VakcentrumNieuws 11 2017

november januari 2017

6

Ga uit van kracht, niet van macht

3 CAO

12

5 NATIONALE COMPETITIES

Levensmiddelendetailhandel Opzet van de jaarlijkse competities voor krijgt moderne cao foodspecialiteitenwinkels vanaf 2018 vernieuwd

EXCLUSIEF VOOR LEDEN

Algemene Verordening Gegevensbescherming hanteerbaar gemaakt

Ledenvoordeel Een van de voordelen van het lidmaatschap van het Vakcentrum, is het kunnen volgen van praktijkgerichte cursussen tegen een scherp tarief, of zelfs kosteloos.

Cursus ‘Arbo professionalisering’ Datum: 15 januari (hele dag) en 29 januari (dagdeel) 2018.

Start om 9.30 uur Goede arbozorg is belangrijk, maar lastig in de praktijk. Vooral met aangepaste wet- en regelgeving. Het Vakcentrum biedt haar leden kosteloos de cursus Arbo professionalisering aan. Zo bent u als ondernemer jaren verzekerd van een valide RI&E en heeft u een goed opgeleide preventiemedewerker.

Aan bod komen: actuele Arbowet- en regelgeving, de rol van de preventiemedewerker, de branche-RI&E (klassikale behandeling), het opstellen van een RI&E voor het eigen bedrijf (huiswerkopdracht), plenaire behandeling van de ingevulde RI&E en, indien nodig, het toetsen van de RI&E door een gecertificeerd deskundige.

Kijk voor meer informatie op de website van het Vakcentrum en schrijf u nu in: www.vakcentrum.nl/rie

Basiscursus ‘Alles over kaas’ Op 5, 12, 19 en 26 maart 2018, van 19.00- 22.00 uur Praktijkgerichte informatie over kaasbereiding en presentatie van kaas. Meer kennis van een product leidt tot betere verkoopresultaten én tot meer plezier in uw werk. De basiscursus wordt zoveel mogelijk afgestemd op uw eigen werksituatie.

Aan bod komen: soorten kaas, bereidingswijze, gezondheid en kaas, rijpen, affineren, vetgehalte, kwaliteitsaspecten, wijze van snijden van de diverse kaassoorten, HACCP en werkwijze, presentatie van kaas en promotie. Per avond worden 8 à 10 kazen geproefd en uitvoerig besproken.

Kijk voor meer informatie op de website van het Vakcentrum www.vakcentrum.nl/allesoverkaas

Save the date: 23 januari 2018 Nieuwjaarsbijeenkomst Vakcentrum De krachten bundelen, dat wordt het thema van het Vakcentrum in 2018. We starten daarmee tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst op 23 januari. Houd deze datum vrij voor een bijeenkomst vol inspiratie en bijzondere combinaties.

Colofon Redactie Blekerijlaan 1 3447 GR Woerden

I www.vakcentrum.nl Druk Weevers, Vorden Nummer 11, 33ste jaargang

2

Dag van de ondernemer De maatschappelijke meerwaarde van het zelfstandig ondernemerschap is zonder twijfel aanwezig! De erkenning daarvan begint te komen. In Brussel heb ik genoten van de viering van de Europese MKB winkeliersdag, georganiseerd door Eurocommerce, onze Europese koepelorganisatie.

Voorafgaand hieraan was er een gesprek met de Commissie over de definitie van het begrip MKB. Het gaat dan om omzet, balanstotaal en aantal medewerkers. Maatschappelijke meerwaarde speelt geen rol. Was dat maar wel het geval! In Brussel ondervindt men hinder van creatieve grote bedrijven die zich zo opsplitsen dat ze onder de MKB definitie vallen en zo voordelen genieten, onder andere op het gebied van financiele ondersteuning. Ik heb gesuggereerd te onderzoeken waarom zoveel echte MKB-ers in Nederland hier juist niet van profiteren!

Onbekendheid en extra nationale barrières spelen hierbij een rol. De MKB-ers verdienen dat.

Net als een moment waarop ze worden bedankt voor hun lef, doorzettingsvermogen en die maatschappelijke meerwaarde.

Daarom heeft MKB-Nederland de derde vrijdag van november uitgeroepen tot ‘Dag van de Ondernemer’. Erwin Binnenveld van Spar University, voormalig ZO2Z winnaar, is ambassadeur namens onze achterban. Andere Vakcentrumleden zetten die dag hun deuren open voor Kamerleden, burgemeesters en andere vertegenwoordigers.

Deze welverdiende erkenning moet niet tot één dag beperkt blijven. Daarmee bedoel ik niet dat de MKB-ers elke dag in het zonnetje gezet hoeven te worden. Dat past niet bij hun aard. Maar het zou wel mooi zijn als in wet- en regelgeving tenminste een gelijk speelveld wordt gecreëerd om hun concurrentiepositie te verstevigen. Het zal u niet verbazen dat ik hier als voorbeeld franchisewetgeving noem. Ik blijf uitkijken naar dat feestelijk moment. Nu ligt de focus op 17 november: de Dag van de Ondernemer! mr. Patricia Hoogstraaten RAE directeur

T (0348) 41 97 71 E info@vakcentrum.nl

Opinie

VakcentrumNieuws is gedrukt met bio-inkt op FSC®-mixed credit papier

Het Vakcentrum is de onafhankelijke belangenbehartiger en bewezen partner van zelfstandige detaillisten in food en fast moving consumer goods en franchisenemers.

De CAO partijen (CNV, FNV, VGL, Vakcentrum/ Coop) hebben onlangs een onderhandelingsresultaat voor de CAO Levensmiddelen bereikt. Het hoofdbestuur van het Vakcentrum heeft inmiddels een positief advies uitgebracht.

Levensmiddelendetailhandel krijgt moderne cao De stijging van de loonkosten, zoals in het voorstel opgenomen, is in lijn met wat in de markt gebruikelijk is.

Het Vakcentrum is er trots op dat er een belangrijke moderniseringsslag is gemaakt. Met de ‘tussenbaan’ is de branche een voorbeeld voor andere sectoren. De moderniseringsslag is straks ook terug te zien in de cao zelf. Die wordt makkelijker leesbaar en daardoor makkelijker toepasbaar.

Loonstijging gematigd, toeslagen blijven De loonstijging is gematigd gebleven met 3,5% over twee jaar. “Die is geheel in lijn met wat nu in de markt gebruikelijk is. Daarbij moet ik wel gelijk melden dat de toeslagen blijven. Maar we hebben wel afgesproken dat we een proef gaan doen met zelfroosteren en dan ook meenemen hoe we met toeslagen om moeten gaan.”

Blij met resultaat Patricia Hoogstraaten, als directeur van het Vakcentrum, een van de onderhandelaars namens de werkgevers, is blij met het onderhandelingsresultaat. “We hadden in het voortraject, eerder dit jaar al afgesproken met de werknemers dat we zouden gaan voor een moderne, toekomstgerichte cao. Ik ben blij dat dat gelukt is. We hebben baanbrekende ideeën, zoals de tussenbaan, daadwerkelijk vorm kunnen geven.

Daarbij ontwikkelen de loonkosten zich helemaal in lijn met wat elders gebruikelijk is. Bovendien ben ik blij met het brede draagvlak. Naast de CNV met wie we al langer spraken is ook de FNV aan tafel gekomen.”

Waarom werk je in de supermarkt?

Eerder dit jaar haalde de ‘tussenbaan’ al de kranten. “Het werd gezien als een baanbrekend voorstel.

Arbeidsmarktdeskundigen vonden en vinden dat de levensmiddelenbranche hiermee een voorbeeld stelt voor andere branches. We maken nu een onderscheid op basis van het loopbaanperspectief van de medewerkers in de detailhandel. Wil je daadwerkelijk carrière maken - dat kan immers heel goed- is het een baantje naast de studie of wil je een contract waarin je kunt kijken waar je sterke punten liggen? Dat is het uitgangspunt geweest. Voor die drie verschillende groepen kunnen we dan ook kijken naar de bijpassende arbeidsvoorwaarden.”

Looptijd en Loon De nieuwe cao heeft een looptijd van 24 maanden, te weten van 1 april 2017 tot 1 april 2019.

De loonschalen en werkelijke lonen worden verhoogd: • Met 1% per 1 november 2017 (vanaf periode 12, week 45, 6 november) • Met 1% per 1 maart 2018 (vanaf periode 3, week 9, 26 februari) • met 1,5% per 1 maart 2019 (vanaf periode 3, week 9, 25 februari).

De leden van het Vakcentrum hebben de nieuwe loontabellen inmiddels ontvangen. De tabellen zijn bovendien op de website van het Vakcentrum beschikbaar.

In het onderhandelingsresultaat worden de groepen aangeduid als ‘erbijbaners’, ‘tussenbaners’ en ‘loopbaners’.

“De ‘tussenbaan’ is dus echt nieuw.

Dit is een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd van vier jaar, voor meer dan 12 uur per week.

Met die termijn houden werkgevers de gewenste flexibiliteit en krij-

3

gen werknemers de tijd om zich te ontwikkelen. De ‘tussenbaan’ kan met name een oplossing bieden voor het in dienst nemen van carrière-switchers­, herintreders, re-integreerders­of ouderen.

Volkskrant 14 april 2017: ‘Plannen tussenbaan ­baanbrekend.‘

De ‘erbijbaner’ is met name de student die maximaal 12 uur per week werkt. De werkgever heeft hier de mogelijkheid om een all-in uurloon toe te passen.

De ‘loopbaner’ heeft bewust gekozen voor het werk in de levensmiddelendetailhandel en ziet hier ook zijn of haar carrière liggen. De ‘loopbaner’ werkt in het algemeen dan ook meer dan 12 uur per week”.

Persoonlijke opleidingsbudget Om de ‘tussenbaners’ en de ‘loopbaners’ te ondersteunen in hun ontwikkeling, krijgen zij de beschikking over een persoonlijk opleidingsbudget (pob) van € 175 per jaar. “Daarbij is afgesproken dat de medewerker zelf kan bepalen hoe hij of zij dit budget wil besteden. Het budget kan ieder jaar besteed worden, maar er mag ook maximaal vijf jaar worden gespaard”.

Medewerkers starten per 1 januari te sparen voor hun pob. Dat wordt per maand opgebouwd. Vanaf 1 juli moet de regeling ook administratief goed ingeregeld zijn. Het Vakcentrum werkt met het VGL aan 4

een collectieve, fiscaalvriendelijke oplossing. Dit wordt dus centraal geregeld.

Proeven met zelfroosteren Onderdeel van de modernisering is ook dat de cao-partijen hebben afgesproken pilots uit te voeren met het ‘zelfroosteren’.

“Er zijn al bedrijven die medewerkers een grote rol geven bij het inroosteren van de bezetting en daarmee hun eigen werktijden. Daar zijn ook al apps voor bijvoorbeeld.

We gaan nu in een pilotomgeving kijken onder welke voorwaarden ‘zelfroosteren’ structureel een plaats kan krijgen in onze sector. En dan komt de discussie inconveniënte uren en toeslagen ook aan de orde.”

Derde jaar WW voor rekening werknemer Eerder dit jaar spraken werkgevers en werknemers af om invulling te geven aan de wens tot reparatie van het derde jaar ww. In het verlengde daarvan hebben ook de cao-partijen in onze sector besloten uitvoering te geven aan de Private Aanvulling WW en WGA (PAWWW). De premie voor deze regeling (verzekering ter dekking derde jaar WW) wordt betaald door de werknemers. In het overleg rond het Sociaal Akkoord is duidelijk uitgesproken dat dit echt een werknemerspremie blijft en niet in de toekomst alsnog op het bordje van de werkgever komt.

“Voor de uitvoering van de regeling zoeken we nog naar de meest efficiënte oplossing. Er is de stichting PAWW die deze regeling uitvoert, maar we kijken ook of er nog andere mogelijkheden zijn.”

Pensioenen BPFL De richtleeftijd gaat per 1 januari 2018 omhoog naar 68 jaar. De pensioenpremie blijft de komende drie jaar gefixeerd op 10% van de totale loonsom, zoals dit al jaren het geval is.

Een moderne cao Hoogstraaten sluit af met de constatering dat er met dit onderhandelingsresultaat op een goede manier invulling is gegeven aan de aanbeveling uit de vernieuwingsagenda.

“We hebben met betrokken leden goed voorbereid aan welke eisen een moderne cao volgens ons moet

voldoen. Vervolgens hebben we met CNV goed overleg gehad over de vernieuwingsagenda. Maar dan zit je nog niet te onderhandelen. Ik ben blij dat we nu uiteindelijk tot een heel goed resultaat zijn gekomen.

Dat breed gedragen wordt, nu ook de FNV is aangeschoven.

Breed draagvlak Het is nu zaak dat we de afspraken goed verwoorden. We hebben immers ook afgesproken dat we de redactie van de cao verbeteren zodat de cao makkelijker leesbaar en daarmee ook makkelijker toepasbaar wordt. En natuurlijk blijven we de ontwikkelingen goed volgen.

Daarbij blijft de vernieuwingsagenda het richtsnoer. We willen immers als sector een actuele en toekomstbestendige cao.”

De cao op internet Leden van het Vakcentrum vinden een uitgebreide samenvatting en de bijbehorende loontabellen op www. vakcentrum.nl/cao2017

Cao-infogesprek Er ligt een onderhandelings­resultaat voor een CAO voor het Levensmiddelenbedrijf.

De afspraken moeten nog formeel­ worden bevestigd. Maar wat zijn de consequenties van de afspraken­ voor de praktijk? Hoe pakken de nieuwe regels uit?

Op dinsdag 28 november om 12.30 uur geven we een toelichting.

De bijeenkomst vindt plaats bij het Vakcentrum Blekerijlaan 1 3447 GR Woerden.

Aanmelden kan via www.vakcentrum.nl/caoinfogesprek of door een mail te sturen aan reactie@vakcentrum.nl.

Nieuwe opzet Nationale Competities Winkelformules wijzigen en ondernemers krijgen steeds meer te maken met nieuwe markt­ontwikkelingen waar zij op in (moeten) spelen. Daarom is de opzet van de jaarlijkse competities voor foodspecialiteitenwinkels vanaf 2018 vernieuwd.

NEDERLANDS BESTE

NEDERLANDS BESTE

NEDERLANDS BESTE

COMPETITIE 2018

COMPETITIE 2018

COMPETITIE 2018

FOODSPECIALITEITENWINKEL

BUITENLANDSE KAASSPECIALIST

SPECIALIST

Er is voor gekozen om de succesvolle­wedstrijden Beste Kaasspeciaal­zaak en Beste Foodspecialiteitenwinkel niet meer gelijktijdig te laten plaatsvinden maar, afwisselend, om het jaar. Daarnaast komen er nieuwe wedstrijden bij. De indeling van de Nationale Competities kan jaarlijks worden aangepast.

In 2018 vinden er drie competities plaats: • Beste Foodspecialiteitenwinkel • Beste Specialist boeren-, biologische­en streekproducten • Beste Buitenlandse kaasspecialist­ In de categorie Beste Foodspecialiteiten­winkel worden, in de finale­ronde, vijf winkels genomineerd­, in de twee andere categorieën drie winkels.

Voor 2019 staan drie competities gepland: • Beste Kaasspeciaalzaak • Beste Startende ondernemer • Beste Speciaalzaak (o.a. koffie­, thee, noten, chocolade en bonbons) Iedere winkel kan zich jaarlijks voor maximaal twee van de boven­ genoemde competities aanmelden.

Doel Het doel van de wedstrijden blijft onveranderd: het verhogen van de kwaliteit en het imago van foodspecialiteitenwinkels in Nederland.

Deelnemende winkels tonen aan dat zij zich onderscheiden in de markt en een voorbeeld zijn voor andere ondernemers in de branche.

Deelname en opzet Zelfstandige gecertificeerde foodspecialiteitenwinkels in Nederland

De trotse winnaars van de Nationale Competities 2017: ‘t Zuivelhoekje Wageningen en Choco & Zo.

kunnen deelnemen aan de competities, mits zij voldoen aan de voorwaarden per categorie. Voor meer informatie zie de website van het Vakcentrum bij Foodspecialiteitenwinkels.

Jurybezoek Deelnemende winkels worden in de voorronde onaangekondigd bezocht door drie juryleden. In 2018 is er een volledig nieuwe jury, bestaande uit twee deskundige vakjuryleden en een consumentenjury. De deskundige­vakjury kijkt naar visie, onderscheidend vermogen en productkennis. Dit zijn belangrijke criteria met een hoge ­wegingsfactor. Daarnaast beoordelen­zij de winkel op assortiment, presentatie, verkoopactiviteiten, klantvriendelijkheid­ en hygiëne. De consumentenjury beoordeelt ook het gebruik van social media en koopt producten in de winkel. Zo kan dit jurylid zich een

oordeel vormen­over gastvrijheid, productkennis en advies.

Na verwerking van de jury­ rapporten­wordt er bekend gemaakt welke winkels deelnemen aan de ­finaleronde en worden zij opnieuw ­bezocht door een nieuwe jury.

Tijdens het jaarlijkse BrancheEvent worden de winnaars bekend gemaakt.

Meld u nu aan!

Aanmelden kan tot 8 januari 2018 via het formulier op www.foodspecialiteitenwinkels.nl. Bent u nog niet gecertificeerd, maar wilt u wel deelnemen? Meld u zich dan vóór 15 december aan voor certificatie via de website of per e-mail info@kdwn.nl.

5

Het samenspel van een sterke lokale ondernemer met een sterke formule is nog steeds een uiterst solide basis voor succesvolle samenwerking. Als daarbij tenminste uitgegaan wordt van kracht en niet van macht. Dat is de conclusie van een gesprek met Harold van Velzen (PLUSondernemer en franchisenemer The Read Shop) en Jos Boot (franchisegever The Read Shop).

Bovendien kan lokaal aan kracht gewonnen worden door sterke formules te combineren. En over het combineren van formules: echte ondernemers komen er samen wel uit.

Ga uit van kracht, niet van macht Harold van Velzen is PLUS-ondernemer in Lopik. Sinds de nieuwbouw van zijn bedrijf in 2015 werd geopend, is een The Read Shop gevestigd onder hetzelfde dak als zijn supermarkt. Een goede zet, zo blijkt.

De omzet in boeken en aanverwante artikelen is zonder meer goed en het complete aanbod dat Van Velzen kan bieden, voorkomt dat omzet uit het dorp weglekt.

goed gesproken worden. Waar plaats je de tijdschriften en hoe ga je om met tabak? Van Velzen wilde ook een goede zichtlijn van supermarkt naar buiten, door The Read Shop heen. Aan de andere kant had The Read Shop net de formule nieuwe stijl ontwikkeld en wilde daar niet zo maar van afwijken. Maar, zo stelt Jos Boot: “als echte ondernemers kom je daar onderling uit”.

Behoud van lokale koopkracht Juist het in stand houden van een goed lokaal aanbod, was voor Van Velzen in 2013 reden om The Read Shop in Lopik over te nemen. De toenmalige ondernemer zag op tegen de investeringen die gedaan moesten worden. “Een zelfstandige boekwinkel kan in een dorp als Lopik ook niet meer rendabel zijn”, zo voegt Jos Boot vanuit zijn ervaring toe.

“Het gaat er om dat een slagvaardige, landelijk organisatie goed kan schakelen, om de lokale slagvaardigheid te benutten. Als je daarbij een gedeelde visie ontwikkelt, zoals we hier gedaan hebben, kom je er uit. Dat vraagt dan wel dat je als franchisgever, zoals wij, de ondernemer voldoende ruimte geeft en dat anderzijds de ondernemer ook voldoende (financiële) ruimte moet hebben om te schakelen. Het is niet gezond als een ondernemer afhankelijk is van de franchiseorganisatie.

Van Velzen: “Maar je wilt voorkomen dat klanten elders gaan winkelen. Je wilt de consumenteneuro in het dorp houden. Zo kijken we nu ook hoe we om kunnen gaan met het verdwijnen van de Marskramer. Kunnen we daar ook een goede invulling voor vinden”.

Ondernemers lossen het onder elkaar op Natuurlijk moest er bij het samenbrengen van twee verschillende formules over een aantal categorieën 6

Profiteren van elkaar kennis Het nauw samenwerken van supermarkt en boekhandel kent natuurlijk ook hobbels. Zo is de klantbenadering anders, zijn de afspraken met leveranciers anders en wordt met andere automatisering gewerkt. Van Velzen gaat dan ook meedenken in de werkgroep die aan de slag gaat met de automatisering van The Read Shop. Juist het inbrengen van de praktijkervaring van de ondernemer,

wordt door zowel Van Velzen als Boot als uiterst belangrijk gezien.

Concurrent van online Van Velzen is er van overtuigd dat de opzet zoals die nu is ontstaan, een geduchte concurrent kan worden van online. In The Read Shop kunnen artikelen via de webshop besteld worden, die de volgende dag opgehaald kunnen worden. “En die worden dan uitgeleverd via de servicebalie door iemand die de klant herkent. Zo voeg je aan het online winkelen een stuk vertrouwen toe. Je hebt dus absoluut een plus ten opzichte van de pure-players”, zo stelt hij.

Boot onderschrijft die ontwikkeling: “Zeker als we kans zien om ook de logistiek nog te optimaliseren door goederenstromen te bundelen. Binnen de organisatie achter The Read Shop zijn we daar al mee bezig.

Combinatiewinkels plussen Boot gelooft stellig in de toekomst van dergelijke combinatiewinkels.

“We zien dat, daar waar we als formule de samenwerking met andere formules aangaan, er nieuwe wetmatigheden ontstaan. We werken onder andere samen met Blokker, DA, maar ook met COOP, Albert Heijn en dus PLUS. Overal zien we uitstekende cijfers. En ik kan dat natuurlijk uitstekend vergelijken met onze stand-alone vestigingen.”

Voor Van Velzen is dat ook logisch.

De combinatie onder één dak heeft een groot aantal voordelen voor de ondernemer. “Vanzelfsprekend leidt het aanbod tot impulsaankopen.

Maar we kunnen ook ruimere openingstijden hanteren. De veiligheid speelt een rol. In een zelfstandige winkel kan er sprake zijn van een eenmansbezetting, bij ons zijn er tenminste dertig collega’s in huis. En je kunt het werk goed verdelen. In de vulstroom kan je andere mensen inzetten dan in de klantenstroom.”

Zelfstandig ondernemerschap borgen Je kunt dus ook in een stagnerende markt groei realiseren zo constateren de heren Van Velzen en Boot. Als je maar op tijd, duidelijke afspraken

maakt in gezond evenwicht. Dus integer en met respect voor elkaar.

“Zo kunnen we het zelfstandig ondernemerschap borgen.

Dat is ook waar ik me voor wil inzetten”, zo besluit Van Velzen.

NFC biedt ook franchisegever duidelijkheid­en rust De implementatie van de Nederlandse Franchise Code in je organisatie biedt helderheid en rust. Dat stelt Jos Boot (franchisegever The Read Shop). De Nederlandse Franchise Code vormt een uitstekende basis voor een goed samenspel tussen franchisenemers en franchisegever zo is in de praktijk gebleken.

The Read Shop is een van de eerste franchisegevers die de Nederlandse Franchise Code heeft geïmplementeerd. “En met succes”, stelt Jos Boot. “Ik heb in eerste instantie vanuit mijn rol als bestuurslid van de NFV, de vereniging van franchise­ gevers, meegewerkt aan het schrijven­van de NFC. Gedurende dat traject heb ik bewust gekozen om niet al te veel naar mijn eigen contract te kijken, om zo objectief mogelijk te zijn. Maar toen de NFC er eenmaal lag, bleek dat er best nog een en ander aangepast konden worden. Daar zaten dingen in die een bescherming voor de franchisegever creëerden. We gingen bijvoorbeeld best ver in het garant stellen. Verder dan de NFC adviseerde. Maar er waren ook zaken die we onvoldoende beschreven hadden, zoals de mate van instemmings- of adviesrecht van het franchisenemersbestuur.”

Zucht van verlichting Aan de hand van de NFC kon The Read Shop de verhoudingen tussen

franchisegever en de franchisenemersvereniging beter formuleren.

“Dat hebben we onder meer opgelost door een franchisereglement te schrijven. Het resultaat is dat nu goed duidelijk is hoe de verantwoordelijkheden liggen. Dat geeft ook binnen onze eigen organisatie rust.

Sterker nog: er ging een zucht van verlichting door de organisatie omdat eindelijk duidelijk was bij wie (en wanneer) men nu moest zijn voor instemming of advies. Daarnaast heeft het franchisebestuur de statuten van de franchisenemersvereniging aangepast. En daar zie je dat de ondernemers meer hun verantwoordelijkheid nemen omdat ze zien dat er vertrouwen is en dat ze worden aangesproken op hun professionaliteit, hun ondernemerschap.”

satie goed geregeld is. Bovendien merken we het in de wijze waarop we door kandidaat-ondernemers worden aangesproken. Die zien het ook als een pre, het draagt zeker bij aan ons imago.”

Trots op franchisegever Je ziet nu dat de franchisenemers trots zijn op hun organisatie. “Hoewel er geen officieel NFC-keurmerk is, zie je dat de franchisenemers er trots op zijn dat het in hun organi7

Vakcentrum denkt mee over nieuwe postwet De Vereniging van Postretailers (waarin NSO en Vakcentrum samenwerken) gaat meedenken over de nieuwe Postwet. Het Ministerie van Economische Zaken lijkt snel met een nieuwe wet te willen komen. Dat werd duidelijk tijdens een bijeenkomst van de Vereniging van Postretailers (VVP) onlangs bij het Vakcentrum in Woerden.

Tim Gelissen en Hinke Mosselman van het ministerie presenteerden de recente ontwikkelingen op de post en pakketmarkt.

Er worden steeds minder poststukken verzonden, waardoor de kosten per poststuk snel oplopen. De overheid verplicht PostNL, die in Nederland de universele postdienstverlening (UPD) verzorgt, namelijk ook om op Schiermonnikoog brieven te blijven bezorgen. Een relatief dure aangelegenheid. PostNL mag volgens de onderzoekers van het ministerie maximaal 10 procent rendement maken op producten in de UPD. Maar dat wordt bij lange na niet gehaald.

Het rendement was zo’n 5 à 6 procent het afgelopen jaar, zo hield men de aanwezigen voor tijdens de VVP-bijeenkomst. Ook is er zelfs jaren verlies geleden op de UPD-producten, bekenden de onderzoekers.

De aanwezigen toonden zich verbaasd dat er wel regels zijn voor de marge die PostNL mag maken op de postbezorging, maar dat er geen regels zijn voor de marge die PostNL moet geven aan de wederverkopers. Het gevoel bestaat dat

de teruglopende winsten op de reguliere post door PostNL worden opgevangen, door de tarieven voor ­wederverkopers te verlagen.

Fors meer pakketten Het aantal pakketten neemt de laatste jaren fors toe. In totaal worden jaarlijks 3 miljard post- en pakketstukken door zo’n 140 vervoerders verwerkt. Dat maakt ook dat consumenten in verwarring raken. Iedere vervoerder heeft zijn eigen inlever- en afhaalpunten. Een bundeling

daarvan zou goed zijn voor zowel de consument als de vervoerder­en de ondernemer, zo gaven de aanwezige ondernemers mee aan de EZ-ambtenaren­.

Over het exclusiviteitsbeding dat PostNL nog steeds hanteert, deden de vertegenwoordigers van het ministerie geen uitspraak. Hierover zou de ACM zich moeten uitspreken.

Seksuele intimidatie op de werkvloer: Hoe voorkom je het?

De wet verplicht de werkgever om de werkvloer vrij te houden van seksuele intimidatie, door een preventief beleid te voeren, een klachtenprocedure te hanteren, de juiste sancties op te leggen en te zorgen dat, indien mogelijk, de werkverhoudingen nadien worden genormaliseerd. De werkgever moet uiteindelijk ‘adequaat en tijdig reageren en corrigeren’.

Volgens de wet is seksuele intimidatie ‘enige vorm van verbaal, nonverbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie, dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast. In het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.’ Gedrag met een seksuele connotatie wordt heel breed opgevat en kan variëren van gemaakte dubbelzinnige opmerkingen 8

en onnodig aanraken, tot aanranding en verkrachting.

Om seksuele intimidatie op de werkvloer te voorkomen, verdient het aanbeveling om een protocol op te stellen en een vertrouwenspersoon aan te stellen. Bovendien kan het protocol een hulp zijn in latere bewijskwesties. Een onderzoek kan het best door een vaste, onafhankelijke, ter zake deskundige persoon worden behandeld. In het kader van

een zorgvuldige procedure, dienen gesprekken, verklaringen en de uitkomsten van onderzoeken te worden vastgelegd. Let hier wel op de vertrouwelijkheid en de privacyregels.

Een klachtenprocedure betekent overigens niet per se dat sprake moet zijn van een schriftelijke regeling en of aanstelling van een vertrouwenspersoon. Van belang is dat een klacht goed wordt behandeld.

Dat betekent ‘hoor en wederhoor’,

een deugdelijk onderzoek, de nodige vertrouwelijkheid en dat passende maatregelen worden genomen.

Dat laatste is vaak een erg lastige beslissing. De werkgever moet niet alleen naar het slachtoffer kijken, maar ook naar de belangen van de pleger, naar zichzelf en naar de overige werknemers op de werkvloer.

Soms volgt uit het onderzoek dat de klacht niet kan worden bewezen.

Soms kan een ontslag te ver gaan.

Ontslag blijft een ultiem middel en wordt beoordeeld op grond van alle

omstandigheden van het geval.

De wetgever wil zoveel mogelijk uitgaan van de objectieve feiten.

Het enkele feit dat iemand zich onheus bejegend voelt betekent nog niet dat er sprake is van (seksuele) intimidatie.

De kwesties kunnen zeer ingewikkeld zijn. Ook om die reden moet een werkgever zich zoveel mogelijk kunnen baseren op een deugdelijk beleid. Daarbij hoort tot slot ook

een natraject. De betrokken partijen dienen op de hoogte te worden gebracht van de maatregelen. De werkgever moet er eveneens op toezien dat de werkverhoudingen op de werkvloer herstellen. Ook daartoe zijn soms extra maatregelen nodig, zoals mediation en begeleiding.

Heeft u vragen neem dan contact op met Vakcentrum Bedrijfsadvies via (0348) 41 97 71 of advies@vakcentrum.nl.

Wat is actief cameratoezicht?

Het voorkomen van winkelcriminaliteit vraagt om uw aandacht.

Diefstal, inbraak en overval komen helaas nog voor. Criminelen zijn goed op de hoogte van beveiligingssystemen en weten deze vaker te omzeilen. De tijden dat ‘dummy camera’s’ van preventieve meerwaarde waren voor de beveiliging van retail is voorbij. De meeste cameratechnieken zijn sterk verbeterd. ­Digitale camerasystemen kunnen detecteren bij inbraak, zijn in staat tot beeldoverdracht en zijn ook beter betaalbaar geworden. ­Adequate opvolging is binnen het beveiligingsproces van belang en tegenwoordig dus ook financieel haalbaar.

Actief cameratoezicht Voor een doelgerichte (alarm) opvolging is ‘actief’ cameratoezicht van belang. Voor de monitoring van beeld is het essentieel dat camera’s beeldinformatie daadwerkelijk kunnen verwerken en versturen. Als herkenbaarheid van personen het doel is, moeten de camera’s deze functie goed kunnen ondersteunen. Zeker in de retail is slechte beeldkwaliteit een bekend probleem, zoals vaak getoond in het tv-programma ‘opsporing verzocht’. Belangrijk is dat bedrijven bekend maken dat er beeldopnamen zijn. Dat is een wettelijke verplichting.

Beeldmonitoring door toezicht­ centrale Diverse marktpartijen maken gebruik van eigen toezichtcentrales voor het monitoren van beeldinformatie. Vaak kan er 24 uur per dag en 7 dagen per week worden mee- en of ingekeken, geheel naar wens van de ondernemer. Een bijkomend voordeel is dat bij een overval- of inbraakalarm de centrale meekijkt.

In geval van calamiteit waarschuwt

men direct de politie of eventueel ingestelde bewaking. Omdat het hier een ‘geverifieerd alarm’ betreft zal de politie direct reageren. Alles wat er gebeurt, is immers één-op-één zichtbaar.

Zelfstandige monitoring Het is bij toepassing van een actief cameratoezicht mogelijk om beelden zélf op smartphone, PC of tablet altijd live mee, of terug te kijken.

Handig voor een ondernemer om op afstand ‘live’ in te kijken. De mogelijkheid is er ook om beelden terug te zien hoe een inbraak tot stand is gekomen.

Samengevat de voordelen • Effectieve preventieve werking tegen winkeldiefstal, overval en inbraak; • Gebruik van de beelden bij een evaluatiegesprek onder ­personeel; • Door ingebouwde infrarood verlichting ook bij nacht zicht en herkenbaar beeld;

• Altijd beeld van eventueel meerdere vestigingen op één scherm (ook smartphone); • (Nog) meer controle over winkel en/of bedrijf doordat men ‘live’ kan zien wat er ter plekke gebeurd.

Mag ik als ondernemer en werkgever bewakingsbeelden gebruiken bij een beoordeling van personeel?

Gebruikt u als ondernemer bewakingscamera’s om bezittingen en/of werknemers te beveiligen? Dan mag u als werkgever de camerabeelden niet gebruiken om uw personeel aan te spreken of te beoordelen op functioneren. U mag de beelden alleen gebruiken voor het doel waarvoor ze zijn gemaakt. Overigens moet u bekendmaken­dat er camerabewaking van toepassing is en met welk doel. Dit geldt ook voor het winkelend­ publiek.

9

SSK’er in beeld: Albert Heijn Harry en Bianca Zweepe in Siddeburen

“Klanten worden ambassadeurs” De C1000 in Siddeburen (Groningen) was ‘een winkel met een uitdaging’, toen die in 2008 werd overgenomen door het echtpaar Zweepe. Inmiddels is die winkel uitgegroeid tot een supermarkt met grote betekenis voor de regio. Het SSK keurmerk helpt daarbij, vertelt de enthousiaste Harry Zweepe: “Daardoor kunnen klanten zien waar we voor staan.”

Eigenlijk was Harry Zweepe niet van plan om terug te keren naar zijn geboortegrond Oost-Groningen. Hij dacht dat het plattelandsgebied, een krimpgebied bovendien, hem geen passend werk zou kunnen bieden. Toch runt hij er nu samen met zijn vrouw Bianca een Albert Heijn.

Harry: “Wij zagen welke rol deze supermarkt zou kunnen vervullen voor de regio. We zagen het als een uitdaging om de winkel naar een hoger niveau te tillen.” En dus streek het echtpaar neer in Siddeburen, een dorp van nog geen 3400 inwoners.

Harry licht toe: “Het is klein, maar er zijn relatief veel winkels. Ons streven was om met de supermarkt de leefbaarheid in het dorp verder te vergroten.”

Local hero Onder de vleugels van het stel kreeg de winkel, die in 2013 werd omgebouwd naar een Albert Heijn­, inderdaad die regiofunctie. Harry: “We willen een local hero zijn. Dat bedoel ik bescheiden; we staan graag midden in de samenleving.”

Die ambitie uit zich in onder andere de nauwe samenwerking met andere lokale partijen. Zoals met leveranciers (in de supermarkt ligt onder andere droge worst, jam en mosterd uit de buurt) en met verenigingen uit de omgeving. Zo krijgt de voetbalvereniging gratis fruit bij elke wedstrijd, thuis én uit.

Bijzonder is ook de hechte band met de huisartsen­post en ouderenzorg. ­Regelmatig is er contact tussen om te inventariseren waar behoefte aan is onder ouderen uit de buurt. En dus rijdt er wekelijks een apothekersbus bij de supermarkt voor zodat met de medicijnen ook meteen de boodschappen kunnen worden afgeleverd bij hulpbehoevenden.

10

Duidelijke rolverdeling Ook als werkgever speelt de ­supermarkt een grote rol in de regio. Zo zijn er circa 100 mensen uit de regio werkzaam, waaronder veel jongeren. Harry: “We hebben een warm personeelsbeleid, we geven bijvoorbeeld veel contracten voor onbepaalde­tijd.” Tussen Harry en Bianca zijn de rollen duidelijk verdeeld: zij stuurt de kassateamleiders en draagt zorg voor de back office, hij geeft leiding aan de overige afdelingen en ontfermt zich over de commerciële en strategische kant van de winkel.

Ambassadeurs SSK keurmerk Vorig jaar besloten ze samen om te gaan voor het Super Supermarkt Keurmerk. Harry: “Door het SSK bordje aan de gevel kunnen klanten zien waar we voor staan. Het zet het zelfstandig ondernemerschap kracht bij. En het is een manier om de lat nog hoger te leggen.” Na de feestelijke uitreiking, betrekken ze het SSK keurmerk regelmatig bij de communicatie, bijvoorbeeld op Facebook. Met succes. Harry: “Klan-

ten en ook de lokale politiek zijn er gevoelig voor. Sommigen zijn zelfs echte ambassadeurs van het SSK keurmerk!”

Van klein tot groot, van starter tot ‘oude rot’ en van Randstad tot Noordoost-Groningen: supermarktondernemers met het Super Supermarkt Keurmerk vind je in alle soorten en maten.

En door het hele land. Eén ding hebben ze gemeen: hun beleid ademt lokale en maatschappelijke betrokkenheid. In deze rubriek elke maand het verhaal van een SSK ondernemer.

Word ook SSK’er Bent u als supermarktondernemer ook zo lokaal en maatschappelijk betrokken? Meld u dan aan voor het Super Supermarkt Keurmerk. Kijk voor meer informatie op www.supersupermarkt.nl.

Hoofdbestuurslid Roel Heerschap

“Zelfstandige ondernemers hebben recht op goede en eerlijke wetgeving” De hoofdbestuursleden van het Vakcentrum stellen zich hier aan u voor. Wat drijft hen? En waarom voelen zij zich verbonden met het Vakcentrum? Deze keer geven wij het woord aan Roel Heerschap.

Waarom heeft u gekozen voor het zelfstandig ondernemerschap?

“Het zelfstandig supermarkt-ondernemerschap is het mooiste vak dat er is. De vrijheid om te ondernemen binnen een goede formule, dát is wat mij aanspreekt.”

Op welke manier onderscheidt u zich als ondernemer?

“Wij leggen vooral het accent op ons Super Supermarkt Keurmerk.

Dit omvat veel onderscheidende aspecten­van het zelfstandig ondernemerschap­.”

Wat zijn de aspecten waar u als ondernemer het meest tegenaan loopt?

“De macht van de (supermarkt) organisaties als gevolg van fusies en overnames in levensmiddelenland.

De opkomst van hard-franchising en de verharding van de spelregels die daarmee gepaard gaan, beperken de vrijheid en positie van de zelfstandige ondernemer.”

Wat is voor u de belangrijkste reden om hoofdbestuurslid te zijn bij het Vakcentrum?

“De belangrijkste reden is dat ik ervan overtuigd ben dat zelfstandige ondernemers het verschil maken in onze branche. Ik wil mij hard maken om de positie van de zelfstandige ondernemer te verbeteren en een bijdrage te leveren aan het behoud van het zelfstandig ondernemerschap. De Nederlandse Franchise Code (NFC) is daar een heel goed voorbeeld van.”

organisaties, maar ook richting de (plaatselijke) overheid. Niet in de laatste plaats zie ik het Vakcentrum als hét kenniscentrum voor de zelfstandige ondernemer, met een heel breed spectrum.”

Wat is volgens u de meerwaarde van het Vakcentrumlidmaatschap voor zelfstandige ondernemers?

“De meerwaarde van het Vakcentrum­is ongelooflijk groot, maar daarvoor moet je wel bereid zijn verder te durven kijken als ondernemer­. Het Vakcentrum vecht voor onze belangen op het gebied van cao-afspraken. Het Vakcentrum zet zich ook in voor goede en eerlijke wet- en regelgeving. Richting de overheid en richting supermarkt­ organisaties.

De NFC is hiervan het meest actuele voorbeeld. Het Vakcentrum­biedt ondernemers­verder onderscheidend vermogen door vol in te zetten op het SSK keurmerk­. Eigenlijk doet het Vakcentrum­­teveel om op te noemen­.”

Eigenaar van de winkel: Jumbo Roel Heerschap in Heel Hoofdbestuurslid Vakcentrum sinds: 2009 Overige bestuurlijke activiteiten: Bestuurslid plaatselijke ondernemersvereniging In het kort werkachtergrond: Gestart als supermarktmanager en doorgegroeid naar eigenaar van meerdere supermarkten Aantal jaar zelfstandig ondernemer: 13 jaar

Wat is volgens u de belangrijkste functie van het Vakcentrum?

“Het ondersteunen van de zelfstandige ondernemers en ondernemersverenigingen op alle mogelijke gebieden. Richting de supermarkt­ 11

Vakcentrum maakt Algemene Verordening­ ­Gegevensbescherming hanteerbaar Mei 2018 treedt nieuwe wetgeving in werking om persoonsgegevens beter te beschermen: de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Deze verordening is relevant voor alle bedrijven die persoonsgegevens verwerken. Het Vakcentrum helpt haar leden, zodat zij zich goed kunnen voorbereiden op de nieuwe verordening.

Persoonsgegevens zijn alle gegevens waarmee personen zonder veel moeite kunnen worden geïdentificeerd.

Zoals: emailadressen, geboortedata en bestelhistorie bij klanten en bankgegevens, burgerlijke staat, cv’s en ziekmeldingen bij medewerkers.

Het doel van de AVG is om privacy beter te beschermen. Bedrijven die persoonsgegevens verwerken (verzamelen, bewaren, gebruiken) krijgen meer verplichtingen.

De AVG vervangt de huidige Wet Bescherming Persoonsgegevens en is op een aantal punten ook strenger dan deze wet. De Autoriteit Persoonsgegevens houdt toezicht en kan, bij overtreding, flinke boetes op leggen.

Overzicht Belangrijk is dat u een goed overzicht heeft van de gegevens die u

verwerkt. U moet kunnen uitleggen waarom, welke gegevens worden verwerkt. Maak daarvoor een overzicht van de persoonsgegevens die binnen uw organisatie worden verwerkt en met welk doel u dit doet, waar deze gegevens vandaan komen en met wie u ze deelt.

Daarnaast moet u kritisch zijn op het gebruik van de gegevens. Vraag nooit meer gegevens dan u strikt nodig heeft. Bovendien mag u de gegevens die u krijgt van klanten of anderen alleen maar gebruiken voor het doel waarvoor u ze ontvangen heeft.

Verstrekken aan derden Als u uw gegevens aan derden geeft, bijvoorbeeld voor het versturen van een mailing namens u of voor de ­salarisadministratie, moet u met de andere partij een verwerkings­

overeenkomst sluiten. Hierin wordt ­precies bepaald waarvoor de gegevens­gebruikt mogen worden.

Exclusief voor leden!

Vakcentrum helpt De nieuwe verordening stelt dus nogal wat eisen. Op de website van het Vakcentrum nu al een overzicht van 10 aandachtspunten. Binnenkort komt het Vakcentrum met aanvullende informatie en modellen en een digitale tool waarmee u de AVG voor uw onderneming vorm kunt geven.

Wilt u op korte termijn advies neem dan contact op met Vakcentrum Bedrijfsadvies via (0348) 41 97 71 of advies@vakcentrum.nl.

Vakcentrum feliciteert...

(Her)openingen Henk van Veluw en medewerkers met de opening van hun Coop van Veluw in Zwartebroek, op vrijdag 27 oktober 2017.

Henri en Mirjam Schouten en medewerkers met de heropening van hun Spar Schouten in Achterveld, op woensdag 18 oktober 2017.

John de Haas en medewerkers met de heropening van hun Spar de Haas in Deil, op donderdag 26 oktober 2017.

Familie de Neve en medewerkers met de heropening van hun Spar de Neve in Rilland, op donderdag 26 oktober 2017.

12

Michel van der Burg en medewerkers met het 50-jarig jubileum van hun Fromagerie Du Patron in Oegstgeest, op woensdag 1 november 2017.

Willy Sirach en Jenny Brands en medewerkers met de opening van hun Gewoon Kaas in Amsterdam op maandag 13 november 2017.

Gecertificeerde foodspecialiteitenwinkels Onderstaande winkel­s hebben onlangs­ het Certificaat­ Foodspecialiteitenwinkel­ (opnieuw­) behaald:

GECERTIFICEERDE FOODSPECIALITEITENWINKEL

• Kaashuis Tromp, Amstelveen • Noten & Zo, Zutphen • Zuivelhoeve, Borne www.foodspecialiteitenwinkels.nl

Nieuwe SSK gecertificeerden Onderstaande winkels hebben in de afgelopen periode het Super Supermarkt Keurmerk behaald: • Jumbo Koornneef, Oud Beijerland • PLUS Schimmel Panoven, IJsselstein • Albert Heijn Blaricum, Blaricum SSK hercertificeringen Deze ondernemers hebben opnieuw hun SSK kwaliteiten bewezen: • PLUS Verhoeven, Rotterdam • PLUS J. Schimmel-Praagsingel, IJsselstein • PLUS Both Schere, Rotterdam • PLUS De Vries, Hilversum www.supersupermarkt.nl