1. Judith Steels schrok op uit haar gedachten door een vreemd getingel. Het leek van buiten te komen. Ze liep naar het raam, duwde haar vingers tussen de neergelaten blinden en keek door de kier, maar op straat was niets te zien. Ze ging dan maar weer achter haar pc zitten, hoewel ze geen zin had om aan de slag te gaan. Ze voelde zich futloos. Het huis was leeg zonder Mark en haar dochtertje Anja, die zich plots niet zo goed had gevoeld en lichte koorts had gemaakt. Vermits ze morgen moest gaan werken, was haar moeder de logische depanneur van dienst geweest. Judith had immers onlangs een parttimebaan aangenomen. Telefoniste in een call center. Die knoop had ze een maand of zes geleden doorgehakt en ze had het zich nog geen seconde beklaagd. Een huissloofje worden was niet haar ding. Ondertussen was haar dochtertje van vier genezen, maar haar ma had erop gestaan dat Anja nog een paar dagen bij haar bleef logeren en dat pleziertje wilde ze haar alleenstaande moeder niet ontnemen. Met als gevolg dat Judith, starend naar het scherm, zich eenzaam voelde, alleen in hun grote huis. Ze wenste dat ze een fulltimebaan had genomen in plaats van zich op een zondagavond bezig te houden met de saaie administra tie van haar echtgenoot. Mark, die in immobiliën deed, zat alweer in Frankrijk, waar hij bouwvallige huisjes opkocht en liet opknappen om ze ver volgens te verkopen aan mensen die een gezellig en sfeervol buitenverblijfje zochten. Judiths gedachten dwaalden af naar haar man, met wie ze al een eeuwigheid samen was. Ze was blij met hem. Ze hadden het goed samen. Niet dat er nog elke dag vuurpijlen ontploften in bed, maar hun relatie was ook geen verstandshuwelijk.
5
Toch was de romantiek ver te zoeken geweest toen Mark na zijn vorige zakentrip was thuisgekomen. Hij had zich gedragen alsof hij even om de hoek om een brood was gelopen. Na een vluchtige kus op haar wang had hij zijn reistas in de garage neergegooid met de vraag of ze zijn hemden zo snel mogelijk wilde wassen en strijken. Het was eigenlijk geen vraag. Zelfs geen dwingende vraag. Het was een eis. Ondertussen was hij alweer weg. Zonder boe of bah. Vroeger, toen ze pas samenwoonden, was hij helemaal anders. Bekom merd om haar. Misschien lag het wel aan haar? En was ze te veel moeder en te weinig vrouw. Jezelf in vraag stellen is immers het begin van alle wijsheid. Judith schudde traag nee. Niet zinnens om zichzelf met een schuldgevoel op te zadelen. Met haar was niks mis. Ze focuste op het scherm van haar laptop. Bezig blijven was de beste remedie om gepieker te snel af te zijn. Lang bleef ze niet geconcentreerd. Dat kwam omdat ze het zelfde vreemde geluid hoorde. Een soort van discreet getingel op potten en pannen. Met regelmatige tussenpozen. Een mens zou bijna gaan denken dat het spookte in huis. Alsof iemand het erom deed. Met half dichtgeknepen ogen probeerde Judith de bron van het geluid te detecteren. Uit de keuken kwam het alleszins niet. Misschien was het een van de rookdetectoren die nieuwe bat terijen nodig had. Fronsend liep ze de gang in, kijkend naar het zilverkleurige ronde ding aan het plafond waar met regelmatige tussenpozen een rood ledlampje oplichtte. Zonder geluid te maken. Toen ze rechtsomkeert wilde maken hoorde ze het opnieuw. Veel dichter deze keer. Het geluid kwam uit de garage, besefte ze. Een gsm die rinkelde. Iets anders kon het niet zijn. Mark
6
was vast van deuntje veranderd en was zijn gsm vergeten mee te nemen naar Frankrijk of zo. Vandaar dat hij niet belde noch sms’te. “Misschien een klant die dringend iets nodig heeft”, dacht Judith terwijl ze nerveus de garage in liep, waar het gerinkel herbegon. En ja, het kwam vanuit zijn achteloos neergesmeten tas met vuile kleren. Judith liep hoofdschuddend naar de tas en kieperde die om. Ze vond een rood mobieltje. Een toestel dat ze nog nooit eerder had gezien, ook niet in de lade waarin Mark zijn oude smart phones bewaarde. Bovendien was dit helemaal geen smartp hone, maar zo’n goedkoop wegwerpding van Nokia. Niks voor de op imago gestelde Mark. Er waren drie gemiste oproepen. Judith zocht en vond de toets om het logbestand te activeren en uit te zoeken wie er belde. Cindy. Judith fronste. Cindy, zonder meer. Een klant of leverancier zonder familienaam. Vreemd, vond ze. Hoewel Judith nieuwsgierig was, besloot ze toch om niet terug te bellen. Iets weerhield haar ervan. Wat ze wel deed, was op het icoontje duwen om het berichtengeheugen te openen. Er waren een tiental ongeopende berichten. Toen Judith Steels met haar verstand op nul het laatste bericht openklikte, begon ze te hijgen, maar ze kreeg geen klank over haar lippen. Ze had het gevoel dat ze naar een stomme film keek met zichzelf in de hoofdrol. Was ’t lekker… beertje? :-P xxx Cindy
7
2. Judith Steels liet de gsm in de tas vallen alsof het ding gloeiend heet was. Daarna werd ze overvallen door vragen, allemaal tegelijk, alsof ze in een wespennest had getrapt. Wie was Cindy? Was die gsm wel van Mark? Hadden die twee seks gehad? Waar? Wanneer? Het begon te duizelen voor haar ogen. Zichzelf verwensend kneep Judith hard in haar wang. Dat hielp. De pijn bracht haar weer met beide voeten op de grond. Ze mocht geen voorba rige conclusies trekken. Moest ophouden met doemdenken en focussen op de feiten. Een smiley met een uitgestoken tong en drie kruisjes. Een speels typetje en Mark kende haar vrij goed. Maar waarom had hij dan nooit over haar verteld? Judith graaide de gsm uit de tas en doorzocht met nerveuze vingers de lijst met contacten, maar ze vond niemand. Enkel Cindy. En oubollige gsm of niet, hij was voor háár. Voor haar alleen. Voor Cindy. Hoewel haar vingers kriebelden, twijfelde ze. Het niet-weten was een kwelling. Maar als ze het berichtengeheugen opende en al die ongeopende berichten las, dan zou Mark weten dat ze zijn privacy had geschonden en daar kon hij heel kregelig om worden. Het zou niet de eerste keer zijn dat hij haar beschul digde van een gebrek aan vertrouwen als ze per ongeluk een aan hem geadresseerde brief had geopend. Judith fronste, zich afvragend waar ze zich eigenlijk druk om maakte. Mark was tenslotte degene die haar had bevolen om zijn vuile was zo snel mogelijk weg te werken en het enige
8
wat zij had gedaan, was reageren op een geluid dat niet in dit huis thuishoorde. “En of dat hier niet thuishoort!” Na de woedeuitbarsting begon Judiths lip te trillen. Ze kneep haar ogen dicht en zag Mark. Verscheurd door twijfels. Haar man. Een bedrieger? Daarom ging hij zo vaak naar Frankrijk. Omdat hij liever bij Cindy was, die vermoedelijk een stel tieten had dat de zwaarte kracht uitdaagde. Liever bij Cindy dan bij haar en zijn dochter. Ze gruwde van de gedachte. De tranen sprongen haar opnieuw in de ogen. Ze voelde zich stom. Gebruikt. Wie weet hoelang was dit al aan de gang? “Nee!” De schreeuw hielp om haar zelfmedelijden te fnuiken. Ze mocht niet op de feiten vooruitlopen. Misschien was dit een vergissing. En had die Cindy het bericht naar de foute bestem meling gestuurd. Met die sussende gedachte in het achterhoofd wilde ze weer aan het werk gaan. De facturen moesten dringend de deur uit zodat de boekhouder ermee aan de slag kon. De boekhouder moest met de facturen aan de slag en Mark, die was met Cindy aan de slag. Haar kop in het zand steken had geen zin, besefte ze. Eerst moest ze dat wrange gevoel zien kwijt te raken. En die knagende twijfels. Judith pakte de hoerige rode gsm. Weer werd ze gegijzeld door een beklemmend gevoel, alsof haar borst in een bankschroef zat. Was dat de reden dat Mark de laatste tijd zo afstandelijk was? En dat hij zo veel dronk? Vroeger keek hij haar liefdevol in de ogen. Nu staarde hij vooral in zijn lege whiskyglas als hij thuis was. Naar zijn eigen angsten.
9
Judith keek naar het scherm van de gsm dat grijs geworden was, een metafoor voor wat er van hun huwelijk was geworden. Saai en grijs. En bij Cindy. Bloedrood! Ze klikte het geheugen open en scrolde nerveus door de stroom berichtjes die zo te zien meer kruisjes dan woorden bevatten. Het was pervers. Het was walgelijk. Bijna schreeuwde ze het uit van ontzetting toen de gsm begon te rinkelen. Judith keek ernaar alsof de duivel in haar handpalm lag. Bij de derde toon ademde ze diep in en uit en drukte ze op de groene knop. “Hallo.” Haar stem klonk solide, maar inwendig stierf ze een langzame dood. “Eh, eeuuh. Ik ben op zoek naar Mark”, klonk de piepjonge, weinig zakelijk klinkende stem. Deed Mark het met een kind? Judith wilde het niet, maar zag de kirrende Cindy met haar infantiele lijf en strakke borsten kirrend boven op Mark zitten. Mark die gromde van genot. Walgend van de gedachte hield Judith Steels zich vast aan het metalen stapelrek. Om niet te vallen. De kilte die in de garage hing, had zich in haar botten genesteld. Toch beet ze op haar tanden en herpakte ze zich. “U spreekt met zijn assistente”, antwoordde Judith op een strakke, afgemeten toon. “Maar. Ik… ik da-da-dacht. Dat kan toch niet?”, hakkelde het wicht. “Wat kan niet?”, polste Judith. Haar stem klonk veel stand vastiger dan ze zich voelde. Het bleef angstaanjagend stil aan de lijn. Alleen het gezoem van de wasmachine in de garage was hoorbaar. Neuk jij met mijn vent? Judith wilde het uitschreeuwen. Maar ze beet op haar tanden. De jonge slet wist niet wat te zeggen. Nog steeds niet. Het gaf Judith vleugels.
10
“Wat kan er niet?”, informeerde ze. Schijnbaar relaxed. Met een air van ‘wie doet mij wat’. En dat terwijl ze moeite had om de gsm stil te houden. Het hoerige onding klopte tegen haar linkerslaap. Alles in haar lichaam klopte. Behalve het scenario van dit verhaal. Dat klopte van geen kanten. “Ik, euhmm, wist niet dat Mark een secretaresse had”, werd er aan de andere kant gemompeld. Judith putte extra kracht uit de onzekerheid van die huwe lijksbrekende hoer met de stem van een onschuldig piepkui ken. Diep inademend besloot ze om het spel mee te spelen. Ze moest meer zien te weten komen nu ze de duivel aan de lijn had. Zodat ze straks voldoende bewijsmateriaal had om het Mark in zijn leugenachtige gezicht te smeren. “Toch wel. Waarmee kan ik u helpen?” Haar hoofd explodeerde bijna. “Hij. Eh… Dit nummer… Sorry, ik heb me vergist van nummer.” “Toch niet. Ik ben pas in dienst. Wat kan ik voor u doen?”, vroeg Judith op een toon die gezien de omstandigheden uiter mate neutraal en zelfs vriendelijk klonk. Ze meende een klik te horen. “Cindy?” De verbinding was verbroken. “Hey! Cindy! Slet!”, schreeuwde Judith. Buitenzinnig van woede. Ze kromp in elkaar. Hield haar handen voor haar gezicht. De tranen waren niet meer te stuiten. Ze werd over spoeld door een vloedgolf van ontzetting met grote witte vraag tekens, die zich als schuimende koppen op haar stortten, hun lussen rond haar hals slingerden en haar genadeloos wurgden. Ze hapte vertwijfeld naar adem, krijste als een gewond dier.
11
Seconden later leek haar verdriet te verstenen. Wat overbleef was een intens woedegevoel. Een rots was ze. Niet van graniet, maar van haat. De vuile kleren vlogen door de lucht en landden her en der op de grond. Hij kon zijn naar Cindy stinkende rommel zelf wassen en strijken. “Klootzak, verdomme!” Plots begon het haar te duizelen. Alsof al haar energie was opgebruikt. Verleden, heden, toekomst, het tolde allemaal door haar hoofd. “En ons Anja. Amper vier”, stamelde ze. Haar ooghoeken werden vochtig. Heel langzaam zoog ze zuurstof naar binnen, om vooral niet te gaan hyperventileren. Dit kon toch niet. Het leek wel een scène uit een slecht ge maakte soap. Ze maakte een vuist. Helder denken moest ze doen. Afstand nemen van haar emoties. Maar het lukte haar niet. Ze sloeg haar hand voor haar mond, overweldigd door de klap. Al die jaren samen. Waardeloos. Verloren jaren. En de toe komst. Er was geen toekomst meer. Contact houdend met de muur schuifelde Judith op wankele voeten naar de keuken, waar ze steun zocht tegen het aanrecht en de Glenfiddich meegraaide. De fles was nog halfvol. Halfvol van de smeerlapperij waar hij zijn rotte ziel mee probeerde te bedotten. “De loser!” Judith schonk zichzelf een glas in. Bijna halfvol. Ze dronk. Niet met zuinige slokjes zoals het hoorde. Wel in één teug om zo snel mogelijk het effect van de alcohol te ervaren. Naar adem happend en met half dichtgeknepen ogen voelde ze hoe het spul zich in geen tijd een weg brandde door haar
12
slokdarm naar haar maag, waarna er zich een soort van valse kalmte in haar hoofd leek te nestelen. Ze nam de hoeren-gsm opnieuw in haar handen. Kneep haar ogen tot spleten. Opende het berichtengeheugen. Probeerde om alleen op datum en uur te focussen. Daar had je het. Hij had dat kreng vrijdagnacht om twintig voor twee, toen hij zogenaamd niet kon slapen, nog een bericht gestuurd. Er trok een klamme kilte door haar middenrif, een soort van plaatsvervangende schaamte. Op automatische piloot goot ze haar glas opnieuw tot aan de rand vol, nam dit keer een zuinige slok, ademde een paar keer diep in en uit en klikte het bericht open. Cindy baby… Dank voor je berichtje. Geduld liefje… het is allemaal niet meer houdbaar… dat weet ik ook. En ooit zal alles opgelost zijn. xoxox Mark Judith versteende. xoxox. De ‘x’ stond voor een gewoon kusje. De ‘o’ was een tongkus. Het was jaren hun vaste ritueel geweest. Nu kreeg Judith nog een ‘x’. Af en toe. De ‘o’s’ waren voor dat sletje. Judith probeerde te focussen op het bericht an sich. Alle bloed trok weg uit haar hoofd. Ooit zal alles opgelost zijn. En houdbaar? Wat was niet meer houdbaar? Bedorven vlees is niet meer houdbaar. Waar sloeg dat in godsnaam allemaal op?
13
De drang om het rode ding tegen de grond te gooien en te verpulveren onder haar hak werd bijna ondraaglijk, maar ze beheerste zich. Ze moest en zou Mark hiermee confronteren. De angst sloeg haar om het hart. Niet meer houdbaar. Wilde Mark haar vermoorden? En dat terwijl zij de zolen van onder haar schoenen liep om het hem naar zijn zin te maken. Wie deed het huishouden? Wie zorgde voor Anja? Wie, wie, wie, wie, wie? Misschien was dat haar grote fout geweest. Dat ze veel te braaf was geweest. Veel te onnozel. Dat ze alles had geslikt, behalve wat hij graag wilde dat ze slikte. “Pervert!� Toen ze de garagepoort hoorde zoemen, daalde er een soort rust over haar neer. Judith Steels rechtte haar schouders en hield de gsm stevig in haar handen geklemd. Alsof het een wapen was. Klaar om te gebruiken.
14
3. Joris Bokstael zat achter zijn zilvergrijze laptop, in het donker, waardoor zijn gezicht spookachtig werd verlicht. Hij wenste dat hij de uitvinder was van dat speelgoed. Stin kend rijk zou hij zijn geworden. Maar mocht het zijn geestes kind zijn, dan zou hij uitsluitend gebruikmaken van klassieke muziek als detonator van de vleselijke lusten, al was het maar om deze nieuwe sensatie in pornoland, het land van zijn dromen, wat meer cachet te geven. OhMiBod heette het ding, een veredelde vibrator met inge bouwde sensor die reageerde op geluid. Vrouwen en meisjes die een centje wilden bijverdienen voor de webcam staken het in hun flamoes en hopsakee. Telkens als een van de toeschouwers een fooi gaf, weerklonk er een biep en begon de OhMiBod wat harder te trillen. Hoe hoger de fooi, hoe luider de biep en hoe sterker de trillingen. En die vrouwen maar kronkelen. “Geniaal!” Bokstael zuchtte, gegijzeld door zijn seksverslaving. Hij zou aan het werk moeten zijn, want het manuscript van zijn nieuwe bestseller ‘Menselijke wormen’ moest binnen een week of drie worden ingeleverd bij zijn uitgever en hij moest nog een ge schikt einde bedenken. Maar ach, welk einde hij ook verzon, de fans, voor negentig procent vrouwen, jonge welteverstaan, zouden het wel slikken. Het verhaal was niet waar het om draaide. Veel belangrijker was de auteursfoto. Telkens weer een andere. Want daarvoor kochten ze zijn boek, de delletjes. Om op hun nachtkastje te leggen en weg te dromen van de lekkere vent op de achterflap. “Vieze sletjes.”
15
Bokstael bewoog de muis, klikte op de linkermuisknop en draaide aan het wieltje om de camera, haar eigen camera nota bene, te doen inzoomen op haar glimmende roze clitoris, en dat alles zonder dat de kakelende kip aan de andere kant besefte wat er aan het gebeuren was. Een gaaf staaltje techniek was dit. Bokstael klakte bewonde rend met zijn tong. Seriemoordenaar Tim Degeest, ondertus sen veilig en wel achter de tralies, mocht dan zwaar geschift zijn, op het vlak van computerprogrammatie was de oetlul een genie. Het virus, door zijn zieke geest bedacht en ontwikkeld, was werkelijk fenomenaal. Het nec plus ultra. Waar het in een notendop op neerkwam, was dit. Je stuurde, via gelijk welk medium, een bericht naar je toekomstige prooi, en het virus, handig verborgen tussen de regels van je bericht, nestelde zich in de computer van de ontvanger en nam de webcam van diezelfde ontvanger over. Zo simpel als bonjour. Je kon met andere woorden naar hartenlust spelen met de webcam van je slachtoffer als de dame in kwestie online was. Zonder meer briljant. Degeest verdiende op zijn minst de Nobelprijs voor Seksueel Vertier. Toen Degeest was gearresteerd, was Joris Bokstael erin ge slaagd om diens laptop mee te jatten zonder dat de flikken het in de mot hadden. Felix Debie en Masha Kirilenko hadden hem, weliswaar onder bedekte termen en met een gespleten tong sprekend, ervan beschuldigd dat hij die laptop had gepikt, maar die aan tijging had Bokstael staalhard ontkend. Voelde hij zich daar schuldig over? Nee begot! Ondankbare flikken. Dankzij zijn geniale ingevingen hadden ze Degeest uit eindelijk bij de lurven kunnen vatten. En voor wat hoort wat.
16