ons vaak moeilijk vanwege de combinatie met huurovereenkomsten. Is dat in jullie wetgeving opgelost? “Was het maar waar. Dit is één van de gaten die gevonden zijn door de franchisegever. Het komt steeds vaker voor dat franchisegevers hun franchisenemers een franchiseovereenkomst laten tekenen voor een periode die niet gelijk is aan de duur van het eveneens aangeboden leveringscontract. Het is zeer onwaarschijnlijk dat de franchisenemer het voor elkaar krijgt om de looptijd van de twee contracten goed op elkaar af te stemmen. Hierdoor wordt het voor een franchisenemer heel moeilijk om afscheid te nemen van een franchisegever.”
Over FNDECB
De FNDECB (Fédération Nationale de l’Epicerie, Caviste et Spécialiste en produits Bio) is de Franse equivalent van het Vakcentrum. De FNDECB vertegenwoordigt meer dan 32.000 zelfstandige supermarktondernemers, 2400 biologische speciaalzaakondernemers en 5400 wijnhandelaren. De belangrijkste missie van de FNDECB is om de duurzaamheid van de beroepen die zij vertegenwoordigen te garanderen, reflecteren en acties om het bedrijf te verbeteren en de ontwikkeling van de opleiding uit te voeren. De FNDECB wordt voorgezeten door Bernard Regnault. Philippe Pilliot is de directeur en actief in Europees overleg tussen zusterorganisaties van het Vakcentrum. Kunt u hiervan een voorbeeld geven? “Een tijdje geleden riep een ondernemer onze hulp in. Hij had net een franchiseovereenkomst met de looptijd van vijf jaar met Casino ondertekend. Onderdeel van de overeenkomst was een investering van Casino van €60.000 voor verbouwingen aan de winkel. Gedurende de werkzaamheden kreeg de ondernemer te horen dat de kosten voor de werkzaamheden €20.000 tot €30.000 hoger uit zouden vallen. Deze kosten zouden op de ondernemer verhaald worden, tenzij hij zou tekenen voor een verlenging van het franchisecontract met twee jaar.” Kunt u nog meer voorbeelden geven van misstanden die ondanks de wettelijke bescherming plaatsvinden in Frankrijk? “In de praktijk zien wij bijvoorbeeld dat sommige franchisegevers zoals Carrefour (Carrefour City, Carrefour Contact, Carrefour Market) van hun franchisenemers eisen dat zij hun bedrijf in een rechtspersoon gaan uitoefenen waar de franchisegever dan recht heeft op 23% van de aandelen. Dit werpt vanzelfsprekend voor de zelfstandige ondernemer een onoverkomenlijke drempel op. Met die 23% heeft de franchisegever wezenlijke invloed op zijn ondernemersbeslissingen en kan bepaalde besluiten zelfs blokkeren.”
“Je ziet op verschillende plekken een onbalans in de verhoudingen. Neem bijvoorbeeld de verplichte opening. Casino en Carrefour verplichten de franchisenemers in Parijs om alle dagen van de week open te zijn. Er zijn echter lokale regelingen waardoor de franchisenemer verplicht wordt op zondag of maandag gesloten te zijn. Als de overheid dit aanpakt, wordt de franchisenemer aangepakt en die zit dan met de veroordeling. Ook de aanbiedingsplicht aan de franchisegever heeft vaak tot gevolg dat de franchisenemer geen reële overnameprijs ontvangt. Verder worden er net als bij jullie geheimhoudingsvoorwaarden opgelegd, waardoor de ondernemer niet naar een adviseur durft te gaan.” Wij bevinden ons in een cruciale fase in de lobby rond het franchisedossier. Wat wilt u ons meegeven? “Wij volgen met belangstelling de ontwikkelingen in Nederland. Het is heel goed dat het Vakcentrum een voortrekkersrol neemt in het dossier en vooral geen afwachtende houding aanneemt. De juiste stappen zijn gezet. Het advies is om niet voor een tussenoplossing te gaan, want dan kun je over enkele jaren opnieuw aan de slag. Verder adviseer ik zeer goed te overwegen welke vorm van geschillenbeslissing te prefereren is.”
7
Franchising
8
Normenkader Vakcentrum geeft sturing aan toekomst franchising Het dossier franchising komt in een cruciale fase. Op 1 en 8 september organiseert het ministerie van Economische Zaken een tweetal brainstormsessies waar deskundigen hun visies delen op de invulling van franchising. Het Vakcentrum is (uiteraard) voor beide sessie uitgenodigd. Met het leveren van een normenkader franchising geeft het Vakcentrum sturing aan de toekomst van franchising in ons land. Maar hoe ziet dat normenkader er eigenlijk uit? Het normenkader maakt onderdeel uit van een veelomvattend Vakcentrum-document waarin staat hoe franchisenemers en franchisegevers met elkaar dienen samen te werken. Een 28-tal (minimale) normen maken dit document compleet. Hierin staan onder meer ‘algemene’ normen zoals het zich houden aan wet- en regelgeving, het zich gedragen als goed franchisegever en franchisenemer, een inspanningsverplichting naar elkaar toe en het voorkomen van het beschadigen van de formule. Echter, het Vakcentrum heeft ook andere normen toegevoegd. Op de volgende pagina vindt u een selectie uit dit normenoverzicht. Inhoud Het Vakcentrum heeft meer informatie geleverd aan het ministerie dan alleen het minimale normenkader. In het document wordt ook invulling gegeven aan relevante definities, aan inhoudbepalingen van contracten (in totstandkoming, tussentijdse wijzigingen en verlengingen), contractsvoorwaarden en een onafhankelijke
minister Henk Kamp en deugdelijke geschillenbeslechting. Concrete onderwerpen als zorgplicht, tijdigheid van het verstrekken van informatie, voorkomen van eenzijdigheid en transparantie worden benoemd. De inhoud van het document is in lijn met de lobby die het Vakcentrum al geruime tijd voert in zowel het Europese als het Haagse parlement. Daarbij is het goed te weten dat in beiden de standpunten van het Vakcentrum breed worden gedragen en dat deze ook hebben geleid tot de vraag van minister Kamp om kennis en expertise te leveren aan zijn departement om te komen tot wet- en regelgeving binnen franchising. Het Vakcentrum zal de inhoud van het document nader toelichten tijdens de brainstormsessies die op 1 en 8 september plaatsvinden. Zoals de leden van het Vakcentrum mogen verwachten, worden ook daar hun belangen maximaal verdedigd.
Rechten en plichten Het opstellen van het document met normenkader is een essentieel onderdeel in de totstandkoming van wet- en regelgeving rond franchising. Evenwicht in de relatie tussen franchisegever en franchisenemer staat centraal. Daarom draait het om de rechten en plichten die franchisegevers en franchisenemers naar elkaar hebben in een franchiserelatie. Er is zeker geen sprake van een eenzijdig document dat zich alleen toespitst op het bevoordelen van de franchisegever. Het Vakcentrum is en blijft een groot voorstander van franchising als samenwerkingsverband. Daarover mag geen misverstand bestaan. Het is een zeer goede manier van samenwerking. Maar dan moet er wel balans zijn tussen de betrokken partijen. Daar staat het Vakcentrum voor en zij zal er alles aan doen om dit te bewerkstelligen.
9 Normenkader In het document geeft het Vakcentrum aan onder welke voorwaarden een overeenkomst tot stand moet komen. Daarnaast staan er algemene normen in genoemd die nageleefd dienen te worden. Een greep uit het Vakcentrum-normenkader (niet uitputtend en in willekeurige volgorde): •
De franchisegever dient te allen tijde in de overeenkomst de rechten van de franchisenemer in het kader van fusie en/of overname te waarborgen, waarbij steeds de mogelijkheid wordt verschaft om zonder schadeplicht en gebondenheid aan een concurrentiebeding een beroep te doen op een redelijke ‘exitregeling’;
•
De franchisegever mag een (aspirant) franchisenemer het sluiten van een (volgende) franchiseovereenkomst, bijvoorbeeld voor een tweede winkel, niet op willekeurige redenen weigeren. Weigering kan dus alleen op grond van vooraf geformuleerde objectieve en transparante gronden ter voorkoming van misbruik en/of schade aan de formule;
•
De franchisegever mag niet eenzijdige, onredelijke, ongegronde en onvoldoende onderbouwde kostenverhogingen doorvoeren;
•
De franchisegever dient de franchisenemer tenminste 20% deconcentratie via bijvoorbeeld plaatselijke leveranciers toe te staan. Voorwaarden aan deconcentratie kunnen alleen zijn dat de franchisenemer voldoet aan geldende wet- en regelgeving en bestaande overeenkomsten in redelijkheid respecteert;
•
De franchisegever dient de franchisenemer te allen tijde een redelijke termijn te verschaffen om te reageren op een aanbod en/of een verklaring van de franchisegever;
•
De franchisegever zal een besluit tot beëindiging van de overeenkomst steeds schriftelijk, goed gemotiveerd en ondubbelzinnig nemen. Van een bevoegdheid tot beëindiging zal de franchisegever behoedzaam gebruikmaken;
•
De franchisegever mag de inhoud van zijn verplichtingen nimmer wezenlijk beperken ten opzichte van de redelijke verwachtingen van de franchisenemer, tenzij de franchisenemer de mogelijkheid wordt verschaft om zonder schadeplicht en gebondenheid aan een concurrentiebeding een beroep te doen op een redelijke ‘exitregeling’;
•
De franchisegever mag de franchisenemer niet verplichten tot het sluiten van een overeenkomst met haar of een andere partij, tenzij dit redelijkerwijs van de franchisenemer kan worden gevergd, bijvoorbeeld als in redelijkheid geen alternatieve contractspartijen toegankelijk zijn;
•
Een geheimhoudingsbeding opgelegd door de franchisegever mag er nooit toe leiden dat de franchisenemers geen advies mag inwinnen;
•
Op de franchisegever rust de bewijslast van de juistheid, volledigheid en tijdigheid van de feiten die in de informatie zijn vervat op basis waarvan de overeenkomst mede door de ander is gesloten;
•
Op franchiseovereenkomsten, gesloten met een franchisenemer voor de exploitatie van een franchise geheel of ten dele in Nederland dient het Nederlandse recht van toepassing te zijn en de Nederlandse rechter, dan wel een Nederlandse arbiter bevoegd te zijn;
•
De franchisegever mag een bedongen exclusieve marktgebied na het sluiten van de overeenkomst niet zonder redelijke grond wijzigen. Bij wijziging zal de mogelijkheid wordt verschaft om zonder schadeplicht en gebondenheid aan een concurrentiebeding een beroep te doen op een redelijke ‘exitregeling’;
•
De franchisegever mag zonder schriftelijke toestemming geen gebruikmaken van consumentendata die aan de franchisenemer toebehoren. Deze schriftelijke toestemming kan niet worden verkregen door ondertekening van de franchiseovereenkomst.
Super Supermarkt Keurmerk
10
SSK-ondernemer zorgt voor logische logistiek
Het SSK-thema Transport en Logistiek gaat niet alleen over een slimme en effi ciënte winkelbevoorrading, maar ook over een goede doorstroom in de supermarkt en een goede bereikbaarheid. Hierbij kun je denken aan brede gangpaden en maatregelen om wachtrijen bij kassa’s te beperken, maar bijvoorbeeld ook aan voldoende (fi ets) parkeergelegenheid en aan een thuisbezorgservice. Ondernemers met een SSK keurmerk zorgen kortom voor een logische logistiek. Zo start Jumbo Sterrenburg in Dordrecht volgende maand met een lokaal bedrijf een taxiproject voor ouderen. Met milieuvriendelijke, elektrische busjes zullen ouderen van en naar de supermarkt worden getaxied. Omdat de busjes worden bestuurd door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt is hier sprake van een win-winwinsituatie.
Coop Stavoren in Stavoren geeft het goede fietsvoorbeeld door voor thuisbezorging gebruik te maken van een bezorgbakfiets. Ook klanten per watervervoer kunnen hier trouwens gewoon de boodschappen doen. Voor hen is een speciale aanmeerplek aangelegd. PLUS Pansier in Renkum begrijpt toegankelijkheid. Deze winkel ligt één meter onder de grond en
Nieuwe SSK-gecertifi ceerden Onderstaande ondernemer heeft de afgelopen periode het Super Supermarkt Keurmerk ontvangen: PLUS Bellers in Overdinkel Het Vakcentrum feliciteert de ondernemers en medewerkers van harte met deze prestatie! Bent u ook een koploper op het gebied van duurzaam ondernemen? En heeft u nog geen keurmerk in uw supermarkt hangen? Schrijf u dan nú in voor het SSK! Ga naar www.supersupermarkt.nl voor de deelnamevoorwaarden en het inschrijfformulier. Daar vindt u ook een overzicht van alle SSK-supermarkten.
Like en volg SSK
Volg het Super Supermarkt Keurmerk online via www.facebook.com/supersupermarktkeurmerk en www.twitter.com/supersupermarkt.
was voorheen bereikbaar via een rollerbaan. Ondernemer Ton Pansier zag echter dat veel mensen met een rolstoel of rollator niet op de rollerbaan naar zijn winkel durfden te gaan. Nu heeft hij een lift geïnstalleerd. De klanten zijn er blij mee! C1000 Harlaar in Kapelle bespreekt ieder jaar met de gemeente hoe de bevoorrading zo min mogelijk overlast veroorzaakt voor de buurt. Als gevolg van dit overleg is de inrit verbreed en wordt er gebruikgemaakt van geluidsarme winkelwagentjes. Albert Heijn De Jong in Strijen weet hoe milieuvriendelijk vervoer wordt gestimuleerd. Met een fietsactie zijn maar liefst 700 fietsen gespaard door zijn klanten. Een daverend succes! Geef voorbeelden door! Dit zijn slechts enkele voorbeelden van SSK-ondernemers die logistieke uitdagingen weten om te buigen in kansen. Heeft u zelf ook een creatieve oplossing bedacht voor een logistiek probleem? Laat het ons weten op info@stichtingssk.nl of telefoonnummer (0348) 41 97 71.
Nieuws uit de branches
Foodspecialiteiten 2014: veel bekends maar ook veel nieuws
11
Op dinsdag 30 september en woensdag 1 oktober 2014 staat Expo Houten weer in het teken van vele foodspecialiteiten. Dan vindt voor de 25e keer de Vakbeurs Foodspecialiteiten plaats. Een must voor professionals in de foodsector. Tegelijkertijd is in hal 3 wederom de vakbeurs AGF Detail. Naarmate er meer bekend wordt over de invulling van de stands blijkt dat de producenten en de leveranciers steeds meer samenwerken in het gemeenschappelijk verkopen van hun producten. Tijdens de beurs zullen de verschillende zintuigen geprikkeld worden. Het zien door middel van de vele mooie plaatjes en productkleuren. Het ruiken is niet te missen bij de vele versproducten zoals kaas, vlees, noten, olijven, oliën en wijnen. Het proeven krijgt uiteraard bij nagenoeg alle producenten en leveranciers de volle aandacht. En het gevoel wordt gestimuleerd bij het aanraken en voelen van de producten. Noviteiten De producten en concepten die gepresenteerd worden zijn exclusief, trendsettend, van bijzondere smaak en vernieuwend. Alle bezoekers kunnen op de beurs waardevolle ideeën opdoen. Producenten en leveranciers hebben nieuwe producten (introductie na 1 januari 2014) aangemeld voor de Noviteitenprijs. Deze producten worden centraal in de speciale Noviteitenstand getoond. Op dinsdag 30 september om 19.00 uur zal een vakkundige jury de beste noviteit van de beurs bekendmaken. Demonstratiekeuken Tijdens de beurs zullen verschillende demonstraties worden gegeven in de keuken op de beursvloer. Een groot aantal prominenten zal de
toepassingsmogelijkheden van producten, die op de beurs getoond worden, laten zien. Vele presentatie- en bereidingsmogelijkheden van kaas zullen getoond worden, maar ook zullen demonstraties gegeven worden van bonbons en tapas maken. Young Professionals Op woensdag 1 oktober is tussen 11.00 en 13.00 uur de beurs exclusief open voor laatstejaarsstudenten van de ROC’s en HBOstudenten gericht op Horeca en Foodservice. Er wordt dan getest of met deze activiteit de vakbeurs ‘futureproof’ gemaakt kan worden. Het is een fantastische mogelijkheid om jonge foodprofessionals te motiveren om een toekomst uit te stippelen in ons mooie vakgebied! NNKC Tijdens de Vakbeurs Foodspecialiteiten vindt opnieuw het Nederlands Nationaal Kaaskeur Concours plaats. Deze prestigieuze kaasproefwedstrijd trekt jaarlijks zo’n 450 deelnemers (uit de kaasindustrie, de handel en de detailhandel) die strijden om de hoofdprijs ‘De Gouden Kaasboor’. Holland Kaaskeuring Vanaf 2014 heeft Nederland zijn eigen kaaskeuring voor de beste nationale halfharde kaas: de Hol-
land Kaaskeuring. Deze competitie, georganiseerd door het NNKC, gaat dit jaar van start met vier categorieën. Aan de uitreiking van de gouden, zilveren en bronzen onderscheiding gaat een selectie en eerste keuring vooraf. De NNKC Vakjury is hiervoor verantwoordelijk. De genomineerde kazen gaan door naar de finale, gehouden tijdens de Vakbeurs Foodspecialiteiten en worden getoond in een prominente stand bij de ingang van de beurs. Registreren / Toegang De vakbeurs Foodspecialiteiten richt zich op alle professionals in de foodsector (foodspeciaalwinkeliers, cateraars, gastronomische horecaondernemers, supermarktondernemers, inkopers en categorymanagers retail, ambulante handelaren, importeurs, producenten en grossiers in kaas, noten en delicatessen). Voor het bezoeken van de Vakbeurs Foodspecialiteiten kunt u zich vooraf te registreren via de button op www.vakbeursfoodspecialiteiten.nl. Locatie Expo Houten, Meidoornkade 24 3992 AE Houten Openingstijden 30 sept.13.00 tot 22.00 uur 01 okt. 13.00 tot 22.00 uur
Vraag & Antwoord
12
Uit de praktijk
Als ondernemer heeft u vast wel eens een bedrijfseconomische of juridische vraag waar u zelf niet uitkomt. Gelukkig kunt u dan contact opnemen met de adviseurs van Vakcentrum Bedrijfsadvies. Zij zitten er speciaal voor u en kennen de wet- en regelgeving tot in de puntjes. In deze vaste rubriek leest u het antwoord op een veelgestelde praktijkvraag.
Vraag Een halfjaar geleden heb ik een nieuwe koeling aangeschaft, maar deze functioneert niet naar behoren. De leverancier heeft al een paar keer aangegeven dat hij komt kijken, maar tot een concreet bezoek is het nog steeds niet gekomen. Ondertussen zit ik met een koeling die ik niet kan gebruiken. Wat moet ik doen?
Antwoord Vakcentrum Bedrijfsadvies krijgt regelmatig telefoontjes van ondernemers die in de clinch liggen met leveranciers, afnemers en andere contractspartijen. Ze krijgen niet wat is afgesproken. Het product is niet goed, de service te beperkt, de betaling te laat. Vaak hebben ze dan al tig malen gebeld en soms nieuwe afspraken gemaakt, die dan ook weer misliepen. Uiteindelijk is de frustratie en de schade hoog opgelopen. En is het moment aangebroken dat er maatregelen moeten worden getroffen. Dat kan en zal door onze juridische afdeling goed worden opgepakt. Wat in dergelijke kwesties vaak de eerste actie moet zijn, is een ingebrekestelling. Een ingebrekestelling is een schriftelijke aanzegging van de schuldeiser aan de schuldenaar, dat de schuldenaar uiterlijk op de daarbij aangegeven redelijke tijd nakoming van de verbintenis
verlangt. De aanzegging mag de schuldenaar geen redelijke twijfel laten omtrent wat, wanneer en op welke grond van hem wordt gevorderd. Deze speciale aanzegging is meestal nodig om juridisch gevolgen te kunnen verbinden aan niet-nakoming. De schuldenaar kan meestal pas na een ingebrekestelling in ‘verzuim’ komen. En dan pas kan nakoming bij de rechter worden gevorderd, of ontbinding en/of schadevergoeding. De ingebrekestelling kan een ondernemer uiteraard ook zelf maken en sturen. Dat is vaak zelfs beter dan lange perioden van gesprekken over en weer, mondeling per telefoon of per e-mail. De ingebrekestelling kan het beste aangetekend worden verstuurd en er als volgt uitzien: “Wij zijn op [datum overeenkomst] overeengekomen dat [overeengekomen prestatie]. Ondanks herhaaldelijk verzoek om [prestatie] heeft u nog steeds niet [prestatie]. Wij stellen u dan ook formeel in gebreke. Wij verzoeken u nog één keer om [prestatie] aan ons te voldoen. De [prestatie] dient uiterlijk voor dd/mm/jjjj [redelijke termijn] te
zijn verricht door [specificaties verrichting/betaling]. Als de [prestatie] op voornoemde datum nog niet is [verricht/betaald] dan zullen wij overgaan tot nadere maatregelen. De rente en kosten die hiervan het gevolg zijn, zullen alsdan ook bij u in rekening worden gebracht.” Of korter en krachtiger: “Wij stellen u in verzuim en zullen [nakoming/ontbinding/ schadevergoeding inroepen/vorderen], tenzij u binnen [redelijke termijn] alsnog [prestatie]”. Let op: er zijn situaties waarbij een ingebrekestelling niet hoeft te worden gestuurd om juridische gevolgen aan niet-nakoming te verbinden. Dat is bijvoorbeeld het geval als nakoming alsnog niet meer mogelijk is (denk aan overtreding van een overeengekomen verbod). Ook kunnen partijen in de overeenkomst andere afspraken hebben gemaakt. Vakcentrum Bedrijfsadvies Neem voor meer informatie en andere vragen contact op met Vakcentrum Bedrijfsadvies. Onze juristen en bedrijfseconomen zijn bereikbaar op telefoonnummer (0348) 41 97 71.