VakcentrumNieuws 06 2017

januari juni 2017

DE NEDERLANDSE FRANCHISE CODE

3

Brede steun wettelijke verankering NFC

2

12

6

wetgeving

SSK’er in beeld

zo2z Award 2017-2018

Nieuwe arbowet per 1 juli 2017

Angelique en Olivia de Wolf van Albert Heijn de Wolf in Rotterdam

Provinciewinnaars op bezoek bij commissaris van de Koning

Nieuwe Arbowet per 1 juli 2017 Met de nieuwe Arbowet komt er meer aandacht voor preventie van verzuim en beroepsziekten. Het doel is om arbeidsgerelateerde gezondheidsklachten zoveel mogelijk te voorkomen. Hierin krijgen bedrijfsartsen een belangrijke rol en meer verantwoordelijkheden.

Ook de positie van de preventiemedewerker wordt versterkt.

Wat verandert er?

Werknemers hebben vrije toegang tot het spreekuur van de bedrijfsarts.

Het moet dan wel gaan om werkgerelateerde aandoeningen of het voorkomen daarvan. Dit spreekuur van de bedrijfsarts is het arbeidsomstandighedenspreekuur.

De bedrijfsarts krijgt meer ruimte om de werkplek te bezoeken. Zo kunnen medewerkers die met dezelfde klachten uitvallen voor de bedrijfsarts aanleiding zijn om de werkplek te bezoeken. Ook als de bedrijfsarts twijfelt of klachten werkgerelateerd zijn kan een werkplekbezoek soms uitsluitsel geven.

Werknemers die twijfelen over het oordeel van de bedrijfsarts krijgen het recht op een second opinion van een andere bedrijfsarts buiten de organisatie van de Arbodienst.

De rol van de preventiemedewerker wordt versterkt. Elk bedrijf is nu al verplicht om ten minste één preventiemedewerker in dienst te hebben.

De preventiemedewerker voert taken uit op het gebied van veiligheid en gezondheid binnen de onderneming. Nieuw is dat de OR instemmingsrecht krijgt bij de keuze en de rol van de preventiemedewerker.

Alle afspraken moeten schriftelijk worden vastgelegd in een basiscontract.

In het basiscontract wil de overheid dat werkgevers hun werknemers deskundige verzuimbegeleiding bieden bij ziekte, de RI&E laten toetsen en een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek aanbieden. In het basiscontract staat het volgende beschreven: de vrije toegang tot de bedrijfsarts, het bezoek van de bedrijfsarts aan de werkplek, de second opinion, de samenwerking tussen casemanager en bedrijfsarts, het overleg tussen bedrijfsarts en werknemersvertegenwoordiging en de wijze waarop de bedrijfsarts beroepsziekten kan melden.

Het Vakcentrum ZorgPortaal handelt al direct in lijn met de nieuwe wet. Voor lopende contracten die afwijken van de nieuwe Arbowet geldt een overgangstermijn. Deze contracten mogen nog tot een jaar na inwerkingtreding, dus tot 1 juli 2018 van kracht blijven.

Colofon Redactie Blekerijlaan 1

3447 GR Woerden

T (0348) 41 97 71 E info@vakcentrum.nl I www.vakcentrum.nl Druk Weevers, Vorden Nummer 6, 33ste jaargang

2

VakcentrumNieuws is gedrukt­ met bio-inkt op FSC®-mixed credit papier

Het Vakcentrum is de onafhankelijke belangenbehartiger en bewezen partner van zelfstandige detaillisten in food en fast moving consumer goods en franchisenemers.

Opinie

Bedankt!

Langs deze weg wil ik iedereen bedanken die de moeite heeft genomen te reageren op de internetconsultatie franchising.

Het doel van dit wetsvoorstel is het verankeren van de NFC en op deze wijze een gelijk speelveld tussen franchisegevers en franchisenemers te bereiken. Ongeacht of het een grote of een kleine franchiseketen betreft.

Ongeacht of het om soft of hard franchising gaat. Ongeacht de rechtsvorm van de franchisegever. Daar gaat het namelijk niet om. Het gaat om de kenmerken van het contract waarin de samenwerking binnen een formule is geregeld!

Deze contracten zijn niet in balans en daar moet verandering in komen.

Knelpunten moeten opgelost worden.

Dat kan vrij eenvoudig. Namelijk door de verplichte toepassing van de NFC, een gedragscode die met veel zorg en expertise tot stand is gekomen.

Een gedragscode voor franchising in de food en non-food detailhandel, in de horeca, de dienstensector en automotive­ branches.

Het ‘pas toe of leg uit’-principe maakt maatwerk mogelijk. Differentiëren is absoluut niet noodzakelijk. Gewoon met de NFC aan de slag gaan!

Inderdaad, het wetsvoorstel en de NFC gaan verder dan de huidige wetgeving en jurisprudentie. Dat is ook de bedoeling. Er moet een gelijk speelveld komen en dat dat enkele franchise­gevers een beetje pijn doet is onoverkomelijk. De knelpunten die ik de afgelopen weken mocht ontvangen bevestigen nogmaals dat snelle actie nodig is. De honderden reacties van franchisenemers die uit angst gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om niet-openbaar te reageren zijn alleen al een reden om tot snelle wettelijke verankering over te gaan.

Steunbetuigingen namens meer dan 10.000 franchisenemers bevestigen dit. Bedankt! mr. Patricia Hoogstraaten RAE directeur

Er moet snel worden ingegrepen om de positie van franchisenemers te verbeteren, dat was het beeld dat ontstond tijdens het rondetafelgesprek over de Nederlandse Franchise Code. Het rondetafelgesprek werd georganiseerd door de commissie Economische Zaken van de Tweede Kamer.

Naar aanleiding van het initiatief van minister Kamp om de Nederlandse Franchise Code een wettelijke basis te geven wilden de kamerleden zicht krijgen op het belang van de franchisecode.

Rondetafelgesprek Tweede Kamer over franchisecode

NFC snel invoeren om positie franchisenemers te versterken De kamercommissie ging in drie blokken in gesprek met franchisegevers, franchisenemers en deskundigen. In het blok franchisenemers spraken Hans van Well, Jumboondernemer en voorzitter van FANed en Vakcentrumlid Fred van Herk (Albert Heijn franchisenemer).

Patricia Hoogstraaten, directeur Vakcentrum, kwam aan het woord in het blok ‘deskundigen’.

Franchisecode onderhandelingsresultaat Fred van Herk benadrukte dat de NFC zoals die er nu ligt het resultaat is van een langdurig overleg tussen franchisenemers en franchisegevers. ”Beide partijen hebben daarbij water in de wijn gedaan.”

Alle deskundigen waren het er tijdens de hoorzitting over eens dat de NFC de positie van de franchisenemers versterkt.

Regels zijn logisch en terecht Hans van Well, benadrukte als voorzitter van FANed, de noodzaak om te komen tot een wettelijk verankering van de NFC; “De NFC zorgt er in ieder geval voor dat de relatie tussen franchisegever en franchisenemer meer in balans komt. De NFC legt simpelweg een aantal zaken gewoon goed vast. Daar hebben franchisegevers en franchisenemers lang over onderhandeld. De regels die er in staan zijn in onze ogen eigenlijk logisch en terecht.

Zoals een reglement van overleg waarin duidelijk staat hoe besluitvorming tot stand kan komen en wat dan de rol en bevoegdheden van een franchisenemersvereniging kunnen zijn; transparante afspraken maken over bijvoorbeeld hoe om te gaan met (consumenten)data en e-commerce en het verstrekken van betrouwbare cijfers.”

Er wordt wel samen gewonnen, maar niet samen verloren Hans van Well, FANed

NFC staat innovatie niet in de weg Dat de NFC innovatie in de weg zou staan, zoals franchisegevers aangeven, is volgens Patricia Hoogstraaten onzin. “De NFC laat onverlet dat franchisegevers ook andere belangen kunnen hebben.

De NFC geeft maar één beperking: de franchisegever mag zijn eigen franchisenemers, waarmee hij een relatie is aangegaan, niet direct beconcurreren. Maar als je een goed onderbouwd idee hebt, denkt de franchisenemers­vereniging natuurlijk mee.”

De ballenbak is uitgevonden door een franchisenemer Attje Kuiken, PvdA Nieuwe ontwikkelingen goed inpasbaar Door niet alles in een wet te regelen, maar de NFC wettelijk te verankeren kunnen toekomstige ontwikkelingen snel worden ingepast.

Daarvoor zijn dan geen wetswijzig­ ingen nodig. “De sector kan nieuwe ontwikkelingen via zelfregulering doorvoeren’ aldus Hoogstraaten.

Door het ‘pas toe of leg uit’principe van de NFC kunnen franchisegevers­bovendien afspraken op maat maken­.”

3

Zelfs MKB-Nederland is er achter gaan staan, dat is uniek Dion Graus, PVV Nu doorpakken Volgens de franchisenemers is het dan ook zaak nu door te pakken.

“Dat franchisegevers steeds opnieuw het proces ter discussie stellen is frustrerend. Er is een aantal keren overleg geweest tussen franchisegevers en franchisenemers en tijdens dit overleg zijn geen concrete bezwaren tegen de NFC naar voren gebracht. Om nu de discussie die

is gevoerd over te doen lijkt steeds meer op uitstel gedrag, mogelijk afstelgedrag. Dit is voor franchisenemers niet acceptabel, zo stelde Van Well.

Hoogstraaten benadrukte dit nog eens: “al in 2014 hebben we hier in deze zaal gesproken over de misstanden in franchising. We constateerden toen dat franchising een goed model is als de samenwerking goed wordt geregeld. We hebben nu een NFC die daar invulling aan kan geven. Het is zaak dat de wettelijke verankering daarvan snel wordt doorgezet.”

Bij het rondetafelgesprek waren­de volgende Kamerleden ­aanwezig: • • • • • •

Erik Ziengs (VVD) voorzitter Dion Graus (PVV) Attje Kuiken (PvdA) Elbert Dijkgraaf (SGP) Maarten Hijink (SP) Joba Berg-Jansen (CDA)

Consultatie wetsvoorstel

Brede roep om wettelijke verankering franchisecode Minister Kamp wil de Nederlandse Franchise Code (NFC) een wettelijke basis geven. Hiertoe vond van 12 april tot 25 mei 2017 een consultatieronde plaats. Via www.internetconsultatie.nl konden belanghebbenden hun mening geven over het wetsvoorstel dat door minister Kamp is opgesteld. Ruim 700 ondernemers en organisaties maakten van die mogelijkheid gebruik. Een overgrote meerderheid (80%) toonde zich voorstander van de wettelijke verankering van de NFC. Franchisenemers spreken zich duidelijk uit: verankering moet Een groot aantal branche- en koepelorganisaties heeft zich uitdrukkelijk uitgesproken voor de verankering van de franchisecode waaronder, naast het Vakcentrum, bijvoorbeeld ook de BOVAG, FANed en MKB-Nederland.

Ook verenigingen van franchisenemers in de food- en non-food detailhandel en (financiële) dienstverlening en horeca hebben in de consultatie aangegeven wettelijke verankering van de NFC te onderschrijven. Patricia Hoogstraaten, directeur van het Vakcentrum schat in dat deze partijen staan voor ruim 10.000 franchisenemers. “Dat is dus een aanzienlijk aantal als je weet dat er in Nederland circa 30.000 franchisevestigingen zijn.”

Huiverig Naast de diverse organisaties hebben circa 600 franchisenemers individueel gereageerd op de internetconsultatie.

Die spreken zich allemaal uit voor verankering van de code. Daarbij valt op dat ongeveer de helft van 4

de ondernemers heeft aangegeven dat de reactie niet openbaar mocht worden. Een groot aantal van hen heeft het Vakcentrum echter wel laten weten dat zij het initiatief van minister Kamp onderschrijven. Het feit dat de fear factor maakt dat men niet openbaar durft te reageren is al

reden genoeg om snel tot invoering van het wetsvoorstel over te gaan.”

Vanzelfsprekend heeft ook het Vakcentrum namens haar gehele achterban gereageerd. De volledige reactie vindt u terug op www.vakcentrum. nl/franchise.

Puntsgewijs • De toegevoegde sociale, economische en innovatieve waarde van de franchisenemer wordt te vaak buiten beschouwing gelaten; • De NFC bepaalt de norm en wijst de richting. En deze richting kan concreet en effectief worden vormgegeven door franchisegever en franchisenemer gezamenlijk; • De huidige wetgeving en de huidige contracten geven weinig handvatten om voor franchisenemersbelangen op te komen; • Het samenstellen van een NFC conforme modelovereenkomst biedt zowel voor franchisenemers als voor franchisegevers een kostenbesparende oplossing. Het Vakcentrum werkt hier graag aan mee; • Het gaat uiteindelijk om de redelijkheid en billijkheid, eerlijkheid, zorgvuldigheid, transparantie en goede wil en duidelijke communicatie. Van die pijlers mag een franchisegever niet meer afwijken voor eigen belang, in ieder geval niet meer zonder ook maatregelen te nemen die recht doen aan de belangen van de franchisenemer.

Niet iedere ‘klant’ is welkom

Winkelverbod effectief instrument U bent als ondernemer baas in eigen huis. U kunt dus zelf de regels vaststellen die in uw winkel gelden. Mochten ‘klanten’ zich niet aan die regels willen houden dan kunt u hen een winkelverbod opleggen. Dat kunt u alleen voor uw eigen winkel doen, maar een collectief verbod met de collega’s in uw buurt blijkt effectiever.

Wat is een winkelverbod?

Eigenlijk zegt het woord alles: het is een verbod om bij u in de winkel te komen. U kunt dat gebruiken bij overlastplegers of criminelen. Zij mogen dan een bepaalde tijd niet meer in uw winkel komen. Die periode mag overigens niet langer zijn dan een jaar.

U kunt een winkelverbod zowel mondeling als schriftelijk opleggen.

Een mondeling winkelverbod kan effectief zijn voor korte termijn. Als de persoon met een winkelverbod terugkeert en uw winkel niet wil verlaten, pleegt hij of zij huisvredebreuk en kunt u dus de politie inschakelen.

Wilt u een winkelverbod schriftelijk opleggen, doe dat dan door de brief direct te overhandigen of door de brief aangetekend te versturen. Het plaatselijke politiebureau ontvangt graag een afschrift.

Collectief verbod effectiever Het is ook mogelijk om afspraken te maken met de collega-ondernemers in uw winkelgebied om een zogenoemd Collectief winkelverbod op te leggen. In dat geval geldt een winkelverbod dus gelijk voor alle deelnemende winkels in het winkelgebied. Deelnemende bedrijven maken dat kenbaar door een sticker op de deur. Als iemand met een verbod dan toch binnenkomt is er direct sprake van huisvredebreuk.

Dat is een strafbaar feit waarvoor een geldboete of een gevangenisstraf van maximaal 6 maanden kan worden opgelegd.

Inmiddels is gebleken dat een collectief verbod bijzonder preventief werkt. In gebieden met een collectief winkelverbod is er minder overlast, minder winkeldiefstal en voelen ondernemers, medewerkers en bezoekers zich veiliger.

Gratis Model protocol en registratiesysteem Een collectief verbod kan alleen gehandhaafd worden als gegevens worden uitgewisseld tussen de ondernemers.

Aan die uitwisseling worden, vanuit het oogpunt van privacy, hoge eisen gesteld. Het is dan ook verstandig om bij het invoeren van een collectief verbod gebruik te maken van bestaande protocollen en registratiesysteem. Via het Centrum voor Criminaliteitspreventie en veiligheid (CCV) kan uw ondernemersvereniging gratis beschikken over protocol en modelovereenkomsten. Bovendien biedt het CCV een gratis registratiesysteem dat is goedgekeurd door de Autoriteit Persoonsgegevens.

Voor meer informatie: www.vakcentrum.nl/winkelverbod

Minder geldautomaten in het straatbeeld Een goedkoper gezamenlijk netwerk van geldautomaten voor meer gemak en veiligheid.

Contant geld is al jaren op zijn retour. In 2015 betaalden klanten aan de kassa voor het eerst vaker met hun betaalpas dan met cash.

Het aantal geldautomaten loopt dan ook terug. Om het opnemen van contant geld toch mogelijk te blijven maken, willen de banken nu hun krachten bundelen. Geldservice Nederland (GSN), dat het geldtransport regelt, gaat wellicht de geldautomaten overnemen en er één gezamenlijk netwerk van maken.

Het Vakcentrum vindt het belangrijk dat dit netwerk een goede dekking heeft zodat contant geld makkelijk beschikbaar blijft voor iedereen. Op drukke plaatsen zoals

Utrecht Centraal zal het aantal geldautomaten van concurrerende banken verminderen. Daarentegen keren geldautomaten weer terug in dorpen op het platteland, waar nu geen geldapparaten meer aanwezig zijn.

Het nieuwe netwerk, moet het voor ondernemers makkelijker maken om geld af te storten. Men hoeft immers niet meer op zoek naar een stortingsautomaat van de eigen bank. De consument profiteert van een betere service doordat bijvoorbeeld in de nieuwe situatie op alle automaten het saldo kan worden opgevraagd.

ken. Een gezamenlijke aanpak zou bovendien moeten kunnen leiden tot kostenbesparingen.

De logo’s boven de pinautomaten van ABN Amro, ING en Rabobank gaan hiermee verdwijnen uit het straatbeeld. De drie banken, die eigenaar zijn van GSN, hopen later dit jaar een samenwerkingsovereenkomst te tekenen. Of de Volksbank meedoet is nog onduidelijk.

Het Vakcentrum gaat er van uit dat de banken met deze samenwerking ook werken aan de veiligheid van geldautomaten door onder andere samen op te trekken tegen plofkra5

Angelique en Olivia de Wolf van Albert Heijn de Wolf in Rotterdam

“Het SSK helpt ons om onze klanten bewust­te maken van onze meerwaarde”

Van klein tot groot, van starter tot ‘oude rot’ en van Randstad tot Noordoost-Groningen: supermarktondernemers met het Super Supermarkt Keurmerk vind je in alle soorten en maten. En door het hele land. Eén ding hebben ze gemeen: hun beleid ademt lokale en maatschappelijke betrokkenheid. In deze rubriek elke maand het verhaal van een SSK ondernemer. Deze keer Angelique en Olivia de Wolf van Albert Heijn De Wolf in Rotterdam.

Met hun voeten in de klei, zo begonnen ze ooit. De één achter de kassa, de ander op de broodafdeling en de anderen twee draaiden de overige afdelingen. Zo runden de zussen Angelique en Olivia de Wolf en hun echtgenoten Wim en Richard zo’n 17 jaar geleden hun eerste kleine supermarkt in Rotterdam. Inmiddels is die ene winkel uitgegroeid tot twee supermarkten en nog een paar kleinere winkels. “Eén kleine supermarkt met z’n vieren, dat ging al snel vervelen”, vertelt Angelique de Wolf. ‘Op Noord’, op de Kleiweg, staat de grootste supermarkt met ruim 1500 vierkante meter aan verkoopoppervlak. Hoewel de supermarkt in een duurdere wijk ligt, is het een echte stadswinkel. “Er komt hier een gemêleerd publiek,” aldus Angelique. “Daar passen we ons assortiment op aan. Van Turkse tot Poolse producten, maar ook veel biologisch en gezond.”

Gezondheid, lokale waarde en kinderen Gezondheid komt trouwens terug in meer facetten van de bedrijfsvoering. Angelique: “We hebben een keer een cholesterolmeting gedaan op de winkelvloer, dat liep storm. En we sponsoren bij evenementen geen koekjes maar fruit.” Haar zus Olivia vult aan: “Bij sponsoraanvragen is gezondheid altijd een criterium, net als de lokale waarde. En het liefst ondersteunen we projecten voor kinderen. In een grote stad wonen ook veel kinderen die het thuis minder breed hebben. Die geven we graag een steuntje in de rug.”

Veel scholieren uit de buurt werken in de winkel. Zij komen hier al van kleins af aan. Olivia: “De ouders kennen ons en wij hen. Ze stimuleren hun kinderen om bij ons te

gaan werken. ‘Dan weten we dat het goed zit’, is de tendens.” Een stadswinkel met een dorpse sfeer dus.

Olivia vervolgt: “Persoonlijk en goed contact met onze klanten en buurtgenoten is voor ons heel belangrijk.

Toen we dit pand gingen verbouwen, hebben we intensief overleg gevoerd met de buurtgenoten. Zo hebben we een geluidsarme vloer laten aanleggen zodat onze bovenburen nauwelijks last hebben van de winkel.”

Ook op andere MVO-thema’s, zoals duurzaam energiegebruik, doet de supermarkt het goed. LED-verlichting, een warmteterugwinningsysteem en laadpalen voor elektrische auto’s zijn daarvan het bewijs.

VANWEGE EEN MEDISCH PROBLEEM EEN TOILET NODIG?

en de patiëntenverenigingen

waarkaniknaardewc.nl

6

SSK activiteiten Een SSK-waardige winkel dus. Waarom hebben ze zich destijds aangemeld voor het SSK keurmerk? Olivia: “Als zelfstandige ondernemers hechten we veel belang aan een leefbare buurt, net als onze klanten. Het SSK helpt ons om onze klanten bewust te maken van onze meerwaarde.” De ondernemersechtparen maken dan ook dankbaar gebruik van de activiteiten die SSK organiseert. En hun klanten ook. Angelique: “De Eetmaatjes bijvoorbeeld, die waren zo weg. En sinds de klantentoiletsticker hier hangt, zien we dat meer klanten erom vragen. Het zijn de kleine dingen die ertoe doen.”

Word ook SSK’er Bent u als supermarktondernemer ook zo lokaal en maatschappelijk betrokken? Meld u dan aan voor het Super Supermarkt Keurmerk. Kijk voor meer informatie op www.supersupermarkt.nl.

Nederlanders verspillen steeds een beetje minder voedsel, zo blijkt uit onderzoek in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken. Ten opzichte van 2010 werd vorig jaar per persoon 7 kilo voedsel minder weggegooid. Een positieve trend waaraan activiteiten van supermarkten een bijdrage leveren.

Samen tegen voedselverspilling!

Het tegengaan van voedselverspilling staat hoog op de agenda. In het Duurzaamheidsonderzoek dat het Vakcentrum in 2016 onder haar leden heeft gehouden, is zelfs naar voren gekomen dat voedselverspilling hét meest genoemde thema is op het gebied van duurzaamheid.

12 veelgebruikte producten, zodat deze producten zo lang mogelijk hun kwaliteit bewaren.

Vanuit de Stichting SSK vinden er diverse acties plaats rondom het tegengaan van verspilling.

Ook ontwikkelde SSK een productsticker tegen verspilling. Deze worden geplakt op producten die de houdbaarheid naderen: wordt het product vandaag of morgen gebruikt, kies dan het product met de sticker, nog helemaal goed, mits snel genuttigd.

Zo verspreidden SSK gecertificeerde ondernemers vorige maand maar liefst 117.000 Eetmaatjes onder hun klanten. Het Eetmaatje is een eenvoudig maatbekertje om de juiste hoeveelheid pasta, rijst en couscous af te meten, zodat er niet te veel wordt gekookt.

SSK’ers hebben eerder op grote schaal Ja-Nee Koelkaststickers verspreid, met bewaaradvies voor

Samen met Voedselbanken Nederland is een convenant opgesteld om belemmeringen voor het doneren aan de voedselbank weg te nemen.

Ook participeren SSK ondernemers in onderzoeken omtrent verspilling door de Wageningen University uitgevoerd. En er staan nieuwe, gezamenlijke­nieuwe projecten op de planning.

Samen tegen voedselverspilling,

kwestie van doen!

Wilt u meer informatie over deze activiteiten tegen verspilling of over het Super Supermarkt Keurmerk, neem dan contact op met de Stichting SSK via info@ stichtingssk.nl of telefoonnummer (0348) 41 97 71.

Graag zetten we de trend naar mínder voedselverspilling samen met u voort!

7

PLUS-ondernemer van Engelen & het Vakcentrum ZorgPortaal

“De casemanager denkt goed met mij mee” PLUS-ondernemer Stephan van Engelen uit Waalwijk won dit jaar de derde prijs van de ZO2Z Award 2017-2018. De ondernemer is aangesloten bij het Vakcentrum ZorgPortaal. Een prima keus want “de casemanager van het zorgportaal denkt op een goede manier met mij mee, zodat medewerkers snel herstellen en weer met plezier naar hun werk gaan”, zegt hij.

“Het prettige is dat ik een eigen­ casemanager heb die mij van relevante tips voorziet over het arbobeleid. Ook mijn medewerkers melden zich wel eens ziek. Mijn casemanager adviseert mij en mijn werknemer hoe wij hier het beste mee om kunnen gaan. Soms kun je iemand het beste even met rust laten, zodat hij de tijd krijgt om te herstellen. In andere gevallen heeft een medewerker juist een duwtje in de rug nodig om weer aan de slag te gaan. En soms melden medewerkers zich ziek met een griepje, maar is er eigenlijk meer aan de hand, bijvoorbeeld een lastige thuissituatie. Het is fijn dat mijn casemanager dat aanvoelt en mij en mijn werknemer adviseert en ondersteunt om hier een oplossing voor te vinden. Zo kan ik met de medewerker

meedenken over een goede oplossing, zodat hij sneller herstelt en weer met plezier naar zijn werk gaat.”

Positieve effecten van een goed Arbobeleid Naast het creëren van een gezonde en veilige werkplek (en het vermijden van schadeclaims) heeft een goed arbobeleid nog meer positieve effecten: • Een werknemer presteert beter als hij zich veilig voelt en comfortabel kan werken.

• Goede arbeidsomstandigheden verhogen de motivatie en productie van werknemers.

• Door vooraf spelregels vast te leggen, ontstaat er duidelijkheid over de wederzijdse verwachtingen ten aanzien van gezond en veilig werken.

26 en 27 september - 11.00 uur tot 22.00 uur - Expo Houten

VAKBEURS 2017 FOODSPECIALITEITEN Een professionele en eigentijdse vakbeurs die zich jaar na jaar uitbreidt 9 Groot aanbod nieuwe producten 9 Vakbeursfood App (vanaf 1 augustus) 9 ± 250 standhouders

Vakcentrum ZorgPortaal Heeft u vragen? Neem dan contact op met Vakcentrum ZorgPortaal via telefoonnummer (0348) 41 97 71. www.vakcentrumzorgportaal.nl

Online ondernemen loont De wereld verandert. Online winkelen is niet meer weg te denken uit deze tijd. Zelfstandig ondernemers moeten mee met de digitalisering. Dat is niet altijd vanzelfsprekend.

Het Vakcentrum ondersteunt haar leden daarom met zes praktische online modules, ‘Online ondernemen voor Vakcentrumleden’.

De modules geven zelfstandig ondernemers antwoord op vragen als: Hoe zet ik social media in? Hoe maak ik effectieve nieuwsbrieven? Hoe ben ik online zichtbaar en vindbaar?

Direct van start De e-learningmodules zijn op elk moment en op elke locatie te volgen. Wacht niet langer en start! Vakcentrumleden krijgen gratis toegang tot de zes modules.

De normale prijs is € 100 per module.

Het Vakcentrum biedt ook interessante ledenkortingen voor vormgeving en hosting van een website en voor het verzenden van digitale nieuwsbrieven.

Foodspecialiteiten

WILT U DE VAKBEURS FOODSPECIALITEITEN BEZOEKEN? KIJK OP: WWW.VAKBEURSFOODSPECIALITEITEN.NL 8

De modules zijn direct toegankelijk via www.vakcentrum.nl/digitaal.

Vast bedrag per uur bij wettelijk minimumloon­is geen goed idee Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een nieuw wetsvoorstel ingediend met betrekking tot het wettelijk minimumloon (WML). Volgens het voorstel krijgt iedereen die het minimumloon verdient, hetzelfde vaste bedrag per uur.

Het uurloon van iemand die het minimumloon verdient, kan momenteel verschillen. Uitgangspunt is namelijk een volledige werkweek in een sector of cao. Dit schept soms verwarring als mensen geen volledige werkweek werken of 2 banen hebben in verschillende sectoren.

Ook leidt het omrekenen soms tot discussie bij de handhaving van het WML. Het wetsvoorstel dat nu ter discussie is voorgelegd heeft als doel dat de systematiek beter aansluit bij de huidige arbeidsmarkt en beter te handhaven is. Het aantal uur wordt straks vastgesteld op de gemiddelde werkweek in cao’s. Voorstel is dat het uurloon wordt gebaseerd 37,4 uur. Ook mensen die werken op basis van een overeenkomst van opdracht, vallen onder dit minimum.

Tot 31 mei jongstleden kon door burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties op dit wetsvoorstel worden gereageerd.

Het volgende kabinet zal de uiteindelijke beslissing nemen. Als het wetsvoorstel definitief wordt gemaakt, zal deze worden ingediend bij de Tweede en Eerste kamer.

Het Vakcentrum vindt een vast bedrag bij wettelijk minimum loon geen goed idee De detailhandel zal met een ordinaire loonkostenstijging geconfronteerd worden met geen of beperkte compensatie. Deze loonstijging is gebaseerd op het volgende: • Veel cao’s in de detailhandel kennen een 40-urige werkweek waarop de beloning op WML-niveau wordt vastgesteld. Het op 37,4 uur stellen van de werkweek zal als consequentie hebben dat de loonkosten met 7 procent zullen stijgen.

• Hoewel er loonschalen op WML-niveau zijn, wordt door werken op koopavonden en in weekenden behoorlijke toeslagen op het uurloon gegeven. Ophoging van het minimumuurloon heeft in de detailhandel een dubbeleffect.

• Voordelen die werkgevers in de detailhandel nu nog ontvangen op lage fulltime inkomens kunnen komen te vervallen. Dit is extra pijnlijk omdat de 24 uurs ondergrens van het Lage inkomens voordeel (LIV) om in aanmerking te komen ook al beperkend werkt. Doordat er in de detailhandel veel kleine dienstverbanden zijn, lopen werkgevers loonkostensubsidie mis vanwege de uren-eis in de wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl).

• Daarbij dient ook gerealiseerd te worden dat een loon(kosten) stijging aan de onderkant van het loongebouw een opwaarts effect kan hebben op de rest van het (cao)loongebouw, waardoor de totale loonkosten nog meer gaan stijgen.

De -politieke- focus op een uniform uurloon en een goede handhaving door de Inspectie van SZW, mogen niet leidend zijn in het verankeren van een minimum uurloon bij het WML in de wet. Extra lasten zullen negatief effect hebben op de werkgelegenheid, terwijl het doel juist is meer werkgelegenheid te creëren.

Het Vakcentrum vindt het vaststellen van een vast minimum uurloon bij wettelijk minimum loon dan ook geen goed idee. Mocht een uniform minimum uurloon toch doorgaan dan is noodzakelijk dat de normale arbeidsduur wordt vastgesteld op 40 uur. Alleen dan kan worden voorkomen dat het wetsvoorstel te grote impact op de loonkosten van werkgevers heeft in een arbeidsintensieve sector waar hard gewerkt wordt om de werkgelegenheid op peil te houden.

9

Vakcentrumleden praten gemeente­ bestuurders bij Afgelopen maand organiseerde Detailhandel Nederland in samenwerking met brancheorganisaties, waaronder het Vakcentrum, een masterclass Detailhandel voor gemeentebestuurders en -ambtenaren. Naast de algemene ontwikkeling van de detailhandel werd in diverse workshops ingegaan op onderwerpen als vestigingsbeleid, toekomstbestendige binnensteden en regelgeving. Vakcentrumleden Paul Corbijn (PLUS Corbijn) en Monique Ravenstijn (Jumbo ­Monique) gaven een inkijkje in de bedrijfsvoering van moderne detailhandelsondernemingen.

Belangrijk onderwerp was de maatschappelijke betrokkenheid van de zelfstandig ondernemers.

Ondernemen gaat verder dan alleen een winkel runnen. Paul Corbijn illustreerde deze maatschappelijke betrokkenheid met een mooi voorbeeld waarin hij een samenwerking is aangegaan met een artsenpraktijk waarbij artsen geattendeerd worden op eenzame personen.

Paul Corbijn en Monique Ravenstijn zijn plaatselijk belangrijke werkgevers met respectievelijk 95 en 125 werknemers. Ook hierin laten zij hun maatschappelijke betrokkenheid zien. Zij bieden weer perspectief aan arbeidsmindervalide mensen, die nergens anders meer terecht leken

te kunnen en bij hen onder begeleiding kunnen werken. Daarnaast zet Ravenstijn extra in op het begeleiden van jongeren om zo haar steentje bij te dragen aan de bestrijding van jeugdwerkloosheid.

Korte lijnen, snel schakelen Corbijn en Ravenstijn hadden duidelijke wensen voor de gemeenten.

Korte lijnen zijn belangrijk zodat er snel geschakeld kan worden. Eén contactpersoon, één telefoonnummer.

Daarnaast is het goed als gemeentebestuurders en met name -ambtenaren regelmatig de winkel van de ondernemers binnenstappen om bij te praten of uitleg te geven over onderwerpen als re-integratie, crimina-

liteit, maar ook over de handhaving van de horecawet.

Continuïteit van beleid is essentieel Zowel Corbijn en Ravestijn ondernemen voor eigen rekening en risico. Investeringen van meer dan € 1 miljoen voor een aanbouw of modernisering van de formule zijn geen uitzondering, zo vertelden zij de aanwezigen.

Kosten die niet neergelegd kunnen worden bij de commerciële organisatie waarbij ze zijn aangesloten, maar een kostenpost die op hun conto bijgeschreven kan worden en dan ook terugverdiend moet worden Continuïteit van beleid is voor hun bestaansrecht dan ook essentieel.

Duidelijkheid op de langere termijn is noodzakelijk.

VVP ondergebracht bij Vakcentrum De organisatie van de vereniging van postale- en bancaire retailers (VVP) wordt voortaan­ uitgevoerd door het Vakcentrum en de NSO, de brancheorganisatie voor de tabaks- en gemaks­detailhandel.

De VVP blijft de belangen behartigen van retailers in alle branches met financiële, post- en/of pakketzaken in hun assortiment.

De VVP vertegenwoordigt duizenden ondernemers die een post- en pakketpunt in hun winkel hebben. De club genereerde vorig jaar landelijk bekendheid door flink te ageren tegen de tariefverlagingen van PostNL. De VVP blijft, ook in de nieuwe opzet strijden voor tegemoetkoming van PostNL voor de verlaagde tarieven.

10

De VVP gaat zich daarnaast in de komende periode richten op het versterken van de stadsdistributiefunc-

tie van lokale retailers voor het afhalen en retourneren van pakketten, het informeren van retailers over nieuwe diensten die rondom bancaire zaken en post- en pakketdiensten kunnen worden ontwikkeld en het stimuleren van cross-channel samenwerkingen tussen online diensten en de fysieke winkel. De VVP realiseert dit door partijen met elkaar in contact te brengen, gesprekken te voeren met de grote marktpartijen en te lobbyen in Den Haag.

Het gemak voor leden van het Vakcentrum die een post- en pakketpunt in hun winkel hebben, wordt hiermee vergroot omdat er nu nog meer diensten onder een paraplu vallen.

Hoofdbestuurslid Rob Veltink

“Als bestuurslid draag ik zorg voor het ondernemerschap in de toekomst.”

De hoofdbestuursleden van het Vakcentrum stellen zich hier aan u voor. Wat drijft hen? En waarom voelen zij zich verbonden met het Vakcentrum? Deze keer geven wij het woord aan Rob Veltink.

Waarom heeft u gekozen voor het zelfstandig ondernemerschap?

Omdat het zo ontzettend mooi is om vanuit je missie, samen met mensen plannen te realiseren en zodoende naar je visie toe te werken.

Op welke manier onderscheidt u zich als ondernemer en/of waarop legt u accenten?

Ik leg accenten op lokale betrokkenheid en zelfstandig werkende medewerkers die naast structuur ook sfeer en ziel in het team brengen. Dit voel je, dit maakt ons onderscheidend.

Daarnaast werken we graag samen met lokale partners.

Wat zijn de aspecten waar u als ondernemer het meest tegenaan loopt?

De druk op het verdienmodel zorgt er voor dat er keuzes gemaakt dienen te worden die niet altijd in lijn zijn met je beoogde visie.

Daarnaast ben ik als “ondernemer zonder kruiwagen” altijd in zekere zin afhankelijk van zowel de organisatie als de financiële dienstverleners. Het is altijd de kunst om te balanceren tussen deze partijen en toch voldoende vrijheid te pakken om te kunnen ondernemen.

Wat zijn voor u de belangrijkste redenen om hoofdbestuurslid te zijn bij het Vakcentrum?

Graag wil ik mijn steentje kunnen bijdragen aan het geheel. Ik zoek graag de verbinding en het is ook nog eens goed voor mijn persoonlijke ontwikkeling.

Waarin ziet u de grootste uitdaging en/of de grootste kans in uw rol als hoofdbestuurslid?

Mijn zorg gaat uit naar het ondernemerschap in de toekomst.

Hoe borgen we nieuwe aanwas en hoe zorgen we er voor dat deze groep zelfstandig blijft en ruimte voelt om zich te kunnen ontwikkelen. Deze nieuwe aanwas kan de branche als geheel blij maken met nieuwe initiatieven.

Daar wil ik mij voor in zetten.

Wat is volgens u de belangrijkste functie van het Vakcentrum?

Het geven van advies, meedenken, ondersteunen. Daarnaast is het Vakcentrum namens de gehele branche onze gesprekspartner met overheden en overige overkoepelende partijen.

Wat is volgens u de meerwaarde van het Vakcentrum-lidmaatschap voor zelfstandige ondernemers?

De bak met kennis is enorm.

Daarom is het een slimme keuze om via Vakcentrum informatie op te doen en advies in te winnen. Het Vakcentrum kan ook financiële voordelen bieden door het aanbieden van collectieve afspraken. Sowieso zou iedereen lid moeten zijn van het orgaan dat hen vertegenwoordigt. Zonder leden zou het Vakcentrum haar kracht verliezen.

Eigenaar van de winkel: Jumbo Veltink in Nijkerk Hoofdbestuurslid Vakcentrum sinds: 10 mei 2017 Overige bestuurlijke activiteiten: Secretaris Ondernemers Vereniging Jumbo, Voorzitter Nijkerkse Ondernemers Vereniging, Voorzitter BIZ Nijkerk, Penningmeester PWA In het kort werkachtergrond: Vanaf mijn 15e werkzaam in de winkel. Via Profood en vele werkadressen binnen diverse formules het vak geleerd. Vanaf 2006 actief als ondernemer in Nijkerk. Eerste winkel was een Super de Boer. In 2009 de tweede Super de Boer in Nijkerk overgenomen om vervolgens deze twee in 2010 in te “ruilen” voor een Jumbo. Inmiddels sinds eind 2015 is deze Jumbo verhuisd naar een prachtige locatie in een fantastisch pand in Winkelcentrum Oosterpoort in hartje Nijkerk.

Aantal jaar zelfstandig ondernemer: 11 jaar

11

Provinciewinnaars op bezoek bij commissaris­van de Koning De provinciewinnaars ZO2Z worden­ deze weken ontvangen door de commissaris van de Koning of gedeputeerde­van hun provincie.

Bij de gesprekken is ook steeds Vakcentrum­voorzitter Harrie ten Have aanwezig.

In de gesprekken gaat het vanzelfsprekend over de meerwaarde van het zelfstandig ondernemerschap en de ontwikkelingen­in de detailhandel. Daarnaast wordt stil gestaan bij de rol van de provincie­ voor de detailhandel. Met name in ruimtelijk detailhandels­beleid moet de provincie een regisserende­rol nemen.

In het gesprek van Marcel en Edwin van Ommen met gedeputeerde Appelman­(Economische Zaken) van Flevoland bleek dat de provincie zich helaas nauwelijks bezighoudt met ruimtelijk detailhandelsbeleid.

Dat wordt geheel aan de gemeenten overgelaten.

Tijdens het bezoek van Monique Ravenstijn aan de heer Remkes, commissaris van de Koning in Noord-Holland lag de nadruk sterk op de maatschappelijke rol van de zelfstandig ondernemer. Wat kan een ondernemer doen als het gaat om jeugdwerkloosheid, was een van de onderwerpen die aan bod kwam.

Vakcentrum feliciteert...

(Her)openingen Elroy Verhoeven en medewerkers met de opening van hun PLUS Verhoeven in Rotterdam op woensdag 17 mei 2017.

Hans Geveling en medewerkers met de opening van hun Albert Heijn Kerckebos in Zeist op woensdag 21 juni 2017.

Gecertificeerde foodspecialiteitenwinkels Onderstaande winkel­s hebben onlangs­ het Certificaat­ Foodspecialiteitenwinkel­ (opnieuw­) behaald:

12

GECERTIFICEERDE FOODSPECIALITEITENWINKEL

Nieuwe SSK ­gecertificeerden Onderstaande winkels hebben in de afgelopen periode het Super Supermarkt Keurmerk behaald: • Albert Heijn Grimberg ­Oostmarsum • Albert Heijn Van den Tweel Voorthuizen • Albert Heijn Van der Tweel Campus Diemen Zuid • Jumbo Froukje Sloot ­Stadskanaal

SSK hercertificeringen Deze ondernemers hebben opnieuw hun SSK kwaliteiten bewezen­:

• Kaashuis Tromp Buitenveldert Amsterdam • Kaashuis Tromp Maasstraat Amsterdam • Kaasmeester Richard ­‘S-Gravenzande • C’est Bon Zeist

• Coopcentrum Bert Stuut ­ Bad Nieuweschans • Jumbo Jansema Roden • PLUS Dee Putten

www.foodspecialiteitenwinkels.nl

www.supersupermarkt.nl

Als provinciewinnaar in de ZO2Z competitie, werd het team van Jan Verbeeten door een van zijn leveranciers tot ‘Helden van Limburg’ benoemd.